Contract
dhr. X.X. xxx xxx Xxxx XXXXXXXXXXX | |||
Project | : | N673 Zanddijk - Molendijk | |
Projectnummer | : | ||
Bestuurlijk opdrachtgever | : | dhr. X.X. xxx xxx Xxxx | |
Ambtelijk opdrachtgever Projectmanager | : | dhr. LM.L.M. Prevaes | |
Projectleider | : | ||
Budgethouder | : | ||
Activiteitennummer CODA | : | ||
Programma | : | ||
Projectperiode | : | juli 2022 | |
: | december 2027 | ||
Vastgesteld op | : | 14 juni 2022 | |
Parafen | Ambtelijk opdrachtgever: | Projectleider: |
1. PROJECTBESCHRIJVING
1.1. | : | Inleiding en probleemstelling De provinciale weg Zanddijk- Molendijk (N673) tussen de A58 en Yerseke kent in de huidige vorm ernstige knelpunten op het gebied van verkeersveiligheid, bereikbaarheid en onderhoud. De N673 is gecategoriseerd als gebiedsontsluitingsweg buiten de bebouwde kom (1 rijstrook per rijrichting, 80km/u) en van groot belang voor de ontsluiting van Yerseke en de (groeiende) bedrijvigheid daar. De N673 is op dit moment onvoldoende ingericht volgens de Basiskenmerken Wegontwerp van het CROW en de ontwerprichtlijnen behorend bij die functie. De weg en bermen zijn te smal, bochten zijn te krap en op delen is sprake van een te steil talud. In verband met de (on)veiligheid is in september 2019 een maximumsnelheid van 60 km/h ingevoerd. De N673 is ook een drukke weg: per dag passeren 9.580 (Zanddijk) motorvoertuigen (op basis van de verkeersstromenkaart 2018), waaronder veel vrachtwagens (circa 15%). Volgens de verkeersprognose zal het verkeer tot 2040 groeien tot ca. 12.000 mvt/etm. Dit komt vooral voort uit een verdere uitbreiding van de bedrijventerreinen. Verder is de N673 niet overal meer in beste doen: op meerder plekken is sprake van scheuren in het wegdek en de fundering. Dit leidt tot hoge onderhoudskosten. De genoemde knelpunten zijn van dien aard, dat de N673 door Gedeputeerde Staten in 2017 in de top 3 is geplaatst van Xxxxxxx wegen die met voorrang moeten worden opgeknapt, om veiligheid, bereikbaarheid en onderhoudssituatie structureel te verbeteren. |
1.2. | : | Doelstelling(en) Doel van het project is het verbeteren van de verkeersveiligheid en de bereikbaarheid van Yerseke en het verminderen van de onderhoudsinspanning voor de N673. Daarnaast kent de N673 een gelijkvloerse spoorwegkruising die vanuit zowel de doorstroming als de verkeersveiligheid onwenselijk is. Vervangen door een ongelijkvloerse kruising is uitgangspunt, ook passend bij het Landelijk |
Verbeterprogramma Overwegen. Daarnaast is het streven om waar mogelijk meekoppelkansen te benutten voor door de omgeving aangedragen belangen. | ||
1.3. | : | Beoogde resulta(a)t(en) Beoogd projectresultaat is een duurzaam veilige en onderhoudsarme ontsluiting van de kern Yerseke en de bedrijventerreinen aldaar. Inclusief de benodigde maatregelen om ongewenste effecten te voorkomen, beperken of compenseren en conform de onder 1.4 genoemde uitgangspunten. |
1.4. | : | Uitgangspunten en randvoorwaarden De netto investering voor de Provincie komt uit op 58,5 mln. Dat is exclusief de kosten voor de externe uitvoeringsorganisatie van € 6,8 miljoen. Er is sprake van een forse stijging van de kosten t.o.v. de vorige raming. Toen gingen we nog uit van een netto investering van ca. 50 mln. De kostenstijgingen houden verband met het herontwerp van fase 1a, de aanvullende kosten voor engineering en projectbegeleiding bij Prorail, de aanpassing van het prijspeil van oktober 2021 naar april 2022 (sterk gestegen kosten van bouwstoffen, energie en lonen), de aanpassing van de percentages en tijdsduur van de indexering en het opnemen van een post voor MVI en duurzaamheid en een post voor garantiebepalingen. Het risicoprofiel van het project is nog steeds hoog wat tot uiting komt in een fors bedrag in de raming aan risicoreservering. De bandbreedte op de raming komt uit op ca. 20%. Totaal projectraming € 63,9 Af: Bijdragen derden c.q. uitvoering door derden -€ 9,8 Bij: € 3,3 Reeds gemaakte en verplichte kosten Afkoopsom overdracht € 1,1 wegdelen Netto kosten voor de € 58,5 Provincie Kosten voor de externe € 6,8 uitvoeringsorganisatie *Bedragen in miljoenen Daarmee zijn de totale kosten circa €65.mln Op grond van de BBV-regels dienen de intern bestede directe uren aan het project toegerekend te worden. Dit is een administratieve verwerking in de provinciale administratie en behoeft om die reden niet geraamd te worden in het projectbudget. Er is een notitie opgesteld hoe binnen het project met Inkoop & Aanbesteding wordt omgegaan (zie bijlage). Zie ook onder 3.1 Geld. |
1.5. | : | Afbakening (scope) Provincie • Realisatie van het traject Zanddijk tussen de rotonde Nishoek en de te maken rotonde Zanddijk-Molendijk-Olzendedijk, inclusief de aansluiting van de Grintweg met een fietstunnel onder door de Zanddijk. • Realisatie van de ontsluitingsweg tussen de rotonde Zanddijk en de rotonde |
Wulk. • Inrichten van de Molendijk tussen de Molendijkseweg en de Zanddijk als een 60km/u zone. • Het gedeelte van de Molendijk tussen de Zanddijk en Molendijkseweg, de nieuw aan te leggen Parallelweg aan de noordzijde van de Zanddijk, de te verleggen Grintweg, de aangepaste Kamperweg, de bestaande Parallelweg aan de zuidkant Zanddijk tussen de Olzendedijk en de Kapelleweg en het bestaande fietspad langs de Molendijk tussen de Olzendedijk en de Molendijkseweg te realiseren. • Het gedeelte van het gedeelte van de Molendijk tussen de Molendijkseweg en de Welleweg, inclusief de bestaande Parallelweg aan de Zuidzijde te realiseren • Realisatie van de benodigde aanpassingen ter hoogte van de rotonde Nishoek, waarbij de fietsverbindingen ongelijkvloers worden gemaakt. • Realisatie van de kruising van het spoor door middel van een spoorviaduct. • Realisatie van de benodigde aanpassingen van de Weihoek inclusief de nieuwe aansluiting van de Weihoek op de Stationsweg. Gemeente • Realisatie van de rotonde Wulk, en de aansluiting van de Krab op de Wulk, inclusief aansluitingen en de noordelijk daarvan gelegen wegen binnen de bebouwde kom (de Olzendepolderweg en de Molendijkseweg). • Realisatie van een veilige fietsstructuur langs de Stationsweg Zuid (deel Capelleweg-Station). | ||
1.6. | : | Relatie met andere projecten De volgende projecten en ontwikkelingen hebben een relatie maar vallen buiten de scope van het project Zanddijk,: • Aanleg VRI bij afslag van A58 vanuit de Vlaketunnel • Autoluw maken van Capelleweg • Ontwikkeling en beheer verkeersmodel Bevelanden • Gebiedsgerichte aanpak Bevelanden • Afsluiten drie kleine spoorwegoverwegen in het buitengebied Reimerswaal |
2. PROJECTOPZET
2.1. | : | Projectorganisatie |
Interne organisatie Tot aan het moment van oprichting wordt gewerkt met een intern provinciaal projectteam. Dit projectteam zal alle voorbereidingen om te komen tot de daadwerkelijke uitvoering van het project uitvoeren. Indien noodzakelijk wordt externe expertise betrokken. Het kan daarbij gaan om vakspecialisten op het gebied van milieukunde, planologie en vergunningen, civiele techniek, verkeerskunde, financiële en juridische zaken, grondaankoop, inkoop en aanbesteding en wegbeheer. Conform het Kader Grote Projecten wordt het IPM-model als standaard voor de projectorganisatie gehanteerd. Bij de aanvang van het project (startnotitie) en in het vervolg bij de definitie- en ontwerpfase is binnen de Provincie een projectteam gevormd, waarbinnen de benodigde rollen zijn belegd. Het projectteam is als volgt samengesteld: Rol in het project / Capaciteit Projectmanager / 0,5 fte Projectbeheerser / 0,2 fte Projectsecretaris / 0,5 fte Omgevingsmanager / 0,8 fte Projectondersteuner / 0,5 fte Communicatiemedewerker / 0,5 fte Technisch medewerker / 0,6 fte Verkeerskundig medewerker / 0,2 fte Financieel consulent project / 0,4 fte Juridisch consulent project / 0,4 fte Externe uitvoeringsorganisatie. | ||
GS hebben het voornemen voor de uitvoeringsfase van het project N673 Zanddijk - Molendijk een externe organisatie op afstand in te richten. De daadwerkelijke oprichting van de uitvoerings-BV zal plaatsvinden wanneer de uitvoering start, dus wanneer er zicht is op het afronden van de planologische- en eventuele onteigeningsprocedures. Provinciale Staten zal hiervoor tijdig een voorstel voor wensen en bedenkingen worden voorgelegd | ||
2.2. | : | Opzet/fasen In overleg met de projectpartners en naar aanleiding van vragen hierover vanuit de omgeving, is vorig jaar besloten om fase 1a, 1b en 2 ineen te schuiven om zo één planologische procedure te kunnen doorlopen. De uitsplitsing in uitvoering in verschillende fasen is daardoor niet meer aan de orde en betekent dat de beide fasen tegelijkertijd in uitvoering kunnen. Voormalige fase 1 behelsde de aanpak van de 'uiteindes' van het tracé: A) het tracé naar het bedrijventerrein Olzendepolder, inclusief een aanpak van de Molendijk B) de rotonde Nishoek. Voormalige fase 2 betreft het aanpakken van het 'middenstuk': de Zanddijk en het spoorviaduct. Zo kan zo snel mogelijk de verkeersonveiligheid op een deel van het gehele tracé worden aangepakt, terwijl tegelijkertijd een zorgvuldig traject voor het 'middenstuk' wordt opgestart. Ten opzichte van de planning behorende bij de startnotitie is de definitiefase uitgelopen. Dit omdat de projectpartners nog moesten besluiten over de oplossing voor het verkeer op de Molendijk / Molendijkseweg. Om die reden wordt het consultatietraject met de omgeving niet voor de goedkeuring van het projectplan uitgevoerd maar daarna. Verder is de kredietaanvraag ten opzichte van de planning in de startnotitie verplaatst naar het einde van de ontwerpfase. Dit is |
overigens zoals voorzien in het Handboek Grote Projecten van de provincie.
De resultaten uit de consultatie zullen, meegenomen worden in het definitief ontwerp en de bijbehorende raming waarna de kredietaanvraag kan worden ingediend. De afronding van de ontwerpfase, inclusief kredietaanvraag, is nu gepland op 16 december 2022 (PS besluit). Na het verkrijgen van de krediet dient vervolgens een vliegende start gemaakt te worden met het uitvoeren van de noodzakelijke onderzoeken. Deze onderzoeken dienen in het derde kwartaal van 2023 te zijn afgerond waarna de gemeente, afhankelijk van de voorgenomen inwerkingtreding van de Omgevingswet, kan starten met de bestemmingsplan-/omgevingsplanprocedure. Parallel aan de voornoemde onderzoeken en de bestemmingsplan-/omgevingsplanprocedure dienen de benodigde vergunningen te worden geïnventariseerd en aangevraagd en dienen acties te worden in gang gezet om de kabels en leidingen tijdig verlegd te krijgen. Ook worden de benodigde acties in gang gezet voor de verwerving van de benodigde gronden. Verder dient in 2024 het uitvoeringscontract te worden opgemaakt om in 2025 de aanbesteding te kunnen aanvangen waarmee in augustus 2025 de voorbereidingsfase door middel van de gunning van het werk kan worden afgesloten. De kwartiermaker c.q. beoogd directeur van de uitvoerings BV zal het opstellen van het uitvoeringscontract begeleiden. In de laatste fase van de voorbereidingsfase zullen de stukken ten behoeve van de oprichting van de BV gereed zijn waarmee ten tijde van de aanvang van de aanbesteding er sprake zal zijn van een uitvoerings BV. De ontwerp- en voorbereidingsfase is in de huidige planning ingekort om zodoende het project alsnog in 2027 te kunnen opleveren. In september 2025 is gepland om het werk te gunnen aan de aannemer, waarmee de realisatiefase is aangevangen. Daar waar in de startnotitie uit is gegaan van een gefaseerde aanpak wordt het werk nu in één keer uitgevoerd waarbij het kritieke pad loopt over de voormalige fase 2, namelijk de verbreding van de Zanddijk. De realisatie zal in oktober 2027 zijn afgerond waarna de nazorgfase opgestart kan worden. Deze zal in december 2027 vervolgens zijn afgerond. In september 2025 is gepland om het werk te gunnen aan de aannemer, waarmee de realisatiefase is aangevangen. Daar waar in de startnotitie uit is gegaan van een gefaseerde aanpak wordt het werk nu in één keer uitgevoerd waarbij het kritieke pad loopt over de voormalige fase 2, namelijk de verbreding van de Zanddijk. De realisatie zal in oktober 2027 zijn afgerond waarna de nazorgfase opgestart kan worden. Deze zal in december 2027 vervolgens zijn afgerond. Het tijdspad ziet er als volgt uit. • Definitiefase: oktober 2020 - 22 juli 2022 (gereed) • Ontwerpfase (incl. kredietaanvraag): oktober 2020 - 16 december 2022 • Voorbereidingsfase: december 2022 – augustus 2025 (zonder bezwaar- en of beroepsprocedures) • Realisatiefase: september 2025 – oktober 2027 • Nazorgfase: oktober 2027 – december 2027 In deze planning is geen rekening gehouden met een eventuele bodemprocedure op het vastgestelde bestemmingsplan/omgevingsplan of een onteigeningstraject om de noodzakelijke gronden te kunnen verwerven. Het risico dat een bodem- en/of onteigeningsprocedure dienen te worden opgestart is echter groot. | ||
2.3. | : | Risico’s |
In de afgelopen fase zijn er diverse belangrijke risicoprofielen verlaagd.
Er zijn diverse onderzoeken uitgevoerd waaruit is gebleken dat de risicoprofielen op het gebied van natuur, geluid en stikstof konden worden verlaagd. Uit quick scans is naar voren gekomen dat de kans dat de gesignaleerde risico’s zich voor doen bijzonder klein is. Daarmee vormen ze geen belemmering meer om door te kunnen gaan naar de volgende fase in het project
Verder heeft het college eerder al besloten om af te zien van een fasering en daarmee te gaan voor één bestemmingsplanprocedure om zo op planologisch gebied risico’s te beperken.
De risico’s die het project bedreigen zijn opgenomen in het risicodossier. Ieder kwartaal wordt dit risicodossier met het projectteam geactualiseerd.
Ten aanzien van de voorbereidings- en uitvoeringsfase ziet het projectteam de volgende belangrijkste risico’s:
1. De bodemgesteldheid is anders dan verwacht. Geohydrologisch onderzoek is uitgevoerd. Aanvullend bodemonderzoek wordt tijdens de voorbereidingsfase uitgevoerd;
2. Bovengemiddelde stijgingen van energieprijzen en bouwkosten;
3. Bezwaren op bestemmingsplan/omgevingsplan en vergunningen. Omgeving wordt zoveel mogelijk betrokken bij de totstandkoming van het ontwerp. Onder andere door middel van een consultatietraject welke in de ontwerpfase is ingepland;
4. Xxxxxx en leidingen zijn niet tijdig verlegd. Vanwege een korte voorbereidingsfase zal vroegtijdig overleg gevoerd dienen te worden met de leidingeigenaren;
5. Gronden en opstallen zijn niet tijdig verworven.
De risico’s zijn meegenomen in de projectraming
2.4. : Communicatie
Consultatietraject
Zoals in de vastgestelde startnotitie van november 2020 is opgenomen gaan we in gesprek met omwonenden en andere betrokkenen over het ontwerp van het gekozen dijktracé roze-zwart. Dit willen we doen via een consultatietraject. Het doel van deze consultatie is: Het zo nodig optimaliseren van het ontwerp met de feedback en suggesties van omwonenden en betrokkenen, zodat het uiteindelijke ontwerp nog beter aansluit op de wensen en zorgen van de omwonenden en betrokkenen. Daarnaast is er vanuit de beoogde inwerkingtreding van de nieuwe Omgevingswet een verplichting om een vorm van participatie toe te passen. Deze consultatie voldoet daaraan.
De verwachting is dat dit consultatietraject gestart kan worden voor de zomer 2022. Kort uitgelegd beginnen we met een kennisgeving, waarbij de doelgroep geïnformeerd wordt over het doel, het proces en rolverdeling. Vervolgens wordt in september 2022 een aantal bijeenkomsten ingepland, waarbij de omgeving kan komen met verbetervoorstellen op het ontwerp. Deze voorstellen worden onderzocht op meerwaarde, haalbaarheid en kosten door de projectorganisatie en worden uiteindelijk voorgelegd ter besluitvorming aan het provinciaal bestuur. Tot slot volgt een terugkoppeling van de uitkomsten van de consultatieronde aan alle stakeholders.
Externe communicatie
In het bijzonder willen we laten zien wat de betekenis en het belang is van de verbreding van de weg voor stakeholders, waaronder omwonenden en weggebruikers. Door de inzet van tijdige en transparante communicatie zorgen we ervoor dat zij op de hoogte zijn van de voortgang van het project, actuele werkzaamheden aan de weg en de gevolgen die dit voor hen met zich meebrengt. Door het tijdig betrekken van lokale bedrijven, omwonenden en overheden laten we zien voor wie het doen en bouwen zo aan een duurzame relatie. We streven ernaar dat stakeholders zijn voorbereid op overlast tijdens
de werkzaamheden (geluid, verkeershinder, omrijdroutes) en dit accepteren.
Uitgangspunt in de communicatie is: open, eerlijk en transparant. Dit kan bijdragen aan het opbouwen van een vertrouwensband.
In een apart communicatieplan worden communicatiedoelstellingen voor de interne en externe doelgroepen geformuleerd.
3. BEHEERSASPECTEN
3.1. | : | Geld Kosten van de uitvoerings-B.V. De kwartiermaker heeft een berekening voor de uitvoerings-B.V. opgesteld. Het bedrag voor de daadwerkelijke uitvoering van de werkzaamheden komt uit op een geraamd bedrag van € 6,8 miljoen De start van de werkzaamheden, inclusief opstartfase van de B.V. staat gepland op per januari 2025 en de afronding, inclusief administratieve nazorgfase, op april 2028. De doorlooptijd bedraagt derhalve 3,3 jaar In deze opzet zijn ook de kosten van detachering van provinciaal personeel verdisconteerd. Deze kosten worden door de BV aan de Provincie vergoed. Raming Recentelijk is een nieuwe raming voor het project opgesteld. Een moeilijkheid hierbij is het bepalen van de indexering. Door de huidige, globale, situatie is het niet mogelijk een betrouwbare indexering te maken. Daarom is er hier voor gekozen om in 2022 en 2023uit te gaan van 6% indexering en daarna van 3%. Met de aanpak van de Zanddijk-Molendijk is een investering gemoeid van circa € 64 mln.). De netto last voor de Provincie (zie ook onder 1.4) is afhankelijk van de cofinanciering door andere partijen en het voor eigen rekening en risico uitvoeren door de gemeente Reimerswaal van het deel waarvoor zij verantwoordelijk zijn. Op basis van de RHDHV raming van mei 2022 komen de totale kosten voor het provinciale deel in het project uit op een bedrag van circa € 58 miljoen. De bandbreedte op de raming komt uit op ca. 20%. De kosten voor de BV zijn geraamd op 6,8 miljoen.. Dit geeft een indicatie van een jaarlijkse afschrijvingslast vanaf 2029, uitgaande van de afschrijftermijn van 35 jaar zoals benoemd in de provinciale financiële verordening, van ongeveer € 1,86 miljoen die ten laste van de budgettaire ruimte komt. Vooralsnog is deze ruimte beschikbaar in de meerjarenbegroting. Een bijdrage vanuit de LVO-pot voor het aan te leggen spoorviaduct is eveneens nog niet verwerkt in de kostenopzet. We zijn in afwachting van een besluit hieromtrent van het Ministerie van I&W. Voor de volledigheid melden wij dat het volledige bedrag benodigd voor de aanleg nu is opgenomen in de netto investering voor de provincie. Een bijdrage vanuit de LVO-pot zou de investering voor de provincie met zo’n € 4 miljoen kunnen verlagen. Op grond van de BBV-regels dienen de intern bestede directe uren aan het project toegerekend te worden. Dit is een administratieve verwerking in de provinciale administratie en behoeft om die reden niet geraamd te worden in het projectbudget. Eerder is de lijn gevolgd om de kosten van het project te activeren in een investeringskrediet, waarbij de jaarlijkse afschrijvingslasten van het krediet ten laste van de budgettaire ruimte komen. De kosten voor derden – delen van het project die uiteindelijk in eigendom en beheer van de gemeente en waterschap komen – mogen in |
principe niet geactiveerd worden, waardoor deze kosten direct ten laste van de investeringsagenda zouden komen.
De investeringsagenda kent een overprogrammering. Om de overprogrammering in de investeringsagenda niet te groot te laten worden, is bekeken of er alternatieve dekkingsmogelijkheden zijn om de investeringsagenda te ontlasten. In afstemming met extern accountant (EY) is daarvoor een oplossing gevonden in artikel 61 van het BBV. Dat artikel geeft namelijk de mogelijkheid om de kosten die voor derden worden gemaakt ook in het investeringskrediet op te nemen (en dus jaarlijks af te schrijven) op het moment dat deze derden zich ook verplichten tot een bijdrage in het project, als ook dat zij hun bijdrage activeren en afschrijven. In het kader van de overeen te komen SOK met deze partijen wordt daaraan voldaan, zodat wij alle projectuitgaven kunnen activeren en afschrijven vanaf het moment dat het project is opgeleverd. Voorwaarde is wel dat voor de kosten voor derde worden afgeschreven in de afschrijvingstermijn die die derde in haar jaarrekening toepast. Over deze afschrijvingstermijnen worden nog nadere afspraken gemaakt. Dat kan overigens betekenen dat in de provinciale begroting het krediet in drie onderdelen wordt uitgesplitst. | ||
3.2. | : | Organisatie Voor de samenstelling van de projectorganisatie zie 2.1. Daarin is ook opgenomen dat GS het voornemen heeft een uitvoerings-B.V. op te richten. Tussen de Provincie en de B.V. zal een Overeenkomst van Opdracht moeten worden afgesloten. In deze overeenkomst worden de sturing- en verantwoordingslijnen tussen de Provincie en de B.V. vastgelegd. Onderdeel hiervan is het rapportageproces en de inhoud van de rapportages. Om het rapportageproces te bespoedigen c.q. in lijn te brengen met de provinciale verantwoordingslijnen op basis van het kader Grote Projecten, zal aan de BV worden geadviseerd een jaarlijkse rapportagekalander op te stellen waarin rekening wordt gehouden met aanlevertermijnen van stukken bij de Provincie, zodat de informatievoorziening over het project richting PS actueel kan zijn. Middels de inhoudelijk, financieel en juridisch accountmanager wordt zorg gedragen voor de inhoudelijke en financiële kwartaalrapportages aan GS en PS. Deze bereiden ook de uit de vermelde governance opzet voortvloeiende overleggen voor en adviseren de portefeuillehouder en het college bij alle voorkomende zaken in het kader van het project. |
3.3. | : | Xxxxxx’x Risicobeheersing vindt plaats aan de hand van het risicodossier zoals dat ieder kwartaal door het projectteam wordt geactualiseerd. Voor ieder risico is een risico-eigenaar aangewezen die de ontwikkeling van het risicoprofiel inclusief beheersmaatregelen op de voet volgt. In de afgelopen fase zijn diverse risicoprofielen verlaagd Zo ook zijn in de afgelopen fase diverse onderzoeken uitgevoerd waaruit is gebleken dat de risicoprofielen op het gebied van natuur, geluid en stikstof konden worden verlaagd. Deze risico’s zouden er voor kunnen zorgen dat het project niet haalbaar zou zijn. Uit de quick scans (zie ook bijlagen) is naar voren gekomen dat de kans dat de gesignaleerde risico’s zich voor doen bijzonder klein is. Daarmee vormen ze geen belemmering meer om door te kunnen gaan naar de volgende fase in het project Eerder heeft het college al besloten om af te zien van een fasering en te gaan voor één bestemmingsplan/omgevingsplanprocedure om op planologisch gebied risico’s te beperken. |
Gebiedsbescherming
• Het plangebied ligt dicht bij de Natura 2000-gebieden Oosterschelde, Yerseke en Kapelse Moer en Westerschelde & Saeftinghe. Directe aantasting/directe effecten worden niet verwacht. Indirecte effecten door stikstofdepositie kunnen nog niet op voorhand worden uitgesloten, omdat een kleine toename van depositie op enkele overbelaste en naderend overbelaste hexagonen in Natura 2000-gebied Yerseke en Kapelse Moer wordt berekend. Om na te gaan of deze depositietoename leidt tot significante negatieve effecten op de instandhoudingsdoelstellingen van Natura 2000-gebied Yerseke en Kapelse Moer is nader onderzoek noodzakelijk. Dit zal in een natuurtoets verder worden uitgewerkt.
• Effecten op het Natuur Netwerk Nederland (NNN) treden op, tijdens de uitvoering gaat NNN verloren. Door bij het ontwerp rekening te houden met NNN en een natuur inclusief ontwerp te maken is er geen sprake van oppervlakteverlies NNN. Als dit niet mogelijk is moet er elders NNN worden gecompenseerd. De invulling en herziening van NNN moet in kwalitatieve en kwantitatieve zin worden getoetst door het bevoegd gezag.
Soortbescherming
• Aanvullend onderzoek is nodig naar functies en gebiedsgebruik door vleermuizen. Bij dit onderzoek wordt aangesloten bij het vleermuisprotocol 2021.
• Om vast te stellen of er sprake is van bewoning door jaarrond beschermde vogels is nader onderzoek nodig naar functies voor huismus, gierzwaluw en jaarrond beschermde roofvogels. Hierbij moet worden aangesloten bij de vigerende kennisdocumenten van de verschillende soorten (huismus, gierzwaluw, kerkuil, steenuil , ransuil, buizerd en sperwer). Van deze laatst genoemde soorten is huismus in ieder geval aanwezig binnen de invloedsfeer van de werkzaamheden.
• Voor kleine marterachtigen (alsmede haas en konijn) wordt uitgegaan dat ze in het plangebied voorkomen en zal er op voorhand een ontheffing worden aangevraagd in kader van de Wet natuurbescherming.
• Indien uit het jaarrond onderzoek blijkt dat of er rust- en verblijfplaatsen zijn van beschermde soorten zal voor deze soorten een ontheffing in kader van de Wet natuurbescherming aangevraagd moeten worden bij het bevoegd gezag. Dit kan pas na afronding van de het benodigde jaarrond onderzoek naar marterachtigen, haas, konijn, vleermuizen en jaarrond beschermde vogels (november 2022). De proceduretijd is 13 tot 20 weken alvorens tot een besluit kan worden gekomen.
Tot slot
De QuickScan c.q. inventarisatie is uiteraard een steekproef. Het is dan ook mogelijk dat soorten en functies niet waargenomen zijn, terwijl dat ze (op een ander tijdstip) wel aanwezig zijn. Dit is echter acceptabel, de Wet natuurbescherming vraagt een initiatiefnemer om alles te doen wat redelijkerwijs van hem verwacht kan worden. Met de gekozen methode en inspanning is dan ook voldoende invulling gegeven aan artikel 1.11 (zorgplicht) van de Wet natuurbescherming. Wat betreft het vooronderzoek heeft de initiatiefnemer dan ook gedaan wat redelijkerwijs van hem verwacht kan worden.
Op 10 juni jl. heeft het Kabinet een de Startnotitie Nationaal Programma Landelijk Gebied aangeboden aan de Tweede Kamer. Welke maatregelen daarvoor in Zeeland moeten worden genomen is uiteraard nog niet uitgewerkt. Eventuele te nemen maatregelen zouden van invloed kunnen zijn op dit project. Zodra er meer bekend is over de maatregelen zullen de eventuele consequenties daarvan op dit project worden beoordeeld en zo nodig worden toegepast.
3.4 : Kwaliteit
Het Definitief Ontwerp bepaalt voor een belangrijk deel de kwaliteitseisen van het op te leveren projectresultaat. Bij de uitwerking van het Definitief Ontwerp naar een uitvoeringscontract worden de kwaliteitseisen nader gespecificeerd. Daarbij worden ook de resultaten betrokken van diverse onderzoeken zoals bijvoorbeeld een milieukundig onderzoek, een natuurtoets en archeologisch onderzoek. Ook de uitkomsten van de MVI-analyse worden betrokken bij het bepalen van de kwaliteitseisen. Waar nodig wordt er gebruik gemaakt van externe expertise en de toepassing van second opinions.
Bij het bepalen van de kwaliteitseisen zijn wet- en regelgeving en CROW-richtlijnen belangrijke randvoorwaarden. Ook functionele wensen en gebruikerswensen wegen mee. In de Overeenkomst van Opdracht tussen de Provincie en B.V. zullen kwaliteitseisen gesteld worden, over onder meer rapportages (financieel en inhoudelijke voortgang), kwaliteitsaspecten werk, risico’s, beheer aspecten, garantiebepalingen uitvoering, jaarverslagen, inclusief accountantsverklaring etc. Het borgen van de kwaliteit van interne processen vindt plaats op verschillende manieren: • Toepassen van de overgebleven IPM rollen (buitenom die worden belegd bij de B.V.) . • Periodieke overleggen accountmanagers inhoud, financieel en juridisch met de B.V en intern. • Driemaandelijkse voortgangsoverleggen met de ambtelijk opdrachtgever en bestuurlijk opdrachtgever. • Driemaandelijkse toets op beheersaspecten door control. • Minimaal driemaandelijkse actualisatie van risico’s, niet zijnde de risico’s die in de B.V. worden belegd. • Extra (interne) toetsing bij faseovergangen. | ||
3.4. | : | Informatie Bestuurlijke afstemming met de gemeente en het waterschap vindt plaats in het bestuurlijk Overleg Zanddijk. Provincie, gemeente en waterschap zullen, op het geëigende niveau, het plan in hun bestuur brengen. Het projectplan N673 Zanddijk zal, na vaststelling in GS, aangeboden worden aan Provinciale Staten. Formele besluitvorming over de bijdragen van de projectpartners zal plaatsvinden op het geëigende niveau. Voor de provincie is dit Provinciale Staten. Deze besluitvorming wordt voorafgegaan door een gezamenlijke openbare consultatieronde. Verder worden de Staten geïnformeerd via de voortgangsrapportgage Grote Projecten. |
3.5. | : | Tijd Het tijdspad ziet er als volgt uit. • Definitiefase: oktober 2020 - 22 juli 2022 (gereed) • Ontwerpfase (incl. kredietaanvraag): oktober 2020 - 16 december 2022 • Voorbereidingsfase: december 2022 – augustus 2025 (zonder bezwaar- en/of beroepsprocedures) • Realisatiefase: september 2025 – oktober 2027 • Nazorgfase: oktober 2027 – december 2027 De planning gaat uit van minnelijke verwerving en uitvoering van het project na vaststelling van het bestemmingsplan (omgevingsplan/-vergunning) en is daarmee ambitieus. Indien niet alle benodigde gronden op een zeker moment zijn verworven zal de formele onteigeningsprocedure moeten worden opgestart. Eventuele beroepsprocedures tegen het omgevingsplan en uitvoeringsvergunningen en onteigeningsbeschikking kunnen tot aanpassing van de planning leiden. |
Bijlagen:
1. Geluidsberekeningen
2. Quickscan wet natuurbescherming (inclusief stikstof)
3. Onderzoek ontwerp Xxxxxxxx
4. Ontwerp N673
5. Notitie Aanbesteding & Inkoop