INHOUD
INHOUD
1. INLEIDING EN SAMENVATTING 2/3
2. MISSIE 4
3. VISIE 4
4. DE COLLECTIE 5
4.1 Collectiebeschrijving 5
4.2 Herkomst en eigendom 5
4.3 Collectievorming 5
4.4 Behoud en beheer 6
4.5 Collectieregistratie 7
4.6 Onderzoek 8
4.7 Cultuurhistorische waarde 8
5. PUBLIEKSTAKEN 8
5.1 Algemeen 8
5.2 Presentatie van de collectie 9
5.3 Tentoonstellingen 9
5.4 Publicaties 9
5.5 Educatie 9
5.6 Publieksvoorzieningen 10
6.1 | Doelgroepen | 10 |
6.8 | Huisstijl | 10 |
6. PUBLIC RELATIONS 10
7. BEDRIJFSVOERING 11
71 Huisvesting 11
7.2 Veiligheid 11
7.3 Bestuur en Personele organisatie 11
7.4 Verzekeringen 12
7.5 Financiën 12
1. INLEIDING EN SAMENVATTING
Het beleidsplan is bedoeld voor een periode van vijf jaar. Dit document betreft een opvolging van het in 2005 uitgebrachte beleidsplan en de actualisering daarvan uit 2009 en 2012. Het beleidsplan beschrijft enerzijds de huidige stand van zaken van het museum, zijnde het resultaat van het tot dusver gevoerde beleid en bevat anderzijds de plannen voor de toekomst.
Het museum, voortgekomen uit de in 1977 opgerichte Oudheidkamer, heeft door zijn ontstaansgeschiedenis een nauwe verbondenheid met de historie van de kerndorpen Kerkdriel, Velddriel, Hoenzadriel en Alem, samengevat als ‘Oud Maasdriel’.
In maart 2007 kreeg het museum het predicaat ‘Geregistreerd Museum’ toegekend. Dit betekent dat het Driels Museum is opgenomen in het Nederlands Museumregister, een landelijk instrument voor museale kwaliteitszorg. De doelstelling van het register is het zichtbaar maken, bewaken en verbeteren van de kwaliteit van de Nederlandse musea en daarmee het verantwoord beheer van het culturele erfgoed. Een ‘Geregistreerd Museum’ voldoet niet alleen aan de kwaliteitseisen m.b.t. collectie, publiek en bedrijfsvoering maar wordt ook geacht te handelen volgens de gedragsregels voor museale beroepsethiek. Daarmee is het museum voor publiek, overheden, subsidiegevers, sponsors en collega-musea een betrouwbare partner. In maart 2015 heeft het bestuur van het Museumregister Nederland, het Driels Museum na herijking, opnieuw een certificaat verleend waarop de voortzetting van de registratie wordt bevestigd.
Sinds september 2008 is het museum een instelling met ANBI-erkenning van de belastingdienst zodat financiële bijdragen aan het museum fiscaal aftrekbaar zijn.
In het belang van de veiligheidszorg neemt het museum deel in het Cultureel Preventienetwerk Westelijk Rivierengebied en beschikt het over een calamiteitenplan. Ten behoeve van het onderhoud van het museumgebouw en terrein is een onderhoudsplan opgesteld.
Het organiseren van wisselexposities met een onderwerp dat nauw aansluit bij de beleving van (een deel van) de lokale bevolking blijft een succesvolle formule. Groepsbezoeken groeien in populariteit.
Sinds 2010 beschikt het museum over een riant depot dat voldoet aan de museale eisen. Sinds 2009 verschijnt het blad Drielse Vertellingen succesvol als een jaarlijkse uitgave samengesteld door een vaste redactie.
De continuïteit van het museum wordt in belangrijke mate bepaald door de financiële mogelijkheden en de huisvesting. Het museum is voor het overgrote deel aangewezen op eigen inkomsten; daarbij gaat het om vrijwillige bijdragen van (groepen)bezoekers en de verkoop van museumartikelen en het blad Drielse Vertellingen. Ten behoeve van de verbreding van het financiële draagvlak is in 2010 een sponsornetwerk binnen het lokale bedrijfsleven opgezet.
Daarnaast is er een onmisbare, maar relatief bescheiden subsidie van de gemeente welke ook in 2014 weer is toegekend. De jaarlijkse bijdrage vanuit het Sociaal Cultureel Fonds is gestopt. In plaats daarvan kan eenmalig een projectsubsidie worden aangevraagd. De alsmaar
stijgende kosten die aan de exploitatie van het museum verbonden zijn blijven een bron van zorg.
Structurele middelen om op middellange termijn de continuïteit van het museum veilig te stellen, uitvoering te geven aan de herinrichting van de museumcollectie of het museumbeleid nieuwe impulsen te geven ontbreken. Het lukt gelukkig nog steeds deze leemte te compenseren door de inzet van het bestuur en van vrijwilligers en door veel improvisatie.
ANBI
Naam: Stichting Driels Museum
Fiscaal nummer: 0087 05 094
KvK-nummer: 41059108
Contactgegevens Driels Museum Xxxxxxxxxxxxxxxxx 00
0000 XX Xxxxxxxxx
Telefoonnummer: 0418 551160 (tijdens openingsuren)
Email: xxxx@xxxxxxxxxxxx.xx xxx.xxxxxxxxxxxx.xx
Bestuurssamenstelling
Voorzitter : Xxxxxxxx Xxxxxxx
Secretaris : Xxxxx te Voert Penningmeester : Xxxx xxx Xxxxxxxx
Bestuursleden: Xxx Xxxxxxx, Xxxx Xxxxxxxx, Xxxxxx Xxxxxxxxx, Xxxxxx xxx Xxxxxx, Xx Xxxxxx, Xxxxxx xx Xxxxxx
PR-medewerker: Xxx Xxxxx
Vrijwilligers: Xxxx xxx Xxxxxx, Xxxx xxx Xxxxx, Bets IJsveld- van Boxtel, Xxxxx Xxxxxxxxxx, Xxxx Xxxxxxx, Xxxxxx Xxxxxxx,
2. MISSIE
Het Driels Museum is een zelfstandige en onafhankelijke stichting, opgericht in 1977 door het toenmalige gemeentebestuur van Maasdriel en sinds 1985 gevestigd in het karakteristieke gebouw van de voormalige Protestants Christelijke School, in Kerkdriel.
Het Driels Museum geeft bekendheid aan de geschiedenis van Oud Maasdriel, bestaande uit de kerndorpen Kerkdriel, Velddriel, Hoenzadriel en Alem door het bijeenbrengen, verzamelen en tentoonstellen van objecten, beeldmateriaal en documenten; door het geven van voorlichting daarover en al hetgeen dat daarmee in de ruimste zin verband houdt.
Bezoekers kunnen zich informeren over en interesseren voor de bijzondere geschiedenis van de kerndorpen in het oostelijke deel van de Bommelerwaard. De bewoners kunnen er de relatie met hun leefomgeving verdiepen.
Toelichting:
• het museum is er niet alleen voor de toeristische museumbezoeker of de specifiek geïnteresseerden, maar voor iedereen die met de streek te maken heeft.
• de presentatie van de objecten en het beeldmateriaal is gericht op herkenning, historische beleving en op kennisoverdracht; in de tijdelijke tentoonstellingen gaat het om de verbinding tussen actuele thema’s en de historie van Oud Maasdriel.
• het museum streeft er naar de bewoners beter bewust te maken van hun leefomgeving en duidelijk te maken hoe die omgeving in een historisch proces is ontstaan.
• het museum ontsluit conform de door the International Council of Musea in 1986 in Parijs geformuleerde ethische code van een museum*) haar historische collectie op deze ethisch verantwoorde wijze.
• het museum richt zich op de lokale geschiedenis van Oud Maasdriel met als speerpunten de sociale- en economische geschiedenis vanaf ca. 1850.
3. VISIE
Het Driels Museum wil een situatie bereiken, waarin de bescherming en het behoud van het erfgoed van Oud Maasdriel gewaarborgd is en waarin de bewoners en bezoekers op een plezierige, eigentijdse manier kennis kunnen nemen van het verleden van Oud Maasdriel.
Naast de vaste collectie en wisselexposities in het museumgebouw en de jaarlijkse uitgave van het blad ‘Drielse Vertellingen’ wil het Driels Museum ook plaats inruimen voor presentaties op externe locaties (ook dorpswandelingen) en via internet.
Het Driels Museum wil de huidige nadruk op het aspect ‘herkenning’ waarmee de doelgroep senioren succesvol wordt bediend geleidelijk verleggen naar ‘belangstelling en liefde kweken voor de historie van de eigen woonomgeving’, in belangrijke mate gericht op de jongere generaties.
Met behoud van zelfstandigheid en de eigen identiteit wil het Driels Museum door middel van samenwerkingsverbanden met historische verenigingen, culturele organisaties en musea in de Bommelerwaard, tentoonstellingen uitwisselen, informatie en kennis delen.
4. DE COLLECTIE
4.1 Collectiebeschrijving
De verzameling richt zich in de eerste plaats op de economische bedrijvigheid binnen de dorpen in de laatste honderd jaar. Daarnaast zijn er verzamelingen die gewijd zijn aan het dagelijkse leven in die tijd en aan de periode tijdens en vlak na de 2e wereldoorlog. Een aparte collectie bestaat uit fossielen die verkregen zijn uit de in de jaren zestig uitgevoerde zandwinningswerkzaamheden in de uiterwaarden van Maasdriel.
Tot de kerncollectie worden gerekend:
- gereedschappen, werktuigen en producten uit de plaatselijke industrie sinds het begin van de 20e eeuw (mandenmakerij, steenoven)
- boerenwagens en karren uit Gelderland Tot de deelcollecties worden gerekend:
- bouwfragmenten van de in WOII verwoeste, middeleeuwse kerk
- interieur van een huiskamer anno 1920
- interieur van een winkel anno 1910
- interieur xxx xx xxxxxxxxxxxxxxxxxx xxxx 0000
- xxxxxxxxxxxx uit verschillende stijlperioden
- gereedschappen en werktuigen uit het boerenbedrijf, de visserij, smederij, wagenmakerij en zadelmakerij (ca. 1860 – 1960)
- wasserij
- bakkerij
- paleontologische vondsten
- fotocollectie dorpsgezichten/ inwoners/ WOII. Het totaal aantal objecten bedraagt ca. 2500.
4.2 Herkomst en eigendom
Het verzamelgebied omvat de kerndorpen Kerkdriel, Velddriel, Hoenzadriel en Alem. Vrijwel alle objecten, foto’s en documenten zijn afkomstig uit de oostelijke Bommelerwaard. De kerncollectie is eigendom van de Stichting Driels Museum. De overige verzamelingen zijn voor het grootste deel eigendom en voor een klein deel in bruikleen genomen. Voor deze laatste categorie (geschatte waarde € 2800,-) zijn bruikleenovereenkomsten opgesteld.
4.3 Collectievorming
Er is sprake van een selectief en passief verwervingsbeleid.
Uit de lopende exploitatie kunnen geen aankopen worden gedaan, zodat in voorkomende gevallen gebruik zal moeten worden gemaakt van incidentele sponsoring en subsidie. De uitbreiding van de collectie wordt derhalve voornamelijk gerealiseerd op basis van schenkingen en, in beperkte mate, bruikleen.
Selectiecriteria
Een object in de collectie van het Driels Museum moet voldoen aan de volgende selectiecriteria:
o Het object representeert een momentopname uit de historie van Oud Maasdriel en omgeving en moet een historische, informatieve of belevingswaarde hebben.
o Het object moet kunnen worden ingedeeld bij een deelcollectie en daarin een toegevoegde waarde hebben.
o Het object is fysiek in een acceptabele staat, dat wil zeggen: representatief en geen of beperkte schade.
o Het object is nog niet vertegenwoordigd in de collectie. In geval van een doublure kan het in bezit zijnde object worden vervangen door het aangeboden object als dat fysiek van betere kwaliteit is.
o Er moet voldoende (depot)ruimte zijn om het object op een goede manier te exposeren of op te slaan.
Aannamebeleid
Beleid voor het aannemen van objecten die bij het museum aangeboden worden, uit te voeren door de aannamecommissie:
1. Ga na of het object past binnen de selectiecriteria van het museum
2. De schenker wordt gevraagd een formulier in te vullen met zijn/haar gegevens
3. De schenker wordt geïnformeerd over het selectieproces van het museum
4. De volgende gegevens moeten worden genoteerd:
• Gegevens schenker
• Datum van binnenkomst
• Korte beschrijving van het object
• Conditie van het object
• Reden van schenking
• Aantal objecten (bij verzameling)
• Voorschriften vanuit de eigenaar waaronder eventuele afspraken over teruggave
• Afgesproken datum van teruggave (indien van toepassing)
• Naam van de vrijwilliger die het object in ontvangst heeft genomen
5. De schenker wordt gevraagd wat zijn wens is voor het object als deze niet door de selectieprocedure komt: teruggave of anders. Als hier geen antwoord op volgt zal het museum dit zelf bepalen.
6. De schenker ontvangt een ontvangstbewijs
7. Bevestig een tijdelijk label aan het object
8. Sla het object tijdelijk op. Bij aanname:
9. Bedank de schenker
10.Nummer het object en verwerk het in de collectieregistratie
In geval van bruikleen wordt een bruikleenovereenkomst opgesteld ondertekend door de bruikleengever en de vertegenwoordiger van de aannamecommissie. De bruikleengever ontvangt hiervan een kopie. Het museumbeleid is er overigens op gericht zo min mogelijk objecten in bruikleen te nemen.
Afstoten
Als een object niet aan de selectiecriteria van het Driels Museum voldoet, komt het in aanmerking voor afstoting. Het voornaamste doel van afstoten is het verbeteren van de kwaliteit van de collectie. Andere redenen voor afstoting kunnen zijn ruimtegebrek of de aanwezigheid van vergelijkbare objecten. Indien nodig zal de Leidraad voor afstoting van museale objecten worden geraadpleegd. Objecten die afgestoten worden kunnen door middel van schenking, ruil of verkoop opnieuw ergens geplaatst worden. Als laatst mogelijke optie kunnen objecten vernietigd worden.
4.4 Behoud en beheer van de collectie
De materiële kwaliteit en instandhouding van de collectie hebben de actieve aandacht van het museumbestuur. De basis vormt het in het verleden door de consulent van het Gelders Erfgoed opgestelde en volledig uitgevoerde behoudsplan. De continuering hiervan is mogelijk
door de binnen het museumbestuur aanwezige kennis en ervaring. Dit geldt zowel voor de passieve als actieve conservering. De vaste collectie van het museum verkeert in een redelijk tot goede staat.
Passieve conservering
Ten behoeve van de klimaatcontrole en beheersing worden temperatuur en luchtvochtigheid in de expositieruimtes en in het depot regelmatig gemeten met behulp van een datalogger. Op basis van de meetresultaten wordt waar nodig mobiele luchtontvochtigingsapparatuur geplaatst. Buiten de openingstijden wordt de temperatuur in het museum op minimaal 16°Celsius gehouden met behulp van een centraal verwarmingssysteem.
Ten behoeve van de lichtbeheersing zijn voorzieningen getroffen voor daglicht- en UVwering en is de verlichting in expositieruimtes en vitrines aangepast. Jaarlijks worden lichtmetingen uitgevoerd in de expositieruimtes.
Ter voorkoming/bestrijding van schimmels en plaagdieren is de benodigde materiekennis opgedaan. Tijdens registratie- en schoonmaakwerkzaamheden wordt hierop systematisch gecontroleerd.
Ten behoeve van de schoonmaak van de verzameling zijn afspraken gemaakt met en instructies gegeven aan de schoonmaakster over het ontstoffen van de objecten. Naast de wekelijkse schoonmaakwerkzaamheden in het museum wordt er na druk bezochte exposities/ evenementen extra onderhoud verricht .
Actieve conservering
De consolidatie en restauratie van houten en metalen objecten wordt in eigen beheer uitgevoerd.
Unieke documenten (papier) welke in het museum niet onder de vereiste condities kunnen worden bewaard zijn in het Regionaalarchief te Tiel geborgen.
Risicoanalyse collectie
In de huidige situatie van de collectie kunnen diverse risico’s worden geconstateerd. Deze kunnen ondermeer bestaan uit:
• Directe fysieke kracht
• Diefstal en vandalisme
• Vuur
• Waterschade
• Insecten en schimmel
• Vervuiling
• Licht
• Temperatuurwisselingen
• Relatieve luchtvochtigheid
• Verlies van informatie
(Het museumbestuur werkt momenteel aan een nadere uitwerking van de risicoanalyse waarin ook het risico op ongevallen en persoonlijk letsel zal worden meegenomen).
4.5 Collectieregistratie
Registratie - museum
Het Driels Museum maakt gebruik van basisregistratiekaarten en het digitale collectieregistratiesysteem Adlib. De elementaire gegevens van de ca. 2500 voorwerpen die zijn vastgelegd omvatten: inventarisnummer, objectnaam, verwervingsgegevens en locatie. Bij digitalisering van de gegevens worden de objecten gefotografeerd en gescand. De objecten zelf worden voorzien van het inventarisnummer, direct of via een label. Er wordt bijgehouden welke objecten het museum in- en uitgaan.
De registratie van de collectie in het kaartsysteem en in Adlib is zo goed als rond. Zo nu en dan stuit de werkgroep die zich met de registratie bezighoud echter op onjuistheden, het ontbreken van gegevens en omissies (bv. wel een kaart maar geen object). Daarom wordt er van uit gegaan dat 99% van collectieregistratie voldoet aan de museale voorwaarden.
De ontsluiting van de deelcollecties van het museum via internet is gerealiseerd middels deelname aan het project MUSIP.
Registratie - depot
Afgezien van recentelijk verworven en uitgewisselde objecten is de in het nieuwe depot opgeslagen verzameling niet geregistreerd. Gebleken is dat in het verleden weinig gegevens over de uit het oude depot afkomstige voorwerpen bewaard zijn. Aan de hand van de selectiecriteria zal worden bepaald welke objecten in de collectie kunnen worden opgenomen en geregistreerd en welke worden afgestoten.
Registratieplan
Controle op volledigheid en juistheid van de collectieregistratie is een continu proces. Het systematisch en structureel vastleggen en zo nodig corrigeren van gegevens bij aanname, verplaatsing, uitwisseling en afstoting wordt verricht door drie vrijwilligers waarvan een zich specifiek bezighoud met het fotograferen en scannen van objecten en het digitaal invoeren van gegevens.
Voor de screening van de in het depot opgeslagen verzameling (ca.2800 objecten) en vervolgens de registratie van de geselecteerde voorwerpen is momenteel slechts een vrijwilliger beperkt beschikbaar.
Acties van het museumbestuur om geschikte vrijwilligers te werven die deze klus kunnen klaren hebben tot nog toe niets opgeleverd.
4.6 Onderzoek
Wetenschappelijk onderzoek m.b.t. de collectie wordt niet gedaan. Hiervoor ontbreekt de expertise om het zelf te doen en het budget om dit uit te besteden. Wel wordt er zoveel mogelijk getracht de herkomst en achtergrond van objecten te achterhalen en vast te leggen.
4.7 Cultuurhistorische waarde
Verzamelingen die in het museum worden getoond geven door hun samenstelling een beeld van het leven in de dorpen in de laatste honderd jaar. In een streek die nog niet zo lang geleden tot de armste van Nederland behoorde, hadden de bewoners, begrijpelijk, andere prioriteiten dan het bewaren van het historisch erfgoed. Het is daarom belangrijk en zeker de moeite waard het nog beschikbare materiaal uit het verleden te bewaren en te exposeren.
Tevens acht het museum haar taak ook objecten van recente ontwikkelingen die van invloed zijn geweest op het sociaal- economische en culturele leven en inmiddels deels weer historie zijn geworden, in de collectie op te nemen (o.a. technische ondernemingen, bouw- en wegenbouw, sport en recreatie en de champignoncultuur).
5. PUBLIEKSTAAK
5.1 Algemeen
Het publiek bestaat uit individuele bezoekers uit de lokale bevolking en toeristen, bezoekers in groepsverband uit verenigingen, het onderwijs en zorginstellingen. Wisselexposities worden bezocht door bezoekers uit binnen- en buitenland die specifiek geïnteresseerd zijn in
het onderwerp van de expositie. Daarnaast is er het publiek op grond van relaties zoals bestuurders en medewerkers van overheden, instellingen en bedrijfsleven.
Het museumbezoek bedraagt ca. 2200 bezoekers per jaar en laat ondanks de beperkte openingstijden, een stijgende lijn zien.
Om het museum ook op langere termijn aantrekkelijk te laten zijn voor een breed publiek en daarmee bestaansrecht te geven, is het op peil houden en zo mogelijk doen groeien van het aantal bezoekers een grote uitdaging voor het museum. De kwaliteit en presentatie van de collectie, de programmering van bijzondere tentoonstellingen en andere activiteiten, de publieksvoorzieningen in het museum, dat alles gecombineerd met een doeltreffende PR, moeten deze uitdaging waar maken.
5.2 Presentatie van de collectie
De basis van de museale opstelling en activiteiten wordt gevormd door de eigen collectie. De presentatie wordt ondersteund door de historische behuizing maar laat op onderdelen te wensen over waardoor een deel van de verzameling niet tot zijn recht komt. Helaas ontbreken de financiële middelen om een herinrichting van de collectiepresentatie uit te voeren.
Bij wisselexposities is het mogelijk om visuele informatie te geven via een beeldscherm (video presentatie, films, foto’s).
Voorts is het mogelijk een rondleiding te verkrijgen door een medewerker van het museum eventueel buiten de openingstijden na afspraak..
5.3 Tentoonstellingen
Het museum wil een actief tentoonstellingsbeleid blijven voeren, waarbij vergroting van de publieke belangstelling een belangrijk doel is. Daarnaast is het organiseren van een tentoonstelling een inspirerende bezigheid en bevordert het de betrokkenheid van al diegenen, die zich willen inzetten voor het museum. De tentoonstellingsactiviteiten verhogen de levendigheid van het museum en vergroten het draagvlak binnen de lokale bevolking.
Het beleid is gericht op het jaarlijks realiseren van 2 á 3 tijdelijke tentoonstellingen. Deze betreffen uiteenlopende onderwerpen waarbij er naar wordt gestreefd deze te laten aansluiten bij de geschiedenis van Oud Maasdriel. Meestal worden de tentoonstellingen samengesteld uit voorwerpen en beeldmateriaal, die niet behoren tot de eigen collectie.
Het museum wil tevens een podium zijn voor hedendaagse (amateur) kunstenaars en hen in de gelegenheid stellen tot het houden van exposities en boekpresentaties.
5.4 Publicaties
Jaarlijks wordt in november het blad ‘Drielse Vertellingen’ uitgebracht.
Deze glossy,samengesteld door een vaste redactie bevat artikelen waarin het verleden van de Oud Maasdriel wordt belicht en is rijkelijk voorzien van foto’s.
De folder, bedoeld als een eerste kennismaking met het museum wordt verspreid over diverse locaties in de regio.
5.5 Educatie
Het museum voorziet in informatie over de collectie door middel van rondleidingen, audiovisuele presentaties, bibliotheek en de gelegenheid tot het stellen van vragen. Ook is het museum behulpzaam bij het doen van onderzoek voor werkstukken en scripties.
De leerlingen van alle basisscholen van Maasdriel worden gedurende hun schooltijd uitgenodigd een bezoek te brengen aan het museum. Zo wordt op jonge leeftijd de interesse voor musea in het algemeen de historie van Xxxxxxxxx in het bijzonder gewekt.
5.6 Publieksvoorzieningen
Het museum is geopend op zondag van 14.00-17.00u en maandagavond van 19.30-22.30u. De toegang is gratis. Wel is het mogelijk een vrijwillige bijdrage te geven voor de instandhouding van het museum.
Buiten de vaste openingstijden worden er op afspraak en tegen geringe vergoeding, rondleidingen verzorgd door vrijwilligers. Het museum beschikt over parkeergelegenheid, garderobe, toiletten en is rolstoeltoegankelijk (m.u.v. de zolder).
6. PUBLIC RELATIONS
6.1 Doelgroepen
Het museum kent globaal twee soorten bezoekers: de bezoeker met gerichte interesse in de collectie en de tentoonstellingen van het museum en de bezoeker, die een toeristisch bezoek brengt aan de Bommelerwaard inclusief de locale musea. Beide categorieën wil het museum bereiken.
De “doelgerichte” bezoeker
De gerichte belangstelling wordt bevorderd door de publiciteit rondom de tijdelijke exposities en bijzondere activiteiten. Met de lokale en regionale media zijn er goede contacten. Ook de website van het museum wordt goed bijgehouden.
Een middel om de gerichte belangstelling te bevorderen is ook het op gang brengen van mond-tot-mond reclame door actief belangengroepen uit te nodigen, zoals journalisten, besturen van verenigingen en stichtingen, mensen uit het bedrijfsleven, de gemeenteraad en recreatieve instellingen. De contacten, die bij het organiseren van tentoonstellingen worden gelegd kunnen leiden tot free publicity en het vergroten van de bekendheid van het museum onder de inwoners van Maasdriel.
De “toeristische” bezoeker
De bevordering van de belangstelling bij de toeristische bezoeker vindt plaats via het intermuseale overleg met de andere musea, door verspreiding van affiches en folders, het opnemen van het museum in toeristische routes en persberichten voor de regionale pers. Tevens is er bewegwijzering in Kerkdriel e.o. die naar het museum leidt.
Door zijn ligging dicht bij het centrum van Kerkdriel is het museum goed bereikbaar voor de toeristische bezoeker. In de nabijheid van het museum is voldoende parkeerruimte.
De ‘virtuele” bezoeker.
Mensen die de website van het Driels Museum bezoeken beschouwen we ook als bezoekers. Het is van belang voor deze specifieke groep de informatie goed, gestructureerd en interactief beschikbaar te maken. Het beleid is daarop gericht.
In 2014 werd de website 3742 keer bezocht.
6.2 Huisstijl
Voor de correspondentie van het museum is een logo ontwikkeld waardoor het museum een eigen gezicht krijgt. De al eerder genoemde eigen website van het museum bevordert eveneens de bekendheid van het museum.
7. BEDRIJFSVOERING
7.1 Huisvesting
Het museumgebouw is een voormalige school van de Nederlands Hervormde Gemeente. Het kleine, karakteristieke, 19e eeuwse pand alsmede de achterliggende loods en voormalige garage zijn eigendom van de stichting Driels Museum.
Het hoofdgebouw bestaat uit een beneden- en een zolderverdieping. Met uitzondering van de kleine keuken die tevens als kantoor dient worden alle ruimten benut voor exposities. Een van de lokalen is gereserveerd voor wisselexposities en wordt tevens gebruikt voor vergaderingen. De oorspronkelijke indeling van het gebouw, inclusief authentieke elementen, is in takt gelaten. Het gebouw verkeert in redelijke bouwkundige staat.
De achter het hoofdgebouw liggende voormalige garage is ingericht als expositieruimte. Ernaast ligt een open loods waarin grote, minder kwetsbare objecten (boerenwagens, -karren) worden geëxposeerd. Het totale oppervlak expositieruimte bedraagt ± 450m² .
De 8 expositieruimtes worden wekelijks schoongemaakt.
Voor opslag van objecten waarvoor geen ruimte is in het museum beschikt het museum over een extern depot dat voldoet aan de museale eisen.
Het onderhoud van het gebouw wordt in eigen beheer uitgevoerd. Het bestuur/ vrijwilligerscorps beschikt daartoe over voldoende expertise.
7.2 Veiligheid
Het museum beschikt over een professioneel beveiligings- en branddetectiesysteem met doormelding en die regelmatig door een deskundig beveiligingsbureau worden gecontroleerd. Er zijn brandblusapparaten aanwezig. Blijvende aandacht dient gegeven te worden aan het bestaande calamiteitenplan voor beveiliging van de bezoekers, vrijwilliger en de collectie.
Het museum is aangesloten bij het Cultureel Preventienetwerk Westelijk Rivierengebied.
7.3 Bestuur en personele organisatie
Het museum is een Stichting met een bestuur, bestaande uit 10 personen (vrijwilligers). Het bestuur van de Stichting Driels Museum is verantwoordelijk voor:
• algemene beleidsbepaling museum
• bewaking beleidsplan
• financieel beleid
• PR-beleid en sponsoring
• tentoonstellingsbeleid
• vormgeving museum
• huisvesting
• contacten met derden
• vorming, instandhouding en conservering van de (vaste) collectie
• uitbreiding van de museumcollectie
• de inrichting van de museumzalen alsmede het voorbereiden en inrichten van wissel- tentoonstellingen
• de ontsluiting van de collectie, de registratie van de objecten in Adlib en het onderzoek naar de collectie
• het bruikleenbestand beheren
• rondleidingen.
Samenstelling van het bestuur, aanstelling en beëindiging van het bestuurslidmaatschap, benoeming van de voorzitter, penningmeester en secretaris, bevoegdheden en de procedures
inzake besluitvorming en bestuursvergaderingen, zijn in de statuten van de stichting Driels Museum vastgelegd.
Het museum beschikt thans over 6 ondersteunende vrijwilligers. Het is nodig dat blijvend aandacht gegeven wordt aan het aantrekken van nieuwe (met name jonge) geïnteresseerde personen.
7.4 Verzekeringen
Het museum heeft de volgende verzekeringen afgesloten:
• Aansprakelijkheidsverzekering (bedrijfs-, werkgevers- en milieuaansprakelijkheid). De aansprakelijkheid voor diefstal, vermissing of verwisseling valt niet onder de dekking.
• Opstalverzekering.
• Inboedelverzekering.
7.5 Financiën
Voor de exploitatie van het museum zijn bepalend de opbrengsten aan bezoekersbijdragen, de inkomsten uit de verkoop van museumartikelen en publicaties, structurele sponsorbijdragen en de projectsubsidie door he Sociaal Cultureel Fonds. Ook een gemeentelijke subsidie is van onmisbaar belang.
Aandacht zal worden geschonken aan structurele en incidentele sponsoring/subsidie en continuering van de ondersteuning van de gemeente Maasdriel. Gezien de huidige bezuinigingsoperaties in alle sectoren zal dit niet eenvoudig zijn.