Convenant
Convenant
NVVK – Belastingdienst, CAK, CJIB, DUO, SVB en UWV
DE ONDERGETEKENDEN:
De NVVK, vereniging voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren, statutair gevestigd te Amsterdam, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de xxxx X. Xxxxxxx en de heer
X.X.X. xxx xxx Xxxxxxx, respectievelijk in hun hoedanigheid van voorzitter en secretaris hierna te noemen: “NVVK”;
en:
Belastingdienst, statutair gevestigd te Amsterdam, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer J.M. Xxxxxx in zijn hoedanigheid van Algemeen directeur Belastingdienst - Centrale administratieve processen;
CAK, statutair gevestigd te ‘s-Gravenhage, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door xxxxxxx X. xxx xxx Xxxxx in haar hoedanigheid van Bestuursvoorzitter;
CJIB, statutair gevestigd te Leeuwarden, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door mevrouw A.E. Veenstra in haar hoedanigheid van Directeur Uitvoering;
DUO, statutair gevestigd te Groningen, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer
W.G.J. Xxxxxxxx in zijn hoedanigheid van Hoofddirecteur Uitvoering;
SVB, statutair gevestigd te Amstelveen, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer S.T. Xxxxx, in zijn hoedanigheid van voorzitter van de Raad van bestuur;
UWV, statutair gevestigd te Amsterdam, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door xxxxxxx X. xxx Xxxxxx in haar hoedanigheid van lid van de Raad van bestuur;
hierna gezamenlijk te noemen “Overheidscrediteuren”; NVVK en Overheidscrediteuren tezamen te noemen: Partijen
OVERWEGENDE DAT:
a. Er sprake is van een toename van een grote groep natuurlijke personen die in een problematische schuldsituatie verkeert of dreigt te verkeren, dat leidt tot tal van maat- schappelijke problemen zoals armoede, sociale uitsluiting en gezondheidsproblemen;
b. Sommige schuldenaren van de overheidscrediteuren (terug)vordering(en) niet (kunnen) betalen, waarna het incassobeleid in gang gezet wordt met mogelijk een dwangbevel dan wel gerechtelijk vonnis;
c. De NVVK als belangenbehartiger bij de bij haar aangesloten gemeentelijke krediet- banken, publieke en private instellingen, streeft naar uniformiteit en hoogwaardige onafhankelijke dienstverlening op het terrein van schuldhulpverlening;
d. De overheidscrediteuren bereid zijn in het geval van een problematische schuldsituatie bij haar debiteuren mee te werken aan de totstandkoming van een minnelijke regeling;
e. Partijen hun afspraken omtrent de medewerking van de overheidscrediteuren wensen vast te leggen in dit Convenant;
f. Partijen vanuit hun maatschappelijke verantwoordelijkheid willen samenwerken teneinde de situatie onder a. positief te beïnvloeden.
KOMEN HET VOLGENDE OVEREEN:
Algemene Bepalingen
1 Definities
Partijen hanteren de definities opgenomen in artikel 1.1 van de Gedragscode Schuldhulpverlening (Bijlage 1) en daarnaast de hierna volgende begrippen:
1.1 Aanvraag: Een verzoek van een natuurlijk persoon aan een schuldhulpverlener om hem behulpzaam te zijn bij het vinden van een oplossing voor zijn problematische schuldsituatie.
1.2 Bedreigende situatie: (Dreigende) Gedwongen woningontruiming, beëindiging van de levering van gas, elektriciteit, stadsverwarming of water of opzegging dan wel ontbinding van de zorgverzekering.
1.3 Betalingsregeling: Een overeenkomst tussen schuldenaar en de overheids- crediteuren, tot stand gekomen door bemiddeling via een schuldhulpverlener, waarbij wordt bepaald dat de vastgestelde vordering volledig wordt terugbetaald in een vooraf vastgesteld aantal termijnen.
1.4 Herfinanciering: Een financieringsovereenkomst tussen schuldenaar en kredietverstrekker, waarmee de vastgestelde vorderingen van alle schuldeisers voor 100% ineens worden voldaan.
1.5 Kennisgeving: De schriftelijke mededeling van een schuldhulpverlener aan de overheidscrediteuren dat stabilisatie van de problematische schuldsituatie van een schuldenaar wenselijk is.
1.6 Minnelijk voorstel:
Een voorstel voor zowel de schuldenaar als voor de schuldeiser gebaseerd op een:
a. schuldregeling, welke kan bestaan uit:
i. schuldbemiddeling, waarbij de schuldhulpverlener een betalingsvoorstel voor de totale schuldenlast tegen finale kwijting doet aan de overheids- crediteuren of;
ii. een saneringskrediet waarbij de schuldhulpverlener één betaling voor de totale schuldenlast tegen finale kwijting doet aan de overheidscrediteuren ;
b. herfinanciering van de totale schuldenlast, waarbij de vordering van de overheidscrediteuren 100% voldaan wordt;
c. betalingsregeling, waarbij de vordering van de overheidscrediteuren 100% voldaan wordt.
1.7 Schuldenaar: Een natuurlijk persoon die een vordering te voldoen heeft bij de overheidscrediteuren.
1.8 Schuldhulpverlener: Een schuldhulpverlenende organisatie die is geregistreerd als NVVK-lid.
1.9 Schuldregelingsvoorstel: Een document waarin de schuldhulpverlener de overheidscrediteuren, namens de schuldenaar, verzoekt akkoord te gaan met schuldregeling zoals bedoeld in onderdeel a van artikel 1.6.
1.10 Periodieke termijnen: Voorschotten, lopende premies en/of betaaltermijnen die de schuldenaar aan de overheidscrediteuren verschuldigd is voor het product of dienst. Deze betalingen worden maandelijks door de overheidscrediteuren geïncasseerd.
1.11 Stabilisatieovereenkomst: Een overeenkomst tussen schuldenaar en NVVK-lid waarin de rechten en verplichtingen van en voorwaarden voor beide partijen ten behoeve van de stabilisatie van de financiële situatie van de schuldenaar zijn opgenomen.
2 Doelstelling
2.1 De samenwerking is gericht op het bieden van een toekomst zonder problematische schulden voor schuldenaren van de overheidscrediteuren, op het terugdringen van het aantal schuldenaren van de overheidscrediteuren met betalingsproblemen en op het voorkomen van het verder oplopen van schulden.
2.2 Uitgangspunt bij dit Convenant is dat schulden van schuldenaren volledig aan de overheidscrediteuren worden betaald. Indien volledige betaling van de schuld door middel van een betalingsregeling of herfinanciering niet mogelijk is op grond van de criteria in de modules van de NVVK, zal de schuldhulpverlener in haar schuldregelingsvoorstel vragen akkoord te gaan met een schikkingsbedrag tegen finale kwijting.
2.3 Naast de bepalingen uit dit Convenant gelden in een problematische schuldsituatie de volgende uitgangspunten:
a. De Gedragscode Schuldhulpverlening en onderliggende modules.
b. Het incassobeleid van de overheidscrediteuren.
c. Specifieke samenwerkingsafspraken tussen de NVVK en betrokken overheidscrediteuren1.
3 Duur van het Convenant
3.1 Dit Convenant heeft een looptijd van 1 jaar, te rekenen vanaf de dag van ondertekening. Deze looptijd wordt steeds stilzwijgend voor alle Partijen verlengd met een periode van 1 jaar, tenzij één Partij uiterlijk 3 maanden voor deze verlenging het Convenant schriftelijk heeft opgezegd.
3.2 Partijen zullen tussentijds in overleg treden indien men niet tevreden is over de uitvoering van het Convenant. Indien Partijen niet tot een gezamenlijke oplossing kunnen komen, zijn Partijen afzonderlijk gerechtigd het Convenant, met inachtneming van een opzegtermijn van 3 maanden, te beëindigen.
3.3 Bij beëindiging van het Convenant blijven de in het Convenant opgenomen bepalingen onverkort van toepassing op lopende minnelijke regelingen waarbij de overheidscrediteuren akkoord zijn gegaan met het minnelijk voorstel.
Preventief beleid
4 Preventieve maatregelen
Indien een schuldenaar aan de overheidscrediteuren kenbaar maakt financiële problemen te hebben, wijzen de overheidscrediteuren de schuldenaar op de mogelijkheid van schuldhulpverlening. Een schuldenaar is zelf verantwoordelijk voor het doen van een aanvraag of het opstarten van andere (vervolg)acties.
1 Waaronder de Samenwerkingsovereenkomst Landelijk Incassocentrum/ Belastingdienst en NVVK 2015.
5 Aanvraag
5.1 De schuldhulpverlener voert binnen 4 weken na de aanvraag voor schuldhulp- verlening door schuldenaar het eerste gesprek waarin de hulpvraag wordt vastgesteld.
5.2 Indien er sprake is van een bedreigende situatie voert de schuldhulpverlener binnen 3 werkdagen na de aanvraag voor schuldhulpverlening het eerste gesprek waarin de hulpvraag van de schuldenaar wordt vastgesteld.
5.3 De schuldhulpverlener wijst de schuldenaar er tijdens dit eerste gesprek op dat de betalingen van de verplichtingen vanaf dat moment hervat dienen te worden.
Stabilisatiefase
6 Stabilisatie
6.1 Indien de schuldhulpverlener na het gesprek bedoeld in artikel 5.1 of 5.2 oordeelt dat voor adequate schuldhulpverlening in de problematische schuldsituatie van de schuldenaar redelijkerwijs een stabilisatieperiode wenselijk is, brengt zij de overheidscrediteuren daarvan op de hoogte door middel van een kennisgeving en/of stabilisatieovereenkomst (hierna te noemen: kennisgeving). Ook indien de overheidscrediteuren de vordering in handen heeft gegeven van een deurwaarder of incassobureau vindt de toezending van de kennisgeving rechtstreeks aan de overheidscrediteuren plaats.
6.2 De kennisgeving bevat ten minste de personalia, de geboortedatum en het woonadres van de schuldenaar, dan wel BSN waar toegestaan.
6.3 Na toezending van de kennisgeving ziet de schuldhulpverlener erop toe dat de verplichtingen vanaf dat moment worden betaald en het oplopen van schulden wordt voorkomen.
6.4 De schuldhulpverlener verbindt zich er toe al hetgeen te doen teneinde de duur van de stabilisatieperiode zoveel mogelijk te beperken.
6.5 Indien tijdens de stabilisatieperiode de schuldhulpverlening vroegtijdig wordt beëindigd, informeert de schuldhulpverlener de overheidscrediteuren daar direct over.
7 Opschorten incassomaatregelen
7.1 Na ontvangst van de kennisgeving zullen de overheidscrediteuren de op dat moment bestaande vordering niet verder verzwaren, voor zover de overheidscrediteuren hiertoe bevoegd zijn, en lopende incassomaatregelen ten aanzien van die vordering voor de periode van maximaal 8 maanden opschorten.
7.2 Indien de vordering door de overheidscrediteuren wordt teruggehaald bij het incassobureau of deurwaarderskantoor kunnen de kosten die hieraan zijn verbonden, worden meegenomen in het saldo als genoemd in artikel 8.
Xxxxxxxxxxxxxxxxxxx
0 Xxxxxx saldo
8.1 Wanneer een minnelijke regeling met een schuldenaar wordt gestart, verzoekt de schuldhulpverlener aan de overheidscrediteuren opgave te doen van het saldo van haar vordering(en) op de schuldenaar.
Dit geldt ook indien de overheidscrediteuren een incassobureau of deurwaarders- kantoor heeft ingeschakeld om de vordering op de schuldenaar te verhalen.
8.2 De overheidscrediteuren zetten zich in om binnen 15 werkdagen, na ontvangst van het verzoek tot saldo-opgave, het saldo van haar vordering(en), inclusief de vordering van de voor haar werkzame deurwaarder of incassobureau, aan de schuldhulpverlener te verstrekken.
Indien er kosten zijn verbonden aan het terughalen van de vordering bij een deurwaarder of incassobureau, kunnen deze kosten worden meegenomen in het totale saldo.
8.3 Blijft toezending van het verzoek tot saldo-opgave achterwege, dan kunnen de overheidscrediteuren de opschorting, zoals bedoeld in artikel 7.1, na die termijn zonder berichtgeving beëindigen. In dat geval leidt de latere ontvangst van het verzoek tot saldo-opgave tot hervatting van de opschorting zonder terugwerkende kracht.
8.4 Indien er bijzonderheden zijn die instemming met een minnelijk voorstel op voorhand belemmeren, dan wordt dit door de overheidscrediteuren aangegeven bij de saldo-opgave.
9 Minnelijk voorstel
9.1 De schuldhulpverlener streeft ernaar dat binnen 4 maanden, doch uiterlijk 8 maanden, na saldo-opgave er sprake is van een betalingsregeling, herfinanciering of schuldregeling. Dit komt tot stand op het moment dat alle schuldeisers met het minnelijk voorstel hebben ingestemd. De schuldhulpverlener spant zich maximaal in akkoord te verkrijgen op het minnelijk voorstel binnen de gestelde termijn.
9.2 Een minnelijk voorstel wordt ter kennisneming verstuurd aan de overheids- crediteuren. De overheidscrediteuren aanvaarden het minnelijk voorstel in principe altijd, tenzij een belemmering voorgeschreven is bij wet of aangegeven bij de saldo-opgave zoals bedoeld in 8.4.
9.3 Indien, zoals bedoeld in 8.4, belemmeringen zijn opgegeven bij de saldo-opgave, zetten de overheidscrediteuren zich in om binnen 15 werkdagen inhoudelijk te reageren op het minnelijk voorstel.
a. Bij aanvaarding wordt het minnelijk voorstel schriftelijk geaccordeerd;
b. Bij afwijzing wordt het minnelijk voorstel schriftelijk afgewezen, onder opgaaf van redenen.
9.4 Indien er na 8 maanden geen sprake is van een lopende schuldregeling, betalingsregeling of herfinanciering kunnen de overheidscrediteuren de opschorting zoals bedoeld in artikel 7.1 na die termijn zonder berichtgeving beëindigen.
9.5 Indien een dwangakkoord, in de zin van artikel 287a Fw., is ingediend bij de rechter is artikel 9.4 niet van toepassing. De looptijd van de opschorting wordt verlengd met de periode tussen aanvraag dwangakkoord en de beslissing van de rechter inzake het dwangakkoord. Het NVVK-lid meldt de overheidscrediteuren direct per welke datum een dwangakkoord is aangevraagd en per welke datum de rechter uitspraak heeft gedaan alsmede of de rechter het dwangakkoord heeft afgewezen of toegewezen.
10 Schuldregeling
10.1 Een schuldregelingsvoorstel is gebaseerd op de Gedragscode Schuldhulp- verlening van de NVVK en bevat in ieder geval:
a. de hoogte van de totale schuldenlast;
b. informatie over preferente en concurrente schulden;
c. de vermogenspositie van de schuldenaar.
10.2 Wanneer een schuldregelingsvoorstel door één of meerdere schuldeisers wordt afgewezen of een schuldregeling tussentijds eindigt, bijvoorbeeld omdat periodieke termijnen dan wel betalingsverplichtingen niet (tijdig) worden nagekomen, worden de overheidscrediteuren daar zo spoedig mogelijk door de schuldhulpverlener over geïnformeerd, en:
a. zullen alle afspraken gemaakt in het kader van een schuldregeling komen te vervallen;
b. zullen reeds gereserveerde gelden naar evenredigheid met andere schuldeisers worden uitgekeerd of aan de bewindvoerder Wet schuldsanering natuurlijke personen;
c. zijn de overheidscrediteuren bevoegd hun incassobeleid voort te zetten.
10.3 Artikel 10.2 geldt niet als er sprake is van uitvoering van artikel 287a Faillissementswet (dwangakkoord), een Wsnp aanvraag is ingediend, of een andere (voorlopige) voorziening met als doel een algehele schuldregeling (minnelijk danwel wettelijk).
Overige bepalingen
11 Informatie-uitwisseling
11.1 De schuldhulpverlener zal de overheidscrediteuren te allen tijde voorzien van informatie die in het belang is voor het Convenant, de uitvoering van een minnelijk voorstel of de bedrijfsvoering van de overheidscrediteuren.
11.2 De uitwisseling van informatie vindt plaats met in achtneming van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG).
11.3 De NVVK-leden zijn op basis van één of meerdere grondslagen uit de AVG gerechtigd om gegevens van hun schuldenaar uit te wisselen met de overheids- crediteuren. De grondslag in het kader van de AVG betreft het uitvoeren van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, het vervullen van een publieke taak, dan wel een overeenkomst.
11.4 De uitwisseling van informatie vindt plaats via door beide partijen geaccepteerde communicatiemiddelen.
12 Afwijken Convenant
12.1 Een schuldhulpverlener en de overheidscrediteuren hebben het recht om, in onderling overleg en ten aanzien van een specifiek minnelijk voorstel, van bepalingen in dit Convenant af te wijken op voorwaarde dat en in zoverre de afwijking passend is bij de doelstellingen van dit Convenant.
12.2 De NVVK en de overheidscrediteuren kunnen, indien nodig, per één of meerdere deelnemende organisatie afwijkende en aanvullende afspraken opnemen in een addendum.
13 Contactpersonen
De NVVK en de overheidscrediteuren benoemen allen een contactpersoon voor de uitvoering van het Convenant en aanspreekpunt voor de schuldhulpverlener.
14 Evaluatie
14.1 De NVVK en de overheidscrediteuren verplichten zich de in dit Convenant gemaakte afspraken tenminste éénmaal per drie jaar te evalueren dan wel vaker indien één van Partijen dit verlangt. Een (tussentijdse) evaluatie vindt tevens plaats indien enige wetswijziging daar aanleiding toe geeft. De NVVK verplicht zich daarbij om het initiatief te nemen voor de driejaarlijkse evaluatie.
14.2 Wijzigingen in het Convenant kunnen alleen worden aangebracht met wederzijds goedvinden van alle convenantpartners en worden, indien noodzakelijk, vastgelegd in een nieuw Convenant.
14.3 Wijzigingen in de addenda kunnen worden aangebracht met wederzijds goedvinden van de betreffende convenantpartner(s) en worden, indien noodzakelijk, vastgelegd in een nieuw addendum.
14.4 Wijzigingen in wet- en regelgeving kunnen aanleiding zijn tot aanpassing van het convenant.
14.5 Partijen spannen zich in om het effect van het Convenant te meten.
15 Inwerkingtreding
15.1 Het Convenant treedt 1 juli 2020 in werking.
15.2 Alle voorgaande (individuele) Convenanten tussen de NVVK en overheids- crediteuren vervallen met de ingang van de in lid 1 genoemde datum van dit Convenant.
Aldus overeengekomen en in zevenvoud getekend te:
Utrecht,
Datum: Datum:
Belastingdienst NVVK
J.M. Xxxxxx X. Xxxxxxx
Algemeen directeur Belastingdienst Voorzitter NVVK Centrale administratieve processen
CAK
X. xxx xxx Xxxxx X.X.X. xxx xxx Xxxxxxx
Bestuursvoorzitter Secretaris NVVK
CJIB
A.E. Veenstra Directeur Uitvoering
DUO
W.G.J. Snijders Hoofddirecteur Uitvoering
SVB
S.T. Sibma
Voorzitter Raad van bestuur
UWV
X. xxx Xxxxxx
Lid Raad van bestuur
Bijlage 1: Gedragscode Schuldhulpverlening NVVK
xxxxx://xxx.xxxx.xx/xxxxxxxxxxxx-xx-xxxxxxx
Bijlage 2: Minimum eisen Kennisgeving
De Kennisgeving (van een aanvraag tot schuldregeling) voorziet minimaal in de volgende informatie:
▪ Datum van de Aanvraag.
▪ Naam, Adres en Woonplaats van de schuldenaar.
▪ Debiteurennummer van Partij 2 (of BSN).