Bestuursovereenkomst
Bestuursovereenkomst
Xxxxxxx Xxxxxxxxxxxx xx Xxxxxxxxxxxxx
De ondergetekenden:
− De Staat der Nederlanden, te dezen vertegenwoordigd door de minister van Defensie, mevrouw X.X. Xxxxxx-Xxxxxxxxxxx, hierna te noemen "Defensie”;
− de publiekrechtelijke rechtspersoon, De Provincie Zeeland, zetelende en kantoorhoudend Xxxxx 0, 0000 XX Xxxxxxxxxx, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de Commissaris van de Koning, de heer drs.
J.M.M. Xxxxxx, die hierbij handelt ter uitvoering van het besluit van Gedeputeerde Staten d.d. 17 juni 2014, hierna te noemen: “de Provincie”;
Defensie en de Provincie hierna gezamenlijk aangeduid als: "de partijen". Overwegende dat:
a) de van Braam Houckgeestkazerne in Doorn dateert uit WO II en sinds 1946 in gebruik is bij het Korps mariniers, maar inmiddels door wijzigende eisen en toegenomen gebruik ernstige tekortkomingen vertoont en nauwelijks uitbreidingsmogelijkheden heeft;
b) in 2011 de minister van Defensie en de Commissaris der Xxxxxxxx xxx xx Xxxxxxxxx Xxxxxxx een gezamenlijke werkgroep instelden, die in haar rapport van 1 maart 2012 positief heeft gerapporteerd over de mogelijkheden voor een nieuwe kazerne in de provincie Zeeland;
c) de minister van Defensie de Tweede Kamer in zijn brief van 10 april 2012 heeft laten weten op basis van genoemde studie te kiezen voor de verwezenlijking van een nieuwe kazerne op de locatie Buitenhaven bij Vlissingen;
d) de minister van Defensie bij brief van 31 augustus 2012 (referentie BS/2012027993) de Tweede Kamer heeft geïnformeerd over de uitgewerkte behoeftestelling en zijn besluit tot de bouw van een kazerne op de locatie Buitenhaven te Vlissingen;
e) de Provincie activiteiten bevordert om te komen tot een dynamische Zeeuwse economie die de basis vormt voor werkgelegenheid en welvaart en die bijdraagt aan de ontwikkeling van de provincie Zeeland;
f) de Provincie en de gemeente Vlissingen het mede uit oogpunt van het genoemde onder overweging e. wenselijk achten dat Defensie in de provincie Zeeland een kazerne realiseert;
g) in bestuurlijk overleg tussen de Provincie en de minister van Defensie de toezegging is gedaan, dat voor de kazerne gronden budgetneutraal en bouwrijp beschikbaar worden gesteld;
h) de Provincie en Defensie er de voorkeur aan geven het bouwrijp beschikbaar stellen van de in overweging
g. bedoelde gronden praktisch vorm te geven middels betaling van een afkoopsom door de Provincie aan Defensie;
i) Provinciale Staten bij besluit van 15 november 2013 een bedrag van in totaal 15 M€ beschikbaar hebben gesteld als maximaal door de Provincie aan het project kazerne te besteden middelen;
j) de gemeenteraad van Vlissingen bij besluit van 27 februari 2014 een bedrag van in totaal 3 M€ beschikbaar heeft gesteld als maximaal door de gemeente Vlissingen aan het project kazerne te besteden middelen;
k) de kazerne is geprojecteerd op gronden, zoals aangegeven op de als bijlage 1 opgenomen kaart (hierna te noemen “exploitatiegebied” en "bestaande kazerne”); gelegen aan de Buitenhaven in Vlissingen;
l) in het licht van het hiervoor onder overweging g. genoemde de Provincie de regie voert opdat gronden beschikbaar kunnen worden gesteld aan Defensie;
m) deze regie aldus wordt ingevuld dat de Provincie particuliere gronden in eigendom verwerft en gronden van de gemeente Vlissingen en het Waterschap Scheldestromen in erfpacht neemt, teneinde deze gronden middels (onder)erfpacht beschikbaar te stellen aan Defensie;
n) de gronden binnen het Exploitatiegebied op grond van de vigerende bestemmingsplannen niet als kazerne kunnen worden ingericht en bebouwd;
o) de Provincie bereid is voor de kazerne het bestemmingsplan te herzien door een provinciaal inpassingsplan als bedoeld in artikel 3.26 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) vast te stellen, in het geval een goede ruimtelijke ordening en de maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid kunnen worden aangetoond;
p) het hiervoor onder o. genoemde door de Provincie in overleg met Defensie wordt voorbereid;
q) het voor Defensie van belang is dat binnen een passende afstand van de te vestigen kazerne voldoende oefengelegenheden aanwezig zijn;
r) de Provincie en Defensie voornemens zijn hun toezeggingen en afspraken vast te leggen in een drietal overeenkomsten, te weten een bestuurlijke overeenkomst waarin onder meer de afspraken over het bouwrijp maken nader worden geregeld, een erfpachtovereenkomst en een overeenkomst inzake de financiële bijdrage;
s) de Provincie en Defensie zich er voor willen inzetten dat de vestiging van de kazerne optimaal bijdraagt aan de sociaal-economische ontwikkeling van Zeeland;
t) op de Provincie, in het geval zij een provinciaal inpassingsplan vaststelt, gelet op het gestelde in afdeling
6.4 Wro, de plicht rust in ieder geval de kosten zoals genoemd in artikel 6.2.4 Besluit ruimtelijke ordening (Bro), op grondexploitanten te verhalen met inachtneming van de wettelijke regels; het verhalen van deze kosten kan geschieden via het aangaan van een anterieure overeenkomst als bedoeld in artikel 6.24 Wro of op basis van een exploitatieplan als bedoeld in artikel 6.12 Wro; in overleg tussen de Provincie en Defensie hebben partijen gezamenlijk gekozen voor een anterieure overeenkomst;
u) vooruitlopend op het gestelde onder r. de Provincie en Defensie bereid zijn toezeggingen en afspraken schriftelijk vast te leggen en hiertoe deze overeenkomst aangaan.
Komen als volgt overeen:
Artikel 1. Anterieure overeenkomst
Deze overeenkomst geldt als anterieure overeenkomst als bedoeld in artikel 6.24 Wro.
Artikel 2. Vestiging kazerne
1. Defensie verbindt zich tot de vestiging van een kazerne met toebehoren op de locatie Buitenhaven te Vlissingen. De realisering van de kazerne vindt in beginsel plaats in de periode 2014 – 2019.
2. Op basis van de huidige inzichten constateren de partijen dat een voldoende functionele en qua beeldkwaliteit aantrekkelijke kazerne kan worden gerealiseerd. Partijen spannen zich er in goed overleg
voor in dat binnen het bij het aangaan van deze overeenkomst aangenomen financieel kader een functionele en qua beeldkwaliteit aantrekkelijk kazerne zal worden gerealiseerd.
3. Indien partijen niet binnen het in lid 2 van dit artikel bedoelde kader tot overeenstemming geraken, zullen partijen nader in overleg treden teneinde tot een passende oplossing te komen en de vestiging van de kazerne alsnog doorgang te laten vinden.
Artikel 3. Beschikbaarstelling gronden plangebied
1. De Provincie verbindt zich gronden in erfpacht aan Defensie uit te geven. De erfpacht geschiedt gedurende de gehele, onbepaalde, erfpachtperiode tegen een nader te bepalen marktconforme canon.
2. Teneinde recht te doen aan het hiervoor onder overweging g. genoemde verbindt de Provincie zich gedurende de gehele erfpachtperiode een financiële bijdrage aan Defensie te verstrekken ter hoogte van de in lid 1 van dit artikel bedoelde marktconforme erfpachtcanon, zodat de erfpacht voor Defensie per saldo budgettair neutraal geschiedt.
3. De Provincie zal voor eigen rekening en risico gronden verwerven die in particuliere eigendom zijn. De Provincie zal voor eigen rekening en risico gronden van de gemeente Vlissingen en het Waterschap Scheldestromen in erfpacht nemen teneinde deze gronden in (onder)erfpacht aan Defensie uit te geven.
4. Defensie verbindt zich tot het voor eigen rekening en risico voor de vestiging van de kazerne beschikbaar krijgen van gronden die in eigendom zijn bij het Rijk.
5. De af te sluiten erfpachtovereenkomst tussen de Provincie en Defensie, alsmede de tussen de Provincie en Defensie af te sluiten overeenkomst inzake de financiële bijdrage, zullen in overleg tussen partijen nader worden opgesteld waarbij de onderhavige overeenkomst als kader geldt.
Artikel 4. Bouwrijp maken
1. De gronden zoals bedoeld in artikel 3.1 worden in de in artikel 3.5 bedoelde erfpachtovereenkomst te omschrijven staat waarin deze zich bevinden aan Defensie ter beschikking gesteld. De Provincie en Defensie streven er naar dat het bouwrijp beschikbaar stellen van de gronden conform hetgeen is opgenomen in overweging g. en h. praktisch vorm krijgt middels betaling van een afkoopsom door de Provincie aan Defensie;
2. De tussen de Provincie en Defensie af te sluiten overeenkomst inzake de afkoopsom zal in nader overleg tussen partijen worden opgesteld waarbij maatschappelijk verantwoord en kostenefficiënt als randvoorwaarden gelden. De afkoopsom wordt door de Provincie aan Defensie ter beschikking gesteld en heeft betrekking op de werkzaamheden die ten behoeve van het bouwrijp maken van gronden in het exploitatiegebied dienen te worden verricht. Dit bouwrijp maken geschiedt door of vanwege Defensie.
3. De Provincie zal voor eigen rekening en risico met de gemeente Vlissingen zorgdragen voor de werkzaamheden die tot het bouwrijp maken kunnen worden gerekend maar buiten het exploitatiegebied dienen te worden verricht, te weten: de ontsluiting van deze gronden op de openbare weg en de ontsluiting van deze gronden op nutsvoorzieningen.
Artikel 5. Inpassingsplan
1. De Provincie verplicht zich tot het voortzetten van de procedure van het inpassingsplan. Het inpassingsplan voorziet in het treffen van een planologische regeling ten behoeve van het mogelijk maken van de vestiging van de kazerne.
2. In het geval Provinciale Staten het inpassingsplan niet of gewijzigd vaststellen, blijft deze overeenkomst in stand tenzij, in overleg tussen partijen, is gebleken dat een der partijen van oordeel is dat een voor
beide partijen aanvaardbare aanpassing van het inpassingsplan niet kan worden bereikt dan wel op zodanige aanpassing niet de vereiste vaststelling kan worden verkregen. In dat geval zal de overeenkomst worden ontbonden, waarbij geen der partijen tot enige vorm van vergoeding van schade, kosten en interesten gehouden is.
3. Het bepaalde in artikel 5.2 is van overeenkomstige toepassing, indien een besluit tot vaststelling van het inpassingsplan als gevolg van ingesteld beroep geheel of gedeeltelijk wordt vernietigd.
Artikel 6. Overige publiekrechtelijke medewerking
Naast de verplichting zoals bedoeld in artikel 5.1 is voor de realisatie van de kazerne verdere publiekrechtelijke medewerking vereist, bestaande uit:
− de verlening van de benodigde bouw- c.q. omgevingsvergunning(en);
− de verlening van de overig benodigde vergunningen en ontheffingen.
De Provincie zal, voor zover dat binnen de kaders van haar publiekrechtelijke mogelijkheden en beperkingen past en gezien haar positie redelijkerwijs van haar kan worden gevraagd, actief bevorderen dat de in de vorige volzin bedoelde verdere publiekrechtelijke medewerking tijdig zal worden verleend, onder de voorwaarde dat
– voor zover nodig – de daartoe benodigde aanvragen tijdig worden ingediend en die aanvragen voorts voldoen aan de daarvoor op grond van de wet en het vastgestelde beleidskader geldende eisen.
Artikel 7. Samenwerking en communicatie
De Provincie en Defensie verbinden zich over en weer tot een goede onderlinge samenwerking teneinde de vestiging van de kazerne op de locatie Buitenhaven te Vlissingen optimaal te bevorderen. De Provincie en Defensie zetten zich in communicatieve zin zodanig in en stemmen hun communicatieve inspanningen zodanig af dat deze optimaal bijdragen aan de bevordering van de vestiging van de kazerne. Een en ander zal in een communicatieplan, tezamen met de Rijksgebouwendienst en de gemeente Vlissingen nader worden uitgewerkt.
Artikel 8. Looptijd overeenkomst
Deze overeenkomst loopt af op het moment dat de kazerne op de locatie Buitenhaven te Vlissingen in gebruik is genomen.
Artikel 9. Geschillen
1. Op deze overeenkomst is Nederlands recht van toepassing;
2. Elk geschil betreffende de totstandkoming, de uitleg of de uitvoering van deze overeenkomst, dat daaruit mocht voortvloeien, alsmede elk ander geschil ter zake van of in verband met deze overeenkomst, hetzij juridisch, hetzij feitelijk, zal in eerste aanleg ter beslechting aan de bevoegde rechter van het Arrondissement Den Haag worden voorgelegd. De Provincie en Defensie zullen echter niet eerder een beroep op de rechter doen dan nadat zij zich tot het uiterste hebben ingespannen om dit geschil in onderling overleg te beslechten;
3. de Provincie en Defensie kunnen overeenkomen dat een geschil, als in artikel 9 lid 2 bedoeld, wordt onderworpen aan arbitrage volgens een op te maken akte van compromis of dat daarover een bindend advies wordt gevraagd. Elk der partijen draagt in dit verband haar eigen kosten;
4. Een geschil is aanwezig indien één der partijen dit in een aangetekende brief aan de wederpartij kenbaar maakt.
Deze overeenkomst treedt in werking met ingang van de dag van ondertekening door beide partijen. Aldus overeengekomen en in tweevoud getekend:
Vlissingen, 19 juni 0000 Xxxxxxxxxx, 19 juni 2014
mevrouw X.X. Hennis-Plasschaert de heer drs. J.M.M. Polman
Bijlage 1 – Exploitatiegebied, bestaande marinekazerne, gronden van de Staat en in erfpacht uit te geven