Beheersovereenkomst 2018 – 2021 tussen
Beheersovereenkomst 2018 – 2021 tussen
de Vlaamse Gemeenschap en
het Vlaams Audiovisueel Fonds vzw betreffende het VAF/Mediafonds
TUSSEN
De Vlaamse Gemeenschap, vertegenwoordigd door haar Regering in de persoon van de xxxx Xxxx Xxxx, Vlaams minister van Cultuur, Media, Jeugd en Brussel, hierna de minister van Media genoemd, wiens kabinet gevestigd is te 0000 Xxxxxxx, Xxxxxxxxxx 00 bus 5
enerzijds
EN
Het Vlaams Audiovisueel Fonds vzw, hierna het VAF genoemd, met zetel in het Huis van de Vlaamse Film, te 1000 Xxxxxxx, Xxxxxxxxxxxxxxxxx 00, vertegenwoordigd door de xxxx Xxxxxx Xxxxxxxxxx, voorzitter van de Raad van Bestuur, de xxxx Xxxxxx Xxxxxx, directeur-intendant, en xxxxxxx Xxxxxxx Xxxxxxxxxxx, zakelijk leider,
anderzijds
wordt overeengekomen wat volgt:
Artikel 1. Algemene bepalingen en doelstellingen
1.1. Algemeen
Het VAF heeft tot doel om binnen de Vlaamse Gemeenschap op geïntegreerde, autonome wijze de onafhankelijke audiovisuele productie en auteurscreatie te stimuleren.
Het VAF bestendigt en verhoogt op lange termijn de dynamiek van de onafhankelijke audiovisuele creatie- en productiesector, draagt bij tot zijn professionalisering, helpt de band met het publiek vergroten, en geeft originele en nieuwe creaties kansen.
Met zijn ondersteuningsbeleid draagt het VAF bij tot een gezond ecosysteem in de Vlaamse audiovisuele sector, zorgt het voor diversiteit, kwaliteit en volume in het content aanbod, stimulansen voor Vlaams creatief en productioneel talent en internationale uitstraling, met een bijkomend gunstig effect op de jobcreatie, investeringen en omzet in de Vlaamse audiovisuele sector.
Met deze beheersovereenkomst wordt de uitvoering van de taken van het VAF/Mediafonds aan de vzw VAF toevertrouwd.
1.2. Strategische doelstellingen (SD) op het vlak van talentontwikkeling, creatie en promotie
De Vlaamse omroeporganisaties en het VAF zijn natuurlijke partners in de ontwikkeling en bestendiging van een sterke en vooruitstrevende Vlaamse onafhankelijke audiovisuele creatiesector. Het VAF en de omroeporganisaties kunnen samen bijdragen tot een hechtere band tussen de lokale creatiesector en de brede maatschappelijke omgeving, en aldus meebouwen aan de culturele identiteit, diversiteit en rijkdom van Vlaanderen. Het VAF/Mediafonds heeft een belangrijke scharnierfunctie in de samenwerking tussen de Vlaamse omroeporganisaties en de Vlaamse onafhankelijke sector (SD1).
Het VAF/Mediafonds en de omroeporganisaties zorgen er samen voor dat het publiek in aanraking komt met kwaliteitscontent van Vlaamse bodem (SD2).
Met de in deze beheersovereenkomst in artikel 10 gedefinieerde middelen verleent het VAF/Mediafonds financiële steun voor de creatie van tv-reeksen, met name fictiereeksen, animatiereeksen en documentairereeksen en van hiermee verwante projecten, zoals verder omschreven onder de noemer ‘Innovatielab’.
Het betreft projecten die tot stand komen in coproductie tussen onafhankelijke producenten en de openbare en/of de erkende en/of aangemelde Vlaamse televisieomroeporganisaties (hierna ‘omroeporganisaties’).
Concreet helpt VAF/Mediafonds deze projecten tot stand komen door het bieden van financiële ondersteuning voor het initiëren, creëren (schrijven, regisseren, …) en produceren van kwalitatieve tv- reeksen, die niet tot het doorsnee zenderaanbod behoren en van een hoogwaardig creatief gehalte zijn. Het betreft projecten die niet of moeizaam tot stand kunnen komen binnen de huidige middelen van de omroepen. Verder is ook de originaliteit van projecten een belangrijk criterium voor ondersteuning en is de vernieuwing in het aanbod van reeksen een belangrijke doelstelling van het VAF/Mediafonds. Gevolg hiervan is ook dat remakes niet, en vervolgreeksen slechts in beperkte mate in aanmerking komen voor ondersteuning binnen het VAF/Mediafonds.
Om de kansen en zichtbaarheid van Vlaamse fictiereeksen op internationaal niveau te vergroten, zal het VAF/Mediafonds o.m. inzetten op grote en kwaliteitsvolle projecten, de zogenaamde ‘high end’-reeksen, en de mogelijkheid voorzien om deze intensiever op te volgen en met hogere bedragen te ondersteunen.
Het VAF/Mediafonds streeft daarnaast naar diversiteit en zal daarom ook aandacht besteden aan meer experimentele, eigenzinnige en kinderreeksen. Hiervoor worden verschillende sporen met aangepaste criteria voorzien. De steun zal in functie van deze sporen worden bepaald:
- Met de steun aan ‘high end’ reeksen speelt het VAF/Mediafonds zijn rol als hefboom voor internationale kwaliteit, uitstraling en export.
- Met de steun aan reeksen in essentie gericht op de interne markt steunt het VAF/Mediafonds lokale content met een hoog binnenlands bereik.
- Met de steun aan meer eigenzinnige en experimentele reeksen stimuleert het VAF/Mediafonds innovatie en durf. Beide reeksen (en zeker experimentele reeksen) zijn eerder low-budget.
- Met steun aan kinderreeksen stimuleert het VAF/Mediafonds een kwalitatief en divers aanbod voor het jonge publiek.
Daarnaast krijgt de documentaire extra aandacht en wordt ook innovatie en experiment (SD3) van het aanbod gestimuleerd door de opstart van een innovatielab, waarbinnen projecten worden ondersteund die niet per definitie op televisie worden uitgezonden maar in de eerste plaats een online exploitatie hebben, zoals bijvoorbeeld webseries en crossmediale audiovisuele afgeleiden van tv-reeksen.
Het VAF/Mediafonds zal de ingediende projecten steeds op basis van een kwalitatieve toetsing beoordelen, rekening houdend met zijn algemene doelstellingen. Er wordt daarbij geen pariteit tussen de omroeporganisaties nagestreefd bij de selectie van de projecten. De criteria voor de beoordeling zijn beschreven in een publiek toegankelijke prioriteitennota ten behoeve van de aanvragers en de beoordelingscommissies.
Het VAF/Mediafonds zal de geselecteerde aanvraagdossiers nauwgezet opvolgen en – waar nodig - begeleiden, doorheen geheel het proces van totstandkoming: vanaf de initiëring en ontwikkeling van een project tot en met de voltooiing van de reeks.
Het VAF/Mediafonds zal actief inzetten op talent scouting en het versterken van het artistiek en productioneel talent van makers en producenten (SD4). Het zal daarom een werking uitbouwen rond talentontwikkeling en zich hierbij focussen op coachings- en creatieve/inhoudelijke opleidingen voor makers en producenten binnen de creatiecategorieën die het steunt. Hiermee zal het complementair werken met Mediacademie, dat focust op technische opleidingen, conform de richtlijnen van de minister van Media.
Het VAF/Mediafonds zal extra aandacht besteden aan de internationale begeleiding van high end projecten met internationale ambitie, met als prioriteit storytelling en scenarioschriftuur.
Het streven is om met bepaalde Vlaamse reeksen op internationaal niveau (SD5) te kunnen concurreren, waardoor niet enkel de zichtbaarheid van Vlaams talent, maar ook het imago van Vlaanderen als creatieve regio en de kans op terugverdieneffecten wordt vergroot.
Het VAF/Mediafonds zal waar nodig de producent van geselecteerde reeksen advies verlenen over de internationale promotie van de reeks en wijzen op het belang van exploitatie en commercialisering van de diverse windows, waarbij het online-gegeven steeds aan belang wint.
Verder zal het VAF/Mediafonds zelf initiatieven nemen om de internationale promotie van Vlaamse televisiereeksen te bevorderen en de makers en producenten van deze reeksen de mogelijkheid te bieden om via beurzen aanwezig te zijn op het internationale forum.
Principieel moeten producties die door het VAF/Mediafonds worden gesteund, gratis toegankelijk zijn voor de gehele bevolking. Dit wordt verder gespecificeerd in artikel 2.1. van de bijlage.
Het VAF/Mediafonds doet aan kennisopbouw (SD 6) m.b.t. het Vlaamse audiovisuele landschap, met het accent op financiering en return on investment van reeksen.
Het VAF/Mediafonds kan ondersteuning verlenen aan beroepsorganisaties in het Vlaamse landsgedeelte.
Artikel 2. Operationele doelstellingen, verdeeld over Domeinen.
De strategische doelstellingen (SD), zoals omschreven in Artikel 1, en geconcretiseerd in operationele doelstellingen (OD) in huidig Artikel, kunnen als volgt worden samengevat:
SD1: scharnierfunctie opnemen in de samenwerking tussen de omroeporganisaties en de onafhankelijke sector
SD2: Stimuleren en ondersteunen van kwalitatieve audiovisuele Vlaamse creaties
SD3: Stimuleren van innovatie en experiment
SD4: Stimuleren en ondersteunen van professioneel artistiek en creatief Vlaams talent
SD5: Stimuleren en ondersteunen van internationalisering
SD6: Vergaren en ter beschikking stellen van kennis en data over en voor de Vlaamse audiovisuele sector
Deze strategische doelstellingen (SD) worden gerealiseerd in 4 domeinen, waarbinnen de operationele doelstellingen (OD) worden geformuleerd:
- Talentontwikkeling
- Kennisopbouw
- Steun aan creatie
- Promotie en Communicatie
Omwille van de geïntegreerde opdracht en werking van het VAF, worden de strategische doelstellingen vaak vanuit verschillende acties tegelijk nagestreefd of gerealiseerd. Dit verklaart waarom één operationele doelstelling vaak gekoppeld wordt aan meerdere strategische doelstellingen.
Bij de operationele doelstellingen worden indicatoren vermeld die meegenomen worden bij de evaluaties van de werking. Deze indicatoren zijn richtinggevend en niet allesomvattend.
2.1. Domein: Talentontwikkeling (SD2, SD3, SD4, SD5)
De vormingsopdracht van het VAF is gericht op ad hoc, voortgezette opleiding van professionals en niet op het voorzien van langere basisopleidingen zoals ze worden ingericht in het regulier onderwijs (b.v. filmscholen) of vergelijkbare circuits (b.v. Syntra). De werkzaamheden hierrond worden grotendeels samen met die voor het VAF/Filmfonds georganiseerd.
- OD1: Om talent te ontdekken, te begeleiden, te vormen en doorgroeikansen te bieden, om te experimenteren met nieuwe vormen en om de professionele en artistieke vernieuwing te stimuleren, zal het VAF campussen (infosessies, seminaries, workshops, korte opleidingen) inrichten of externe initiatieven hosten. Afhankelijk van de concrete doelstellingen en behoeften van de verschillende activiteiten, zal internationale en lokale samenwerking met andere partners worden gezocht. (SD2, SD3, SD4, SD5)
Indicatoren:
• het VAF organiseert minstens 4 VAF-Campussen per jaar, waarvan enkele recurrent en enkele afhankelijk van specifieke noden en opportuniteiten.
• Het VAF is actief betrokken in minstens 2 internationale partnerschappen, waarvan minstens 1 gericht is op scenario-ontwikkeling.
• Het VAF (co)organiseert minstens 1 keer om de twee jaar een initiatief dat gericht is op de documentaire sector.
• Het VAF (co)organiseert minstens 1 keer om de 2 jaar een initiatief dat is gericht op innovatie en experiment. Voor dit initiatief wordt samengewerkt tussen het VAF/Mediafonds, het VAF/Filmfonds en het VAF/Gamefonds.
- OD2: Er wordt sterk ingezet op talent scouting en talent coaching. (SD2, SD3)
Indicator:
• het VAF/Mediafonds organiseert minstens 1 scenario-atelier per jaar, dat specifiek gericht is op de ontwikkeling van nieuwe tv-reeksen.
- OD3: Het VAF/Mediafonds verleent aan Vlaamse professionals studie- en werkbeurzen voor voortgezette opleidingen in binnen- en buitenland. (SD2, SD3, SD4, SD5)
Indicatoren:
• het VAF reikt jaarlijks beurzen uit voor deelname aan hoogwaardige opleidingen in het binnen – en buitenland.
- OD4: Het VAF zal externe opleidingsinitiatieven financieel steunen en/of hiermee partnerschappen aangaan. Om de professionalisering en de internationale positionering van Vlaamse scenaristen, producenten, regisseurs en projecten te stimuleren, zal het VAF ook partnerschappen aangaan met internationale opleidingsprogramma’s en/of coproductie- initiatieven. Samenwerkingen houden steeds verband met de domeinen waarin het VAF werkzaam is. (SD2, SD3, SD4, SD5
Indicatoren:
• het VAF organiseert minstens 4 VAF-Campussen per jaar, waarvan enkele recurrent en enkele afhankelijk van specifieke noden en opportuniteiten.
• Het VAF is actief betrokken in minstens 2 internationale partnerschappen.
- OD5: In het kader van talentontwikkeling ligt een sterke focus op de ontwikkeling van skills en inzichten m.b.t. de schriftuur van scenario’s. Hiervoor wordt o.a. een beroep gedaan op internationale expertise. (SD2, SD3, SD4, SD5)
Indicatoren:
• het VAF organiseert minstens 1 scenario-atelier per jaar, waarbij minstens 3 getalenteerde debutanten worden begeleid.
• het VAF reikt jaarlijks beurzen uit voor deelname aan hoogwaardige scenario-opleidingen in het buitenland.
• het VAF is actief betrokken in minstens 2 internationale partnerschappen, waarvan minstens 1 gericht is op scenario-ontwikkeling.
- OD6: Het VAF zal in het kader van zijn vormingsopdracht overleg plegen met de Mediacademie. VAF en Mediacademie leggen een duidelijke taakverdeling vast. Hierbij kan volgend principe gevolgd worden: VAF/Mediafonds staat in voor artistieke, inhoudelijke en productionele (d.w.z. scenario, regie en productie) vormingen die aansluiten bij de steun die het toekent in het domein Creatie (animatie, documentaire, fictie en innovatielab). (SD2, SD3)
Indicatoren:
• het VAF pleegt minstens eenmaal per jaar overleg met de Mediacademie en Mediadesk Vlaanderen.
• De opdracht van beide organisaties wordt duidelijk afgebakend aan de hand van een afsprakennota tussen beide spelers
- OD7: Het VAF onderzoekt samenwerkingsmogelijkheden met de omroeporganisaties m.b.t. talent scouting en talent coaching. (SD1, SD2)
Indicator:
• Het VAF pleegt minstens eenmaal om de drie jaar overleg met de omroeporganisaties.
Zie bijlage voor de principes betreffende de procedures, regels en voorwaarden om voor steun door het VAF/Mediafonds in aanmerking te komen.
2.2. Domein: Kennisopbouw (SD 6)
- OD8: Het VAF ontwikkelt verder zijn activiteiten rond databeheer, -verzameling en –analyse.
(SD6)
Indicatoren:
• Het VAF bouwt een CRM (Customer Relationship Management) uit waarin naast data gelinkt aan steunaanvragen ook gegevens m.b.t. exploitatie worden bijgehouden.
• Het VAF pleegt hierover overleg met het Departement CJM
2.3. Domein: steun aan creatie (SD1, SD2, SD3, SD4, SD5)
2.3.1. OD9: Financiële steun aan derden (SD1, SD2, SD3, SD4)
Hiermee wordt bedoeld: het verstrekken van financiële tegemoetkomingen voor de totstandkoming van audiovisuele (majoritair en minoritair Vlaamse) creaties.
Concreet verbindt het VAF zich ertoe om financiële steun te verlenen aan de creatie van volgende categorieën: animatiereeksen, documentairereeksen en fictiereeksen voor televisie, evenals innovatieve projecten binnen dezelfde categorieën zoals b.v. webseries en crossmediale audiovisuele toepassingen.
Het betreft projecten die tot stand komen in coproductie tussen onafhankelijke producenten en de openbare en/of de erkende en/of aangemelde Vlaamse omroeporganisaties.
In overleg met de minister van Media kan beslist worden om deze categorieën uit te breiden, om in te spelen op actuele tendensen en behoeften van de Vlaamse audiovisuele sector.
De steun kan verleend worden in elke fase van het project: scenario, ontwikkeling en productie.
Komen niet voor ondersteuning door het VAF/Mediafonds in aanmerking: tv-formats, spelprogramma’s, reclame- en bedrijfsfilms, videoclips, opdrachtfilms besteld door een overheid, projecten gerealiseerd in het kader van het onderwijs, projecten met een uitsluitend educatief doeleinde, en porno- en (s)exploitation-reeksen. Ook audiocreatie komt niet in aanmerking. Het VAF/Mediafonds kan, na goedkeuring van de bevoegde minister, deze lijst in zijn Reglement vervolledigen.
De financiële steun aan creatie in het kader van het VAF/Mediafonds neemt de vorm aan van selectieve steun. Met ‘selectieve steun’ wordt bedoeld: steun die wordt toegekend na een selectieprocedure via een beoordelingscommissie of een jury.
De belangrijkste procedures, regels en voorwaarden om steun te kunnen genieten worden bepaald in de bijlage aan deze overeenkomst. Deze bijlage kan jaarlijks, na akkoord van de minister van Media, het voorwerp van herziening uitmaken.
Naast de reguliere ondersteuningsprocedure voor specifieke audiovisuele creaties, zoals omschreven in de bijlage aan deze overeenkomst en meer gedetailleerd in het Reglement, kan het VAF/Filmfonds ook andere initiatieven lanceren met het oog op de ondersteuning van de audiovisuele creatie (b.v. wedstrijden, pitchingsessies, specifieke samenwerkingen met andere partners waaronder het VAF/Mediafonds en VAF/Gamefonds, …).
Indicatoren:
• Het VAF/Mediafonds belegt jaarlijks voor iedere categorie minstens 2 indieningsrondes.
• Het VAF/Mediafonds stelt deskundigen aan per categorie, die de steunaanvragen beoordelen, en streeft hierbij naar evenwichten op het vlak van competenties, gender, leeftijd en culturele achtergronden.
• Waar nodig en mogelijk worden ook buitenlandse deskundigen bij de beoordeling van aanvragen betrokken.
• Het VAF/Mediafonds creëert een nieuwe categorie – Innovatielab – voor het stimuleren en financieren van innovatieve en experimentele projecten.
2.3.2. OD10: Begeleiding (SD2, SD3, SD4, SD5 -)
De steun aan creatie kan ook de vorm aannemen van coaching: de begeleiding van en advisering over Vlaamse audiovisuele creatieprojecten, in eigen beheer of door derden.
Indicator:
• Het VAF stelt coaches aan, hetzij voor de begeleiding van jong of debuterend talent met een potentieel interessant project, hetzij voor meer ervaren makers/producenten, waar nodig. De binnen- of buitenlandse coach wordt gezocht in functie van de noden van de maker/producent en het project, en wordt in samenspraak tussen VAF en de maker/producent aangeduid.
2.4. Domein Promotie en Communicatie (SD2, SD5)
2.4.1. Promotie
2.4.1.1. Globale promotie ter ondersteuning van de sector
Het VAF heeft de opdracht om, via zijn afdeling Flanders Image, (voornamelijk) buitenlandse promotie van (in principe) door het VAF ondersteunde audiovisuele creaties te organiseren.
In het kader van deze globale promotie zal de sector ondersteund worden voor o.a.:
- OD11: De aanwezigheid op festivals en beurzen die een focus hebben op tv-reeksen (o.a. door zichtbaarheid te genereren voor onze creaties en makers). (SD4)
Indicatoren:
• Het VAF is jaarlijks minstens op 1 belangrijk internationaal festival of internationale beurs per genre actief aanwezig.
• Het VAF is jaarlijks minstens op 1 toonaangevend internationaal documentaire-festival of internationale beurs actief aanwezig.
- OD12: Het netwerken en lobbyen bij internationale festivalcuratoren, aan- en verkopers, talent agents. Dit houdt ook een bezoekersprogramma in, waarbij buitenlandse partijen naar Vlaanderen worden gehaald en in contact worden gebracht met Vlaamse audiovisuele creaties en makers. (SD2, SD3, SD5)
Indicatoren:
• Het VAF organiseert jaarlijks of tweejaarlijks een toonaangevend eigen initiatief waarbij belangrijke buitenlandse distributeurs, sales agents, curatoren, commissioning editors, … met het Vlaams talent en hun werk in aanraking wordt gebracht.
• Het VAF onderhoudt heel het jaar door contacten met belangrijke internationale spelers die de Vlaamse audiovisuele creaties internationaal op de kaart kunnen zetten. Hierbij worden ook de banden met gespecialiseerde spelers m.b.t. documentaire content aangehaald.
- OD13: Het adviseren en begeleiden bij promotie en het in de markt zetten van talent en creaties. Hierbij wordt de digitale exploitatie (SVOD, VOD, enz.) steeds crucialer. (SD1, SD2, SD3, SD4, SD5)
Indicator:
• Het VAF heeft met iedere ontvanger van majoritair Vlaamse productiesteun een gesprek over de plaatsing in de markt van het project in kwestie.
- OD14: Het informeren van xxxxxxxxxxxxxx in binnen- en buitenland, via o.a. de publicaties, website en sociale media. (SD2, SD4, SD5)
Indicatoren:
• Het VAF beschikt over een Engelstalige website die gericht is op buitenlandse geïnteresseerden.
• Het VAF zet actief alle media in om professionelen te informeren: de eigen website, de Flanders Image-website, sociale media, …
- OD15: De inventarisatie en archivering van audiovisuele creaties. (SD2, SD3)
Indicatoren:
• Het VAF werkt samen met Cinematek om ervoor te zorgen dat alle majoritair door het VAF gesteunde creaties in optimale omstandigheden worden bewaard.
• Het VAF inventariseert alle majoritair door het VAF gesteunde creaties via de website van Flanders Image.
- OD16: Het voorzien van digitale tools om de promotie van de Vlaamse audiovisuele creatie te faciliteren, b.v. een digitaal platform voor het ‘beschermd’ vertonen van creaties, ... (SD5)
Indicator:
• Het VAF stelt zijn digitale tool Xxxxxxxx.xx ter beschikking van curatoren en potentiële kopers in het buitenland.
2.4.1.2. Financiële steun aan derden
OD17: Flanders Image steunt promotionele activiteiten rond concrete audiovisuele producties in het buitenland met: (SD2, SD3, SD4, SD5)
- Promotiepremies voor audiovisuele creaties
- Tussenkomsten in reiskosten van makers en producenten van audiovisuele creaties
Indicator:
• Het VAF publiceert een transparant set aan criteria waaraan men moet voldoen om deze steun, gericht op buitenlandse promotie, te krijgen.
Zie bijlage voor de principes betreffende de procedures, regels en voorwaarden om voor steun door het VAF/Mediafonds in aanmerking te komen.
2.4.2. Communicatie
OD18: Via Flanders Image communiceert het Fonds op regelmatige basis met de sector, de media en het publiek. (SD2, SD5)
Indicator:
De communicatiemiddelen die hiervoor kunnen worden ingezet omvatten:
• Persberichten
• Elektronische nieuwsbrieven
• Gedrukte publicaties
• Websites
• Sociale media
Artikel 3. Xxxxxx, dagelijkse leiding en werking
De Raad van Bestuur, aangesteld door de Algemene Vergadering, draagt de eindverantwoordelijkheid met betrekking tot het VAF/Mediafonds. De dagelijkse leiding van het VAF/Mediafonds wordt toevertrouwd aan het Dagelijks Bestuur, dat bestaat uit de directeur-intendant en de zakelijk leider. De directeur-intendant heeft de finale leiding. Het Dagelijks Bestuur rapporteert aan de Raad van Bestuur. De bevoegdheden van de Raad van Bestuur en het Dagelijks Bestuur staan beschreven in het Huishoudelijk Reglement.
Alle beslissingen over steunaanvragen, ingediend bij het VAF/Mediafonds, worden genomen door de Raad van Bestuur.
Het Dagelijks Bestuur laat zich bij het uitvoeren van zijn taken op artistiek en zakelijk vlak bijstaan door een team van vaste medewerkers, evenals door externe deskundigen die het zal aanstellen in functie van de noden die zich stellen en zoals voorzien de bijlage aan deze overeenkomst. De Raad van Bestuur bepaalt het aantal personeelsleden, de kwalificaties waaraan zij moeten voldoen, de modaliteiten van hun aanstelling, tewerkstelling en ontslag.
Het Dagelijks Bestuur staat eveneens in voor de controle van het personeel.
De bestuurders, de personeelsleden en de leden van de beoordelingscommissies zijn gehouden aan een integriteitsverbintenis.
Het VAF past de krachtlijnen toe van het decreet Deugdelijk Bestuur in de Vlaamse publieke sector.
Artikel 4. Werkomstandigheden in de sector
In de contracten tussen het VAF en aanvragers die steun genieten via het VAF/Mediafonds, zal worden voorzien dat de afspraken van PC 227 (paritair comité voor de audiovisuele sector) dienen gerespecteerd te worden.
Artikel 5. Meerjarig beleidsplan
Het VAF is ertoe gehouden bij aanvang van de beheersovereenkomst aan de minister(s) van Cultuur en Media een meerjarig beleidsplan voor te leggen waarin het zijn plannen voor de betreffende periode toelicht. Dit meerjarig beleidsplan is onder andere gebaseerd op de strategische en operationele doelstellingen zoals bepaald in deze beheersovereenkomst en omvat het VAF/Filmfonds, VAF/Mediafonds en VAF/Gamefonds.
Wanneer er zich tijdens de looptijd van dit beleidsplan belangrijke afwijkingen, verschuivingen of wijzigingen voordoen m.b.t. die beleidsplan, worden de minister en het Departement Cultuur, Jeugd en Media hiervan op de hoogte gesteld.
Artikel 6. Samenwerking en dialoog met overheidsactoren
Het VAF belegt minstens eenmaal per jaar een structureel overleg met het Departement Cultuur, Jeugd en Media (CJM) en het bevoegde kabinet. Daarnaast wordt ook overlegd telkens wanneer de noodzaak zich stelt.
Er wordt ook gestreefd, waar nuttig, naar overleg en/of samenwerking met andere partners, zoals de televisieomroeporganisaties van de Vlaamse Gemeenschap of aangemeld bij de VRM of erkend door de Vlaamse Regering, met de Franse Gemeenschap, met gelijkaardige buitenlandse organisaties (zoals de Nederlandse fondsen), de Creative Europe MEDIA desk Vlaanderen, het Kunstenpunt, Flanders DC, imec, Wallimage, Xxxxxx.Xxxxxxxx Fund, de Mediacademie, het Fonds Xxxxxx Xxxxxxx, VIAA, de Europese structuren, het filmonderwijs, filmfestivals, internationale opleidingsinitiatieven, Cinematek, CultuurNet, Cultuurloket, PMV, evenals met andere actoren van de Vlaamse audiovisuele sector en de ruimere culturele sector.
Op het vlak van grensoverschrijdende samenwerking zijn Nederland en de Franse Gemeenschap van België geprivilegieerde partners.
Artikel 7. Dialoog met de sector
Het VAF maakt, met betrekking tot het voorwerp van deze beheerovereenkomst, via bestendige communicatie met de sector en het publiek (o.a. via een website), zijn functie en de mogelijkheden om op zijn tussenkomst een beroep te doen, bekend.
Het VAF zal in kader van het VAF/Mediafonds minstens één keer per jaar een overlegcomité bij elkaar brengen bestaande uit een afvaardiging van de sector en de betrokken omroeporganisaties. Het VAF kan ook derden bij dit overleg betrekken.
Het VAF zal minstens eenmaal om de drie jaar de Vlaamse omroeporganisaties de mogelijkheid bieden om het profiel van hun omroep aan de beoordelingscommissies voor te stellen.
Het VAF zal jaarlijks tijdens een publieke presentatie zijn jaarverslag m.b.t. het VAF/Mediafonds over het voorbije jaar voor de sector toelichten.
Het VAF telt binnen de leden van zijn Algemene Vergadering o.a. personen uit de creatiecategorieën animatie, documentaire en fictie.
Met het oog op een betere organisatie, verzameling en aanlevering van data, en om kennisuitwisseling te bevorderen, zal het VAF steun verlenen aan beroepsorganisaties, voor zover deze rechtspersoonlijkheid hebben, representatief zijn, zich richten tot scenaristen, regisseurs, producenten of acteurs in de Vlaamse Gemeenschap, en actief zijn in de categorieën die voor ondersteuning door het
VAF/Mediafonds in aanmerking komen. Het VAF kan bijkomende voorwaarden formuleren om voor deze steun in aanmerking te komen. Deze steun is onderworpen aan de de minimis verordening van de Europese Commissie (ref. V° 1998/2006) en eventuele vervolgverordeningen op deze regelgeving.
Artikel 8. Maatschappelijke meerwaarde
Als overheidsspeler heeft het VAF oog voor de maatschappelijke meerwaarde van zijn eigen acties en van de projecten en initiatieven die het ondersteunt.
8.1. Duurzaamheid
Het VAF speelt een proactieve rol in het duurzamer maken van de audiovisuele sector door middel van begeleiding, het ter beschikking stellen van instrumenten voor het meten van de ecologische voetafdruk van producties, het vormen van professionals (en aankomende professionals) in deze materie en het internationaal uitwisselen van best practices. Deze activiteit strekt zich uit over alle relevante domeinen waarin het VAF actief is.
8.2. Culturele diversiteit
Het VAF zal zich inspannen voor het bereiken van een cultureel diverse doelgroep, het creëren van een cultureel divers aanbod en/of het betrekken van personen van een etnisch-cultureel diverse origine bij zijn werking.
8.3. Participatiebeleid
Het VAF zal zich inspannen om ook zwakkere groepen in de samenleving te bereiken.
Het VAF zal waar technisch mogelijk verplichtingen opleggen aan aanvragers voor wat betreft het toegankelijk maken van Nederlandstalige audiovisuele creaties voor slechtzienden en slechthorenden, via respectievelijk audiodescriptie en ondertiteling.
Het VAF zal zich inspannen om, waar mogelijk, mee te werken aan de acties die vervat zitten in het Vlaams Actieplan Armoedebestrijding en die betrekking hebben op hun doelstellingen. Zo zal er waar nodig overleg gepland worden met het Vlaams Netwerk tegen Armoede en andere relevante stakeholders zoals vormingsinstellingen.
8.4. Gendergelijkheid
Het VAF zal oog hebben voor de gelijkheid tussen mannen en vrouwen.
Zo zal het zich inspannen voor een gezonde genderverhouding bij de samenstelling van commissies en jury’s en binnen de eigen werking.
8.5.Suicidepreventie
Het VAF zal aanvragers van fictieprojecten waarin het thema zelfmoord aan bod komt, doorverwijzen naar de organisatie ‘Verder, nabestaanden na zelfdoding’, die advies kan verlenen over deze problematiek en suggesties kan verlenen i.v.m. de aanpak ervan in audiovisuele creaties. Met het oog op de artistieke vrijheid van de makers, zijn deze adviezen en suggesties evenwel niet bindend.
Artikel 9. Communicatieve return
Bij elke eigen mededeling, verklaring of publicatie van het VAF, ongeacht de drager, in verband met de activiteiten in het kader van deze beheersovereenkomst, mag het VAF de eigen huisstijl gebruiken maar moet het melding maken van de financiële steun van de Vlaamse Gemeenschap. Tevens moeten de voorgeschreven standaard-logo's van de Vlaamse overheid worden opgenomen. Deze zijn samen met de nodige technische gegevens daaromtrent op eenvoudig verzoek verkrijgbaar bij het Departement CJM.
Artikel 10. Dotatie verleend aan het VAF door de Vlaamse Gemeenschap voor het VAF/Mediafonds
De Vlaamse Regering verbindt zich ertoe, binnen de perken van de daartoe in de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap ingeschreven kredieten, jaarlijks een subsidie van
6.014.000 EUR ter beschikking te stellen van het VAF voor het VAF/Mediafonds.
Met behoud van de toepassing van artikel 47, § 1 van het decreet van 23 december 2016 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2017, wordt de dotatie gekoppeld aan hetzelfde prijsindexcijfer dat berekend en benoemd wordt voor de toepassing van artikel 2 van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van het concurrentievermogen en dit binnen de kredieten van de uitgavenbegroting.
De looncomponent van de dotatie wordt aan 100% geïndexeerd. Dit betreft de lonen van de medewerkers van VAF. De werkingsmiddelen, inclusief de projecten en subsidiëring, worden vanaf 2020 voor 75% geïndexeerd.
De dotatie wordt in het eerste kwartaal gestort op rekeningnummer:
IBAN: 13 0910 1828 5539 BIC: XXXXXXXX
bij Belfius Bank
De dotatie omvat zowel de algemene werkingsmiddelen als de middelen voor ondersteuning van de audiovisuele sector.
Het VAF kan binnen de bepalingen van deze beheersovereenkomst vrij beschikken over de verdeling en de aanwending van de middelen.
Het VAF kan, naast de dotatie verstrekt door de Vlaamse overheid, beschikken over:
1. de middelen die voortvloeien uit de bepalingen aangaande de invoering van een stimuleringsregeling in het decreet van 27 maart 2009 betreffende radio-omroep en televisie.
2. de middelen die, in uitvoering van de beheersovereenkomst van de VRT 2016-2020, als volgt bepaald worden: ingeval de totale inkomsten van de VRT uit commerciële communicatie groter zijn dan 71,8 miljoen euro (=jaarlijks geïndexeerd plafond – 1 miljoen euro), maar kleiner of gelijk zijn aan het globaal plafond, wordt het verschil tussen de totale inkomsten en 71,8 miljoen aangewend ten behoeve van het Mediafonds.
Deze middelen worden ingezet voor steun aan creatie.
Indien het VAF in het kader van het VAF/Mediafonds bijkomende financiële middelen kan genereren, zullen deze niet in mindering komen van de hierboven vastgestelde, jaarlijks ter beschikking te stellen middelen door de Vlaamse Gemeenschap.
Eventuele terugbetalingen aan het VAF zullen evenmin in mindering komen van het door de Vlaamse Gemeenschap jaarlijks ter beschikking te stellen bedrag. Deze worden toegevoegd aan de middelen voor steun aan creatie.
Artikel 11. Besteding van de financiële middelen
In dit artikel wordt uitgegaan van vooropgestelde referentiebedragen op jaarbasis. De besteding van de middelen wordt echter berekend over de volledige looptijd van de beheersovereenkomst. Dat betekent dat eventuele meer of minder uitgaven binnen een bepaalde categorie of een bepaald domein moeten gecompenseerd worden binnen de periode van de beheersovereenkomst. Dit impliceert eveneens mogelijke overdrachten van het ene naar het andere boekjaar.
Op het einde van de beheersovereenkomst worden afwijkingen van minder dan 10% van de jaarlijkse referentiebedragen aanvaard.
11.1. Algemene werkingskosten
referentiebedrag 545.000 EUR
Het betreft alle kosten die te maken hebben met de algemene werking inclusief personeelskosten en kennisopbouw.
11.2. Te besteden middelen voor ondersteuning van kwalitatieve reeksen
Domein Talentontwikkeling referentiebedrag 150.000 EUR Hieronder wordt verstaan:
• Steun aan en/of inrichten van vormingsinitiatieven en verlenen van beurzen.
• Kosten m.b.t. ateliers (omschrijving: zie bijlage aan de beheersovereenkomst). Het betreft initiatieven die ofwel in eigen beheer worden georganiseerd, ofwel in partnerschap met bestaande initiatieven, ofwel volledig uitbesteed worden aan een organisatie. Deze kosten kunnen dus o.a. bestaan uit het organiseren van een eigen atelierwerking, het ondersteunen van ateliercreaties, het verlenen van financiële steun aan bestaande organisaties en personen of het uitbesteden van een opdracht aan derden.
Domein Creatie
referentiebedrag 5 034 000 EUR
Als volgt verdeeld:
a) fictie: 3 000 000 EUR
b) animatie: 817 000 EUR
c) documentaire: 817 000 EUR
d) innovatielab: 400 000 EUR
Indien de in art. 10, 1ste al. vermelde basisdotatie niet wordt bereikt, worden de vermelde referentiebedragen evenredig verminderd.
De middelen die voortvloeien uit de stimuleringsbijdrage van de dienstenverdelers aan het VAF/Mediafonds worden volgens een gelijkaardige procentuele verhouding ingezet tussen de bovenvermelde categorieën, met uitzondering van innovatielab.
Domein Promotie en Communicatie
referentiebedrag 225.000 EUR
Ten einde de nodige zichtbaarheid en internationale hefbomen te creëren voor Vlaamse televisiereeksen, heeft het VAF 225.000 EUR beschikbaar voor promotie.
Xxxxx aan beroepsorganisaties referentiebedrag 60.000 EUR
In het kader van de steun aan beroepsorganisaties zoals voorzien in artikel 2.2, kan het VAF in totaal een maximumbedrag ter beschikking stellen van 60.000 EUR.
11.3. Tabel met overzicht van de referentiebedragen
Mediafonds (Media) | 6 014 000 | |
Steun aan creatie | 5 034 000 | |
fictie | 3 000 000 | |
animatie | 817 000 | |
documentaire | 817 000 | |
innovatielab | 400 000 | |
Promotie & Communicatie | 225 000 | |
Talentontwikkeling | 150 000 | |
Beroepsorganisaties | 60 000 | |
Werkingsmiddelen | 545 000 |
11.4. Bepalingen i.v.m. overheveling van de middelen naar volgende boekjaren
Xxxxx aan creatie wordt, conform de waarderingsregels, opgenomen in het jaar van goedkeuring ervan.
De jaarlijks toegelaten reserve bedraagt maximum 20% en gecumuleerd 50% van de door de Vlaamse Gemeenschap toegekende jaarlijkse dotatie. Indien de gecumuleerde reserve echter méér dan 30% van de door de Vlaamse Gemeenschap toegekende jaarlijkse dotatie bereikt, kan de jaarlijkse dotatie door de Vlaamse Gemeenschap eenzijdig herzien worden.
De aangelegde reserves moeten worden opgenomen in de balans zoals vermeld in artikel 1, §1, 3° van het Besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2013 betreffende de algemene regels inzake subsidiëring.
De middelen die voortvloeien uit de stimuleringsbijdrage van de dienstenverdelers worden niet meegenomen in de berekening van de hogervermelde reserves.
In geval van niet-verlenging van de beheersovereenkomst zal de in het raam van deze beheersovereenkomst opgebouwde reserve integraal terugvloeien naar de algemene middelen van de Vlaamse Gemeenschap.
Artikel 12. Boekhouding en toezicht
12.1. Boekhouding
De boekhouding van het VAF dient gevoerd te worden volgens:
- De wet van 27 juni 1921 op de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen, gewijzigd door de Wet van 2 mei 2002 en gecoördineerd met alle latere wetswijzigingen;
- Het decreet van 8 juli 2011 houdende regeling van de begroting, de boekhouding, de toekenning van subsidies en de controle op de aanwending ervan en de controle door het Rekenhof (Rekendecreet).
Het VAF zal een analytische budgettering en boekhouding voeren, waarbij de kostenplaatsen en kostenafdelingen overeenkomen met de in artikel 10 bepaalde categorieën en bestedingsdomeinen.
De inkomsten en uitgaven m.b.t. het VAF/Mediafonds zullen afzonderlijk geboekt worden in de boekhouding van VAF vzw.
Bij steun aan creatie wordt een goedgekeurde steunaanvraag volledig als kost geboekt op het moment van de goedkeuring. Het VAF dient zich bij zijn goedkeuringsbeslissingen te baseren op de referentiebedragen van artikel 10.2.
12.2. Jaarlijks toezicht
Met het oog op de uitoefening van het toezicht op de naleving van de onderhavige overeenkomst en op de aanwending van de middelen die door de Vlaamse Gemeenschap ter beschikking gesteld worden van het VAF, zal het VAF een activiteiten- en financieel verslag opstellen met betrekking tot elk kalenderjaar.
Dit activiteiten- en financieel verslag bevat:
- een gedetailleerd overzicht van de gerealiseerde activiteiten, rekening houdend met de opgenomen doelstellingen en indicatoren;
- de balans, resultatenrekening en het verslag van een externe revisor, die niet betrokken mag zijn bij de dagelijkse artistieke, organisatorische en zakelijke werking van de organisatie, met commentaar bij de balans en de resultatenrekening van de zakelijk verantwoordelijke van de organisatie;
- organogram van de personeelsleden met vermelding van hun functie.
Deze verslagen moeten uiterlijk op 31 mei van het jaar dat volgt op het jaar waarover verslag wordt uitgebracht, aan de minister van Cultuur, het departement CJM en de afgevaardigde van de Vlaamse Regering bezorgd worden in een print- en digitale versie.
Het Departement CJM mag op ieder ogenblik bijkomende informatie en documenten vragen.
12.3. Permanent toezicht
Namens de Vlaamse Gemeenschap worden de vergaderingen van de bestuursorganen van het VAF bijgewoond door een afgevaardigde van betrokken minister, hierna de ‘afgevaardigde’ genoemd, waarop deze laatste telkens wordt uitgenodigd.
De afgevaardigde houdt toezicht op het door het VAF gevoerde beleid in het kader van het VAF/Mediafonds, zowel inhoudelijk als financieel.
Hij brengt hierover verslag uit aan de minister van Media en aan het Departement en dit uiterlijk op 30 juni van het jaar volgend op het beoordeelde jaar. Hij brengt gelijktijdig verslag uit over het gevoerde financiële beleid bij de minister bevoegd voor Financiën en Begroting. Hij formuleert zijn beoordeling op onafhankelijke wijze.
Hij mag de inhoud van zijn verslag bespreken met de Raad van Bestuur van het VAF, zonder dat hij door de Raad van Bestuur van de vereniging verplicht kan worden om de inhoud van zijn verslag te wijzigen.
Binnen het toepassingsgebied van deze overeenkomst kan de afgevaardigde binnen een termijn van vijf werkdagen bij de minister van Media bezwaar aantekenen tegen elke beslissing die hij in strijd acht met de wetten, de decreten, de statuten, de overeenkomst gesloten met de Vlaamse Gemeenschap en tegen elke beslissing, die indruist tegen de principes van behoorlijk bestuur. Het beroep is opschortend.
Binnen de bovenvermelde termijn brengt de afgevaardigde het VAF op de hoogte van het beroep door middel van een aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het VAF.
De minister van Media deelt zijn beslissing tot goedkeuring of vernietiging van de betrokken beslissing mee aan de voorzitter van de Raad van Bestuur van het VAF. In voorkomend geval kan de Raad van Bestuur of de Algemene Vergadering tot een nieuwe beraadslaging overgaan.
Als binnen een termijn van twintig werkdagen geen beslissing werd meegedeeld, is het bezwaar opgeheven.
De bedoelde termijnen gaan in op de dag van de vergadering waarop de beslissing werd genomen, als de afgevaardigde erop aanwezig was. Was hij niet aanwezig, dan lopen de termijnen vanaf de dag waarop hij bericht heeft gekregen van de beslissing.
Artikel 13. Maatregelen en procedure bij niet naleven van deze beheersovereenkomst
Bij vermoede, schriftelijk door de minister Media of door het Departement aan het VAF gemelde niet- naleving van de verplichtingen opgelegd in de overeenkomst en door de toepasselijke regelgeving, kan door elk van de betrokken partijen een overlegmoment worden aangevraagd. Bij dit overleg moeten alle betrokken partijen aanwezig zijn, met de bedoeling dit punt uit te klaren en, zo nodig, de werking van het VAF bij te sturen.
Het VAF wordt door de minister Media, resp. het Departement, schriftelijk op de hoogte gebracht van de conclusie van dit overlegmoment. Indien het VAF, binnen de drie maanden volgend op de ontvangst hiervan niet voldoet aan de in deze conclusie gestelde voorwaarden m.b.t. de correcte naleving van de verplichtingen bepaald in onderhavige overeenkomst, kan de Vlaamse regering, op voorstel van de bevoegde minister, het gemotiveerde voornemen formuleren om de subsidie, bedoeld in artikel 13, eenzijdig te herzien.
Het Departement brengt het VAF binnen de vijf werkdagen per aangetekende brief op de hoogte van dit voornemen en de motivering ervan.
Het VAF mag tegen dit voornemen schriftelijk bezwaar indienen. Dit moet gebeuren per aangetekende brief gericht aan de bevoegde minister binnen de twintig werkdagen te rekenen vanaf de datum waarop het Departement de aangetekende brief, bedoeld in het derde lid, naar het VAF stuurde.
Als het VAF tijdig bezwaar indient, dan beslist de Vlaamse regering na onderzoek van dit bezwaar of zij het geformuleerde voornemen tot eenzijdige herziening van de subsidie bevestigt, aanpast of staakt.
Als het VAF geen of laattijdig bezwaar indient, dan wordt het geformuleerde voornemen tot eenzijdige herziening van de subsidie van rechtswege bevestigd.
Een herziening van de subsidie gaat in vanaf het volgende begrotingsjaar.
Onverminderd het bovenvermelde, worden geschillen waartoe deze overeenkomst aanleiding geeft, geregeld via een verzoeningsprocedure waarbij een commissie van deskundigen een voorstel tot oplossing formuleert. Deze commissie bestaat uit twee afgevaardigden van de Vlaamse regering en twee afgevaardigden van het VAF.
Indien op grond van dit voorstel geen vergelijk wordt gevonden, dan wordt het geschil voorgelegd aan de Vlaamse regering nadat de Raad van Bestuur van het VAF zijn standpunt met betrekking tot dit geschil heeft meegedeeld.
Artikel 14. Duur
Deze beheersovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2018, na goedkeuring door de Vlaamse regering. Ze wordt gesloten voor een periode van vier jaar, d.w.z. tot en met 31 december 2021.
Deze beheersovereenkomst wordt binnen de 20 werkdagen na de inwerkingtreding ter kennis gegeven aan de Europese Commissie.
Indien zich tijdens de duur van de overeenkomst ingrijpende wijzigingen voordoen, hetzij in de maatschappelijke omgeving waarin het VAF actief is, hetzij in de beleidsopties, hetzij door een interventie door de Vlaamse minister bevoegd voor Financiën en Begroting in overleg met de Vlaamse Regering
t.g.v. een belangrijke wijziging van het financiële engagement van de Vlaamse Regering tijdens de duur van de beheersovereenkomst, en deze wijzigingen de opdrachten van het VAF dermate veranderen dat deze veranderingen niet kunnen ingepast worden in de vigerende afspraken tussen de partijen, dan kan de beheersovereenkomst op vraag van één van de ondertekenende partijen opnieuw onderhandeld en aangepast worden. Dit geldt eveneens bij belangrijke wijzigingen aan de stimuleringsregeling voor de dienstenverdelers, voor zover deze impact heeft op het VAF/Mediafonds.
Het VAF legt uiterlijk zes maanden voor het verstrijken van de beheersovereenkomst aan de minister van Media een ontwerp van nieuwe beheersovereenkomst voor.
Indien bij het verstrijken van de beheersovereenkomst geen nieuwe overeenkomst in werking is getreden, wordt de huidige beheersovereenkomst van rechtswege verlengd tot het ogenblik dat er een nieuwe in werking treedt. Bij verlenging zal de minister van Media, voor zover formeel noodzakelijk, de opdracht geven aan het Departement CJM om de nodige maatregelen treffen om ook de verlenging via kennisgeving voor te leggen aan de Europese Commissie.
Definities
Audiovisuele creatie: 1. een op 1 scherm publiek vertoonbare, audiovisuele reeks, die behoort tot de door het VAF/Mediafonds ondersteunde categorieën, n.l. fictie, documentaire en animatie. 2. Bij uitbreiding: hiermee verwante projecten onder de noemer ‘Innovatielab’.
Vlaamse (majoritaire) audiovisuele creatie: Een audiovisuele creatie wordt als Vlaamse productie of coproductie erkend op basis van volgende criteria: de Nederlandstalige originele versie, de Nederlandstalige tekst, het Nederlandstalige onderliggend werk, de culturele verbondenheid met Vlaanderen, de creatieve input vanuit de Vlaamse cultuurgemeenschap en/of onderwerp met uitdrukking van Vlaamse cultuur.
Een creatie wordt doorgaans als majoritair Vlaams beschouwd wanneer de identiteit van de artistieke ploeg en/of de inhoud van het project en/of de productionele beslissingsbevoegdheid een overwegend Vlaamse component bevatten.
Televisiereeks: een audiovisuele creatie, bestemd voor televisie-uitzending, die uit minstens drie afleveringen bestaat. Dit kunnen zowel reeksen zijn van op zichzelf staande afleveringen, als reeksen van afleveringen die niet op zichzelf staan. In het Reglement van het VAF/Mediafonds zal een maximum aantal afleveringen worden bepaald. In het Reglement zal eveneens een minimum- en/of maximum uitzendduur per aflevering en/of per reeks worden bepaald.
Ter stimulering van televisiereeksen, bestemd voor kinderen of voor de jeugd, kan het VAF/Mediafonds in zijn Reglement hiervoor afwijkende formaten toestaan (aantal afleveringen en uitzendduur).
Animatiereeks: een audiovisuele creatie in de vorm van een reeks, die in haar productieproces hoofdzakelijk gebruik maakt van beeld per beeld technieken zoals stop-motion, klassieke tekenfilm of computer gegenereerde animatiefilm, in al hun mogelijke vormen. Ook verfilmde poppen worden in deze categorie behandeld.
Documentairereeks: Hiermee wordt bedoeld: een non-fictiereeks, die een behandeling of interpretatie weergeeft van de realiteit, vanuit de persoonlijke betrokkenheid van de maker, met een intrinsiek lange termijnwaarde. Uitgezonderd zijn bijgevolg reeksen, die louter tot doel hebben informatie te verstrekken of louter beschrijvend zijn, zoals bijvoorbeeld bedrijfsfilms, didactische films, reportages, zuiver wetenschappelijke documentaires, bijdragen voor het journaal of voor een actualiteitenprogramma, ….
Fictiereeks: een audiovisuele, voornamelijk live action-reeks met hoofdzakelijk denkbeeldige personages en gebeurtenissen.
Soap, telenovelles en sitcom, in hun gangbare betekenis binnen het televisiemilieu, worden niet aanvaard.
Crossmediale audiovisuele toepassingen van tv-reeksen: koppelingen van de mogelijkheden van interactieve media met de traditionele, narratieve formats van documentaire-, animatie-, en fictiereeksen voor televisie.
Onder de interactieve media verstaan we internet, sociale media, applicaties voor smartphones en tablets. Games die gekoppeld zijn aan een tv-reeks of – programma, kunnen worden ondersteund via het VAF/Gamefonds. De crossmediale audiovisuele toepassingen bieden het potentieel tot interactie tussen de maker (auteur), het verhaal (content) en de gebruiker (publiek). Deze crossmediale audiovisuele afgeleiden kunnen enkel worden ondersteund indien de tv-reeks in aanmerking komt voor ondersteuning door het VAF/Mediafonds. De tv-reeks moet dus formeel beantwoorden aan de ontvankelijkheidscriteria van het VAF/Mediafonds, hetgeen niet per definitie betekent dat de reeks ook reëel werd ingediend of ondersteund.
Omroeporganisatie (specifiek voor deze beheersovereenkomst en de bijlage): de openbare omroep en/of de erkende en/of aangemelde Vlaamse televisieomroeporganisaties.
Open net: uitgezonden door een omroeporganisatie die beschikbaar is in het (analoog/digitaal) basispakket van een dienstenverdeler, zonder meerprijs op het basisabonnement.
Onafhankelijke producent: de producent a) waarvan de rechtspersoonlijkheid onderscheiden is van die van een omroeporganisatie; b) die rechtstreeks noch onrechtstreeks over meer dan 15 percent van het
kapitaal van een Vlaamse omroeporganisatie beschikt; c) waarvan het kapitaal voor niet meer dan 15 percent in handen is van een vennootschap die rechtstreeks of onrechtstreeks meer dan 15 percent van het kapitaal van een Vlaamse omroeporganisatie bezit.
Webserie: een audiovisuele reeks die specifiek is geconcipieerd voor het online bekijken en niet per definitie ook in open net wordt uitgezonden op televisie.
Window: een specifiek wijze/moment/betaalformule om een audiovisuele creatie naar het publiek te brengen (open net, pay tv, DVD/blu ray, sVoD, aVoD, tVoD, zaalvertoning, …).
High end reeks: een reeks die mikt op het topsegment (eerder duur en met een hoge production value) en zich leent tot internationale exploitatie.
Remake: een reeks die reeds bestaat, adapteren, waarbij de verhaallijnen en personages dicht bij de originele versie blijven.
Stimuleringsregeling voor de dienstenverdelers: de regeling die de verplichting voorziet voor de dienstenverdelers om een bedrag aan te wenden voor coproductie van Vlaamse tv-reeksen. Dit bedrag is forfaitair of wordt berekend op basis van hun aantal abonnees in het Vlaams Gewest. Zie Besluit van de Vlaamse Regering van 31 maart 2014 betreffende de stimuleringsregeling voor de audiovisuele sector, vermeld in artikel 184/1 van het decreet van 27 maart 2009 betreffende radio-omroep en televisie.
Opgemaakt te Brussel op
in 2 originele exemplaren, waarvan één exemplaar voor elke contracterende partij,
Vlaamse minister van Voorzitter van het VAF
Cultuur, Media, Jeugd en Brussel Xxxxxx Xxxxxxxxxx Xxxx Xxxx
Directeur-intendant van het VAF
Xxxxxx Xxxxxx
Zakelijk leider van het VAF