Bijlage nr. 1
Bijlage nr. 1
Overeenkomst met vzw Brussels Consortium Volwassenenonderwijs ter uitvoering van collegebesluit nr. 20092010-0252 van 16 december 2010 houdende de subsidiëring van opleidingsprojecten voor risicowerkzoekenden – deel 5
Tussen
de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC), Sainctelettesquare 17 te 0000 Xxxxxxx, vertegenwoordigd door het College, waarvoor optreedt Xxxxxx XXXXXXXX, algemeen directeur Onderwijs en Vorming
enerzijds, en
de vzw Brussels Consortium Volwassenenonderwijs - BruCoVo (0896.078.377), Xxxxxxxxxxx 00 xxx 000, 0000 Xxxxxxx
vertegenwoordigd door Xxx XXXXXXXX, voorzitter, hierna vermeld als de begunstigde organisatie, anderzijds,
wordt
- gelet op het collegebesluit nr. 20092010-0252 van 16 december 2010 houdende de subsidiëring van opleidingsprojecten voor risicowerkzoekenden;
- gelet op het collegebesluit nr. 08/429 van 17 december 2008 tot vaststelling van het organiek reglement op de toekenning en de controle op de aanwending van subsidies;
- gelet op het collegebesluit nr. 08/430 van 17 december 2008 houdende bepalingen inzake de toekenning en de controle op de aanwending van een enveloppensubsidiëring;
overeengekomen wat volgt:
Hoofdstuk 1.- Opdrachten en doelstellingen
Artikel 1.- Relatie met de doelstellingen van de Vlaamse Gemeenschapscommissie
De krachtlijnen van het beleidsdomein Vorming / Opleiding tot Werk - zoals goedgekeurd in de beleidsnota Onderwijs en Vorming 2009-2014 - zijn als volgt samen te vatten:
- promotie van het Nederlandstalig opleidingsaanbod;
- ondersteuning van kwalitatieve opleidings- en werkervaringstrajecten;
- bevordering van taalvaardigheidstraining op de opleidings-/werkvloer;
- bevordering van de deskundigheid van instructeurs en begeleiders;
- versterken partnerschap onderwijs, opleiding en arbeidsmarkt.
De centrale doelstelling is steeds het verhogen van de kansen van risicowerkzoekenden op de arbeidsmarkt, doorstroom naar werk of naar opleiding is een belangrijke indicator voor de evaluatie van de projecten.
vzw BruCoVo wil investeren in een project dat de doorstroomwerking van de centra voor volwassenenonderwijs (CVO) en het centrum voor basiseducatie (CBE) versterkt.
Daarbij ligt de focus op een specifieke doelgroep: NT2-cursisten. Drie zogenaamde ‘toeleidingagenten’ (centrumoverstijgende trajectbegeleiders) informeren vindplaatsgericht (in lesgroepen) NT2-cursisten vanaf een lage richtgraad over verdere opleidingsmogelijkheden binnen hetzelfde of andere centra. Zo beoogt men een dubbel effect, namelijk enerzijds doorstroom naar hogere richtgraden NT2 en anderzijds doorstroom naar (beroepsgerichte) CVO-opleidingen.
Deze doelstellingen worden gerealiseerd in overleg en samenwerking met Tracé Brussel en het Huis van het Nederlands Brussel.
Artikel 2.- Omschrijving activiteiten m.b.t. de realisatie van de doelstellingen
Deze toeleidingsagenten informeren de NT2-cursisten vanaf richtgraad 1.1 over de verdere opleidingsmogelijkheden binnen (alle centra van) het Brusselse volwassenenonderwijs. Geïnteresseerde cursisten kunnen bij de toeleidingsagent terecht voor meer informatie en, indien wenselijk, verdere studieloopbaanoriëntering of -begeleiding. Indien de cursisten interesse hebben voor een opleiding die niet wordt ingericht binnen het Brusselse volwassenenonderwijs, verwijzen de toeleidingsagenten hen, afhankelijk van de vraag, door naar een andere instantie die gepast advies kan verlenen (CLB, lokale werkwinkel...) of naar een andere publieke opleidingsverstrekker of onderwijsinstantie (VDAB, Syntra Brussel, hoger onderwijs). Bij CBE Brusselleer zal de toeleidingsagent vooral mee onderzoeken welke de verwachtingen zijn wat leervaardigheden betreft in CVO opleidingen en hoe de CBE cursisten hierop kunnen worden voorbereid, om een eventuele doorstroom te faciliteren. Indien opportuun, krijgen opleidingen of vormingen rond knelpuntberoepen daarbij extra aandacht. De toeleidingsagenten engageren zich ook om het aanbod van taalstimulering van vzw Bru-taal aan de deelnemers bekend te maken.
Het project beoogt de volgende doelstellingen:
- de uitbouw van een doorstroomwerking van de Brusselse CVO’s en CBE;
- NT2-cursisten vanaf RG1 (richtgraad 1) zijn beter geïnformeerd over hun opleidingsmogelijkheden binnen CVO's;
- NT2-cursisten zijn beter op de hoogte van het niveau Nederlands dat ze moeten behalen om een bepaalde CVO-opleiding te kunnen volgen;
- NT2-cursisten weten bij wie ze terecht kunnen voor vragen over opleidingsmogelijkheden binnen hetzelfde of bij een ander centrum;
- een verhoogde doorstroom binnen NT2 in het centrum (lagere drop-out);
- een verhoogde doorstroom naar (beroepsgerichte) CVO-opleidingen in hetzelfde of andere centra, of andere verstrekkers
Artikel 3.- Te bereiken resultaten
De drie toeleidingagenten van BruCoVo (2 voltijds equivalenten) informeren in het werkjaar 2011 minimaal 5000 NT2-cursisten ( alle richtgraden in 5 centra volwassenenonderwijs en 1 centrum basiseducatie ) , waarvan minimaal 500 cursisten verder worden begeleid. Ongeveer 60 % van de begeleide cursisten (300 cursisten) worden ingeschreven in een vervolgopleiding : in het aanbod van het volwassenenonderwijs( verdere NT2-graden en CVO-opleidingen) of in het onderwijs- of opleidingsaanbod van andere aanbieders (Syntra, VDAB en opleidingen hoger onderwijs).
Voor 1 VTE komt dit neer op het informeren van 2500 cursisten en de begeleiding van ongeveer 250 cursisten, met een inschrijving van 150 cursisten in een vervolgopleiding.
Dit project verloopt in overleg en samenwerking met Tracé Brussel en het Huis van het Nederlands Brussel.
Artikel 4.- Meetindicatoren
De mate waarin de beoogde resultaten gerealiseerd zijn en de vereiste verantwoording indien deze niet gerealiseerd zijn, zullen blijken uit het verslag dat door de begunstigde organisatie wordt ingediend met de volgende rapportage-elementen:
- aantal NT2-cursisten in de respectievelijke Brusselse CVO’s en CBE, en profiel van de cursisten
- aantal begeleide NT2-cursisten van de respectievelijke deelnemende CVO’s en CBE, en profiel van de begeleide cursisten
- samenvatting van de gerealiseerde acties en methodische aanpak van de toeleidingsagenten
- doorstroomcijfers van de begeleide NT2-cursisten naar het aanbod van het volwassenonderwijs of naar het onderwijs- of opleidingsaanbod van andere aanbieders. Deze doorstroomcijfers zijn onder te verdelen in:
o inschrijvingen in hogere NT2-graden
o inschrijvingen in andere CVO-opleidingen
o inschrijvingen in het onderwijs- of opleidingsaanbod van andere aanbieders (Syntra, VDAB en opleidingen hoger onderwijs)
o doorverwijzingen naar externe partners met een begeleidingsopdracht naar werk of opleiding (werkwinkel, de werklijn, ACTIRIS, CLB,…), en de bevindingen omtrent deze doorverwijzing/samenwerking
o doorverwijzingen naar het aanbod van taalstimulering van vzw Brutaal, en de bevindingen omtrent deze doorverwijzing/samenwerking
Hoofdstuk 2.- Subsidie
Artikel 5.- Bedrag
Het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie bepaalt binnen de perken van de goedgekeurde begroting, de subsidie voor de periode januari 2011 – december 2011 op 45.423 EUR.
Deze enveloppensubsidie is bedoeld voor de personele en andere werkingsmiddelen die de organisatie inzet voor het verwezenlijken van de in hoofdstuk 1 omschreven opdrachten en doelstellingen.
Artikel 6.- Betaling
De enveloppensubsidie wordt uitbetaald in twee schijven aan de begunstigde organisatie door overschrijving op rekeningnummer 000-0000000-00. De eerste schijf betreft de periode januari 2011-juni 2011 en wordt uitbetaald na ondertekening van de overeenkomst door beide partijen. De tweede schijf betreft de periode juli-december 2011 en wordt uitbetaald na ontvangst van de inhoudelijke en financiële verantwoording omschreven in artikel 9.
Artikel 7.- Verbintenis
De begunstigde organisatie verbindt zich ertoe om de subsidie uitsluitend aan te wenden voor de realisatie van de in hoofdstuk 1 omschreven opdrachten en doelstellingen.
Artikel 8. - Personeel
Het personeel dat presteert voor de realisatie van de in hoofdstuk 1 omschreven werking wordt aangesteld door de begunstigde organisatie, die als werkgever de verantwoordelijkheid draagt voor de te sluiten arbeidsovereenkomsten, het personeelsbeleid en de personeelsadministratie.
Dit personeel zal uitsluitend werken voor de opdrachten die in de werking kaderen.
De Vlaamse Gemeenschapscommissie kan geen waarborg geven voor de continuering van de in hoofdstuk 1 omschreven werking na december 2011. De begunstigde organisatie moet de nodige maatregelen treffen om de opzeggingstermijn voor het personeel dat gefinancierd is met deze middelen, te eerbiedigen.
Hoofdstuk 3.- Inhoudelijke en financiële verantwoording
Artikel 9.- Verantwoordingsstukken
De verantwoording over de aanwending en besteding van de toegekende subsidie en het gebruik van middelen en diensten van de Vlaamse Gemeenschapscommissie omvat een inhoudelijke verantwoording en een financiële verantwoording.
De inhoudelijke verantwoording bestaat uit het aftoetsen van de behaalde resultaten aan de doelstellingen en opdrachten bepaald in hoofdstuk 1.
De financiële verantwoording bestaat uit een opgave van de kosten die werden gemaakt voor de realisatie van de activiteit waarvoor de subsidie werd toegekend en van de opbrengsten die in het kader van de activiteit zelf of uit andere bronnen werden verworven.
De administratie stelt voor de financiële verantwoording formulieren ter beschikking.
BruCoVo dient op uiterlijk 31 oktober 2011 een tussentijds rapport in, met de tussentijdse resultaten van de begeleiding gedurende de periode januari-augustus 2011, en de doorstroomgegevens gemeten op 30 september 2011.
Het eindrapport over het volledige werkjaar wordt ingediend op 15 juni 2012.
De begunstigde organisatie zendt tevens de volgende documenten naar de administratie van het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie voor 15 juni van elk jaar :
- een jaarverslag van het voorbije jaar
- de jaarrekening van het voorbije jaar
- de begroting van het lopende jaar
Artikel 10.- Boekhouding
De begunstigde organisatie verbindt zich ertoe een boekhouding te voeren conform de wettelijke voorschriften ter zake.
Artikel 11.- Reserves
Indien uit de financiële verantwoording blijkt dat er een financiële reserve wordt gevormd, zal deze reserve het voorwerp uitmaken van een evaluatie. Excessieve reserves kunnen in mindering gebracht worden van toekomstige subsidies, teruggevorderd worden of een herbestemming krijgen.
Hoofdstuk 4.- Toezicht en sancties
Artikel 12.- Toezicht
De administratie van het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie oefent toezicht uit over de aanwending van de subsidie. Dit toezicht brengt het recht met zich mee om de begunstigde organisatie te bezoeken en om kennis te nemen van alle stukken en bescheiden die met de uitoefening van dit toezicht verband houden.
De begunstigde organisatie verleent haar volle medewerking aan de uitoefening van dit toezicht en bezorgt, op eenvoudig verzoek, aan de administratie van het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie de stukken en bescheiden vermeld in dit artikel.
Artikel 13.- Sancties
Het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie kan de subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen en de begunstigde organisatie van verdere subsidiëring uitsluiten, onverminderd de toepassing van wettelijke bepalingen inzake het afleggen van onjuiste verklaringen, wanneer:
1. de subsidie wordt aangewend voor andere doelstellingen dan deze bepaald in deze overeenkomst;
2. de inhoudelijke en/of financiële verantwoording bedoeld in artikel 9 als onvoldoende wordt beoordeeld;
3. de voorgeschreven wettelijke voorschriften in het kader van het voeren van de boekhouding niet worden nageleefd;
4. onjuiste of bedrieglijke informatie werd verstrekt;
5. het toezicht bedoeld in artikel 12 werd verhinderd.
De gemotiveerde beslissing van het College(lid) of van de gemachtigde ambtenaar tot gehele of gedeeltelijke terugvordering van de subsidie wordt aan de begunstigde organisatie meegedeeld met een aangetekend schrijven, waarin de mogelijkheid en de voorwaarden om een bezwaarschrift in te dienen worden vermeld.
Op straffe van niet-ontvankelijkheid kan de begunstigde organisatie binnen een termijn van dertig kalenderdagen na ontvangst van de beslissing, tegen die beslissing een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de administratie van het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie. De begunstigde organisatie kan daarin uitdrukkelijk verzoeken om gehoord te worden. Het College(lid) of de gemachtigde
ambtenaar zal binnen een termijn van zestig kalenderdagen na ontvangst van dit bezwaarschrift de eerdere beslissing intrekken of bevestigen.
Als de begunstigde organisatie geen bezwaarschrift binnen de gestelde termijn heeft ingediend of als het College(lid) of de gemachtigde ambtenaar de eerdere beslissing bevestigt, blijft de subsidie geheel of gedeeltelijk teruggevorderd.
Als het College(lid) of de gemachtigde ambtenaar de eerdere beslissing intrekt of als de eerdere beslissing binnen de gestelde termijn niet wordt bevestigd, blijft de subsidie behouden.
Hoofdstuk 5.- Overige bepalingen
Artikel 14.- Kennisgevingen
De begunstigde organisatie stelt de administratie van het College schriftelijk in kennis van iedere wijziging van de statuten, het huishoudelijk reglement en de samenstelling van de algemene vergadering en raad van bestuur. Deze gegevens worden samen met de inhoudelijke en financiële verantwoording bezorgd.
Het niet naleven van deze verplichting kan aanleiding geven tot de sancties vermeld in artikel 13.
Artikel 15.- Vrijwaring
Het feit dat de Vlaamse Gemeenschapscommissie subsidies verstrekt, houdt geen enkele aansprakelijkheid in voor schade aan personen of goederen die rechtstreeks of onrechtstreeks het gevolg is van activiteiten in het kader van de uitvoering van deze overeenkomst. De begunstigde organisatie vrijwaart de Vlaamse Gemeenschapscommissie tegen elke vordering door derden tot schadevergoeding.
Artikel 16.- Communicatie
De organisatie vermeldt in haar communicatie de steun van de Vlaamse Gemeenschapscommissie volgens de modaliteiten van het stijlhandboek zoals omschreven op de website xxxx://xxxxxxxxxxxxx.xxx.xx.
Vzw BruCoVo behoort tot categorie C van het stijlhandboek.
Artikel 17.- Rapportering
De begunstigde organisatie verbindt zich ertoe gegevens te registreren in de registratietool van de meet- en weetcel zodra deze toepassing operationeel wordt. In een addendum aan deze overeenkomst zullen de modaliteiten van deze registratie en de concreet gevraagde gegevens vastgelegd worden.
Artikel 18.- Betwisting
Elk geschil met betrekking tot het sluiten, de geldigheid, de interpretatie, de uitvoering of de beëindiging van deze overeenkomst behoort tot de uitsluitende bevoegdheid van de rechtbanken van het arrondissement Brussel.
Deze overeenkomst wordt beheerst door het Belgisch recht.
Artikel 19.- Duur van de overeenkomst
Deze overeenkomst gaat in op 1 januari 2011 en eindigt op 31 december 2011.
De overeenkomst kan vroeger beëindigd worden in de volgende gevallen:
- van rechtswege, indien de begunstigde organisatie wordt ontbonden;
- bij wijziging van de doelstellingen van de begunstigde organisatie;
- in onderling akkoord tussen de begunstigde organisatie en de Vlaamse Gemeenschapscommissie.
Opgemaakt in 4 exemplaren te Brussel op … ……
Elke partij bevestigt een exemplaar ontvangen te hebben.
Namens het College van de Namens vzw Brussels Consortium
Vlaamse Gemeenschapscommissie Volwassenenonderwijs - XxxXxXx
Xxxxxx XXXXXXXX Xxx XXXXXXXX
Algemeen directeur Voorzitter
Onderwijs en Vorming
Gezien om gevoegd te worden bij Collegebesluit houdende de subsidiëring van opleidingsprojecten voor risicowerkzoekenden - deel 5 nr. 20102011-0252 van 16-12-2010
De collegeleden,
Xxxxx DE LILLE Xxxxxxxx XXXXXXXX Xxxx-Xxx XXXXXXX