BIJLAGE
BIJLAGE
BIJLAGE A bij de Overeenkomst
(artikel 2, lid 1)
Deel 1 van deze bijlage heeft betrekking op het Akkoord van Schengen van 1985 en op de op
19 juni 1990 te Schengen ondertekende Overeenkomst ter uitvoering van dit Akkoord. Deel 2 heeft betrekking op de toetredingsprotocollen en -overeenkomsten, en deel 3 op de relevante Schengenbesluiten en -verklaringen.
DEEL 1
De bepalingen van het op 14 juni 1985 te Schenge n ondertekende Akkoord tussen de regeringen van de staten van de Benelux Economische Unie, van de Bondsrepubliek Duitsland en van de Franse Republiek betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen.
Elk van de be palingen van de op 19 juni 1990 te Schengen ondertekende Overeenkomst tussen het Koninkrijk België, de Bondsrepubliek Duitsland, de Franse Republiek, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden, ter uitvoering van het Akkoord van Schengen van 14 juni 1985, met uitzondering van de volgende bepalingen:
Artikel 2, lid 4, betreffende goederencontroles Artikel 4, voorzover het controles van bagage betreft Artikel 10, lid 2
Artikel 19, lid 2
Artikelen 28 tot en met 38 en bijbehorende defin ities
Artikel 60
Artikel 70
Artikel 74
Artikelen 77 tot en met 91, voorzover Richtlijn 91/477/EEG van de Raad van 18 juni 1991 inzake de controle op de verwerving en het voorhanden hebben van wapens daarop betrekking heeft
Artikelen 120 tot en met 125 betreffende goederenverkeer Artikelen 131 tot en met 133
Artikel 134
Artikelen 139 tot en met 142
Slotakte, verklaring 2
Slotakte, verklaringen 4, 5 en 6 Protocol
Gemeenschappelijke verklaring
Verklaring van de ministers en staatssecretarissen
DEEL 2
De bepalingen van de overeenkomsten en protocollen betreffende de toetreding tot het Schengenakkoord en de Schengenuitvoeringsovereenkomst die gesloten zijn met de Italiaanse Republiek (ondertekend te Parijs op 27 november 1990), het Koninkrijk Spanje en de Portugese Republiek (ondertekend te Bonn op 25 juni 1991), de Helleense Republiek (ondertekend te Madrid op 6 november 1992), de Republiek Oostenrijk (ondertekend te Brussel op 28 april 1995) en het Koninkrijk Denemarken, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden (ondertekend te Luxemburg op 19 december 1996), met uitzondering van:
1. Het op 27 november 1990 te Parijs ondertekende Protocol betreffende de toetreding van de regering van de Italiaanse Republiek tot het op 14 juni 1985 te Schengen ondertekende Akkoord tussen de regeringen van de staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen.
2. De volgende bepalingen van de op 27 november 1990 te Parijs ondertekende Overeenkomst betreffende de toetreding van de Italiaanse Republiek tot de op 19 juni 1990 te Schengen ondertekende Overeenkomst ter uitvoering van het tussen de regeringen van de staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek op 14 juni 1985 te Schengen gesloten Akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, de slotakte ervan en de bijbehorende verklaringen:
Artikel 1
Artikelen 5 en 6 Slotakte, deel I
Slotakte, deel II, verklaringen 2 en 3
Verklaring van de ministers en staatssecretarissen
3. Het op 25 juni 1991 te Bonn ondertekende Protocol betreffende de toetreding van de regering van het Koninkrijk Spanje tot het op 14 juni 1985 te Schengen ondertekende Akkoord tussen de regeringen van de staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, zoals gewijzigd bij het op 27 november 1990 te Parijs ondertekende Protocol betreffende de toetreding van de regering van de Italiaanse Republiek, en de bijbehorende verklaringen.
4. De volgende bepalingen van de op 25 juni 1991 te Bonn ondertekende Overeenkomst betreffende de toetreding van het Koninkrijk Spanje tot de op 19 juni 1990 te Schengen ondertekende Overeenkomst ter uitvoering van het tussen de regeringen van de staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsla nd en de Franse Republiek op 14 juni 1985 te Schengen gesloten Akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, waartoe de Italiaanse Republiek bij de op 27 november 1990 te Parijs ondertekende Overeenkomst is toegetreden, de slotakte ervan en de bijbehorende verklaringen:
Artikel 1
Artikelen 5 en 6 Slotakte, deel I
Slotakte, deel II, verklaringen 2 en 3 Slotakte, deel III, verklaringen 3 en 4
Verklaring van de ministers en staatssecretarissen
5. Het op 25 juni 1991 te Bonn ondertekende Protocol betreffende de toetreding van de regering van de Portugese Republiek tot het op 14 juni 1985 te Schengen ondertekende Akkoord tussen de regeringen van de staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, zoals gewijzigd bij het op 27 november 1990 te Parijs ondertekende Protocol betreffende de toetreding van de regering van de Italiaanse Republiek, en de bijbehorende verklaringen.
6. De volgende bepalingen van de op 25 juni 1991 te Bonn ondertekende Overeenkomst betreffende de toetreding van de Portugese Republiek tot de op 19 juni 1990 te Schengen ondertekende Overeenkomst ter uitvoering van het tussen de regeringen van de staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek op 14 juni 1985 te Schengen gesloten Akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, waartoe de Italiaanse Republiek bij de op 27 november 1990 te Parijs ondertekende Overeenkomst is toegetreden, de slotakte ervan en de bijbehorende verklaringen:
Artikel 1
Artikelen 7 en 8 Slotakte, deel I
Slotakte, deel II, verklaringen 2 en 3 Slotakte, deel III, verklaringen 2, 3, 4 en 5
Verklaring van de ministers en staatssecretarissen
7. Het op 6 november 1992 te Madrid ondertekende Protocol betreffende de toetreding van de regering van de Helleense Republiek tot het op 14 ju ni 1985 te Schengen ondertekende Akkoord tussen de regeringen van de staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, zoals gewijzigd bij het op 27 november 1990 te Parijs ondertekende Protocol betreffende de toetreding van de regering van de Italiaanse Republiek en bij de op 25 juni 1991 te Bonn ondertekende Protocollen betreffende de toetreding van de regeringen van het Koninkrijk Spanje en de Portugese Republiek, en de bijbehorende verklaringen.
8. De volgende bepalingen van de op 6 november 1992 te Madrid ondertekende Overeenkomst betreffende de toetreding van de Helleense Republiek tot de op 19 juni 1990 te Schengen ondertekende Overeenkomst ter uitvoering van het tussen de regeringen van de staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek op 14 juni 1985 te Schengen gesloten Akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, waartoe de Italiaanse Republiek bij de op 27 november 1990 te
Parijs ondertekende overeenkomst, en het Koninkrijk Spanje en de Portugese Republiek bij de op 25 juni 1991 te Bonn ondertekende overeenkomsten zijn toegetreden, de slotakte ervan en de bijbehorende verklaringen:
Artikel 1
Artikelen 6 en 7 Slotakte, deel I
Slotakte, deel II, verklaringen 2, 3 en 4 Slotakte, deel III, verklaringen 1 en 3
Verklaring van de ministers en staatssecretarissen
9. Het op 28 april 1995 te Brussel ondertekende Protocol betreffende de toetreding van de regering van de Republiek Oostenrijk tot het op 14 juni 1985 te Schengen ondertekende Akkoord tussen de regeringen van de staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, zoals gewijzigd bij de Protocollen van 27 november 1990, 25 juni 1991 en 6 november 1992 betreffende de toetreding van de regeringen van respectievelijk de Italiaanse Republiek, het Koninkrijk Spanje en de Portugese Republiek, en de Helleense Republiek.
10. De volgende bepalingen van de op 28 april 1995 te Brussel ondertekende Overeenkomst betreffende de toetreding van de Republiek Oostenrijk tot de op 19 juni 1990 te Schengen ondertekende Overeenkomst ter uitvoering van het tussen de regeringen van de staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek op 14 juni 1985 te Schengen gesloten Akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, waartoe de Italiaanse Republiek, het Koninkrijk Spanje en de Portugese Republiek, en de Helleense Republiek bij de overeenkomsten van respectievelijk
27 november 1990, 25 juni 1991 en 6 november 1992 zijn toegetreden, en de slotakte ervan:
Artikel 1
Artikelen 5 en 6 Slotakte, deel I
Slotakte, deel II, verklaring 2 Slotakte, deel III
11. Het op 19 december 1996 te Luxemburg ondertekende Protocol betreffende de toetreding van de regering van het Koninkrijk Denemarken tot het op 14 juni 1985 te Schengen ondertekende Akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, en de bijbehorende verklaring.
12. De volgende bepalingen van de op 19 december 1996 te Luxemburg ondertekende Overeenkomst betreffende de toetreding van het Koninkrijk Denemarken tot de op 19 juni 1990 te Schengen ondertekende Overeenkomst ter uitvoering van het op 14 juni 1985 te Schengen gesloten Akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, de slotakte ervan en de bijbehorende verklaring:
Artikel 1
Artikelen 7 en 8 Slotakte, deel I
Slotakte, deel II, verklaring 2 Slotakte, deel III
Verklaring van de ministers en staatssecretarissen
13. Het op 19 december 1996 te Luxemburg ondertekende Protocol betreffende de toetreding van de regering van de Republiek Finland tot het op 14 juni 1985 te Schengen ondertekende Akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, en de bijbehorende verklaring.
14. De volgende bepalingen van de op 19 december 1996 te Luxemburg ondertekende Overeenkomst betreffende de toetreding van de Republiek Finland tot de op 19 juni 1990 te Schengen ondertekende Overeenkomst ter uitvoering van het op 14 juni 1985 te Schengen gesloten Akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, de slotakte ervan en de bijbehorende verklaring:
Artikel 1
Artikelen 6 en 7 Slotakte, deel I
Slotakte, deel II, verklaring 2
Slotakte, deel III, met uitzondering van de verklaring betreffende de Ålandseilanden Verklaring van de ministers en staatssecretarissen
15. Het op 19 december 1996 te Luxemburg ondertekende Protocol betreffende de toetreding van de regering van het Koninkrijk Zweden tot het op 14 juni 1985 te Schengen ondertekende Akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, en de bijbehorende verklaring.
16. De volgende bepalingen van de op 19 december 1996 te Luxemburg ondertekende Overeenkomst betreffende de toetreding van het Koninkrijk Zweden tot de op 19 juni 1990 te Schengen ondertekende Overeenkomst ter uitvoering van het op 14 juni 1985 te Schengen gesloten Akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, de slotakte ervan en de bijbehorende verklaring:
Artikel 1
Artikelen 6 en 7 Slotakte, deel I
Slotakte, deel II, verklaring 2 Slotakte, deel III
Verklaring van de ministers en staatssecretarissen
DEEL 3
A. De volgende besluiten van het uitvoerend comité:
SCH/Com-ex (00) 00 00.00.0000 | Bevestiging van de verklaringen van de ministers en staatssecretarissen d.d. 19.6.1992 en 30.6.1993 betreffende de inwerkingstelling |
SCH/Com-ex (00) 00 00.00.0000 | Verbetering van de praktijk inzake justitiële samen- werking op het gebied van de bestrijding van sluikhandel in verdovende middelen |
SCH/Com-ex (00) 00 00.00.0000 | Verlenging van het eenvormige visum |
SCH/Com-ex (00) 00 00.00.0000 | Gemeenschappelijke beginselen van annulering, intrekking en beperking van de geldigheidsduur van het eenvormige visum |
SCH/Com-ex (94) 1, 2e herz. 26.4.1994 | Aanpassingsmaatregelen met het oog op verwijdering van verkeershindernissen en opheffing van verkeersbeperkingen bij rijwegovergangen aan de binnengrenzen |
SCH/Com-ex (94) 15 herz. 21.11.1994 | Invoering van een geautomatiseerde procedure voor raad- pleging van de centrale autoriteiten zoals voorzien in artikel 17, lid 2, van de overeenkomst |
SCH/Com-ex (94) 16 herz. 21.11.1994 | Aanschaf van de gemeenschappelijke in- en uitreisstempel |
SCH/Com-ex (94) 17, 4e herz. 22.12.1994 | Invoering en toepassing van de Schengenregeling op verkeersluchthavens en secundaire luchthavens |
SCH/Com-ex (00) 00 00.00.0000 | Uitwisseling van statistische gegevens betreffende visumafgifte |
SCH/Com-ex (94) 28 herz. 22.12.1994 | Verklaring voor het met zich meevoeren van verdovende middelen en psychotrope stoffen als bedoeld in artikel 75 |
SCH/Com-ex (94) 29, 2e herz. 22.12.1994 | Inwerkingstelling van de Schengenovereenkomst van 19 juni 1990 |
SCH/Com-ex (95) PV 1 herz. (punt 8) | Gemeenschappelijk visumbeleid |
SCH/Com-ex (95) 20, 2e herz. 20.12.1995 | Goedkeuring van document SCH/I (95) 40 herz. 6 betreffende de procedure voor toepassing van artikel 2, lid 2, van de overeenkomst |
SCH/Com-ex (00) 00 00.00.0000 | Snelle uitwisseling tussen de Schengenstaten van statistische en concrete gegevens welke wijzen op een eventuele disfunctionaliteit aan de buitengrenzen |
SCH/Com-ex (96) 13 herz. 27.6.1996 | Afgifte van Schengenvisa op grond van artikel30, lid 1, onder a), van de Schengenovereenkomst |
SCH/Com-ex (97) 39 herz. 15.12.1997 | Leidraad voor bewijsmiddelen en indicaties in het kader van overnameovereenkomsten tussen de Schengenstaten |
SCH/Com-ex (98) 1, 2e herz. 21.4.1998 | Rapportage door de task force |
SCH/Com-ex (00) 00 00.0.0000 | Uitwisseling op lokaal niveau van statistische gegevens inzake visa-afgifte |
SCH/Com-ex (98) 18 herz. 23.6.1998 | Te nemen maatregelen ten aanzien van staten die problemen opleveren op het gebied van afgifte van documenten op grond waarvan verwijdering uit de Schengenruimte mogelijk wordt OVERNAME – VISA |
SCH/Com-ex (00) 00 00.0.0000 | Monaco VISA – BUITENGRENZEN – SIS |
SCH/Com-ex (00) 00 00.0.0000 | Afstempeling van het paspoort van visumaanvragers VISA |
SCH/Com-ex (98) 26 def. 16.9.1998 | Oprichting van een permanente Schengencommissie |
SCH/Com-ex (98) 29 herz. 23.6.1998 | Bezemclausule met het oog op de toepassing van het gehele technische Schengenacquis |
SCH/Com-ex (98) 35, 2e herz. 16.9.1998 | Verstrekking van het Gemeenschappelijk Handboek aan de kandidaat-lidstaten van de Europese Unie |
SCH/Com-ex (98) 37 def. 2 16.9.1998 | Actieplan ter bestrijding van illegale immigratie |
SCH/Com-ex (98) 51, 3e herz. 16.12.1998 | Grensoverschrijdende politiële samenwerking op verzoek ter voorkoming en opsporing van strafbare feiten |
SCH/Com-ex (00) 00 00.00.0000 | Leidraad voor grensoverschrijdende politiële samen- werking |
SCH/Com-ex (00) 00 00.00.0000 | Handboek met documenten waarin een visum kan worden aangebracht |
SCH/Com-ex (00) 00 00.00.0000 | Invoering van een geharmoniseerd formulier ter staving van een uitnodiging, een garantstellingsverklaring (-toezegging) of huisvestingsverklaring |
SCH/Com-ex (98) 59 herz. 16.12.1998 | Gecoördineerde inzet van documentenadviseurs |
SCH/Com-ex (99) 1, 2e herz. 28.4.1999 | Acquis verdovende middelen |
SCH/Com-ex (00) 0 00.0.0000 | Sirene-handboek |
SCH/Com-ex (00) 0 00.0.0000 | Acquis telecommunicatie |
SCH/Com-ex (99) 7 herz. 2 28.4.1999 | Verbindingsfunctionarissen |
SCH/Com-ex (99) 8 herz. 2 28.4.1999 | Betaling van informanten |
SCH/Com-ex (00) 00 00.0.0000 | Illegale wapenhandel |
SCH/Com-ex (00) 00 00.0.0000 | Intrekking van eerdere versies van het Gemeenschappelijk Handboek en van de Gemeenschappelijke Visuminstructie en goedkeuring van de nieuwe versies |
SCH/Com-ex (00) 00 00.0.0000 | Handboek met documenten waarin een visum kan worden aangebracht |
SCH/Com-ex (00) 00 00.0.0000 | Verbetering van de politiële samenwerking bij de voor- koming en opsporing van strafbare feiten |
B. De volgende verklaringen van het uitvoerend comité:
Verklaring | Inhoud |
SCH/Com-ex (96) verkl. 5 18.4.1996 | Definiëring van het begrip “vreemdeling” |
SCH/Com-ex (96) verkl. 6 herz. 2 26.6.1996 | Verklaring inzake de uitlevering |
SCH/Com-ex (97) verkl. 13 herz. | Ontvoering van minderjarigen |
2 21.4.1996 |
C. De volgende besluiten van de Centrale Groep:
Besluit | Inhoud |
SCH/C (00) 000 00.00.0000 | Actieplan ter bestrijding van de illegale immigratie |
SCH/C (00) 00 00.0.0000 | Algemene beginselen voor de betaling van informanten en vertrouwenspersonen |
BIJLAGE B bij de Overeenkomst
(artikel 2, lid 2)
Zwitserland zal vanaf de door de Raad overeenkomstig artikel15 vastgestelde datum de inhoud van de volgende besluiten toepassen.
Indien een overeenkomst of een protocol waarnaar in een hieronder met een asterisk aangegeven besluit wordt verwezen, op die datum nog niet in werking is getreden voor alle staten die op het ogenblik van de aanneming van het betrokken besluit lid van de Europese Unie zijn, zal Zwitserland
de inhoud van de relevante bepalingen van deze instrumenten pas toepassen vanaf de datum waarop de betrokken overeenkomst of het betrokken protocol in werking treedt voor al deze lidstaten.
- Richtlijn 91/477/EEG van de Raad van 18 juni 1991 inzake de controle op de verwerving en het voorhanden hebben van wapens (PB L 256 van 13.9.1991, blz. 51) en Aanbeveling 93/216/EEG van de Commissie van 25 februari 1993 betreffende de Europese vuurwapenpas (PB L 93 van 17.4.1993, blz. 39), zoals gewijzigd bij Aanbeveling 96/129/EG van de Commissie van 12 januari 1996 (PB L 30 van 8.2.1996, blz. 47)
- Verordening (EG) nr. 1683/95 van de Raad van 29 mei 1995 betreffende de invoering van een uniform visummodel (PB L 164 van 14.7.1995, blz. 1), zoals gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 334/2002 van de Raad van 18 februari 2002 (PB L 53 van 23.2.2002, blz. 7); Besluit van de Commissie van 7 februari 1996 en Besluit van de Commissie van 3 juni 2002 betreffende de vaststelling van verdere technische specificaties voor het uniform visummodel (niet gepubliceerd)
- Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31)
- Akte van de Raad van 29 mei 2000 tot vaststelling, overeenkomstig artikel 34 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, van de Overeenkomst betreffende de wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen de lidstaten van de Europese Unie (bepalingen in de zin van artikel 2, lid 1, van de overeenkomst) (PB C 197 van 12.7.2000, blz. 1)*
- Besluit 2000/586/JBZ van de Raad van 28 september 2000 tot vaststelling van een procedure voor de wijziging van artikel 40, leden 4 en 5, artikel 41, lid 7, en artikel 65, lid 2, van de Overeenkomst ter uitvoering van het Schengenakkoord van 14 juni 1985 betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen (PB L 248 van 3.10.2000, blz. 1)
- Besluit 2000/645/EG van de Raad van 17 oktober 2000 ter correctie van het Schengenacquis zoals vervat in Besluit SCH/Com-ex (94) 15 herz. van het Uitvoerend Comité van Schengen (PB L 272 van 25.10.2000, blz. 24)
- Verordening (EG) nr. 539/2001 van de Raad van 15 maart 2001 tot vaststelling van de lijst van derde landen waarvan de onderdanen bij overschrijding van de buitengrenzen in het bezit moeten zijn van een visum en de lijst van derde landen waarvan de onderdanen van die plicht zijn vrijgesteld (PB L 81 van 21.3.2001, blz. 1) zoals gewijzigd bij Verordening (EG) nr.
2414/2001 van de Raad van 7 december 2001 (PB L 327 van 12.12.2001, blz. 1) en bij
Verordening (EG) nr. 453/2003 van de Raad van 6 maart 2003 (PB L 69 van 13.3.2003, blz. 10)
- Beschikking 2001/329/EG van de Raad van 24 april 2001 betreffende de bijwerking van deel VI en van de bijlagen 3, 6 en 13 van de Gemeenschappelijke Visuminstructie en van de bijlagen 5 a), 6 a) en 8 van het Gemeenschappelijk Handboek (PB L 116 van 26.4.2001, blz. 32)
- Verordening (EG) nr. 1091/2001 van de Raad van 28 mei 2001 inzake vrij verkeer met een visum voor verblijf van langere duur (PB L 150 van 6.6.2001, blz. 4)
- Beschikking 2001/420/EG van de Raad van 28 mei 2001 inzake de aanpassing van de delen V en VI en van bijlage 13 van de Gemeenschappelijke Visuminstructie alsmede van bijlage 6 a) van het Gemeenschappelijk Handboek voor de gevallen van visa voor verblijf van langere duur die tevens gelden als visa voor kort verblijf (PB L 150 van 6.6.2001, blz. 47)
- Richtlijn 2001/40/EG van de Raad van 28 mei 2001 betreffende de onderlinge erkenning van besluiten inzake de verwijdering van onderdanen van derde landen (PB L 149 van 2.6.2001, blz. 34) en Beschikking 2004/191/EG van de Raad van 23 februari 2004 tot vaststelling van de criteria en uitvoeringsvoorschriften voor de compensatie van de verstoringen van het financiële evenwicht die voortvloeien uit de toepassing van Richtlijn 2001/40/EG betreffende de onderlinge erkenning van besluiten inzake de verwijdering van onderdanen van derde landen (PB L 60 van 27.2.2004, blz. 55)
- Richtlijn 2001/51/EG van de Raad van 28 juni 2001 tot aanvulling van het bepaalde in artikel 26 van de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen van 14 juni 1985 (PB L 187 van 10.7.2001, blz. 45)
- Akte van de Raad van 16 oktober 2001 tot vaststelling, overeenkomstig artikel 34 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, van het Protocol bij de Overeenkomst betreffende de wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen de lidstaten van de Europese Unie (bepaling in de zin van artikel15 van het protocol) (PB C 326 van 21.11.2001, blz. 1)*
- Verordening (EG) nr. 2424/2001 van de Raad van 6 december 2001 betreffende de ontwikkeling van een Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 328 van 13.12.2001, blz.4)
- Besluit 2001/886/JBZ van de Raad van 6 december 2001 betreffende de ontwikkeling van een Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 328 van 13.12.2001, blz.1)
- Beschikking 2002/44/EG van de Raad van 20 december 2001 tot wijziging van deel VII en bijlage 12 van de Gemeenschappelijke Visuminstructies, alsmede van bijlage 14 a van het Gemeenschappelijk Handboek (PB L 20 van 23.1.2002, blz. 5)
- Verordening (EG) nr. 333/2002 van de Raad van 18 februari 2002 betreffende de invoering van een uniform model voor een blad waarop een visum kan worden aangebracht dat door lidstaten wordt afgegeven aan houders van een reisdocument dat door de lidstaat die het blad opstelt niet
wordt erkend (PB L 53 van 23.2.2002, blz. 4) en Besluit van de Commissie van 12 augustus 2002 betreffende de vaststelling van verdere technische specificaties voor het uniform model voor een blad waarop een visum kan worden aangebracht dat door lidstaten wordt afgegeven aan houders van een reisdocument dat door de lidstaat die het blad opstelt niet wordt erkend (niet gepubliceerd)
- Beschikking 2002/352/EG van de Raad van 25 april 2002 betreffende de herziening van het Gemeenschappelijk Handboek (PB L 123 van 9.5.2002, blz. 47)
- Beschikking 2002/354/EG van de Raad van 25 april 2002 inzake de aanpassing van deel III van de Gemeenschappelijke Visuminstructies en de invoering van een bijlage 16 (PB L 123 van 9.5.2002, blz. 50)
- Verordening (EG) nr. 1030/2002 van de Raad van 13 juni 2002 betreffende de invoering van een uniform model voor verblijfstitels voor onderdanen van derde landen (PB L 157 van 15.6.2002, blz. 1) en Besluit van de Commissie van 14 augustus 2002 tot vaststelling van de technische specificaties voor het uniform model voor verblijfstitels voor onderdanen van derde landen (niet gepubliceerd)
- Beschikking 2002/585/EG van de Raad van 12 juli 2002 betreffende de aanpassing van deel III en deel VIII van de gemeenschappelijke instructies (PB L 187 van 16.7.2002, blz. 44)
- Beschikking 2002/586/EG van de Raad van 12 juli 2002 betreffende de aanpassing van deel VI van de Gemeenschappelijke Visuminstructies (PB L 187 van 16.7.2002, blz. 48)
- Beschikking 2002/587/EG van de Raad van 12 juli 2002 betreffende de herziening van het Gemeenschappelijk Handboek (PB L 187 van 16.7.2002, blz. 50)
- Kaderbesluit 2002/946/JBZ van de Raad van 28 november 2002 tot versterking van het strafrechtelijk kader voor de bestrijding van hulpverlening bij illegale binnenkomst, illegale doortocht en illegaal verblijf (PB L 328 van 5.12.2002, blz. 1)
- Richtlijn 2002/90/EG van de Raad van 28 november 2002 tot omschrijving van hulp verlening bij illegale binnenkomst, illegale doortocht en illegaal verblijf (PB L 328 van 5.12.2002, blz. 17)
- Verordening (EG) nr. 415/2003 van de Raad van 27 februari 2003 betreffende de afgifte van visa aan de grens, inclusief aan transiterende zeelieden (PB L 64 van 7.3.2003, blz. 1)
- De bepalingen van de overeenkomst van 1995 aangaande de verkorte procedure tot uitlevering tussen de lidstaten van de Europese Unie (PB C 78 van 30.3.1995, blz. 2) en van de overeenkomst van 1996 betreffende uitlevering tussen de lidstaten van de Europese Unie (PB C 313 van 23.10.1996, blz. 12) waarnaar wordt verwezen in Besluit 2003/169/JBZ van de Raad van 27 februari 2003 tot vaststelling van de bepalingen van de overeenkomst van 1995 aangaande de verkorte procedure tot uitlevering tussen de lidstaten van de Europese Unie, en van de overeenkomst van 1996 betreffende uitlevering tussen de lidstaten van de Europese Unie, die een ontwikkeling inhouden van het Schengenacquis in de zin van de overeenkomst inzake de wijze waarop de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen worden betrokken bij de toepassing, de uitvoering en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 67 van 12.3.2003, blz. 25)*
- Besluit 2003/170/JBZ van de Raad van 27 februari 2003 betreffende het gezamenlijk gebruik van verbindingsofficieren die gedetacheerd zijn door de rechtshandhavende autoriteiten van de lidstaten (met uitzondering van artikel 8) (PB L 67 van 12.3.2003, blz.27)
- Verordening (EG) nr. 693/2003 van de Raad van 14 april 2003 tot invoering van een specifiek doorreisfaciliteringsdocument (FTD) en een doorreisfaciliterings document voor treinreizigers (FRTD) en tot wijziging van de Gemeenschappelijke Visuminstructie en het Gemeenschappelijk Handboek (PB L 99 van 17.4.2003, blz.8)
- Verordening (EG) nr. 694/2003 van de Raad van 14 april 2003 betreffende uniforme modellen voor een doorreisfaciliteringsdocument (FTD) en een doorreisfaciliteringsdocument voor treinreizigers (FRTD) in de zin van Verordening (EG) nr. 693/2003 (PB L 99 van 17.4.2003, blz. 15)
- Beschikking 2003/454/EG van de Raad van 13 juni 2003 houdende wijziging van bijlage 12 bij de Gemeenschappelijke Visuminstructies en van bijlage 14 a bij het Gemeenschappelijk Handboek (PB L 152 van 20.6.2003, blz. 82)
- Verordening (EG) nr. 1295/2003 van de Raad van 15 juli 2003 inzake maatregelen ter vergemakkelijking van de procedures voor de aanvraag en afgifte van visa voor de leden van de olympische familie die deelnemen aan de Olympische Spelen of de Paralympische Spelen van 2004 in Athene (PB L 183 van 22.7.2003, blz. 1)
- Beschikking 2003/585/EG van de Raad van 28 juli 2003 houdende wijziging van bijlage 2, overzicht A, van de Gemeenschappelijke Visuminstructies en van bijlage 5, overzicht A, van het Gemeenschappelijk Handboek betreffende de visumplicht voor houders van Pakistaanse diplomatieke paspoorten (PB L 198 van 6.8.2003, blz. 13)
- Beschikking 2003/586/EG van de Raad van 28 juli 2003 houdende wijziging van bijlage 3, deel I, van de Gemeenschappelijke Visuminstructies en van bijlage 5 a, deel 1, van het Gemeenschappelijk Handboek betreffende onderdanen van derde landen die aan de transitvisumplicht voor luchthavens onderworpen zijn (PB L 198 van 6.8.2003, blz. 15)
- Besluit 2003/725/JBZ van de Raad van 2 oktober 2003 houdende wijziging van artikel 40, leden 1 en 7, van de Overeenkomst ter uitvoering van het te Schengen gesloten Akkoord van 14 juni 1985 betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen (PB L 260 van 11.10.2003, blz. 37)
- Richtlijn 2003/110/EG van de Raad van 25 november 2003 betreffende de ondersteuning bij doorgeleiding in het kader van maatregelen tot verwijdering door de lucht (PB L 321 van 6.12.2003, blz. 26)
- Beschikking 2004/14/EG van de Raad van 22 december 2003 houdende wijziging van de derde alinea (Bij de behandeling te hanteren basiscriteria) van deel V van de Gemeenschappelijke Visuminstructies (PB L 5 van 9.1.2004, blz.74)
- Beschikking 2004/15/EG van de Raad van 22 december 2003 houdende wijziging van deel II, punt 1.2, van de Gemeenschappelijke Visuminstructies en vaststelling van een nieuwe bijlage bij die instructies (PB L 5 van 9.1.2004, blz.76)
- Beschikking 2004/17/EG van de Raad van 22 december 2003 tot wijziging van deel V, punt 1.4, van de Gemeenschappelijke Visuminstructies en deel I, punt 4.1.2, van het Gemeenschappelijk Handboek, namelijk de opneming onder de voor te leggen bewijsstukken van het bewijs van een reisverzekering tot dekking van ziektekosten ingeval een eenvormig inreisvisum wordt afgegeven (PB L 5 van 9.1.2004, blz. 79)
- Verordening (EG) nr. 377/2004 van de Raad van 19 februari 2004 betreffende de oprichting van een netwerk van immigratieverbindingsfunctionarissen (PB L 64 van 2.3.2004, blz. 1)
- Beschikking 2004/466/EG van de Raad van 29 april 2004 houdende opneming in het Gemeenschappelijk Handboek van een bepaling betreffende doelgerichte grenscontroles op begeleide minderjarigen (PB L 157 van 30.4.2004, blz. 136)
- Rectificatie van Beschikking 2004/466/EG van de Raad van 29 april 2004 houdende opneming in het Gemeenschappelijk Handboek van een bepaling betreffende doelgerichte grenscontroles op begeleide minderjarigen (PB L 195 van 2.6.2004, blz. 44)
- Verordening (EG) nr. 871/2004 van de Raad van 29 april 2004 betreffende de invoering van enkele nieuwe functies in het Schengeninformatiesysteem, inclusief bij de bestrijding van terrorisme (PB L 162 van 30.4.2004, blz. 29)
- Richtlijn 2004/82/EG van de Raad van 29 april 2004 betreffende de verplichting voor vervoerders om passagiersgegevens door te geven (PB L 261 van 6.8.2004, blz. 24)
- Beschikking 2004/573/EG van de Raad van 29 april 2004 inzake het organiseren van gezamenlijke vluchten voor de verwijdering van onderdanen van derde landen tegen wie individuele verwijderingsmaatregelen zijn genomen van het grondgebied van twee of meer lidstaten (PB L 261 van 6.8.2004, blz. 28)
- Beschikking 2004/574/EG van de Raad van 29 april 2004 tot wijziging van het Gemeenschappelijk Handboek (PB L 261 van 6.8.2004, blz. 36)
- Beschikking 2004/581/EG van de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van de minimumaanduidingen voor signalisatie aan de buitengrensdoorlaatposten (L 261 van 6.8.2004, blz. 119)
- Beschikking 2004/512/EG van de Raad van 8 juni 2004 betreffende het opzetten van het Visuminformatiesysteem (VIS) (PB L 213 van 15.6.2004, blz.5)
SLOTAKTE
De gevolmachtigden hebben hun goedkeuring gehecht aan de volgende gemeenschappelijke verklaringen, die aan deze slotakte zijn gehecht:
1. Gemeenschappelijke verklaring van de overeenkomstsluitende partijen betreffende parlementair overleg;
2. Gemeenschappelijke verklaring van de overeenkomstsluitende partijen betreffende de externe betrekkingen;
3. Gemeenschappelijke verklaring van de overeenkomstsluitende partijen be treffende artikel 23, lid 7, van de Overeenkomst van 29 mei 2000 betreffende de wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen de lidstaten van de Europese Unie.
De gevolmachtigden hebben ook kennis genomen van de volgende verklaringen, die aan deze slotakte zijn gehecht:
1. Verklaring van Zwitserland betreffende de wederzijdse rechtshulp in strafzaken;
2. Verklaring van Zwitserland betreffende artikel 7, lid 2, onder b, over de termijn voor aanvaarding van nieuwe ontwikkelingen van het Schengenacquis;
3. Verklaring van Zwitserland inzake de toepassing van de Europese Overeenkomst betreffende de wederzijdse rechtshulp in strafzaken en het Europees Verdrag betreffende uitlevering;
4. Verklaring van de Europese Commissie betreffende de beschikbaarstelling van voor stellen;
5. Verklaring van de Europese Commissie over de comités die de Europese Commissie bijstaan bij de uitoefening van haar uitvoerende bevoegdheden.
GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN
GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING VAN DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BETREFFENDE PARLEMENTAIR OVERLEG
De overeenkomstsluitende partijen achten het passend dat de onder deze overeenkomst vallende aangelegenheden worden besproken op de interparlementaire vergaderingen Europees Parlement- Zwitserland.
GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING VAN DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BETREFFENDE DE EXTERNE BETREKKINGEN
De overeenkomstsluitende partijen komen overeen dat de Europese Gemeenschap zich ertoe verbindt derde staten of internationale organisaties waarmee zij overeenkomsten sluit op een met de Schengensamenwerking verband houdend gebied, ertoe aan te zetten soortgelijke overeenkomsten te sluiten met de Zwitserse Bondsstaat, onverminderd de bevoegdheid van Zwitserland om dergelijke overeenkomsten te sluiten.
GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING VAN DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BETREFFENDE ARTIKEL 23, LID 7, VAN DE OVEREENKOMST VAN 29 MEI 2000 BETREFFENDE DE WEDERZIJDSE RECHTSHULP IN STRAFZAKEN TUSSEN DE LIDSTATEN VAN DE EUROPESE UNIE
De overeenkomstsluitende partijen komen overeen dat Zwitserland, onder voorbehoud van het bepaalde in artikel 23, lid 1, onder c), van de Overeenkomst betreffende de wederzijdse rechtshulp in strafzaken tussen de lidstaten van de Europese Unie, naar gelang van het geval, kan eisen dat - tenzij de betrokken lidstaat de toestemming van de betrokkene heeft verkregen - persoonsgegevens alleen na voorafgaande toestemming van Zwitserland voor de in artikel 23, lid 1, onder a) en b), van deze overeenkomst bedoelde doeleinden mogen worden gebruikt in het kader van procedures waarvoor Zwitserland de verstrekking of het gebruik van persoonsgegevens had kunnen weigeren of beperken uit hoofde van deze overeenkomst of de in artikel 1 daarvan bedoelde instrumenten.
Indien Zwitserland in een bepaald geval weigert in te stemmen met het verzoek van een lidstaat overeenkomstig bovengenoemde bepalingen moet het zijn weigering schriftelijk met redenen omkleden.
ANDERE VERKLARINGEN
VERKLARING VAN ZWITSERLAND BETREFFENDE DE WEDERZIJDSE RECHTSHULP IN STRAFZAKEN
Zwitserland verklaart dat fiscale delicten op het gebied van de directe belastingen die door de Zwitserse autoriteiten worden vervolgd, op het ogenblik van de inwerkingtreding van deze
overeenkomst geen aanleiding kunnen geven tot het instellen van een beroep bij een ook in strafzaken bevoegde rechter.
VERKLARING VAN ZWITSERLAND BETREFFENDE ARTIKEL 7, LID 2, ONDER B,
OVER DE TERMIJN VOOR AANVAARDING VAN NIEUWE ONTWIKKELINGEN VAN HET SCHENGENACQUIS
De maximumtermijn van twee jaar in artikel7, lid 2, onder b, heeft betrekking op de goedkeuring en de uitvoering van het besluit of de maatregel. Hij omvat de volgende fasen:
- de voorbereidende fase,
- de parlementaire procedure,
- de referendumtermijn (100 dagen vanaf de officiële bekendmaking van het besluit) en, in voorkomend geval,
- het referendum (organisatie en stemming)
De Bondsraad stelt de Raad en de Commissie onverwijld in kennis van de beëindiging van elk van deze fasen.
De Bondsraad verbindt zich ertoe alle hem ter beschikking staande middelen aan te wenden om ervoor te zorgen dat de bovenvermelde fasen zo snel mogelijk verlopen.
VERKLARING VAN ZWITSERLAND
INZAKE DE TOEPASSING VAN DE EUROPESE OVEREENKOMST BETREFFENDE DE WEDERZIJDSE RECHTSHULP IN STRAFZAKEN EN HET EUROPEES VERDRAG BETREFFENDE UITLEVERING
Zwitserland verbindt zich ertoe geen gebruik te maken van de bij de bekrachtiging van het Europese Verdrag betreffende uitlevering van 13 december 1957 en het Europese Verdrag aangaande de wederzijdse rechtshulp in strafzaken van 20 april 1959 gemaakte voorbehouden en verklaringen die met deze overeenkomst onverenigbaar zijn.
VERKLARING VAN DE EUROPESE COMMISSIE BETREFFENDE DE BESCHIKBAARSTELLING VAN VOORSTELLEN
Wanneer de Commissie aan de Raad van de Europese Unie en het Europees Parlement voorstellen toezendt die met deze overeenkomst verband houden, doet zij een afschrift ervan toekomen aan Zwitserland.
VERKLARING VAN DE EUROPESE COMMISSIE
OVER DE COMITÉS DIE DE EUROPESE COMMISSIE BIJSTAAN BIJ DE UITOEFENING VAN HAAR UITVOERENDE BEVOEGDHEDEN
Momenteel staan, naast het comité dat is ingesteld bij artikel 31 van Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens, de volgende comités de Europese Commissie bij in de uitoefening van haar uitvoerende bevoegdheden op het gebied van de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis:
- het comité dat is ingesteld bij artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1683/95 van de Raad van 29 mei 1995 betreffende de invoering van een uniform visummodel ("visum-comité") en
- het comité dat is ingesteld bij artikel5 van Besluit 2001/886/JBZ van de Raad van 6 december 2001 en artikel5 van Verordening (EG) nr. 2424/2001 van de Raad van 6 december 2001; beide rechtsbesluiten hebben betrekking op de ontwikkeling van een Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) ("SIS II-comité").
GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING OVER GEZAMENLIJKE VERGADERINGEN
De delegaties van de regeringen van de lidstaten van de Europese Unie, De delegatie van de Europese Commissie,
De delegaties van de regeringen van de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen, De delegatie van de regering van de Zwitserse Bondsstaat,
- hebben besloten de vergaderingen van de gemengde comités die zijn ingesteld bij de Overeenkomst betreffende de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis enerzijds en de Overeenkomst inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis anderzijds, ongeacht het niveau van de vergadering, gezamenlijk te organiseren.
- stelle n vast dat voor het gezamenlijk beleggen van deze vergaderingen een praktische regeling met betrekking tot het voorzitterschap van deze vergaderingen vereist is wanneer dat voorzitterschap door de betrokken staten moet worden uitgeoefend krachtens de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uit voering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis of de Overeenkomst tussen de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis.
- nemen kennis van de wens van de betrokken staten om, indien zulks nodig is, de uit oefening van hun voorzitterschap af te staan en het tussen hen te laten rouleren in alfabetische volgorde op naam, vanaf de inwerkingtreding van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis.