Overeenkomst nummer 3390603
Overeenkomst nummer 3390603
met 1 overzichtstekening
Overeenkomst tussen de provincie Noord-Brabant en de gemeente Rucphen ter regeling van nadere afspraken inzake de totstandkoming van de omleiding van de bebouwde kommen in Rucphen en de overdracht van een gedeelte van de provinciale weg N638
De ondergetekenden,
de provincie Noord-Brabant, te dezen vertegenwoordigd door gedeputeerde de heer X.X.X. xxx Xxxxxxx gevolmachtigd door de Commissaris van de Koningin ingevolge artikel 176 van de Provinciewet en
handelende ter uitvoering van het door Gedeputeerde Staten op ….. 2013 genomen besluit,
contractant ter ene zijde, hierna te noemen “de provincie”, en,
de gemeente Rucphen, te dezen vertegenwoordigd door mevrouw mr. X. xxx xxx Xxxx Xxxx, burgemeester van de gemeente Rucphen, handelende op grond van artikel 171 van de gemeentewet en ter uitvoering van het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rucphen, d.d. 14 mei 2013;
contractanten ter andere zijde, hierna te noemen “de gemeente”, gezamenlijk hierna te noemen “partijen”,
overwegende dat,
- in de bebouwde kommen van Rucphen, St. Willebrord en Sprundel zich problemen voordoen ten aanzien van doorstroming van het verkeer, leefbaarheid, bereikbaarheid en verkeersveiligheid;
- de problemen in de kernen mede veroorzaakt worden door het doorgaande verkeer dat gebruik maakt van de route Breda-Roosendaal (A58) richting het bedrijventerrein Nijverhei en Zundert;
- de bestaande komtraverses ruimtelijk geen mogelijkheden biedt die zullen leiden tot een duurzaam veilige inrichting en verbetering van de geconstateerde problemen;
- de provincie en de gemeente daarom gezamenlijk een plan hebben ontwikkeld dat voorziet in de aanleg van een omleiding N638 Rucphen;
- de provincie en de gemeente de studie ‘West van de A16’ hebben laten uitvoeren en de gemeente de ‘Visie Ontsluitingsstructuur’ heeft opgesteld;
- door middel van deze studies zoekzones zijn onderzocht voor de toekomstige ligging van de omleiding;
- partijen op 14 november 2008 op hoofdlijnen hiervoor afspraken hebben vastgelegd in een intentieverklaring nummer 1463046;
- de gemeente en de provincie de MER-procedure hebben opgestart voor de omleiding Rucphen waarop door de landelijke Commissie m.e.r. een gedeeltelijk negatief advies is afgegeven op de voorgestelde oplossing;
- partijen vervolgens een alternatieve verkorte planstudie hebben laten uitvoeren wat heeft geleid tot de keuze van een voorkeurstracé;
voorts, overwegende dat:
- dit voorkeurstracé in zijn geheel zal worden aangelegd en bestaat uit de doortrekking van de Vosdonkseweg met aansluiting op de Kozijnenhoek, de doortrekking van de Helakkerstraat met aansluiting op de Bernhardstraat en de aanleg van een zuidelijke verbindingsweg tussen de Sprundelseweg en de Vorenseindseweg;
- de provincie voor de helft zal bijdragen in de kosten van de twee genoemde doortrekkingen;
- de overige kosten voor de nieuwe verbindingswegen voor rekening van de gemeente komen;
- door de aanleg van de zuidelijke verbindingsweg die aansluit op de N638 een gedeelte van de N638 (Zundertseweg) dat geen onderdeel meer uitmaakt van het regionaal verbindend net in beheer en onderhoud worden overgedragen aan de gemeente;
- er uit een oogpunt van gezamenlijke verantwoordelijkheid van betrokken partijen afspraken inzake de verdeling van taken en kosten over de realisatie en de overdracht gemaakt moeten worden;
- bedoelde afspraken vastgelegd worden in onderhavige overeenkomst tussen betrokken partijen;
zijn overeengekomen als volgt:
Artikel 1 Omschrijving werken
1. Aanleg omleiding kommen Rucphen
Partijen beogen bij deze overeenkomst te regelen de uitvoering en financiering van de omleiding kommen Rucphen die bestaat uit:
a. de doortrekking van de Vosdonkseweg met aansluiting op de Kozijnenhoek;
b. de doortrekking van de Helakkerstraat met aansluiting op de Bernhardstraat;
c. de aanleg van een zuidelijke verbindingsweg tussen de Sprundelseweg en de Vorenseindseweg;
2. Overdracht van het afgesneden gedeelte van de N638
Het gedeelte van de provinciale weg N638 dat door de aanleg van de nieuwe zuidelijke verbindingsweg wordt afgesneden tussen km 15.565 (einde provinciale weg) en km 13.8 plaatselijk bekend als Zundertseweg, zal in beheer, onderhoud en eigendom worden overgedragen aan de gemeente.
Artikel 2 Taakverdeling
1. De gemeente is verantwoordelijk voor de totstandkoming van de omleiding kommen Rucphen zoals genoemd in artikel 1 lid 1 en fungeert daarbij als opdrachtgever voor het totale project.
2. De gemeente zal de aanleg van de omleiding kommen Rucphen voorbereiden en uitvoeren met alle daarbij komende werken en voorzieningen zoals aangegeven op de bij deze overeenkomst behorende overzichtstekening.
3. Na realisatie zal de omleiding kommen Rucphen in beheer, onderhoud en eigendom bij de gemeente komen.
Artikel 3 Kostenverdeling
1. Ingevolge de Xxxxxxxx en Wegenverkeerswet hebben wegbeheerders een zorgplicht ten aanzien van de onder hun verantwoordelijkheid vallende wegen. Grondslag voor de verdeling van de kosten tussen partijen is de gezamenlijke verantwoordelijkheid ten aanzien van de punten van samenkomst van elkaars wegen. Als systeem van kostenverdeling bij gezamenlijke werken hanteert, met
instemming van de gemeente, de provincie volgens vaste gedragslijn het ‘veroorzakersprincipe’ en de 'wegvakkentheorie'. Bij het ‘veroorzakersprincipe’ komen de kosten van de uit te voeren werken geheel voor rekening van de veroorzakende partij.
Bij de ‘wegvakkentheorie’ wordt een verdeelsleutel gehanteerd op basis van het aantal aansluitende wegvakken dat elke wegbeheerder in beheer heeft.
2. De totale projectkosten voor aanleg van de omleiding kommen Rucphen met alle bijkomende werken zijn geraamd op circa € 23 miljoen.
3. De kosten voor de in artikel 1 lid 1a en b genoemde doortrekkingen zijn geraamd op € 12,4 miljoen. De provincie zal op grond van een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor deze doortrekkingen een bijdrage leveren van 50% van de realisatiekosten.
4. De provinciale bijdrage in de in artikel 1 lid a en b genoemde doortrekkingen is vastgesteld op een éénmalige bijdrage van € 6,2 miljoen waarop geen verrekening meer zal plaatsvinden.
5. Om aanspraak te kunnen maken op de in lid 4 genoemde bijdrage is de gemeente verplicht de aanleg van de in artikel 1 lid 1a en b genoemde doortrekkingen uiterlijk in 2020 te realiseren, met inachtneming van de nog af te ronden wettelijke procedures en behoudens overmacht door bezwaar en beroep van derden. Na realisatie van deze doortrekkingen zal de gemeente de provincie hiervan schriftelijk middels een bestuursverklaring op de hoogte stellen.
6. De gemeente zal de provincie tijdig op de hoogte houden over de voortgang van het proces inzake de aanleg van de omleiding kommen Rucphen.
7. Alle overige kosten die gemaakt worden voor de realisering van de omleiding kommen Rucphen komen voor rekening van de gemeente inclusief alle kosten voor schadeclaims, verzoeken tot nadeelcompensatie, planschadeclaims of overige aanspraken van derden die het gevolg zijn van de voorbereiding of uitvoering van de werken.
Artikel 4 Betaling provinciale bijdrage
1. Betaling door de provincie van de bijdrage zoals genoemd in artikel 3 lid 4 ad € 6,2 miljoen zal plaatsvinden gelijktijdig met de overdracht van het in artikel 5 lid 2 genoemde wegvak van de N638. Gestreefd wordt om deze betaling per 1 januari 2014 te laten plaatsvinden.
2. Betaling door de provincie zal plaatsvinden binnen een maand nadat een door de gemeente ingediend verzoek voor de in lid 1 genoemde bijdrage door de provincie is ontvangen.
3. De aanvraag voor de bijdrage zal worden gericht aan: Provincie Noord-Brabant, afdeling Financiële Administratie, Postbus 90151, 5200 MC te ‘s-Hertogenbosch. De aanvraag dient tevens voorzien te zijn van “Project 638.03, overeenkomst nummer 3390603”.
4. De provinciale bijdrage is gebaseerd op de realisatie van de doortrekking van de Vosdonkseweg met aansluiting op de Kozijnenhoek en de realisatie van de doortrekking van de Helakkerstraat met aansluiting op de Bernhardstraat. Indien deze doortrekkingen niet of niet volledig in 2020 worden gerealiseerd zal de provincie de uitbetaalde bijdrage als onverschuldigd betaald, naar rato van realisatie, terugvorderen.
Artikel 5 Beheer, onderhoud en eigendom omleiding kommen Rucphen en gedeelte N638
1. Omleiding kommen Rucphen
Alle wegen die ten behoeve van de omleiding kommen Rucphen worden aangelegd of gereconstrueerd komen cq. blijven in beheer, onderhoud en eigendom bij de gemeente.
2. Afgesneden gedeelte N638
a. Het afgesneden gedeelte van de provinciale weg N638, tussen de aansluiting van de zuidelijke verbindingsweg (km. 13.800) en het einde van de N638 (km 15.565), plaatselijk bekend als Zundertseweg, zal in beheer, onderhoud en eigendom worden overgedragen aan de gemeente.
b. De provincie zal zo spoedig mogelijk een overdrachtbesluit nemen conform artikel 19 van de Wegenwet om te komen tot overdracht van de formele onderhoudsplicht van dit wegvak aan de gemeente.
De formele overdracht treedt in werking na afronding van deze procedure op een door Gedeputeerde Staten in overeenstemming met burgemeester en wethouders te bepalen tijdstip. Gestreefd wordt om deze overdracht met ingang van 1 januari 2014 te laten plaatsvinden of zoveel eerder als mogelijk is.
c. De overdracht vindt plaats onder de volgende voorwaarden:
- de provincie zal er voor zorgdragen dat het wegvak bij overdracht in goede staat van onderhoud verkeert, inhoudende geen structureel onderhoud nodig binnen 2 à 3 jaar;
- de eigendomsoverdracht van het afgesneden gedeelte van de N638 zal plaatsvinden voor de koopsom van € 1,--. De kosten voor de eigendomsoverdracht waaronder begrepen notariële kosten en het verwerken in de kadastrale registers, komen voor rekening van de provincie;
- de gemeente neemt de grond over in de staat waarin die zich ten tijde van de eigendomsoverdracht bevindt. De provincie verklaart die informatie aan de gemeente te hebben verschaft, die op grond van de geldende verkeersopvatting ter kennis van de wederpartij behoort te worden gebracht;
- partijen zullen bij de af te wikkelen overdrachtstransacties géén afkoopsommen voor toekomstig onderhoud bedingen.
Artikel 6 Onvoorziene omstandigheden
1. Partijen treden met elkaar in overleg indien zich onvoorziene omstandigheden voordoen welke van dien aard zijn dat ongewijzigde instandhouding van de overeenkomst naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet mag worden verwacht. Zij zullen in goed overleg zonodig de overeenkomst daaraan aanpassen.
2. Partijen merken als onvoorziene omstandigheden in elk geval aan de omstandigheid met grote financiële consequenties als gevolg van bestuurlijke- en/of beleidswijzigingen, de situatie dat formele regelingen of besluiten leiden tot de niet of slechts gedeeltelijke goedkeuring, de schorsing of vernietiging van besluiten die uit de overeenkomst voortvloeien, een en ander met inbegrip van wijziging van regelingen, beleidswijzigingen of onherroepelijke beslissingen van een rechterlijke instantie of overheid.
3. Alvorens zich tot de rechter te wenden nodigt de in lid 1 bedoelde partij de andere partij uit om met haar in overleg te treden over een oplossing van de gerezen problemen. Leidt dit overleg niet binnen drie maanden tot overeenstemming dan kan de in het eerste lid bedoelde partij zich alsnog tot de rechter wenden.
4. Partijen onderkennen de mogelijkheid dat zich omstandigheden kunnen voordoen die weliswaar de essentialia van de overeenkomst betreffen en uit dien hoofde tot ontbinding van deze overeenkomst zouden kunnen leiden, doch die partijen ertoe nopen ter uitvoering van deze overeenkomst nadere afspraken met elkaar te maken. Zij verbinden zich alsdan op constructieve wijze met elkaar te overleggen en voorts al het mogelijke te doen ter verzekering van de juiste nakoming van deze overeenkomst.
5. Indien het in het derde lid bedoelde overleg tot overeenstemming leidt zal herziening, wijziging of aanvulling van de overeenkomst worden vastgelegd in een nader te sluiten wijzigings- c.q. aanvullende overeenkomst.
Artikel 7 Ontbindende voorwaarde
1. Onvoorziene omstandigheden welke van dien aard zijn dat de ongewijzigde instandhouding van deze overeenkomst naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet kan worden verlangd, kunnen voor de partij die zich op die omstandigheden beroept aanleiding geven zich te wenden tot de rechter met het verzoek om de gevolgen van deze overeenkomst te wijzigen of te ontbinden.
2. Alvorens zich tot de rechter te wenden nodigt de in het vorige lid bedoelde partij de andere partij uit om met haar in overleg te treden over een oplossing van de gerezen problemen. Leidt dit overleg
niet binnen zes maanden tot overeenstemming dan kan de in het eerste lid bedoelde partij zich alsnog tot de rechter wenden.
3. Partijen onderkennen de mogelijkheid dat zich omstandigheden voordoen die weliswaar de essentialia van de overeenkomst betreffen en uit dien hoofde tot ontbinding van deze overeenkomst zouden kunnen leiden, doch die partijen ertoe nopen ter uitvoering van deze overeenkomst nadere afspraken met elkaar te maken. Zij verbinden zich alsdan op constructieve wijze met elkaar te overleggen en voorts al het mogelijke te doen ter verzekering van de juiste nakoming van deze overeenkomst.
4. Indien het in het tweede en/of derde lid bedoelde overleg tot overeenstemming leidt zal herziening, wijziging of aanvulling van de overeenkomst worden vastgelegd in een nader te sluiten wijzigings-
c.q. aanvullende overeenkomst die als bijlage aan deze overeenkomst wordt gehecht.
Artikel 8 Geschillen
1. Op deze overeenkomst is het Nederlands recht van toepassing.
2. Alle geschillen welke mochten ontstaan naar aanleiding van deze overeenkomst zullen worden beslecht door de bevoegde burgerlijke rechter te ‘s-Hertogenbosch.
3. Er is sprake van een geschil zodra één van de contractpartijen dit schriftelijk aan de andere partij meldt. Partijen dienen hierop met elkaar in overleg te treden teneinde te bezien of in der minne een oplossing van het geschil kan worden bereikt.
4. Indien partijen niet binnen 6 maanden een oplossing hebben gevonden, dan kunnen zij zich wenden tot de rechter.
Artikel 9 Looptijd van de overeenkomst
1. De overeenkomst treedt in werking op de dag van ondertekening door alle partijen en eindigt uiterlijk op de datum nadat de in deze overeenkomst in artikel 1 lid 1a en b genoemde doortrekkingen zijn gerealiseerd en opgeleverd. De einddatum zal schriftelijk door middel van een bestuursverklaring door de gemeente worden vastgelegd.
2. Rechtsgevolgen welke voortvloeien uit deze overeenkomst en die naar hun aard geacht worden door te werken of eventueel ontstaan na beëindiging van deze overeenkomst, worden afgehandeld overeenkomstig het bepaalde in deze overeenkomst.
Aldus overeengekomen en in tweevoud ondertekend,
Rucphen, 29 mei 2013
de provincie de gemeente
X.X.X. xxx Xxxxxxx xxxxxxx xx. X. xxx xxx Xxxx Xxxx