JACHTHAVEN BRESKENS B.V. HAVENREGLEMENT
JACHTHAVEN BRESKENS B.V. HAVENREGLEMENT
I. ALGEMEEN
Artikel 1.
1. De Jachthaven te Breskens wordt beheerd en geëxploiteerd door Jachthaven Breskens B.V. (“verhuurder”). De directie heeft voor de uitoefening van deze taak o.a. de volgende bevoegdheden:
1. Het vaststellen van de regelen omtrent het verhuren of op enige andere wijze in gebruik geven van de jachthaven of onderdelen ervan;
2. Het aanwijzen van diegenen aan wie de jachthaven of onderdelen ervan wordt verhuurd of op enige andere wijze in gebruik wordt gegeven;
3. Het vaststellen van de tarieven hiervoor, onder goedkeuring door de vergadering van aandeelhouders.
2. Dit reglement is van toepassing op alle overeenkomsten van huur en verhuur van ligplaatsen voor vaartuigen. Er dient een exemplaar van dit reglement op elk vaartuig aanwezig te zijn.
II. BEPALINGEN TERZAKE VAN HUUR EN VERHUUR Artikel 2.
De ligplaatsen in de jachthaven kunnen zowel per seizoen als per etmaal worden verhuurd.
Artikel 3.
Een etmaal wordt geacht te duren van 12.00 uur ’s middags tot de volgende middag 12.00 uur.
Artikel 4.
1. Een zomerseizoen wordt geacht te lopen van 1 april van enig jaar tot 1 oktober van datzelfde jaar. Op 5 oktober van datzelfde jaar dienen de gehuurde ligplaatsen ontruimt te zijn.
2. Een winterseizoen wordt geacht te lopen van 5 oktober van enig jaar tot 1 april van het daaropvolgende jaar. In die periode dienen de ligplaatsen in beginsel ontruimt te blijven.
3. Over de vraag of er wel of geen gelegenheid geboden wordt tot het huren van ligplaatsen tijdens het winterseizoen, de zgn. winterligging, zal tijdig voor ieder winterseizoen door de directie een beslissing worden genomen. Deze beslissing zal worden bekend gemaakt op het publicatiebord van de jachthaven, daartegen zal generlei voorziening mogelijk zijn.
4. Onder winterligging wordt verstaan dat de mogelijkheid wordt geboden een door de havenmeester aan te wijzen ligplaats te huren gedurende het winterseizoen.
Artikel 5.
1. alle huurders dienen voor 1 januari van elk jaar schriftelijk een ligplaats voor een zomerseizoen aan te vragen door middel van een aan hen door de verhuurde toegezonden formulier. Indien uiterlijk op 31 januari van dat jaar de huurders geen aangetekende brief van de directie hebben ontvangen, dat zij als zodanig niet in aanmerking kunnen komen, komt de
huurovereenkomst tot stand en zijn de bepalingen van dit havenreglement op die overeenkomst volkomen van toepassing.
2. Alle huurders die gebruik wensen te maken van winterligging dienen voor 1 september van elk jaar bekend te maken. Deze bepaling geldt slechts indien en voor zover de directie in dat jaar toestemming voor de winterligging heeft verleend, zulks met inachtneming van het bepaalde in artikel 4, lid 3 en 4.
3. Indien zich tijdens het zomerseizoen een huurder aanmeldt voor een vaste ligplaats, zal de huurprijs worden berekend naar de volgende breuk:
Aantal maanden dat het seizoen nog duurt, 6 maanden
Met dien verstande dat het tarief niet lager zal zijn dan 50% van het voor de desbetreffende ligplaats voor een heel seizoen geldende tarief.
4. In dien een huurder daartoe tijdig een schriftelijk verzoek indient bij de directie, kan deze laatste in afwijking van artikel 6, lid 2, besluiten, dat slechts voor administratiekosten een bedrag van €115,- in rekening wordt gebracht in die gevallen dat:
a) Een huurde zijn recht op ligplaats wil behouden ne een seizoen waarin hij geen ligplaats huurt in de jachthaven;
b) Een huurder, wegens gewichtige en onvoorzienbare omstandigheden ter beoordeling van de directie, pas na 1 februari mededeelt van zijn toegekende ligplaats geen gebruik te kunnen maken. In alle andere gevallen is artikel 6, lid 2 van toepassing.
III.BETALINGSVOORWAARDEN
Artikel 6.
1. De totale huurprijs, ongeacht of deze het zomerseizoen of de winterligging betreft, is bij vooruitbetaling verschuldigd overeenkomstig het in lid 3 bepaalde.
2. De huurder blijft de huursom verschuldigd, ook indien hij van het gehuurde geen gebruik maakt.
3. De betaling van hetgeen verschuldigd is, dient binnen 30 dagen na verzending van de factuur, zonder enige aftrek, korting of schuldvergelijking, ten kantore van de havenmeester of op het aangegeven rekeningnummer te geschieden.
4. De huurder, die de hem toegezonden factuur op de vervaldag niet heeft betaald, wordt geacht, zonder dat enige sommatie vereist is, in gebreke te zijn.
5. Alle incassokosten, zowel gerechtelijk als buitengerechtelijk, zijn voor rekening van de nalatige huurder.
6. De verhuurder is gerechtigd het vaartuig van de in gebreke zijnde huurder onder zicht te houden, totdat deze de huurprijs met rente en kosten zal hebben voldaan, onverminderd het recht van de directie ontbinding van de huurovereenkomst ontruiming van de ligplaats en betaling van het verschuldigde te vorderen, eventueel gecombineerd met conservatoir beslag op het betreffende vaartuig.
7. De kantonrechter te Terneuzen is in dat geval bevoegd van de vordering kennis te nemen.
8. Behoudens het bepaalde in voorgaande leden, kan niet-tijdige betaling leiden tot het niet aanvaarden van de huurder voor een ligplaats van het komende jaar.
IV. BIJZONDERE RECHTEN EN VERPLICHTINGEN VAN HUURDER/VERHUURDER Artikel 7.
1. Een huurovereenkomst zal op verzoek van de directie door voormelde kantonrechter worden ontbonden, indien blijkt, dat de huurder de aansprakelijkheid, waartoe hij aanleiding kan geven, niet heeft gedekt door een terzake deugdelijk afgesloten verzekering, alsmede, indien blijkt dat de huurder het aanmeldingsformulier niet juist of overeenkomstig de waarheid heeft ingevuld.
2. Van het afsluiten van hierbedoelde verzekering moet blijken op het aanmeldingsformulier.
Artikel 8.
Indien de huurder op de artikel 4 genoemde data zijn ligplaats niet heeft ontruimd, behoudens wanneer er sprake is van winterligging, zal de ontruiming geschieden zonder voorafgaande kennisgeving op kosten en voor risico van de huurder.
Artikel 9.
1. De huurder is gehouden de bepalingen van dit havenreglement alsmede de aanwijzingen door of namens de verhuurder en de havenmeester stipt na te komen, bij gebreke waarvan artikel 7, lid 1 van toepassing is.
2. De verhuurder is verplicht ter handhaving van een goede gang van zaken in de haven, in de gebouwen, op de bijbehorende terreinen, alsmede op de vaartuigen, behoorlijk toezicht te houden.
3. Indien door ’s huurders toedoen of nalatigheid gevaar voor schade dreigt of de veiligheid in gevaar zou kunnen worden gebracht, is de verhuurder-in spoedeisende gevallen zonder waarschuwing en in alle andere gevallen indien de huurder aan zijn waarschuwing niet binnen redelijke termijn gevolg geeft- gerechtigd om op de kosten van de huurder de naar zijn oordeel noodzakelijke voorzieningen te treffen.
4. De verhuurder heeft het recht om, indien de omstandigheden zulks naar zijn oordeel noodzakelijk maken en zoveel mogelijk in overleg, afneembare delen van het vaartuig op kosten van de huurder te demonteren en weer aan te brengen.
5. Op of in de haven en de daartoe behorende terreinen of gebouwen mogen werkzaamheden, die niet het dagelijks onderhoud betreffen, door de huurder slechts met toestemming van de verhuurder worden verricht. De verhuurder moet toelaten dat derden na kennisgeving werkzaamheden ter plaatse verrichten voor zover het betreft:
a) garantie en service vanwege de leverancier;
b) reparatie en onderhoud aan specialistische apparatuur, zoals motoren en elektronische uitrusting.
Voor alle andere werkzaamheden van derden is toestemming nodig van de verhuurder. Huurder dient er zorg voor te dragen dat geen enkele verontreiniging van de jachthaven kan optreden.
6. Onderverhuur of bruiklening van het gehuurde is niet toegestaan. ARTIKEL 10.
Ten behoeve van milieuschadelijke afvalproducten, zoals olie en chemicaliën, zijn opvangtanks geplaatst aan de voorzijde van het clubgebouw. Het is ten strengste verboden deze producten op andere plaatsen, dan in de daarvoor bestemde opvangtanks te deponeren of te lozen. Het ledigen
van chemische toiletten dient eveneens te geschieden aan de voorzijde van het clubgebouw, in de daarvoor bestemde stortplaats.
ARTIKEL 11.
Om losslaan te voorkomen, dienen huurders bij het afmeren van de vaartuigen de volgende voorzieningen aan te brengen:
1. voldoende sterke landvasten, vervaardigd van soepel, deugdelijk materiaal;
2. stootkussens van voldoende grootte en aantal, minimaal 4 stuks, om schade aan andere vaartuigen te voorkomen.
ARTIKEL 12.
Zowel bij aankomst als bij vertrek dient te schipper van het vaartuig zich bij de havenmeesters te melden. Wanneer men zijn seizoenplaats voor een periode van een etmaal of langer verlaat, dient men de havenmeester gerechtigd de vrijgekomen plaats tijdelijk aan andere vaartuigen toe te wijzen, zonder dat hierdoor het recht op restitutie van een deel van het liggeld ontstaat.
V. AANSPRAKELIJKHEID Artikel 13.
1. De verhuurder aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade aan, verlies of diefstal van enig goed, noch voor letsel aan personen of dieren, hoe dan ook, op of in de haven en/of daartoe behorende gebouwen en terreinen veroorzaakt, tenzij deze schade een gevolg is van grove schuld of opzet van verhuurder of zijn personeel.
2. De huurder is aansprakelijk voor elke schade, van welke aard ook, welke door toedoen of nalatigheid van hemzelf, zijn gezinsleden, personeelsleden, gasten of dieren is veroorzaakt.
VI. BEPALINGEN TERZAKE VAN HET GEBRUIK VAN DE JACHTHAVEN, TERREINEN EN GEBOUWEN. Artikel 14.
Een ieder, die zich op, om of in de jachthaven bevindt dient zich te houden aan dit havenreglement en dient de aanwijzingen van de havenmeesters of diens plaatsvervanger op te volgen.
Artikel 15.
1. Men is gehouden op de jachthaven rust en orde niet te verstoren en door gedrag en kleding geen aanstoot te geven aan anderen.
2. Ieder die binnen het terrein van de jachthaven op de pontons of steigers, of op de weg en de omgeving van het havengebouw een hond geleidt, is verplicht de uitwerpselen die deze hond op genoemde plaatsen achterlaat terstond te verwijderen. Hij/zij dient daartoe tevens een zodanige voorziening bij zich te hebben , dat de onmiddellijke verwijdering zonder problemen mogelijk is, resp. dat de uitwerpselen direct meegenomen kunnen worden.
3. Het is tevens verboden honden los te laten lopen of vast te maken aan de steigers of anderszins zonder direct toezicht op het terrein van de jachthaven te laten verblijven.
Artikel 16.
Het is niet toegestaan:
1. Installaties, materialen of inventaris van de jachthaven op een andere wijze te gebruiken, dan waarvoor deze zijn bestemd;
2. De door de jachthaven beschikbaar gestelde wagentjes buiten het terrein van de jachthaven te gebruiken;
3. Zeilen, bijboten of andere goederen van welke aard dan ook op de steigers te plaatsen;
4. Vuil, olie, inhoud chemische toiletten ergens anders te storten, dan in de daarvoor bestemde containers;
5. Met vuil, afvalstoffen, olie, lenswater en ander stoffen, van welke aard dan ook, de haven te verontreinigen;
6. Dat honden, katten en/of dieren van welke soort dan ook, zich bevinden in het jachthavengebouw;
7. Motoren te laten draaien, anders dan voor de voortstuwing van het vaartuig;
8. Stroomaggregaten te laten draaien tussen 18.00 uur ’s avonds en 08.00uur ’s morgens;
9. Radio, tv en/of andere geluid producerende apparaten zodanig te gebruiken, dat deze buiten het schip hoorbaar zijn;
10. Een andere ligplaats in te nemen, dan welke door de havenmeester is aangewezen;
11. Drinkwater overbodig te gebruiken voor het schoonspoelen of-spuiten van een vaartuig;
12. Stootranden van welke materiaal dan ook of andere objecten aan de pontons te bevestigen;
13. Zo snel te varen, dat hierdoor voor anderen hinderlijke golfslag ontstaat;
14. Gebruik te maken van de aansluitpunten voor elektriciteit zonder de havenmeester daarvan in kennis te hebben gesteld.
Artikel 17.
Met betrekking tot het bepaalde in artikel 15 en 16 is de havenmeester gerechtigd, wanneer bij herhaling genoemde verboden worden overtreden, personen en/of vaartuigen de aanwezigheid in de haven te verbieden en/of de kosten als gevolg van overtredingen of onjuist gebruik in rekening te brengen. Overtreding van artikel 15, lid 2 kan worden gestraft met een boete van € 50,--.
VII. GESCHILLEN Artikel 18.
Indien iemand zich door een beslissing van de directie of van door hem aangesteld persoon in zijn belangen aangetast voelt, kan hij hiertegen, behoudens in het geval krachtens artikel 4, sub 3, binnen een maand nadat deze beslissing aan hem is kenbaar gemaakt, bezwaar aantekenen bij de vergadering van aandeelhouders.
VIII. SPORTVISSERSHAVEN Artikel 19.
Bij bedoelde jachthaven wordt verstaan onder “Sportvissershaven”, de steigers met toebehoren, het in gebruik zijnde wateroppervlak, de toegangstrap met toebehoren, alsmede het toiletgebouwtje aan het voormalige Veerplein te Breskens.
Artikel 20.
1. De sportvissershaven mag uitsluitend worden gebruikt door sportvisboten, waaronder te verstaan de speciaal voor dat doel uitgeruste boten, zodat nimmer kunnen worden gerekend jachten die ook enig visgerei aan boord hebben;
2. Geschillen, over het al dan niet vallen onder de sub a bedoelde sportvissersboten, worden beslist door de directie;
3. De te Breskens gevestigde vereniging van sportvissers genaamd “De Honte” is aansprakelijk voor de naleving van het sub a bepaalde, terwijl bij overtreding door de vereniging een boete wordt verbeurd ten behoeve van Jachthaven Breskens B.V. gelijk aan tweemaal het tarief voor het liggeld per etmaal voor jachten;
4. Bedoelde vereniging is aansprakelijk voor de naleving van het Havenreglement en neemt de taken van de havenmeester over voor wat de sportvissershaven betreft; dit betekent niet dat de havenmeester zijn bij dit reglement opgedragen taken en bevoegdheden in de “Sportvissershaven” niet mag uitvoeren;
5. De jaarlijks te betalen liggelden worden berekend over de gehele in gebruik zijnde wateroppervlakte in de sportvissershaven, ongeacht het feitelijk gebruik en zijn verschuldigd door genoemde vereniging “De Honte”, in twee gelijke termijnen, te betalen in februari en juni van ieder jaar;
6. Voor zover bij dit artikel niet van de overige bepalingen van dit reglement is afgeweken, blijven eerder bedoelde bepalingen van volle kracht en waarde, met dien verstande, dat voor toepassing van artikel 5 de vereniging “De Honte”, optreedt voor de gebruikers van de sportvissershaven.
Artikel 21.
In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de directie.
Breskens, december 2006