ALGEMENE VOORWAARDEN RUBRIEK AANSPRAKELIJKHEID RUBRIEK BEPERKT CASCO RUBRIEK VOLLEDIG CASCO RUBRIEK SCHADE OPZITTENDEN RUBRIEK ONGEVALLEN OPZITTENDEN
VOORWAARDEN WMRW-17
motor
Inhoud
ALGEMENE VOORWAARDEN
1 Begripsomschrijvingen
2 Geldigheidsgebied
3 Schaderegeling en verplichtingen
4 Samenloop van verzekeringen
5 Korting en schadevrije jaren
6 Risicowijziging
7 Tijdelijke vervanging van de motor
8 Uitsluitingen en beperkingen
9 Verhaalsrecht
10 Premiebetaling
11 Wijziging van premie en voorwaarden
12 Duur en einde van de verzekering
13 Adres
14 Persoonsgegevens
15 Toepasselijk recht en geschillen
RUBRIEK AANSPRAKELIJKHEID
1 Omschrijving van de dekking
2 Aanvullende uitsluitingen
3 Hulpverlening na een ongeval
RUBRIEK BEPERKT CASCO
1 Omschrijving van de dekking
RUBRIEK VOLLEDIG CASCO
1 Omschrijving van de dekking
2 Aanvullende uitsluitingen
3 Schadevergoeding
4 Vaststelling van de schade
5 Eigen risico
6 Xxxxxxxxxxxxxxxxxxx
0 Xxxxxxxx xxxxxxxxxx
RUBRIEK SCHADE OPZITTENDEN
1 Aanvullende begripsomschrijvingen
2 Omschrijving van de dekking
3 Beperking van de uitkering
4 Aanvullende uitsluitingen
5 Regeling van de schade
RUBRIEK ONGEVALLEN OPZITTENDEN
1 Aanvullende begripsomschrijvingen
2 Begunstiging
3 Omschrijving van de dekking
4 Beperking van de uitkering
5 Aanvullende uitsluitingen
6 Aanvullende verplichting bij schade
7 Medische geschillen
ALGEMENE VOORWAARDEN
Deze overeenkomst voldoet aan het vereiste van onzekerheid als bedoeld in artikel 7:925 BW, indien en voor zover de schade op vergoeding waarvan aanspraak wordt gemaakt, het gevolg is van een gebeurtenis waarvan voor partijen ten tijde van het sluiten van de verzekering onzeker was dat daaruit voor de verzekerde schade was ontstaan dan wel naar de normale loop van omstandigheden nog zou ontstaan.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
1.1 Aanhangwagen
Een aanhangwagen, bagagewagen, caravan, boottrailer, oplegger of een ander daarmee in de zin van de WAM gelijk te stellen object.
1.2 Accessoires
Accessoires zijn de niet in de cataloguswaarde begrepen aan de motor bevestigde en specifiek tot de motor behorende zaken die het comfort of de veiligheid van de motor verhogen zoals audiovisuele apparatuur, alarminstallatie en/of technische modificaties en alle andere veranderingen van de carrosserie.
1.3 Alarmcentrale
Alarmcentrale EuroCross International Telefoon binnen Nederland 071 - 364 62 00
Telefoon vanuit buitenland: + 31 71 364 62 00 E-mail: xxxxxxxxx.xxxxxxxxxxxxx@xxxxxx.xx
1.4 Bestuurder
Degene die met toestemming van een daartoe bevoegde persoon de motor daadwerkelijk bestuurt.
1.5 Cataloguswaarde
De in Nederland geadviseerde verkoopprijs van de motor naar merk, type en uitvoering zoals vermeld in de prijscourant van de fabrikant of importeur, op het moment van afgifte van het kentekenbewijs deel I of, indien de motor bij afgifte van het kentekenbewijs deel I niet nieuw was, op het moment dat de motor voor het eerst nieuw werd afgeleverd. Indien van toepassing, wordt deze verkoopprijs nog vermeerderd met de Belasting Personenauto’s en Motorrijwielen (BPM) en de verwijderingsbijdrage.
1.6 Gebeurtenis
Een voorval of een reeks met elkaar verband houdende voorvallen die zich voor de verzekerde plotseling en onverwacht voordoen en waarbij met, door of aan de motor schade wordt veroorzaakt. Het voorval moet tijdens de geldigheidsduur van de verzekering plaatsvinden.
1.7 Geldigheidsduur
De periode vanaf de ingangsdatum tot het einde van de verzekering.
1.8 IVB
Internationaal Verzekeringsbewijs (de zogenaamde groene kaart).
1.9 Motor
a. De op het polisblad omschreven motor, met inbegrip van de door de fabrikant daarvan aangebrachte extra voorzieningen en accessoires die in de cataloguswaarde zijn begrepen.
Hieronder wordt ook begrepen een zijspan die aan de motor is gemonteerd, die is voorzien van een wiel en die is bestemd als e xtra zitplaats of voor bagage.
b. Een andere gelijksoortige motor, als omschreven in artikel 7, die de onder a. vermelde motor tijdelijk vervangt.
1.10 Ongeval
Een botsing, een aanrijding of overrijding waarbij de motor betrokken is.
1.11 Passagier(s)
Iedereen die zich zonder dat hij of zij de motor bestuurt en met toestemming van een daartoe bevoegde persoon zit op een officiële zitplaats van de motor of de zijspan.
1.12 Terrorisme/preventieve maatregelen
Onder terrorisme wordt verstaan:
− gewelddadige handelingen en/of gedragingen begaan in de vorm van een aanslag of een reeks van in tijd en oogmerk met elkaar samenhangende aanslagen, alsmede
− het (doen) verspreiden van ziektekiemen en/of stoffen als gevolg waarvan letsel en/of aantasting van de gezondheid, al dan niet de dood ten gevolge hebbend, bij mensen of dieren en/of schade aan zaken ontstaat, dan wel anderszins economische belangen worden aangetast, waarbij aannemelijk is dat deze aanslag of reeks, respectievelijk het verspreiden van ziektekiemen en/of stoffen - al dan niet in enig organisatorisch verband - is beraamd en/of uitgevoerd met het oogmerk om bepaalde politieke en/of religieuze doelen te verwezenlijken.
Onder preventieve maatregelen wordt hierbij verstaan: van overheidswege en/of door verzekerde(n) en/of derde(n) getroffen maatregelen om het onmiddellijk dreigend gevaar van terrorisme af te wenden of - indien dit gevaar zich heeft verwezenlijkt – de gevolgen daarvan te beperken.
1.13 Totaal verlies
Van totaal verlies is sprake:
a. na diefstal, verduistering of vermissing, mits 30 dagen zijn verstreken sinds de datum van melding bij de politie en de verzekeringnemer dan nog steeds niet over de motor kan beschikken;
b. in geval van volledige vernietiging van de motor;
c. als de reparatiekosten meer bedragen dan de waarde van de motor onmiddellijk voor de gebeurtenis verminderd met de waarde van de restanten na de gebeurtenis.
1.14 Verzekeraar
De op het polisblad vermelde Nederlandse verzekeraar(s), die wordt (of worden) vertegenwoordigd door de gevolmachtigd agent WUTHRICH assuradeuren bv.
1.15 Verzekeringnemer
Degene die de verzekering met de verzekeraar heeft gesloten.
1.16 Verzekerde
Verzekerden zijn:
a. de verzekeringnemer;
b. de eigenaar, bezitter of houder van de motor;
c. de bestuurder van de motor;
d. de passagier van de motor;
e. de werkgever van de onder a. tot en met d. genoemde verzekerden wanneer deze op grond van artikel 6:170 van het Burgerlijk Wetboek aansprakelijk is voor de schade die door de verzekerde is veroorzaakt.
1.17 Verzekeringsjaar
Een periode van twaalf maanden vanaf de hoofdpremievervaldatum en elke aansluitende periode van gelijke duur. Als de periode vanaf de ingangsdatum van de verzekering tot de hoofdpremievervaldatum of vanaf de hoofdpremievervaldatum tot de beëindigingsdatum korter is dan 12 maanden, wordt een dergelijke periode ook als een verzekeringsjaar beschouwd. Bij een geldigheidsduur korter dan twaalf maanden is het verzekeringsjaar gelijk aan de geldigheidsduur.
1.18 Vijandelijkheden
Hieronder wordt verstaan wat in officiële verzekeringstermen 'molest' wordt genoemd. Onder molest vallen: gewapend conflict, burgeroorlog, opstand, binnenlandse onlusten, oproer en muiterij. Voor de precieze betekenis van molest wordt verwezen naar de tekst die door het Verbond van Verzekeraars in Nederland op 2 november 1981 onder nummer 136/1981 is gedeponeerd ter griffie van de Rechtbank van Den Haag.
1.19 WAM
Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen.
Artikel 2 Geldigheidsgebied
De verzekering is van kracht in de landen waarvoor het door de verzekeraar afgegeven IVB geldig is.
De verzekering is mede van toepassing gedurende het vervoer van de motor en/of de aanhangwagen, op welke wijze dan ook, in of tussen de landen van het geldigheidsgebied.
Artikel 3 Schaderegeling en verplichtingen
3.1 Schaderegeling
3.1.1 De verzekeraar stelt de omvang van de schade vast en regelt de schade. De verzekeraar heeft het recht de benadeelden rechtstreeks schadeloos te stellen en schikkingen met hen te treffen. Daarbij wordt rekening gehouden met de belangen van de verzekerde.
3.1.2 De verzekeraar is niet verplicht tot schadevergoeding of uitkering voordat hij alle noodzakelijke gegevens over de schade heeft ontvangen.
3.1.3 Als de schadevergoeding bestaat uit periodieke uitkeringen en als de waarde hiervan – met daarbij opgeteld eventuele andere schadevergoedingen – hoger is dan het verzekerde bedrag, dan wordt de duur of de hoogte van deze uitkeringen naar evenredigheid verminderd. De verzekerde kan dan kiezen of de duur van de uitkeringen wordt verminderd of de hoogte ervan. Als het vermoeden bestaat, dat de schade die moet worden vergoed, groter is dan het verzekerd bedrag, informeert de verzekeraar – voordat een beslissing wordt genomen – de verzekerde hierover en wordt met hem hierover overlegd.
3.2 Schade voorkomen of verminderen
Dreigt zich een gebeurtenis voor te doen of doet die zich daadwerkelijk voor dan moet een verzekerde alle mogelijke maatregelen nemen om de schade te voorkomen of te verminderen.
3.3 Informatie geven aan de verzekeraar
Als zich een gebeurtenis heeft voorgedaan waaruit voor de verzekeraar verplichtingen kunnen voortvloeien is de verzekerde verplicht de verzekeraar daarvan zo spoedig mogelijk op de hoogte te stellen. Daarbij moet een verzekerde de verzekeraar of de verzekeringsadviseur in het bezit stellen van een volledig ingevuld en ondertekend schadeaangifteformulier.
Verder dient de verzekerde de verzekeraar alle schriftelijke stukken en andere gegevens te verstrekken die op de gebeurtenis betrekking hebben.
3.4 Medewerking verlenen
De verzekerde moet aan het regelen van de schade door de verzekeraar zijn volledige medewerking verlenen en mag niets doen dat de belangen van de verzekeraar schaadt.
3.5 Aangifte doen bij de politie
Van voorvallen waarbij de verzekerde het slachtoffer is van een misdrijf, zoals inbraak, diefstal, vandalisme, doorrijden na een aanrijding, mishandeling dient de verzekerde aangifte te doen bij de politie.
3.6 Bijzondere bepalingen elders
In de voorwaarden en de eventueel op het polisblad vermelde clausules kunnen ten aanzien van een specifieke dekking aanvullende verplichtingen zijn opgenomen die de verzekeringnemer en de verzekerden na een gebeurtenis hebben.
3.7 Toerekening
Voor de vaststelling van de vergoedingsplichtige verzekeraar en de van toepassing zijnde voorwaarden, verzekerde bedragen en eigen risico’s is bepalend het moment waarop de gebeurtenis heeft plaatsgevonden.
3.8 Verlies of verval van dekking
3.8.1 Niet nakomen van verplichtingen
Een verzekerde verliest het recht op schadevergoeding als een in de voorwaarden of in de clausules vermelde verplichting door hem niet is nagekomen en de verzekeraar daardoor is benadeeld. Als een verzekerde echter kan aantonen dat hem daarover geen enkel verwijt valt te maken verliest hij het recht op schadevergoeding niet.
3.8.2 Opzettelijk verstrekken van onjuiste gegevens
Een verzekerde verliest het recht op schadevergoeding indien hij opzettelijk onjuiste gegevens verstrekt. Voorts heeft de verze keraar dan het recht om:
− de onderzoekskosten en de eventueel al uitgekeerde bedragen terug te vorderen;
− de poging tot misleiding te registreren in het tussen verzekeraars gangbare signaleringssysteem;
− aangifte te doen bij de politie.
3.8.3 Melding na meer dan 3 jaren
Het recht op schadevergoeding verjaart als de verzekerde een gebeurtenis niet binnen 3 jaren na de dag waarop hij met de gebeurtenis bekend was bij de verzekeraar heeft gemeld.
3.8.4 Verjaringstermijn na gehele of gedeeltelijke afwijzing
Als de verzekeraar naar aanleiding van een gebeurtenis de aanspraken van de verzekerde op schadevergoeding geheel of gedeelte lijk afwijst dan gaat een nieuwe verjaringstermijn van 3 jaar lopen.
Artikel 4 Samenloop van verzekeringen
Indien schade, kosten of verliezen zijn gedekt op een andere verzekering, al dan niet van oudere datum, is de verzekeraar sle chts verplicht tot vergoeding voor zover bij de andere verzekering geen recht op vergoeding bestaat. Als in de voorwaarden van die andere verzekering een soortgelijke bepaling voorkomt, of als de andere verzekeraar weigert de schade binnen een redelijke termijn t e vergoeden, dan vergoedt de verzekeraar de schade, voor zover de schade onder deze verzekering is gedekt. De verzekerde is dan verplicht - als daarom wordt gevraagd - zijn rechten op die andere verzekeraar aan de verzekeraar over te dragen.
Artikel 5 Korting en schadevrije jaren
5.1 Toelichting
Bij het berekenen van de premie voor de rubrieken aansprakelijkheid en beperkt of volledig casco en het bepalen van het aantal schadevrije jaren geldt het volgende:
5.1.1 bij het sluiten of wijzigen van de verzekering wordt de verschuldigde premie onder andere berekend aan de hand van het aantal zuivere schadevrije jaren en de inschaling op de bonustabel;
5.1.2 voor het bepalen van het aantal schadevrije jaren wordt uitgegaan van de registratie in Roy-Data. Wijkt het door de verzekerde opgegeven aantal schadevrije jaren af, dan past de verzekeraar dit aantal aan volgens de gegevens in Roy-Data;
5.1.3 is eenmaal de trede van inschaling bepaald, dan wordt voor het volgende verzekeringsjaar de verschuldigde premie berekend aan de hand van de bonustabel;
5.1.4 wijziging van inschaling vindt steeds plaats op de eerstvolgende hoofdpremievervaldatum;
5.1.5 het recht op een hogere korting vangt daarna steeds weer aan na opnieuw een schadevrij verzekeringsjaar;
5.1.6 na schade vindt terugval plaats in de kortingstrede volgens de in artikel 5.2 opgenomen bonustabel en daalt het aantal zuivere schadevrije jaren volgens de in artikel 5.3 opgenomen terugvaltabel schadevrije jaren;
5.1.7 op het polisblad en de premienota staan de trede op de bonustabel en het aantal zuivere schadevrije jaren in het meest recente verzekeringsjaar;
5.1.8 bij het beëindigen van de verzekering wordt het aantal zuivere schadevrije jaren doorgeven aan Roy-Data. Bij Roy-Data worden de zuivere schadevrije jaren geregistreerd. Iedere verzekeraar kan het aantal zuivere schadevrije jaren opvragen bij het aanvragen van een nieuwe verzekering;
5.1.9 de bonustabel en de terugvaltabel schadevrije jaren zijn niet van toepassing op eventueel meeverzekerde andere rubrieken.
5.2 Bonustabel
Na een verzekeringsjaar wordt op de premie een korting verleend volgens onderstaande tabel:
kortings- trede | kortings- percentage | premie- percentage | trede in het eerstvolgende verzekeringsjaar | |||
zonder schade | met 1 schade | met 2 schaden | met 3 of meer schaden | |||
1 | 0 | 100 | 2 | 1 | 1 | 1 |
2 | 30 | 70 | 3 | 1 | 1 | 1 |
3 | 50 | 50 | 4 | 2 | 1 | 1 |
4 | 60 | 40 | 5 | 2 | 1 | 1 |
5 | 65 | 35 | 6 | 3 | 1 | 1 |
6 | 70 | 30 | 7 | 3 | 2 | 1 |
7 | 72,5 | 27,5 | 8 | 3 | 2 | 1 |
8 | 75 | 25 | 9 | 3 | 2 | 1 |
9 | 76 | 24 | 10 | 4 | 2 | 1 |
10 | 77 | 23 | 11 | 5 | 2 | 1 |
11 | 78 | 22 | 12 | 5 | 2 | 1 |
12 | 79 | 21 | 13 | 6 | 3 | 1 |
13 | 80 | 20 | 14 | 6 | 3 | 1 |
14 | 80 | 20 | 15 | 7 | 4 | 1 |
15 | 80 | 20 | 16 | 8 | 4 | 1 |
16 | 80 | 20 | 17 | 10 | 5 | 1 |
17 | 80 | 20 | 18 | 11 | 6 | 1 |
18 | 80 | 20 | 18 | 12 | 7 | 1 |
5.3 Terugvaltabel schadevrije jaren
Na een verzekeringsjaar wordt het aantal zuivere schadevrije jaren bepaald volgens onderstaande tabel:
aantal schadevrije jaren | aantal schadevrije jaren in het eerstvolgende verzekeringsjaar | ||||
zonder schade die leidt tot | met 1 schade die leidt tot | met 2 schaden die leiden tot | met 3 schaden die leiden tot | met 4 schaden die leiden tot | |
terugval | terugval | terugval | terugval | terugval | |
15 of meer | +1* | 10 | 5 | 0 | -5 |
14 | 15 | 9 | 4 | -1 | -5 |
13 | 14 | 8 | 3 | -2 | -5 |
12 | 13 | 7 | 2 | -3 | -5 |
11 | 12 | 6 | 1 | -4 | -5 |
10 | 11 | 5 | 0 | -5 | -5 |
9 | 10 | 4 | -1 | -5 | -5 |
8 | 9 | 3 | -2 | -5 | -5 |
7 | 8 | 2 | -3 | -5 | -5 |
6 | 7 | 1 | -4 | -5 | -5 |
5 | 6 | 0 | -5 | -5 | -5 |
4 | 5 | -1 | -5 | -5 | -5 |
3 | 4 | -2 | -5 | -5 | -5 |
2 | 3 | -3 | -5 | -5 | -5 |
1 | 2 | -4 | -5 | -5 | -5 |
0 | 1 | -5 | -5 | -5 | -5 |
-1 | 0 | -5 | -5 | -5 | -5 |
-2 | -1 | -5 | -5 | -5 | -5 |
-3 | -2 | -5 | -5 | -5 | -5 |
-4 | -3 | -5 | -5 | -5 | -5 |
-5 | -4 | -5 | -5 | -5 | -5 |
* = het aantal schadevrije jaren wordt ieder jaar met 1 verhoogd. Als het aantal zuivere schadevrije jaren hoger wordt dan 16, houdt de verzekeraar dat wel bij. Maar bij schade valt de verzekerde altijd terug volgens de terugvaltabel, dus ook als de verzekerde meer dan 16 schadevrije jaren heeft opgebouwd. Objectieve berekeningen door het Actuarieel Genootschap en de daaruit voortvloeiende vaste terugvaltabel hebben namelijk uitgewezen dat meer dan 15 schadevrije jaren geen invloed meer hebben op het (actuariële) risico voor verzekeraars en de beoordeling daarvan. Dit heeft tot gevolg dat ongeacht het aantal zuivere schadevrije jaren boven de 15 de terugval bij een schade altijd naar 10 zal zijn.
5.4 Welke schade heeft geen invloed op de inschaling op de bonustabel of de opbouw van schadevrije jaren?
Een aangemelde schade heeft geen invloed op de inschaling of opbouw indien:
5.4.1 definitief vaststaat dat de verzekeraar geen schadevergoeding verschuldigd is of wordt, dan wel indien de verzekeraar een betaalde schade volledig heeft verhaald;
5.4.2 de verzekeraar alleen vanwege een wettelijke uitsluiting of beperking van het verhaalsrecht een schade niet of niet volledig kan verhalen;
5.4.3 de verzekeraar alleen op grond van een schaderegelingsovereenkomst met andere verzekeraars, dus los van het geldende recht, een gehele of gedeeltelijke schadevergoeding moet betalen of niet kan verhalen;
5.4.4 de verzekerde de schade volledig heeft terugbetaald binnen 12 maanden na de laatste schade-uitkering;
5.4.5 de verzekeraar een schade aan de verzekerde motor heeft vergoed op basis van een schadeoorzaak vermeld in artikel 1.1.1 tot en met 1.1.10 van de rubriek volledig casco;
5.4.6 de verzekeraar uitsluitend de kosten van hulpverlening als bedoeld in artikel 4 van de rubriek aansprakelijkheid en/of de kosten van pechhulp buitenland als bedoeld in artikel 7 van de rubriek volledig casco heeft verstrekt of uitsluitend op basis van artikel 1.7 (vervoer gewonden) van de rubriek aansprakelijkheid een vergoeding heeft verstrekt;
5.4.7 de verzekeraar uitsluitend een schadevergoeding verschuldigd is of wordt voor de eventueel meeverzekerde dekkingen schade opzittenden, ongevallen opzittenden of rechtsbijstand;
5.4.8 de verzekeraar, als gevolg van de vaste afschrijving zoals vermeld in artikel 6 van de rubriek volledig casco, de schade niet volledig kan verhalen;
5.4.9 de verzekeraar uitsluitend op basis van artikel 1.3.6 (diefstal motorsleutels) van de rubriek volledig casco een vergoeding heeft verstrekt;
5.4.10 uitsluitend de passagier aansprakelijk is voor de schade en zijn aansprakelijkheid als particulier door deze verzekering wordt gedekt;
5.4.11 indien de schade het gevolg is van een aanrijding met een voetganger of fietser en de verzekerde aantoonbaar geen verwijt treft.
Artikel 6 Risicowijziging
6.1 Algemeen
De verzekerde is verplicht de verzekeraar te informeren over elke verandering waardoor het risico wijzigt. Dat moet de verzek erde zo spoedig mogelijk doen, en uiterlijk binnen 60 dagen. Met wijziging van het risico wordt in ieder geval ook bedoeld wijziging van:
− de vestigingsplaats van de verzekeringnemer;
− de regelmatige bestuurder;
− het gebruik van de motor.
Bij wijziging van woonplaats heeft de verzekeraar het recht de premie en/of voorwaarden te herzien zonder dat de verzekeringn emer de polis kan opzeggen. Bij wijziging van de regelmatige bestuurder of het gebruik van de motor heeft de verzekeraar het recht de premie en/of voorwaarden te herzien of de verzekering te beëindigen.
6.2 Stalling
Als de motor langer dan een half jaar aaneengesloten in het buitenland wordt gestald, is de verzekeringnemer verplicht de verzekeraar daarover zo spoedig mogelijk en uiterlijk binnen 60 dagen te informeren. In dat geval heeft de verzekeraar het recht per eerstkomende contractsvervaldatum de premie en/of voorwaarden te herzien of de verzekering te beëindigen.
Artikel 7 Tijdelijke vervanging van de motor
De verzekering geldt ook voor een qua ouderdom en prijsklasse gelijksoortig vervangende motor die de verzekeringnemer tijdens reparatie, onderhoud of wettelijk verplichte keuringen in gebruik heeft en die niet van de verzekeringnemer of diens bedrijf is. Deze dekking geldt voor maximaal 30 achtereenvolgende dagen. Deze dekking wordt geacht niet te bestaan als voor de vervangende motor al een andere verzekering – al dan niet van oudere datum – is gesloten. Voor de verzekerde motor blijft tijdens deze periode de bestaande dekking gelden.
Artikel 8 Uitsluitingen en beperkingen
8.1 Algemeen
De verzekering biedt geen dekking indien:
8.1.1 de schade is veroorzaakt door of samenhangt met vijandelijkheden;
8.1.2 de schade is veroorzaakt door of samenhangt met atoomkernreacties, ongeacht hoe deze zijn ontstaan. Deze uitsluiting geldt niet voor gebeurtenissen veroorzaakt door radioactieve nucliden, die zich in overeenstemming met hun bestemming buiten een kerninstallatie bevinden en gebruikt worden of bestemd zijn om gebruikt te worden voor industriële, commerciële, landbouwkundige, medische, wetenschappelijke, onderwijskundige of (niet-militaire) beveiligingsdoeleinden, mits er voor één van deze zaken door een bevoegde overheid afgegeven vergunning (voor zover vereist) van kracht is voor vervaardiging, gebruik, opslag en het zich ont doen van radioactieve stoffen;
8.1.3 de verzekerde een verplichting uit de verzekering niet of niet tijdig is nagekomen en de verzekeraar daardoor in een redelijk belang is geschaad;
8.1.4 de dekking is opgeschort wegens wanbetaling, zoals omschreven in artikel 10.2;
8.1.5 de schade is ontstaan, toegenomen of verergerd door opzet of roekeloosheid van een verzekerde of van iemand anders die belang heeft bij de uitkering;
8.1.6 bij schade een onvolledige of onware opgave wordt gedaan over het ontstaan, de aard of de omvang van de schade met het opzet de verzekeraar te misleiden.
De verzekerde kan dan geen enkel recht aan de verzekering ontlenen met betrekking tot de betreffende schade. Ook heeft de verzekeraar dan het recht om:
− de onderzoekskosten en de eventueel al uitgekeerde bedragen terug te vorderen;
− de (poging tot) misleiding te registreren in de databank van de Stichting CIS (zie ook artikel 14.3);
− aangifte te doen bij de politie.
8.2 Alcohol en drugs
De verzekering biedt geen dekking voor:
8.2.1 schade veroorzaakt, terwijl de bestuurder onder zodanige invloed van alcoholhoudende drank en/of enig bedwelmend of opwekkend middel verkeert, dat hij geacht moet worden niet in staat te zijn de motor naar behoren te besturen;
8.2.2 schade veroorzaakt, terwijl de bestuurder de motor bestuurde na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte van zijn bloed, dan wel het alcoholgehalte van zijn adem hoger blijkt te zijn geweest dan wettelijk toegestaan;
8.2.3 schade veroorzaakt terwijl de bestuurder van de motor – bij verdenking van het rijden onder invloed van alcoholhoudende drank en/of enig bedwelmend of opwekkend middel – een ademtest, een speekseltest en/of een onderzoek van de psychomotorische functies en de oog- en spraakfuncties, of een urine- of bloedproef weigert.
8.3 Wedstrijden met de verzekerde motor
De verzekering biedt geen dekking voor schade, ontstaan tijdens het oefenen voor en het deelnemen aan wedstrijden en snelheidsproeven, tenzij het gaat om puzzelritten:
− waarvoor door de overheid toestemming is verleend,
− waarvan het traject binnen Nederland en eventueel gedeeltelijk binnen de aangrenzende buurlanden ligt,
− die niet langer dan 24 uur duren en
− waarbij het snelheidselement voor enig deel van het traject geen factor is bij de rangschikking in het eindklassement.
8.4 Ander gebruik van de verzekerde motor
De verzekering biedt geen dekking voor schade veroorzaakt tijdens trial- of terreinrijden of terwijl de motor werd gebruikt voor:
8.4.1 verhuur;
8.4.2 het vervoer van personen tegen betaling, waaronder niet wordt verstaan het binnen Nederland bij toerbeurt rijden in het woon- werkverkeer (zgn. ‘motorpooling’);
8.4.3 andere doeleinden dan aan de verzekeraar zijn opgegeven dan wel door de wet zijn toegestaan;
8.4.4 het trekken van een aanhangwagen die het wettelijk toegestane gewicht overschrijdt;
8.4.5 deelname aan behendigheidsproeven en slipcursussen.
8.5 Onbevoegd besturen van de verzekerde motor
De verzekering biedt geen dekking voor schade veroorzaakt, terwijl de bestuurder:
8.5.1 niet in het bezit is van een geldig voor het besturen van de motor (met een eventuele aanhangwagen) wettelijk voorgeschreven rijbewijs.
8.5.2 niet bevoegd is de motor te besturen op grond van de wet of op grond van een gerechtelijke uitspraak.
8.6 De verzekerde motor is geen eigendom
De verzekering biedt geen dekking voor schade indien uit het kentekenregister van de RDW blijkt dat op het moment van de gebeurtenis de verzekeringnemer noch (een bestuurder van) het bedrijf van de verzekeringnemer was ingeschreven als eigenaar of houder van de motor, tenzij uit het polisblad blijkt dat anders is overeengekomen.
8.7 Terrorismebeperking
De verzekeraar heeft zich voor het terrorismerisico herverzekerd bij de Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschaden NV (NHT).
Beperkte schadevergoeding
Bij schade als gevolg van gebeurtenissen die (direct of indirect) verband houden met:
− terrorisme of preventieve maatregelen;
− handelingen of gedragingen ter voorbereiding van terrorisme of preventieve maatregelen;
geldt dat de schadevergoeding kan worden beperkt tot het bedrag van de uitkering die de verzekeraar ontvangt van de Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschaden (NHT). Het Protocol afwikkeling claims bij terrorismeschaden is van toepassing. De NHT beslist of er sprake is van een terrorismeschade. Op vergoeding kan niet eerder aanspraak worden gemaakt dan na deze beslissing en de bekendmaking van het bedrag van de vergoeding.
Verval van rechten bij niet-tijdige melding
In afwijking van wat elders in de voorwaarden is bepaald, vervalt elk recht op schadevergoeding of uitkering als de melding van de claim niet is gedaan binnen 2 jaar nadat de NHT heeft beslist of er sprake is van een terrorismeschade.
De volledige tekst van het Protocol afwikkeling claims en de toelichting Protocol afwikkeling claims staat op de website
xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx of kan worden opgevraagd bij de verzekeraar.
8.8 Handels- en Economische Sancties
De verzekeraar is niet gehouden om dekking of schadeloosstelling te bieden krachtens deze verzekering, indien dit een inbreuk zou vormen op sanctiewet- en regelgeving uit hoofde waarvan het de verzekeraar verboden is om krachtens deze verzekering dekking te bieden of een schadeloosstelling uit te keren.
8.9 Hardheidsclausule
De uitsluitingen vermeld in artikel 8.1.5 en 8.3 t/m 8.5 gelden niet voor de verzekerde die aantoont dat de daarin bedoelde omstandigheden zich buiten zijn medeweten en tegen zijn wil hebben voorgedaan en dat hem ter zake van deze omstandigheden redelijkerwijs geen verwijt treft.
Artikel 9 Verhaalsrecht
9.1 Als de verzekeraar op grond van wettelijke bepalingen schade moet vergoeden terwijl de verzekerde geen rechten aan deze verzekering kan ontlenen, heeft de verzekeraar het recht deze schadevergoeding en de kosten op de verzekeringnemer en de aansprakelijke verzekerde(n) te verhalen. De verzekeraar maakt van dit verhaalsrecht geen gebruik tegenover de verzekerde die aantoont dat de omstandigheden waardoor hij geen rechten aan deze verzekering kan ontlenen zich buiten z ijn weten en tegen zijn wil hebben voorgedaan en hem redelijkerwijs niet verweten kunnen worden.
9.2 Wanneer de schade van een benadeelde door een ander dan door de verzekeringnemer is veroorzaakt, nadat de dekking volgens artikel 12 is geëindigd, maakt de verzekeraar van het verhaalsrecht tegenover de verzekeringnemer of- in geval van zijn overlijden – zijn erfgenamen geen gebruik. De verzekeringnemer of zijn erfgenamen moeten wel voldaan hebben aan de verplichting tot kennisgevin g volgens artikel 12.
Artikel 10 Premiebetaling
10.1 Verplichting tot premiebetaling
De premie waaronder tevens de kosten en assurantiebelasting worden verstaan, dient vooruitbetaald te worden binnen 30 dagen nadat deze bedragen verschuldigd zijn.
Onder de aanvangspremie wordt verstaan de premie die de verzekeraar voor de 1e maal in rekening brengt na het sluiten van de verzekeringsovereenkomst of na een tussentijdse wijziging.
Onder de vervolgpremie wordt verstaan iedere verschuldigde premie, niet zijnde de aanvangspremie alsmede de verschuldigde premie na stilzwijgende verlenging van de verzekering.
10.2 Gevolgen van wanbetaling
10.2.1 Indien de aanvangspremie niet uiterlijk op de 30e dag na ontvangst van het betalingsverzoek is voldaan zal de dekking zonder dat een nadere ingebrekestelling door de verzekeraar is vereist worden opgeschort en kunnen geen rechten aan de verzekering meer worden ontleend ten aanzien van gebeurtenissen die nadien hebben plaatsgevonden.
10.2.2 Indien de verzekeringnemer weigert de vervolgpremie te betalen zal de dekking worden opgeschort en kunnen aan de verzekering geen rechten meer worden ontleend ten aanzien van gebeurtenissen die nadien hebben plaatsgevonden.
10.2.3 Indien de vervolgpremie niet tijdig wordt betaald zal de dekking worden opgeschort en kunnen geen rechten aan de verzekering meer worden ontleend ten aanzien van gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden vanaf de 15e dag nadat de verzekeraar de verzekeringnemer na de vervaldag schriftelijk heeft aangemaand en de betaling is uitgebleven.
10.2.4 Indien de dekking is opgeschort blijft de premiebetalingsverplichting onverkort van kracht.
10.3 Wanbetaling bij termijnpremie
Indien termijnbetaling is overeengekomen en een termijnbedrag wordt niet binnen 30 dagen voldaan heeft de verzekeraar de mogelijkheid de premie over het gehele verzekeringsjaar ineens op te eisen van de verzekeringnemer.
10.4 Incassokosten
Zowel buitengerechtelijke als gerechtelijke kosten komen voor rekening van de verzekeringnemer indien deze kosten gemaakt die nen te worden om een vordering te kunnen incasseren.
10.5 Herstel van de dekking
Als een vordering wordt betaald nadat de dekking van de verzekering is opgeschort wordt de dekking weer van kracht voor gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden na de dag waarop het totale gevorderde bedrag, inclusief incassokosten en wettelijke rente, is ontvangen.
10.6 Terugbetalen van premie
Bij opzegging tegen een andere dag dan de jaarlijkse hoofdpremievervaldatum wordt de lopende premie naar billijkheid verminde rd. Indien de verzekering wordt beëindigd omdat de verzekerde de verzekeraar opzettelijk heeft misleid of dat heeft getracht, wordt de premie niet terug betaald.
Artikel 11 Wijziging van premie en voorwaarden
De verzekeraar heeft het recht om de premie en/of voorwaarden voor verzekeringen van dezelfde soort als deze verzekering te herzien en deze verzekering tussentijds aan te passen aan de nieuwe premie en/of voorwaarden. De verzekeraar zal de verzekeringnemer van tevoren schriftelijk in kennis stellen van de aanpassing.
Tot 30 dagen na de datum waarop de aanpassing is gaan gelden, heeft de verzekeringnemer het recht deze schriftelijk te weigeren , indien de aanpassing leidt tot hogere premie of voorwaarden die voor hem nadeliger zijn. Indien de verzekeringnemer van dit recht gebruik maakt eindigt de verzekering op de datum waarop de aanpassing is gaan gelden.
Artikel 12 Duur en einde van de verzekering
12.1 Contractduur en verlenging
De contractduur van de verzekering staat vermeld op het polisblad. Aan het einde van de contractduur wordt de verzekering telkens voor 1 jaar verlengd.
12.2 Opzegging door verzekeringnemer
De verzekering kan worden opgezegd tegen het einde van de contractduur. Na afloop van de eerste contractduur kan de verzekering dagelijks worden opgezegd. De opzegging uitsluitend geldig indien deze schriftelijk plaatsvindt en met inachtneming van een opzegtermijn van minimaal 1 maand.
In de volgende gevallen kan de verzekering schriftelijk worden opgezegd:
− binnen 1 maand nadat een gebeurtenis die voor de verzekeraar tot een uitkeringsverplichting kan leiden door een verzekerde is gemeld of nadat een uitkering krachtens die verzekering is gedaan dan wel afgewezen. De verzekering eindigt op de in de opzegbrief genoemde datum echter niet eerder dan 2 maanden na dagtekening van de opzegbrief;
− binnen 2 maanden nadat de verzekeraar tegenover verzekerde een beroep op het niet nakomen van de mededelingsplicht bij het aangaan van de verzekering heeft gedaan. De verzekering eindigt op de datum zoals vermeld in de opzegbrief of bij gebreke daarvan per dagtekening van de opzegbrief.
12.3 Opzegging door de verzekeraar
De verzekeraar heeft de mogelijkheid de verzekering op te zeggen tegen het eind van het verzekeringsjaar. De opzegging is uit sluitend geldig indien deze schriftelijk plaatsvindt en met inachtneming van een opzegtermijn van minimaal 2 maanden.
In de volgende gevallen kan een verzekering schriftelijk worden opgezegd:
− binnen 1 maand nadat de verzekeraar heeft kennisgenomen van een gebeurtenis die voor de verzekeraar tot verplichtingen uit de verzekering kan leiden of nadat een uitkering krachtens die verzekering is gedaan dan wel afgewezen. De verzekering eindigt o p de in de opzegbrief genoemde datum, zij het niet eerder dan 2 maanden na dagtekening van de opzegbrief, behoudens in het geval dat de opzegging verband houdt met de opzet van de verzekerde om de verzekeraar te misleiden;
− indien de verzekerde de aanvangspremie zoals verschuldigd op de eerste niet tijdig heeft betaald of heeft geweigerd die te be talen, alsmede indien de verzekerde de vervolgpremie niet betaalt of weigert te betalen, in het laatste geval echter uitsluitend indi en de verzekeraar de verzekerde na het verstrijken van de premievervaldag zonder resultaat tot betaling van de vervolgpremie heeft aangemaand. De verzekering eindigt op de in de opzegbrief genoemde datum, zij het in geval van niet tijdige betaling niet eer der dan 2 maanden na dagtekening van de opzegbrief;
− binnen 2 maanden na de ontdekking dat de verzekerde niet heeft voldaan aan de mededelingsplicht bij het aangaan van de verzekering en daarbij heeft gehandeld om de verzekeraar opzettelijk te misleiden dan wel de verzekeraar de verzekering bij k xxxxx xxx xx xxxx stand van zaken niet zouden hebben gesloten. De verzekering eindigt op de in de opzegbrief genoemde datum;
− als de verzekerde in verband met een bij de verzekeraar gemelde gebeurtenis de verzekeraar opzettelijk heeft misleid of geprobeerd heeft te misleiden. De verzekering eindigt op de in de opzegbrief genoemde datum;
− indien door de verzekeraar voorgeschreven maatregelen of voorzieningen ter beperking van het risico niet binnen de vastgestelde termijn zijn getroffen, met een opzegtermijn van minimaal 14 dagen.
12.4 Beëindiging zonder opzegging
De dekking van deze verzekering eindigt ook:
− zodra de verzekeringnemer of - als deze komt te overlijden - zijn erfgenamen geen belang meer hebben bij de motor en er ook niet meer de feitelijke macht over hebben;
− in geval van totaal verlies of tenietgaan van de motor.
De verzekeringnemer of zijn erfgenamen zijn verplicht de verzekeraar binnen 8 dagen na iedere overgang van eigendom en omstandigheid, die tot het einde van de dekking heeft geleid, op de hoogte te stellen.
12.5 Moment van beëindiging
Als de verzekering met ingang van een bepaalde dag eindigt, vindt de beëindiging plaats om 0.00 uur van die dag.
Artikel 13 Adres
Door de verzekeraar wordt rechtsgeldig een kennisgeving gedaan indien deze wordt verstuurd aan het laatst door de verzekering nemer bekend gemaakte (e-mail)adres.
Artikel 14 Persoonsgegevens
14.1 Gebruik persoonsgegevens
Bij de aanvraag van een verzekering/financiële dienst wordt om persoonsgegevens gevraagd. Deze worden gebruikt voor het aanga an en uitvoeren van overeenkomsten, om informatie te geven over relevante producten en/of diensten, voor het waarborgen van de veiligheid en integriteit van de financiële sector, voor statistische analyse, relatiebeheer en om te voldoen aan wettelijke verplichtingen. Op het gebruik van de persoonsgegevens is de Gedragscode “Verwerking Persoonsgegevens Financiële Instellingen” van toepassing.
14.2 Recht van verzet
De verzekerde die geen prijs stekt op informatie over producten en/of diensten, of zijn toestemming voor het gebruik van zijn e- mailadres wil intrekken kan dit schriftelijk meedelen aan de verzekeraar.
14.3 CIS
In verband met een verantwoord acceptatiebeleid kan de verzekeraar de gegevens van de verzekeringnemer raadplegen bij de Stic hting Centraal Informatie Systeem (CIS) te Den Haag en worden de bij een schadebehandeling verstrekte gegevens door de verzekeraar verwerkt in de databank van de Stichting CIS. In dit kader kunnen deelnemers van de Stichting CIS ook onderling gegevens uitw isselen. Doel hiervan is risico’s te beheersen en fraude tegen te gaan. Het privacyreglement van de Stichting CIS is van toepassing. Meer informatie is te vinden op xxx.xxxxxxxxxxxx.xx.
Artikel 15 Toepasselijk recht en geschillen
15.1 Toepasselijk recht
Op deze verzekering is uitsluitend Nederlands recht van toepassing.
15.2 Intern klachtenbureau
Voor klachten naar aanleiding van de verzekeringsovereenkomst kan een verzekerde zich schriftelijk wenden tot de directie van de verzekeraar.
15.3 Klachteninstituut Financiële Dienstverlening
Als die er naar de mening van de verzekerde niet in slaagt om het probleem tot tevredenheid op te lossen kan de verzekerde, indien deze een natuurlijk persoon is die niet handelt in de uitoefening van een bedrijf of beroep, zich wenden tot het Klachteninst ituut Financiële Dienstverlening (KiFiD), Xxxxxxx 00000, 0000 XX XXX XXXX, telefoon: 0900-3552248, xxx.xxxxx.xx.
15.4 Bevoegde rechter
Wanneer de verzekerde geen gebruik wil maken van deze klachtenbehandelingsmogelijkheden of de verzekerde vindt de behandeling of uitkomst hiervan niet bevredigend, kan de verzekerde het geschil voorleggen aan de bevoegde rechter te Utrecht.
Wanneer de verzekeraar in geval van wanbetaling overgaat tot gerechtelijke incasso, kan de verzekeraar het incassogeschil voo rleggen aan de bevoegde rechter te Utrecht.
BIJZONDERE VOORWAARDEN
rubriek aansprakelijkheid
Deze voorwaarden vormen één geheel met de algemene voorwaarden WMRW-17 van de motorverzekering.
WAM-dekking
Deze verzekering wordt geacht te voldoen aan de eisen die door de WAM worden gesteld. De WAM gaat boven wat er eventueel anders in deze voorwaarden wordt bepaald.
Artikel 1 Omschrijving van de dekking
1.1 Wettelijke aansprakelijkheid
1.1.1 Verzekerd is voor alle verzekerden samen tot maximaal het op het polisblad vermelde verzekerde bedrag per gebeurtenis de aansprakelijkheid van de verzekerde voor schade aan personen en zaken – met inbegrip van de daaruit voortvloeiende schade – die tijdens de verzekeringsduur met of door de motor is veroorzaakt.
1.1.2 Indien voor de motor een IVB is afgegeven, zijn gedurende het in dat bewijs genoemde tijdvak in de landen waarvoor dat bewijs geldig is, tevens de wettelijke bepalingen van dat land, betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering, op deze ver zekering van toepassing.
1.2 Aanhangwagenrisico
1.2.1 De verzekering dekt ook de aansprakelijkheid van de verzekerde voor schade toegebracht met of door een aanhangwagen, di e aan de motor is gekoppeld of na koppeling daarvan is losgemaakt of losgeraakt, maar nog niet veilig buiten het verkeer tot stilstand is gekomen.
1.2.2 Schade aan de aanhangwagen zelf is niet verzekerd.
1.3 Ladingrisico
1.3.1 Verzekerd is de aansprakelijkheid van de verzekerden voor schade, veroorzaakt door zaken, die vervoerd worden met, dan wel tijdens het rijden vallen of gevallen zijn van de motor en/of de aanhangwagen.
1.3.2 Schade veroorzaakt tijdens het laden of lossen is niet verzekerd.
1.4 Sleeprisico bij kosteloze hulpverlening
1.4.1 Verzekerd is de aansprakelijkheid van de verzekerden voor schade, veroorzaakt terwijl met de verzekerde motor een andere motor of auto bij wijze van kosteloze hulpverlening wordt gesleept.
1.4.2 Schade aan de gesleepte motor of auto zelf is niet verzekerd.
1.5 Schade aan kleding en handbagage
Verzekerd is de aansprakelijkheid van de verzekerden voor schade aan kleding en handbagage van de passagiers, mits de motor en/of de aanhangwagen bij die gebeurtenis eveneens is beschadigd.
1.6 Schade aan een andere motor of auto van de verzekeringnemer
1.6.1 Deze verzekering dekt ook de schade die de verzekerde met of door de motor toebrengt aan een andere motor of auto waarvan de verzekeringnemer of één van zijn inwonende gezinsleden de particuliere bezitter of houder is, alsof de schade niet door de verzekeringnemer, maar door een willekeurige derde geleden is. De dekking geldt ook voor de eventuele waardevermindering die ontstaat aan de betreffende motor of auto.
1.6.2 Ook de schade die de verzekerde toebrengt aan een andere motor of auto van de verzekeringnemer valt onder de dekking, maar niet als de schade is toegebracht in gebouwen of op terreinen die bij het bedrijf behoren. De dekking geldt ook niet voor eve ntuele bedrijfsschade en/of waardevermindering.
1.6.3. De hierboven in 1.6.1 en 1.6.2 omschreven dekking vervalt als de schade op een andere verzekering – onverschillig door wie gesloten – kan worden verhaald.
1.7 Vervoer van gewonden
Verzekerd is de schade door verontreiniging van de bekleding van een andere motor of auto als gevolg van het kosteloos vervoer van de verzekerde die bij een verkeersongeval, waarbij ook de verzekerde motor betrokken is, gewond is geraakt, mits de schade niet voor vergoeding in aanmerking komt op grond van een andere verzekering al dan niet van oudere datum.
1.8 Zekerheidstelling
Indien een overheid ter waarborging van de rechten van benadeelden een zekerheidstelling verlangt voor het opheffen van een op de motor gelegd beslag of het in vrijheid stellen van de verzekerde, wordt deze verstrekt tot een maximum van € 50.000 per gebeurtenis, mits de verzekerde ter zake van die gebeurtenis rechten aan deze verzekering kan ontlenen.
De verzekerden zijn verplicht de verzekeraar te machtigen over de zekerheidstelling te beschikken, zodra deze wordt vrijgegev en. Voorts zullen zij alle medewerking moeten verlenen om terugbetaling te verkrijgen.
1.9 Proceskosten, bijstand en wettelijke rente
De verzekeraar vergoedt per gebeurtenis boven het verzekerde bedrag:
1.9.1 de kosten van de door de verzekeraar verleende rechtsbijstand in een tegen de verzekerde aanhangig gemaakt strafproces, indien de leiding van de procedure bij de verzekeraar heeft xxxxxx. Boeten, afkoopsommen en met een strafproces samenhangende gerechtskosten komen niet voor vergoeding in aanmerking;
1.9.2 de kosten van verweer in een door de benadeelde tegen de verzekerde, dan wel tegen de verzekeraar aanhangig gemaakt burgerlijk proces, voor zover de leiding van het proces bij de verzekeraar berust, alsmede de proceskosten waartoe de verzeke rde of de verzekeraar veroordeeld worden;
1.9.3 de verschuldigde wettelijke rente over het door de verzekering gedekte gedeelte van de hoofdsom.
Artikel 2 Aanvullende uitsluitingen (zie ook artikel 8 van de algemene voorwaarden)
2.1 Eigen zaken/opzicht
De verzekering biedt geen dekking voor de aansprakelijkheid voor schade aan zaken:
2.1.1 die de verzekerde in eigendom toebehoren, met uitzondering van de schade aan een andere motor of auto van de verzekeringnemer zoals bepaald in artikel 1.6;
2.1.2 die de verzekerde onder zich heeft;
2.1.3 die met of door de motor en/of aanhangwagen worden vervoerd, met inbegrip van de daaruit voortvloeiende schade, met uitzondering van schade aan handbagage en kleding van passagiers, zoals bepaald in artikel 1.5.
2.2 Schade bestuurder
De verzekering biedt geen dekking voor de aansprakelijkheid voor schade toegebracht aan degene die – al dan niet met toestemming van een daartoe bevoegd persoon – de motor daadwerkelijk bestuurt.
2.3 Diefstal/geweldpleging
De verzekering biedt geen dekking voor de aansprakelijkheid van hen die zich door diefstal of geweldpleging de macht over de motor hebben verschaft en van hen die, dit wetende, de motor zonder geldige reden gebruiken.
2.4 Contractuele aansprakelijkheid
De verzekering biedt geen dekking voor de aansprakelijkheid van de verzekerde, die uitsluitend voortvloeit uit een door hem of namens hem aangegane contractuele verplichting.
Artikel 3 Hulpverlening na een ongeval
3.1 Recht op hulpverlening
Een verzekerde heeft recht op hulp en/of vergoeding van de kosten zoals hierna omschreven indien:
3.1.1 de hulpverlening en/of de kosten tot stand komen in overleg met en na verkregen instemming van de alarmcentrale;
3.1.2 verzekerde zijn volledige medewerking verleent;
3.1.3 verzekerde zijn recht doet blijken aan de hand van een geldige hulpkaart.
3.2 Hulpverlening Nederland
Het recht op hulp ontstaat wanneer de motor en/of aanhangwagen door een ongeval, brand, diefstal of enig ander van buitenkomend onheil (waaronder niet wordt verstaan een mechanisch of elektronisch defect) niet meer kan rijden en/of de bestuurder daardoor niet meer in staat is de motor te besturen, terwijl geen van de passagiers bevoegd en in staat is het besturen over te nemen.
De hulpverlening in Nederland omvat:
3.2.1 het vervoer van de beschadigde motor en/of de aanhangwagen naar een door de verzekerde(n) te bepalen adres in Nederland;
3.2.2 het vervoer van de bestuurder en de eventuele passagiers met hun bagage per taxi naar één door de verzekerde(n) te bepalen adres in Nederland.
3.3 Hulpverlening buitenland
Het recht op hulp ontstaat wanneer de motor en/of aanhangwagen door een ongeval, brand, diefstal of enig ander van buitenkomend onheil (waaronder niet wordt verstaan een mechanisch of elektronisch defect) niet meer kan rijden en/of de bestuurder daardoor niet meer in staat is de motor te besturen, terwijl geen van de passagiers bevoegd en in staat is het besturen over te nemen.
Hulpverlening binnen het geldigheidsgebied in het buitenland omvat:
3.3.1 het vergoeden van de noodzakelijke kosten van berging en slepen van de beschadigde motor en/of aanhangwagen naar het dichtstbijzijnde herstelbedrijf waar de schade kan worden beoordeeld en/of hersteld;
3.3.2 het vergoeden van de noodzakelijke kosten van bewaken en stallen van de beschadigde motor en/of aanhangwagen;
3.3.3 het vervoer van de beschadigde motor en/of aanhangwagen naar een door de verzekerde te bepalen adres in Nederland, mits:
− de beschadigde motor en/of aanhangwagen niet binnen 4 werkdagen, eventueel door middel van een noodreparatie, zodanig kan worden gerepareerd, dat de (terug)reis op technisch verantwoorde wijze kan plaatsvinden;
− de kosten van dit vervoer lager zijn dan de waarde van de beschadigde motor en/of aanhangwagen. Zijn de vervoerskosten hoger, dan worden de kosten vergoed voor invoering of vernietiging van de beschadigde motor en/of aanhangwagen in het betreffende land. In dat geval hebben de bestuurder en de eventuele passagiers ook recht op vervoer van reisbagage naar Nederland.
3.3.4 het vergoeden van de terugreiskosten van de bestuurder en de eventuele passagiers, indien op grond van het voorgaande niet met de motor wordt teruggereisd. Vergoed worden de kosten van vervoer per:
− taxi naar het dichtstbijzijnde spoorwegstation;
− trein (2e klasse) naar het spoorwegstation in Nederland, dat het dichtst ligt bij de plaats van bestemming;
− taxi van dat station naar de plaats van bestemming.
3.4 Beperkingen
3.4.1 Alle in verband met hulpverlening door de verzekeraar voorgeschoten kosten, welke niet zijn verzekerd komen voor rekening van verzekerde. Bij bedragen boven de € 750 kan de verzekeraar een betaling vooraf verlangen.
3.4.2 De kosten indien hulpverlening door de alarmcentrale niet kan worden uitgeoefend dan wel worden tegengehouden door natuurrampen.
Op de uitsluitingen genoemd in artikel 8.1.1 en 8.1.2 van de algemene voorwaarden zal ten aanzien van hulpverlening uitsluitend een beroep worden gedaan indien hulpverlening door de alarmcentrale niet kan worden uitgeoefend dan wel wordt tegengehouden.
3.5 Verhaalsrecht / samenloop
De verzekeraar behoudt zich het recht voor om de door de verzekeraar vergoede kosten in verband met hulpverlening te verhalen op verzekerden indien hulpverlening werd verleend terwijl krachtens deze verzekering geen recht op hulpverlening bestond.
Bij samenloop van rechten op hulpverlening zal de alarmcentrale niet verwijzen naar andere hulpinstanties. De verzekeraar behoudt zich het recht voor eventueel verhaal te plegen van kosten van hulpverlening bij andere verzekeraars.
BIJZONDERE VOORWAARDEN
rubriek beperkt casco
Deze voorwaarden zijn alleen van toepassing als uit het polisblad uitdrukkelijk blijkt dat voor deze rubriek dekking wordt verleend. Ze vormen één geheel met de algemene voorwaarden WMRW-17 van de motorverzekering.
Artikel 1 Omschrijving van de dekking
De voorwaarden van de rubriek volledig casco zijn eveneens op deze rubriek van toepassing, met uitzondering van artikel 1.1.11 (andere van buiten komende onheilen) en artikel 7 (pechhulp buitenland)
BIJZONDERE VOORWAARDEN
rubriek volledig casco
Deze voorwaarden zijn alleen van toepassing als uit het polisblad uitdrukkelijk blijkt dat voor deze rubriek dekking wordt verleend. Ze vormen één geheel met de algemene voorwaarden WMRW-17 van de motorverzekering.
Artikel 1 Omschrijving van de dekking
1.1 Gedekte schadeoorzaken
Verzekerd is schade aan of geheel of gedeeltelijk verlies van de motor ontstaan door:
1.1.1 brand, ontploffing, zelfontbranding, kortsluiting, blikseminslag;
1.1.2 het vallen van luchtvaartuigen of voorwerpen daaruit;
1.1.3 diefstal van de motor of onderdelen daarvan, verduistering, inbraak of joyriding of pogingen daartoe - een en ander mits door anderen dan verzekerde - alsmede beschadiging ontstaan gedurende de tijd dat de motor was ontvreemd;
1.1.4 breuk (inclusief de schade door scherven) van windschermen en andere glazen onderdelen, mits niet gepaard gaande met andere schade aan de motor. Onder ruit wordt niet verstaan het glas van koplampen of andere lichtbronnen;
1.1.5 storm, waaronder te verstaan wind met een snelheid van ten minste 14 meter per seconde (windkracht 7), waardoor de motor – in stilstand – omver waait, of voorwerpen op/tegen de motor terechtkomen;
1.1.6 overstroming, vloedgolf, hagel, lawines, vallend gesteente, instorting, aardverschuiving, aardbeving of soortgelijke natuurrampen;
1.1.7 botsing met loslopende of vliegende dieren uitsluitend voor zover de schade rechtstreeks door de botsing met het dier is toegebracht;
1.1.8 rellen, relletjes, opstootjes;
1.1.9 een plotseling van buiten komend onheil gedurende de tijd dat de motor voor vervoer per auto, schip, trein of vliegtuig aan de zorg van een vervoersonderneming is toevertrouwd, met uitzondering van schade als schrammen, krassen of lakschade;
1.1.10 verontreiniging van de bekleding van de motor als gevolg van het kosteloos vervoer van bij een verkeersongeval gewonde personen;
1.1.11 andere van buiten komende onheilen, zoals vandalisme, kwaadwillige beschadiging, botsen, omslaan, slippen, van de weg of te water geraken.
1.2 Eigen gebrek en constructie- of materiaalfouten
Ook wordt de schade vergoed, indien de hiervoor in artikel 1.1 genoemde onheilen hun oorzaak vinden in slijtage, reparatie-, constructie- of materiaalfouten of eigen gebrek. De slijtage, reparatie-, constructie- of materiaalfouten of het eigen gebrek zelf worden echter niet vergoed.
1.3 Overige vergoedingen
Vergoed wordt per gebeurtenis ten hoogste het verzekerde bedrag, zo nodig verhoogd met:
1.3.1 Kosten rijklaar maken
de kosten die voor rekening van de verzekerde komen en verband houden met de aflevering van de motor, zoals de brandstofkosten, de afleveringsbeurt en de kosten van het overschrijven van het kenteken, alsmede de verwijderingsbijdrage voor de oude motor, met dien verstande dat vergoeding van de afleveringskosten alleen plaatsvindt in de gevallen genoemd in artikel 3.2 en 3.3 van deze voorwaarden.
1.3.2 Stallingkosten
de noodzakelijke kosten voor bewaken en voorlopig stallen of bergen en vervoer van de beschadigde motor naar de dichtstbijzijnde reparateur waar de door deze verzekering gedekte schade naar behoren kan worden hersteld en/of de motor kan worden ondergebracht indien dit ten gevolge van de schade niet op eigen kracht kan rijden zonder gevaar verdere schade op te lopen of te veroorzaken.
1.3.3 Noodreparaties
de kosten van noodreparaties, exclusief noodruiten.
1.3.4 Averij-grosse
de bijdrage in averij-grosse.
1.3.5 Daggeldvergoeding bij diefstal
een daggeldvergoeding van € 15 per dag gedurende de periode dat verzekerde wegens diefstal of verduistering van de gehele motor niet over de motor kan beschikken, echter met een maximum van 30 dagen te rekenen vanaf het moment van de diefstal of de verduistering. De uitkeringstermijn wordt verlengd met een redelijke reparatieduur, indien de motor ten gevolge van de diefstal of verduistering is beschadigd, met dien verstande dat de totale uitkeringstermijn beperkt blijft tot 30 dagen.
1.3.6 Diefstal motorsleutels
indien de sleutels van de motor bij een inbraak in het woonhuis of bedrijfspand van een verzekerde worden gestolen of na beroving met geweld in het bezit van onbevoegden zijn geraakt, dan vergoedt de verzekeraar, ter voorkoming van diefstal van de motor, de noodzakelijke kosten van wijziging of, indien dit niet mogelijk is, de kosten van het vervangen van de sloten van de motor tot een maximum van € 500 per gebeurtenis.
Onder motorsleutels worden verstaan alle mechanische en/of elektronische middelen met behulp waarvan de motor van de motor kan worden gestart.
1.3.7 Mobiele navigatieapparatuur
de schade tot maximaal € 250 aan de op de motor aanwezige mobiele navigatieapparatuur voor zover de schade is ontstaan door een gedekte gebeurtenis.
1.3.8 Accessoires
de schade tot maximaal € 1.000 aan de aan de motor bevestigde, maar niet door de fabrikant van de motor aangebrachte accessoires voor zover de schade is ontstaan door een gedekte gebeurtenis.
Blijkt uit het polisblad dat een hoger bedrag is verzekerd, dan geldt deze dekking voor het hogere verzekerde bedrag.
1.3.9 Motoruitrusting
de schade tot maximaal € 1.000 aan de helm en motorkleding van de bestuurder en de passagier(s) voor zover de schade is ontstaan door een gedekte gebeurtenis.
Blijkt uit het polisblad dat een hoger bedrag is verzekerd, dan geldt deze dekking voor het hogere verzekerde bedrag.
Artikel 2 Aanvullende uitsluitingen (zie ook artikel 8 van de algemene voorwaarden)
2.1 Bevriezing
De verzekering biedt geen dekking voor schade door vorst, tenzij de bevriezing het gevolg is van een gebeurtenis als vermeld in artikel 1.1 van deze voorwaarden.
2.2 Te zwaar beladen
De verzekering biedt geen dekking voor schade als gevolg van het zwaarder beladen van de motor dan op grond van de constructie wettelijk is toegestaan.
Artikel 3 Schadevergoeding
De verzekeraar vergoedt per gebeurtenis ten hoogste het op het polisblad vermelde verzekerde bedrag, zo nodig verhoogd met de in artikel 1.3 vermelde vergoedingen.
3.1 Reparatiekosten
In geval van gedeeltelijke vernietiging of beschadiging van de motor, vergoedt de verzekeraar de reparatiekosten tot ten hoogste het verschil tussen de waarde van de motor onmiddellijk vóór de gebeurtenis en de waarde van de motor direct na de gebeurtenis.
3.2 Totaal verlies
3.2.1 In geval van totaal verlies vergoedt de verzekeraar de waarde van de motor onmiddellijk vóór de gebeurtenis verminderd met de waarde van de motor direct na de gebeurtenis.
3.2.2 Bij schadevergoeding in geval van totaal verlies (zowel technisch als economisch) van de motor, behoudt de verzekeraar zich het recht voor het wrak over te dragen aan een door de verzekeraar aan te wijzen partij. De uitkering van de schadepenningen vindt niet eerder plaats, dan nadat de verzekerde alle delen van het bij de motor behorende kentekenbewijs aan de verzekeraar heeft overgedragen.
3.3 Diefstal/verduistering gehele motor
3.3.1 In geval van diefstal of verduistering vergoedt de verzekeraar de waarde van de motor op basis van totaal verlies, dat eerst wordt aangenomen, zodra 30 dagen zijn verstreken, sinds de datum van aangifte bij de politie en de motor niet kan worden terug verkregen.
3.3.2 Recht op uitkering bestaat eerst nadat de verzekerde zijn eigendomsrecht op de motor aan de verzekeraar heeft overgedragen. Wordt de motor nadien teruggevonden, dan is de verzekeraar verplicht de motor op verzoek van verzekerde aan hem over te dragen, mits de verzekerde het uitgekeerde bedrag, onder aftrek van de reparatiekosten van de tijdens de diefstal of verduistering ontstane schade, aan de verzekeraar terugbetaalt.
3.3.3 Wordt de motor terug verkregen binnen 30 dagen na de datum van aangifte van de diefstal of verduistering bij de politie, dan is de verzekerde verplicht de motor terug te nemen.
3.3.4 Mocht de motor bij of na het tijdstip van de diefstal of verduistering zijn beschadigd, dan vergoedt de verzekeraar – met inachtneming van het hiervoor in artikel 3.1 vermelde – de reparatiekosten.
Artikel 4 Vaststelling van de schade
4.1 De verzekerde is verplicht de verzekeraar in de gelegenheid te stellen de schade door een door de verzekeraar te benoemen expert te laten opnemen alvorens met de reparatie een aanvang wordt gemaakt.
4.2 De verzekerde is bevoegd schade tot ten hoogste € 500 direct te laten herstellen door een deskundige reparateur, mits de te vervangen onderdelen gedurende minimaal 30 dagen worden bewaard en aan de verzekeraar een gespecificeerde reparatienota wordt overgelegd.
4.3 De verzekerde heeft het recht naast de expert van de verzekeraar ook een expert aan te wijzen. Indien deze expert is aangesloten bij het Nederlands Instituut van Register Experts (NIVRE) en zich houdt zich aan de “Gedragscode
Expertiseorganisaties”, dan zijn de kosten van deze expert ook voor rekening van de verzekeraar. Is dat niet het geval, dan betaalt de verzekeraar de kosten van deze expert tot ten hoogste 150% van de kosten van de door hem benoemde expert.
4.4 Bij verschil van mening tussen de beide experts benoemen deze experts samen een derde expert, wiens schadevaststelling binnen de grenzen van de beide taxaties moet blijven en voor de verzekerde en voor de verzekeraar bindend is.
4.5 De kosten van een derde expert worden in eerste instantie door elk van de partijen voor de helft gedragen. De kosten zijn echter voor rekening van de verzekeraar wanneer de derde expert de verzekerde geheel in het gelijk stelt.
Artikel 5 Eigen risico
5.1 Algemeen
Van de schade blijft per gebeurtenis het op het polisblad vermelde eigen risico voor rekening van verzekerde. Het eigen risico is niet van toepassing op de dekking pechhulp zoals omschreven in artikel 7 van deze rubriek.
5.2 Diefstal
In geval van diefstal van de motor in Amsterdam, Den Haag, Rotterdam of Utrecht geldt een extra eigen risico van € 450.
Artikel 6 Nieuwwaarderegeling
6.1 Voor een motor die bij afgifte van het Nederlands kentekenbewijs deel I nieuw was en waarvan de catalogusprijs op dat moment niet hoger was dan € 25.000, geldt als waarde onmiddellijk voor de gebeurtenis:
6.1.1 wanneer de gebeurtenis plaatsvindt binnen een periode van 12 maanden na de datum van afgifte van dit kentekenbewijs: de dan geldende catalogusprijs van een nieuwe motor van hetzelfde merk, type en uitvoering;
indien een nieuwe motor van hetzelfde merk, type en uitvoering niet meer leverbaar is, dan geldt de dan de geldende catalogusprijs van een naar type en prijsklasse soortgelijke andere motor;
6.1.2 wanneer de gebeurtenis plaatsvindt na 12 maanden doch binnen 36 maanden na de datum van afgifte van dit kentekenbewijs: de dan geldende catalogusprijs van een nieuwe motor van hetzelfde merk, type en uitvoering, verminderd met een vaste afschrijving,
gerekend vanaf de dertiende maand na bedoelde afgifte, van 1% per maand of gedeelte daarvan over de eerste € 17.500 (inclusief btw) en 1,5% per maand of gedeelte daarvan over het meerdere.
6.2 Indien binnen 36 maanden na de datum van afgifte van het Nederlands kentekenbewijs deel I na een gebeurtenis de herstelkosten meer bedragen dan 2/3 van de waarde van de motor als hiervoor onder 6.1 vastgesteld, dan kan de verzekeringnemer aanspraak maken op vergoeding van de aldus vastgestelde waarde onder aftrek van de waarde van de motor na de gebeurtenis.
6.3 Indien de verzekeringnemer niet de eerste eigenaar is van de motor, dan wordt de uitkering gemaximeerd tot de prijs die de verzekeringnemer hiervoor heeft betaald. De verzekeringnemer dient deze prijs aan te tonen dan wel aannemelijk te maken.
6.4 De onder 6.1 of 6.2 vastgestelde schadevergoeding kan het verzekerd bedrag te boven gaan.
6.5 De nieuwwaarderegeling is niet van toepassing op:
6.5.1 een vervangende motor als bedoeld in artikel 7 van de algemene voorwaarden;
6.5.2 de mobiele navigatieapparatuur, de accessoires en de motoruitrusting als bedoeld in artikel 1 .3.7, 1.3.8 en 1.3.9.
6.6 Wanneer de gebeurtenis plaatsvindt na 36 maanden na de datum van afgifte van het Nederlands kentekenbewijs deel I, geldt als waarde van de motor vóór de gebeurtenis de dan geldende dagwaarde.
Artikel 7 Pechhulp buitenland
7. 1 Recht op pechhulp buitenland
Recht op pechhulp ontstaat wanneer de motor en/of aangekoppelde aanhangwagen ten gevolge van pech (een mechanisch of elektronisch defect) buiten Nederland maar binnen het verzekeringsgebied langs de weg tot stilstand komt en verzekerde onmiddellijk na de gebeurtenis de hulp inroept van de alarmcentrale.
Pechhulp binnen het geldigheidsgebied in het buitenland omvat:
7. 1.1 het vergoeden van de noodzakelijke kosten van hulp langs de weg na het tot stilstand komen van de motor als gevolg van pech tot maximaal € 125 voor alle noodzakelijke kosten samen. De kosten van onderdelen en reparatie komen niet voor vergoeding in aanmerking. De kosten van reparatie bij een reparateur komen eveneens niet voor vergoeding in aanmerking;
7. 1.2 de vergoeding van de noodzakelijke kosten van berging en slepen van de motor en/of de aangekoppelde aanhangwagen naar de dichtstbijzijnde reparateur waar de schade kan worden beoordeeld en/of hersteld;
7. 1.3 het vergoeden van de noodzakelijke kosten van bewaken en stallen van de motor en/of aangekoppelde aanhangwagen;
7. 1.4 het vervoer van de motor en/of aangekoppelde aanhangwagen naar een door verzekerden te bepalen adres in Nederland, maar alleen als:
7. 1.4.1 de motor en/of aangekoppelde aanhangwagen niet binnen 4 werkdagen, eventueel door middel van een noodreparatie, zodanig is te repareren, dat de (terug)reis op technisch verantwoorde wijze kan plaatsvinden;
7. 1.4.2 de kosten van dit vervoer lager zijn dan de waarde van de motor en/of aanhangwagen. Zijn de vervoerskosten hoger, dan worden de kosten vergoed voor invoering of vernietiging van de motor en/of aanhangwagen in het betreffende land. In dat geval hebben de bestuurder en de eventuele passagiers ook recht op vervoer van de reisbagage naar Nederland;
7. 1.5 het vergoeden van de terugreiskosten van de bestuurder en de eventuele passagiers, indien op grond van het voorgaande niet met de motor wordt teruggereisd. Vergoed worden de kosten van vervoer per:
− taxi naar het dichtstbijzijnde spoorstation;
− trein (2e klasse) naar het spoorwegstation in Nederland, dat het dichtst ligt bij de plaats van bestemming;
− taxi van dat station naar de plaats van bestemming.
7. 1.6 het namens verzekerde bestellen en toezenden van onderdelen die noodzakelijk zijn om de motor en/of de aanhangwagen rijklaar te maken, indien deze onderdelen ter plaatse niet of niet op korte termijn verkrijgbaar zijn.
De kosten van onderdelen komen niet voor vergoeding in aanmerking.
7.2 Beperkingen
7.2.1 Alle in verband met pechhulp door de verzekeraar voorgeschoten kosten, welke niet zijn verzekerd komen voor rekening van verzekerde. Bij bedragen boven de € 750 kan de verzekeraar een betaling vooraf verlangen.
7.2.2 De kosten indien pechhulp door de alarmcentrale niet kan worden uitgeoefend dan wel worden tegengehouden door natuurrampen. Op de uitsluitingen genoemd in artikel 8.1.1 en 8.1.2 van de algemene voorwaarden zal ten aanzien van pechhulp uitsluitend een beroep worden gedaan indien pechhulp door de alarmcentrale niet kan worden uitgeoefend dan wel wordt tegengehouden.
7.3 Verhaalsrecht / samenloop
De verzekeraar behoudt zich het recht voor om de door hen vergoede kosten in verband met pechhulp te verhalen op verzekerden indien pechhulp werd verleend terwijl krachtens deze verzekering geen recht op pechhulp bestond.
Bij samenloop van rechten op pechhulp zal de alarmcentrale niet verwijzen naar andere pechhulpinstanties. De verzekeraar behoudt zich het recht voor eventueel verhaal te plegen van kosten van pechhulp bij andere verzekeraars.
BIJZONDERE VOORWAARDEN
rubriek schade opzittenden
Deze voorwaarden zijn alleen van toepassing als uit het polisblad uitdrukkelijk blijkt dat voor deze rubriek dekking wordt verleend. Ze vormen één geheel met de algemene voorwaarden WMRW-17 van de motorverzekering.
Artikel 1 Aanvullende begripsomschrijvingen
1.1 Schade
1.1.1 schade aan personen:
de schade door letsel of aantasting van de gezondheid van de verzekerde, ongeacht of dit de dood tot gevolg heeft;
1.1.2 schade aan zaken:
de schade door beschadiging en/of vernietiging van zaken die zich op de motor bevinden. Deze zaken mogen echter niet tot de uitrusting of accessoires en/of bijzondere constructies van de motor horen. Zij mogen ook geen deel uitmaken van een handelsvoorraad.
1.2 Verzekerde
Uitsluitend de bestuurder en de passagiers als opzittende van de motor. Maar alleen als zij:
1.2.1 met toestemming van een daartoe bevoegd persoon op de motor zitten;
1.2.2 op of van de motor stappen;
1.2.3 na te zijn afgestapt:
1.2.3.1 tijdens de rit langs de weg een noodreparatie (helpen) uitvoeren of andere handelingen verrichten die op dat moment nodig zijn om weer veilig te kunnen rijden;
1.2.3.2 tijdens de rit langs de weg hulp verlenen aan andere weggebruikers;
1.2.3.3 bij een tankstation de motor van brandstof voorzien of versnaperingen aanschaffen of een sanitaire stop plegen.
Artikel 2 Omschrijving van de dekking
Verzekerd is de schade als gevolg van een gebeurtenis tot maximaal het verzekerd bedrag per gebeurtenis.
Artikel 3 Beperking van de uitkering
3.1 Wanneer de verzekerde tijdens een ongeval geen veiligheidsgordel om had en als dit in strijd is met de wettelijke verplichting, wordt de schadevergoeding voor schade aan de persoon van de verzekerde met 25% verminderd.
3.2 Sieraden en foto- en filmapparatuur zijn slechts verzekerd tot maximaal € 2.500 per verzekerde per gebeurtenis.
Artikel 4 Aanvullende uitsluitingen (zie ook artikel 8 van de algemene voorwaarden)
De verzekering biedt geen dekking voor:
4.1 schade aan andere zaken dan die tot de particuliere inboedel van de verzekerde behoren;
4.2 schade die voortvloeit uit diefstal of vermissing van geld of geldswaardig papier.
Artikel 5 Regeling van de schade
5.1 Vaststelling vergoeding
Als de verzekerde wordt gedood of gewond raakt, dan worden bij het vaststellen van de vergoeding, en van degenen die hierop recht hebben, de artikelen 6:107 en 6:108 van het Burgerlijk Wetboek toegepast.
5.2 Rechthebbenden
Alleen natuurlijke personen die rechtstreeks bij het schadegeval betrokken zijn en die erdoor benadeeld zijn, of hun nabestaanden, kunnen een beroep doen op deze verzekering.
5.3 Overschrijding verzekerd bedrag
Als meerdere personen aan deze verzekering rechten kunnen ontlenen en als hun schade in totaal hoger is dan het verzekerd bedrag, dan wordt het verzekerd bedrag naar evenredigheid van hun schade verdeeld. Als de vergoeding van schade uit periodieke uitkeringen bestaat en als de waarde hiervan, met daarbij opgeteld eventuele andere uitkeringen, hoger is dan het verzekerd bedrag, dan wordt de duur of de hoogte van die uitkeringen naar evenredigheid verminderd.
BIJZONDERE VOORWAARDEN
rubriek ongevallen opzittenden
Deze voorwaarden zijn alleen van toepassing als uit het polisblad uitdrukkelijk blijkt dat voor deze rubriek dekking wordt verleend. Ze vormen één geheel met de algemene voorwaarden WMRW-17 van de motorverzekering.
Artikel 1 Aanvullende begripsomschrijvingen
1.1 Verzekerde
Uitsluitend de bestuurder en de passagiers als opzittende van de motor. Maar alleen als zij:
1.2.1 met toestemming van een daartoe bevoegd persoon op de motor zitten;
1.2.2 op of van de motor stappen;
1.2.3 na te zijn afgestapt:
1.2.3.1 tijdens de rit langs de weg een noodreparatie (helpen) uitvoeren of andere handelingen verrichten die op dat moment nodig zijn om weer veilig te kunnen rijden;
1.2.3.2 tijdens de rit langs de weg hulp verlenen aan andere weggebruikers;
1.2.3.3 bij een tankstation de motor van brandstof voorzien of versnaperingen aanschaffen of een sanitaire stop plegen.
1.2 Blijvende invaliditeit
Het rechtstreeks en zonder medewerking van andere oorzaken geheel of gedeeltelijk blijvend verlies of functieverlies van enig deel, vermogen of orgaan van het lichaam van de verzekerde, als gevolg van een ongeval.
1.3 Ongeval
1.3.1 Het gevolg van een geweld dat plotseling en onverwacht van buiten af op het lichaam inwerkt en dat rechtstreeks lichamelijk letsel veroorzaakt. De aard en de plaats van het letsel moeten wel geneeskundig zijn vast te stellen. Het geweld moet tijdens de geldigheidsduur van de verzekering plaatsvinden.
1.3.2 Als ongeval worden mede verstaan de volgende, in betrekkelijk korte tijd ontstane, letsels:
1.3.2.1 bevriezing, verbranding, verdrinking, verstikking, zonnesteek, blikseminslag en een andere elektrische ontlading;
1.3.2.2 het van buitenaf ongewild binnenkrijgen van stoffen of vreemde voorwerpen waardoor inwendig letsel wordt toegebracht;
1.3.2.3 acute vergiftiging, die niet is veroorzaakt door ziekteverwekkers of door het gebruik van geneesmiddelen, genotmiddelen, bedwelmende, verdovende of opwekkende middelen, tenzij op medisch voorschrift gebruikt in verband met het ongeval;
1.3.2.4 besmetting ten gevolge van een onvrijwillige val in enige vaste of vloeibare stof;
1.3.2.5 wondinfectie, bloedvergiftiging en andere ziekten ontstaan door het binnendringen van ziekteverwekkers ten gevolge van een door het ongeval ontstaan letsel;
1.3.2.6 zonnebrand, uitputting, verhongering en verdorsting als gevolg van het onvrijwillig geïsoleerd raken zoals door instorting, natuurramp, watersnood, schipbreuk, insneeuwing, invriezing en aardbeving;
1.3.2.7 verstuiking, ontwrichting, verrekking en scheuring van spieren, banden en pezen als gevolg van een eigen plotselinge krachtsinspanning;
1.3.2.8 complicaties en verergeringen als gevolg van verleende eerste hulp bij een ongeval of van (para)medische behandeling van door een ongeval veroorzaakt letsel.
Artikel 2 Begunstiging
De begunstigden in de zin van de polis zijn:
2.1 voor een uitkering op basis van de dekking voor overlijden (xxxxxxx X):
2.1.1 de echtgeno(o)t(e) van de verzekerde, de geregistreerde partner of degene met wie verzekerde duurzaam samenleeft. De verzekerde wordt geacht duurzaam samen te leven indien dit is vastgelegd in een samenlevingscontract of, bij het ontbreken hiervan, indien de samenleving met een persoon op het moment van overlijden minimaal 5 jaar onafgebroken heeft geduurd en zij gedurende die periode op een gemeenschappelijk adres waren ingeschreven in het bevolkingsregister;
2.1.2 de kinderen van de verzekerde;
2.1.3 de ouders van de verzekerde;
2.1.4 de wettelijke erfgenamen van de verzekerde, met uitzondering van de staat.
Later genoemde begunstigden komen eerst in aanmerking indien alle eerder genoemde begunstigden ontbreken, overleden zijn of de uitkering hebben geweigerd;
2.1.5 niemand als alle genoemde begunstigden ontbreken. Er vindt dan geen uitkering plaats.
2.2 voor de uitkering op basis van blijvende invaliditeit (rubriek B) de verzekerde zelf.
Artikel 3 Omschrijving van de dekking
3.1 Xxxxxxx bij overlijden (rubriek A)
Bij overlijden van de verzekerde door een ongeval, keert de verzekeraar het voor overlijden verzekerde bedrag uit. Op deze uitkering brengt de verzekeraar in mindering de bedragen die voor hetzelfde ongeval zijn uitgekeerd wegens blijvende invaliditeit (rubriek B). Als de uitkering wegens blijvende invaliditeit hoger is dan het voor overlijden verzekerde bedrag vindt geen terugvordering plaats.
3.2 Dekking bij blijvende invaliditeit (rubriek B)
3.2.1 Blijvende invaliditeit
In geval van blijvende invaliditeit van de verzekerde als rechtstreeks gevolg van een ongeval, wordt een uitkering verstrekt die overeenkomt met de mate van invaliditeit. De mate van blijvende invaliditeit wordt uitsluitend vastgesteld door middel van medisch onderzoek dat in Nederland is uitgevoerd. Voor de bepaling van de mate waarin de verzekerde blijvend invalide is, wordt de Gliedertaxe gehanteerd. Als de mate van blijvende invaliditeit niet is vast te stellen conform de Gliedertaxe dan worden maatstaven die vastgelegd zijn in de laatste uitgave van de Guides to the Evaluation of Permanent Impairment gehanteerd. Dit is een uitgave van de American Medical Association (A.M.A.). De richtlijnen die daarin staan, worden aangevuld met richtlijnen van de Nederlandse specialistenverenigingen.
Gliedertaxe
bij volledig (functie-)verlies van | uitkerings- percentage |
het hoofd: | |
beide ogen | 100 |
een oog | 70 |
het gehele gehoorvermogen | 60 |
het gehoorvermogen van een oor | 30 |
een oorschelp | 5 |
het spraakvermogen | 50 |
de reuk of smaak of de neus | 10 |
een natuurlijk blijvend gebitselement | 1 |
een inwendig orgaan: | |
de milt | 10 |
een nier | 20 |
een long | 30 |
een ledemaat: | |
beide armen of beide handen of beide benen | 100 |
beide voeten | 85 |
een arm of hand én een been of voet | 100 |
arm in het schoudergewricht | 80 |
arm in het ellebooggewricht | 75 |
hand in polsgewricht | 70 |
een duim | 25 |
een wijsvinger | 15 |
een middelvinger | 12 |
een van de overige vingers | 10 |
een been of een voet | 70 |
een grote teen | 10 |
een van de andere tenen | 5 |
de cervicale wervelkolom als gevolg van een whiplash syndroom | 5 |
3.2.2 Gedeeltelijk (functie)verlies
Bij blijvend gedeeltelijk (functie)verlies wordt een evenredig deel van de genoemde percentages vastgesteld.
In de gevallen van blijvende invaliditeit die hierboven niet genoemd zijn, is de uitkering afhankelijk van het percentage van het verzekerde bedrag dat evenredig is aan de mate van blijvende invaliditeit, zonder rekening te houden met het beroep van de verzekerde.
Bij het vaststellen van de mate van blijvende invaliditeit wordt geen rekening gehouden met psychische aandoeningen, van welke aard ook, tenzij die medisch aantoonbaar het rechtstreekse gevolg zijn van bij het ongeval ontstaan hersenletsel.
Bij een combinatie van letsels als gevolg van één en hetzelfde ongeval wordt het uitkeringspercentage vastgesteld door de invaliditeitspercentages van de verschillende letsels volgens de A.M.A.-richtlijnen te combineren.
3.2.3 Meerdere lichaamsdelen
Bij verlies of blijvende onbruikbaarheid van meerdere lichaamsdelen of organen worden de percentages opgeteld tot een maximum van 100%.
3.2.4 Maximale uitkering
Voor blijvende invaliditeit ontstaan door één of meerdere ongevallen worden de percentages blijvende invaliditeit opgeteld tot een maximum van 100%.
3.2.5 Bestaande invaliditeit
Als een bestaande blijvende invaliditeit door een ongeval wordt verergerd dan wordt de uitkering verleend op grond van het verschil tussen de mate van blijvende invaliditeit voor en na het ongeval.
3.2.6 Eerder overlijden ten gevolge van een ongeval.
Mocht de gewond geraakte verzekerde voor het vaststellen van de invaliditeit als gevolg van het ongeval zijn overleden, dan is geen uitkering verschuldigd voor blijvende invaliditeit.
3.2.7 Moment van vaststellen blijvende invaliditeit
De mate van blijvende invaliditeit wordt vastgesteld zodra een onveranderlijke toestand is aangebroken, maar in ieder geval 2 jaar na de datum van het ongeval. De hoogte van de uitkering wordt bepaald volgens de op grond van medische rapporten te verwachten definitieve graad van invaliditeit. Deze termijn van 2 jaar kan naar keuze van de verzekerde worden verlengd tot 3 jaar, wat de verzekerde uiterlijk 30 dagen voor het verstrijken van de termijn van 2 jaar schriftelijk aan de verzekeraar dient te berichten.
3.2.8 Vergoeding rente
Indien binnen 1 jaar na de datum van het ongeval nog geen blijvende invaliditeit is vastgesteld vergoedt de verzekeraar de wettelijke rente over de uitkering verminderd met de eventuele voorschotuitkeringen. Deze rente wordt berekend vanaf de 366e dag na de datum van het ongeval. De rente wordt gelijktijdig uitgekeerd met de uitkering wegens blijvende invaliditeit uit. Geen recht op wettelijke rente bestaat indien de verzekerde kiest voor verlenging van de termijn omschreven in artikel 3.2.7 gerekend vanaf de 731e dag na het ongeval.
Artikel 4 Beperking van de uitkering
4.1 Als op het moment van het ongeval het aantal verzekerden – dus bestuurder plus de passagiers – groter is dan het wettelijk toegestane aantal personen dat een zitplaats kan innemen, worden de verzekerde bedragen per verzekerde verlaagd volgens de verhouding: aantal toegestane personen gedeeld door het aantal verzekerden.
4.3 Wanneer verzekerde ten tijde van een ongeval geen veiligheidsgordel om had, terwijl dit van overheidswege verplicht was, worden de verzekerde bedragen voor overlijden en blijvende invaliditeit verminderd met 25%.
Artikel 5 Aanvullende uitsluitingen (zie ook artikel 8 van de algemene voorwaarden)
5.1 De verzekering biedt geen dekking voor ongevallen die zijn ontstaan als gevolg van een ziekelijke toestand of als gevolg van lichamelijke of geestelijke afwijkingen van de verzekerde.
Deze uitsluiting geldt niet als deze omstandigheden een gevolg zijn van een ongeval waarvoor de verzekeraar op grond van deze verzekering een uitkering verschuldigd was of is.
5.2 Daarnaast vervalt het recht op vergoeding:
5.2.1 als de verzekerde of in geval van zijn overlijden de begunstigde, een van de verplichtingen die zijn vermeld in deze voorwaarden niet is nagekomen en de verzekeraar daardoor in een redelijk belang heeft geschaad;
5.2.2 als het ongeval niet binnen 3 jaar na datum bij de verzekeraar is gemeld.
Artikel 6 Aanvullende verplichtingen bij schade
Naast de algemene verplichtingen gelden ook onderstaande verplichtingen:
6.1 de verzekerde is verplicht een ongeval binnen 3 maanden aan de verzekeraar te melden. Als de verzekerde later melding doet, dan moet hij aantonen dat de invaliditeit het gevolg van een ongeval is;
6.2 verder is de verzekerde verplicht:
6.2.1 zich direct geneeskundig te laten behandelen en al het mogelijke te doen om het herstel te bevorderen;
6.2.2 de medewerking te verlenen die de verzekeraar verlangt, zoals het zich laten onderzoeken door een arts die de verzekeraar aanwijst;
6.2.3 alle gegevens te verstrekken die van belang zijn en de verzekeraar te machtigen bij derden inlichtingen in te winnen;
6.2.4 de verzekeraar toestemming te vragen om naar het buitenland te mogen gaan;
6.2.5 de verzekeraar onmiddellijk op de hoogte te stellen van zijn geheel of gedeeltelijk herstel;
6.3 overlijdt de verzekerde door een ongeval dan is de verzekeringnemer of de begunstigde verplicht dit ten minste 48 uur voor de begrafenis of de crematie te melden aan de verzekeraar;
6.4 de begunstigde is verplicht zijn toestemming of medewerking te verlenen tot alle maatregelen, die nodig zijn voor het vaststellen van de doodsoorzaak.
Artikel 7 Medische geschillen
7.1 Het beslechten van geschillen van medische aard en alle geschillen over de omvang van de uitkering geschiedt door arbitrage.
7.2 De arbitrage geschied door 2 medisch deskundigen, waarvan de verzekerde en de verzekeraar elk er 1 aanwijzen. Voordat ze met hun werkzaamheden beginnen moeten zij een derde medisch deskundige benoemen. Als de 2 eerste deskundigen niet tot overeenstemming kunnen komen, stelt de derde deskundige de schade vast. Deze derde deskundige blijft daarbij binnen de grenzen van de beide eerdere uitkomsten. Zijn vaststelling is bindend, zowel voor de verzekerde als voor de verzekeraar. De aan de arbitrage verbonden kosten komen voor rekening van de verzekeraar.