LEDENOVEREENKOMST Opgewekt Rijssen
S e c r e t a r i a a t :
V e r e n l a n d w e g 12 746 1 AP R i j s s e n
www. o p g e w e k t r i j s s e n . n l
i n f o @ o p g e w e k t r i j s s e n . n l
LEDENOVEREENKOMST
Opgewekt Rijssen
Februari 2019
Inhoud LEDENOVEREENKOMST
3
1. Definities 3
2. Doel 4
3. Inleg en betaling daarvan 4
4. Ledenrekening 5
5. Duur 5
6. Wijzigingen 5
7. Geheimhouding 5
8. Diversen 5
9. Kosten 5
10. Toepasselijk recht en forumkeuze 6
11. Ontbinding 6
Toelichting op de ledenovereenkomst 7
LEDENOVEREENKOMST
DE ONDERGETEKENDEN:
(1) Energiecoöperatie Rijssen U.A. (handelsnaam Opgewekt Rijssen), statutair gevestigd te Rijssen, gemeente Rijssen-Holten, kantoorhoudende te Rijssen, ingeschreven bij de Kamer van Koophandel te Enschede onder nummer 70526303, hierna te noemen: de “coöperatie”;
en
(2) [aanhef] [voornaam] [achternaam], [straat] [huisnummer] [toevoeging], [postcode] [plaats], geboren op [geboortedatum], hierna te noemen: het “lid”;
De hierboven genoemde partijen, hierna gezamenlijk aan te duiden als “partijen”.
OVERWEGEN DAT:
(A) De coöperatie is opgericht bij notariële akte verleden voor Mr. G.H.J. XXxxxxxx, notaris met plaats van vestiging Xxxxxxx, op 29 december 2017;
(B) De ondergetekende 2, lid wenst te worden van de coöperatie;
(C) Partijen in deze ledenovereenkomst de voorwaarden en condities wensen neer te leggen ter zake het lidmaatschap van het lid van de coöperatie, in aanvulling op hetgeen in de statuten van de coöperatie is bepaald (deze “overeenkomst”).
VERKLAREN EN KOMEN OVEREEN ALS VOLGT:
1. Definities
1.1 De onderstaande begrippen uit de overeenkomst hebben uitsluitend de navolgende betekenis:
• Artikel: een artikel van deze overeenkomst.
• Algemene ledenvergadering: het orgaan van de coöperatie dat wordt gevormd door de le- den dan wel een bijeenkomst van leden (of hun vertegenwoordigers) en andere personen met vergaderrechten.
• Coöperatie: Energiecoöperatie Rijssen U.A. (handelsnaam Opgewekt Rijssen), statutair ge- vestigd te Rijssen, gemeente Rijssen-Holten.
• Energiebedrijf: bedrijf dat energie levert aan kleinverbruikers op basis van een vergunning van de Autoriteit Consument & Markt (ACM).
• Inleg: het bedrag dat een lid in de coöperatie brengt.
• Ledenrekening: de rekening in de boeken van de coöperatie, waarop het aandeel van elk lid in het kapitaal van de coöperatie wordt bijgehouden.
• Lid: een lid van de coöperatie.
• Lidmaatschap: alle rechten en verplichtingen van een lid met de coöperatie, die voortvloei- en uit de statuten en deze overeenkomst.
• om | nieuwe energie (handelsnaam van Coöperatie Duurzame Energie Unie U.A.): het ener- giebedrijf waarvan de coöperatie mede-eigenaar is, waarmee ze een samenwerkingsover- eenkomst heeft gesloten en waarvoor ze optreedt als wederverkoper van energie.
• Overeenkomst: deze ledenovereenkomst.
• Postcodesysteem: het postcodesysteem, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel j, van de Postwet 2009, dat wordt gebruikt door de verlener van de universele postdienst, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel g, van de Postwet 2009.
• Postcodegebied: een gebied waarbinnen de postcodes in het postcodesysteem beginnen met hetzelfde getal van vier cijfers.
• Postcoderoos: een postcodegebied, alsmede de direct aangrenzende postcodegebieden.
• Regeling Verlaagd Tarief energiebelasting: ook wel aangeduid als postcoderoosregeling, hierna ook genoemd RVT. De regeling op basis van de Wet belastingen op milieugrondslag (artikel 47 en 59a, 59b en 59c), de daarop gebaseerde Uitvoeringsregeling (artikel 19a en 19b) en het daarop gebaseerde Uitvoeringsbesluit (artikel 21b), op basis waarvan kleinver- bruikers die zich verenigen in een coöperatie, die investeert in productie van groene stroom in hun postcoderoos 15 jaar lang over de eerste 10.000 kWh verbruik per jaar geen energie- belasting hoeven te betalen over hun aandeel in de via de coöperatie opgewekte groene stroom.
• Statuten: de statuten van de coöperatie als deze van tijd tot tijd gewijzigd.
1.2 Alle opgenomen definities gelden zowel voor de enkelvoud- als meervoudsvorm.
2. Doel
De coöperatie heeft ten doel het bewerkstelligen van economische interactie tussen de coöperatie en de leden door middel van:
(a) het stimuleren van het gebruik van duurzame energiebronnen;
(b) het op duurzame en ecologisch onschadelijke wijze produceren, doen produceren, leveren en doen leveren van energie, direct of indirect ten behoeve van de leden, alles in de ruimste zin;
(c) de verwerving, oprichting en exploitatie van een of meerdere duurzame productie- installatie(s) met gebruik van de Regeling Verlaagd Tarief (RVT);
(d) zomede al hetgeen met bovenstaande verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin.
3. Inleg en betaling daarvan
3.1 Vanwege het aangaan van het lidmaatschap van de coöperatie dient het Lid een inbreng in geld in de coöperatie doen. Deze inleg wordt aangewend voor de financiering van installaties voor de productie van lokale groene stroom.
3.2 Het lid betaalt hiervan bij aanvang van het lidmaatschap eenmalig een bedrag van € [AAND], ofwel € 0,01 per kWh elektriciteit dat het lid met zijn deelneming in de Coöperatie onder de Rege- ling verlaagd tarief wenst te brengen.
3.3 Het lid draagt gedurende de duur van de overeenkomst jaarlijks een deel van de korting op de energiebelasting af aan de coöperatie. Daarbij is het tarief energiebelasting, vermenigvuldigd met het aantal kWh dat volgens zijn jaarnota onder de RVT valt het uitgangspunt. Deze afdracht wordt jaarlijks op de Algemene ledenvergadering van de coöperatie vastgesteld.1
3.4 Het lid dat klant is bij om | nieuwe energie stemt ermee in dat dit energiebedrijf de op grond van de RVT terug te ontvangen energiebelasting geheel afdraagt aan de coöperatie. De coöperatie zal het verschil tussen de afgedragen energiebelasting en het ingevolge artikel 3.3 verschuldigde ter- mijnbedrag zo spoedig mogelijk na ontvangst van de afgedragen energiebelasting uitkeren op IBAN [IBAN] ten name van: [IBAN_NAME]. Het eenmalige bedrag ingevolge artikel 3.2 wordt met het eer- ste aan het lid uit te keren termijnbedrag verrekend.
3.5 Het lid dat klant is bij een ander energiebedrijf krijgt de terug ontvangen energiebelasting door zijn energiebedrijf uitgekeerd. Dit lid verleent met het tekenen van deze overeenkomst de coöpera-
1 In 2019 is de energiebelasting € 0,09863 per kWh; incl. € 0,02071 btw is dat € 0,11934. De coöperatie heeft de afdracht bepaald op € 0,06934 per kWh voor leden die klant zijn bij om | nieuwe energie. Huishoudens heb- ben daardoor een voordeel van € 0,05 per kWh. Voor ondernemers is btw over energiebelasting geen kosten- post. Als zij klant zijn bij om | nieuwe energie is hun voordeel € 0,02929 (€ 0,09863 - € 0,06934) per kWh.
Voor leden die klant zijn bij een ander energiebedrijf is de jaarlijkse afdracht € 0,02 per kWh hoger. Het voor- deel voor gezinshuishoudens is dan € 0,03 per kWh en voor ondernemers € 0,00929.
tie toestemming tot automatische incasso van de uit artikel 3.2 en 3.4 voortvloeiende bedragen ten laste van IBAN: [IBAN] ten name van: [IBAN_NAME].
4. Ledenrekening
4.1 De coöperatie houdt in haar administratie voor het lid een ledenrekening aan, waarop de initiële inleg ingevolge artikel 3.2 (omvang en datum/data van storting) van een lid in de coöperatie krach- tens de met hem gesloten ledenovereenkomst wordt bijgehouden.
4.2 De omvang van de initiële inleg bepaalt het aantal kilowattuur (kWh) waarvoor het lid in aan- merking komt voor toepassing van de RVT.
4.3 Het bestuur van de coöperatie kan besluiten tot een andere toedeling van het in lid 2 bedoelde aantal kWh als daarmee een optimaal gebruik van de RVT door de coöperatie is gediend.
4.4 Een ledenrekening kan alleen worden overgedragen tezamen met het corresponderende lid- maatschap als bepaald in de statuten.
4.5 Leden hebben bij overdracht recht op teruggave van aan het lid toerekenbare kapitaal. Dit kapi- taal is het aandeel in het eigen vermogen van de coöperatie tot het moment van overdracht. Dit aandeel wordt door het bestuur bepaald op basis van algemeen aanvaarde waarderingsgrondslagen en de daadwerkelijke teruggave geschiedt op een door het bestuur te bepalen moment. Dit moment is uiterlijk het moment dat ook de leden die geen overdracht hebben gepleegd een uitkering van hun toerekenbare kapitaal ontvangen.
5. Duur
5.1 Deze overeenkomst wordt aangegaan voor de periode dat het lid, lid is van de coöperatie.
5.2 Deze overeenkomst eindigt zonder dat opzegging of ontbinding noodzakelijk is op het moment dat het lid ophoudt lid van de coöperatie te zijn.
5.3 Opzegging of ontbinding van deze overeenkomst aan de zijde van het lid is gedurende de loop- tijd van deze overeenkomst en het voortduren van het lidmaatschap van het lid uitgesloten.
6. Wijzigingen
6.1 Deze overeenkomst kan slechts schriftelijk worden gewijzigd of aangevuld.
7. Geheimhouding
7.1 De coöperatie zal niet zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het lid informatie welke betrekking heeft op de inhoud van deze overeenkomst direct of indirect publiceren, vrijgeven of anderszins voor derden toegankelijk maken. Indien openbaring noodzakelijk is op grond van enige op een partij rustende (i) wettelijke verplichting, (ii) regel van de beurs, (iii) reglement of (iv) een uitspraak van een rechter of een bevoegd overheidsorgaan, is geen voorafgaande schriftelijke toe- stemming vereist, maar zal de betreffende partij vooraf met de andere partij overleggen.
8. Diversen
8.1 De ongeldigheid of nietigheid van enige bepaling van deze overeenkomst tast de geldigheid van de overige bepalingen van deze overeenkomst niet aan. Partijen vervangen de ongeldige dan wel nietige bepaling door een bepaling waarvan de rechtsgevolgen, gelet op het doel en de strekking van deze overeenkomst, zoveel mogelijk overeenstemmen met die van de ongeldige of nietige xxxx- xxxx.
8.2 Indien er strijd is tussen deze overeenkomst en de statuten, dan gaat deze overeenkomst voor.
9. Kosten
9.1 Behoudens voor zover in deze overeenkomst uitdrukkelijk anders is bepaald, draagt de coöpera- tie de kosten, waaronder begrepen de kosten betreffende het verstrekken van opdrachten aan ex-
terne adviseurs, voortvloeiend uit of betrekking hebbende op de totstandkoming en uitvoering van deze overeenkomst.
10. Toepasselijk recht en forumkeuze
10.1 Op deze overeenkomst is Nederlands recht van toepassing.
10.2 Geschillen die mochten ontstaan naar aanleiding van deze overeenkomst zullen worden be- slecht door de bevoegde rechter te Almelo.
11. Ontbinding
Indien u alsnog wilt afzien van deze overeenkomst, tevens machtiging tot automatische incasso van de inleg volgens artikel 3, stuur dan, uiterlijk 14 kalenderdagen na de datum waarop u deze over- eenkomst is gemaild, een verzoek tot ontbinding naar xxxx@xxxxxxxxxxxxxxx.xx.
Toelichting op de ledenovereenkomst
De wet schrijft voor dat er ledenovereenkomsten moeten bestaan tussen de coöperatie en de indi- viduele leden. Over de inhoud van deze overeenkomsten zegt de wet verder niets. De leden en de coöperatie hebben dan ook een grote mate van vrijheid met betrekking tot de inhoud van de leden- overeenkomsten.
Artikel 3 gaat over de inleg die leden met de coöperatie overeenkomen en de betaling daarvan. Aangezien de coöperatie voor 99% met vreemd vermogen wordt gefinancierd, is een initiële inleg benodigd ter hoogte van circa 1% van de investering. Dat komt overeen met € 0,01 per kWh. Dat is de inbreng in het eigen vermogen van de coöperatie.
Met om | nieuwe energie is overeen gekomen dat de op grond van de RVT terug te ontvangen ener- giebelasting niet aan de leden die klant bij hen zijn wordt uitgekeerd, maar aan de coöperatie. De coöperatie keert dit na aftrek van het jaarlijkse termijnbedrag uit aan deze leden. Uitkering vindt plaats na afloop van het eerste jaar dat de zonnepaneleninstallaties hebben geproduceerd. Het eer- ste jaar wordt de initiële inleg hiermee verrekend.
Leden die klant zijn bij andere energiebedrijven ontvangen de op grond van de RVT terug te ontvan- gen energiebelasting rechtstreeks terug van hun energiebedrijf. De coöperatie brengt bij hen de inleg middels automatische incasso in rekening.
De afdracht voor deze leden is 2 cent per kWh hoger dan voor leden die klant zijn van om | nieuwe energie. Dat heeft twee redenen. De eerste is dat de coöperatie van om | nieuwe energie een fee ontvangt voor elk lid dat klant bij hen wordt. Deze fee geeft de coöperatie in de vorm van een lagere jaarlijkse afdracht door aan deze leden. De tweede reden is dat de coöperatie voor leden die geen klant van om | nieuwe energie worden extra administratiekosten moet maken. Een hogere jaarlijkse afdracht compenseert dit.
Het eerste jaar wordt het te incasseren bedrag verhoogd met de initiële inleg.
In artikel 4 van deze overeenkomst is artikel 8 van de statuten, waarin de regeling omtrent de le- denrekeningen staat, nader uitgewerkt. Op de ledenrekening wordt geadministreerd wie, wanneer en hoeveel overeenkomstig artikel 3.2 van deze ledenovereenkomst heeft ingelegd. In artikel 4 staat dat de omvang van het ingelegde bedrag(en) het aandeel bepaalt van elk individueel lid in de door de coöperatie opgewekte energie en daarmee het aantal kilowattuur (kWh) waarvoor het lid in aanmerking komt voor toepassing van de RVT.
Dat is in principe de verdeelsleutel waarmee de door de coöperatie geproduceerde stroom wordt toegerekend aan de leden. Het bestuur van de coöperatie kan hiervan afwijken als daarmee een optimaal gebruik van de RVT, en daarmee de financiële positie van de coöperatie, is gediend.
In het onderstaande leggen we de overwegingen bij deze afwijkingsbevoegdheid uit.
De coöperatie stuurt er op aan dat leden minimaal 85% en maximaal 100% van hun verwachte jaar- lijkse elektriciteitsverbruik produceren via hun aandeel in de coöperatie. Een marge van 15% is nodig om te voorkomen dat het belastingvoordeel van de RVT niet optimaal wordt benut. Want over elk kWh dat de coöperatie produceert maar niet wordt verbruikt door haar leden komt geen jaarlijkse afdracht binnen.
Dus om in zijn eigen stroomverbruik te voorzien adviseren wij een coöperatielid met een verbruik van
3.500 kWh per jaar 85% van zijn verbruik, dus 2.975 kWh, af te dekken door zijn deelname in de co- operatie. Dat betekent dat dit lid € 29,75 (circa 1% van het investeringsbedrag dat nodig is om 2.975 kWh op te wekken) inlegt in de coöperatie.
Als na het eerste jaar blijkt dat dit lid inderdaad 2.975 kWh verbruikt heeft en dus onder de RVT kan brengen, dan heeft hij op grond van de RVT recht op teruggave van 2.975 * tarief energiebelasting. Het lid gaat er mee akkoord dat dit bedrag door om wordt afgedragen aan de coöperatie. Deze ge- bruikt dat deels om haar exploitatiekosten af te dekken en deels om aan de leden bij de jaarafreke- ning energie een korting van 4 cent per kWh uit te keren.
Als na het eerste jaar onverhoopt toch blijkt dat dit lid minder stroom afneemt dan hij onder de RVT kan brengen, dan zal de coöperatie de geproduceerde stroom, die ze niet aan dit lid op grond van de RVT kan toedelen, verdelen over andere leden die daarvoor in aanmerking komen. Dat zijn leden die meer stroom hebben afgenomen dan het aantal kWh waarvoor ze een initiële inleg hebben gedaan. Deze leden hebben dan een extra voordeeltje.
Het lid dat minder stroom afneemt dan hij via zijn aandeel in de coöperatie onder de RVT kan bren- gen, heeft gezien de minieme initiële inleg (1 cent per kWh) een verwaarloosbaar nadeel. Dat zal dan ook niet gecompenseerd worden.
Indien een lid structureel meer stroom onder de RVT wil brengen dan waarop hij volgens zijn initiële inleg recht heeft, bij voorbeeld omdat hij een warmtepomp heeft laten installeren of een elektrische auto heeft aangeschaft, dan kan hij zijn aandeel in de coöperatie ophogen door het afsluiten van een aanvullende ledenovereenkomst voor een extra hoeveelheid stroom. De coöperatie kan daaraan tegemoetkomen als er door een lager stroomverbruik van andere leden ruimte is vrijgevallen of als de coöperatie ruimte heeft gemaakt door de bouw van nieuwe zonnepaneleninstallaties.
Ook de stroom van leden die verhuizen buiten het postcoderoosgebied of die komen te overlijden zal in eerste instantie verrekend worden over de andere leden. Al is het voor de coöperatie natuurlijk altijd handig een ledenwachtlijst te hebben, zodat de vrijgevallen productiecapaciteit zo nodig naar nieuwe leden doorgeschoven kan worden.
In artikel 5 is opgenomen dat de duur van de ledenovereenkomst afhankelijk is van het lidmaat- schap van de coöperatie. Bij het einde van het lidmaatschap eindigt de ledenovereenkomst automa- tisch. In principe kent de overeenkomst een looptijd van 15 jaar. Zo is de coöperatie ervan verzekerd dat optimaal gebruik kan worden gemaakt van de RVT.
In artikel 8.2 is opgenomen dat bij strijdigheid tussen de statuten en de ledenovereenkomst de be- palingen van de ledenovereenkomst voor zullen gaan.