JAARREKENING EN ANDERE OVEREENKOMSTIG HET WETBOEK VAN VENNOOTSCHAPPEN EN VERENIGINGEN NEER TE LEGGEN DOCUMENTEN
Nr.: | 0554.921.261 | A-cap 1 |
JAARREKENING EN ANDERE OVEREENKOMSTIG HET WETBOEK VAN VENNOOTSCHAPPEN EN VERENIGINGEN NEER TE LEGGEN DOCUMENTEN
IDENTIFICATIEGEGEVENS (op datum van neerlegging)
NAAM: VIADUCTSTRAAT NV
Rechtsvorm: Naamloze vennootschap
Adres: Woluwedal Nr.: 58 Bus:
Postnummer: 1200 Gemeente: Sint-Lambrechts-Woluwe
Land: België
Rechtspersonenregister (RPR) - Ondernemingsrechtbank van Brussel, nederlandstalig
Internetadres1: xxxx://xxx.xxxxxxxxx.xxx
0554.921.261
Ondernemingsnummer
09/09/2021
DATUM van de neerlegging van het recentste stuk dat de datum van bekendmaking van
de oprichtingsakte en van de akte tot statutenwijziging vermeldt.
JAARREKENING IN KEUR
JAARREKENING
11/05/2022
goedgekeurd door de algemene vergadering van
met betrekking tot het boekjaar dat de periode dekt van | 01/01/2021 | tot | 25/8/2021 |
Vorig boekjaar van | 01/01/2020 | tot | 31/12/2020 |
De bedragen van het vorige boekjaar zijn / zijn niet² identiek met die welke eerder openbaar werden gemaakt.
Xxxxxxxxx XXXXX Xxxx XXXXXXXXX
Bestuurder Bestuurder
1. Facultatieve vermelding.
2. Schrappen wat niet van toepassing is.
No | 0554.921.261 | A-cap 2.1 |
LIJST VAN BESTUURDERS, MANAGERS EN COMMISSARISSEN EN VERKLARING BETREFFENDE EEN AANVULLENDE CONTROLE- OF AANPASSINGSOPDRACHT
LIJST VAN BESTUURDERS, MANAGERS EN COMMISSARISSEN
VOLLEDIGE LIJST van BESTUURDERS, MANAGERS EN AUDITOREN met vermelding van naam, voornaam, beroep, adres (adres, nummer, postcode en gemeente) en functie in de onderneming
Xxxxxxxxx XXXXX
Xxxxxxxxx 00, 0000 Xxxx-Xxxxxxxxxx-Xxxxxx, Xxxxxx
Bestuurder
21/09/2020 - 25/08/2021
Xxxx-Xxxxxx XXXXX
Xxxxxxxxx 00, 0000 Xxxx-Xxxxxxxxxx-Xxxxxx, Xxxxxx
Bestuurder
21/09/2020 - 25/08/2021
Xxxx XXXXXXXXX
Xxxxxxxxx 00, 0000 Xxxx-Xxxxxxxxxx-Xxxxxx, Xxxxxx
Bestuurder
21/09/2020 - 25/08/2021
Xxxxx XXXXXX
Xxxxxxxxx 00, 0000 Xxxx-Xxxxxxxxxx-Xxxxxx, Xxxxxx
Bestuurder
21/09/2020 - 25/08/2021
Xxxxxxxxx XXXXXX
Xxxxxxxxx 00, 0000 Xxxx-Xxxxxxxxxx-Xxxxxx, Xxxxxx
Bestuurder
21/09/2020 - 25/08/2021
DELOITTE BEDRIJFSREVISOREN CVBA Nr.: BE 0429.053.863
Gateway Building - Xxxxxxxxxx Xxxxxxx Xxxxxxxxx 0X, 0000 Xxxxxxxx, Xxxxxx, Lidmaatschapsnr.: : B00025
Vertegenwoordigd door: Xxx XXXXXXXXXXX Gateway Building - Xxxxxxxxxx Xxxxxxx Xxxxxxxxx 0X, 0000 Xxxxxxxx, Xxxxxx, Lidmaatschapsnr.: A01529
Commissaris 10/06/2020 - 25/08/2021
STAAT VAN DE FINANCIËLE TOESTAND | ||
STAAT VAN HET GLOBAAL RESULTAAT | ||
RESULTAATVERWERKING | ||
STAAT VAN DE VARIATIES IN HET EIGEN VERMOGEN | ||
TABEL VAN KASSTROOMOVERZICHT | ||
BIJLAGE 1 | ALGEMENE INFORMATIE | |
BIJLAGE 2 | BELANGRIJKE BOEKHOUDKUNDIGE METHODES | |
BIJLAGE 3 | HUURINKOMSTEN EN MET HUUR VERBONDEN KOSTEN | |
BIJLAGE 4 | HUURLASTEN EN BELASTINGEN GEDRAGEN DOOR DE EIGENAAR OP VERHUURDE GEBOUWEN | |
BIJLAGE 5 | NETTO HERDECORATIEKOSTEN | |
BIJLAGE 6 | TECHNISCHE KOSTEN | |
BIJLAGE 7 | COMMERCIËLE KOSTEN | |
BIJLAGE 8 | BEHEERKOSTEN | |
BIJLAGE 9 | RESULTAAT UIT VERKOOP VAN VASTGOEDBELEGGINGEN EN ANDERE NIET-FINANCIËLE ACTIVA | |
BIJLAGE 10 | VARIATIES IN DE REËLE WAARDE VAN VASTGOEDBELEGGINGEN | |
BIJLAGE 11 | VARIATIES IN DE REËLE WAARDE VAN FINANCIËLE ACTIVA EN PASSIVA | |
BIJLAGE 12 | ANDER RESULTAAT OP PORTEFEUILLE | |
BIJLAGE 13 | FINANCIËLE INKOMSTEN | |
BIJLAGE 14 | NETTO-INTERESTKOSTEN | |
BIJLAGE 15 | ANDERE FINANCIËLE KOSTEN | |
BIJLAGE 16 | INKOMSTENBELASTING | |
BIJLAGE 17 | RESULTAAT PER AANDEEL | |
BIJLAGE 18 | VASTGOEDBELEGGINGEN | |
BIJLAGE 19 | FINANCIËLE VASTE ACTIVA EN UITGESTELDE BELASTINGVORDERINGEN | |
BIJLAGE 20 | KORTLOPENDE HANDELSVORDERINGEN | |
BIJLAGE 21 | BELASTINGVORDERINGEN EN ANDERE VLOTTENDE ACTIVA | |
BIJLAGE 22 | OVERLOPENDE REKENINGEN - ACTIVA | |
BIJLAGE 23 | KAPITAAL, UITGIFTEPREMIES EN RESERVES | |
BIJLAGE 24 | LANGLOPENDE FINANCIËLE SCHULDEN | |
BIJLAGE 25 | UITGESTELDE BELASTINGEN | |
BIJLAGE 26 | HANDELSSCHULDEN EN ANDERE KORTLOPENDE SCHULDEN | |
BIJLAGE 27 | OVERLOPENDE REKENINGEN - VERPLICHTINGEN | |
BIJLAGE 28 | FINANCIËLE INSTRUMENTEN | |
BIJLAGE 29 | PARTICIPATIES | |
BIJLAGE 30 | RELATIES MET VERBONDEN PARTIJEN | |
UITKERINGSPLICHT | ||
Aansluiting tussen de balans en de balans na voorgestelde bestemming (pro forma A) en de balans na voorgestelde vergoeding van het kapitaal (pro forma B) | ||
NIET-UITKEERBAAR EIGEN VERMOGEN VOLGENS ARTIKEL 7:212 VAN HET WETBOEK VAN VENNOOTSCHAPPEN EN VERENIGINGEN | ||
Bijlage B van het KB van 09/11/2016 met betrekking tot GVBF |
(x € 1.000) | |||
ACTIVA | Bijlagen | 2021 | 2020 |
I. Vaste activa | 21.805 | 21.752 | |
Goodwill | 0 | 0 | |
Immateriële vaste activa | 0 | 0 | |
Vastgoedbeleggingen | 18 | 21.805 | 21.752 |
Andere materiële vaste activa | 0 | 0 | |
Financiële vaste activa | 19 | 0 | 0 |
Vorderingen van financiële leasing | 0 | 0 | |
Handelsvorderingen en andere vaste activa | 0 | 0 | |
Uitgestelde belastingen | 19 | 0 | 0 |
II. Vlottende activa | 81 | 102 | |
Activa bestemd voor verkoop | 0 | 0 | |
Financiële vlottende activa | 0 | 0 | |
Vorderingen van financiële leasing | 0 | 0 | |
Handelsvorderingen | 20 | 0 | 56 |
Belastingvorderingen en andere vlottende activa | 21 | 46 | 46 |
Kas en kasequivalenten | 0 | 0 | |
Overlopende rekeningen | 22 | 35 | 0 |
Totaal Activa | 21.886 | 21.854 | |
Eigen vermogen | 20.674 | 20.971 | |
Kapitaal | 23 | 18.050 | 18.050 |
Uitgiftepremies | 0 | 0 | |
Reserves | 2.517 | 2.848 | |
Nettoresultaat van het boekjaar | 108 | 73 | |
VERPLICHTINGEN | 1.211 | 883 | |
I Langlopende verplichtingen | 1.191 | 882 | |
Xxxxxxxxxxxxx | 0 | 0 | |
Xxxxxxxxxxx financiële schulden | 24 | 1.191 | 882 |
Andere langlopende financiële verplichtingen | 0 | 0 | |
Handelsschulden en andere langlopende schulden | 0 | 0 | |
Andere langlopende verplichtingen | 0 | 0 | |
Uitgestelde belastingen | 25 | 0 | 0 |
II. Kortlopende verplichtingen | 20 | 1 | |
Voorzieningen | 0 | 0 | |
Kortlopende financiële schulden | 0 | 0 | |
Andere kortlopende financiële verplichtingen | 0 | 0 | |
Handelsschulden en andere kortlopende schulden | 26 | 20 | 1 |
Andere kortlopende schulden | 0 | 0 | |
Overlopende rekeningen | 27 | 0 | 0 |
Totaal eigen vermogen en verplichtingen | 21.886 | 21.854 |
Schuldratio | (x € 1.000) | ||
Langlopende financiële schulden Andere langlopende financiële verplichtingen (uitgezonderd afdekkingsinstrumenten) Kortlopende financiële schulden Handelsschulden en andere kortlopende schulden Totaal schuld Totaal activa Afdekkingsinstrumenten Totaal activa (uitgezonderd afdekkingsinstrumenten) Schuldratio | + + + = - = / | 2021 | 2020 |
1.191 0 0 20 1.211 21.886 0 21.886 5,53% | 882 0 0 1 883 21.854 0 21.854 4,04% |
(x € 1.000) | |||
Bijlagen | 2021 | 2020 | |
A. NETTORESULTAAT | |||
I. Huurinkomsten (+) | 3 | 540 | 461 |
II. Terugnemingen overgedragen en verdisconteerde huren (+) | 0 | 0 | |
III. Met verhuur verbonden kosten (+/-) | 0 | 0 | |
Nettohuurresultaat | 540 | 461 | |
IV. Recuperatie van vastgoedkosten (+) | 0 | 0 | |
V. Recuperatie van huurlasten en belastingen normaal gedragen door de huurder op verhuurde gebouwen (+) | 4 | 0 | 0 |
VI. Kosten van de huurders en gedragen door de eigenaar op huurschade en wederinstaatstelling op het einde van de huurovereenkomst (-) | 5 | 0 | 0 |
VII. Huurlasten en belastingen normaal gedragen door de huurder op verhuurde gebouwen (-) | 4 | 0 | 0 |
VIII. Overige huurinkomsten en –uitgaven (+/-) | 0 | 0 | |
Vastgoedresultaat | 540 | 461 | |
Vastgoedkosten | -16 | -43 | |
IX. Technische kosten (-) | 6 | 0 | -9 |
X. Commerciële kosten (-) | 7 | 0 | -1 |
XI. Kosten en taksten van niet-verhuurde gebouwen (-) | 0 | 0 | |
XII. Beheerkosten vastgoed (-) | 8 | -16 | -33 |
XIII. Overige vastgoedkosten (-) | 0 | 0 | |
Operationeel vastgoedresultaat | 524 | 417 | |
XIV. Algemene kosten van de vennootschap (-) | 8 | -6 | -14 |
XV. Overige operationele inkomsten en uitgaven (+/-) | 0 | 0 | |
Operationeel resultaat vóór het resultaat op de portefeuille | 518 | 403 | |
XVI. Resultaat op de verkoop van vastgoedbeleggingen (+/-) | 0 | 0 | |
XVII. Resultaat op de verkoop van andere niet-financiële activa (+/-) | 0 | 0 | |
XVIII. Variatie in de reële waarde van vastgoedbeleggingen (+/-) | 10 | -15 | 0 |
XIX. Ander portefeuilleresultaat (+/-) | 12 | -393 | -335 |
Operationeel resultaat | 110 | 68 | |
XX. Financiële inkomsten (+) | 13 | 0 | 9 |
XXI. Netto-interestkosten (-) | 14 | 0 | 0 |
XXII. Andere financiële kosten (-) | 15 | -2 | -5 |
XXIII. Variatie in de reële waarde van financiële activa en verplichtingen (+/-) | 11 | 0 | 0 |
Financieel resultaat | -2 | 4 | |
Resultaat vóór belastingen | 108 | 73 | |
XXIV. Vennootschapsbelasting (-) | 16 | 0 | 0 |
XXV. Exit taks (-) | 0 | 0 | |
Belastingen | 0 | 0 | |
NETTORESULTAAT | 108 | 73 | |
B. OVERIGE ELEMENTEN VAN HET GLOBAAL RESULTAAT | |||
A. Impact op de reële waarde van de geschatte overdrachtskosten en –rechten bij hypothetische vervreemding van de vastgoedbeleggingen | 0 | 0 | |
B. Variatie in het effectieve deel van de reële waarde van toegelaten afdekkingsinstrumenten van de kasstromen zoals bepaald in IFRS | 0 | 0 | |
C. Variatie in de reële waarde van financiële activa beschikbaar voor verkoop | 0 | 0 | |
D. Wisselkoersverschillen bij de omrekening van buitenlandse activiteiten | 0 | 0 | |
E. Actuariële winsten en verliezen van toegezegde pensioenregelingen | 0 | 0 | |
F. Belasting op het resultaat van ‘overige elementen van het globaal resultaat’ | 0 | 0 | |
G. Overige elementen van het globaal resultaat, min belastingen | 0 | 0 | |
C. GLOBAAL RESULTAAT | 108 | 73 |
2021 | 2020 | |
(x € 1.000) A. Nettoresultaat B. Toevoeging aan de reserves (+/-) 1. Toevoeging aan/onttrekking van de reserve van het positieve saldo van de variaties in reële waarde van de vastgoedbeleggingen Boekjaar Vorige boekjaren Vastgoedrealisatie 1. Toevoeging aan de reserve van het negatief saldo van de variaties in reële waarde van de vastgoedbeleggingen Boekjaar Vorige boekjaren Vastgoedrealisatie 2. Toevoeging aan/onttrekking van de reserve van de geschatte overdrachtsrechten en kosten bij de hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen (+/-) Boekjaar 3. Onttrekking van de reserve van het saldo van de variaties in reële waarde van de toegestane afdekkingsinstrumenten waarop de afdekkingsboekhouding wordt toegepast (-) Boekjaar Vorige boekjaren 4. Toevoeging aan de reserve van het saldo van de variaties in reële waarde van de toegestane afdekkingsinstrumenten waarop de afdekkingsboekhouding wordt toegepast (+) Boekjaar Vorige boekjaren 5. Onttrekking van de reserve van het saldo van de variaties in reële waarde van de toegestane afdekkingsinstrumenten waarop de afdekkingsboekhouding niet wordt toegepast (-) Boekjaar Vorige boekjaren 6. Toevoeging aan de reserve van het saldo van de variaties in reële waarde van de toegestane afdekkingsinstrumenten waarop de afdekkingsboekhouding niet wordt toegepast (+) Boekjaar Vorige boekjaren 7. Toevoeging aan/onttrekking van de reserve van het saldo van omrekeningsverschillen op monetaire activa en verplichtingen (-/+) 8. Toevoeging aan/onttrekking van de reserve voor latente belastingen op buitenlands vastgoed (-/+) 9. Toevoeging aan/onttrekking van de reserve van dividenden ontvangen voor de terugbetaling van financiële schulden (-/+) 10. Toevoeging aan/onttrekking van overige reserves (-/+) 11. Toevoeging aan/onttrekking van het overgedragen resultaat van het boekjaar of van vorig(e) boekjaar(en) 12. Toevoeging aan de wettelijke reserve C. Vergoeding van het kapitaal, voorzien in artikel 22, alinea 1 D. Vergoeding van het kapitaal voor het boekjaar, andere dan de vergoeding van het kapitaal voorzien in punt C E. Over te dragen resultaat | 108 -108 0 0 0 0 15 15 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 -123 0 0 0 2.600 | 73 -339 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 -335 -4 0 -404 2.477 |
STAAT VAN DE VARIATIES IN HET EIGEN VERMOGEN
(x € 1.000)
Op 1/1/2020 | Bestemming van het nettoresultaa t | Dividenden | Andere | Resultaat over het jaar | Kapitaalverhogi ng | Transformatie GVBF1 | Op 31/12/2020 | |
Kapitaal | 988 | 0 | 0 | 0 | 0 | 17.062 | 0 | 18.050 |
Reserves | 2.844 | 3 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2.847 |
Reserve voor veranderingen in | 580 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 580 |
de reële waarde van onroerend | ||||||||
goed | ||||||||
Reserve voor geschatte | -544 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -544 |
overdrachtsbelastingen | ||||||||
voortvloeiend uit de | ||||||||
hypothetische vervreemding van | ||||||||
vastgoedbeleggingen | ||||||||
Beschikbare reserve | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Wettelijke reserve | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overgedragen resultaat | 2.809 | 3 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2.812 |
Nettowinst van het jaar | 3 | -3 | 0 | 0 | 73 | 0 | 0 | 73 |
Totaal eigen vermogen | 3.835 | 0 | 0 | 0 | 73 | 17.062 | 0 | 20.970 |
Op 1/1/2021 | Bestemming van het nettoresultaa t | Dividenden | Andere | Resultaat over het jaar | Kapitaalverhogi ng | Transformatie GVBF2 | Op 25/8/2021 | |
Kapitaal | 18.050 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 18.050 |
Reserves | 2.848 | 73 | -404 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2.516 |
Reserve voor veranderingen in | 580 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 580 |
de reële waarde van onroerend | ||||||||
goed | ||||||||
Reserve voor geschatte | -544 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -544 |
overdrachtsbelastingen | ||||||||
voortvloeiend uit de | ||||||||
hypothetische vervreemding van | ||||||||
vastgoedbeleggingen | ||||||||
Beschikbare reserve | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Wettelijke reserve | 0 | 4 | 0 | 0 | 0 | 0 | 4 | |
Overgedragen resultaat | 2.812 | 69 | -404 | 0 | 0 | 0 | 2.477 | |
Nettowinst van het jaar | 73 | -73 | 0 | 0 | 108 | 0 | 0 | 108 |
Totaal eigen vermogen | 20.970 | 0 | -404 | 0 | 108 | 0 | 0 | 20.674 |
1 Alleen als het een GVBF-bedrijf is, dus niet van toepassing op een GVV
2 Alleen als het een GVBF-bedrijf is, dus niet van toepassing op een GVV
(x €1.000) | ||
2021 | 2020 | |
KAS EN KASEQUIVALENTEN AAN HET BEGIN VAN HET BOEKJAAR | 0 | 26 |
OPERATIONELE ACTIVITEITEN | ||
Nettoresultaat van de periode | 108 | 73 |
Terugneming van financiële lasten en opbrengsten | 2 | -4 |
Terugneming van meer- en minwaarden op verkoop van vastgoedactiva | 0 | 0 |
Terugneming van meer- en minwaarde op verkoop van financiële activa | 0 | 0 |
Terugneming van niet-monetaire lasten en opbrengsten | 15 | 0 |
Variatie in de behoefte aan werkkapitaal | 41 | -81 |
KASSTROOM UIT OPERATIONELE ACTIVITEITEN | 166 | -13 |
INVESTERINGSACTIVITEITEN | ||
Investeringen in immateriële vaste activa en andere materiële vaste activa | 0 | 0 |
Verwervingen en vastgoedbeleggingen | 0 | 0 |
Uitbreidingen van vastgoedbeleggingen | 0 | 0 |
Investeringen in vastgoedbeleggingen | -69 | -10.926 |
Verwervingen van dochtervennootschappen | 0 | 0 |
Verkoop van vastgoedbeleggingen | 0 | 0 |
Verkoop van gebouwen bestemd voor verkoop | 0 | 0 |
Betalingen van de exit taks | 0 | -342 |
Verkoop van vorderingen van langlopende en kortlopende financiële leasings | 0 | 0 |
Andere stromen als gevolg van investeringsactiviteiten | 0 | 1.029 |
KASSTROOM UIT INVESTERINGSACTIVITEITEN | -69 | -10.239 |
FINANCIERINGSACTIVITEITEN | ||
Oprichting en kapitaalverhoging | 0 | 17.062 |
Verwerving van eigen aandelen | 0 | 0 |
Verkoop van eigen aandelen | 0 | 0 |
Dividenden uitbetaald aan de aandeelhouders | -404 | 0 |
Ontvangen dividenden | 0 | 0 |
Terugkoop van minderheidsinteresten | 0 | 0 |
Variatie in de financiële schulden | 309 | -6.841 |
Ontvangen financiële opbrengsten | 0 | 9 |
Betaalde financiële kosten | -2 | -5 |
Andere stromen als gevolg van financieringsactiviteiten | 0 | 0 |
KASSTROOM UIT FINANCIERINGSACTIVITEITEN | -97 | 10.226 |
KAS EN KASEQUIVALENTEN AAN HET EINDE VAN HET BOEKJAAR | 0 | 0 |
BIJLAGE 1 - ALGEMENE INFORMATIE
VIADUCTSTRAAT NV (de ‘Vennootschap) is een GVBF (gespecialiseerd vastgoedbeleggingsfonds) naar Belgisch recht, met administratieve zetel gevestigd te 0000 Xxxxxxx (Woluwedal, 58).
De statutaire jaarrekeningen werden afgesloten door de Raad van Bestuur van 24/03/2022 en werden voorgelegd aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 11/05/2022.
Inschrijving van de vennootschap als institutionele GVBF
Het FOD Financiën heeft de Vennootschap op 31/12/2020 ingeschreven als institutionele GVBF. De datum van inwerkingtreding is diegene van de inschrijving op de lijst van GVBF door het FOD Financiën.
Als GVBF zal de Vennootschap een belastingstelsel genieten dat vergelijkbaar is met datgene van de openbare GVV Cofinimmo NV.
Het boekhoudkundig referentiestelsel voortaan van toepassing, is het IAS/IFRS referentiestelsel.
De eerste rekeningen die onder de IAS/IFRS normen gepubliceerd werden, zijn deze van het boekjaar 2020.
Cofinimmo heeft de vennootschap verworven op 11/05/2022. Bij afwezigheid aan informatie over de reële waarde van de vastgoedbelegging op 01/01/2019 (datum van omzetting naar IFRS), werd de reële waarde van de vastgoedbelegging op datum van verwerving gebruikt als benaderingswaarde van de reële waarde voor de periodes 01/01/2019, 31/12/2019 en 31/12/2020. De Vennootschap heeft eveneens de geschatte waarde erkent van de te betalen exit taks ten gevolge van de omzetting naar GVBF op 01/01/2019.
De vennootschap is opgeslorpt door de vennootschap Cofinimmo NV op datum 25/08/2021.
BIJLAGE 2 - BELANGRIJKE BOEKHOUDKUNDIGE METHODES
De statutaire rekeningen zijn opgesteld conform het referentiestelsel International Financial Reporting Standards zoals aangenomen door het Belgisch Koninklijk besluit van 09/11/2016 inzake de Gespecialiseerde vastgoedbeleggingsfondsen. De eerste rekeningen gepubliceerd onder de IAS/IFRS norm zijn deze van het boekjaar 2020.
In het kader van de opstelling van haar rekeningen moet de vennootschap bepaalde aanzienlijke oordelen formuleren in de toepassing van de boekhoudkundige principes (zoals bijvoorbeeld de vaststelling van de classificatie van huurcontracten) en tot bepaalde schattingen overgaan (onder meer de schatting van de voorzieningen). Om deze hypotheses te formuleren mag de Directie zich baseren op zijn ervaring, de bijstand van derden (vastgoeddeskundigen) en andere als relevant beschouwde bronnen. De werkelijke resultaten kunnen verschillen van deze schattingen. Indien nodig worden deze laatste regelmatig herzien en dientengevolge gewijzigd.
B. Grondslag van opstelling
De rekeningen zijn opgesteld in euro, afgerond tot het dichtstbijgelegen duizendtal. Ze worden opgesteld op basis van de historische kostprijs, met uitzondering van de volgende activa en verplichtingen die gewaardeerd zijn aan reële waarde: vastgoedbeleggingen en deelnemingen.
Bepaalde financiële informatie is afgerond. Bijgevolg kunnen de totaalbedragen licht afwijken van de exacte rekenkundige som van de aantallen die eraan voorafgaan.
C. Omzetting van vreemde munten
Vreemde valutatransacties worden initieel erkend aan de wisselkoers op de dag van de transactie. Op balansdatum worden de monetaire activa en verplichtingen uitgedrukt in vreemde valuta omgerekend aan de slotkoers. Wisselkoersverschillen, resulterend uit de verrekening van vreemde valuta en van de verrichtingen van monetaire activa en verplichtingen, uitgedrukt in vreemde valuta, worden in de resultatenrekeningen opgenomen als financiële opbrengst of financiële kost.
D. Financiële instrumenten
I. Geamortiseerde kostprijs en effectieve rentemethode
Interestdragende leningen, met uitzondering van de converteerbare obligatie, worden initieel aan kostprijs geboekt, verminderd met de toewijsbare transactiekosten. Vervolgens worden interestdragende leningen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs, waarbij het verschil tussen de aflossingskost en de aflossingswaarde geboekt wordt in de resultatenrekening over de periode van de leningen op basis van de methode van effectieve rente. Als voorbeeld worden
erelonen betaald aan de uitlener of wettelijke erelonen geïntegreerd in de berekening van de effectieve rente.
De financiële activa worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de SPPI-test (Solely payment of principal and interests), enerzijds gezien de Vennootschap ze wenst aan te houden, en anderzijds gezien de contractuele voorwaarden van het financiële actief op bepaalde data aanleiding geven tot kasstromen die uitsluitend bestaan uit betalingen van hoofdsom en rente.
II. Niet langer opnemen van financiële activa/verplichtingen
De Vennootschap neemt een financieel actief niet langer in het resultaat op als de contractuele rechten op de kasstromen uit dat actief vervallen of wanneer het financiële actief en vrijwel alle risico’s en voordelen van eigendom van het actief worden overgedragen aan een andere partij. Bij het niet langer opnemen van een financieel actief gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, wordt het verschil tussen de boekwaarde van het actief en de som van de ontvangen vergoeding en vordering opgenomen in het resultaat.
De Vennootschap neemt de financiële verplichtingen niet langer op wanneer contractuele verplichtingen vervallen of geannuleerd worden.
Tenslotte, wanneer er een wijziging gebeurt in de contractuele rechten of verplichtingen zonder dat dit leidt tot een verwijdering van het onderliggende financiële actief of de financiële verplichting, wordt het verschil t.o.v. de nieuwe waarde op de balans erkend in de resultatenrekening.
E. Vastgoedbeleggingen
Vastgoedbeleggingen zijn gebouwen die worden aangehouden om huurinkomsten op lange termijn te verwerven. In toepassing van IAS 40 worden vastgoedbeleggingen aan hun reële waarde gewaardeerd.
Onafhankelijke waarderingsdeskundigen bepalen om de drie maanden de waardering van de vastgoedportefeuille. Elke winst of verlies die het gevolg is van een wijziging in de reële waarde na de verwerving van een gebouw, wordt in de resultatenrekeningen geboekt. Huurinkomsten van vastgoedbeleggingen worden geboekt zoals beschreven in punt N.
De deskundigen voeren hun waardering uit op basis van de methode van de verdiscontering van de huurinkomsten in overeenstemming met de ‘International Valuation Standards/RICS Valuation Standards’, uitgegeven door het International
Valuation Standards Committee/Royal Institute of Chartered Surveyors en uiteengezet in het overeenkomstig verslag. Deze waarde, hierna ‘investeringswaarde’ genoemd, stemt overeen met de prijs die een derde-investeerder bereid zou zijn te betalen teneinde elk van de gebouwen van de portefeuille te verwerven om van hun huurinkomsten te genieten mits de tenlasteneming van de gerelateerde kosten, zonder aftrek van de overdrachtskosten.
De verkoop van een vastgoedbelegging is gewoonlijk onderhevig aan de betaling van de overdrachtsrechten of een belasting op de toegevoegde waarde aan de overheid. De deskundige trekt dan van de investeringswaarde van de vastgoedbeleggingen een aandeel van de overdrachtsrechten af, om zo de reële waarde van de gebouwen te bepalen, zoals vastgelegd in hun expertiseverslag.
Bij een verwerving of investeringen worden de overdrachtsrechten in geval van een latere hypothetische verkoop rechtstreeks in de resultatenrekening geboekt; elke variatie in de reële waarde van de gebouwen tijdens het boekjaar wordt eveneens in de resultatenrekeningen geboekt. Deze twee mutaties worden opgenomen in de reserve bij de verwerking van het resultaat van het boekjaar. Om de effectief gerealiseerde meer- of minwaarde te berekenen, moeten de overdrachtsrechten bij een verkoop niet worden afgetrokken van het verschil tussen de bekomen prijs en de boekwaarde van de gebouwen. De rechten worden bij de verwerving reeds opgenomen in de resultatenrekening.
Een vastgoedbelegging wordt overgeboekt als vast actief voor eigen gebruik indien hij door de eigenaar in gebruik wordt genomen, en zijn reële waarde op de datum van de overboeking wordt de kost voor zijn boekhoudkundige verwerking erna.
F. Projectontwikkelingen
Gebouwen die gebouwd, gerenoveerd, ontwikkeld of herontwikkeld zijn voor toekomstig gebruik als vastgoedbelegging worden opgenomen in de rubriek projectontwikkelingen en gewaardeerd aan hun reële waarde totdat de werken voltooid zijn. Dit betreft zorgactiva in aanbouw of in ontwikkeling (uitbreiding) en leegstaande kantoorgebouwen die gerenoveerd of herontwikkeld worden of zullen worden. Op het ogenblik dat de werken beëindigd zijn, worden de gebouwen overgeboekt van de rubriek ‘Projectontwikkelingen’ naar de rubriek ‘Gebouwen beschikbaar voor verhuur’ of ’Gebouwen beschikbaar voor verkoop’ indien ze verkocht zullen worden. De reële waarde van de kantoorgebouwen die gerenoveerd of herontwikkeld zullen worden, vermindert bij nadering van de einddatum van de huurovereenkomst en de begindatum van de werken.
Alle kosten die rechtstreeks met de verwerving en de bouw verbonden zijn en alle daaropvolgende investeringsuitgaven die als verwervingskosten worden gekwalificeerd, worden gekapitaliseerd. Indien de duur van het project een jaar overschrijdt, worden de interestkosten gekapitaliseerd aan een interest die de gemiddelde leningkost van de Groep weerspiegelt.
G. Huurcontracten
I. De Vennootschap als verhuurder
a. Types van langetermijnhuurovereenkomsten
Onder de wetgeving kan vastgoed onder twee verschillende regimes langdurig worden verhuurd:
– gewone langetermijnhuurovereenkomsten: de verplichtingen van de verhuurder blijven in essentie gelijk aan die in alle andere huurovereenkomsten, bv. verzekeren dat de bezette ruimte gedurende de volledige termijn van de overeenkomst beschikbaar blijft voor de huurder. De verhuurder voldoet aan deze verplichting als hij de onderhoudslasten (andere dan huurlasten) en de verzekeringskosten tegen brand en andere schadegevallen draagt;
– langetermijnhuurovereenkomsten die gepaard gaan met de overdracht van een zakelijk recht door de rechtverschaffer aan de begunstigde: in dit geval zal het eigendomsrecht tijdelijk overgedragen worden aan de begunstigde die o.a. de onderhouds- (andere dan huurlasten) en verzekeringskosten zal dragen. Onder deze categorie vallen drie contracttypes onder Belgisch recht: (a) de erfpachtovereenkomst, die minimaal 27 jaar en maximaal 99 jaar duurt en van toepassing kan zijn op terreinen en/of gebouwen, (b) het opstalrecht, dat geen minimumduur heeft maar de termijn van 50 jaar niet mag overschrijden en (c) het recht van vruchtgebruik, dat geen minimumtermijn heeft maar de termijn van 30 jaar niet mag overschrijden. Het kan gelden voor bebouwde of braakliggende grond. In al deze contracten behoudt de rechtverschaffer het residueel recht, in die mate dat hij het volledige eigendomsrecht van het gebouw op het einde van de overeenkomst terugkrijgt, inclusief het eigendomsrecht van de constructies van de begunstigde, met of zonder schadeloosstelling voor deze constructies, afhankelijk van de contractuele voorwaarden. Er kan echter voor het residueel recht een aankoopoptie verleend worden, die de begunstigde gedurende of op het einde van de overeenkomst kan uitoefenen.
b. Langetermijnhuurovereenkomsten onder de vorm van financiële leasing
Indien de huurovereenkomsten voldoen aan de voorwaarden van een financiële leasing volgens de norm IFRS 16:63, zal de Vennootschap, als rechtverschaffer, de huurovereenkomst bij haar aanvang in de balans ingeven als een vordering, voor
een bedrag gelijk aan de netto-investering in de huurovereenkomst. Het verschil tussen dit laatste bedrag en de boekwaarde van de verhuurde eigendom bij de aanvang van de huurovereenkomst (exclusief de waarde van het residueel recht die de Vennootschap behoudt) zal geboekt worden in de resultatenrekeningen van die periode. Elke verrichte periodieke betaling door de leasingnemer zal door de Vennootschap gedeeltelijk ingebracht worden als een terugbetaling van kapitaal en gedeeltelijk als een financiële opbrengst, gebaseerd op een constante periodieke return voor de Vennootschap.
Het door de Vennootschap behouden residueel recht zal op elke balansdatum geboekt worden aan reële waarde. Deze waarde zal elk jaar stijgen en op het einde van de huurovereenkomst overeenstemmen met de marktwaarde van de volle eigendom. De variaties in de reële waarde zullen geboekt worden onder de rubriek ‘Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen’ in de resultatenrekening.
II. De Vennootschap als huurder
Bij elk nieuw contract evalueert de Vennootschap of het een leaseovereenkomst betreft. Indien dit het geval is, erkent de groep een gebruiksrecht op het actief en een overeenkomstige leaseverplichting op het passief (behalve voor leasetermijnen op korte termijn of indien het onderliggend actief een lage waarde heeft, waarvoor de groep een eenvoudige operationele kost erkent).
a. Leaseverplichting
De leaseverplichting wordt initieel geboekt tegen de geactualiseerde waarde van de toekomstige huren overeenkomstig de leaseovereenkomst. De actualisatievoet is de impliciete rente van het contract. Indien deze niet vastgesteld kan worden, wordt de marginale interestvoet van de groep toegepast. Elke periodieke betaling van de groep zal deels behandeld worden als een terugbetaling van de hoofdsom en deels als een financiële kost.
b. Gebruiksrecht
Het gebruiksrecht wordt initieel geboekt op de actiefzijde voor een bedrag dat overeenkomt met de leaseverplichting, rekening houdend met de eventuele kosten verbonden aan de verkrijging van de overeenkomst. Vervolgens zal dit recht afgeschreven worden volgens de looptijd van de overeenkomst (tenzij de geanticipeerde gebruiksduur korter is dan vooropgesteld in de overeenkomst). Het gebruiksrecht wordt voorgesteld tussen de activa van dezelfde aard in volle eigendom.
H. Andere vaste activa
I. Vaste activa voor eigen gebruik
In overeenstemming met de alternatieve methode toegestaan door de norm IAS 16, § 31 wordt het deel van het gebouw dat door de vennootschap zelf als maatschappelijke zetel wordt gebruikt, gewaardeerd aan reële waarde. Het is opgenomen onder de rubriek ‘Materiële vaste activa voor eigen gebruik’.
II. Daaropvolgende uitgaven
De uitgaven om een gebouw te renoveren dat afzonderlijk wordt geboekt, worden gekapitaliseerd. De andere uitgaven worden enkel gekapitaliseerd wanneer zij de toekomstige economische winsten van het gebouw verhogen. Alle andere uitgaven worden als kosten in de resultatenrekeningen geboekt.
III. Afschrijving
Vastgoedbeleggingen, zij het terreinen of constructies, worden niet afgeschreven maar geboekt aan reële waarde (zie punt G). Een afschrijving wordt geboekt in de resultatenrekeningen op lineaire basis over de verwachte economische levensduur, zoals hieronder beschreven:
– installaties 4-10 jaar;
– meubilair 8-10 jaar;
– computerhardware 3-4 jaar;
– software 4 jaar.
De afschrijving van software kan echter gespreid worden over een langere periode die overeenkomt met de waarschijnlijke gebruiksduur en in overeenstemming is met de snelheid waarmee de economische voordelen van het actief verbruikt worden.
IV. Activa bestemd voor verkoop
De activa bestemd voor verkoop (vastgoedbeleggingen) worden afzonderlijk in de balans voorgesteld aan een waarde die overeenstemt met hun reële waarde.
V. Waardevermindering (‘Impairment’)
De andere vaste activa zijn enkel onderworpen aan een waardeverminderingstest wanneer kan worden aangetoond dat hun boekwaarde niet invorderbaar zal zijn door hun gebruik of verkoop.
I. Financiële vaste activa - Deelnemingen
De deelnemingen worden gewaardeerd aan reële waarde. Wijzigingen in de reële waarde worden opgenomen in de resultatenrekening.
De reële waarde van de deelneming in een dochtervennootschap wordt benaderd door het aandeel van de vennootschap in het geherwaardeerd netto-actief van betrokken dochtervennootschap.
J. Kas en kasequivalenten
Kas en kasequivalenten bevatten de bankrekeningen, geldmiddelen en kortetermijnbeleggingen.
K. Eigen vermogen
I. Gewone aandelen
Gewone aandelen worden geclassificeerd als eigen vermogen. De externe kosten die onmiddellijk toewijsbaar zijn aan de uitgifte van nieuwe aandelen worden afgetrokken van de opgehaalde bedragen, verminderd met belastingen.
II. Dividenden
Dividenden worden geboekt als schuld na hun goedkeuring door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders.
L. Voorzieningen
Een voorziening wordt geboekt in de balans wanneer de Vennootschap een wettelijke of contractuele verplichting heeft naar aanleiding van een gebeurtenis uit het verleden, en waarbij het waarschijnlijk is dat een uitgaande kasstroom noodzakelijk zal zijn om aan de verplichting te voldoen. Voorzieningen worden gewaardeerd door de verwachte toekomstige kasstromen aan de actuele marktrente te berekenen en, indien toepasbaar, door het specifieke risico dat aan de verplichting gelinkt is te weerspiegelen.
M. Handels- en andere schulden
Handels- en andere schulden worden aan geamortiseerde kostprijs gewaardeerd.
N. Operationele opbrengsten
De operationele opbrengsten omvatten de huurinkomsten en opbrengsten resulterend uit de vastgoeddiensten.
De inkomsten van de huurovereenkomsten worden geboekt in de rubriek ‘Huurinkomsten’. Sommige huurovereenkomsten voorzien een gratis gebruiksperiode gevolgd door een periode waarin de huurder de overeengekomen huur verschuldigd is. In dat geval wordt het totale bedrag van het te ontvangen contractuele huurgeld tot aan de eerste opzegmogelijkheid door de huurder in het resultaat geboekt (rubriek ‘Huurinkomsten’) pro rata temporis over de looptijd van de huurovereenkomst die loopt van de datum van ingebruikname tot aan de datum van die eerste opzegmogelijkheid (i.e. over de vaste looptijd van de huurovereenkomst). Meer in het bijzonder wordt het contractuele huurgeld, uitgedrukt als een jaarlijks bedrag, eerst geboekt onder opbrengsten en de huurkorting wordt over deze vaste looptijd van de huurovereenkomst gespreid en vervolgens geboekt in de kosten. Bijgevolg wordt eerst een overlopende actiefrekening gedebiteerd bij het begin van de huurovereenkomst die overeenkomt met de verschuldigde maar nog niet vervallen huurinkomsten (zonder huurkorting).
Wanneer de waarderingsdeskundigen de waarde van de gebouwen schatten op basis van de methode van de toekomstige geactualiseerde cashflows, integreren ze de totale nog te ontvangen huurgelden in deze waarden. Bijgevolg is de overlopende rekening waarvan hierboven sprake een dubbel gebruik met het aandeel van de waarde van de gebouwen die de al in het resultaat geboekte verschuldigde maar nog niet vervallen huurgelden vertegenwoordigt. Ter vermijding van deze dubbele boeking die het balanstotaal en het eigen vermogen onterecht zou opblazen, wordt het bedrag in de overlopende rekening vervolgens tegengeboekt door een boeking in de rubriek ‘Ander portefeuilleresultaat’. Na de datum van de eerste opzegmogelijkheid moet er geen last meer in het resultaat worden geboekt, zoals dit zonder tegenboeking wel het geval zou zijn geweest.
Uit het voorgaande resulteert dat het operationele resultaat vóór resultaat op de portefeuille (en dus het nettoresultaat van de kernactiviteiten van het analytisch formaat) de huurgelden gespreid over de vaste looptijd van de huurovereenkomst weerspiegelt, terwijl het nettoresultaat de huurgelden weerspiegelt vanaf en naarmate de inning ervan.
De huurvoordelen toegekend aan huurders worden geboekt over de vaste looptijd van de huurovereenkomst. Het gaat om incentives waarbij de eigenaar bepaalde kosten ten laste neemt die de huurder normaal zou moeten dragen, zoals bijvoorbeeld de kosten voor de inrichting van de privatieve ruimten.
O. Operationele kosten
I. Kosten van diensten
De kost van betaalde diensten, inclusief deze ten laste genomen voor rekening van de huurders, worden opgenomen in de rechtstreekse huurkosten. Hun terugwinning bij de huurders wordt afzonderlijk voorgesteld.
II. Uitgevoerde werken in de gebouwen
Afhankelijk van het type werken worden de uitgevoerde werken die onder de verantwoordelijkheid van de eigenaar vallen op drie verschillende manieren geboekt:
• onderhouds- en herstellingskosten die geen bijkomende functionaliteit verlenen of die het niveau van comfort in het gebouw niet verbeteren, worden geboekt als courante kosten van de boekhoudperiode en als vastgoedkosten;
• uitgebreide renovatiewerken: deze worden normaal om de 25 tot 35 jaar uitgevoerd en gaan gepaard met een praktisch volledige heropbouw van het gebouw waarbij, in de meeste gevallen, het bestaande geraamte hergebruikt wordt en de recentste bouwtechnieken toegepast worden. Bij de voltooiing van dergelijke renovatiewerken kan de eigendom als nieuw worden aanzien. De kosten van deze renovatiewerken worden gekapitaliseerd;
• verbeteringswerken: dit zijn werken die op een occasionele basis worden uitgevoerd om functionaliteiten aan de eigendom toe te voegen of het comfort aanzienlijk te verbeteren. Deze moeten het mogelijk maken om de huur, en op die manier ook de geschatte huurwaarde, te verhogen. De kosten van deze werken worden gekapitaliseerd voor zover de deskundige normaliter zijn waardering van de eigendom pro tanto verhoogt. Voorbeeld: installatie van een airconditioningsysteem waar er voorheen nog geen bestond.
De werven waarvoor kosten worden gekapitaliseerd, worden geïdentificeerd in overeenstemming met de hierboven vermelde criteria gedurende het stadium van voorbereiding van het budget. Kosten die worden gekapitaliseerd omvatten materialen, vergoedingen van aannemers, technische studies, interne kosten, architectenvergoedingen en interesten gedurende de constructieperiode.
III. Commissies betaald aan vastgoedmakelaars en andere transactiekosten
Commissies m.b.t. de verhuring van gebouwen worden geboekt in de uitgaven van het lopende jaar in de rubriek van de ‘Commerciële kosten’.
Commissies m.b.t. de aankoop van gebouwen, registratierechten, notariskosten en andere extra kosten worden aanzien als transactiekosten en worden opgenomen in de verwervingskosten van het aangekochte gebouw. Deze kosten worden ook aanzien als een deel van de verwervingskost wanneer de aankoop is gedaan via een bedrijfscombinatie.
Commissies betaald bij de verkoop van gebouwen worden in mindering gebracht van de verkregen verkoopprijs om de gerealiseerde winst of verlies te bepalen.
De waarderingskosten van de gebouwen en de technische waarderingskosten worden altijd in courante uitgaven opgenomen.
IV. Financieel resultaat
De nettofinancieringskosten omvatten de te betalen interesten op leningen berekend volgens de effectieve rentemethode. Rente-inkomsten worden pro rata temporis in de resultatenrekeningen geboekt, rekening houdend met het effectieve rendement van het actief.
Dividendinkomsten worden in de resultatenrekeningen geboekt op de dag dat het dividend wordt bekendgemaakt.
P. Belasting op het resultaat
De belasting op het resultaat van het boekjaar omvat de courante belastinglasten. De belasting op het resultaat van het boekjaar wordt geboekt in de resultatenrekeningen, met uitzondering van het deel dat betrekking heeft op de elementen die rechtstreeks in het eigen vermogen geboekt worden. De courante belastinglasten zijn de verwachte belastingschulden op het belastbaar inkomen van het jaar, gebaseerd op belastingtarieven die gelden op de balansdatum, en elke aanpassing aan belastingschulden aangaande de voorgaande jaren.
Q. Exit taks en uitgestelde belastingen
De exit taks is de belasting op de meerwaarde als gevolg van de erkenning van een Belgische vennootschap als GVV ( of GVBF) of als gevolg van een fusie van een niet-GVV met een GVV. Wanneer de vennootschap die geen GVV is maar wel in aanmerking komt voor dit stelsel voor het eerst in de consolidatiekring van de Groep wordt opgenomen, wordt een voorziening voor exit taks geboekt samen met een herwaarderingsmeerwaarde om het gebouw op marktwaarde te brengen, rekening houdend met een geplande fusie- of erkenningsdatum. Elke daaropvolgende aanpassing aan deze exit taks-verplichting wordt geboekt in de resultatenrekening. Wanneer de erkenning verkregen is of de fusie gerealiseerd is,
verandert de voorziening in een schuld. Elk verschil tussen de schuld en de voorziening wordt in de resultatenrekening geboekt.
R. Schattingen, beoordelingen en belangrijkste bronnen van onzekerheid
I. Reële waarde van de vastgoedportefeuille
De portefeuille van de Vennootschap wordt driemaandelijks gewaardeerd door onafhankelijke waarderingsdeskundigen. Deze waardering van de externe waarderingsdeskundigen is bedoeld om de marktwaarde van een gebouw te bepalen op een bepaalde datum in functie van de evolutie van de markt en de kenmerken van de desbetreffende gebouwen. De vennootschap maakt ook zelf en parallel aan het werk van de waarderingsdeskundigen een waardering van haar portefeuille vanuit het perspectief van continue uitbating ervan door haar eigen teams. De portefeuille wordt geboekt tegen de reële waarde die door de onafhankelijke waarderingsdeskundigen wordt bepaald.
II. Reële waarde van de deelnemingen
De reële waarde van de deeneming in een dochtervennootschap wordt benaderd door het aandeel van de vennootschap in het geherwaardeerd netto-actief van betrokken dochtervennootschap.
III. Coronavirus COVID-19
Naar aanleiding van de coronavirus COVID-19 epidemie die is opgetreden in de landen waar de groep actief is, heeft Xxxxxxxxx verschillende maatregelen genomen om de continuïteit van haar activiteiten te verzekeren en tegelijkertijd de gezondheid en het welzijn vanal haar stakeholders tot haar prioriteit te maken.
S. Klimaatgerelateerde aspecten
De klimaatgerelateerde aspecten worden behandeld in bijlage 18 (vastgoedbeleggingen) van de huidige rekeningen.
Verklaring met betrekking tot de geconsolideerde rekeningen
De Vennootschap is een dochtervennootschap van Cofinimmo NV. Laatstgenoemde stelt geconsolideerde rekeningen op en publiceert deze. Hierin zijn de jaarrekeningen van de vennootschap opgenomen via consolidatie.
Moedervennootschap : Cofinimmo NV Xxxxxxxxx, 00
0000 Xxxx-Xxxxxxxxxx-Xxxxxx
0426.184.049
2020
2021
XXXXXXX 0 - XXXXXXXXXXXXX EN MET HUUR VERBONDEN KOSTEN Huurinkomsten Huren Potentiële brutohuurinkomst Huurleegstand Huurkortingen Huurvoordelen toegekend aan huurders Vergoedingen voor vroegtijdig verbroken huurcontracten TOTAAL Met verhuur verbonden kosten Te betalen huur voor verhuurde ruimten Waardeverminderingen op handelsvorderingen Terugnemingen van waardeverminderingen op handelsvorderingen TOTAAL | 589 589 0 -49 0 0 540 0 0 0 0 540 | 503 503 0 -42 0 0 461 0 0 0 0 461 |
Totaalbedrag van de toekomstige minimale huurinkomsten krachtens de niet-opzegbare | (x € 1.000) | |
huurovereenkomsten in voege op 31.12 (x 0 000 XXX) | 0000 | 0000 |
op minder dan één jaar | 907 | 900 |
Op meer dan één jaar maar minder dan twee jaar | 907 | 900 |
Op meer dan twee jaar maar minder dan drie jaar | 907 | 900 |
Op meer dan drie jaar maar minder dan vier jaar | 907 | 900 |
Op meer dan vier jaar maar minder dan vijf jaar | 907 | 900 |
Op meer dan vijf jaar | 18.556 | 19.307 |
TOTAAL | 23.092 | 23.807 |
Continuïteit is verzekerd bij Cofinimmo NV na de fusie van deze entiteit.
2020
2021
BIJLAGE 4 - HUURLASTEN EN BELASTINGEN GEDRAGEN DOOR DE EIGENAAR OP VERHUURDE GEBOUWEN Recuperatie van huurlasten en belastingen normaal gedragen door de huurder op verhuurde gebouwen Doorrekening van huurlasten gedragen door de eigenaar Doorrekening van voorheffingen en belastingen op verhuurde gebouwen Huurlasten en belastingen normaal gedragen door de huurder op verhuurde gebouwen Huurlasten gedragen door de eigenaar Voorheffingen en belastingen op verhuurde gebouwen TOTAAL | 0 0 0 0 0 0 0 | 0 0 0 0 0 0 0 |
2020
2021
BIJLAGE 5 - NETTO HERDECORATIEKOSTEN | ||
Kosten van de huurders en gedragen door de eigenaar op huurschade en wederinstaatstelling op het einde van de huur | 0 | 0 |
Recuperatie van vastgoedkosten | 0 | 0 |
TOTAAL | 0 | 0 |
BIJLAGE 6 - TECHNISCHE KOSTEN Recurrente technische kosten Herstellingen Verzekeringspremie Niet-recurrente technische kosten Schadegevallen Ontvangen vergoedingen van verzekeringsmaatschappijen voor verliezen door schadegevallen Verliezen door schadegevallen gedekt door verzekeringscontracten TOTAAL | 0 0 0 0 0 0 0 0 | 9 0 9 0 0 0 0 9 |
Makelaarscommissies | 0 | 0 |
Publiciteit | 0 | 0 |
Diverse erelonen en andere deskundigen | 0 | 1 |
TOTAAL | 0 | 1 |
BIJLAGE 8 - BEHEERKOSTEN | Beheerkosten vastgoed | Algemene kosten van de vennootschap | Totaal | |||
0000 | 0000 | 0000 | 2020 | 2021 | 2020 | |
Kosten van de zetel | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Erelonen betaald aan derde partijen | 14 | 32 | 6 | 14 | 20 | 46 |
Recurrente | 14 | 18 | 6 | 8 | 20 | 26 |
Niet-recurrente | 0 | 14 | 0 | 6 | 0 | 20 |
Public relations, communicatie en publiciteit | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Personeelskosten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bezoldigingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Sociale zekerheid | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Pensioenen en andere uitkeringen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Taksen en wettelijke kosten | 2 | 1 | 1 | 0 | 3 | 1 |
TOTAAL | 16 | 33 | 7 | 14 | 22 | 47 |
Deze kosten dekken de algemene kosten van de vennootschap als juridische entiteit die het stelsel van GVBF geniet. Deze kosten worden aangegaan om volledige en continue informatie te verschaffen, om economisch vergelijkbaar te zijn met andere types van investeringen en om aan de beleggers de mogelijkheid te bieden op een liquide manier onrechtstreeks in een vastgoedportefeuille te investeren.
De vaste emolumenten van de commissaris Deloitte, Bedrijfsrevisoren voor het onderzoek en de revisie van de statutaire rekeningen van de vennootschap bedroegen 4.682 EUR (excl. btw).
(x € 1.000) | 2021 | 2020 |
Emolumenten van de commissaris | 5 | 8 |
Emolumenten voor het uitoefenen van het mandaat van commissaris | 5 | 5 |
Emolumenten voor uitzonderlijke prestaties of bijzondere opdrachten bij de groep | 0 | 3 |
Andere attesteringsopdrachten | 0 | 3 |
Opdrachten van fiscale raadgeving | 0 | 0 |
Andere opdrachten buiten de opdrachten van revisor | 0 | 0 |
Emolumenten van personen die verbonden zijn met de commissaris | 0 | 0 |
Emolumenten voor het uitoefenen van het mandaat van commissaris | 0 | 0 |
Emolumenten voor uitzonderlijke prestaties of bijzondere opdrachten bij de groep | 0 | 0 |
Andere attesteringsopdrachten | 0 | 0 |
Opdrachten van fiscale raadgeving | 0 | 0 |
Andere opdrachten buiten de opdrachten van revisor | 0 | 0 |
TOTAAL | 5 | 8 |
2020
2021
BIJLAGE 9 - RESULTAAT UIT VERKOOP VAN VASTGOEDBELEGGINGEN EN ANDERE NIET-FINANCIËLE | ||
ACTIVA | ||
Verkoop van vastgoedbeleggingen | ||
Nettoverkoop van gebouwen (verkoopprijs – transactiekosten) | 0 | 0 |
Boekhoudkundige waarde van de verkochte gebouwen (reële waarde van de vervreemde activa) | 0 | 0 |
Overige | 0 | 0 |
SUBTOTAAL | 0 | 0 |
Verkoop van andere niet-financiële activa | ||
Nettoverkoop van andere niet-financiële activa | 0 | 0 |
Andere boekhoudkundige waarde van de verkochte van niet-finaciële activa | 0 | 0 |
Overige | 0 | 0 |
SOUS-TOTAL | 0 | 0 |
TOTAAL | 0 | 0 |
2020
2021
BIJLAGE 10 - VARIATIES IN DE REËLE WAARDE VAN VASTGOEDBELEGGINGEN | ||
Positieve variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen | -2 | 0 |
Negatieve variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen | -13 | 0 |
TOTAAL | -15 | 0 |
2020
2021
BIJLAGE 11 - VARIATIES IN DE REËLE WAARDE VAN FINANCIËLE ACTIVA EN PASSIVA | ||
Variaties in de reële waarde van andere financiële activa (*) | 0 | 0 |
TOTAAL | 0 | 0 |
(*) Financiële vaste activa worden gewaardeerd tegen hun reële waarde via de resultatenrekening.
2020
2021
BIJLAGE 12 - ANDER RESULTAAT OP PORTEFEUILLE | ||
Afschrijvingen vastgoedbeleggingen | 0 | 0 |
Huurkortingen | -393 | -335 |
Uitgestelde belastingen | 0 | 0 |
Overige | 0 | 0 |
TOTAAL | -393 | -335 |
2020
2021
BIJLAGE 13 - FINANCIËLE INKOMSTEN | ||
Interestopbrengsten van vorderingen van financiële leasings | 0 | 0 |
Interestopbrengsten in het kader van financiering van de werken voor rekening van de huurders | 0 | 0 |
Nettoverkoopopbrengsten op vorderingen van financiële leasings | 0 | 0 |
Nettoverkoopopbrengsten op verkocht van financiële activa | 0 | 0 |
Netto verkoopopbrengst bij realisatie van financiële leasings | 0 | 0 |
Interestopbrengsten op voorschotten dochtervennootschappen | 0 | 9 |
Ontvangen dividenden | 0 | 0 |
Overige financiële inkomsten | 0 | 0 |
TOTAAL | 0 | 9 |
2020
2021
BIJLAGE 14 - NETTO-INTERESTKOSTEN | ||
Nominale interesten op leningen | 0 | 0 |
Investeringskredieten - vlottende of vaste rente | 0 | 0 |
Andere interestkosten | 0 | 0 |
TOTAAL | 0 | 0 |
2020
2021
BIJLAGE 15 - ANDERE FINANCIËLE KOSTEN | ||
Nettominwaarden op verkoop van financiële activa | 0 | 0 |
Nettominwaarden op verkoop van vorderingen van financiële leasings | 0 | 0 |
Overige | 2 | 5 |
Bankkosten en andere commissies | 0 | 1 |
Rente op intercompany vorderingen | 2 | 1 |
Overige - Interesten | 0 | 3 |
TOTAAL | 2 | 5 |
2020
2021
BIJLAGE 16 - INKOMSTENBELASTING | |||
Resultaat vóór belastingen | 108 | 73 | |
Vennootschapsbelasting | 0 | 0 | |
Exit taks | 0 | 0 | |
Overige | 0 | 0 | |
TOTAAL FISCALE LASTEN | 0 | 0 |
2021
BIJLAGE 17 - RESULTAAT PER AANDEEL | ||
Nettoresultaat van de periode in KEUR | 108 | 73 |
Aantal gewone en bevoorrechte aandelen deelgerechtigd in het resultaat van de periode | 186 | 186 |
Nettoresultaat per aandeel (EUR/aandeel) | 578,04 | 389,83 |
2020
2021
BIJLAGE 18 - VASTGOEDBELEGGINGEN | ||
Gebouwen beschikbaar voor verhuur | 21.805 | 21.752 |
Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx | 0 | 0 |
Xxxxx activa voor eigen gebruik | 0 | 0 |
TOTAAL | 21.805 | 21.752 |
Bepaling van de reële waarde
Gebouwen beschikbaar voor verhuur | ||
OP 01.01 | 21.752 | 10.825 |
Gekapitaliseerde kosten | 69 | 10.926 |
Verwervingen, fusies | 0 | 0 |
Overdrachten van/naar projectontwikkelingen | 0 | 0 |
Overdrachten van/naar activa bestemd voor verkoop | 0 | 0 |
Verkopen/Afstanden (reële waarde van verkochte/afgestane activa) | 0 | 0 |
Terugnemingen van overgedragen huren | 0 | 0 |
Verhoging/(verlaging) van de reële waarde | -15 | 0 |
OP 31.12 | 21.806 | 21.752 |
Reële waarde van de vastgoedbeleggingen
Vastgoedbeleggingen worden geboekt aan reële waarde, gebruik makend van het model van de reële waarde overeenkomstig de norm IAS 40. Deze reële waarde is gelijk aan de prijs waarvoor een gebouw verhandeld kan worden tussen goed geïnformeerde en bereidwillige partijen die in normale mededingingsomstandigheden handelen. Het werd bepaald door de onafhankelijke deskundigen in twee fases.
In een eerste fase bepalen de deskundigen de investeringswaarde van elk gebouw (zie methodes hierna).
In een tweede fase trekken de deskundigen van de investeringswaarde een geschat bedrag voor transactiekosten af die de koper of verkoper moet betalen om een eigendomsoverdracht te kunnen uitvoeren. De investeringswaarde min de geschatte transactiekosten (overdrachtsrechten) is de reële waarde overeenkomstig de norm IAS 40.
Bij de bepaling van de reële waarde van vastgoedbeleggingen worden de geplande investeringen (met inbegrip van klimaatgerelateerde investeringen) doorgegeven aan de onafhankelijke schattingdeskundigen, die onder meer rekening houden met de kwaliteit van het vastgoed op de waarderingsdatum. De groep is dan ook van oordeel dat klimaatgerelateerde aspecten geïntegreerd zijn in de waardering van vastgoedbeleggingen.
In België is de overdracht van eigendom in principe onderworpen aan overdrachtsrechten. Het bedrag van deze rechten is afhankelijk van de overdrachtsmethode, de hoedanigheid van de koper en de geografische ligging van het goed. De eerste twee elementen, en bijgevolg het bedrag van de te betalen rechten, zijn slechts gekend eens de eigendomsoverdracht werd voltooid.
De waaier aan mogelijkheden van vastgoedoverdracht en hun overeenstemmende rechten zijn voornamelijk de volgende:
• verkoopovereenkomsten voor vastgoed: 12,5 % voor goederen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in Wallonië, 10 % voor goederen gelegen in Vlaanderen (12 % vanaf 01.01.2022);
• verkoop van vastgoed onder het makelaarsregime: 4,0 % tot 8,0 %, volgens de Gewesten;
• erfpachtovereenkomsten voor vastgoed (tot 99 jaar voor het opstalrecht en voor het erfpachtrecht): 2,0 %;
• verkoopovereenkomsten voor vastgoed waarbij de koper een instantie van publiek recht is (bv. een entiteit van de Europese Unie, van de Federale Regering, van een regionale regering of van een buitenlandse regering): vrijstelling van rechten;
• inbreng in natura van vastgoed tegen uitgifte van nieuwe aandelen ten voordele van de inbrenger: vrijstelling van
rechten;
• verkoopovereenkomst voor aandelen van een vastgoedvennootschap: afwezigheid van rechten;
• fusie, splitsing of andere reorganisatie van vennootschappen: afwezigheid van rechten enz.
Het effectieve percentage van de overdrachtsrechten varieert van 0% tot 12,5%. Het is onmogelijk te voorspellen welk percentage van toepassing zal zijn bij de overdracht van een gegeven vastgoed vooraleer de overdracht werkelijk plaatsvond.
Voor transacties van gebouwen met een waarde van meer dan 2,5 miljoen EUR en gezien de waaier aan methodes van eigendomsoverdracht (zie hierboven), hebben de deskundigen de rechten berekend op 2,5%.
Voor de transacties van gebouwen waarvan de totale waarde kleiner is dan 2,5 miljoen EUR, dient men rekening te houden met overdrachtsrechten van 12,0% tot 12,5% volgens het Gewest waarin de gebouwen gelegen zijn.
Bepaling van het evaluatieniveau van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen
De in de balans opgenomen reële waarde van vastgoedbeleggingen is uitsluitend het resultaat van de waardering van de portefeuille door onafhankelijke vastgoeddeskundigen.
Voor de waardebepaling van de reële waarde van de vastgoedbeleggingen werden de aard, de kenmerken en de risico’s van deze gebouwen en de beschikbare marktgegevens onderzocht.
Omwille van de liquiditeit van de markt en de moeilijkheid om transactiegegevens te bekomen die op een onbetwistbare manier vergelijkbaar zijn, is het evaluatieniveau van de reële waarde van de Vennootschap gebouwen overeenkomstig de IFRS 13 norm, gelijk aan niveau 3 en dit voor de volledige portefeuille.
(x € 1000) | 2021 | 2020 |
Soort activa | ||
Zorgvastgoed | 21.805 | 21.752 |
België | 21.805 | 21.752 |
Totaal | 21.805 | 21.752 |
(1) De basis van de evaluaties die leidt tot de reële waarden kan gekwalificeerd worden volgens IFRS 13 in:
• Niveau 1: genoteerde prijzen observeerbaar op de activamarkten;
• Niveau 2: andere observeerbare gegevens dan de genoteerde prijzen opgenomen in niveau 1;
• Niveau 3: niet- observeerbare gegevens.
Gebruikte waarderingsmethodes
Op basis van een multicriteria werkwijze gebruiken de vastgoeddeskundigen de volgende waarderingsmethodes:
Methode van kapitalisatie van de Geschatte Huurwaarde
Bij deze methode wordt de Geschatte Huurwaarde van het goed gekapitaliseerd door middel van een kapitalisatievoet (‘yield’) in lijn met de vastgoedmarkt. De keuze van de gebruikte kapitalisatievoet is gekoppeld aan de kapitalisatievoet van de vastgoedbeleggingsmarkt. Deze houden rekening met de ligging van het goed en met de kwaliteit van de gebouwen en de huurders op de waarderingsdatum. De waarden komen overeen met de door potentiële investeerders op de waarderingsdatum geanticipeerde waarde. Bij de bepaling van de Geschatte Huurwaarde wordt rekening gehouden met de marktgegevens, de ligging van het gebouw, de kwaliteit van het gebouw, voor zorginstellingen het aantal bedden en indien deze beschikbaar is, de financiële informatie (EBITDAR) van de huurder.
De daaruit resulterende waarde moet worden gecorrigeerd indien de lopende huur een operationeel resultaat genereert dat hoger of lager is dan de Geschatte Huurwaarde die voor de kapitalisatie wordt gebruikt. De waardering houdt eveneens rekening met de in een nabije toekomst te maken kosten.
Methode van actualisatie van de kasstromen (‘Discounted Cash Flow’)
Voor deze methode moet de netto huurinkomst die het goed op jaarbasis oplevert, gewaardeerd worden. Nadien wordt deze kasstroom in actuele waarde herleid. De extrapolatieperiode varieert meestal tussen 10 en 18 jaar. Aan het einde van deze periode wordt een restwaarde berekend aan de hand van een kapitalisatievoet op de eindhuurwaarde die rekening houdt met de verwachte staat van het gebouw aan het einde van de extrapolatieperiode, herleid naar de actuele waarde.
Methode van de vergelijkbare marktgegevens
Deze methode is gebaseerd op het principe dat een potentiële koper voor de verwerving van een goed niet meer zal betalen dan de prijs die recentelijk op de markt voor de aankoop van een gelijkaardig goed werd betaald.
Methode van de restwaarde
De waarde van een project wordt bepaald door het definiëren van wat op de site kan/zal worden ontwikkeld. Dit houdt in dat de bestemming van het project gekend of voorspelbaar is op kwalitatieve (planning) en kwantitatieve (aantal m² die kunnen ontwikkeld worden, toekomstige huurprijzen, …) wijze. De waarde wordt bekomen door de realisatiekosten van het project in mindering te brengen van zijn verwachte waarde.
Andere overwegingen
Indien de reële waarde niet op betrouwbare wijze kan worden bepaald, worden de goederen gewaardeerd aan hun historische kostprijs. In 2021 kon de waarde van alle gebouwen op betrouwbare wijze worden bepaald, zodat geen enkel gebouw aan zijn historische kostprijs moest worden gewaardeerd.
Indien de toekomstige verkoopprijs van een gebouw gekend is op de datum van de waardebepaling, wordt het gebouw aan de verkoopprijs gewaardeerd.
Tijdens het jaar 2021 waren er geen overdrachten tussen de evaluatieniveaus 1, 2 en 3. Bovendien werd er in 2021 niets gewijzigd aan de waarderingsmethodes voor beleggingsvastgoed.
Evolutie van de reële waarde van vastgoedbeleggingen op basis van niet-observeerbare gegevens (x 1.000 EUR) | 2021 | 2020 |
Balans op 01.01 | 21.752 | 10.825 |
Min-/meerwaarde geboekt in de resultatenrekening | -15 | 0 |
Verwervingen | 0 | 0 |
Xxxxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxxxxxxx | 0 | 0 |
Xxxxxxxxxxxxx | 69 | 10.926 |
Terugname van overgedragen huren | 0 | 0 |
Verkopen | 0 | 0 |
Niveau-overdracht | 0 | 0 |
Balans op 31.12 | 21.806 | 21.752 |
Gevoeligheid van de reële waarde van de gebouwen voor de variaties in de niet-observeerbare gegevens
De diverse huurwaarden en -tarieven zijn onderling met elkaar verbonden omdat ze deels bepaald worden door de marktomstandigheden. Over het algemeen gaat een wijziging in de hypotheses van de geschatte huurwaarde (per m² per jaar) gepaard met een wijziging in de omgekeerde richting van de kapitalisatiewaarde.
Waarderingsproces
Overeenkomstig de wettelijke bepalingen worden de gebouwen op driemaandelijkse basis gewaardeerd aan de hand van waarderingsverslagen die door onafhankelijke en gekwalificeerde deskundigen worden opgesteld.
De onafhankelijke externe deskundigen worden aangesteld voor een periode van drie jaar. Een gedetailleerd verslag van alle kennisgevingen die tussen 1 januari en 31 december van het betrokken jaar plaatsvonden, wordt in januari van het daaropvolgende jaar overgemaakt aan de FSMA. De selectiecriteria omvatten de marktkennis, de reputatie, de onafhankelijkheid en de toepassing van de beroepsnormen.
De externe deskundigen bepalen:
• of de reële waarde van een goed op betrouwbare wijze kan worden bepaald;
• welke waarderingsmethode voor elk beleggingsvastgoed moet worden toegepast;
• de weerhouden hypotheses voor de niet observeerbare gegevens die in de waarderingsmethodes worden gebruikt.
De hypotheses die voor de waardebepaling worden gebruikt en de beduidende waardewijzigingen worden driemaandelijks tussen de Directie en de deskundigen besproken. Er worden ook externe referenties onderzocht.
Gebruik van de gebouwen
De Directie is van oordeel dat het huidige gebruik van haar vastgoedbeleggingen dat in reële waarde in de balans is geboekt, optimaal is, gezien de mogelijkheden die de huurmarkt biedt en de technische specificaties.
2020
2021
BIJLAGE 19 - FINANCIËLE VASTE ACTIVA EN UITGESTELDE BELASTINGVORDERINGEN | ||
Activa aan reële waarde : | 0 | 0 |
Xxxxxxxxxx | 0 | 0 |
Xxxxxxxx en vorderingen : | 0 | 0 |
Voorschot Cofinimmo / overige | 0 | 0 |
Uitgestelde belastingen | 0 | 0 |
TOTAAL | 0 | 0 |
Niet-verlopen brutohandelsvorderingen | 0 | 0 |
Verlopen brutohandelsvorderingen zonder voorziening | 0 | 56 |
Dubieuze vordering | 0 | 0 |
Voorzieningen voor dubieuze vorderingen (-) | 0 | 0 |
TOTAL | 0 | 56 |
Gezien de kwaliteit van de huurders enerzijds, en het lage kredietrisico geassocieerd aan handelsvorderingen (opgesteld op basis van de analyse van historische kredietverliezen) anderzijds, heeft het model van verwachte kredietverliezen overeenkomstig IFRS 9 geen materiële impact op de vennootschap.
Verlopen brutohandelsvorderingen zonder voorziening | ||
Vervallen in minder dan 60 dagen | 0 | 56 |
Vervallen tussen 60 en 90 dagen | 0 | 0 |
Vervallen in meer dan 90 dagen | 0 | 0 |
TOTAAL | 0 | 56 |
BIJLAGE 21 - BELASTINGVORDERINGEN EN ANDERE VLOTTENDE ACTIVA | ||
Belasting op de toegevoegde waarde | 46 | 0 |
Inkomstenbelastingen | 0 | 46 |
Overige diverse vorderingen | 0 | 0 |
Onroerende voorheffing | 0 | 0 |
TOTAAL | 46 | 46 |
Over te dragen financiële lasten | 0 | 0 |
Terug te vorderen onroerende voorheffing - Gemeentebelastingen & regionale taksen | 0 | 0 |
Verworven opbrengsten | 35 | 0 |
TOTAAL | 35 | 0 |
(in aantal) | ||
Aantal gewone aandelen | ||
Op 01.01 | 186 | 186 |
Oprichting | 0 | 0 |
Verwerving | 0 | 0 |
Kapitaalvermindering | 0 | 0 |
Kapitaalverhoging | 0 | 0 |
Kapitaalverhoging - Fusies met dochterondernemingen | 0 | 0 |
Op 31.12 | 186 | 186 |
(x € 1 000) | ||
Kapitaal | ||
Op 01.01 | 18.050 | 988 |
Oprichting | 0 | 0 |
Verwerving | 0 | 0 |
Kapitaalvermindering | 0 | 0 |
Kapitaalverhoging | 0 | 17.062 |
Kapitaalverhoging - Fusies met dochterondernemingen | 0 | 0 |
Op 31.12 | 18.050 | 18.050 |
Kasgaranties | 0 | 0 |
Interestdragende leningen | 0 | 0 |
Overige leningen - intra-groep | 1.191 | 882 |
TOTAAL | 1.191 | 882 |
LOOPTIJD VAN DE LANGLOPENDE LENINGEN | ||
Op minder dan één jaar | 0 | 0 |
Op meer dan één jaar maar minder dan twee jaar | 0 | 0 |
Op meer dan twee jaar maar minder dan drie jaar | 0 | 0 |
Op meer dan drie jaar maar minder dan vier jaar | 0 | 0 |
Op meer dan vier jaar maar minder dan vijf jaar | 0 | 0 |
Op meer dan vijf jaar | 1.191 | 882 |
Uitgestelde belastingen | 0 | 0 | |
TOTAAL | 0 | 0 |
BIJLAGE 26 - HANDELSSCHULDEN EN ANDERE KORTLOPENDE SCHULDEN | ||
Handelsschulden - leveranciers | 20 | 1 |
Overige handelsschulden | 0 | 0 |
Belastingen, sociale lasten en schulden m.b.t. bezoldigingen | 0 | 0 |
Kortlopende belastingen | 0 | 0 |
Belastingen | 0 | 0 |
Sociale lasten | 0 | 0 |
Schulden m.b.t. bezoldigingen | 0 | 0 |
Overige | 0 | 0 |
TOTAAL | 20 | 1 |
Vooraf ontvangen huuropbrengsten | 0 | 0 |
Opgelopen niet-vervallen interesten en andere kosten | 0 | 0 |
TOTAAL | 0 | 0 |
BIJLAGE 28 - FINANCIËLE INSTRUMENTEN
25/8/2021 | |||||
Bestemd in een afdekkingsrelatie | Bestemd aan reële waarde d.m.v. het nettoresultaat | Leningen en vorderingen aan geamortiseerde kostprijs | Reële waarde | Niveau van de reële waarde | |
Financiële vaste activa | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Deelnemingen in verbonden | |||||
vennootschappen of met een | |||||
deelnemingsverband | 0 | 0 | 0 | 0 | Niveau 3 |
Kredieten en vorderingen | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Xxxxxxxx aan geassocieerde | |||||
vennootschappen | 0 | 0 | 0 | 0 | Niveau 2 |
Handelsvorderingen en andere vaste activa | 0 | 0 | 0 | 0 | Niveau 2 |
Financiële vlottende activa | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Kredieten en vorderingen | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Xxxxxxxx aan geassocieerde | |||||
vennootschappen | 0 | 0 | 0 | 0 | Niveau 2 |
Kortlopende vorderingen van financiële | |||||
leasing | 0 | 0 | 0 | 0 | Niveau 2 |
Handelsvorderingen | 0 | 0 | 0 | 0 | Niveau 2 |
Kas en kasequivalenten | 0 | 0 | 0 | 0 | Niveau 2 |
TOTAAL | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Langlopende financiële verplichtingen | 0 | 0 | 1.191 | 1.191 | |
Langlopende financiële schulden | 0 | 0 | 1.191 | 1.191 | |
Bankschulden | 0 | 0 | 0 | 0 | Niveau 2 |
Xxxxxxxx aan geassocieerde | |||||
vennootschappen | 0 | 0 | 1.191 | 1.191 | Niveau 2 |
Kortlopende financiële verplichtingen | 0 | 0 | 20 | 20 | |
Kortlopende financiële schulden | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bankschulden | 0 | 0 | 0 | 0 | Niveau 2 |
Handelsschulden | 0 | 0 | 20 | 20 | Niveau 2 |
Overige financiële schulden | 0 | 0 | 0 | 0 | Niveau 2 |
TOTAAL | 0 | 0 | 1.212 | 1.212 |
a. Categorieën en bestemmingen van financiële instrumenten (x € 1.000)
31/12/2020 | |||||
Bestemd in een afdekkingsrelatie | Bestemd aan reële waarde d.m.v. het nettoresultaat | Leningen en vorderingen aan geamortiseerde kostprijs | Reële waarde | Niveau van de reële waarde | |
Financiële vaste activa | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Deelnemingen in verbonden | |||||
vennootschappen of met een | |||||
deelnemingsverband | 0 | 0 | 0 | 0 | Niveau 3 |
Kredieten en vorderingen | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Xxxxxxxx aan geassocieerde | |||||
vennootschappen | 0 | 0 | 0 | 0 | Niveau 2 |
Handelsvorderingen en andere vaste activa | 0 | 0 | 0 | 0 | Niveau 2 |
Financiële vlottende activa | 0 | 0 | 56 | 56 | |
Kredieten en vorderingen | 0 | 0 | 56 | 56 | |
Xxxxxxxx aan geassocieerde | |||||
vennootschappen | 0 | 0 | 0 | 0 | Niveau 2 |
Kortlopende vorderingen van financiële | |||||
leasing | 0 | 0 | 0 | 0 | Niveau 2 |
Handelsvorderingen | 0 | 0 | 56 | 56 | Niveau 2 |
Kas en kasequivalenten | 0 | 0 | 0 | 0 | Niveau 2 |
TOTAAL | 0 | 0 | 56 | 56 | |
Langlopende financiële verplichtingen | 0 | 0 | 882 | 882 | |
Langlopende financiële schulden | 0 | 0 | 882 | 882 | |
Bankschulden | 0 | 0 | 0 | 0 | Niveau 2 |
Xxxxxxxx aan geassocieerde | |||||
vennootschappen | 0 | 0 | 882 | 882 | Niveau 2 |
Overige langlopende financiële verplichtingen | 0 | 0 | 0 | 0 | Niveau 2 |
Kortlopende financiële verplichtingen | 0 | 0 | 1 | 1 | |
Kortlopende financiële schulden | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bankschulden | 0 | 0 | 0 | 0 | Niveau 2 |
Handelsschulden | 0 | 0 | 1 | 1 | Niveau 2 |
Overige financiële schulden | 0 | 0 | 0 | 0 | Niveau 2 |
TOTAAL | 0 | 0 | 883 | 883 |
Financiële instrumenten aan reële waarde via het nettoresultaat
De financiële instrumenten die na hun initiële boeking aan reële waarde in de balans worden gewaardeerd, kunnen op 3 niveaus (1 tot 3) worden gepresenteerd, overeenkomstig hun observeerbaarheidsniveau, namelijk :
Waarderingen van de reële waarde van niveau 1 zijn diegene die bepaald worden volgens de (niet-aangepaste) marktsprijsnoteringen in actieve markten voor identieke activa en verplichtingen.
Waarderingen van de reële waarde van niveau 2 zijn diegene die bepaald worden op basis van andere gegevens dan de marktprijzen bedoeld onder niveau 1, die observeerbaar zijn voor het betrokken actief of de verplichting, zowel
rechtstreeks (d.w.z. uit prijzen), als onrechtstreeks (d.w.z. gegevens afgeleid uit prijzen).
Waarderingen van de reële waarde van niveau 3 zijn diegene die bepaald worden volgens evaluatietechnieken die gegevens omvatten m.b.t. het actief of de verplichting die niet gebaseerd zijn op observeerbare marktgegeven (niet-observeerbare gegevens.
Niveau 1
Momenteel heeft de Vennootschap geen financiële instrumenten die overeenstemmen met de definitie van niveau 1
Niveau 2
Elk ander actief of verplichting van de Vennootschap is van niveau 2.
Niveau 3
De Vennootschap heeft geen financiële instrumenten die overeenstemmen met de definitie van niveau 3.
b. Beheer van het financieel risico Renterisico
Er is geen renterisco.
Kredietrisico
De vennootschap is niet blootgesteld aan kredietrisico’s.
Prijsrisico
De vennootschap is momenteel niet blootgesteld aan prijsrisico’s
Valutarisico
De vennootschap is momenteel niet blootgesteld aan valutarisico’s.
Zekerheidsstelling
N.v.t.
c. Afgeleide financiële instrumenten
N.v.t.
Het bedrijf heeft geen participatie.
(x € 1.000)
PARTICIPATIES ROLL FORWARD | Waarde op 31/12/2019 | Overname & Kapitaalverhoging | kapitaalverlies & meerwaarde | Waarde op 31/12/2020 |
0 | 0 | 0 | 0 | |
0 | 0 | 0 | 0 | |
0 | 0 | 0 | 0 | |
0 | 0 | 0 | 0 | |
0 | 0 | 0 | 0 | |
0 | 0 | 0 | 0 | |
Totaal | 0 | 0 | 0 | 0 |
PARTICIPATIES ROLL FORWARD | Waarde op 31/12/2020 | Overname & Kapitaalverhoging | kapitaalverlies & meerwaarde | Waarde op 25/08/2021 |
0 | 0 | 0 | 0 | |
0 | 0 | 0 | 0 | |
0 | 0 | 0 | 0 | |
0 | 0 | 0 | 0 | |
0 | 0 | 0 | 0 | |
0 | 0 | 0 | 0 | |
Totaal | 0 | 0 | 0 | 0 |
2020
2021
BIJLAGE 30 - RELATIES MET VERBONDEN PARTIJEN
(x € 1.000)
Staat van de financiële toestand (Balans) | ||
Vastgoedbeleggingen | ||
Financiële vaste activa | 0 | 0 |
Xxxxxxxxxxxxxxxxxx | 0 | 0 |
Xxxxxxxxxxx rekeningen actief | 0 | 0 |
Langlopende financiële schulden | -1.191 | -882 |
Handelsschulden | -15 | 0 |
Overlopende rekeningen verplichting | 0 | 0 |
TOTAAL | -1.207 | -882 |
Staat van het globaal resultaat (Resultatenrekening) | ||
Huur | 0 | 0 |
Operationeel resultaat | 0 | 0 |
Interesten (opbrengsten) / kosten | 2 | 1 |
Beheererelonen | 15 | 20 |
Totaal (opbrengsten) / kosten | 17 | 21 |
Lijst van de verbonden partijen
Cofinimmo NV
Voormalige aandeelhouder (in 2019)
2020
2021
UITKERINGSPLICHT
Nettoresultaat | 108 | 73 |
Afschrijvingen (+) | 0 | 0 |
Waardeverminderingen (+) | 0 | 0 |
Terugnemingen van waardevermindering (-) | 0 | 0 |
Terugnemingen van overgedragen en verdisconteerde huren (-) | 0 | 0 |
Andere niet-monetaire elementen (+/-) | 393 | 335 |
Resultaat op de verkoop van vastgoed (+/-) | 0 | 0 |
Variaties in de reële waarde van vastgoed (+/-) | 15 | 0 |
Wettelijke reserve (-) | 0 | -4 |
Gecorrigeerd resultaat (A) | 516 | 404 |
Tijdens het boekjaar gerealiseerde meer- en minwaarden op vastgoed (+/-)3 | 0 | 0 |
Tijdens het boekjaar gerealiseerde meerwaarde op vastgoed, vrijgesteld van uitkeringsplicht mits binnen | ||
een termijn van 4 jaar herbelegd (-)4 | 0 | 0 |
Gerealiseerde meerwaarden op vastgoed die eerder werden vrijgesteld van de uitkeringsplicht en niet | ||
binnen een termijn van vier jaar herbelegd zijn (+) | 0 | 0 |
Nettomeerwaarden op de verkoop van vastgoed die niet vrijgesteld zijn van de uitkeringsplicht (B) | 0 | 0 |
TOTAAL (A+B) x 80 % | 412 | 323 |
Vermindering van de schuld (-) | 0 | -7.155 |
UITKERINGSPLICHT | 412 | 0 |
Er zal geen uitkering plaatsvinden ingevolge de opslorping van deze vennootschap door Cofinimmo NV.
3 Ten opzichte van de verwervingswaarde, vermeerderd met de geactiveerde renovatiekosten.
4 Ten opzichte van de verwervingswaarde, vermeerderd met de geactiveerde renovatiekosten.
VIADUCTSTRAAT NV 0554.921.261 Jaarrekening op 25 aug. 2021
Aansluiting tussen de balans en de balans na voorgestelde bestemming (pro forma A) en de balans na voorgestelde vergoeding van het kapitaal (pro forma B)
(x € 1.000) Op 31.12 | Bestemming voorgesteld aan de algemene vergadering | Proforma A op 31.12 | Kapitaalvergoeding voorgesteld aan de algemene vergadering | Proforma B op 31.12 |
Totaal van de balans 21.886 | 0 | 21.886 | 0 | 21.886 |
Voorzieningen 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Schulden -1.211 | 0 | -1.211 | 0 | -1.211 |
Netto-actief 20.675 | 0 | 20.675 | 0 | 20.675 |
Dividenduitkering en participatieplan 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Xxxxx-actief na uitkering 20.675 | 0 | 20.675 | 0 | 20.675 |
Kapitaal 18.050 | 0 | 18.050 | 0 | 18.050 |
Niet-beschikbare uitgiftepremies 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Beschikbare uitgiftepremies 0 | 0 | 0 | 0 | |
Positieve reserve van het saldo van de variaties in de reële waarde van het vastgoed 580 | -15 | 565 | 0 | 565 |
Reserve van de geschatte overdrachtsrechten en -kosten bij hypothetische -544 | ||||
vervreeming van vastgoedbeleggingen | 0 | -544 | 0 | -544 |
Reserve van het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten 0 | ||||
afdekkingsinstrumenten die onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding | 0 | 0 | 0 | 0 |
Reserve van het saldo van de variaties in de reële waarde van toegelaten | ||||
afdekkingsinstrumenten die niet onderworpen zijn aan een afdekkingsboekhouding 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Reserve voor eigen vermogen 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Beschikbare reserve 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige reserves onbeschikbaar verklaard door de algemene vergadering 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Wettelijke reserve 4 | 0 | 4 | 0 | 4 |
Overgedragen resultaat 2.477 | 123 | 2.599 | 0 | 2.599 |
Résultaat van het jaar 108 | -108 | 0 | 0 | 0 |
Totaal eigen vermogen 20.674 | 0 | 20.674 | 0 | 20.674 |
52
NIET-UITKEERBAAR EIGEN VERMOGEN VOLGENS ARTIKEL 7:212 VAN HET WETBOEK VAN
VENNOOTSCHAPPEN EN VERENIGINGEN (x € 1.000)
2021 | 2020 | |
Netto-actief | 20.674 | 20.970 |
Dividenduitkering en winstdeelnameplan | 0 | -404 |
Nettoactief na uitkering | 20.674 | 20.567 |
Volgestort kapitaal of, indien hoger, opgevraagd kapitaal | 18.050 | 18.050 |
Krachtens de statuten onbeschikbare uitgiftepremies | 0 | 0 |
Wettelijke reserve | 4 | 4 |
Reserve van de variaties in de reële waarde van vastgoed | 21 | 36 |
Reserve van de geschatte overdrachtsrechten en -kosten bij hypothetische vervreemding van | ||
vastgoedbeleggingen | 0 | 0 |
Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van de toegelaten afdekkingsinstrumenten die | ||
onderworpen zijn aan de afdekkingsboekhouding | 0 | 0 |
Reserve voor het saldo van de variaties in de reële waarde van de toegelaten afdekkingsinstrumenten die | ||
niet onderworpen zijn aan de afdekkingsboekhouding | 0 | 0 |
Andere reserves die door de algemene vergadering onbeschikbaar verklaard zijn | 0 | 0 |
Niet-uitkeerbaar eigen vermogen volgens artikel 7:212 van het Wetboek van Vennootschappen en | ||
verenigingen | 18.075 | 18.090 |
Resterende marge na uitkering | 2.599 | 2.477 |
Bijlage B van het KB van 09/11/2016 met betrekking tot GVBF | |
(x € 1.000) | |
Uitsplitsing van het nettoresultaat van het boekjaar van de GVBF: | VIADUCTSTR AAT NV |
1°) de inkomsten van buitenlands vastgoed rechtstreeks in handen van de GVBF en gelegen in een staat die geen lid is van de EU of in een staat waarmee België een akkoord heeft afgesloten ter voorkoming van een dubbele belasting op voorwaarde dat deze overeenkomst of enige andere overeenkomst informatie-uitwisseling voorziet die nodig is om de bepalingen van de nationale wetgeving van de verdragsluitende staten toe te passen, en die onderworpen werden aan de vennootschapsbelasting, de belasting voor niet-ingezetenen of een met deze belastingen vergelijkbare buitenlandse belasting, en niet in aanmerking komen voor een afzonderlijke belastingregeling die buitensporig is aan het gemene recht | 540 |
2°) de dividenden van buitenlandse vennootschappen die van de winst kunnen worden afgetrokken overeenkomstig de artikels 202 tot 205 van het Wetboek van inkomstenbelasting 1992 | N.v.t. |
3°) de inkomsten van Belgisch vastgoed rechtstreeks in handen van de GVBF | N.v.t. |
4°) de dividenden van Belgische vennootschappen die van de winst kunnen worden afgetrokken overeenkomstig de artikels 202 tot 205 van het Wetboek van inkomstenbelasting 1992 | N.v.t. |
5°) de dividenden van Belgische en buitenlandse vennootschappen niet bedoeld in 2°) en 4°); | N.v.t. |
6°) de interestopbrengsten; | N.v.t. |
7°) de gerealiseerde meerwaarden op aandelen of participaties in die mate dat zij kunnen vrijgesteld worden op basis van artikel 192, § 1 van het Wetboek van inkomstenbelasting 1992; | N.v.t. |
8 de gerealiseerde meerwaarden op aandelen of participaties niet bedoeld in 7°); | N.v.t. |
9°) de ontvangen dividenden van een beleggingsvennootschap met vast kapitaal bedoeld in artikel 195 en volgende en in artikel 286 en volgende van de wet van 19 april 2014 betreffende alternatieve collectieve beleggingsorganismen en hun beheerders met als enige doelstelling de collectieve belegging in de categorie van toegelaten ‘vastgoed’beleggingen zoals bedoeld in 183, § 1 , 3° van deze wet, van een gereglementeerde vastgoedvennootschap of een gespecialiseerd vastgoedbeleggingsfonds in die mate dat de ontvangen dividenden zelf oorspronkelijk zijn van de inkomsten zoals bedoeld in de nummers 1°) , 2°) , 4°) et 7°); | N.v.t. |
10°) alle overige inkomsten of opbrengsten. | N.v.t. |