Voor het functioneren van de Sociocratische Kringorganisatie Methode (SKM) gelden een aantal regels die zijn vastgelegd in dit Sociocratisch Kringstatuut. Die regels gelden binnen de beroepsorganisatie, voor elke kring daarvan en voor iedere deelnemer...
SOCIOCRATISCH KRINGSTATUUT VAN DE STICHTING BEROEPSORGANISATIE
LICHAAMSGEORIËNTEERDE (PSYCHO)THERAPIE
Voor het functioneren van de Sociocratische Kringorganisatie Methode (SKM) gelden een aantal regels die zijn vastgelegd in dit Sociocratisch Kringstatuut. Die regels gelden binnen de beroepsorganisatie, voor elke kring daarvan en voor iedere deelnemer van die organisatie.
Management Kring
Kringstatuut SBLP
Versie 2 (check via xxxx@xxxx.xx of er een recentere versie beschikbaar is) Datum: 11 augustus 0000
Xx 8’13 Norm 1001-3 Kringstatuut
Sociocratisch Kringstatuut SBLP
Artikel 1
Organisatiemethode
De organisatie wordt ingericht volgens de Sociocratische Kring-organisatie Methode (SKM). Dat wil zeggen:
1. De besluitvorming wordt geregeerd door het consentbeginsel.
2. De organisatie wordt opgebouwd uit kringen.
3. Steeds zal een kring worden gekoppeld aan de naast hogere kring
Door middel van een dubbele koppeling, dat wil zeggen: zodanig dat tenminste twee personen en wel de leidinggevende functionaris en tenminste één gekozen afgevaardigde van de betrokken kring tevens behoren tot de naast hogere kring.
4. Het kiezen van personen vindt plaats na een open discussie en volgens het consentbeginsel.
Artikel 2
Definities
1. Consentbeginsel
Is het beginsel dat een besluit is genomen, wanneer geen van de aanwezige kringleden overwegend en beargumenteerd bezwaar heeft tegen het nemen van dat besluit.
2. Kring
a. een groep van individuen die volgens de sociocratische methode beleid bepalen ter verwezenlijking van een gemeenschappelijke doelstelling.
b. elke kring omvat de drie elementen: uitvoeren, meten en leiden.
c. elke kring onderhoudt met behulp van integrale ontwikkeling zijn benodigde kennis en vaardigheden.
3. Dubbele koppeling
Koppeling van een kring aan de naast hogere kring zodanig dat ten minste twee deelnemers en wel de leidinggevende van de kring en ten minste één afgevaardigde van de kring tot de naast hogere kring behoren.
4. Sociocratisch Kringstatuut
Het sociocratisch kringstatuut bevat voor elke organisatie, voor elke kring daarvan en voor iedere deelnemer van die organisatie, gelijke regels.
5. Kringreglement
Het kringreglement bevat door de respectieve kringen zelf op te stellen en te wijzigen bepalingen ten aanzien van de door hen uit te oefenen taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden.
6. Kringlogboek
In het kringlogboek worden alle zaken opgenomen die de betrokken kring betreffen. Bijvoorbeeld het kringstatuut, het kringreglement, besluitenlijsten van kringvergaderingen en de overige zaken die de kring betreffen.
7. Kringleden
Onder kringleden worden personen verstaan die op enigerlei wijze een taak hebben in een kring.
Deelnemers hebben één of meer taken met betrekking tot Kring, met verantwoordelijkheden en een vooraf overeengekomen vergoeding.
8. Sociocratisch adviseur.
De sociocratisch adviseur toetst het sociocratisch functioneren van een organisatie. De adviseur meet de ontwikkeling daarvan, onder meer het zelf- evaluerend en zelf- organiserend vermogen.
Gegevens van de financieel accountant kunnen door hem eveneens worden gebruikt. Ook kan hij of zij zaken aangaande de kwaliteitsborging volgens een ISO-norm (SCN 500 en SCN 1001) melden.
De sociocratisch adviseur heeft de bevoegdheid een goedkeurende verklaring te geven.
Artikel 3
Sociocratisch Kringstatuut
De Topkring van SBLP heeft overeenkomstig de akte van oprichting de bevoegdheid dit sociocratisch kringstatuut te wijzigen.
Artikel 4
Structuur
1. De kringstructuur van een organisatie kan als volgt worden opgebouwd:
- Top kring;
- Management kring;
- 4 Sector kringen;
- Groepskring(en);
- Hulpkring(en).
2. Een kring kiest één of meer van zijn leden om samen met de leidinggevende functionaris(sen) op te treden als afgevaardigden van die kring in de naast hogere kring.
3. Een kring is gemachtigd tot het instellen van een hulpkring ter voorbereiding van de besluitvorming in deze kring.
4. Een hulpkring kan worden samengesteld door personen uit de eigen kring en/of andere kringen en/of uit personen die bij voorkeur deel uitmaken van de -bijvoorbeeld door middel van de externe deskundigen- aan de
Topkring gekoppelde maatschappelijke sectoren.
5. Kringen kunnen zelfstandig beslissen binnen grenzen die door de naast hogere kring worden bepaald.
6. Arbeidleverende deelnemers kunnen zelfstandig beslissen binnen grenzen door de kring van de betrokken deelnemer worden bepaald.
7. De Topkring van de organisatie:
a. bepaalt en bewaakt het beleid van de Topkring ter realisatie van de statutaire doelstelling;
b. delegeert een deel van de bevoegdheid van de beleidsbepaling aan de Management kring ter realisatie van het doel van de Management kring;
c. belast zijn kringleden met taken ter uitvoering van het eigen beleid;
Artikel 5
d. bestaat uit een voorzitter, secretaris en penningmeester, tenminste één afgevaardigde van de Management kring en tenminste vier externe kringleden zoals genoemd in de statuten van de stichting.
8. De Management kring:
a. bepaalt en bewaakt het beleid ter realisatie van de eigen doelstelling binnen grenzen die door de Topkring zijn bepaald;
b. delegeert een deel van de bevoegdheid van de beleidsbepaling aan de Sector kringen ter realisatie van de doelstelling van die kringen;
c. belast zijn leden met taken ter uitvoering van het eigen beleid;
d. bestaat uit de voorzitter, secretaris en penningmeester, alsmede de toegevoegde kringleden en de afgevaardigden van de Sector kringen,
alsmede tenminste één afgevaardigde van elk van die kringen;
e. beslist over het opzetten van nieuwe sectorkringen of het splitsen, samenvoegen of opheffen van bestaande. Aan het nemen van een opheffingsbesluit kan de betrokken kring niet deelnemen.
9. De Sector kringen:
a. bepalen en bewaken het beleid ter realisatie van de eigen doelstellingen binnen de grenzen die door de Management kring zijn bepaald;
b. belasten hun kringleden met taken ter uitvoering van het eigen beleid;
c. bestaan elk uit een sector leidinggevende functionaris en overige kringleden van die sectorkring;
x. xxxxxxxxx over het opzetten van groepskringen of het opheffen van bestaande. Aan het nemen van een opheffingsbesluit kan de betrokken groepskring niet deelnemen.
10. De Groeps- en Hulp kringen:
a) bepalen en bewaken het beleid ter realisatie van de eigen doelstellingen binnen de grenzen die door de respectieve Sector kringen worden bepaald;
b) belasten hun leden met taken ter uitvoering van het eigen beleid;
c) bestaan elk uit een functioneel leidinggevende en overige groepskringleden.
Kringreglement
Elke kring is bevoegd zijn werkwijze en overige voorwaarden in een eigen kringreglement te regelen.
Dat reglement mag niet in strijd zijn met het kringstatuut.
Artikel 6
Kringlogboek
Het kringlogboek bevat alle informatie voor betrokkenen. Daarin worden alle zaken die de betrokken kring betreffen opgenomen. Bijvoorbeeld het kringstatuut, het kringreglement, de verslagen van de kringvergaderingen en overige zaken die de kring betreffen, in verband met openheid en toegankelijkheid van informatie voor betrokkenen.
Verslagen van de kringvergaderingen bevatten tevens een kort verslag ten aanzien van het sociocratisch gehalte van de vergadering, leerpunten en tevredenheid van de kringleden en ‘het zich gehoord voelen’.
Artikel 7
Besluitvorming
1. De besluitvorming in alle kringen is gebonden aan de afspraak dat het beginsel van geen overwegend en beargumenteerd bezwaar, 'het consentbeginsel', de besluitvorming regeert.
Dat wil zeggen, dat niet elk besluit consent eist, maar dat er consent dient
te bestaan over afspraken waarbij de besluitvorming eventueel op een andere wijze wordt geregeld.
2. Indien er tegen een voorstel overwegend bezwaar bestaat, moeten daarvoor argumenten worden gegeven. Een enkel "nee" is niet voldoende.
3. Komt in een kringvergadering geen besluit tot stand over een onderwerp waarover een besluit geboden blijft, dan wordt tenminste twee maal vierentwintig uur later een nieuwe kringvergadering uitgeschreven, ter bespreking van hetzelfde onderwerp. Komt ook in een tweede kringvergadering geen besluit tot stand, dan kan de gespreksleider het onderwerp naar de naast hogere kring verwijzen.
Artikel 8
Sociocratisch Adviseur
1. Het functioneren van de besluitvorming binnen een kring, volgens de regels van dit kringstatuut, moet altijd kunnen worden gecontroleerd door de naast hogere kring.
2. Daartoe wordt minstens één maal per jaar een rapport gemaakt door de sociocratisch adviseur. Daarin staat onder meer vermeld of de besluitvorming overeenkomstig het kringstatuut functioneert en of het sociocratisch functioneringsgesprek plaatsvindt.
3. Wanneer de besluitvorming in een kring niet functioneert volgens de regels van dit kringstatuut kan de naast hogere kring alle maatregelen nemen die nodig zijn om de besluitvorming volgens de regels van het kringstatuut te herstellen.
4. De naast hogere kring beoordeelt op basis van een goedkeurende verklaring van de sociocratisch adviseur of de besluitvorming weer volgens de regels van het kringstatuut plaatsvindt.
Artikel 9
Verkiezingen
1. Personen worden tijdens een daarvoor uitgeschreven vergadering na een open discussie gekozen volgens het consentbeginsel (procedure is in een bijlage toegevoegd)
2. De Management kring van de SBLP wordt gekozen door de Topkring daarvan. De Topkring doet dit aan de hand van voorstellen daaromtrent van de Managementkring.
3. Taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden worden periodiek - tenminste eens per twee jaar - door middel van verkiezingen aan personen en kringen gedelegeerd.
4. De kringen zijn vrij in de keuze van de afgevaardigden, mits die op enigerlei wijze aan een kring zijn verbonden.
5. Afgevaardigden bepalen en bewaken tezamen met de overige leden van de naast hogere kring het beleid in die naast hogere kring, in relatie met het functioneren van de eigen kring.
6. Leden van een kring kunnen bezwaar aantekenen tegen het functioneren van de afgevaardigde in die kring bij de betrokken naast lagere kring.
Indien dat overleg geen consent oplevert, kan in laatste instantie het consent ten aanzien van deze afgevaardigde in eerstgenoemde kring worden ingetrokken, waardoor die afgevaardigde de kwaliteit van afgevaardigde verliest.
7. Personen mogen meerdere functies gelijktijdig vervullen, behoudens statutaire, functionele of wettelijke onverenigbaarheid.
8. De leidinggevenden van de sector kringen worden gekozen door de Managementkring.
9. De procedure(s) tot aanstelling en ontslag van medewerkers wordt/worden door de Topkringorganisatie bepaald. Eén en ander met inachtneming van wat daaromtrent is bepaald in de wet.
10. Besluiten over ontslag worden genomen zoals in lid 9 omschreven, echter niet dan nadat betrokkenen de gelegenheid hebben gehad zich te verantwoorden. Aan de besluitvorming kan niet door betrokkenen worden deelgenomen.
Artikel 10
Vergaderingen
1. Een Sector kring vergadert tenminste tweemaal per jaar, waarbij een functioneel leidinggevende en overige groepskringleden aanwezig zijn. Groeps- en hulpkringen vergaderen tenminste eenmaal per jaar, waarbij een functioneel leidinggevende en overige groepskringleden aanwezig zijn.
2. Kringvergaderingen worden vastgesteld door de gespreksleider van de kring, onder tijdige toezending van de agenda met toelichting.
3. Indien één van de leden van de kring van mening is, dat een kringvergadering (vervroegd) moet worden bijeengeroepen, dan is de gespreksleider daartoe verplicht (zie ook lid 8 van dit artikel).
4. Alle aanwezige informatie moet voor het kunnen bereiken van een zo goed mogelijke besluitvorming voor de betrokkenen beschikbaar zijn.
5. De kringen kiezen uit hun midden een gespreksleider en een secretaris.
6. De tijdens een kringvergadering genomen besluiten zullen worden vastgelegd in een besluitenlijst (bijvoorbeeld binnen drie dagen).
7. De besluitenlijst van een kring zal zowel aan de eigen kringleden als aan de aan deze kring gekoppelde hogere en lagere kringen van de kringorganisatie worden gestuurd (bijvoorbeeld binnen zeven dagen).
8. Wanneer de gespreksleider gedurende veertien dagen na punt 3 van dit artikel in gebreke blijft een kringvergadering uit te schrijven, dan kan een betrokken kringlid zelf een kringvergadering uitschrijven.
9. Het veranderen of ongedaan maken van een (gedelegeerd) besluit kan indien daarover in de betrokken kringvergadering consent bestaat.
10. Voor het nemen van besluiten hoeft de vergadering niet voltallig te zijn. Het streven is echter voltalligheid. De kring beslist daarover.
Artikel 11
Geldzaken
Vergoedingen van onkosten en beloningen
1 Managementkringleden krijgen een vastgestelde maximale vergoeding per jaar, waarvan de hoogte vastgesteld wordt door de Topkring. De managementkringleden worden vergoed op basis van een urendeclaratie.
2. Kringleden maken gebruik van het openbaar vervoer om de vergaderingen bij te wonen. Wanneer vervoer per auto plaats vindt, kunnen de kosten in rekening worden gebracht als ware men per openbaar vervoer gegaan.
3. Als een activiteit naar het oordeel van de Topkring een wezenlijke bijdrage levert aan de doelstellingen van de stichting zoals omschreven in art. 2 van de oprichtingsakte, dan kan voor die activiteit een bijdrage in de kosten verleend worden. Ook de onkosten en de dagdeelvergoedingen van de door het dagelijks bestuur ingestelde kringen worden op vooraf overeengekomen wijze en na overlegging van een begroting, vergoed. Middels een bij de penningmeester te verkrijgen declaratieformulier kunnen de kosten van die activiteit bij de penningmeester gedeclareerd worden .
4. De beloning voor de deelnemers met een (arbeids-)overeenkomst bestaat uit een vooraf schriftelijk overeengekomen vergoeding. De vergoeding kan jaarlijks worden herzien en aangepast. De beloning wordt vastgelegd in een schriftelijke en door betrokken partijen volledig ondertekende overeenkomst.
Artikel 12
a) Jaarlijkse bijdragen geregistreerde deelnemers:
x. Xx Xxxxxxxx stelt de hoogte en de wijzigingen van de jaarbijdrage vast.
b. Hij doet dit op voorstel van de Managementkring. De Managementkring formuleert een voorstel op basis van besluit dat in samenwerking met de Afgevaardigden van de sectorkringen via consent tot stand is gekomen.
c. Het verzoek tot betaling van de jaarbijdrage wordt in januari aangeboden via een brief en/of email.
d. Na ontvangst van de betaling van de jaarbijdrage krijgt de deelnemer zijn registratiebewijs toegestuurd.
b) Financieel jaarresultaat
1. Het jaarlijks in de Topkring vastgestelde jaarresultaat is na sociocratisch overleg als volgt te verdelen:
a. op voorstel van de directie kan de Topkring beslissen dit aan te wenden voor voorzieningen die het directe belang van de beroepsorganisatie en de geregistreerde deelnemers dienen;
b. overschotten komen ten goede aan het eigen vermogen.
2. Indien blijkens de vastgestelde exploitatierekening over enig jaar verlies is geleden, zal dit ten laste komen van het eigen vermogen of zal dit in de vorm van een contributieaanpassing het daarop volgende jaar over de geregistreerde deelnemers verdeeld worden. Tevens kan dit leiden tot een beperking van de jaarlijkse uitgaven.
Artikel 13
Naleving sociocratische regels
1. Wanneer één of meer geregistreerde deelnemers van mening is/zijn dat niet wordt gehandeld volgens de sociocratische regels zoals vastgelegd in het statuut van de rechtspersoon, kan/kunnen zij beroep aantekenen bij een arbitragecommissie.
2. De samenstelling van de arbitragecommissie is als volgt:
a. één lid aan te wijzen door degene(n) die beroep aantekent/aantekenen;
b. één lid aan te wijzen door de in het geding zijnde deelnemer(s) of kring;
c. één lid aan te wijzen door de SBLP, respectievelijk - indien zulks onmogelijk blijkt - door een daarmee vergelijkbare instelling, aan te wijzen door beide voornoemde leden.
3. De commissie is uitsluitend bevoegd te oordelen ter zake van de naleving van de sociocratische regels.
4. De commissie doet een bindende uitspraak met consent.
5. Elk geschil dat als zodanig door slechts één der partijen wordt aangemerkt wordt door de commissie in behandeling genomen.
Artikel 14
Slotbepaling
In alle gevallen waarin niet door de statuten of de wet is voorzien, beslist de Topkring van de SBLP.
Bijlage 1/1:
Stappen sociocratische verkiezingen
1. Iedereen zet op een briefje:
a. zijn/haar eigen naam [voor de helderheid hieronder aangeduid als IK];
b. de naam van de persoon die hij/zij – gezien vanuit het belang van het geheel (bij groepsverkiezingen is dat de groep) – het meest geschikt vindt voor de taak waarover gestemd wordt [ANDER]. Hierbij kan IK ook voor zichzelf kiezen als ANDER.
2. De voorzitter leest één voor één de briefjes voor waarbij door IK beargumenteerd wordt waarom hij/zij nu juist voor die ANDER gekozen heeft.
3. De voorzitter vraagt vervolgens of er iemand op grond van de gehoorde argumenten nog van mening veranderd is en voor een andere ANDER wil kiezen.
4. De voorzitter telt de stemmen en draagt doorgaans de ANDER met de meeste stemmen voor.
5. De voorzitter gaat alle groepsleden langs om te vragen of zij hun consent kunnen geven aan het voorstel. Consent geven betekent dat IK geen zwaarwegende argumenten tegen het voorstel heeft. Als laatste wordt hierin de persoon gehoord die op grond van de meeste stemmen voorgedragen is.
6. Als iemand geen consent kan geven (dit kan dus ook de voorgedragen ANDER zijn!), wordt onderzocht wat nodig is om alsnog wel consent te geven. Na dit onderzoek zijn er 2 mogelijkheden:
a. er wordt alsnog consent gegeven;
b. er wordt geen consent gegeven.
7. Als iedereen consent heeft gegeven, wordt het voorstel voor een vooraf vastgestelde tijdspanne (bij het kiezen van een studentvertegenwoordiger is dat 1 jaar) of tot het moment dat er een consent beargumenteerd (!) ingetrokken wordt, vastgelegd.
8. Als iemand geen consent kan geven, wordt er of door de voorzitter een nieuw voorstel gedaan (dus terug naar punt 4, doorgaans wordt dan de persoon die daarna de meeste stemmen had voorgedragen), of een hele nieuwe stemronde opgestart (vanaf punt 1).