HET BELANG VAN INCLUSIEF STRATEGISCH PARTNERSCHAP
COÖPERATIES IN DE ZORG
HET BELANG VAN INCLUSIEF STRATEGISCH PARTNERSCHAP
Bijdrage aan symposium NVTZ/NCR
Xxxxx Xxxxxxx, 24 juni 2019
Senior-consultant GITP Executive Expertise
COÖPERATIEVE VERENIGING
•Bij notariële akte als ‘coöperatie’ opgerichte vereniging:
coöperatief samenwerkingsverband
•Krachtens ‘overeenkomst’ voorzien in stoffelijke behoeften
van de leden: coöperatief doel
•Geen ideëel doel, maar exploiteren van ‘onderneming’
(bedrijf) ten behoeve van de leden
•Combinatie van vereniging/coöperatie en ‘bedrijf’
•Opnemen in de statuten hoe ‘besloten’ de
samenwerkingsvorm is
•Type coöperatie (van A tot Z: hoe risicodragend is het lid?)
•Van consumentencoöperaties tot ondernemerscoöperaties
•Grote coöperatie: verzwakt structuurregime (art. 2.63 BW; verplichte RvC)
•Leden (natuurlijke/rechtspersonen) als mede-eigenaars, zoals
- huisartsen
- ouders, specialisten
- ambulancedienst, GGZ, ziekenhuis
- gemeenten, ………
•Coöperatief doel: leden optimaal ondersteunen via ‘bedrijf’
•Via coöperatie ‘in verenigingsverband’ en ‘vanuit maatschappelijke doelstelling’ (coöperatieve waarden) bedrijfsmatig opereren (coöperatief ondernemerschap)
Coöperatief samenwerkingsverband waarin de leden (…….) actief samenwerken en professioneel (door het ‘bedrijf ’) worden ondersteund
Als ondernemende leden (….) in een coöperatief verband ‘gezamenlijk’ een bijdrage leveren aan ….
Coöperatie als:
•Samenwerkingsmodel (multistakeholder-model, met democratische besluitvorming en sociale reputatie)
•Ondernemend groeimodel (coöperatief ondernemerschap)
•Financieringsvehikel (inbreng leden, andere afnemers, zelf geld
genereren, …)
Specialisten/ouders
Ambulancedienst, GGD, ziekenhuis, gemeenten
Leden ALV
Bestuursmodel?
RvC/RvT?
Coöperatie Bestuur
Bedrijven/CR, zorggroepen, facilitaire ondersteuning
Bedrijf X Bedrijf Y
BESTUURSMODEL?
•Bestuurlijke inrichting die zo goed mogelijk aansluit bij type coöperatie, lidmaatschapsverplichtingen, … (flexibel verenigingsrecht)
•Traditionele model: ledenbestuur, directie, RvC/RvT (dubbel toezicht)
•Bestuur bestaande uit professionals (niet-leden): directie-model
•Zandlopermodel: personele unies, coöperatiebestuurders in RvC/RvT van dochterbedrijf
•ALV, Ledenraad, Adviesgroepen, kringen, ….
•Vorm van onafhankelijk toezicht: interne/externe toezichthouders
•Voorkomen van ‘stapeling’ van toezicht
DEUGDELIJKE GOVERNANCE
•Governancecodes Zorg, Coöperatieve Ondernemingen
•Onderscheid maken tussen coöperatieve structuur (met leden/ALV/AvA) en ‘bedrijf’ (BV, met directie/RvC?)
•‘Lastig’ governance-model: rollen (‘petten’): lid/aandeelhouder,
bestuurder, uitvoerend medewerker, klant
•Samenstelling Bestuur: ledenbelangen, prioriteitsaandelen,
dubbelposities, …
•Onafhankelijk toezicht (voordrachten, interne/externe leden)
•Druk op transparantie en verantwoording (belang van ledenbinding en stakeholderdialoog)
•Maatschappelijke reputatie: waarde(n)gericht
BEVOEGDHEDENVERDELING EN VERANTWOORDINGSLIJNEN
•ALV/AvA (ledenbelangen): vaststellings-/goedkeuringsrechten
•Bevoegdheden-/verantwoordingslijn tussen ALV/AvA en RvB/RvC van de Coöperatie
•ALV/AvA: benoeming bestuur en toezicht van de Coöperatie
•Taak/verantwoordelijkheid RvC/RvT:
- zo onafhankelijk (van deelbelangen) en professioneel mogelijk
- mede namens de aandeelhouders/leden
- toezicht uitoefenen/adviezen geven aan bestuur/directie
- gericht op gehele belang van ‘de onderneming’
Dus balanceren tussen loyaliteit en kritische onafhankelijkheid
TRENDS IN HET GOVERNANCE DEBAT OVER COÖPERATIES
•Eigenaarschap versus (?) evenwichtige belangenafweging
•Principes van ledenbinding en wederkerigheid
•Bestuursmodel: two- en one-tier boards (of: one-and-a-half)?
•Van regelcultuur en afvinken, naar gedrag en eigen verantwoordelijkheid van binnenuit
•Stimuleren van het ‘goede gesprek’
•Belang van de maatschappelijke functie/reputatie: waarde(n)gedreven?
•Zichtbaarheid en aanspreekbaarheid
•Multistakeholdermodel, dialoog en verantwoording
VERHOUDING BESTUUR/INTERN TOEZICHT
•Taakopvatting
•‘De stoel’ en ‘rolvastheid’
•Informatie-afhankelijkheid (‘asymmetrie’)
•Elkaar aanspreken op ‘toegevoegde waarde’ voor …
•Effectief benutten van stakeholder-betrokkenheid
•Bewust van ‘maatschappelijke ogen’
•Verantwoording vragen en afleggen
Lessons (to be) learned
Te veel | Te weinig |
Op afstand | Inhoudelijk debat |
Top-down sturing | Zicht op/verbinding met organisatie |
Beheersingsdrang | Aandacht voor onzekere factoren |
Meegaand gedrag | Xxxxxxx kritisch-tegenover zijn |
Sturing op rendement | Sturing op legitimiteit |
Grenzen opzoeken | Moraliteit |
Gesloten circuit | Aanspreekbaarheid |
BEHOEFTE AAN NIEUWE CONCEPTEN/STIJLEN
•Gezamenlijk referentiekader
•Inhoudelijk debat visie
(waarde-toevoeging)
•Verbindingen
•Verantwoording
verbinding verantwoording
Het doorprikken van (in ieder geval) 3 mythes
Een rationele top-down benadering • De mythe van de bestuurbaarheid van grote complexe organisaties |
Die te veel gericht is op risicobeheersing en ‘control’ • De mythe van de beheersbaarheid van ontwikkelingen |
Met de behoefte aan steeds meer ‘harde’ informatie • De mythe van het ‘meten is weten’, de mythe van het zeker weten |
netwerkrol verbinden | strategisch partnerschap genereren |
controleren procedurele rol | beïnvloeden expertrol |
Strategisch partnerschap
strategische positionering
inhoudelijke betrokkenheid
INCLUSIEF STRATEGISCH PARTNERSCHAP BIJ COÖPERATIES IN DE ZORG
•Gezamenlijk coöperatief doel
•Professioneel bestuur en onafhankelijk toezicht
•Inhoudelijk debat ‘aan de voorkant’
•Thema-gerichte agendering
•Samenspel én kritisch tegenover
•In dialoog met stakeholders
•Brede oriëntatie op belangen en perspectieven
•In het publieke domein