Tweede Addendum bij de Gebiedsovereenkomst Veenweiden Krimpenerwaard 2014-2021 voor de periode 2020-2026
Tweede Addendum bij de Gebiedsovereenkomst Veenweiden Krimpenerwaard 2014-2021 voor de periode 2020-2026
Partijen:
Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland, vertegenwoordigd door gedeputeerde B.K. Potjer, daartoe gemachtigd ingevolge het besluit van 15 december 2020,
hierna te noemen: de provincie en,
Burgemeester en wethouders van de gemeente Krimpenerwaard, vertegenwoordigd door wethouder J. Vente, daartoe gemachtigd ingevolge het besluit van 20 oktober 2020, hierna te noemen: de gemeente
en,
Dijkgraafgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard, vertegenwoordigd door dijkgraaf X.X.X. xxx xxx Xxxxx, daartoe gemachtigd ingevolge het besluit van 25 november 2020,
hierna te noemen: het hoogheemraadschap. Hierna gezamenlijk te noemen: de partijen.
Overwegende dat:
1. partijen op 11 december 2014 de Gebiedsovereenkomst Veenweiden Krimpenerwaard 2014-2021, hierna te noemen: de Gebiedsovereenkomst, hebben gesloten;
2. partijen bij besluit van de gemeente d.d. 17 juli 2018, bij besluit van het hoogheemraadschap d.d. 3 oktober 2018 en bij besluit van 15 januari 2019 van de provincie, de Gebiedsovereenkomst hebben gewijzigd met het Addendum bij de Gebiedsovereenkomst Veenweiden Krimpenerwaard 2014-2021, hierna te noemen: het eerste Addendum;
3. partijen, ter uitwerking van de gemaakte afspraken als bedoeld in overweging 1. en 2., de Uitvoeringsovereenkomst Krimpenerwaard 2015-2021 en de Aanvulling op de Uitvoeringsovereenkomst Krimpenerwaard 2015-2021 hebben gesloten in 2015 respectievelijk 2019;
4. naar verwachting per eind 2021 alle benodigde gronden beschikbaar zijn voor de realisatie van het Natuur Netwerk Nederland, waarmee de realisatie daarvan geborgd is;
5. vanwege de omvang van het gebied echter nog een aantal jaren nodig zal zijn voor de uitvoering van de inrichtingsmaatregelen vanwege doorlooptijden van (vergunning)procedures en een gefaseerde uitvoering, waarbij rekening wordt gehouden met huidige natuurwaarden en getracht wordt overlast voor burgers en bedrijven te beperken;
6. partijen om voornoemde redenen de realisatietermijn voor het Natuur Netwerk Nederland in de Krimpenerwaard wensen aan te passen;
7. bij de Gebiedsovereenkomst Krimpenerwaard 2014-2021 aangevuld met het eerste Addendum bij de Gebiedsovereenkomst Veenweiden Krimpenerwaard 2014-2021 een budget van 86,1 miljoen euro beschikbaar is gesteld (respectievelijk €63,6 miljoen en € 22,5 miljoen); dat daarnaast op grond van het Uitvoeringsprogramma Watergebiedsplan Krimpenerwaard en zoals opgenomen in artikel 12 van de uitvoeringsovereenkomst
Krimpenerwaard 2015-2021 door het Hoogheemraadschap een bedrag van 9 miljoen euro beschikbaar is gesteld, benodigd voor watermaatregelen die dermate verweven zijn met de inrichting van het gebied, dat het praktischer is dat deze toegevoegd worden; dat hiermee aldus het beschikbare totaalbudget voor realisatie van de opgave natuur en watermaatregelen maximaal 95,1 miljoen euro bedraagt;
8. van dit totaalbudget van 95,1 miljoen euro, welke in artikel 4 van dit addendum inzichtelijk wordt gemaakt, over de periode tot en met 2019 23,2 miljoen euro is gerealiseerd en verantwoord, wat maakt dat per 1 januari 2020 nog een resterend bedrag van maximaal 71,9 miljoen euro beschikbaar is;
9. in verband met de verlengde looptijd van de Gebiedsovereenkomst nadere afspraken moeten worden gemaakt over de financiën en verdeling van risico’s en kosten;
10. eerder gedacht is dat zowel het gewenste draagvlak als voorziene besparingen gerealiseerd konden worden als de gemeente en het hoogheemraadschap, verenigd in de Stuurgroep Veenweidengebied Krimpenerwaard, in een opdrachtnemersrol de mogelijkheid en vrijheid kregen om tijdig te starten en actief decentraal te sturen op het proces;
11. de gemeente en het hoogheemraadschap zich in dat kader bereidwillig hadden getoond een eigen risico van 4 miljoen euro op zich te nemen mits gerealiseerde besparingen ten goede zouden komen aan de deelnemende partijen in de Stuurgroep;
12. de Stuurgroep thans constateert dat tot dusver, als gevolg van beperkte mogelijkheden om te sturen op een tijdige en effectieve uitvoering van de inrichting, de besparingen in de praktijk onvoldoende zijn gerealiseerd, maar bereid is om een eigen financieel risico bij de uitvoering te nemen mits zij ook zeggenschap heeft over het financiële voordeel bij eventuele onderbesteding, en mits financiële risico niet groter is dan het financiële voordeel;
13. in geval sprake is van onderbesteding, de provincie bereid is dit voordeel ten goede te laten komen aan kwaliteitsversterkende maatregelen in het gebied, mits gemaximeerd tot de hoogte van het aangegane financiële risico van de Stuurgroep. Voor het overige vloeien de overgebleven middelen terug naar de provincie;
14. er ruimte is om de extra proceskosten van de programmaorganisatie over de periode 2022- 2026 te financieren uit het totaal beschikbare budget en dat hiervoor nodig is dat de beschikbare budgetten worden ontschot;
15. de provincie bereid is om de BTW compensatie van inrichting van de provinciale gronden in te zetten als dekking voor het totaalbudget en het risico te dragen voor het geval de Btw- compensatie lager is dan begroot;
16. partijen bereid zijn om de uitvoering op zodanige wijze te (her)organiseren en eventueel nadere afspraken met derden te maken teneinde fiscale voordelen te behalen die worden ingezet als dekking van het totaalbudget, mits het niet tot extra kosten leidt en geen risico’s of nadelen met zich meebrengt;
17. partijen op basis van deze overwegingen de wens hebben om de Gebiedsovereenkomst te wijzigen en de gewijzigde afspraken willen vastleggen in dit tweede addendum.
Komen partijen als volgt overeen:
Artikel 1. Definities
1. Voor de betekenis van de definities die worden gehanteerd in dit Addendum zal aansluiting worden gezocht bij de definities genoemd in de Gebiedsovereenkomst Veenweiden Krimpenerwaard 2014-2021 en het eerste Addendum dat daarop is gesloten per xxx. De
aldaar genoemde definities worden als hier herhaald en ingelast beschouwd. In dit addendum wordt overigens verstaan onder:
Watergebiedsplan: het document Veenweidepact Krimpenerwaard Watergebiedsplan bij de subsidieaanvraag aan de provincie, op grond waarvan de PZH een subsidiebeschikking (kenmerk DOS-2010-0022792 PZH-2011-281644350 met kenmerk 2011.05063) heeft afgegeven.
Artikel 2. Looptijd
1. In afwijking van de Gebiedsovereenkomst artikel 2, eerste lid onder a, betreft de opgave natuur de realisatie vóór 1 januari 2027 van circa 2250 ha van het Natuur Netwerk Nederland (NNN), gecombineerd met een bijpassend robuust en duurzaam watersysteem in het kader van de KRW en het tegengaan van bodemdaling.
Artikel 3. Planning en mijlpalen
1. In aanvulling op de Gebiedsovereenkomst worden de volgende mijlpalen onderscheiden:
a. eind 2020 is de planning voor de jaren 2021-2026 vastgesteld door de stuurgroep;
b. eind 2021 is alle grond beschikbaar voor inrichting waarmee de realisatie van het NNN onomkeerbaar is;
c. uiterlijk eind 2026 zijn de laatste hectares ingericht;
d. uiterlijk eind 2027 is de eindafrekening met partijen afgerond.
Artikel 4. Financiën
1. In afwijking van artikel 4 en artikel 7 van de Gebiedsovereenkomst, is ten behoeve van de opgave natuur voor de periode tot en met 31 december 2026 een bedrag van maximaal 95,1 miljoen euro beschikbaar. Dit bedrag is mede ter voldoening van, maar niet beperkt tot, de kosten van:
a. grondverwerving;
b. planschade;
c. nadeelcompensatie;
d. inrichting van de natuur;
e. peilmaatregelen;
f. kwaliteitsbaggeren;
g. de proceskosten en de programmaorganisatie als bedoeld in artikel 3, zesde en zevende lid, en in artikel 7, eerste en tweede lid, van de Gebiedsovereenkomst, vanaf 2022. De kosten voor de programmaorganisatie voor de periode tot 1-1-2022 zijn reeds op andere wijze gedekt in de provinciale begroting en zijn hier buiten beschouwing gelaten;
h. risicobudget, bovenop de opslagen in de projecten.
2. In de periodieke informatie wordt op elk van de onderdelen genoemd in het eerste lid inzicht gegeven in de realisatie en de uitgaven die nog gedaan zullen worden om de doelstellingen van het programma te halen.
3. Tot en met 31 december 2019 is er een bedrag van 23,2 miljoen euro ten laste van het budget gerealiseerd en verantwoord, waarvan 19,7 miljoen euro betrekking heeft op grondverwerving en 3,5 miljoen euro op inrichting, met inbegrip de uitgaven vanuit het watergebiedsplan.
4. Voor de periode van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2026 is voor de realisatie van de natuuropgave een resterend bedrag van maximaal 71,9 miljoen euro aan budget beschikbaar.
5. Dit bedrag is als volgt opgebouwd1:
Financiële samenvatting (x € 1 miljoen) | |||
BUDGET | TOTAAL | BESTEED Nog te besteden | |
Oorspronkelijke business case: | |||
Bijdrage PZH-middelen | 61,6 | ||
Bijdrage POP3 | 2,0 | ||
Xxxxxx oorspronkelijke business case | 63,6 | 16,0 | 47,6 |
Versnellingsmiddelen | 22,5 | 5,9 | 16,6 |
Subsidie Watergebiedsplan, bijdrage HHSK 1 | 9 | 1,3 | 7,7 |
TOTAAL BUDGET | 95,1 | 23,2 | 71,9 |
De prognose is als volgt opgebouwd:
Inzet nog te besteden budget | Bedrag x € 1 miljoen |
Verwerving | 30,8 |
Inrichting (incl. peilmaatregelen en kwaliteitsbaggeren), geïndexeerd | 39,9 |
Proceskosten binnen business case | 4,5 |
Kostenbeheersing | -1,1 |
BTW-compensatie inrichting | -2,2 |
Totaal prognose nog te besteden budget | 71,9 |
6. In afwijking van het bepaalde in artikel 4, derde lid, van de Gebiedsovereenkomst, stelt de provincie, in plaats van gronden binnen de Ecologische Hoofdstructuur ter waarde van 5 miljoen euro, een budget ter hoogte van eenzelfde bedrag beschikbaar voor de opgave natuur. Dit bedrag is opgenomen in de ‘bijdrage PZH-middelen’ in de eerste tabel in lid 5 van dit artikel. Het bepaalde in artikel 4, vierde lid, van de Gebiedsovereenkomst komt te vervallen.
7. Op grond van de verlenging van de looptijd conform artikel 2 van dit addendum, komt de raming van de nog te besteden kosten - als gevolg van indexering ervan en met inbegrip van de risico opslag –1,1 miljoen euro hoger uit. De stuurgroep zet zich in om door middel van kostenbeheersing binnen het totaalbudget te blijven, zonder dat dit ten koste gaat van de ambitie.
8. In afwijking van het bij het Addendum bij de Gebiedsovereenkomst Veenweiden Krimpenerwaard 2014-2021 ingevoegde artikel 4A van de Gebiedsovereenkomst is het totaal budget ontschot, hetgeen inhoudt dat het budget beschikbaar is voor de stuurgroep om de natuur opgave te realiseren, waarbij geschoven kan worden tussen jaarschijven en doelen/begrotingsposten, en als gevolg waarvan het bepaalde in het vierde lid van het genoemde artikel 4A niet langer van toepassing is.
Artikel 5. Budget overschrijding
1. De Stuurgroep stuurt bij de realisatie van de opgave op het niet overschrijden van het totaalbudget genoemd in artikel 4, eerste lid, van dit addendum. Bij dreigende overschrijding van het budget treedt de Stuurgroep in overleg met de provincie over de
1 Dit is conform de tabel met inbegrip van de bijdrage van het Hoogheemraadschap Schieland en Krimpenerwaard (HHSK) voor het Watergebiedsplan, er vanuit gaande dat de subsidies en trekkingsrechten die hier onderdeel van zijn overgeheveld kunnen worden naar financiering van dit project. Als blijkt dat dit niet mogelijk is, zal HHSK dit niet uit eigen middelen bekostigen.
keuze de ambitie te verlagen ofwel het totaalbudget te verhogen met extra middelen van de provincie.
2. Ingeval overschrijding plaatsvindt van het totaalbudget genoemd in artikel 4, eerste lid van dit addendum, rekening houdend met het voordeel van btw-compensatie conform de tabel in artikel 4 sub lid 4, en ingeval geen oplossing hiervoor is gevonden in het overleg tussen partijen genoemd in het vorige lid, komen van de extra kosten tot maximaal 4 miljoen euro 50% voor rekening van de Stuurgroep en 50% voor rekening van de Provincie. Indien de overschrijding meer dan 4 miljoen euro bedraagt, komt het meerdere ten laste van de provincie. Hiermee wordt afgeweken van het tiende lid van artikel 4 van de Gebiedsovereenkomst.
3. Het aandeel van de overschrijding voor rekening van de stuurgroep genoemd in het tweede lid komt voor 75% ten laste van de gemeente en voor 25% ten laste van het hoogheemraadschap.
4. Ingeval het totaalbudget genoemd in artikel 4, eerste lid, van dit addendum wordt overschreden, doordat het voordeel uit de BTW compensatie voor de realisatie op provinciale gronden lager uitvalt dan begroot, komt het verschil ten laste van de provincie.
5. In aanvulling op lid 5 van dit artikel, zijn partijen bereid om de uitvoering op zodanige wijze te (her)organiseren en eventueel nadere afspraken met derden te maken teneinde fiscale voordelen te behalen die worden ingezet als dekking van het totaalbudget, mits het niet tot extra kosten leidt en geen risico’s of nadelen met zich meebrengt.
Artikel 6. Budget onderbesteding
1. Ingeval onderbesteding plaatsvindt van het totaalbudget genoemd in artikel 4, eerste lid van dit addendum, rekening houdend met het voordeel van btw-compensatie conform de tabel in artikel 4 sub lid 4, vervalt het voordeel tot maximaal 4 miljoen euro voor 50% aan de Stuurgroep en 50% aan de Provincie. Indien de onderbesteding meer dan 4 miljoen euro bedraagt, vervalt het meerdere aan de provincie. Hiermee wordt afgeweken van artikel 4, elfde lid, van de Gebiedsovereenkomst.
Artikel 7. Einde overeenkomst
1. In afwijking van artikel 11 van de Gebiedsovereenkomst, eindigt de Gebiedsovereenkomst na oplevering van de definitieve eindafrekening door de stuurgroep aan de provincie uiterlijk per 31 december 2027, of zoveel eerder of later als partijen dit overeenkomen. Eventuele proceskosten na oplevering van de eindafrekening komen ten laste van de provincie.
Artikel 8. Verhouding met de gebiedsovereenkomst
1. De overige bepalingen uit de Gebiedsovereenkomst, het Addendum, de Uitvoeringsovereenkomst Krimpenerwaard 2015-2021 en de Aanvulling op de uitvoeringsovereenkomst Krimpenerwaard 2015-2021 blijven onverkort van toepassing voor zover niet strijdig met onderhavig addendum.
2. In geval van strijdigheid prevaleren de bepalingen uit dit addendum.
Artikel 9. Aanhaling
1. Deze overeenkomst wordt aangehaald als het ‘Tweede Addendum bij de Gebiedsovereenkomst Veenweidengebied Krimpenerwaard 2014-2021 voor de periode 2020-2026.’
Aldus overeengekomen en in drievoud ondertekend te Den Haag op 4 januari 2021
de provincie
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, vertegenwoordigd door de heer B.K. Potjer, daartoe gemachtigd ingevolge hun besluit van 15 december 2020.
B.K. Potjer
de gemeente
Burgemeester en wethouders van de gemeente Krimpenerwaard, vertegenwoordigd door de heer J. Vente, daartoe gemachtigd ingevolge hun besluit van 20 oktober 2020.
J. Vente
het hoogheemraadschap
Dijkgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard, vertegenwoordigd door dijkgraaf X.X.X. xxx xxx Xxxxx, daartoe gemachtigd ingevolge het besluit van 25 november 2020.
X.X.X. xxx xxx Xxxxx