W O O N S C H E P E N V E R Z E K E R I N G (209-03)
V O O R W A A R D E N
W O O N S C H E P E N V E R Z E K E R I N G (209-03)
Inhoudsopgave
Artikel 1 Grondslag
Artikel 2 Verzekerden, verzekeraar, gevolmachtigde
Artikel 3 Schade- en aansprakelijkheidsverzekering
Artikel 4 Bewoning
Artikel 5 Omschrijving woonschip
Artikel 6 Verzekeringsgebied woonschip
Artikel 7 Gedekte gevaren woonschip
Artikel 8 Wettelijke aansprakelijkheid
Artikel 9 Aansprakelijkheid van andere gebruiker
Artikel 10 Proceskosten
Artikel 11 Meeverzekerde kosten
Artikel 12 Taxatie
Artikel 13 Schadevergoeding
Artikel 14 Afkeuring
Artikel 15 Voorwaarden inboedel
Artikel 16 Verzekeringsgebied inboedel
Artikel 17 Gedekte gevaren inboedel
Artikel 18 Nieuwwaarde-verzekering
Artikel 19 Meeverzekerde kosten
Artikel 20 Onderverzekering
Artikel 21 Glasbreuk
V O O R W A A R D E N
W O O N S C H E P E N V E R Z E K E R I N G (209-02)
Inhoudsopgave (vervolg)
Artikel 22 Indexverzekering op inboedel
Artikel 23 Huurderving
Artikel 24 Kosten van herstel van tuinaanleg en beplanting
Artikel 25 Uitsluitingen woonschip en inboedel
Artikel 26 Verplichtingen van verzekeringsnemer en uitkeringsgerechtigde Artikel 27 Woonschepen met een stalen casco
Artikel 28 Schaderegeling
Artikel 29 Elders lopende verzekeringen
Artikel 30 Abandonnement
Artikel 31 Afstand verhaalsrecht
Artikel 32 Duur, Premieherziening en Beëindiging
Artikel 33 Premierestitutie
Artikel 34 Premiebetaling en schorsing van de dekking
Artikel 35 Wijziging van premie en/of Voorwaarden
Artikel 36 Wijziging van risico en eigendomsovergang
Artikel 37 Leegstand
Artikel 38 Mededelingen
Artikel 39 Persoonsregistratie
Artikel 40 Toepasselijk recht
Artikel 41 Klachtenbehandeling
Artikel 42 Geschillen
Algemene Verzekeringsbepalingen
WOONSCHEPENVERZEKERING (209-02)
Artikel 1 Grondslag
Het aanvraagformulier geldt als grondslag van de verzekering en wordt geacht met de polis één geheel uit te maken.
Artikel 2 Verzekerden, verzekeraar, gevolmachtigde
2.1 Verzekerden
Onder verzekerden in de zin van deze polis worden verstaan :
2.1.1 de verzekeringsnemer
2.1.2 degene die met goedvinden van de verzekeringsnemer het woonschip en/of de inboedel gebruikt,
2.1.2.1 welke gebruiker als verzekerde in de zin van deze overeenkomst zal worden beschouwd
2.1.2.2 en degenen die door een daartoe bevoegde persoon uitdrukkelijk of stilzwijgend tot het gebruik van het woonschip en/of de inboedel gemachtigd zijn.
2.2 Verzekeraar :
De risicodrager Schadeverzekering Maatschappij Erasmus N.V.
2.3 Gevolmachtigde :
Xxxxxxx Xxxxxxxxxxxxx B.V. (als gevolmachtigde van de verzekeraar Schadeverzekering Maatschappij Erasmus N.V)
Artikel 3 Schade- en
aansprakelijkheidsverzekering
Deze overeenkomst beantwoordt – tenzij partijen uitdrukkelijk anders zijn overeengekomen – aan het vereiste van onzekerheid als bedoeld in artikel 7:925 BW, indien en voorzover de door
verzekerde of een derde geleden schade op vergoeding waarvan jegens verzekeraar resp. een verzekerde aanspraak wordt gemaakt, het gevolg is van een gebeurtenis waarvan voor partijen ten tijde van het sluiten van de verzekering onzeker was dat daaruit schade voor de verzekerde resp. de derde was ontstaan dan wel naar de normale loop van omstandigheden zou ontstaan.
Artikel 4 Bewoning
4.1 De verzekering geschiedt onder het uitdrukkelijke beding, dat het woonschip:
4.1.1 uitsluitend voor bewoning wordt gebruikt;
4.1.2 doorlopend is bewoond.
4.2.1 De verzekering is echter eveneens van kracht, wanneer het woonschip bij uitzondering niet is bewoond,
4.2.2 mits dit onbewoond zijn niet langer dan 30 dagen achtereen duurt.
4.2.3 Is het woonschip langer dan 30 dagen onbewoond, dan blijft de verzekering uitsluitend van kracht indien :
4.2.3.1 regelmatig, tenminste éénmaal per week door of namens verzekeringsnemer toezicht wordt uitgeoefend;
4.2.3.2 de hoofdkranen van de waterleiding zijn afgesloten
4.2.3.3 en gedurende de maanden oktober tot en met april bovendien het water in de leidingen achter de hoofdkranen is afgetapt.
4.2.3.4 Dit alles op straffe van verlies van rechten.
Artikel 5 Omschrijving woonschip
5.1 Onder woonschip in de zin van deze verzekering wordt verstaan:
5.1.1 het bij deze polis omschreven woonschip met toebehoren, zoals de opbouw, de omloop, de loopplank, het balkon, het gangboord, het terras, de afhouders, de meerkabels, de meerpalen, de met het woonschip verbonden nutsvoorzieningen, zonneschermen en antennes,
5.1.2. echter met uitsluiting van drijvende terrassen en steigers, aan de wal geplaatste schuurtjes en dergelijke objecten,
5.1.3 alsmede de voortstuwingsinstallatie, tenzij dit uitdrukkelijk is meeverzekerd, hetgeen uit de polisredactie zal moeten blijken.
Artikel 6 Verzekeringsgebied woonschip
De verzekering is van kracht tijdens liggen, hellingen, dokken, repareren, verbouwen en verhalen binnen de polis genoemde gemeente of naar de dichtstbijzijnde hellingplaats of dok.
Artikel 7 Gedekte gevaren woonschip
7.1 De verzekering dekt tot ten hoogste de verzekerde getaxeerde som voor het woonschip,
7.1.1 materiële schade door verlies van het geheel of een gedeelte,
Artikel 7 Gedekte gevaren woonschip
(vervolg)
7.1.2 alsmede de kosten wegens herstel van beschadiging van het woonschip, ontstaan door een van buiten aankomend onheil,
7.1.3 inclusief brand, zelfontbranding, ontploffing en blikseminslag, ten aanzien van deze vier laatstgenoemde risico's ook ontstaan door eigen gebrek, zulks met terzijdestelling van Artikel 7:951 Burgerlijk Wetboek ,
7.1.4 alsmede diefstal, poging daartoe en vermissing van het woonschip en/of uitrustingsstukken, tenzij anders vermeld op het polisblad.
7.2 Met betrekking tot stormschaden geldt een eigen risico van EUR 115,-- per gebeurtenis.
Artikel 8 Wettelijke aansprakelijkheid
8.1 Deze verzekering dekt de wettelijke aansprakelijkheid van de verzekerden
8.1.1 wegens schade toegebracht aan personen en/of goederen met of door het woonschip veroorzaakt
8.1.2 en ontstaan tijdens de geldigheidsduur van de verzekering
8.1.3 en toegebracht aan een ander dan de verzekerde, zijn/haar echtgenote/echtgenoot en minderjarige kinderen.
8.2 Aanspraken van benadeelden tot vergoeding van personenschade zullen worden behandeld en afgewikkeld met in achtneming van het bepaalde in artikel 7:954 BW
8.3 Niet onder de dekking valt de aansprakelijkheid voor verlies of beschadiging van inboedel en andere niet tot de uitrusting behorende goederen, die zich aan boord van het woonschip bevinden of daarin geladen of daaruit gelost worden.
8.4 Indien wettelijke bepalingen de aansprakelijkheid beperken tot een lager bedrag dan de verzekerde som, is slechts het wettelijk maximum verzekerd.
Artikel 9 Aansprakelijkheid van andere gebruiker
9.1 Onder de verzekering is mede begrepen de wettelijke aansprakelijkheid van degene, die met goedvinden van verzekeringsnemer het woonschip gebruikt, welke gebruiker als verzekerde
in de zin van deze overeenkomst zal worden beschouwd.
9.2.1 Het in artikel 9.1 bepaalde geschiedt voor zover de uit de gebeurtenis voortvloeiende aansprakelijkheid van de andere gebruiker niet verzekerd is door een andere wettelijke aansprakelijkheidsverzekering, al dan niet van oudere datum,
9.2.2 hij de bepalingen van deze polis aanvaardt en ten volle nakomt
9.2.3 en verzekeringsnemer aan al zijn verplichtingen voortvloeiende uit deze verzekeringsovereenkomst heeft voldaan.
Artikel 10 Proceskosten
10.1 Voor onder de verzekering gedekte schaden worden - zo nodig ook boven het verzekerde bedrag - tevens vergoedt:
10.1.1 de kosten van verweer - gevoerd onder leiding van Xx Xxxxxxxxxxx - tegen aanspraken, ook indien deze ongegrond zijn;
10.1.2 de kosten van de door Verzekeraar verleende rechtsbijstand in een tegen een verzekeringsnemer aanhangig gemaakt strafproces.
Artikel 11 Meeverzekerde kosten
11.1.1 Indien het woonschip als gevolg van een bij deze polis gedekt evenement is beschadigd, zijn onder deze verzekering mede begrepen de hieronder vermelde kosten.
11.1.2 Deze kosten worden vergoed tot maximaal 10
% van het voor het beschadigde woonschip verzekerde bedrag.
11.2 Lichtings- en Opruimingskosten
Onder opruimingskosten worden verstaan: gemaakte kosten voor afbraak, wegruimen en afvoeren van de verzekerde zaken, één en ander voor zover enige overheid gerechtigd is de opruiming van het woonschip te verlangen.
11.3 Kosten van vervoer en bewaking
De kosten van vervoer en bewaking naar de dichtst bij zijnde herstelplaats indien en voor zover het woonschip de herstelplaats niet op eigen kracht kan bereiken
11.4 Hulplonen en andere kosten ter voorkoming en vermindering van schade
11.4.1 Hulploon en kosten van maatregelen die tijdens de geldigheidsduur van de verzekering door of vanwege verzekeringnemer of een verzekerde worden getroffen en redelijkerwijs geboden zijn om het onmiddellijk dreigend gevaar van schade af te wenden waarvoor
– indien gevallen –de verzekering dekking biedt, of om die schade te beperken.
11.4.2 Onder kosten van maatregelen wordt in dit verband mede verstaan schade aan zaken die bij het nemen van de hier bedoelde maatregelen worden ingezet.
11.5 Indien en voorzover de verzekeringnemer en/of de verzekerde recht heeft op gehele of gedeeltelijke vergoeding van de onkosten bedoeld in artikel 7:957 van het Burgerlijk Wetboek zullen deze bedragen, voorzover niet elders verzekerd, ten laste van verzekeraar komen, echter tot maximaal één maal de verzekerde som.
11.6 Aan deze verzekering kunnen geen rechten worden ontleend indien de verzekeringnemer of de verzekerde heeft nagelaten maatregelen te nemen ter voorkoming of vermindering van schade als bedoeld in artikel 7:957 BW en daardoor de belangen van verzekeraar heeft benadeeld.
Artikel 12 Taxatie
De waarde van het bij deze polis verzekerde woonschip in onbeschadigde staat, is voor de duur van deze verzekering met wederzijds goedvinden vastgesteld op de verzekerde som.
Artikel 13 Schadevergoeding
13.1 In geval van beschadiging worden vergoed tot maximaal 75 % van de verzekerde som,
13.1.1 de kosten van herstel of vervanging van onderdelen,
13.1.2 onder redelijke aftrek voor veronderstelde verbetering van oud naar nieuw,
13.1.3 één en ander met inachtneming van Artikel 12.
Artikel 14 Afkeuring
14.1 Indien de reparatiekosten meer dan drie vierden van de waarde van het schip belopen vergoedt de verzekeraar de
verzekerde som verminderd met de verkoopwaarde van het beschadigde schip of wrak.
14.2 Voor de toepassing van dit artikel zal als de daarin bepaalde waarde gelden de aan de voorzijde van de polis vermelde som voor het woonschip, met dien verstande, dat indien de verzekerde som hoger is dan de werkelijke waarde onmiddellijk voor het ontstaan van de schade, de werkelijke waarde zal gelden als waarde bedoeld in dit artikel.
14.3 De verzekering komt te vervallen na toepassing van dit artikel.
Artikel 15 Voorwaarden inboedel
15.1 Onder inboedel in de zin van deze verzekering wordt verstaan:
15.1.1 alle roerende zaken, die behoren tot de particuliere huishouding van verzekeringsnemer en zijn gezin, inclusief rijwielen, doch met uitzondering van bromfietsen, snorfietsen, vaartuigen en onderdelen daarvan (waaronder motoren), caravans, motorrijtuigen en aanhangwagens;
15.1.2 voorwerpen, die door of voor rekening van verzekeringsnemer in en/of aan het door hem bewoonde woonschip zijn aangebracht, mits dit woonschip eigendom is van verzekeringsnemer.
15.2.1 Deze verzekering dekt in de eerste plaats de inboedel, toebehorende aan verzekeringsnemer en zijn gezinsleden.
15.2.2 Indien en voor zover daarop te veel is verzekerd, dekt deze verzekering tevens de inboedel, toebehorende aan dienstpersoneel, logées en gasten,
15.2.3 zomede inboedel, die verzekeringsnemer van derden onder zijn berusting heeft, mits deze zaken zich in het door verzekeringsnemer bewoonde woonschip bevinden en niet of niet voldoende elders verzekerd zijn.
Artikel 16 Verzekeringsgebied inboedel
Deze verzekering is van kracht:
16.1 in het woonschip
16.1.1 op de in de polis genoemde ligplaats;
16.1.2 tijdens hellingen, dokken, repareren, verbouwen en verhalen binnen de in de polis genoemde gemeente of naar de dichtstbijzijnde hellingplaats of dok;
Artikel 16 Verzekeringsgebied inboedel
(vervolg)
16.2 tijdelijk elders binnen Nederland in panden en wel tot 10 % van het op de inboedel verzekerd bedrag, echter tot ten hoogste gedurende een aaneengesloten periode van 3 (DRIE) maanden.
Artikel 17 Gedekte gevaren inboedel
17.1 De verzekering dekt tot ten hoogste de verzekerde som voor de inboedel, materiële schade door verlies van het geheel of een gedeelte, alsmede kosten wegens herstel van beschadiging van de inboedel tengevolge van:
17.1.1 brand, ontploffing, blikseminslag en brandblussing, ook uit enig gebrek of uit de aard en de natuur van het verzekerde object zelf voortspruitende, alsmede schaden als gevolg van schroeien, broeien, zengen, smelten en verkolen;
17.1.2 water en stoom, onvoorzien gestroomd of teruggestroomd uit leidingen, sanitaire of andere toestellen of door het overlopen van water uit toestellen;
17.1.3 water, onvoorzien stromend uit aquaria; meeverzekerd is schade door breuk van aquaria;
17.1.4 rook en roet, plotseling uitgestoten door verwarmingsinstallaties, welke aangesloten zijn op de schoorsteen van het woonschip, waarin zich de inboedel bevindt;
17.1.5 alle overige aan het woonschip overkomen van buiten aankomende onheilen, waardoor schade aan de inboedel ontstaat;
17.1.6 diefstal, alsmede afpersing en beroving, echter met de beperking, dat het risico van diefstal uitsluitend is verzekerd na braak aan afgesloten ruimten van het woonschip, waarbij sporen van braak aanwezig moeten zijn.
17.1.6.1 Met braak wordt gelijkgesteld het gebruik van valse sleutel of andere niet tot de opening van het slot bestemde werktuigen;
17.1.7 vandalisme, gepleegd door iemand die wederrechtelijk is binnengedrongen;
17.1.8 geld- en geldswaardige papieren tot een maximum van 10 % van het voor de inboedel verzekerde bedrag met een maximum van EUR 680,--,
17.1.8.1 echter uitsluitend tegen de condities brand en diefstal na braak;
17.1.9 diefstal uit auto's, mits voorafgegaan door braak, tot ten hoogste een bedrag van EUR 230,-- per gebeurtenis;
17.1.10 diefstal van lijfsieraden.
17.1.10.1 De maximum vergoeding bedraagt echter EUR 2.270,-- per gebeurtenis tenzij er op de polis een ander verzekerd bedrag voor lijfsieraden is verzekerd;
17.2 Uitdrukkelijk is/zijn de navolgende object(en) van deze dekking uitgesloten:
17.2.1 auto audio-apparatuur, zoals autoradio's en accessoires;
17.2.2 communicatie-apparatuur, zoals semafoons, portable- en autotelefoons.
17.3 Voor de steden
Xxxxxxxxx - xxxxxxxx 0000 x/x 0000 Xxx Xxxx - postcode 2500 t/m 2599 Rotterdam - postcode 3000 t/m 0000
Xxxxxxx - postcode 3500 t/m 3599
geldt bij diefstalschaden een eigen risico van EUR 230,-- per gebeurtenis.
Artikel 18 Nieuwwaarde-verzekering
18.1 De verzekering voor de inboedel geschiedt op basis van nieuwwaarde.
18.1.1 Onder nieuwwaarde wordt in de zin van deze verzekering verstaan het bedrag dat benodigd is om, ter vervanging van de verloren gegane voorwerpen, nieuwe voorwerpen van dezelfde soort en kwaliteit aan te schaffen.
18.1.2 Indien de beschadigde voorwerpen naar het oordeel van experts kunnen worden gerepareerd, heeft Verzekeraar het recht de reparatiekosten te vergoeden, vermeerderd met het bedrag van de eventuele waardevermindering, die door de schade is ontstaan, maar door de reparatie niet is opgeheven.
18.2 Ten aanzien van:
18.2.1 rijwielen;
18.2.2 voorwerpen, waarvan de dagwaarde vóór de schade minder bedraagt dan 40 % van de nieuwwaarde;
18.2.3 voorwerpen die onttrokken zijn aan het gebruik waarvoor zij bestemd waren,
18.2.4 zal de schadevergoeding op basis van dagwaarde geschieden.
Artikel 18 Nieuwwaarde-verzekering
(vervolg)
18.3 Onder dagwaarde wordt in de zin van deze verzekering verstaan, de nieuwwaarde van de verloren gegane voorwerpen onmiddellijk voor de ramp onder aftrek van een redelijk bedrag voor plaatsgehad hebbende waardevermindering door ouderdom of slijtage.
18.4 Schadevergoeding ter zake van voorwerpen met een antiquarische of zeldzaamheidswaarde zal niet op basis van nieuwwaarde geschieden, maar op basis van een reële marktwaarde.
Artikel 19 Meeverzekerde kosten
19.1 Indien de inboedel als gevolg van een bij deze polis gedekt evenement is beschadigd, zijn onder deze verzekering mede begrepen de hieronder vermelde kosten.
19.2 Deze kosten worden vergoed boven de verzekerde som, echter voor onderdeel 1 tot maximaal de verzekerde som van de inboedel en voor de onderdelen 3 en 4 tot maximaal het voor ieder onderdeel vastgestelde maximum.
19.3 opruimingskosten
de opruimingskosten voor zover enige overheid gerechtigd is de opruiming van de inboedel te verlangen;
19.4 extra hotel- en/of pensionkosten
tot ten hoogste 10 % van de verzekerde som van de inboedel worden extra hotel- en/of pensionkosten vergoed, die verzekeringsnemer als gevolg van een gedekt evenement moet maken;
19.5 extra kosten
tot ten hoogste 10 % van de verzekerde som van de inboedel de kosten van vervoer en opslag van de geredde inboedel, die verzekeringsnemer moet maken, doordat het woonschip door een gedekt evenement onbewoonbaar is geworden.
19.6 Hulplonen en andere kosten ter voorkoming en vermindering van schade
19.6.1.1 Hulploon en kosten van maatregelen die tijdens de geldigheidsduur van de verzekering door of vanwege verzekeringnemer of een verzekerde worden getroffen en redelijkerwijs geboden zijn om het onmiddellijk dreigend gevaar van schade af te wenden waarvoor – indien gevallen –de
verzekering dekking biedt, of om die schade te beperken.
19.6.1.2 Onder kosten van maatregelen wordt in dit verband mede verstaan schade aan zaken die bij het nemen van de hier bedoelde maatregelen worden ingezet.
19.6.2 Indien en voorzover de verzekeringnemer en/of de verzekerde recht heeft op gehele of gedeeltelijke vergoeding van de onkosten bedoeld in artikel 7:957 van het Burgerlijk Wetboek zullen deze bedragen, voorzover niet elders verzekerd, ten laste van verzekeraar komen, echter tot maximaal één maal verzekerde som van de inboedel.
19.6.3 Aan deze verzekering kunnen geen rechten worden ontleend indien de verzekeringnemer of de verzekerde heeft nagelaten maatregelen te nemen ter voorkoming of vermindering van schade als bedoeld in artikel 7:957 BW en daardoor de belangen van verzekeraar heeft benadeeld.
Artikel 20 Onderverzekering
Indien blijkt, dat ten tijde van het ontstaan van een schade het verzekerd belang niet ten volle is verzekerd, is verzekeraar slechts gehouden tot vergoeding van de schade en kosten in evenredigheid van de verzekerde som tot de volle waarde.
De hierna volgende extra dekkingen zijn eveneens begrepen in de dekking van de verzekering.
Artikel 21 Glasbreuk
21.1 Glasbreuk van alle ruiten dienende tot lichtdoorlating in ramen en deuren, veroorzaakt door een van buiten aankomend onheil.
21.1.1 Kosten van noodvoorzieningen zijn onder de dekking inbegrepen.
21.2 Geen vergoeding zal worden gegeven voor schade aan:
21.2.1 versieringen, waaronder eveneens wordt begrepen beschildering of etswerk op ruiten;
21.2.2 ruiten die gebrandschilderd zijn;
21.2.3 ruiten die zich bevinden in windschermen, balkon- of terreinafscheidingen (tenzij uitdrukkelijk meeverzekerd);
21.2.4 glas-in-lood of draadglas als gevolg van eigen gebrek;
21.2.5 ruiten die gebroken zijn tijdens verbouwing van het woonschip of ten tijde van leegstand;
21.2.6 ruiten tijdens verplaatsing, bewerking, verandering, beschildering of vervoer.
Artikel 22 Indexverzekering op inboedel
22.1 Jaarlijks wordt per premievervaldatum het verzekerd bedrag in evenredigheid daarmee de premie verhoogd of verlaagd overeenkomstig een indexcijfer, dat gebaseerd is op een door het Centraal Bureau voor de Statistiek vastgesteld prijsindexcijfer voor inboedels.
22.2 Dit prijsindexcijfer is een richtcijfer voor de ontwikkeling van de waarde van inboedels in samenhang met de welvaartsverandering.
22.3 Indien bij een schade blijkt, dat de waarde van de inboedel hoger is dan het op het laatste premievervaldag overeenkomstig het indexcijfer vastgestelde verzekerde bedrag, wordt voor de regeling van de schade het verzekerd bedrag verhoogd met maximaal 25 %.
Artikel 23 Huurderving
23.1 Indien het verzekerde woonschip is verhuurd, is huurderving als gevolg van een van buiten aankomend onheil overkomen aan het verzekerde woonschip gedekt,
23.1.1 indien bewoning van het woonschip voor een onbepaalde tijd niet mogelijk is.
23.2 De schade door huurderving zal door De Verzekeraar worden vergoed gedurende de tijd nodig voor volledig herstel of herbouw,
23.2.1 doch hoogstens gedurende 26 achtereenvolgende weken
23.2.2 en niet op grond van enige andere verzekering of voorziening vergoeding plaatsvindt.
23.3 Indien en voor zover het woonschip of een gedeelte daarvan door verzekeringsnemer zelf bewoond of gebruikt wordt, zal de vergoeding voor huurderving geschieden als ware het met gelijke bestemming wel aan derden verhuurd.
23.4 Geen vergoeding van huurderving zal plaatsvinden, indien er ter zake van huur van vervangende ruimte een uitkering wegens aansprakelijkheid conform Artikel 8 en Artikel 9 verschuldigd is.
Artikel 24 Kosten van herstel van tuinaanleg en beplanting
24.1 De kosten van herstel van tuinaanleg en beplanting op het erf van het in de polis genoemd woonschip, tot ten hoogste een
bedrag van EUR 2.270,--, wegens beschadiging ten gevolge van:
24.1.1 brand, brandblussing en blikseminslag;
24.1.2 ontploffing;
24.1.3 enig gebrek welke brand of ontploffing tot gevolg heeft, zulks in afwijking van artikel 7:951 van het Burgerlijk Wetboek;
24.1.4 beschadiging bij inbraak of een poging daartoe;
24.1.5 aanrijding of aanvaring;
24.1.6 luchtvaartuigen;
24.1.7 olie en roet, onvoorzien plotseling uitgestoten door de schoorsteen op beplantingen e.d.
Artikel 25 Uitsluitingen woonschip en inboedel
25.1 Geen aanspraak kan worden gemaakt voor schaden:
25.1.1 ontstaan door gewapend conflict, burgeroorlog, opstand, binnenlandse onlusten, oproer en muiterij.
25.1.1.1 Deze zes genoemde vormen van molest, alsmede de definities van molest, vormen een onderdeel van de tekst, die door het Verbond van Verzekeraars in Nederland d.d. 2 november 1981 ter griffie van de Arrondissementsrechtbank te ‘s-Gravenhage is gedeponeerd;
25.1.2 veroorzaakt door, is opgetreden bij, of is voortgevloeid uit een atoomkernreactie, onverschillig hoe de reactie is ontstaan (atoomkernreacties zoals vermeld in de “Nadere toelichting”);
25.1.3 gedurende de tijd dat het verzekerde woonschip in beslag is genomen op last van eigen of vreemde overheid of instantie, dan wel te harer behoeve is gerekwireerd of wordt gebruikt;
25.1.4 uitsluitend bestaande uit beschadiging van huid, verf of conserveringsmiddelen en/of huidkoper tengevolge van water- en/of luchtvervuiling;
25.1.5 ontstaan terwijl het woonschip voor andere doeleinden wordt gebruikt dan genoemd in het aanvraagformulier;
25.1.6 die met opzet, voorwaardelijke opzet of goedvinden van verzekeringsnemer is veroorzaakt;
25.1.7 met betrekking tot milieuschaden, in welke vorm dan ook, o.a. door uitstromen van olie van op de wal geplaatste olietanks;
25.1.8 die bestaan uit herstelkosten voortvloeiende uit normale slijtage, indien het niet vervangen van het aan slijtage onderhevige deel aan verzekeringsnemer te wijten is;
Artikel 25 Uitsluitingen woonschip en inboedel
(vervolg)
25.1.9 bestaande uit herstelkosten, als gevolg van aan verzekeringsnemer te verwijten onvoldoende onderhoud en/of onvoldoende zorg voor het verzekerde woonschip;
25.1.10 ontstaan door vorst, als gevolg van aan verzekeringsnemer te wijten onvoldoende zorg;
25.1.11 als gevolg van eigen gebrek, constructiefouten, (haar)scheuren in beton, roestvorming en andere vormen van eigen gebrek of achterstallig onderhoud;
25.1.12 als gevolg van aardbeving en overstroming, met dien verstande, dat ten aanzien van de risico's van brand en ontploffing als gevolg van overstroming, deze uitsluiting niet van kracht is;
25.1.13 door dijkdoorbraak en/of overlopen van xxxxxx;
25.1.14 door water, binnengedrongen door openstaande ramen en deuren;
25.1.15 als gevolg van vochtdoorlating (doorslaan) van muren.
Algemene Voorwaarden van Verzekering
Artikel 26 Verplichtingen van verzekerings- nemer en uitkeringsgerechtigde
Verplichtingen na schade
26.1 Schademeldingsplicht
Zodra verzekeringnemer of de tot uitkering gerechtigde op de hoogte is of behoort te zijn van een gebeurtenis die voor verzekeraar tot een uitkeringsplicht kan leiden, is hij verplicht die gebeurtenis zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk is aan verzekeraar te melden;
26.2 Schade-informatieplicht Verzekeringnemer en de tot uitkering gerechtigde zijn verplicht binnen redelijke termijn aan verzekeraar alle inlichtingen en bescheiden te verschaffen die voor verzekeraar van belang zijn om zijn uitkeringplicht te beoordelen. Hieronder valt onder meer de verplichting verzekeraar in kennis te stellen van elders lopende verzekeringen waarop de aan verzekeraar gemelde schade eveneens is verzekerd of verzekerd zou kunnen zijn;
26.3 Medewerkingsplicht
Verzekeringnemer en de tot uitkering gerechtigde zijn verplicht hun volle
medewerking te verlenen en alles na te laten wat de belangen van verzekeraar zou kunnen benadelen.
Dit betekent onder meer dat zij:
26.3.1 in geval van inbraak, vandalisme, diefstal, beroving, afpersing, afdreiging of enig ander strafbaar feit, dan wel een poging daartoe zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk aangifte doen bij de politie; alsmede.
26.3.1.1 alle medewerking, zowel buiten als in rechte te verlenen, ten aanzien van opsporing en afgifte door derden van gestolen of verloren voorwerpen.
26.3.1.2 zijn gehouden alle maatregelen tot voorkoming of beperking van een schade te nemen, die hen door of namens verzekeraar zullen worden voorgeschreven of toe te staan, dat deze door haar of krachtens haar opdrachten worden genomen
26.3.1.3 indien zich een gebeurtenis voordoet, waaruit aansprakelijkheid van de verzekerden, als bij deze polis verzekerd, voortvloeit of kan voortvloeien, hiervan onverwijld mededeling dienen te doen aan verzekeraar en alle gewenste inlichtingen over de toedracht ervan dienen te verstrekken.
26.3.1.4 bij het regelen van of het zich verzetten tegen een door derden geëiste schadevergoeding, hun volle medewerking moeten verlenen en zonder schriftelijke toestemming van verzekeraar niet gerechtigd zijn schikkingen te treffen of toezeggingen te doen, aansprakelijkheid te erkennen of af te wijzen of op enigerlei wijze de schaderegeling in voor verzekeraar ongunstige zin te beïnvloeden of te trachten zulks te doen
26.4 Indien de verzekering een aansprakelijkheidsverzekering is, zijn verzekeringnemer en de tot uitkering gerechtigde verplicht zich te onthouden van het erkennen van aansprakelijkheid;
26.5 Sanctie bij niet nakomen verplichtingen
26.5.1 Aan deze verzekering kunnen geen rechten worden ontleend indien verzekeringnemer of de tot uitkering gerechtigde een of meer van bovenstaande polisverplichtingen niet is nagekomen en daardoor de belangen van verzekeraar heeft benadeeld.
Artikel 26 Verplichtingen van verzekerings- nemer en uitkeringsgerechtigde
(vervolg)
26.5.2 Elk recht op uitkering komt te vervallen, indien verzekeringnemer of de tot uitkering gerechtigde de hiervoor onder artikel 7.1.1, 7.1.2 en 7.1.3 genoemde verplichtingen niet is nagekomen met het opzet de verzekeraar te misleiden, tenzij de misleiding het verval van recht niet rechtvaardigt.
Artikel 27 Woonschepen met een stalen casco
27.1 Met betrekking tot stalen casco’s is verzekeringnemer verplicht het woonschip éénmaal in de vier jaar te (laten) hellingen voor onderhoud.
27.2 Een hellingrapport of inspectierapport dient daarvan aanwezig te zijn en op verzoek te worden overgelegd aan verzekeraar.
27.3 Mocht bij schade blijken, dat aan deze voorwaarde niet is voldaan, zal geen schadevergoeding plaatsvinden voor schade aan het casco en gevolgschade aan de inboedel door eigen gebrek. Op dit punt blijft Artikel 25.1.9 ongewijzigd van kracht.
Artikel 28 Schaderegeling
28.1 Voor het vaststellen van het schadebedrag en de kosten wordt door verzekeraar, indien nodig, een deskundige benoemd.
28.1.1 Verzekeringnemer heeft eveneens het recht een deskundige te benoemen.
28.1.1.1 De kosten van deze deskundige komen voor rekening van verzekeringnemer, tenzij deze kosten moeten worden aangemerkt als redelijke kosten tot het vaststellen van de schade als bedoeld in art. 7:959 BW dan wel anders in de polis is overeengekomen.
28.1.1.2 Als verzekeringnemer besluit een deskundige te benoemen, dient hij dit onmiddellijk aan verzekeraar te melden.
28.2 Bij verschil van mening omtrent het door een door verzekeraar benoemde deskundige vastgestelde schadebedrag, heeft de verzekeringnemer het recht een deskundige te benoemen overeenkomstig het bepaalde in art. 28.1 t/m art. 28.1.1.2.
28.2.1 Blijkt er een verschil te bestaan in de door de beide deskundigen vastgestelde schadebedragen, dan benoemen zij
tezamen een derde deskundige, wiens schadevaststelling binnen de grenzen van de beide taxaties moet blijven en bindend zal zijn.
28.3 In aanvulling op art. 28.2 en art. 28.2.1 geldt dat het honorarium en de kosten van de deskundige van verzekeringnemer redelijk zijn voor zover zij het honorarium en de kosten van de deskundige van verzekeraar niet overschrijden.
28.4 Het honorarium en de kosten van de derde deskundige worden door verzekeraar en verzekeringnemer voor ieder de helft gedragen,
28.4.1 behoudens indien deze kosten niet als redelijk kunnen worden aangemerkt of indien de in art. 28.5 bepaalde maximale dekking wordt overschreden in welke gevallen het honorarium en de kosten van de derde deskundige geheel voor rekening van verzekeringnemer komen.
28.5 Het honorarium en de kosten van de deskundigen worden uitsluitend vergoed voor zover zij tezamen met de op grond van art. 11.4 t/m art. 11.6 en art. 19.6 t/m art. 19.6.3 door verzekeraar vergoede bereddingskosten de verzekerde som met niet meer dan 100% overschrijden.
28.6 Door medewerking aan het hiervoor bepaalde wordt verzekeraar niet geacht aansprakelijkheid te erkennen.
Artikel 29 Elders lopende verzekeringen
29.1 Indien blijkt dat de door deze verzekering gedekte schade wordt vergoed door één of meer niet bij verzekeraar afgesloten verzekeringen of daaronder vergoed zou worden als de onderhavige verzekering niet zou hebben bestaan, dan biedt de onderhavige verzekering geen dekking voor de schade die onder de andere niet bij verzekeraar afgesloten verzekeringen wordt vergoed of vergoed zou worden als de onderhavige verzekering niet zou hebben bestaan.
29.1.1 Indien de niet bij verzekeraar afgesloten verzekering geen dekking biedt voor de totale schade, zal verzekeraar nimmer meer uitkeren dan het verschil tussen de verzekerde som of, voor zover dit lager is, de totale schade en de onder de niet bij verzekeraar afgesloten verzekering gedekte schade.
29.1.2 Een eigen risico onder een niet bij verzekeraar afgesloten verzekering zal nimmer voor vergoeding in aanmerking komen.
Artikel 29 Elders lopende verzekeringen
(vervolg)
29.2 Art. 7:961 lid 1 BW is niet van toepassing op deze overeenkomst.
29.3 Voorwerpen en kosten verzekerd op een andere polis al dan niet van oudere datum zijn ten aanzien van de op die andere polis(sen) gedekte evenementen niet onder deze verzekering begrepen.
29.4 Verzekeringsnemer is in geval van schade verplicht alle overige hem/haar bekende verzekeringen, die bij het ontstaan van een schade op hetzelfde belang lopende waren, aan verzekeraar op te geven. Na betaling van het schadebedrag zal de verzekering voor de in de polis genoemde bedragen onverminderd van kracht blijven, behalve in geval van totaal verlies of opzegging van de verzekering per contractsvervaldatum of bij verkoop van het woonschip.
Artikel 30 Abandonnement
Het verzekerde zal in geen geval aan verzekeraar kunnen worden geabandonneerd.
Artikel 31 Afstand verhaalsrecht
31.1 Verzekeraar doet afstand van haar eventuele verhaalsrecht jegens de gemachtigde gebruiker,
31.1.1 tenzij de schade te wijten is aan opzet, grove schuld of nalatigheid of verregaande roekeloosheid.
Artikel 32 Duur, Premieherziening en Beëindiging
32.1 Aanvang van de verzekering Voorzover niet anders is bepaald gaat de verzekering in om 12.00 uur op de in de polis vermelde ingangsdatum
32.2 Duur van de verzekering
De verzekering heeft een in de polis vermelde geldigheidsduur en wordt telkens stilzwijgend met eenzelfde termijn verlengd.
32.3 Einde van de verzekering
.De verzekering eindigt door een schriftelijke opzegging door verzekeraar:
32.3.1 tegen het einde van de op het polisblad vermelde geldigheidsduur of, indien de geldigheidsduur meer dan vijf jaar beloopt, telkens tegen het einde van het vijfde verzekeringsjaar, met inachtneming van een opzeggingstermijn van twee maanden;
32.3.2.1 binnen één maand nadat een gebeurtenis die voor verzekeraar tot een uitkeringsverplichting kan leiden, door verzekerde aan verzekeraar is gemeld of nadat verzekeraar een uitkering krachtens de verzekering heeft gedaan dan wel heeft afgewezen.
32.3.2.2 De verzekering eindigt op de in de opzeggingsbrief genoemde datum, zij het niet eerder dan twee maanden na de datum van dagtekening van de opzeggingsbrief, behoudens in het geval dat de opzegging verband houdt met het opzet van een verzekerde verzekeraar te misleiden;
32.3.3 tegen het begin van een nieuw verzekeringsjaar volgend op een vol verzekeringsjaar waarin geen risico is gelopen, mits de opzegging geschiedt binnen één maand na het verstrijken van laatstgenoemd verzekeringsjaar;
32.3.4.1 indien verzekeringnemer de premie verschuldigd op de eerste premievervaldag niet tijdig betaalt of weigert te betalen alsmede indien verzekeringnemer de vervolgpremie niet tijdig betaalt of weigert te betalen, in het laatste geval echter uitsluitend indien verzekeraar verzekeringnemer na het verstrijken van de premievervaldag vruchteloos tot betaling van de vervolgpremie heeft aangemaand.
32.3.4.2 De verzekering eindigt op de in de opzeggingsbrief genoemde datum, zij het in geval van niet-tijdige betaling niet eerder dan twee maanden na de datum van dagtekening van de opzeggingsbrief;
32.3.5.1 binnen twee maanden na de ontdekking dat verzekeringnemer de mededelingsplicht bij het aangaan van de verzekering niet is nagekomen en verzekeringnemer daarbij heeft gehandeld met het opzet verzekeraar te misleiden dan wel verzekeraar de verzekering bij kennis van de ware stand van zaken niet zou hebben gesloten.
32.3.5.2 De verzekering eindigt op de in de opzeggingsbrief genoemde datum.
32.4. De verzekering eindigt door een schriftelijke opzegging door verzekeringnemer:
32.4.1 tegen het einde van de op het polisblad vermelde geldigheidsduur of, indien de geldigheidsduur meer dan vijf jaar beloopt, telkens tegen het einde van het vijfde verzekeringsjaar, met inachtneming van een opzeggingstermijn van twee maanden;
32.3 Einde van de verzekering
(vervolg)
32.4.2.1 binnen één maand nadat een gebeurtenis die voor verzekeraar tot een uitkeringsverplichting kan leiden, door verzekerde aan verzekeraar is gemeld of nadat verzekeraar een uitkering krachtens de verzekering heeft gedaan dan wel heeft afgewezen.
32.4.2.2. De verzekering eindigt op de in de opzeggingsbrief genoemde datum, zij het niet eerder dan twee maanden na de datum van dagtekening van de opzeggingsbrief;
32.4.3.1 binnen één maand na ontvangst van de schriftelijke mededeling van verzekeraar, houdende een wijziging van de premie en/of voorwaarden ten nadele van de verzekeringnemer en/of verzekerde.
32.4..3.2 De verzekering eindigt op de dag waarop de wijziging volgens de schriftelijke mededeling van verzekeraar ingaat (zij het niet eerder dan dertig dagen na de datum van dagtekening van bedoelde mededeling);
32.4.4 tegen het begin van een nieuw verzekeringsjaar volgend op een vol verzekeringsjaar waarin geen risico is gelopen, mits de opzegging geschiedt binnen één maand na het verstrijken van laatstgenoemd verzekeringsjaar;
32.4.5.1 binnen twee maanden nadat verzekeraar tegenover verzekeringnemer een beroep op de niet nakoming van de mededelingsplicht bij het aangaan van de verzekering heeft gedaan.
32.4.5.2 De verzekering eindigt op de datum die in de opzeggingsbrief is vermeld of bij gebreke daarvan op de datum van dagtekening van de opzeggingsbrief.
32.5 De mogelijkheid van opzegging door de verzekeringnemer als bedoeld in
art. 32.4.3.1 en art. 32.4.3.2 geldt niet indien:
32.5.1 de wijziging van de premie en/of voorwaarden voortvloeit uit een dwingendrechtelijke wettelijke regeling en/of bepaling;
32.5.2 de wijziging een aanpassing van de premie betreft, die direct voortvloeit uit een in de polis overeengekomen premieverhoging als gevolg van het bereiken door de verzekerde van een bepaalde leeftijd of een premieverhoging als gevolg van een
overeengekomen indexering van de verzekerde som.
32.6 De verzekering eindigt van rechtswege:
32.6.1 zodra verzekerde of zijn erfgenamen ophouden belang te hebben bij het verzekerde object;
32.6.2 zodra verzekeringnemer of verzekerde ophouden woonplaats in Nederland te hebben;
32.6.3 zodra het verzekerde object in de regel in het buitenland wordt gestald;
32.6.4 Verzekeringnemer, verzekerde respectievelijk hun erfgenamen zijn gehouden verzekeraar van het vorenstaande zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk in kennis te stellen.
32.6.5 zodra verzekeraar de schade aan het verzekerde /object op basis van afkeuring heeft vergoed.
32.7 Voorzover niet anders is bepaald zal de verzekering eindigen om 12.00 uur op de dag waarop de verzekering eindigt.
Artikel 33 Premierestitutie
33.1 Behalve bij opzegging wegens opzet de verzekeraar te misleiden, wordt bij tussentijdse opzegging de lopende premie naar billijkheid verminderd
33.2 Behoudens het hierboven gestelde en het in Artikel 29.4 en 36 van deze polis bepaalde, geschiedt de verzekering zonder restitutie van premie.
Artikel 34 Premiebetaling en schorsing van de dekking
34.1 De verzekeringnemer dient de premie, daaronder begrepen de kosten en de assurantiebelasting, vooruit te betalen op de premievervaldatum.
34.2 Indien verzekeringnemer de aanvangspremie niet uiterlijk op de dertigste dag na ontvangst van het betalingsverzoek betaalt of weigert te betalen, wordt zonder dat een nadere ingebrekestelling door verzekeraar is vereist geen dekking verleend met de aanvang van de eenendertigste dag na ontvangst van het betalingsverzoek respectievelijk met de aanvang van de dag volgende op die van de weigering.
34.3 Indien verzekeringnemer de vervolgpremie weigert te betalen, wordt geen dekking meer verleend met de aanvang van de dag volgende op die van de weigering.
Artikel 34 Premiebetaling en schorsing van de dekking
(vervolg)
34.4 Indien verzekeringnemer de vervolgpremie niet tijdig betaalt, wordt geen dekking verleend met de aanvang van de vijftiende dag nadat verzekeraar verzekeringnemer na de vervaldag schriftelijk heeft aangemaand en betaling is uitgebleven.
34.5 De verzekeringnemer blijft gehouden de premie te voldoen.
34.6 De dekking wordt weer van kracht na de dag waarop hetgeen verzekeringnemer verschuldigd is, voor het geheel door verzekeraar is ontvangen. In geval van overeengekomen termijnbetalingen geldt dat de dekking eerst in kracht wordt hersteld nadat alle onbetaald gebleven termijnen zijn voldaan.
34.7 Onder vervolgpremie wordt mede verstaan de premie die de verzekeringnemer bij stilzwijgende verlenging van de verzekering verschuldigd wordt.
34.8 Onder aanvangspremie wordt mede verstaan de premie die de verzekeringnemer in verband met een tussentijdse wijziging van de verzekering verschuldigd wordt.
Artikel 35 Wijziging van premie en/of Voorwaarden
35.1 Verzekeraar heeft het recht de premie en/of voorwaarden van bepaalde groepen verzekeringen 'en-bloc' te wijzigen.
35.1.1 Indien verzekeraar de premie en/of voorwaarden van bepaalde groepen verzekeringen en-bloc wijzigt, heeft verzekeraar het recht bestaande verzekeringen die tot die groep behoren overeenkomstig die wijziging, op een door verzekeraar te bepalen tijdstip, aan te passen.
35.1.2 Verzekeringnemer wordt schriftelijk van de wijziging in kennis gesteld en wordt geacht hiermee te hebben ingestemd, tenzij de wijziging ten nadele van verzekeringnemer en/of verzekerde strekt en verzekeringnemer deze verzekering schriftelijk opzegt binnen één maand na ontvangst van de schriftelijke mededeling van verzekeraar betreffende de en-bloc wijziging.
35.1.3 De verzekering eindigt op de dag waarop de wijziging volgens de schriftelijke mededeling van verzekeraar ingaat (zij het
niet eerder dan dertig dagen na de datum van dagtekening van bedoelde mededeling);.
35.2 De mogelijkheid van opzegging door de verzekeringnemer als bedoeld in
art. 32.3.2.1 geldt niet indien:
35.2.1 de wijziging van de premie en/of voorwaarden voortvloeit uit een dwingendrechtelijke wettelijke regeling en/of bepaling;
35.2.2 de wijziging een aanpassing van de premie betreft, die direct voortvloeit uit een in de polis overeengekomen premieverhoging als gevolg van het bereiken door de verzekerde van een bepaalde leeftijd of een premieverhoging als gevolg van een overeengekomen indexering van de verzekerde som.
Artikel 36 Wijziging van risico en
eigendomsovergang
36.1 Indien het in de polis omschreven woonschip van bouwaard, bestemming of inrichting (is) veranderd, alsmede bij eigendomsovergang, blijft de verzekering gedurende 30 dagen op het gewijzigde risico of ten behoeve van de nieuwe eigenaar doorlopen.
36.1.1 De verzekering zal ook na deze termijn blijven doorlopen, mits voor het verstrijken van deze termijn van de risicowijziging of eigendomsovergang is kennis gegeven aan verzekeraar en voor zover verzekeraar niet binnen 14 dagen na voormelde kennisgeving schriftelijk heeft medegedeeld de verzekering niet te willen voortzetten.
36.1.2 In geval van niet voortzetting van de verzekering door verzekeraar zal de niet verdiende premie worden gerestitueerd.
Artikel 37 Leegstand
37.1 Zodra het verzekerde woonschip leeg komt te staan of buiten de wil van verzekeringsnemer door derden in gebruik wordt genomen, wordt de dekking terstond beperkt tot uitsluitend de risico's van brand- en vliegtuigschade.
37.2 Voorts dient verzekeraar onverwijld hiervan in kennis te worden gesteld.
37.3 Verzekeraar heeft alsdan de vrijheid de premie en/of voorwaarden te herzien, dan wel de dekking te beëindigen conform artikel 32
Artikel 38 Mededelingen
38.1 Mededelingen van verzekeringnemer en/of verzekerde aan verzekeraar gelden als mededelingen aan verzekeraar, indien zij zijn gericht aan het laatstelijk bij de Kamer van Koophandel geregistreerde adres van verzekeraar.
38.2 Indien de polis is afgegeven door Xxxxxxx Xxxxxxxxxxxxx B.V. als gevolmachtigde van verzekeraar, gelden mededelingen van verzekeringnemer en/of verzekerde als mededelingen aan verzekeraar, indien zij zijn gericht aan het laatstelijk bij de Kamer van Koophandel geregistreerde adres van Xxxxxxx Xxxxxxxxxxxxx B.V.
38.3 Mededelingen van c.q. namens verzekeraar aan verzekeringnemer en/of verzekerden kunnen rechtsgeldig worden gedaan aan de tussenpersoon van verzekeringnemer, dan wel aan het laatst bij verzekeraar bekende adres van verzekeringnemer en/of verzekerde.
Artikel 39 Persoonsregistratie
Bij de aanvraag van een verzekering worden persoonsgegevens gevraagd. Deze worden door Xxxxxxx Xxxxxxxxxxxxx verwerkt ten behoeve van het aangaan en uitvoeren van overeenkomsten en voor het uitvoeren van marketingactiviteiten. De verzekerde heeft de mogelijkheid verzekeraar schriftelijk te laten weten bezwaar te hebben tegen gebruik van zijn persoonsgegevens voor het uitvoeren van marketingactiviteiten. Daarnaast worden de persoonsgegeven gebruikt ter voorkoming en bestrijding van fraude jegens financiële instellingen; voor statistische analyse en om te kunnen voldoen aan wettelijke verplichtingen. In verband met een verantwoord acceptatiebeleid kan Xxxxxxx Xxxxxxxxxxxxx uw gegevens raadplegen bij de stichting CIS te Zeist. Doelstelling hiervan is risico's te beheersen en fraude tegen te gaan. Het privacyreglement van de Stichting CIS is van toepassing. Zie xxx.xxxxxxxxxxxx.xx
Artikel 40 Toepasselijk recht
Op deze verzekering is Nederlands recht van toepassing.
Artikel 41 Klachtenbehandeling
Onverminderd het bepaalde in artikel 40 geldt dat klachten die betrekking hebben op de bemiddeling, totstandkoming en uitvoering van deze verzekeringsovereenkomst kunnen worden voorgelegd aan :
◼ het intern klachtenbureau van Xxxxxxx Xxxxxxxxxxxxx B.V., Xxxxxxx 0000, 0000 XX Xxxxxxxxx.
Wanneer het oordeel van de verzekeraar voor u niet bevredigend is, kunt u zich wenden tot :
◼ Stichting Klachteninstituut Verzekeringen, Xxxxxxx 00000, 0000 XX Xxx Xxxx
(telefoon 070 - 333 89 99).
Indien verzekeringnemer, verzekerde of de uitkeringsgerechtigde geen gebruik wenst te maken van deze klachtenbehandelingsmogelijkheden, of indien de uitkomst daarvan niet bevredigend is, kan het geschil worden voorgelegd aan de bevoegde rechter.
Artikel 42 Geschillen
Tenzij anders bepaald of overeengekomen, zullen alle geschillen die uit deze overeenkomst mochten voortvloeien, worden onderworpen aan een uitspraak van de bevoegde rechter te Rotterdam
NADERE TOELICHTING OP ARTIKEL 24.2
Atoomkernreacties
Hieronder te verstaan iedere kernreactie waarbij energie vrijkomt, zoals kernfusie, kernsplijting, kunstmatige en natuurlijke radioactiviteit. De uitsluiting ter zake van atoomkernreacties geldt niet met betrekking tot radioactieve nucliden, die zich buiten een kerninstallatie bevinden en gebruikt worden of bestemd zijn om gebruikt te worden voor industriële, commerciële, landbouwkundige, medische of wetenschappelijke doeleinden, met dien verstande dat een vergunning voor vervaardiging, gebruik, opslag en het zich ontdoen van radioactieve stoffen door het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer moet zijn afgegeven. Voor zover krachtens de wet een derde voor de geleden schade aansprakelijk is, blijft de uitsluiting van kracht. Onder de “wet” te verstaan de Wet Aansprakelijkheid Kernongevallen (Staatsblad 1979-225), zijnde de bijzondere wettelijke regeling van de aansprakelijkheid op het gebied van de kernenergie.
Onder “kerninstallatie” wordt verstaan een kerninstallatie in de zin van bedoelde wet.