Contract
Subsidiereglement voor het jeugdwerk in Zutendaal Hoofdstuk 1: Subsidies voor georganiseerde jeugdwerkinitiatieven Artikel 1: definitie
Om als jeugdwerkinitiatief in aanmerking te komen, moet de vereniging voldoen aan de volgende voorwaarden:
1. De vereniging moet zich richten tot de doelgroep van 3 tot 25 jaar.
2. De vereniging moet op datum van aanvraag tenminste 2 jaar werking kunnen voorleggen.
3. De vereniging moet ook door de jeugdraad erkend zijn als jeugdwerkinitiatief.
4. De vereniging moet een brandverzekering van de eigen lokalen kunnen aantonen.
5. De vereniging moet een kopie van burgerlijke aansprakelijkheid kunnen aantonen.
6. De vereniging mag geen commercieel oogpunt nastreven.
Artikel 2: basistoelage
1. Voor de basistoelage wordt 5 % van het totaal subsidiebudget voorzien. Deze basissubsidie wordt evenredig verdeeld over alle jeugdwerkinitiatieven.
Artikel 3: ledenaantal
1. Voor het ledenaantal wordt 20 % van het totaal subsidiebudget voorzien.
2. Jaarlijks dienen de jeugdwerkinitiatieven een lijst met namen, adressen; geboortedatum van leden en leiding in het subsidiedossier te bezorgen.
Leden: zijn de kinderen, tieners, jongeren en leiding actief aangesloten bij de jeugdwerking en die op regelmatige basis deelnemen aan de activiteiten.
3. Alle jeugdwerkinitiatieven zullen voor elk lid, woonachtig te Zutendaal en in het jaar van inschrijving nog niet de leeftijd van 25 jaar bereikt heeft, één punt krijgen. Het maximum aantal leden dat de grootste vereniging kan indienen is het aantal leden van de tweede grootste vereniging.
Het totaal aantal punten wordt opgeteld. De toelage wordt door dit totaal gedeeld, waardoor een eenheidswaarde bekomen wordt. Deze waarden worden vermenigvuldigd met het aantal punten per jeugdwerkinitiatief.
Artikel 4: activiteiten
1. Voor activiteiten wordt 20 % van het totaal subsidiebudget voorzien.
2. Alle jeugdwerkinitiatieven zullen voor elke activiteit één punt krijgen. Vergaderingen tellen niet mee als activiteit.
3. Jaarlijks dienen de verenigingen een activiteitenlijst in het subsidiedossier te bezorgen.
4. Er kan slechts één activiteit per dag per leeftijdsgroep ingediend worden.
Artikel 5: kadervorming
1.Voor kadervorming wordt 10 % van het totaal subsidiebudget voorzien. Als het bedrag niet volledig wordt gebruikt, zal de jeugddienst met dit budget vorming organiseren voor jeugdverenigingen.
2. De kadervorming wordt gegeven door een vormingsinstelling die wordt erkend door de Vlaamse gemeenschap. Een lijst met organisaties is te verkrijgen op de jeugddienst. Een vorming die gevolgd werd bij een andere organisatie wordt slechts terugbetaald na een positief advies van de jeugdraad en toestemming van het college van burgemeester en schepenen.
3. De kosten van jeugdopleidingen worden vergoed aan elke Zutendaalse jongere die zich inzet voor het Zutendaalse jeugdwerk.
Indien men niet in Zutendaal woont, krijgt men enkel een terugbetaling van de jeugdopleiding als men actief is bij een Zutendaalse jeugdvereniging of gemeentelijke speelpleinwerking en geen terugbetaling kan bekomen via een subsidieregeling in zijn of haar eigen gemeente of stad.
4. De gevolgde vormingen zullen gesubsidieerd worden aan 100% van de ingediende kosten met een maximum van 30 euro per cursist per dag en een maximum van 300 euro per persoon per jaar.
5. In het kader van de speelplein- en grabbelpaswerking wordt de kadervorming integraal terugbetaald.
6. De aanvraag tot de terugbetaling dient te gebeuren bij de jeugddienst. De aanvraag gebeurt door middel van een ingevuld aanvraagformulier en een bewijs van deelname uitgereikt door de vormingsinstelling.
Indien het totale budget voor vorming niet volstaat voor alle ingediende aanvragen, zullen de toegekende bedragen evenredig verminderd worden tot het totaal past binnen het voorziene budget.
Artikel 6: kampen
1. Voor kampen wordt 20 % van het totaal subsidiebudget voorzien.
2. Er wordt een subsidie toegekend aan verenigingen voor het opzetten van een meerdaags verblijf onder begeleiding.
3. De verdeelsleutel die in dit reglement gehanteerd wordt is het aantal leden, aantal leiders en aantal dagen kamp. Een lid heeft de waarde van 1 punt, een leider 2 punten en een gebrevetteerde leider 4 punten.
4. Berekeningsmethode:
a. De berekening gebeurt per kampdag.
b. Dit dient men te vermenigvuldigen met het aantal deelnemers + de gebrevetteerde en niet gebrevetteerde leiding.
c. Het totaal aantal punten wordt opgeteld.
d. Het bedrag wordt door dit totaal gedeeld, waardoor een eenheidswaarde bekomen wordt.
e. Deze waarde wordt vermenigvuldigd met het aantal punten per vereniging die op kamp ging.
6. Voor de toekenning van deze kampsubsidie dient een kampverslag (aanwezigheidslijst, activiteitenlijst, contract kampplaats) bijgevoegd te worden bij de subsidieaanvraag.
Artikel 7: energie
1. Voor energie wordt 20 % van het totaal subsidiebudget voorzien.
Voor de nodige energie van een lokaal van een jeugdwerkinitiatief, wordt de betoelaging uitgekeerd aan de hand van de ingezonden facturen. Het totaal bedrag beschikbaar als toelage wordt gedeeld door het bedrag van de ingezonden facturen. De uitkomst hiervan is het quotiënt waarmee de berekening wordt gemaakt om het betoelaagde bedrag te bekomen.
2. 10% van de toelage voor energie kan gebruikt worden voor duurzame investeringen aan jeugdlokalen. Maximumbedrag dat je kan terugvorderen is 50% van de kosten voor duurzame investering.
Hoofdstuk 2: Algemene bepalingen Artikel 8
De kamp- en werkingssubsidieaanvragen worden beoordeeld door de beoordelingscommissie en hierna wordt er advies gevraagd aan de gemeentelijke jeugdraad. De standpunten van de beoordelingscommissie en de jeugdraad worden overgemaakt aan het college van burgemeester en schepenen, zij heeft de eindbeslissing over de toekenning van de subsidie.
De beoordelingscommissie bestaat uit de schepen van jeugd, een vrijwilliger van de jeugdraad, de voorzitter van de jeugdraad en de jeugdconsulent.
Over alle niet-voorziene gevallen beslist het college van burgemeester een schepenen na advies van de jeugdraad.
Artikel 9
De kennisgeving van het toegekende subsidiebedrag zal aan de rechthebbende en aan de jeugdraad worden bezorgd.
Artikel 10
De aanvrager verbindt zich ertoe de nodige inlichtingen te verstrekken en de controle van het gemeentebestuur en de jeugdraad te aanvaarden.
Artikel 11
Foutieve of onvolledige aangiften en/of aanwending hebben gehele of gedeeltelijke schrapping of terugvordering van de subsidies tot gevolg.
Artikel 12
De aanvragen voor subsidies te verkrijgen zullen via speciaal daarvoor ontworpen formulieren (downloaden gemeentelijke website) jaarlijks ingediend worden bij de jeugddienst. De jeugddienst heeft het recht om een vereenvoudigde boekhouding van de vereniging in te kijken.
Artikel 13
Het aanvraagformulier - betrekking hebbend op het voorgaande jaar (1 januari -31 december) - dient voor 1 februari van het lopende jaar ingediend zijn bij de gemeentelijke jeugddienst, Xxxxxxxxxxxxxxxx 0, Xxxxxxxxx of verzonden naar xxxxxxxxxxx@xxxxxxxxx.xx.
Artikel 14
Verenigingen die reeds gesubsidieerd worden via de subsidiereglementering van de gemeentelijke sportraad of de gemeentelijke cultuurraad komen niet in aanmerking voor subsidie van de gemeentelijke jeugdraad.
Artikel 15
Het college van burgemeester en schepenen wordt gemachtigd de subsidies toe te kennen aan de hand van de voorgelegde bewijsstukken.
De subsidie is afhankelijk van de inschrijving van het krediet in het jaarlijks gemeentebudget.
De uitbetaling van de subsidies zal zo snel mogelijk gebeuren en uiterlijk tegen 1 april van het lopende jaar.
ART. 2. – Het reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikelen 186-187 van het Gemeentedecreet.