Contract
<.. image(Document Cover Page. Document Number: 10476/21 ADD 1. Subject Codes: ECOFIN 694 CADREFIN 358 UEM 192 FIN 564. Heading: BEGELEIDENDE NOTA. Originator: de secretaris-generaal van de Europese Commissie, ondertekend door xxxxxxx Xxxxxxx XXXXXX, directeur. Recipient: de heer Xxxxx XXXXXXXX-XXXXXXXXX, secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie. Subject: BIJLAGE bij Voorstel voor een uitvoeringsbesluit van de Raad betreffende de goedkeuring van de beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan voor Litouwen. Commission Document Number: COM(2021) 386 final. Preceeding Document Number: Not Set. Location: Brussel. Date: 5 juli 2021. Interinstitutional Files: 2021/0196(NLE). Institutional Framework: Raad van de Europese Unie. Language: NL. Distribution Code: PUBLIC. GUID: 4677351521982933846_0) removed ..>
Raad van de Europese Unie
Interinstitutioneel dossier: 0000/0000(XXX)
Xxxxxxx, 5 juli 2021 (OR. en)
10476/21
ADD 1
ECOFIN 694
CADREFIN 358
UEM 192
FIN 564
BEGELEIDENDE NOTA
van: de secretaris-generaal van de Europese Commissie, ondertekend door xxxxxxx Xxxxxxx XXXXXX, directeur
ingekomen: 2 juli 2021
aan: de heer Xxxxx XXXXXXXX-XXXXXXXXX, secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie
nr. Comdoc.: COM(2021) 386 final
Betreft: BIJLAGE bij Voorstel voor een uitvoeringsbesluit van de Raad betreffende de goedkeuring van de beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan voor Litouwen
Hierbij gaat voor de delegaties document COM(2021) 386 final.
Bijlage: COM(2021) 386 final
10476/21 ADD 1 pc
ECOMP.1.A NL
EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 2.7.2021
COM(2021) 386 final ANNEX
BIJLAGE
bij
Voorstel voor een uitvoeringsbesluit van de Raad
betreffende de goedkeuring van de beoordeling van het herstel- en veerkrachtplan voor Litouwen
{SWD(2021) 187 final}
NL NL
BIJLAGE
DEEL 1: HERVORMINGEN EN INVESTERINGEN IN HET KADER VAN HET HERSTEL- EN VEERKRACHTPLAN
1. Beschrijving van hervormingen en investeringen
A. COMPONENT 1: EEN VEERKRACHTIG EN TOEKOMSTBESTENDIG GEZONDHEIDSZORGSTELS EL
Het onderdeel van het Litouwse plan voor herstel en veerkracht draagt bij tot het aanpakken van uitdagingen in verband met de veerkracht, kwaliteit, toegankelijkheid en efficiëntie van het gezondheidszorgstelsel. Deze uitdagingen zijn nog verergerd door met name de door de COVID-19-pandemie veroorzaakte crisis.
De component omvat een reeks hervormingen en investeringen met betrekking tot: (1) verbetering van de kwaliteit en toegankelijkheid van gezondheidsdiensten en bevordering van innovatie, (2) verbetering van de diensten voor langdurige zorg en (3) versterking van de veerkracht van het gezondheidszorgstelsel om het hoofd te bieden aan noodsituaties. De hervormingen zijn gericht op verdere verschuiving naar ambulante zorg, reorganisatie van het ziekenhuisnetwerk, digitalisering van de gezondheidszorg, verbetering van de arbeidsomstandigheden van gezondheidswerkers, tekorten en vaardigheden van gezondheidswerkers, invoering van maatregelen om de kwaliteit van de gezondheidszorg te verbeteren, uitbreiding van preventiemaatregelen en verbetering van de toegang tot langdurige zorg, hervorming van de financieringswijze van de gezondheidszorg om de afhankelijkheid van werkgerelateerde bijdragen te verminderen. Wat de investeringen betreft, omvat het plan gerichte maatregelen om een centrum voor geavanceerde therapieën op te richten, een competentieplatform voor gezondheidswerkers op te zetten, het gezondheidszorgstelsel te digitaliseren, een geïntegreerd model voor de beoordeling van de kwaliteit van de gezondheidszorg te ontwikkelen, centra voor langdurige zorg en mobiele teams op te zetten. Om een efficiënte verstrekking van gezondheidsdiensten in noodsituaties op gezondheidsgebied te bevorderen en de veerkracht van het gezondheidsstelsel te versterken, worden investeringen overwogen om de infrastructuur van gezondheidszorgfaciliteiten te moderniseren om de werkzaamheden in noodsituaties en crisissituaties aan te passen.
De in het onderdeel opgenomen maatregelen zullen naar verwachting een aantal uitdagingen aanpakken die in de landspecifieke aanbeveling aan de orde worden gesteld om de veerkracht van het gezondheidsstelsel te versterken en de toegankelijkheid en kwaliteit van gezondheidsdiensten te verbeteren (landspecifieke aanbeveling 2020) en de kwaliteit, betaalbaarheid en efficiëntie van het gezondheidszorgstelsel te verbeteren (landspecifieke aanbeveling 2019).
Verwacht wordt dat geen enkele maatregel in dit onderdeel aanzienlijke schade berokkent aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregelen en de risicobeperkende stappen die zijn opgenomen in het plan voor herstel en veerkracht overeenkomstig de technische richtsnoeren van de DNSH (2021/C58/01).
A.1. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor niet-terugbetaalbare financiële steun
A.1.1. Hervorming 1: „Verbetering van de kwaliteit en toegankelijkheid van
gezondheidsdiensten en bevordering van innovatie”
Doel van de hervorming is de kwaliteit en toegankelijkheid van de gezondheidszorg te verbeteren, met de nadruk op versterking van de eerstelijnszorg, gespecialiseerde ambulante zorg, digitalisering van de gezondheidszorg en innovatie. De beoogde maatregelen zijn met name gericht op het versterken van de rol van eerstelijnsgezondheidszorg, de ontwikkeling van innovatieve en wetenschappelijk gefundeerde openbare gezondheidsdiensten, het opzetten van een netwerk van expertisecentra en een netwerk van persoonlijke gezondheidsvoorzieningen op basis van een model van regionale samenwerking om het gezondheidszorgstelsel te heroriënteren van intramurale naar extramurale zorg, verbetering van de planning van de gezondheidsmiddelen en de ontwikkeling van vaardigheden, digitalisering van het gezondheidszorgstelsel, toezicht op de prestaties van het gezondheidsstelsel en verbetering van het financieringsmodel van het gezondheidszorgstelsel.
Deze hervorming gaat gepaard met 11 submaatregelen: (1) wettelijk kader voor de organisatie, het beheer en de verlening van ambulancediensten (submaatregel 1); (2) ontwikkeling van een digitaal gezondheidsstelsel dat het secundaire gebruik van gezondheidsgegevens vergemakkelijkt (submaatregel 2); (3) actieplan voor de ontwikkeling van familiale geneeskunde 2016-2025 (submaatregel 3); (4) vaststelling van een basismodel voor de verlening van openbare gezondheidsdiensten (submaatregel 4); (5) verbetering van de arbeidsomstandigheden en beroepskwalificaties van gezondheidswerkers. (Submaatregel 5);
(6) oprichting van een netwerk van instellingen voor persoonlijke gezondheidszorg op basis van het model voor regionale samenwerking (submaatregel 6); (7) oprichting van een centrum voor geavanceerde therapieën (submaatregel 7); (8) totstandbrenging van een representatieve verzameling referentiegenoomgegevens binnen het gezondheidsproject „Genome Europe” (submaatregel 8); (9) oprichting van een kennisplatform voor gezondheidswerkers (submaatregel 9); (10) ontwikkeling van een model voor de beoordeling van de kwaliteit van de gezondheidszorg (submaatregel 10); (11) digitalisering van de gezondheidszorg (submaatregel 11).
A.1.1.1. Submaatregel 1: Wettelijk kader voor de organisatie, het beheer en de verlening van ambulancediensten
Het doel van deze submaatregel is de goedkeuring van een wetgeving inzake medische nooddiensten en de daarmee verband houdende wetgeving tot vaststelling van een gecentraliseerd model voor de organisatie van de spoedeisende zorg door de verzendingscentra van de ambulance in één enkel systeem van het Centrum voor respons in noodsituaties te integreren.
De submaatregel moet uiterlijk op 31 december 2022 zijn voltooid.
A.1.1.2. Submaatregel 2: Ontwikkeling van een digitaal gezondheidsstelsel dat het secundaire gebruik van gezondheidsgegevens vergemakkelijkt
Het doel van deze submaatregel is wetgeving vast te stellen inzake secundair gebruik van gezondheidsgegevens. In dit verband wordt een inventarisatie gemaakt van de informatiebronnen voor gezondheidszorgstelsels en wordt een analyse van de rijpheid van informatiesystemen uitgevoerd, waarbij de integriteit ervan met andere informatiesystemen wordt beoordeeld. Op basis hiervan worden de middelen geoptimaliseerd om bij te dragen tot het gecoördineerde, kwalitatief hoogwaardige en interoperabele IT-gezondheidszorgstelsel. Het actieplan voor de ontwikkeling van het digitale gezondheidsstelsel wordt uitgevoerd.
De submaatregel moet uiterlijk op 30 september 2022 zijn voltooid.
A.1.1.3. Submaatregel 3: Actieplan voor de ontwikkeling van familiale geneeskunde 2016- 2025
Het doel van deze submaatregel is de goedkeuring van een geactualiseerd actieplan inzake de ontwikkeling van familiale geneeskunde voor de periode 2016-2025. Het door het ministerie van Volksgezondheid goed te keuren actieplan moet huisartsen in staat stellen zich doeltreffender te richten op patiënten en patiënten om toegang te krijgen tot een breder scala aan gezondheidszorg. De sociale partners worden geraadpleegd.
De submaatregel moet uiterlijk op 31 december 2022 zijn voltooid.
A.1.1.4. Submaatregel 4: Vaststelling van een basismodel voor de verlening van openbare gezondheidsdiensten
Deze submaatregel heeft tot doel wetgeving aan te nemen over het basismodel van de openbare gezondheidszorg, waarbij gelijke voorwaarden worden geschapen voor het ontvangen van noodzakelijke en hoogwaardige diensten voor alle groepen in de samenleving, met name voor kwetsbare en sociaal uitgesloten groepen. Er wordt een analyse van de ongelijkheden op het gebied van gezondheid en gezondheidszorg uitgevoerd en gericht op specifieke doelgroepen. De vraag naar en het aanbod van openbare gezondheidsdiensten voor elke groep worden beoordeeld. De basislijst van openbare gezondheidsdiensten, kwaliteitscriteria, verantwoordelijkheden en controlemechanismen wordt vastgesteld en goedgekeurd bij besluit van de minister van Volksgezondheid.
De submaatregel moet uiterlijk op 31 maart 2023 zijn voltooid.
A.1.1.5. Submaatregel 5: Verbetering van de arbeidsomstandigheden en beroepskwalificaties van gezondheidswerkers
Het doel van deze submaatregel is de vaststelling van wetgeving ter verbetering van de arbeidsomstandigheden en de beroepskwalificaties van gezondheidswerkers. Besluiten over de financiële draagkracht van de staat om aan de bepalingen van de ontwerpovereenkomst te voldoen, worden beoordeeld en aangenomen. Voorts wordt bij besluit van de minister van Volksgezondheid een actieplan opgesteld en goedgekeurd ter verbetering van de psychoemotionele toestand van artsen. Er wordt een werkgroep opgericht om een mechanisme te ontwikkelen voor de bijscholing van gezondheidswerkers.
De submaatregel moet uiterlijk op 30 juni 2023 zijn voltooid.
A.1.1.6. Submaatregel 6: Oprichting van een netwerk van instellingen voor persoonlijke gezondheidszorg op basis van het model van regionale samenwerking
Het doel van deze submaatregel is de vaststelling van wetgeving inzake de oprichting en regulering van een netwerk van instellingen voor persoonlijke gezondheidszorg op basis van het model van excellentiecentra en regionale samenwerking. De beginselen en criteria voor de vorming van een netwerk van instellingen voor persoonlijke gezondheidszorg worden ontwikkeld en er wordt een mechanisme voor samenwerking tussen instellingen voor persoonlijke gezondheidszorg en expertisecentra ingesteld. De regering neemt een besluit over de nodige regelgevende, investerings- en communicatieacties om een duurzaam netwerk van gezondheidszorginstellingen tot stand te brengen.
De submaatregel moet uiterlijk op 30 september 2023 zijn voltooid.
A.1.1.7. Submaatregel 7: Oprichting van een centrum voor geavanceerde therapieën
Deze submaatregel heeft tot doel een centrum voor geavanceerde therapieën op te richten om de beschikbaarheid van innovatieve geavanceerde therapieën te waarborgen en de kwaliteit van de gezondheidsdiensten te verbeteren. Het project voorziet in een uitbreiding van het Universitair ziekenhuis in Vilnius voor de ontwikkeling en productie van geneesmiddelen voor geavanceerde therapie. Tot de investeringen behoren uitbreiding van de infrastructuur, aankoop van medische uitrusting en professionele ontwikkeling. Het Centrum voor geavanceerde therapieën wordt volledig geïntegreerd in de activiteiten van het universitair ziekenhuis in Vilnius.
De submaatregel moet uiterlijk op 31 december 2024 zijn voltooid.
A.1.1.8. Submaatregel 8: Een representatieve verzameling referentiegenoomgegevens creëren
binnen het gezondheidsproject „Genome Europe”
Deze submaatregel heeft tot doel de opeenvolgende tests af te ronden en Litouwen in staat te stellen deel te nemen aan het grensoverschrijdende EU-gezondheidsproject „Genome Europe”. Met name de investeringen in het project „enquêtes voor de sequentiebepaling van het menselijk genoom in een representatieve steekproef van de totale populatie van Litouwen” leiden tot een representatieve verzameling van referentiegenoomgegevens van Litouwse burgers. Het doel is het genetisch onderzoek van Litouwen te versterken om een veilige koppeling en analyse van deze gegevens in het kader van het project te vergemakkelijken.
De submaatregel moet uiterlijk op 31 maart 2026 zijn voltooid.
A.1.1.9. Submaatregel 9: Oprichting van een competentieplatform voor gezondheidswerkers
Het doel van deze submaatregel is de oprichting van een competentieplatform voor gezondheidswerkers dat moet worden gebruikt voor het identificeren, monitoren en beheren van de ontwikkeling van vaardigheden van gezondheidswerkers. Zij houdt een register bij van de vergunningen van gezondheidswerkers in overeenstemming met het toepasselijke regelgevingskader en gekoppeld aan het vergunningenregister voor gezondheidszorg en farmaceutische beroepspraktijken.
De submaatregel moet uiterlijk op 31 maart 2026 zijn voltooid.
A.1.1.10. Submaatregel 10: Ontwikkeling van een model voor de beoordeling van de kwaliteit van de gezondheidszorg
Het doel van deze submaatregel is een geïntegreerd beoordelingsmodel voor de kwaliteit van de gezondheidszorg en een hulpmiddel voor feedback van patiënten te ontwikkelen. Het model bestaat erin de efficiëntie en kwaliteit van de gezondheidsdiensten van openbare gezondheidsinstanties, centra voor eerstelijnszorg en ziekenhuizen te beoordelen en een kader te creëren om de prestaties van zorginstellingen te vergelijken.
De submaatregel moet uiterlijk op 30 juni 2024 zijn voltooid. A.1.1.11. Submaatregel 11: Digitalisering van de gezondheidszorg
Het doel van deze submaatregel is verschillende gezondheidsinformatiebronnen te integreren in een systeem dat gebaseerd is op uniforme beginselen en de elektronische gezondheidselementen te moderniseren. Dit omvat de ontwikkeling van elektronische patiëntendossiers en de digitalisering van persoonlijke gezondheidsdiensten, de ontwikkeling van telegeneeskunde en digitale oplossingen voor surveillance van overdraagbare ziekten en de verwerking van analytische gegevens, big data en kunstmatige intelligentie, alsook de uitwisseling van gezondheidsgegevens. De investering draagt bij aan diverse meerlandenprojecten in verband met de grensoverschrijdende uitwisseling van gezondheidsgegevens, elektronische recepten en patiëntendossiers, Europese referentienetwerken (ERN’s) en andere internationale netwerkstructuren, projecten die gericht zijn op de ontwikkeling van een efficiënt, interoperabel en veilig grensoverschrijdend platform voor de uitwisseling van elektronische medische dossiers voor X-eHealth voor de overgang naar het gemeenschappelijk gegevensuitwisselingssysteem en de totstandbrenging van een gemeenschappelijke Europese ruimte voor gezondheidsgegevens. De investering heeft tot doel de toegankelijkheid, kwaliteit en hulpbronnenefficiëntie van gezondheidsdiensten te verbeteren en digitaal geïntegreerde gezondheidszorgstelsels te bevorderen.
De submaatregel moet uiterlijk op 31 december 2025 zijn voltooid.
A.1.2. Hervorming 2 „verlening van diensten voor langdurige zorg”
Doel van de hervorming is de toegankelijkheid van geïntegreerde sociale en gezondheidsdiensten te verbeteren door een duurzaam model voor langdurige zorg te ontwikkelen en toe te passen. Er wordt een actieplan voor opleiding, omscholing en bijscholing van beroepsbeoefenaren in de langdurige zorg ontwikkeld en er wordt een plan opgesteld om te zorgen voor de nodige infrastructuur voor de verlening van diensten voor langdurige zorg op het niveau van elke gemeente en regio, waarbij wordt gezorgd voor een optimaal gebruik van de bestaande infrastructuur voor gezondheidszorg en sociale bescherming en de middelen van gemeentelijke en niet-gouvernementele organisaties. Voor elke regio wordt een analyse gemaakt van de middelen voor institutionele, gemeenschapsgerichte en thuisgebaseerde langdurige zorg en wordt een nieuw model voor de verlening van langdurige zorg operationeel.
Deze hervorming gaat gepaard met 2 submaatregelen: (1) vaststelling van het model voor langdurige zorg (submaatregel 1); (2) verhoging van de personele middelen en de infrastructuurcapaciteit voor de verlening van diensten voor langdurige zorg (submaatregel 2).
A.1.2.1. Submaatregel 1: Invoering van het model voor langdurige zorg
Het doel van deze submaatregel is wetgeving vast te stellen voor de tenuitvoerlegging van het model voor langdurige zorg. Het model voor de verstrekking en financiering van sociale en persoonlijke gezondheidszorg, waarmee een centraal loket voor de verlening van langdurige zorg wordt ingesteld, wordt ontwikkeld. Er wordt een diepgaande analyse uitgevoerd om het model voor de verlening van diensten voor langdurige zorg vast te stellen.
De submaatregel moet uiterlijk op 31 maart 2024 zijn voltooid.
A.1.2.2. Submaatregel 2: Vergroting van de personele middelen en de infrastructuurcapaciteit voor de verlening van diensten voor langdurige zorg
Het doel van deze submaatregel is het opzetten van 10 gespecialiseerde dagcentra voor langdurige zorg waar patiënten toegang hebben tot geïntegreerde gezondheids- en sociale diensten en gemeenschapsgerichte activiteiten. Er wordt voorzien in uitrusting en voertuigen die nodig zijn voor de ontwikkeling van poliklinische diensten voor langdurige zorg en de nodige personele middelen voor 90 mobiele teams. Ten minste 1000 beroepsbeoefenaars worden opgeleid als thuisverzorger, waaronder mobiel teampersoneel en personeel in de gevestigde dagcentra. Terwijl de gespecialiseerde dagcentra in steden zijn gevestigd, worden de mobiele teams in het hele land gevormd, met bijzondere aandacht voor plattelandsgemeenten.
De submaatregel moet uiterlijk op 31 maart 2026 zijn voltooid.
A.1.3. Hervorming 3 „Systemische verbetering van de veerkracht van het
gezondheidszorgstelsel om het hoofd te bieden aan noodsituaties”
Doel van de hervorming is te zorgen voor een evenwichtige, veilige en efficiënte verstrekking van gezondheidsdiensten in noodsituaties, door de samenwerking tussen gezondheidszorginstellingen te verbeteren en de infrastructuur aan te passen aan noodsituaties.
Deze hervorming gaat gepaard met 3 submaatregelen: (1) actieplan ter verbetering van de samenwerking tussen gezondheidszorginstellingen en modernisering van de infrastructuur voor noodsituaties. (Submaatregel 1); (2) modernisering van expertisecentra op het gebied van infectieziekten (submaatregel 2); (3) modernisering van hulpdiensten en reanimatie- eenheden in regionale ziekenhuizen (submaatregel 3).
A.1.3.1. Submaatregel 1: Actieplan ter verbetering van de samenwerking tussen gezondheidszorginstellingen en modernisering van de infrastructuur voor noodsituaties
Het doel van deze submaatregel is de goedkeuring van een actieplan ter verbetering van de samenwerking tussen gezondheidszorginstellingen en de modernisering van de infrastructuur voor noodsituaties. Het bevat voorschriften voor de zorginstellingen om hun paraatheid en de
doeltreffendheid van de respons van het systeem op noodsituaties te waarborgen. De voorwaarden worden geschapen voor een efficiëntere samenwerking van de beschikbare personele middelen. Er wordt een beoordeling uitgevoerd van de paraatheid van zorginstellingen voor noodsituaties.
De submaatregel moet uiterlijk op 31 maart 2023 zijn voltooid.
A.1.3.2. Submaatregel 2: Modernisering van expertisecentra op het gebied van infectieziekten
Het doel van deze submaatregel is het moderniseren en uitbreiden van de expertisecentra van het cluster infectieziekten in vijf ziekenhuizen in grote steden, waaronder Vilnius, Kaunas, Klaipeda, Siauliai en Panevezys, die zich aanpassen aan noodsituaties en crisissituaties. De investeringen omvatten onder meer renovatie, aanpassing van gebouwen, wederopbouw en renovatie van gebouwen, alsmede de aanschaf van medische en laboratoriumapparatuur om te zorgen voor betaalbare, hoogwaardige en veilige diagnose- en behandelingsdiensten voor infectieziekten. In het algemeen dragen investeringen in ziekenhuisinfrastructuur bij tot de reorganisatie van de ambulancediensten om ervoor te zorgen dat de nodige en tijdige medische bijstand aan de bevolking wordt verleend. Het zorgt ook voor de capaciteit om infectieziekten te behandelen zonder het totale aantal therapeutische en langdurige zorgbedden op nationaal niveau te verhogen.
De submaatregel moet uiterlijk op 31 december 2024 zijn voltooid.
A.1.3.3. Submaatregel 3: Modernisering van hulpdiensten en reanimatie-eenheden in regionale ziekenhuizen
Het doel van deze submaatregel is de modernisering van medische eenheden voor noodhulp, reanimatie en intensive care in zeven ziekenhuizen/trauma’s in Vilnius, Kaunas, Alytus, Marijampole, Utena, Telsiai en Taurage. De investeringen omvatten de wederopbouw en modernisering van medische noodequivalenten en de levering van noodzakelijke medische uitrusting.
De submaatregel moet uiterlijk op 31 december 2024 zijn voltooid.
A.2. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering voor niet-terugbetaalbare financiële steun
Vol gn um me r | Betrokken maatregel (hervorming of investering) | Mijlpaal / Streefdoel | Benaming | Kwalitatieve indicatoren (voor mijlpalen) | Kwantitatieve indicatoren (voor streefdoelen) | Indicatieve termijn voor voltooiing | Beschrijving en duidelijke definitie van xxxx xxxxxxxx / elk streefdoel | |||
Eenhe id | Basisscen ario | Doel | Kwartaal | Jaar | ||||||
1 | A.1.1. Verbetering van de kwaliteit en toegankelijkhei d van diensten en bevordering van innovatie A.1.1.1. Wettelijk kader voor de organisatie, het beheer en de verlening van ambulancediens ten | Mijlpaal | Inwerkingtreding van de wetgeving inzake medische spoeddiensten en de daarmee verband houdende wetgeving | Wetgeving in werking getreden | Nvt | Nvt | Nvt | Q4 | 2022 | De organisatie, het beheer en de verstrekking van ambulancediensten worden geregeld in de wet inzake medische spoeddiensten en de daarmee verband houdende wetgeving, zoals de wet inzake zorginstellingen, de wet inzake het centrum voor respons in noodsituaties, de secundaire wetgeving waarin de vereisten voor de verlening van ambulancediensten en betalingsprocedures zijn vastgelegd. |
2 | A.1.1. Verbetering van de kwaliteit en toegankelijkhei d van diensten en bevordering van innovatie | Mijlpaal | Inwerkingtreding van de wetgeving betreffende het secundaire gebruik van gezondheidsgegeve ns | Wetgeving in werking getreden | Nvt | Nvt | Nvt | Q3 | 2022 | De wetgeving inzake secundair gebruik van gezondheidsgegevens en de uitvoeringsbepalingen inzake de procedures voor de afgifte van vergunningen voor secundair gebruik van gegevens, de opstelling van gezondheidsgegevens voor secundair gebruik, de vergoeding van de kosten voor het verstrekken |
Vol gn um me r | Betrokken maatregel (hervorming of investering) | Mijlpaal / Streefdoel | Benaming | Kwalitatieve indicatoren (voor mijlpalen) | Kwantitatieve indicatoren (voor streefdoelen) | Indicatieve termijn voor voltooiing | Beschrijving en duidelijke definitie van xxxx xxxxxxxx / elk streefdoel | |||
Eenhe id | Basisscen ario | Doel | Kwartaal | Jaar | ||||||
A.1.1.2. Ontwikkeling van een digitaal gezondheidsstel sel dat het secundaire gebruik van gezondheidsgeg evens vergemakkelijkt | van gezondheidsgegevens door voor de verwerking verantwoordelijken in de gezondheidszorg aan een door de overheid gemachtigde instelling, i) zorgen voor een efficiënt en veilig secundair gebruik van gezondheidsgegevens voor doeleinden van algemeen belang (onderzoek, experimentele ontwikkeling en innovatie, onderwijs en opleiding, kennisbeheer op het gebied van gezondheid, gezondheidsbeleid, statistiek), ii) zorgen voor een duurzame ontwikkeling van digitale gezondheid en iii) de nodige organisatorische en technische maatregelen voor een geharmoniseerde en geharmoniseerde bescherming van persoonsgegevens reguleren. | |||||||||
3 | A.1.1. Verbetering van de kwaliteit en toegankelijkhei d van diensten en bevordering van innovatie A.1.1.3. Actieplan voor de ontwikkeling | Mijlpaal | Goedkeuring van het geactualiseerde actieplan inzake de ontwikkeling van familiale geneeskunde voor 2016-2025 | Goedkeuring van het actieplan inzake gezinsgeneeskund ige ontwikkeling door het ministerie van Volksgezondheid | Nvt | Nvt | Nvt | Q4 | 2022 | Het ministerie van Volksgezondheid zal een actieplan voor de ontwikkeling van familiale geneeskunde voor 2016-2025 opstellen en goedkeuren. In het actieplan worden de functies van een huisarts gedefinieerd die niet rechtstreeks verband houden met het verlenen van gezondheidsdiensten; En herverdeling van verantwoordelijkheden tussen huisartsen en andere leden van het medisch team (verpleegkundigen, verloskundigen, verpleegkundigen, lifestyle professionals, |
Vol gn um me r | Betrokken maatregel (hervorming of investering) | Mijlpaal / Streefdoel | Benaming | Kwalitatieve indicatoren (voor mijlpalen) | Kwantitatieve indicatoren (voor streefdoelen) | Indicatieve termijn voor voltooiing | Beschrijving en duidelijke definitie van xxxx xxxxxxxx / elk streefdoel | |||
Eenhe id | Basisscen ario | Doel | Kwartaal | Jaar | ||||||
van familiale geneeskunde 2016-2025 | maatschappelijk werkers of fysiotherapeuten). | |||||||||
4 | A.1.1. Verbetering van de kwaliteit en toegankelijkhei d van diensten en bevordering van innovatie A.1.1.4. Vaststelling van een basismodel voor de verlening van openbare gezondheidsdi ensten | Mijlpaal | Inwerkingtreding van een basismodel voor openbare gezondheidszorg dat gelijke voorwaarden schept voor het ontvangen van noodzakelijke en hoogwaardige diensten voor alle groepen in de samenleving, met name kwetsbare en sociaal uitgesloten groepen | Wetgeving in werking getreden | Nvt | Nvt | Nvt | Q1 | 2023 | Het basismodel voor de openbare gezondheidszorg stelt een basislijst op van openbare gezondheidsdiensten, met inbegrip van gezondheidsbevordering en ziektepreventie, kwaliteitscriteria, mechanismen voor toezicht op de dienstverlening en van gezondheidsdiensten voor doelgroepen, met name kwetsbare en sociaal uitgesloten groepen. De noodzakelijke en kwalitatief hoogwaardige diensten worden in alle gemeenten op gelijke wijze verleend. |
5 | A.1.1. Verbetering van de kwaliteit en | Mijlpaal | Inwerkingtreding van wetgeving ter verbetering van de | Wetgeving in werking getreden | Nvt | Nvt | Nvt | Q2 | 2023 | De wetgeving ter verbetering van de arbeidsomstandigheden en beroepskwalificaties van gezondheidswerkers omvat bepalingen inzake |
Vol gn um me r | Betrokken maatregel (hervorming of investering) | Mijlpaal / Streefdoel | Benaming | Kwalitatieve indicatoren (voor mijlpalen) | Kwantitatieve indicatoren (voor streefdoelen) | Indicatieve termijn voor voltooiing | Beschrijving en duidelijke definitie van xxxx xxxxxxxx / elk streefdoel | |||
Eenhe id | Basisscen ario | Doel | Kwartaal | Jaar | ||||||
toegankelijkhei d van diensten en bevordering van innovatie A.1.1.5. Verbetering van de arbeidsomstand igheden en beroepskwalific aties van gezondheidswer kers | arbeidsomstandigh eden en beroepskwalificatie s van gezondheidswerker s | loonregulering, werkbelasting, maatregelen ter verbetering van de psychoemotionele toestand van artsen en een mechanisme voor de bijscholing van gezondheidswerkers. | ||||||||
6 | A.1.1. Verbetering van de kwaliteit en toegankelijkhei d van diensten en bevordering van innovatie A.1.1.6. Oprichting van een netwerk | Mijlpaal | Inwerkingtreding van wetgeving inzake de oprichting en regulering van een netwerk van instellingen voor persoonlijke gezondheidszorg op basis van het model van | Wetgeving in werking getreden | Nvt | Nvt | Nvt | Q3 | 2023 | In de wetgeving betreffende het netwerk van instellingen voor persoonlijke gezondheidszorg op basis van het model van excellentiecentra en regionale samenwerking worden de beginselen en criteria vastgesteld voor de vorming van een netwerk van instellingen voor persoonlijke gezondheidszorg en een mechanisme voor samenwerking tussen instellingen voor persoonlijke gezondheidszorg en kenniscentra. |
Vol gn um me r | Betrokken maatregel (hervorming of investering) | Mijlpaal / Streefdoel | Benaming | Kwalitatieve indicatoren (voor mijlpalen) | Kwantitatieve indicatoren (voor streefdoelen) | Indicatieve termijn voor voltooiing | Beschrijving en duidelijke definitie van xxxx xxxxxxxx / elk streefdoel | |||
Eenhe id | Basisscen ario | Doel | Kwartaal | Jaar | ||||||
van instellingen voor persoonlijke gezondheidszor g op basis van het model van regionale samenwerking | excellentiecentra en regionale samenwerking | |||||||||
7 | A.1.1. Verbetering van de kwaliteit en toegankelijkhei d van diensten en bevordering van innovatie A.1.1.7. Oprichting van een centrum voor geavanceerde therapieën | Mijlpaal | Oprichting van een centrum voor geavanceerde therapie | De oprichting van een centrum voor geavanceerde therapie | Nvt | Nvt | Nvt | Q4 | 2024 | De oprichting van het centrum voor geavanceerde therapie moet de bereiding van geneesmiddelen voor geavanceerde therapie mogelijk maken en ervoor zorgen dat aan de bevolking in het hele land innovatieve diensten op het gebied van celtherapie worden verleend. Het ontwerp en de bouw van het centrum voor geavanceerde therapie worden voltooid, medische/laboratoriumapparatuur, aangekochte en geïnstalleerde IT-apparatuur en meubilair worden aangeschaft en geïnstalleerd, methodologische richtsnoeren worden toegepast, een opleiding op het gebied van beroepsontwikkeling is voltooid en de nodige exploitatievergunningen worden verkregen. |
Vol gn um me r | Betrokken maatregel (hervorming of investering) | Mijlpaal / Streefdoel | Benaming | Kwalitatieve indicatoren (voor mijlpalen) | Kwantitatieve indicatoren (voor streefdoelen) | Indicatieve termijn voor voltooiing | Beschrijving en duidelijke definitie van xxxx xxxxxxxx / elk streefdoel | |||
Eenhe id | Basisscen ario | Doel | Kwartaal | Jaar | ||||||
8 | A.1.1. Verbetering van de kwaliteit en toegankelijkhei d van diensten en bevordering van innovatie A.1.1.8. Een representatieve verzameling referentiegenoo mgegevens creëren binnen het gezondheidspro ject „Genome Europe” | Streefdoel | Aantal op het gehele menselijk genoom uitgevoerde sequentietests | Nvt | Aantal | 0 | 750 | Q2 | 2025 | Het aantal voltooide opeenvolgende tests dat is uitgevoerd om deel te nemen aan de uitvoering van het grensoverschrijdende EU-project „Genome Europa” bedraagt ten minste 750. De Litouwse instellingen die aan het project deelnemen, worden uitgerust met laboratorium- en computerapparatuur die nodig is voor de ontwikkeling van nationale genomische referentiegegevens. Er wordt een duurzame, uniforme nationale genomica-infrastructuur tot stand gebracht. De doelstelling houdt verband met de vaststelling van het wettelijk kader voor genoomonderzoek en de uitwisseling van deze informatie met de EU- landen. |
9 | A.1.1. Verbetering van de kwaliteit en toegankelijkhei d van diensten en bevordering van innovatie | Streefdoel | Aantal op het gehele menselijk genoom uitgevoerde sequentietests | Nvt | Aantal | 750 | 1570 | Q1 | 2026 | Het aantal voltooide opeenvolgende tests dat is uitgevoerd om deel te nemen aan de uitvoering van het grensoverschrijdende EU-project „Genome Europa” bedraagt ten minste 1570. De Litouwse instellingen die aan het project deelnemen, worden uitgerust met laboratorium- en computerapparatuur die nodig is voor de ontwikkeling van nationale genomische |
Vol gn um me r | Betrokken maatregel (hervorming of investering) | Mijlpaal / Streefdoel | Benaming | Kwalitatieve indicatoren (voor mijlpalen) | Kwantitatieve indicatoren (voor streefdoelen) | Indicatieve termijn voor voltooiing | Beschrijving en duidelijke definitie van xxxx xxxxxxxx / elk streefdoel | |||
Eenhe id | Basisscen ario | Doel | Kwartaal | Jaar | ||||||
A.1.1.8. Een representatieve verzameling referentiegenoo mgegevens creëren binnen het gezondheidspro ject „Genome Europe” | referentiegegevens. Er wordt een duurzame, uniforme nationale genomica-infrastructuur tot stand gebracht. De doelstelling houdt verband met de vaststelling van het wettelijk kader voor genoomonderzoek en de uitwisseling van deze informatie met de EU- landen. | |||||||||
10 | A.1.1. Verbetering van de kwaliteit en toegankelijkhei d van diensten en bevordering van innovatie A.1.1.9. Oprichting van een competentieplat form voor gezondheidswer | Mijlpaal | Oprichting van een kennisplatform voor gezondheidswerker s | De oprichting van een kennisplatform voor gezondheidswerk ers | Nvt | Nvt | Nvt | Q4 | 2023 | Er wordt een competentieplatform voor gezondheidswerkers opgericht, dat modaliteiten omvat voor het identificeren, monitoren, plannen en beheren van gezondheidswerkers zoals artsen, verpleegkundigen, volksgezondheid en de ontwikkeling van vaardigheden van farmaceutische specialisten (omscholing en bijscholing). Het platform slaat de vergunningen van gezondheidswerkers op en is gekoppeld aan het register van vergunningen voor gezondheidszorg en farmaceutische beroepspraktijken. Zorginstellingen monitoren en plannen de professionele ontwikkeling van specialisten, |
Vol gn um me r | Betrokken maatregel (hervorming of investering) | Mijlpaal / Streefdoel | Benaming | Kwalitatieve indicatoren (voor mijlpalen) | Kwantitatieve indicatoren (voor streefdoelen) | Indicatieve termijn voor voltooiing | Beschrijving en duidelijke definitie van xxxx xxxxxxxx / elk streefdoel | |||
Eenhe id | Basisscen ario | Doel | Kwartaal | Jaar | ||||||
kers | houden toezicht op bij- en omscholing van specialisten van nationale zorgaanbieders en openbare gezondheidszorginstellingen. | |||||||||
11 | A.1.1. Verbetering van de kwaliteit en toegankelijkhei d van diensten en bevordering van innovatie A.1.1.10. Ontwikkeling van een model voor de beoordeling van de kwaliteit van de gezondheidszor g | Streefdoel | Aandeel gezondheidszorgin stellingen dat deel uitmaakt van het Litouwse nationale gezondheidsbeelds cherm op basis van een reeks prestatie- indicatoren | % (perce ntage) | 0 | 100 | Q2 | 2024 | Het aandeel gezondheidszorginstellingen dat deel uitmaakt van het beeldscherm van het gezondheidszorgstelsel op basis van een reeks prestatie-indicatoren wordt gemonitord door het ministerie van Volksgezondheid en het nationale accreditatiebureau voor gezondheidszorg onder het ministerie van Volksgezondheid. Er wordt een IT-instrument ingevoerd om de kwaliteit van de gezondheidsdiensten op nationaal, gemeentelijk en gezondheidsniveau te monitoren. Het IT- monitoringinstrument maakt het mogelijk de kwaliteit van het nationale gezondheidsstelsel als geheel en van afzonderlijke gemeenten en zorginstellingen te beoordelen, de waarden van de indicatoren te vergelijken met de streefwaarden op nationaal, gemeentelijk en gezondheidszorgniveau, en de activiteiten van alle zorginstellingen te vergelijken aan de hand van de geselecteerde indicatoren. Op basis van gecontroleerde informatie worden besluiten |
Vol gn um me r | Betrokken maatregel (hervorming of investering) | Mijlpaal / Streefdoel | Benaming | Kwalitatieve indicatoren (voor mijlpalen) | Kwantitatieve indicatoren (voor streefdoelen) | Indicatieve termijn voor voltooiing | Beschrijving en duidelijke definitie van xxxx xxxxxxxx / elk streefdoel | |||
Eenhe id | Basisscen ario | Doel | Kwartaal | Jaar | ||||||
genomen over de planning van investeringen ter verbetering van de kwaliteit van het gezondheidsstelsel. | ||||||||||
12 | A.1.1. Verbetering van de kwaliteit en toegankelijkhei d van diensten en bevordering van innovatie A.1.1.11. Digitalisering van de gezondheidszor g | Streefdoel | Aandeel van de bevolking van het land dat aan gezondheidszorg gerelateerde elektronische diensten verleent | Nvt | % (perce ntage) | 30 | 60 | Q4 | 2025 | Aandeel van de Litouwse bevolking dat de relevante gezondheidsdiensten elektronisch ontvangt. De diensten omvatten ambulante bezoeken, elektronische recepten, afgifte van een geboorteakte van een kind, afgifte van een medische overlijdensakte, medisch onderzoek van bestuurders, verwijzingen voor raadpleging, onderzoek, behandeling, diagnostische tests en vaccinaties. De verwezenlijking van de doelstelling houdt rechtstreeks verband met de totstandbrenging van een informatiesysteem dat geïntegreerd is met het informatiesysteem voor elektronische gezondheidsdiensten en samenwerking met infrastructuur (ESPBI IS), dat is opgezet door het Staatscentrum voor Ondernemingen. Het bestaande LNKC-informatiesysteem moet worden geïntegreerd met het ESPBI IS en het LNKC IS in staat stellen webdienstdocumenten uit te wisselen |
Vol gn um me r | Betrokken maatregel (hervorming of investering) | Mijlpaal / Streefdoel | Benaming | Kwalitatieve indicatoren (voor mijlpalen) | Kwantitatieve indicatoren (voor streefdoelen) | Indicatieve termijn voor voltooiing | Beschrijving en duidelijke definitie van xxxx xxxxxxxx / elk streefdoel | |||
Eenhe id | Basisscen ario | Doel | Kwartaal | Jaar | ||||||
met nationale contactpunten van andere EU- landen. | ||||||||||
13 | A.1.1. Verbetering van de kwaliteit en toegankelijkhei d van diensten en bevordering van innovatie A.1.1.11. Digitalisering van de gezondheidszor g | Streefdoel | Aandeel van instellingen voor ambulante en intramurale persoonlijke gezondheidszorg die gebruikmaken van e- gezondheidsproduc ten | Nvt | % (perce ntage) | 50 | 70 | Q4 | 2025 | Aandeel van de instellingen voor intramurale en extramurale persoonlijke gezondheidszorg die e- gezondheidsproducten gebruiken, stijgt van 50 % naar 70 %. De instellingen passen hun interne processen en informatiesystemen aan in overeenstemming met Besluit nr. V-657 „Op de goedkeuring van de beschrijving van de procedure voor het gebruik van het informatiesysteem voor elektronische gezondheidsdiensten en infrastructuur voor samenwerking” van de minister van Volksgezondheid en het beheer van gegevens in het elektronische gezondheidssysteem en het informatiesysteem voor samenwerkingsinfrastructuur (ESBPI IS). |
14 | A.1.1. Verbetering van de kwaliteit en toegankelijkhei d van diensten en bevordering | Streefdoel | Percentage gezondheidswerker s van wie de vergunning is geregistreerd en digitaal wordt | % (perce ntage) | 0 | 50 | Q1 | 2026 | Percentage gezondheidswerkers in het land, van wie de vergunning in een IT-systeem wordt geregistreerd en digitaal gecontroleerd. Het State Health Care Accreditation Agency ziet toe op de naleving van de vergunningsvoorwaarden van zorgspecialisten en |
Vol gn um me r | Betrokken maatregel (hervorming of investering) | Mijlpaal / Streefdoel | Benaming | Kwalitatieve indicatoren (voor mijlpalen) | Kwantitatieve indicatoren (voor streefdoelen) | Indicatieve termijn voor voltooiing | Beschrijving en duidelijke definitie van xxxx xxxxxxxx / elk streefdoel | |||
Eenhe id | Basisscen ario | Doel | Kwartaal | Jaar | ||||||
van innovatie A.1.1.11. Digitalisering van de gezondheidszor g | gecontroleerd | -instellingen. | ||||||||
15 | A.1.2. Hervorming van de diensten voor langdurige zorg A.1.2.1. Invoering van het model voor langdurige zorg | Mijlpaal | Inwerkingtreding van wetgeving inzake de tenuitvoerlegging van het model voor langdurige zorg | Wetgeving in werking getreden | Nvt | Nvt | Nvt | Q1 | 2024 | De wetgeving inzake de uitvoering van het model voor langdurige zorg omvat het concept van diensten voor langdurige zorg, de vereisten voor dienstverlening, het beheer van diensten voor langdurige zorg, de duidelijke toewijzing van diensten aan specifieke instellingen, de basisvereisten voor de verlening van diensten voor langdurige zorg en de vaststelling van beginselen en mechanismen voor de financiering van diensten voor langdurige zorg. |
16 | A.1.2. Hervorming van de diensten voor langdurige | Streefdoel | Aandeel van patiënten met langdurige zorg die extramurale | Nvt | % (perce ntage) | 5 | 30 | Q2 | 2025 | Aandeel Litouwse patiënten met langdurige zorg die relevante diensten in huis en/of in dagcentra ontvangen, stijgt tot 30 %. De verwezenlijking van de doelstelling houdt |
Vol gn um me r | Betrokken maatregel (hervorming of investering) | Mijlpaal / Streefdoel | Benaming | Kwalitatieve indicatoren (voor mijlpalen) | Kwantitatieve indicatoren (voor streefdoelen) | Indicatieve termijn voor voltooiing | Beschrijving en duidelijke definitie van xxxx xxxxxxxx / elk streefdoel | |||
Eenhe id | Basisscen ario | Doel | Kwartaal | Jaar | ||||||
zorg A.1.2.2. Vergroting van de personele middelen en de infrastructuurca paciteit voor de verlening van diensten voor langdurige zorg | langdurige zorg ontvangen (%) | rechtstreeks verband met de vorming van negentig teams van specialisten die ambulante diensten verlenen in de woningen van de bewoners, de oprichting van tien gespecialiseerde dagopvangcentra in steden voor de verlening van meer geïntegreerde diensten voor langdurige zorg en de opleiding van ten minste 1000 professionals in de langdurige zorg. De indicator wordt gecontroleerd door het ministerie van Volksgezondheid. | ||||||||
17 | A.1.2. Hervorming van de diensten voor langdurige zorg A.1.2.2. Vergroting van de personele middelen en de infrastructuurca | Streefdoel | Aandeel van patiënten met langdurige zorg die extramurale langdurige zorg ontvangen (%) | Nvt | % (perce ntage) | 30 | 60 | Q1 | 2026 | Aandeel Litouwse patiënten met langdurige zorg die relevante diensten in huis en/of in dagcentra ontvangen, stijgt tot 60 %. De verwezenlijking van de doelstelling houdt rechtstreeks verband met de vorming van negentig teams van specialisten die ambulante diensten verlenen in de woningen van de bewoners, de oprichting van tien gespecialiseerde dagopvangcentra in steden voor de verlening van meer geïntegreerde diensten voor langdurige zorg en de opleiding van ten minste 1000 professionals |
Vol gn um me r | Betrokken maatregel (hervorming of investering) | Mijlpaal / Streefdoel | Benaming | Kwalitatieve indicatoren (voor mijlpalen) | Kwantitatieve indicatoren (voor streefdoelen) | Indicatieve termijn voor voltooiing | Beschrijving en duidelijke definitie van xxxx xxxxxxxx / elk streefdoel | |||
Eenhe id | Basisscen ario | Doel | Kwartaal | Jaar | ||||||
paciteit voor de verlening van diensten voor langdurige zorg | in de langdurige zorg. De indicator wordt gecontroleerd door het ministerie van Volksgezondheid. | |||||||||
18 | A.1.3. Systemische verbetering van de veerkracht van het gezondheidsstel sel om in noodsituaties te werken A.1.3.1. Actieplan ter verbetering van de samenwerking tussen gezondheidszor ginstellingen en modernisering van de infrastructuur | Mijlpaal | Inwerkingtreding van een actieplan ter verbetering van de samenwerking tussen gezondheidszorgin stellingen en modernisering van de infrastructuur voor noodsituaties | Goedkeuring van het actieplan voor samenwerking tussen gezondheidszorgi nstellingen en modernisering van de infrastructuur voor noodsituaties door het ministerie van Volksgezondheid | Nvt | Nvt | Nvt | Q1 | 2023 | Het actieplan om de samenwerking tussen gezondheidszorginstellingen te verbeteren en de infrastructuur aan te passen aan noodsituaties bevat eisen inzake paraatheid voor zorginstellingen en een efficiënte inzet van personele middelen. |
Vol gn um me r | Betrokken maatregel (hervorming of investering) | Mijlpaal / Streefdoel | Benaming | Kwalitatieve indicatoren (voor mijlpalen) | Kwantitatieve indicatoren (voor streefdoelen) | Indicatieve termijn voor voltooiing | Beschrijving en duidelijke definitie van xxxx xxxxxxxx / elk streefdoel | |||
Eenhe id | Basisscen ario | Doel | Kwartaal | Jaar | ||||||
voor noodsituaties | ||||||||||
19 | A.1.3. Systemische verbetering van de veerkracht van het gezondheidsstel sel om in noodsituaties te werken A.1.3.2. Modernisering van expertisecentra op het gebied van infectieziekten | Streefdoel | Aantal gemoderniseerde gezondheidszorgfa ciliteiten met expertisecentra op het gebied van infectieziekten | Aantal | 0 | 5 | Q4 | 2024 | De investeringen worden gebruikt om de infrastructuur van 5 clustercentra voor infectieziekten te moderniseren, hetgeen nodig is om de efficiëntie, kwaliteit en veiligheid van de diagnose en behandeling van gevaarlijke infecties te waarborgen. Er moet voor worden gezorgd dat het totale aantal curatieve en langdurige zorgbedden op nationaal niveau niet toeneemt. Het streefcijfer wordt geacht te zijn bereikt na de volgende acties: i) er geactualiseerde voorschriften voor infectieziekten en toelatingsafdelingen zijn vastgesteld; ii) Investeringsprojecten voor de gemoderniseerde gezondheidszorgfaciliteiten, met inbegrip van expertisecentra op het gebied van infectieziekten. |
Vol gn um me r | Betrokken maatregel (hervorming of investering) | Mijlpaal / Streefdoel | Benaming | Kwalitatieve indicatoren (voor mijlpalen) | Kwantitatieve indicatoren (voor streefdoelen) | Indicatieve termijn voor voltooiing | Beschrijving en duidelijke definitie van xxxx xxxxxxxx / elk streefdoel | |||
Eenhe id | Basisscen ario | Doel | Kwartaal | Jaar | ||||||
20 | A.1.3. Systemische verbetering van de veerkracht van het gezondheidsstel sel om in noodsituaties te werken A.1.3.3. Modernisering van hulpdiensten en reanimatie- eenheden in regionale ziekenhuizen | Streefdoel | Aantal gemoderniseerde gezondheidszorgfa ciliteiten in nood-, reanimatie- en intensivecareafdeli ngen in ziekenhuizen | Aantal | 0 | 7 | Q4 | 2024 | De investering wordt gebruikt voor de modernisering van de hulpdiensten en eenheden voor reanimatie (intensive care) van zeven regionale ziekenhuizen om ervoor te zorgen dat instellingen bereid zijn om in noodsituaties kwalitatief hoogstaande en veilige diensten te verlenen. Het streefcijfer wordt geacht te zijn bereikt na de volgende acties: i) De geactualiseerde eisen voor de werking van de diensten voor noodgevallen; ii) Geactualiseerde eisen voor reanimatie- en intensive care-eenheden; iii) Investeringsprojecten voor gemoderniseerde gezondheidszorgfaciliteiten in noodgevallen in ziekenhuizen, reanimatie- en intensivecareafdelingen ten uitvoer gelegd. |
B. COMPONENT 2: GROENE TRANSFORMATIE VAN LITOUWEN
Het onderdeel van het Litouwse plan voor herstel en veerkracht draagt bij tot het aanpakken van de uitdagingen in verband met de groene transitie, en met name de noodzaak om de broeikasgasemissies te verlagen, onder meer van de vervoerssector, de energie-efficiëntie in gebouwen en vervoer te verhogen, de hulpbronnenefficiëntie te verbeteren en bij te dragen tot de opname van broeikasgassen door middel van op de natuur gebaseerde oplossingen.
De component omvat de ontwikkeling van offshore-windenergiecentrales en de bijbehorende infrastructuur, steun voor de bouw van onshore-installaties voor hernieuwbare energie (zonne- en windenergiecentrales op het vasteland), individuele opslagfaciliteiten en de oprichting van hernieuwbare-energiegemeenschappen, en de installatie van andere infrastructuur voor de opslag van elektriciteit, bestemd voor publiek gebruik gedurende een eerste periode. Wat mobiliteit betreft, omvatten de belangrijkste maatregelen steun voor de vervanging van vervuilende wegvoertuigen die door de publieke sector en het bedrijfsleven worden gebruikt door schone voertuigen, om de kwaliteit en aantrekkelijkheid van openbaarvervoersdiensten te verbeteren door voertuigen voor openbaar vervoer te moderniseren met emissievrije of emissiearme voertuigen, om infrastructuur op te zetten voor het opladen/bijvullen van alle soorten schone voertuigen die alternatieve brandstoffen gebruiken, en om alternatieve brandstofinesectoren te ontwikkelen (biomethaan, tweede generatie vloeibare biobrandstoffen, waterstof). Wat energie-efficiëntie betreft, is het de bedoeling dit te bereiken door middel van de pakketten en normen voor de renovatie van gebouwen, gemeentelijke ontwikkelingsplannen, methoden voor duurzame stadsontwikkeling en stadsrenovatieprojecten, ter bevordering van de levering van bouwproducten en -diensten die de renovatie van gebouwen versnellen en financiering voor renovatie. Om het vermogen van aangetast wetlands te herstellen om broeikasgassen op te vangen en op te slaan, wordt een hervorming van het herstel van deze wetlands overwogen, waardoor 8 000 ha van die gebieden bij de uitvoering van het plan wordt hersteld. Tot slot zal de hulpbronnenefficiëntie worden bevorderd met de goedkeuring van het actieplan voor de circulaire economie, dat de richting zal uitzetten naar een efficiënter gebruik van hulpbronnen in Litouwen tegen 2035.
De maatregelen in het onderdeel ondersteunen de uitvoering van de landspecifieke aanbeveling om de nadruk te leggen op investeringsgerelateerd economisch beleid inzake energie- en hulpbronnenefficiëntie, duurzaam vervoer en energie-interconnecties (CDR3 2019).
Verwacht wordt dat geen enkele maatregel in dit onderdeel aanzienlijke schade berokkent aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregelen en de risicobeperkende stappen die zijn opgenomen in het plan voor herstel en veerkracht overeenkomstig de technische richtsnoeren van de DNSH (2021/C58/01). Ook wordt verwacht dat, als de steun wordt verleend aan een installatie die onder de EU-regeling voor de handel in emissierechten (ETS) valt, de ETS-
activiteiten broeikasgasemissies moeten opleveren die lager zijn dan de relevante ETS- benchmarks1.
1 Indien de gesteunde activiteit de geraamde broeikasgasemissies realiseert die niet significant lager zijn dan de relevante benchmarks, moet een toelichting worden gegeven van de redenen waarom dit niet mogelijk is. Benchmarks voor kosteloze toewijzing voor activiteiten die binnen het toepassingsgebied van de regeling voor de handel in emissierechten vallen, zoals vastgesteld in Uitvoeringsverordening (EU) 2021/447 van de Commissie.
B1. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor niet-terugbetaalbare financiële steun
B.1.1. Hervorming 1 „Duurzamere elektriciteitsproductie in het land
Doel van de hervorming is de productie, de transmissie en het verbruik van elektriciteit uit hernieuwbare bronnen te bevorderen, institutionele en juridische mechanismen te verbeteren en stimulansen te bieden voor investeringen voor bedrijven en burgers. Deze hervorming heeft met name tot doel: i) De productie van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen tegen 2030 op te trekken tot ten minste 7 TWh, wat ervoor moet zorgen dat hernieuwbare energiebronnen 50 % van het totale nationale elektriciteitsverbruik genereren; ii) Verhoging van de plaatselijke capaciteit voor elektriciteitsproductie; iii) De ontwikkeling van de capaciteit die nodig is voor de opwekking van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen te vergemakkelijken door de economisch meest efficiënte technologieën te ondersteunen; iv) De elektriciteitsproducenten die hernieuwbare energiebronnen gebruiken geleidelijk in de markt te integreren; v) te zorgen voor een minimale financiële last voor de elektriciteitsverbruikers;
vi) Te zorgen voor non-discriminatie van de producenten van ingevoerde elektriciteit en andere lidstaten in staat te stellen gebruik te maken van het steunmechanisme dat is ingevoerd bij het wetsontwerp inzake energie uit hernieuwbare bronnen; vii) Zorgen voor de ontmanteling van elektriciteitscentrales die hun bedrijf hebben gestaakt; viii) Ervoor zorgen dat elektriciteit niet tegen negatieve prijzen wordt geproduceerd; ix) passende voorwaarden scheppen voor prosumenten en RES-gemeenschappen.
Deze hervorming gaat gepaard met 3 submaatregelen: (1) voorbereidende werkzaamheden voor de ontwikkeling van offshore windparken en bijbehorende infrastructuur (submaatregel 1); (2) steun voor de bouw van installaties voor hernieuwbare energie op het vasteland (zonne- en windenergie) en individuele opslagfaciliteiten (submaatregel 2); (3) installatie van andere infrastructuur voor elektriciteitsopslag (submaatregel 3).
B.1.1.1 Submaatregel 1: Voorbereidende werkzaamheden voor de ontwikkeling van offshore- windenergiecentrales en bijbehorende infrastructuur
Het doel van deze submaatregel is voorbereidende werkzaamheden voor de ontwikkeling van offshore-windenergiecentrales uit te voeren. De submaatregel omvat het volgende: i) Beoordeling van de milieueffecten van offshore-windenergiecentrales; ii) metingen van windsnelheden en andere parameters; iii) Studies over de zeebodem van het gebied dat gewijd is aan de ontwikkeling van offshore-windkrachtcentrales en de aansluiting op de onshore- netwerken; iv) Advies voor de offshore-windverbinding met de onshore-netwerken; v) Studies over de aanleg van de infrastructuur en de identificatie van de offshore- windkrachtcentrale die is aangesloten op de onshore-netwerkroute en -locatie van onderstations op zee; vi) Het opstellen, goedkeuren en uitvoeren van de documenten inzake ruimtelijke ordening voor de aanleg van offshore-windenergie op het net op het vasteland; En
vii) het opstellen van technische specificaties voor de aanbesteding van de aansluiting op het onshore-net.
De submaatregel moet uiterlijk op 31 december 2023 zijn voltooid.
B.1.1.2 Submaatregel 2: Steun voor de bouw van installaties voor hernieuwbare energie op het vasteland (zonne- en windenergie) en individuele opslagfaciliteiten
Het doel van deze submaatregel is steun te verlenen aan installaties voor de productie en opslag van hernieuwbare energie en om hernieuwbare-energiegemeenschappen met elkaar te verbinden. De submaatregel omvat steun aan rechtspersonen, landbouwers en hernieuwbare- energiegemeenschappen voor de aankoop en installatie van onshore-zonne- en windenergiecentrales en -opslag, waarbij prioriteit wordt gegeven aan zelfverbruik, boerderij of economische behoeften. De ontvangers van de steun hebben de mogelijkheid elektriciteit terug te verkopen aan het elektriciteitsnet. De steun wordt verleend via een concurrerende inschrijvingsprocedure, waarbij prioriteit wordt gegeven aan hernieuwbare- energiegemeenschappen. Als gevolg van de investering worden ten minste 302 MW extra elektriciteitsopwekkingscapaciteit uit hernieuwbare energiebronnen, waarvan ten minste 271,8 MW bestaat uit zonne-energiecentrales (met inbegrip van 4 MW zonne-energiecentrales in de regio Utena) en ten minste 30,1 MW onshore-windkrachtcentrales, alsook individuele elektriciteitsopslagfaciliteiten van ten minste 15,2 MWh gecreëerd.
De submaatregel moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.
B.1.1.3 Submaatregel 3: Installatie van andere infrastructuur voor elektriciteitsopslag
Het doel van deze submaatregel is de veiligheid, stabiliteit en paraatheid van het Litouwse elektriciteitssysteem te waarborgen voor de exploitatie van geïsoleerde werkzaamheden voorafgaand aan de interconnectie ervan met de elektriciteitsnetten van continentaal Europa. De submaatregel bestaat uit steun voor de installatie van vier energieopslaginstallaties, elk van 50 MW die synthetische inertie bieden in reactie op frequentiewijzigingen, congestiebeheer van de netten, hetgeen nodig is om 100 % van de uit hernieuwbare energiebronnen opgewekte elektriciteit te integreren.
De submaatregel moet uiterlijk op 31 december 2022 zijn voltooid.
B.1.2. Hervorming 2 „Moving without pollution the environment”
Doel van deze hervorming is de broeikasgasemissies aanzienlijk te verminderen door de meest vervuilende wegvoertuigen (particulier, openbaar, commercieel, openbaar en goederenvervoer) in steden en regio’s geleidelijk uit te bannen en het aandeel van hernieuwbare energiebronnen in de vervoerssector te vergroten.
De uitvoering van de hervorming zal in 2021 van start gaan met de goedkeuring in de Seimas van de wet inzake alternatieve brandstoffen. Zij wordt verder voortgezet met de vaststelling en inwerkingtreding van een wetgevingskader waarin een procedure wordt vastgesteld voor het vaststellen van energie-efficiëntie- en milieueisen voor de aankoop van wegvoertuigen en voor gevallen waarin deze verplicht zijn. Dit kader treedt in werking op 31 december 2021.
Het Fonds voor duurzame mobiliteit wordt opgericht, dat in bepaalde welomschreven gevallen steun verleent voor de aankoop en het gebruik van schone voertuigen en voor de installatie, modernisering en ontwikkeling van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen voor deze voertuigen. Het fonds wordt ook gebruikt ter ondersteuning van beperkingen voor
het gebruik van voertuigen met verbrandingsmotor, met uitzondering van emissievrije en emissiearme voertuigen. De steun wordt op gerichte en continue wijze verleend, tot ten minste 2030. Het fonds wordt uiterlijk op 31 maart 2022 operationeel.
Naast de vervanging van vervuilende voertuigen zal de hervorming ook de door de eigenaars van voertuigen2 voor de gebruiksperiode betaalde wegengebruiksrechten vervangen door een e-tolheffing. Het tolsysteem op basis van afstand zal naar verwachting de eigenaars/exploitanten van voertuigen aanmoedigen milieuvriendelijkere voertuigen te gebruiken en de planning en optimalisering van hun reisroutes rationaliseren, aangezien de duur van de rit bepalend is voor de hoogte van de tol. De wetgeving tot invoering van e- tolheffing treedt uiterlijk op 31 maart 2023 in werking.
Wat het openbaar vervoer betreft, wordt, naast de vervanging van vervuilende openbaarvervoersvoertuigen, bij een hervorming van het interstedelijk vervoersysteem het bestaande langeafstandsnetwerk herzien en geoptimaliseerd, de busroutes afgestemd op de spoorlijnen en het lokale vervoerssysteem dat zorgt voor onderlinge verbindingen tussen regionale hubs. De wetswijzigingen ter uitvoering van deze hervorming worden uiterlijk op 31 december 2024 aangenomen.
Deze hervorming gaat vergezeld van vier submaatregelen: (1) steun voor de aankoop van schone voertuigen door de overheidssector en het bedrijfsleven (submaatregel 1); (2) steun voor de aankoop van schone voertuigen voor openbaar vervoer (submaatregel 2); (3) installatie van oplaad- en vulinfrastructuur van het voertuig (submaatregel 3); En (4) de ontwikkeling van hernieuwbare brandstoffen (biomethaangas, vloeibare biobrandstoffen van de tweede generatie voor vervoer en groene waterstof) ondersteunen (submaatregel 4).
B.1.2.1. Submaatregel 1: Steun voor de aankoop van schone voertuigen door de overheid en het bedrijfsleven
Het doel van deze submaatregel is het verminderen van het aantal vervuilende voertuigen om duurzame mobiliteit te bevorderen en bijgevolg de luchtverontreiniging in stedelijke omgevingen te verminderen. In het kader van deze submaatregel wordt steun verleend voor de aankoop van personenauto’s, minibussen, bussen, vrachtwagens en vrachtwagens in de volgende categorieën en hoeveelheden:
— Lichte voertuigen (klasse M1 of N1) — nulemissie (zoals elektrisch of waterstof), prioriteit voor voertuigen voor passagiers- en logistieke diensten in de stad, in totaal 22 500 eenheden;
— Zware bedrijfsvoertuigen (klasse N2 of N3) — emissievrij en emissiearm, zoals gedefinieerd in Verordening (EG) nr. 2019/1242 (elektriciteit, waterstof, biogas geproduceerd uit grondstoffen die voldoen aan de eisen van RED II), in totaal 500 eenheden, waarvan 200 elektrisch of waterstof en 300 biomethaan;
2 Overeenkomstig de wet inzake de financiering van het onderhoud en de ontwikkeling van wegen van de Republiek Republiek
Litouwen.
Minibussen en bussen met lage vloer en hoge vloer (klasse M2 of M3) — nulemissie (zoals elektrisch, waterstof), totaal 450 eenheden;
— Bussen met hoge vloer (klasse M3) — bussen die rijden op biomethaan geproduceerd uit grondstoffen die aan de eisen van RED II voldoen, totaal 50.
Met betrekking tot voertuigen die op biomethaan rijden, wordt verwacht dat deze maatregel geen aanzienlijke schade toebrengt aan de milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregel en de risicobeperkende maatregelen die zijn uiteengezet in het plan voor herstel en veerkracht overeenkomstig de technische richtsnoeren van de DNSH (2021/C58/01). Met name moeten zware bedrijfsvoertuigen en bussen met een hoge vloer emissievrij of emissiearm zijn of uitsluitend op biomethaan rijden, hetgeen moet voldoen aan de criteria van Richtlijn 2018/2001 (RED II-richtlijn). Producenten van biobrandstoffen en biomethaangas en biobrandstoffen moeten certificaten (Proof of Sustainability) verstrekken die zijn afgegeven door onafhankelijke beoordelaars, zoals bepaald in Richtlijn 2018/2001. Voorts moet ervoor worden gezorgd dat voertuigen waarvoor steun wordt verleend in het kader van het Litouwse plan alleen gebruikmaken van biobrandstoffen, vloeibare biomassa en biomassabrandstoffen die voldoen aan de eisen van RED II. Ten slotte zal het niveau van de hernieuwbare brandstoffen in de nationale brandstofmix ook geleidelijk toenemen als gevolg van de verplichting voor brandstofleveranciers met betrekking tot het bijmengen van biobrandstoffen, die in 2030 zal uitkomen op 16,8 %, overeenkomstig de wet inzake alternatieve brandstoffen, die op 30 juni 2021 in werking treedt. Er wordt een systeem van rekeneenheden voor hernieuwbare brandstoffen opgezet om de hoeveelheden biomethaangas en andere hernieuwbare brandstoffen die aan de vervoersector worden geleverd en de certificaten die aan producenten worden afgegeven om aan hun leveringsverplichtingen voor hernieuwbare brandstoffen te voldoen, te registreren en aldus het verbruik van biomethaan en andere geproduceerde hernieuwbare brandstoffen te waarborgen. Het systeem wordt uiterlijk op 31 december 2021 operationeel. Al deze elementen samen zorgen ervoor dat geproduceerde biobrandstoffen en biogassen in de vervoersector worden verbruikt en vervangen het equivalente aandeel van fossiele brandstoffen.
In het kader van deze submaatregel wordt ook steun verleend voor de productie (assemblage) van elektrische bussen in Litouwen. Als gevolg van deze steun moeten ten minste 25 elektrische bussen worden geproduceerd.
Om ervoor te zorgen dat de maatregel voldoet aan de technische richtsnoeren „geen significante schade berokkenen” (2021/C58/01), zal de juridische overeenkomst tussen Litouwen en de met de uitvoering belaste entiteit of de financiële intermediair die verantwoordelijk is voor het financiële instrument en het daaropvolgende investeringsbeleid van het financieringsinstrument:
i. de toepassing eisen van de technische richtsnoeren van de Commissie inzake duurzaamheidstoetsing voor het InvestEU- fonds; En
ii. sluit de volgende lijst van activiteiten en activa uit van de subsidiabiliteit: i) activiteiten en activa in verband met fossiele brandstoffen, met inbegrip van
downstreamgebruik5; ii) activiteiten en activa in het kader van de EU-regeling voor de handel in emissierechten (ETS) waarmee geraamde broeikasgasemissies worden gerealiseerd die niet lager zijn dan de relevante benchmarks6; iii) Activiteiten en activa in verband met stortplaatsen7, verbrandingsinstallaties en installaties voor mechanische biologische behandeling8; En iv) activiteiten en activa waarbij de langdurige verwijdering van afval schade kan toebrengen aan het milieu; En
iii. te eisen dat de met de uitvoering belaste entiteit of financiële intermediair de naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving van de projecten verifieert voor alle transacties, met inbegrip van transacties die zijn vrijgesteld van duurzaamheidstoetsing.
De submaatregel moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.
B.1.2.2. Submaatregel 2: Steun voor de aankoop van emissievrije voertuigen voor openbaar vervoer
Doel van de investering is het openbaar vervoer milieuvriendelijker te maken door vervuilende voertuigen te vervangen door schonere voertuigen, waardoor de uitstoot wordt teruggedrongen en het openbaar vervoer aantrekkelijker wordt. In het kader van deze submaatregel wordt het volgende uitgevoerd: (1) een evaluatie en optimalisering van het bestaande langeafstandsnetwerk om de buslijnen af te stemmen op de spoorlijnen en het lokale vervoerssysteem dat de interconnectiviteit tussen regionale hubs waarborgt (moet uiterlijk op 31 december 2024 worden voltooid); En (2) steun verleend aan gemeentelijke overheden en natuurlijke en rechtspersonen die openbaarvervoersdiensten verlenen (beide met betrekking tot gemeenten die geen plannen voor duurzame stedelijke mobiliteit (SUMP’s) hebben ontwikkeld en uitgevoerd in het kader van de financiële periode 2014-2020) voor de aankoop van 230 nieuwe, emissievrije bussen (klassen M2 en M3).
De submaatregel moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.
B.1.2.3. Submaatregel 3: Installatie van oplaadinfrastructuur voor voertuigen/tankinfrastructuur voor alternatieve brandstoffen
Deze submaatregel heeft tot doel een optimaal netwerk van openbare, semi-openbare en particuliere oplaadinfrastructuur en infrastructuur voor het vullen van alternatieve brandstoffen tot stand te brengen, teneinde gunstige voorwaarden te scheppen voor het gebruik van schone voertuigen door bedrijven en burgers. In het kader van deze submaatregel wordt het volgende uitgevoerd: (1) een informatiesysteem voor openbare en semi-openbare oplaadpunten/bijvulpunten voor elektrische voertuigen dat operationeel is (uiterlijk op 31 maart 2022); En (2) steun verleend aan bedrijven, natuurlijke personen en gemeenten die in de financiële periode 2014-2020 geen duurzame stedelijke mobiliteitsplannen hebben ontwikkeld en uitgevoerd om te installeren en operationeel te maken:
- Openbare en semi-openbare oplaadpunten voor elektrische voertuigen voor natuurlijke personen/rechtspersonen (in steden en in de buurt van nationale wegen) — in totaal 4840 openbare en 400 semi-openbare eenheden;
- Openbare oplaadinfrastructuur met zeer hoog vermogen voor elektrische zware bedrijfsvoertuigen en bussen — in totaal 10 eenheden;
- Openbare gecomprimeerde biogasinstallaties (aangepast voor biomethaan) — in totaal 30 eenheden;
- Openbare waterstoftankstations — in totaal 4 eenheden;
- Particuliere oplaadpunten in huishoudens, appartementenwerven, werkplekken — in totaal 53 200 eenheden.
De submaatregel moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.
B.1.2.4. Submaatregel 4: Steun voor de ontwikkeling van de sector hernieuwbarebrandstoffen (biomethaangas, vloeibare biobrandstoffen van de tweede generatie voor vervoer en groene waterstof)
Deze investering heeft tot doel een voorziening met hernieuwbare brandstoffen tot stand te brengen en het gebruik ervan in de vervoerssector te bevorderen. In het kader van deze submaatregel wordt het volgende uitgevoerd: (1) steun voor de oprichting en exploitatie van een installatie voor de productie van biomethaangas met een totale capaciteit van 27,1 MW (uiterlijk op 30 juni 2026); (2) steun voor de ontwikkeling van de capaciteit van de biobrandstofsector van de tweede generatie met het oog op het bereiken van een capaciteit voor vloeibare biobrandstoffen van de tweede generatie van 12.4 KTOE (uiterlijk op 31 december 2024); En (3) steun voor de totstandbrenging en exploitatie van groene waterstofproductie uit hernieuwbare energiebronnen, met als resultaat dat uiterlijk op 30 juni 2026 in totaal 1 680 000 m³ groene waterstof wordt geproduceerd (560,000 m³ op jaarbasis).
Wat de ontwikkeling van biomethaangas en biobrandstoffen van de tweede generatie betreft, wordt verwacht dat deze submaatregel geen aanzienlijke schade toebrengt aan de milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregel en de risicobeperkende stappen die zijn uiteengezet in het plan voor herstel en veerkracht overeenkomstig de technische richtsnoeren van DNSH (2021/C58/01). Deze investering is met name in overeenstemming met de bepalingen van Richtlijn (EU) 2018/2001 van het Europees Parlement en de Raad (RED II) en de biobrandstoffen en biomethaangas die aan tankpunten worden geleverd, mogen alleen worden geproduceerd uit als afval of residuen ingedeelde voedermiddelen (grondstoffen in bijlage IX bij Richtlijn 2018/2001) en mogen niet gemaakt zijn van voedsel- en voedergewassen.
De submaatregel moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.
B.1.3. Hervorming 3 „Versne ling van de renovatie van gebouwen en een duurzaam stedelijk
milieu”
Doel van de hervorming is het tempo van het gebouwenrenovatieproces te verhogen door de voordelen van de gedigitaliseerde seriële renovatie van gebouwen te benutten, door de geïntegreerde benadering van de leefomgeving uit te breiden, met inbegrip van de aanpassing van gebouwen aan de behoeften van personen met een handicap, en door een klimaat- en
milieuvriendelijke transformatie van de bouwsector en producten te bevorderen. De hervorming gaat vergezeld van vier submaatregelen: (1) actualiseren en testen in de praktijk van renovatiepakketten en -normen voor gebouwen en ontwikkelen van een methodologie voor de ontwikkeling van duurzame steden (submaatregel 1); (2) invoering van instrumenten om de coördinatie van de renovatie van gebouwen en technische bijstand te vergemakkelijken (submaatregel 2); (3) bevordering van de levering van bouwproducten en -diensten die de renovatie van gebouwen versnellen (submaatregel 3); En (4) steun voor snellere renovatie van gebouwen overeenkomstig de actuele normen voor gebouwenrenovatie (submaatregel 4).
B.1.3.1. Submaatregel 1: Actualiseren en testen in de praktijk van renovatiepakketten en - normen en ontwikkelen van een methodologie voor de ontwikkeling van duurzame steden
Het doel van deze submaatregel is de nodige wijzigingen in de regelgeving aan te brengen om
de renovatie van gebouwen te versnellen en bij te dragen tot de vergroening van regio’s.
In het kader van deze submaatregel wordt een aantal wijzigingen in de regelgeving en proefprojecten ter verbetering van de energieprestatie van gebouwen uitgevoerd. Wat de wijzigingen in de regelgeving betreft, worden de volgende wijzigingen vastgesteld en in werking getreden:
a) resolutie van de Republiek Litouwen tot goedkeuring van het plan voor de uitvoering van de langetermijnrenovatiestrategie voor gebouwen, dat voorziet in een wetgevingsplan om de verbouwing van locaties en de verbouwing van bestaande gebouwen te versnellen, rekening houdend met het Bauhau-initiatief, en om het gebruik van technieken voor modellering van bouwinformatie (BIM), een plan voor initiatieven voor de renovatie van districten en investeringsprojecten te formaliseren;
b) wijziging van de technische bouwvoorschriften „Ontwerp en certificering van de energieprestatie van gebouwen”, waarbij de energieprestatiecategorie van het gerenoveerde gebouw ten minste wordt gerechtvaardigd door klasse B;
c) wijziging van het technisch reglement voor de bouw „Ontwerp van constructies”;
d) richtsnoeren voor duurzame stadsontwikkeling.
Deze wetgevingshandelingen treden uiterlijk op 31 maart 2023 in werking.
Als gevolg van verschillende proefprojecten voor groene renovatie wordt ten minste 22 000 m2 experimentele gebouwen gerenoveerd met het oog op een gemiddelde vermindering van het primaire energieverbruik met 30-60 %, zoals gedefinieerd in Aanbeveling (EU) 2019/786 van de Commissie inzake gebouwenrenovatie.
De submaatregel moet uiterlijk op 30 september 2025 zijn voltooid.
B.1.3.2. Submaatregel 2: Instrumenten om de coördinatie van de renovatie van gebouwen en technische bijstand te vergemakkelijken
Het doel van deze submaatregel is instrumenten te creëren om de coördinatie van de renovatie van gebouwen en technische bijstand te vergemakkelijken. De submaatregel bestaat uit de
oprichting van een competentiecentrum voor de renovatie van gebouwen (uiterlijk op 31 december 2022) en drie digitale instrumenten als volgt:
1) digitale methodologische instrumenten (voor de voorbereiding van investeringsprojecten, technische standaardspecificaties voor ontwerp en gecontracteerde werken) voor de planning van groene en innovatieve energie-efficiëntiemaatregelen in gerenoveerde gebouwen;
2) operationalisering en dienstverlening van twee informatiesystemen voor het beheer van gebouwgegevens en gebouwenrenovatieprojecten.
De submaatregel moet uiterlijk op 30 september 2025 zijn voltooid.
B.1.3.3. Submaatregel 3: Bevordering van de levering van bouwproducten en -diensten die de renovatie van gebouwen versnellen
Het doel van deze submaatregel is het creëren van een lokale markt voor de productie van gestandaardiseerde modulaire structuren op basis van organische materialen en het verlenen van steun aan ondernemingen om de productiecapaciteit op te bouwen van houtengineeringmaterialen en bouwonderdelen die worden gebruikt voor de groene renovatie van gebouwen. In het kader van deze submaatregel wordt steun verleend aan kleine en middelgrote ondernemingen in de bouwsector, de houtindustrie en de be- en verwerkende industrie. Als gevolg van deze steun moeten productielijnen met modulaire structuren uit de biologische materiaalproductie met een capaciteit van 750,000 m²/jaar operationeel worden gemaakt.
De submaatregel moet uiterlijk op 31 december 2024 zijn voltooid.
B.1.3.4. Submaatregel 4: Steun voor snellere renovatie van gebouwen overeenkomstig de actuele normen voor gebouwenrenovatie
Het doel van deze submaatregel is om steun te verlenen in de vorm van een vergoeding van 30 % van de renovatiewerkzaamheden voor de eigenaars van gebouwen die gebouwen hebben gerenoveerd (energie-efficiëntieklasse A of B) overeenkomstig de nieuwe renovatieprincipes. Als gevolg van deze steun wordt ten minste 1 290 000 m2 van 860 appartementsgebouwen gerenoveerd met het oog op een gemiddelde vermindering van het primaire energieverbruik met ten minste 30-60 %, zoals gedefinieerd in Aanbeveling (EU) 2019/786 van de Commissie inzake gebouwenrenovatie, waarbij gebruik wordt gemaakt van andere beginselen of maatregelen voor groene renovatie (duurzaam, innovatief, sneller, A-B) dan het gebruik van modulaire structuren om energie-efficiëntieklasse A te bereiken.
De submaatregel moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.
B.1.4. Investering 4: „Verhoging van de broeikasgasabsorptiecapaciteit”
Het doel van deze investering is de broeikasgasemissies van voormalige ontwaterde en aangetaste veengebieden te verminderen door de betrokken gebieden opnieuw te bevochtigen, als zodanig gunstige voorwaarden te scheppen voor de biodiversiteit in deze habitats en de verwijdering van broeikasgassen te vergroten en tegelijkertijd bepaalde beperkte economische activiteiten uit te voeren.
In het kader van deze investering worden maatregelen ontworpen en uitgevoerd om het waterpeil te herstellen, de goede landbouw- en milieuconditie te herstellen en waar nodig een monitoringsysteem op te zetten. Om de minst negatieve gevolgen voor de gerenoveerde habitat te hebben, is regulering van het waterregime noodzakelijk. Daarom moeten speciale hydrotechnische structuren, zoals aanpasbare drempels, zo nodig worden ontworpen en geïnstalleerd om landbouwers in staat te stellen het waterpeil in het beheerde gebied zelf te regelen, waarbij het gemiddelde jaarlijkse waterpeil wordt gehandhaafd op basis van het oppervlak van de turf, d.w.z. niet dieper dan 10-20 cm. Zodra de investering is voltooid, wordt van de aanvragers verwacht dat zij hun lopende verbintenissen voor het onderhoud van opnieuw bevochtigde veengebieden nakomen door in de nieuwe programmeringsperiode compensatiebetalingen te ontvangen in het kader van de maatregel van het Litouwse strategisch plan voor landbouw en plattelandsontwikkeling 2023-2027. In de betrokken gebieden kunnen economische activiteiten worden toegestaan die geen negatieve gevolgen hebben voor de instandhouding van het herstelde wetland. De selectie van een economische activiteit geschiedt per geval, waarbij rekening wordt gehouden met de specifieke kenmerken van het gebied en de milieueisen.
In het kader van deze investering worden de volgende maatregelen genomen: (1) wijzigingen in de regelgeving om het nationale kader voor de identificatie van beschadigde veengebieden operationeel te maken en later de herstelde veengebieden te beheren (uiterlijk op 30 september 2022); En (2) steun voor het herstel van 8 000 ha veengebied.
De investering moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid. B.1.5. Hervorming 5: „Naar een circulaire economie”
Het doel van de hervorming is een volwaardig model voor de circulaire economie te ontwikkelen, waarbij alle belanghebbenden worden betrokken, waarbij de beginselen van circulariteit en afvalpreventie in de industriële sector worden gewaarborgd, de productie en het gebruik van secundaire grondstoffen worden uitgebreid, de materiaal- en hulpbronnenefficiëntie wordt vergroot, duurzaam ontwerp en groene innovatie worden bevorderd en de duurzaamheid, duurzaamheid, reparatie en vernieuwing van producten worden gewaarborgd. Als gevolg van de hervorming zal een actieplan voor de overgang van Litouwen naar een circulaire economie tegen 2035 worden aangenomen en in werking treden. Het actieplan is gericht op afvalpreventie, recycling, productontwerp en gebruik van secundaire grondstoffen, digitalisering, de bevordering van groene innovatie, alsmede op een verbeterd rechtskader en fiscale maatregelen ter bevordering van langetermijnvoordelen in plaats van kortetermijnoplossingen en -resultaten voor een terugkeer van hulpbronnen naar circulariteit. Het doel is te zorgen voor een systematische institutionele aanpak van de circulaire economie en nauwe samenwerking tussen de betrokken instellingen.
De hervorming moet uiterlijk op 31 maart 2023 zijn voltooid.
B.2. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering voor niet-terugbetaalbare financiële steun
Vol gnu mm er | Betrokken maatregel (hervorming of investering) | Mijlpaal/ Streefdoel | Benaming | Kwalitatieve indicatoren (voor mijlpalen) | Kwantitatieve indicatoren (voor streefdoelen) | Indicatieve termijn voor voltooiing | Beschrijving en duidelijke definitie van elke mijlpaal / elk streefdoel | |||
Eenhei d | Basissce nario | Doel | Kwartaa l | Jaar | ||||||
21 | B. 1.1 Duurzamere, in het land geproduceerd e elektriciteit | Mijlpaal | Inwerkingtreding van de wetgeving ter verbetering van institutionele en juridische mechanismen ter bevordering van de productie, de transmissie en het verbruik van elektriciteit uit hernieuwbare bronnen | Bepaling in de wet die de inwerkingtreding aangeeft | Q4 | 2021 | Inwerkingtreding van wijzigingen met betrekking tot de wet op energie uit hernieuwbare bronnen, de Elektriciteitswet en de energiewet (offshore en onshore). In deze rechtshandelingen wordt bepaald dat de openbare instelling, het Litouws Energieagentschap, overleg pleegt en methodologische bijstand verleent over kwesties in verband met activiteiten in de elektriciteitssector, hetgeen de procedures voor aanvragers zou vergemakkelijken en ervoor zou zorgen dat de informatie tijdig wordt verstrekt. Deze handelingen hebben tevens tot doel: — de voorwaarden te regelen voor veilingwinnaars om elektriciteit te verkopen in het kader van bilaterale overeenkomsten, aangezien dit investeerders meer duidelijkheid zou verschaffen over hoe zij op de markt moeten opereren; — langetermijndoelstellingen voor hernieuwbare energie vast te stellen voor alle sectoren, d.w.z. nationale langetermijndoelstellingen op wetgevingsniveau vast te stellen en investeerders zekerheid te bieden met betrekking tot de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen; — invoering van een nieuw soort vergunningen — |
een vergunning voor de modernisering (herbouw) van een elektriciteitscentrale of elektriciteitsproductie-installatie, zoals bepaald in Richtlijn (EU) 2018/2001 van het Europees Parlement en de Raad ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen. | ||||||||||
22 | B. 1.1 Duurzamere elektriciteitsp roductie in het land — B.1.1.1 Voorbereiden de stappen voor de ontwikkeling van offshore- windinfrastru ctuur | Mijlpaal | Uitvoering en voltooiing van de voorbereidende werkzaamheden voor de ontwikkeling van windkrachtcentrales op zee en de aanleg van infrastructuur | Voltooiing van de voorbereidende werkzaamheden door de bevoegde autoriteiten | Q4 | 2023 | De volgende studies en adviesdiensten worden uitgevoerd: 1) een studie over de aanleg van de infrastructuur: Technische oplossingen, technologieën, de waarde van de installatie van infrastructuur, kosten- batenanalyse. 2) offshore-windparkverbinding met de onshore- route en de plaatsaanduiding van het onderstation. 3) milieueffectbeoordeling van offshore- windparken. 4) onderzoek naar de meting van de windsnelheid en andere parameters. 5) zeebodemonderzoek van het gebied dat is aangewezen voor de ontwikkeling van het offshore windpark. 6) onderzoek naar de zeebodem voor de verbinding tussen het windpark op zee en het land. 7) adviesdiensten voor offshore-windparken op het net op het vasteland. 8) opstelling van territoriale planningsdocumenten voor de aansluiting van offshore-windparken op het net op het vasteland. 9) territoriale planningsdocumenten voor de aanleg van offshore-windparken op het net op het vasteland. 10) technische specificaties voor de aanleg van |
offshore-windparken op het onshore-net. De resultaten van alle studies, metingen en onderzoeken worden gebruikt voor het ontwerp van offshore windparken en de aansluiting daarvan op het onshore-netwerk. | ||||||||||
23 | B. 1.1 Duurzamere elektriciteitsp roductie in het land — B.1.1.2 Steun voor de bouw van installaties voor hernieuwbare energie op het vasteland (zonne- en windenergie) en individuele opslagfacilitei ten | Streefdoel | Creëren van nieuwe capaciteit voor de opwekking van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen (MW) | MW | 0 | 220 | Q1 | 2025 | Er is 220 MW aan capaciteit voor het opwekken van zonne- en windenergie in gebruik genomen. | |
24 | B. 1.1 Duurzamere elektriciteitsp roductie in het land — B.1.1.2 Steun voor de bouw van | Streefdoel | Aanleg van nieuwe capaciteit voor de opwekking van elektriciteit uit hernieuwbare bronnen (MW) | MW | 220 | 302 | Q2 | 2026 | Er is 302 MW aan capaciteit voor het opwekken van zonne- en windenergie in gebruik genomen. |
installaties voor hernieuwbare energie op het vasteland (zonne- en windenergie) en individuele opslagfacilitei ten | ||||||||||
25 | B.1.1 Meer duurzame elektriciteit geproduceerd in het land — B.1.1.2 Steun voor de bouw van installaties voor hernieuwbare energie op het vasteland (zonne- en windenergie) en individuele opslagfacilitei ten | Streefdoel | Creëren van nieuwe (individuele) opslagcapaciteit voor elektriciteit uit hernieuwbare bronnen (MWh) | MWu | 0 | 7,6 | Q1 | 2025 | 7,6 MWh aan (individuele) energieopslagfaciliteiten is aangesloten op de energiecentrale en in bedrijf gesteld. | |
26 | B.1.1 Meer duurzame elektriciteit geproduceerd | Streefdoel | Creëren van nieuwe (individuele) opslagcapaciteit voor elektriciteit uit | MWu | 7,6 | 15 | Q2 | 2026 | 15 MWh aan (individuele) energieopslagfaciliteiten is aangesloten op de energiecentrale en in bedrijf gesteld. |
in het land — B.1.1.2 Steun voor de bouw van installaties voor hernieuwbare energie op het vasteland (zonne- en windenergie) en individuele opslagfacilitei ten | hernieuwbare bronnen (MWh) | |||||||||
27 | B.1.1 In het land geproduceerd e duurzamere elektriciteit — B.1.1.3 Installatie van andere infrastructuur voor elektriciteitso pslag | Streefdoel | Geïnstalleerde capaciteit van nieuwe elektriciteitsopslagfacili teiten (MW) | MW | 0 | 200 | Q4 | 2022 | Ingebruikneming van vier energieopslaginstallaties, elk van 50 MW. | |
28 | B.1.2 Moving zonder vervuiling van het milieu | Mijlpaal | Inwerkingtreding van een wetgevingskader tot vaststelling van een procedure voor het bepalen van de eisen inzake energie- | Wetgeving in werking getreden | Q4 | 2021 | Inwerkingtreding van de wetgeving tot vaststelling van de eisen inzake energie-efficiëntie en milieubescherming en de gevallen waarin deze verplicht zijn voor wegvoertuigen van de categorieën M1, N1, N2, N3, M2 en M3, en die wordt gebruikt om de energie- en milieueffecten |
efficiëntie en milieubescherming voor de aankoop van wegvoertuigen en voor gevallen waarin deze verplicht zijn | van deze voertuigen tijdens de levensduur te berekenen. | |||||||||
29 | B.1.2 Moving zonder vervuiling van het milieu | Mijlpaal | Het Fonds voor duurzame mobiliteit, dat de ontwikkeling van alternatieve brandstoffen en voertuiginfrastructuur financiert, wordt opgericht en operationeel | Bepaling in de overeenkomst/vol gorde met vermelding van de inwerkingtreding | Q1 | 2022 | Het Fonds voor duurzame mobiliteit wordt opgericht en operationeel. Het fonds wordt opgericht om de aankoop en het gebruik van schone voertuigen, de installatie, modernisering en/of ontwikkeling van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen voor de voertuigen op een gerichte en continue manier te financieren, tot ten minste 2030. Het fonds wordt ook gebruikt ter ondersteuning van de vaststelling van beperkingen voor het gebruik van voertuigen met verbrandingsmotor, met uitzondering van emissievrije en emissiearme voertuigen. | |||
30 | B. 1.2 Moving zonder vervuiling van het milieu | Mijlpaal | Inwerkingtreding van wetgeving tot invoering van een elektronisch tolheffingssysteem voor het wegverkeer op basis van de beginselen „de gebruiker betaalt” en „de vervuiler betaalt” | Wetgeving in werking getreden | Q1 | 2023 | Inwerkingtreding van wetgeving tot invoering van een elektronisch tolheffingssysteem voor het wegverkeer dat gebaseerd is op de beginselen „de gebruiker betaalt” en „de vervuiler betaalt”. Het tolgeld dat door de houders van voertuigen wordt betaald voor de periode waarin de wegeninfrastructuur wordt gebruikt, wordt omgezet in een tolgeld dat wordt betaald voor de kilometerstand (e-tolling). |
31 | B. 1.2. Zich verplaatsen zonder het milieu te verontreinige n — B.1.2.1. Steun voor de aankoop van schone voertuigen door de overheid en het bedrijfsleven | Streefdoel | Aantal in Litouwen gekochte en geregistreerde schone voertuigen | Aantal | 1175 0 | Q2 | 2025 | Aantal in Litouwen gekochte en geregistreerde extra schone voertuigen die overheidssubsidies ontvangen na oproepen tot het indienen van voorstellen: a) ten minste 11 250 emissieloze (elektrische) lichte voertuigen (klasse M1 of N1); b) ten minste 100 emissievrij (elektrisch, waterstof) zware bedrijfsvoertuigen (klasse N2); c) ten minste 150 emissiearme voertuigen, zoals gedefinieerd in Verordening (EG) nr. 2019/1242 (biomethaan geproduceerd met RED-II-conforme grondstoffen), zware bedrijfsvoertuigen (klasse N2 of N3) d) minimaal 225 emissieloze (elektrische, waterstof) minibussen en bussen met lage vloer en hoogvloeren (klassen M2 en M3); e) ten minste 25 bussen met hoge vloer die gebruikmaken van biomethaan dat is geproduceerd uit grondstoffen die aan de eisen van RED II voldoen. Om te voldoen aan de technische richtsnoeren „Do no significant harm” (2021/C58/01) mogen voertuigen die rijden op biomethaan uitsluitend op biomethaan rijden, hetgeen moet voldoen aan de criteria van Richtlijn 2018/2001 (RED II-richtlijn). | ||
32 | B. 1.2. Zich verplaatsen zonder het milieu te verontreinige | Streefdoel | Aantal in Litouwen gekochte en geregistreerde schone voertuigen | Aantal | 11750 | 23500 | Q2 | 2026 | Aantal in Litouwen gekochte en geregistreerde schone voertuigen die overheidssubsidies ontvangen na oproepen tot het indienen van voorstellen: a) ten minste 22 500 emissieloze (elektrische) lichte |
n — B.1.2.1. Steun voor de aankoop van schone voertuigen door de overheid en het bedrijfsleven | voertuigen (klasse M1 of N1); b) ten minste 200 emissievrij (elektrisch, waterstof) zware bedrijfsvoertuigen (klasse N2); c) ten minste 300 emissiearme voertuigen, zoals gedefinieerd in Verordening (EG) nr. 2019/1242 (biomethaan geproduceerd met RED-II-conforme grondstoffen), zware bedrijfsvoertuigen (klasse N2 of N3) d) minimaal 450 emissieloze (elektrische, waterstof) minibussen en bussen met lage vloer en hoogvloeren (klassen M2 en M3); e) ten minste 50 bussen met hoge vloer die gebruikmaken van biomethaan dat is geproduceerd uit grondstoffen die aan de eisen van RED II voldoen. Om te voldoen aan de technische richtsnoeren „Do no significant harm” (2021/C58/01) mogen voertuigen die rijden op biomethaan uitsluitend op biomethaan rijden, hetgeen moet voldoen aan de criteria van Richtlijn 2018/2001 (RED II-richtlijn). Er wordt een systeem van boekhoudkundige eenheden voor hernieuwbare brandstoffen opgezet om de hoeveelheden biomethaangas en andere hernieuwbare brandstoffen die aan de vervoersector worden geleverd, te registreren, op grond waarvan de exploitanten certificaten moeten verkrijgen die in verhouding staan tot het verwachte gebruik van hernieuwbare brandstoffen. |
33 | B. 1.2. Zich verplaatsen zonder het milieu te verontreinige n — B.1.2.1. Steun voor de aankoop van schone voertuigen door de overheid en het bedrijfsleven | Streefdoel | Aantal in Litouwen geproduceerde (geassembleerde) elektrische bussen | Aantal | 0 | 25 | Q2 | 2026 | Ten minste 25 elektrische bussen die in Litouwen worden geproduceerd (gemonteerd). De selectiecriteria waarborgen de naleving van de technische richtsnoeren „geen significante schade berokkenen” (2021/C58/01) van in het kader van deze maatregel ondersteunde transacties door gebruik te maken van duurzaamheidstoetsing, een uitsluitingslijst en de eis van naleving van de relevante EU- en nationale milieuwetgeving. | |
34 | B. 1.2 Moving zonder vervuiling van het milieu — B.1.2.2. Steun voor de aankoop van emissievrije voertuigen voor openbaar vervoer | Mijlpaal | Inwerkingtreding van de hervorming van het interstedelijk mobiliteitssysteem | Hervorming treedt in werking | Q4 | 2024 | Inwerkingtreding van de hervorming van het intercitykader, waarbij het bestaande langeafstandsnetwerk wordt herzien en geoptimaliseerd, de buslijnen worden afgestemd op de spoorlijnen en het lokale vervoerssysteem dat zorgt voor onderlinge verbindingen tussen regionale hubs. | |||
35 | B. 1.2 Moving zonder vervuiling | Streefdoel | Levering van elektrische voertuigen voor openbaar vervoer (bussen) | Aantal | 0 | 115 | Q2 | 2025 | Levering van 115 elektrische bussen met lage vloer (klasse M2 en M3) aan exploitanten van openbaar vervoer in stedelijke en voorstedelijke gebieden. |
van het milieu — B.1.2.2. Steun voor de aankoop van emissievrije voertuigen voor openbaar vervoer | ||||||||||
36 | B. 1.2 Moving zonder vervuiling van het milieu — B.1.2.2. Steun voor de aankoop van emissievrije voertuigen voor openbaar vervoer | Streefdoel | Levering van elektrische voertuigen voor openbaar vervoer (bussen) | Aantal | 115 | 230 | Q2 | 2026 | Levering van 230 elektrische bussen met lage vloer (klasse M2 en M3) aan exploitanten van openbaar vervoer in stedelijke en voorstedelijke gebieden. | |
37 | B. 1.2 Moving zonder vervuiling van het milieu — B.1.2.3. Installatie van | Mijlpaal | Ingebruikneming van een informatiesysteem voor openbare en semi- openbare oplaadpunten voor elektrische voertuigen | Ingebruikneming van een informatiesystee m voor openbare en semi-openbare oplaadpunten voor elektrische voertuigen | Q1 | 2022 | Ingebruikneming van een informatiesysteem dat: 1. Unieke identificatiecodes verstrekken en registreren van openbare en semi-openbare oplaadpunten voor elektrische voertuigen en de bedieners ervan. 2. Zorgen voor realtime statische/dynamische gegevens van openbare en semi-openbare oplaadpunten voor elektrische voertuigen die in |
oplaadinfrastr uctuur voor voertuigen/ta nkinfrastructu ur voor alternatieve brandstoffen | Litouwen actief zijn. | |||||||||
38 | B. 1.2 Moving zonder vervuiling van het milieu — B.1.2.3. Installatie van oplaadinfrastr uctuur voor voertuigen/ta nkinfrastructu ur voor alternatieve brandstoffen | Streefdoel | Ingebruikneming van een dienst van openbare en semi-openbare oplaadpunten en zeer hoge oplaadpunten voor vracht en bussen | Aantal | 2625 | Q2 | 2025 | Oplaadpunten voor openbare en semi-openbare elektrische voertuigen en oplaadpunten met zeer hoog vermogen voor vracht/bussen geïnstalleerd en in bedrijf zijn, met inbegrip van: a) ten minste 2620 oplaadpunten voor elektrische voertuigen voor auto’s; b) ten minste 5 laadstations voor goederenvervoer/bussen met zeer hoog vermogen. De soorten oplaadpunten voor elektrische voertuigen in termen van vermogen en beschikbaarheid zijn vastgelegd in de Wet op alternatieve brandstoffen (artikel 2, punten 12, 16, 17, 18, 26, 27 en 32. | ||
39 | B. 1.2 Moving zonder vervuiling van het milieu — B.1.2.3. Installatie van oplaadinfrastr uctuur voor | Streefdoel | Ingebruikneming van een dienst van openbare en semi-openbare oplaadpunten en zeer hoge oplaadpunten voor vracht en bussen | Aantal | 2625 | 5250 | Q2 | 2026 | Oplaadpunten voor openbare en semi-openbare elektrische voertuigen en oplaadpunten met zeer hoog vermogen voor vracht/bussen geïnstalleerd en in bedrijf zijn, met inbegrip van: a) ten minste 5240 oplaadpunten voor elektrische voertuigen voor auto’s; b) ten minste 10 laadstations voor goederenvervoer/bussen met zeer hoog vermogen. De soorten oplaadpunten voor elektrische |
voertuigen/ta nkinfrastructu ur voor alternatieve brandstoffen | voertuigen in termen van vermogen en beschikbaarheid zijn vastgelegd in de Wet op alternatieve brandstoffen (artikel 2, punten 12, 16, 17, 18, 26, 27 en 32. | |||||||||
40 | B. 1.2 Moving zonder vervuiling van het milieu — B.1.2.3. Installatie van oplaadinfrastr uctuur voor voertuigen/ta nkinfrastructu ur voor alternatieve brandstoffen | Streefdoel | Ingebruikneming van een dienst van particuliere oplaadpunten in huishoudens, appartementenwerven, werkplekken | Aantal | 0 | 2660 0 | Q1 | 2025 | Gedurende de gehele implementatieperiode moeten ten minste 26600 oplaadpunten voor particuliere elektrische voertuigen worden geïnstalleerd en in gebruik worden genomen in huishoudens, binnenplaatsen van appartementsgebouwen en werkplekken. | |
41 | B. 1.2 Moving zonder vervuiling van het milieu — B.1.2.3. Installatie van oplaadinfrastr uctuur voor voertuigen/ta nkinfrastructu | Streefdoel | Ingebruikneming van een dienst van particuliere oplaadpunten in huishoudens, appartementenwerven, werkplekken | Aantal | 26600 | 53200 | Q1 | 2026 | Gedurende de gehele implementatieperiode moeten ten minste 53200 oplaadpunten voor particuliere elektrische voertuigen worden geïnstalleerd en in gebruik worden genomen in huishoudens, binnenplaatsen van appartementsgebouwen en werkplekken. |
ur voor alternatieve brandstoffen | ||||||||||
42 | B. 1.2 Moving zonder vervuiling van het milieu — B.1.2.3. Installatie van oplaadinfrastr uctuur voor voertuigen/ta nkinfrastructu ur voor alternatieve brandstoffen | Streefdoel | Ingebruikneming van een dienst van openbare gecomprimeerde biogas- en waterstofstations | Aantal | 0 | 34 | Q2 | 2026 | Operationalisering en verlening van diensten aan 34 openbare centra voor gecomprimeerd biogas en waterstof: a) ten minste 30 eenheden voor gecomprimeerd biogas; b) ten minste vier eenheden voor waterstof. | |
43 | B. 1.2 Moving zonder vervuiling van het milieu — B.1.2.3. Installatie van oplaadinfrastr uctuur voor voertuigen/ta nkinfrastructu | Mijlpaal | Goedkeuring van het actieplan voor de integratie van het netwerk van elektrische laadinfrastructuur | Goedgekeurd actieplan voor elektrische laadinfrastructuur | Q4 | 2021 | Vaststelling van een actieplan met de prioritaire ontwikkelingsrichtsnoeren en de vaststelling van voorschriften voor de installatie van oplaadpunten voor elektrische voertuigen met het oog op een zo efficiënt mogelijke ontwikkeling van oplaadinfrastructuur voor elektrische voertuigen. |
ur voor alternatieve brandstoffen | ||||||||||
44 | B. 1.2 Moving zonder vervuiling van het milieu — B.1.2.4. Steun voor de ontwikkeling van de sector hernieuwbare brandstoffen (biomethaang as, vloeibare biobrandstoff en van de tweede generatie voor vervoer en groene waterstof) | Mijlpaal | Ingebruikneming van een IT-systeem van boekhoudeenheden voor hernieuwbare transportbrandstoffen | IT-systeem van boekhoudeenhede n voor brandstoffen uit hernieuwbare bronnen operationeel | Q4 | 2021 | Om het verbruik van biomethaangas in de vervoersector te waarborgen, wordt een passend IT- platform opgezet om de hoeveelheden biomethaangas en andere hernieuwbare brandstoffen die aan de vervoersector worden geleverd en de certificaten die worden afgegeven aan producenten waarvoor het resulterende gas zal worden gebruikt om aan de brandstofverplichtingen te voldoen, te registreren. | |||
45 | B. 1.2 Moving zonder vervuiling van het milieu — | Streefdoel | Geïnstalleerde totale capaciteit van nieuwe biomethaangasproductie -installaties, MW | MW | 0 | 27,1 | Q4 | 2025 | Ingebruikneming van nieuwe capaciteit van installaties voor de productie van biomethaangas van ten minste 27,1 MW. De geïnstalleerde capaciteit wordt als operationeel beschouwd op basis van de aansluiting van de biomethaangasopwekkingscapaciteit op het |
B.1.2.4. Steun voor de ontwikkeling van de sector hernieuwbare brandstoffen (biomethaang as, vloeibare biobrandstoff en van de tweede generatie voor vervoer en groene waterstof) | aardgasnet en de door de transmissiesysteembeheerder verstrekte informatie. Om te voldoen aan de technische richtsnoeren „Do no significant harm” (2021/C58/01) moet biomethaan worden geproduceerd uit de in bijlage IX bij de richtlijn hernieuwbare energie vermelde voedermiddelen. | |||||||||
46 | B. 1.2 Moving zonder vervuiling van het milieu — B.1.2.4. Steun voor de ontwikkeling van de sector hernieuwbare brandstoffen (biomethaang as, vloeibare biobrandstoff en van de tweede | Streefdoel | Jaarlijkse extra productie van vloeibare biobrandstoffen van de tweede generatie | KTOE | 0 | 12,4 | Q4 | 2025 | In de geïnstalleerde productiecapaciteit worden nog eens 12.4 ktoe vloeibare biobrandstoffen van de tweede generatie geproduceerd. Het volume van de jaarlijkse productie wordt één jaar na het begin van de productie op 31 december 2024 beoordeeld. |
generatie voor vervoer en groene waterstof) | ||||||||||
47 | B. 1.2 Moving zonder vervuiling van het milieu — B.1.2.4. Steun voor de ontwikkeling van de sector hernieuwbare brandstoffen (biomethaang as, vloeibare biobrandstoff en van de tweede generatie voor vervoer en groene | Streefdoel | Totale geproduceerde hoeveelheid „groene waterstof” | m³ | 0 | 1680 000 | Q2 | 2026 | Na de ontwikkeling van extra nieuwe capaciteit voor de productie van waterstofgas uit hernieuwbare energiebronnen is op 30 juni 2026 in totaal 1 680 000 m³ groen waterstofgas geproduceerd (560,000 m³ op jaarbasis). |
waterstof) |
48 | B.1.3 Versnelling van de renovatie van gebouwen en een duurzaam stedelijk milieu — B.1.3.1. Actualiseren en testen in de praktijk van renovatiepakk etten en - normen en ontwikkelen van een methodologie voor de ontwikkeling van duurzame steden | Mijlpaal | Inwerkingtreding van de volgende wetgevingshandelingen: a) het uitvoeringsplan van de langetermijnstrategie voor de renovatie van gebouwen, b) wijziging van de Construction Technical Regulation „Design and Certification of the Energy Performance of Buildings”, goedgekeurd bij besluit 2016-11-11 nr. D1-754 van de minister van Milieu c) richtsnoeren voor duurzame stadsontwikkeling, goedgekeurd bij resolutie van het Litouwse parlement d) wijziging van technisch reglement voor de bouw CTR 2.05.07: 2005 „Design of Wooden Structures”, goedgekeurd bij Besluit nr. D1-79 van de minister van Milieu | Wetgeving in werking getreden | Q1 | 2023 | De volgende wetgevingshandelingen zijn goedgekeurd en in werking getreden: 1. Het uitvoeringsplan van de langetermijnstrategie voor de renovatie van gebouwen, dat het volgende bepaalt: 1.1 een wetgevingsplan om de verbouwing van residentiële locaties te versnellen, rekening houdend met het Bauhau-initiatief, om het gebruik van technieken voor het modelleren van bouwinformatie (BIM) te formaliseren en mogelijke modellen voor de verbouwing, reconstructie of renovatie van bestaande gebouwen te beoordelen; 1.2. aanbevelingen voor de voorbereiding van driemaandelijkse renovatieprojecten. 2. Gewijzigd technisch reglement voor de bouw „Ontwerp en certificering van de energieprestatie van gebouwen”, goedgekeurd 2016-11-11 bij Xxxxxxx xx. X0-000 van de minister van Milieu, waarin de energieprestatiecategorie van het gerenoveerde gebouw vanaf 01/01/2023 ten minste B wordt gelegaliseerd. 3. Richtsnoeren voor duurzame stedelijke ontwikkeling, waarin de indicatoren voor duurzame steden en de methode voor de berekening daarvan worden uiteengezet. 5. Wijziging van Construction Technical Regulation CTR 2.05.07: 2005 „Design of Wooden Structures”, goedgekeurd bij Besluit nr. |
2005-02-10 | D1-79 van de minister van Milieu 2005-02-10, waarbij het gebruik van houten bouwproducten in multifunctionele gebouwen wordt uitgebreid. |
49 | B.1.3 Versnelling van de renovatie van gebouwen en een duurzaam stedelijk milieu — B.1.3.1. Actualiseren en testen in de praktijk van renovatiepakk etten en - normen en ontwikkelen van een methodologie voor de ontwikkeling van duurzame steden | Streefdoel | Gebied van gerenoveerde demonstratiegebouwen met het oog op een vermindering van gemiddeld ten minste 30 % van het primaire energieverbruik, zoals gedefinieerd in Aanbeveling (EU) 2019/786 van de Commissie inzake gebouwenrenovatie | m2 | 0 | 22,00 0 | Q3 | 2025 | Voltooiing van demonstratieprojecten voor groene renovatie (8 gebouwen met een totale oppervlakte van 22,000 m2), als volgt: — 4 openbare gebouwen, geïllustreerd op verschillende locaties (zoals school, kleuterschool, administratief gebouw) (16,000 m² = 4x4000) — en 4 appartementsgebouwen (6,000 m² = 4x1500), De renovatie vermindert gemiddeld ten minste 30 % van het primaire energieverbruik, zoals gedefinieerd in Aanbeveling (EU) 2019/786 van de Commissie betreffende de renovatie van gebouwen, waarbij gebruik wordt gemaakt van nieuwe geïndustrialiseerde warmte-geassembleerde isolatiesystemen op basis van organische grondstoffen, alsook van BIM-technologieën die alle bouwprocessen combineren (ontwerp, bouw, productie, logistiek, installatie van geprefabriceerde structuren ter plaatse, onderhoud en kwaliteitscontrole), virtuele modellering van de levenscyclus van een gebouw ten opzichte van de dichtstbijzijnde omgeving (bv. een kwart) waar het gebouw zich bevindt. |
50 | B.1.3 Versnelling van de renovatie van gebouwen en een duurzaam stedelijk milieu — B.1.3.2. Instrumenten om de coördinatie van de renovatie van gebouwen en technische bijstand te vergemakkeli jken | Mijlpaal | Er is een competentiecentrum voor de renovatie van gebouwen opgericht en operationeel | Wetgeving in werking getreden | Q4 | 2022 | 1. Statuut van het Agentschap voor het beheer van milieuprojecten tot vaststelling van de taken voor het beheer van het programma voor de renovatie van appartementengebouwen (Modernisering) en het beheer van financiering uit verschillende bronnen, zoals momenteel uitgevoerd door het Agentschap voor energie-efficiëntie voor huisvesting, gewijzigd bij besluit van de minister van Milieu, goedgekeurd en in werking getreden. 2. Het één-loket-kenniscentrum voor renovatie van gebouwen (EPMA) (50 % van de vacatures bij het kenniscentrum is ingevuld) is operationeel. |
51 | B.1.3 Versnelling van de renovatie van gebouwen en een duurzaam stedelijk milieu — B.1.3.2. Instrumenten om de coördinatie van de renovatie van gebouwen en technische bijstand te vergemakkeli jken | Streefdoel | Operationalisering en verlening van diensten voor drie informatiesystemen voor het ontwerpen van de renovatie van gebouwen, voor het beheer van renovatieprojecten en voor de Litouwse Gebouwendatabank | Aantal | 0 | 3 | Q3 | 2025 | De volgende 3 informatiesystemen moeten volledig functioneel zijn: 1. Digitaal methodologisch instrument voor de planning van groene en innovatieve energie- efficiëntiemaatregelen in gerenoveerde gebouwen; 2. Administratief informatiesysteem voor gebouwenrenovatieprojecten; 3. Litouwse Gebouwengegevensbank. | |
52 | B.1.3 Versnelling van de renovatie van gebouwen en een duurzaam stedelijk milieu — B.1.3.3. Bevordering van de levering van bouwproduct | Streefdoel | Operationele productiecapaciteit van modulaire structuren op basis van organische materialen | m²/jaar) | 0 | 750,0 00 | Q4 | 2024 | Operationele geautomatiseerde nieuwe productielijnen van modulaire structuren uit organisch materiaal met een capaciteit van 750,000 m²/jaar. |
en en - diensten die de renovatie van gebouwen versnellen | ||||||||||
53 | B.1.3 Versnelling van de renovatie van gebouwen en een duurzaam stedelijk milieu — B.1.3.4. Steun voor snellere renovatie van gebouwen overeenkomst ig de actuele normen voor gebouwenren ovatie | Streefdoel | Oppervlakte van gerenoveerde gebouwen met meerdere appartementen | m2 | 0 | 300 0 00 | Q2 | 2025 | De versnelde renovatie van gebouwen vermindert gemiddeld ten minste 30 % van het primaire energieverbruik, zoals gedefinieerd in Aanbeveling (EU) 2019/786 van de Commissie inzake de renovatie van gebouwen en het gebruik van groene renovatiebeginselen (duurzame, innovatieve, snellere, klasse A-B) of andere maatregelen dan het gebruik van modulaire structuren (klasse A), bedraagt het totale aantal gerenoveerde gebouwen met meerdere appartementen 860 en bedraagt 1 290 000 m2. |
54 | B.1.3 Versnelling van de renovatie van gebouwen en een duurzaam stedelijk milieu — B.1.3.4. Steun voor snellere renovatie van gebouwen overeenkomst ig de actuele normen voor gebouwenren ovatie | Streefdoel | Oppervlakte van gerenoveerde gebouwen met meerdere appartementen | m2 | 300000 | 1290, 000 | Q2 | 2026 | De versnelde renovatie van gebouwen moet leiden tot een vermindering van gemiddeld ten minste 30 % van het primaire energieverbruik, zoals gedefinieerd in Aanbeveling (EU) 2019/786 van de Commissie inzake de renovatie van gebouwen en het gebruik van groene (duurzame, innovatieve, snellere, klasse A-B) beginselen of maatregelen dan het gebruik van modulaire structuren (klasse A), het totale aantal gerenoveerde gebouwen met meerdere appartementen 860 bedraagt en de oppervlakte ervan 1 290 000 m2 bedraagt. | ||
55 | B.1.4 Verhoging van het vermogen om broeikasgasse n op te vangen | Streefdoel | Opnieuw bevochtigde veengebieden | ha | 0 | 5000 | Q4 | 2024 | Ten minste 5 000 ha veengebied moet opnieuw bevochtigd worden. | ||
56 | B.1.4 Verhoging van het vermogen om broeikasgasse n op te vangen | Streefdoel | Opnieuw bevochtigde veengebieden | ha | 5000 | 8000 | Q2 | 2026 | Ten minste 8 000 ha veengebied moet opnieuw bevochtigd worden. |
57 | B.1.4 Verhoging van het vermogen om broeikasgasse n op te vangen | Mijlpaal | Wetgeving inzake het herstel van wetlands (veengebieden) en de verdere bescherming en het duurzame gebruik ervan, is in werking getreden. | Wetgeving in werking getreden | Q3 | 2022 | Er is wetgeving in werking getreden om het herstel van wetlands (veengebieden) en de verdere bescherming en het duurzame gebruik ervan te reguleren. | |||
58 | B.1.5 Naar een circulaire economie | Mijlpaal | Inwerkingtreding van het actieplan voor de overgang naar de circulaire economie | Wetgeving in werking getreden | Q1 | 2023 | Inwerkingtreding van een regeringsresolutie tot goedkeuring van het actieplan van Litouwen voor de overgang naar een circulaire economie tegen 2035, dat is opgesteld met medewerking van geïnteresseerde instellingen en sociaaleconomische partners, met als doel alle relevante autoriteiten erbij te betrekken en de tenuitvoerlegging en ontwikkeling van de circulaire economie in het land te coördineren. |
C. COMPONENT 3: DIGITALE TRANSFORMATIE VOOR GROEI
Het onderdeel van het Litouwse plan voor herstel en veerkracht heeft betrekking op meerdere aspecten van de digitale transformatie — digitale connectiviteit, met inbegrip van de digitale kloof tussen stad en platteland, de digitalisering van de publieke en private sector en digitale vaardigheden. Het onderdeel omvat maatregelen om de uitrol van 5G te vergemakkelijken, de vezelinfrastructuur in landelijke en afgelegen gebieden verder te ontwikkelen en innovatie op het gebied van connectiviteit te bevorderen. Daarnaast zijn substantiële hervormingen en investeringen gericht op de digitalisering van de overheidssector. De bevordering van digitale vaardigheden is gepland voor kinderen, werknemers en ouderen en maatregelen om het tekort aan IT-werknemers op de arbeidsmarkt aan te pakken. Voorts worden in het onderdeel investeringen voorgesteld om de invoering van geavanceerde digitale technologieën in de particuliere sector te bevorderen, met name wat betreft samenwerking tussen wetenschap en bedrijfsleven voor innovatieve technologieën en de digitalisering van de culturele sector. In totaal omvat de component vijf maatregelen (drie hervormingen en twee investeringen).
De component komt tegemoet aan de landspecifieke aanbeveling om investeringen in de digitale transitie te bevorderen, met name de dekking en het gebruik van breedband met hoge capaciteit (landspecifieke aanbeveling 3 2020). Daarnaast wordt verwacht dat de component zal bijdragen tot het stimuleren van de productiviteitsgroei, onder meer door overheidsinvesteringen efficiënter te maken (landspecifieke aanbeveling 3 2019), aangezien het maatregelen omvat om de overheidssector te digitaliseren, hetgeen een blijvend positief effect zal hebben op de werking van het openbaar bestuur en zijn productiviteit. De maatregelen in het onderdeel pakken ook gedeeltelijk uitdagingen in verband met technologische innovatie in kleine en middelgrote ondernemingen aan (landspecifieke aanbeveling 3 2020). Al met al dragen de omvang en de reikwijdte van de geplande investeringen en hervormingen voor de digitale transitie indirect bij tot het verzachten van de gevolgen van de crisis voor de werkgelegenheid (landspecifieke aanbeveling 2 2020) en het bevorderen van investeringen voor innovatie (landspecifieke aanbeveling 3 2019).
Verwacht wordt dat geen enkele maatregel in dit onderdeel aanzienlijke schade berokkent aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregelen en de risicobeperkende stappen die zijn opgenomen in het plan voor herstel en veerkracht overeenkomstig de technische richtsnoeren van de DNSH (2021/C58/01).
C.1. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor niet-terugbetaalbare financiële steun
C.1.1. Hervorming 1 „Transformatie van openbaar bestuur op het gebied van informatietechnologie”
Doel van de hervorming is de middelen voor overheidsinformatie volledig te consolideren zodat de IT-infrastructuur, -diensten en -processen van overheidsinstellingen centraal, efficiënt en veilig worden beheerd. De hervorming omvat investeringen in:
a. Uitbreiding van de bestaande cloudinfrastructuur voor informatie- en communicatietechnologieën voor zover vereist door alle openbare begrotingsinstellingen;
b. Migratie van verouderde en niet-veiligheidsconforme ICT-infrastructuur door overheidsinstellingen naar een centraal beheerde infrastructuur voor informatie- en communicatietechnologie in de cloud;
c. Geïntegreerde upgrade en revisie van technische en systemische software voor lokale datatransmissienetwerken van verouderde en onveilige overheidsbegrotingsinstellingen, invoering van een veilige gecentraliseerde beheersoplossing (4000 computerwerkstations);
d. Geïntegreerde upgrade en revisie van verouderde en niet-beveiligingsconforme hardware en systeemsoftware van computerwerkstations, invoering van een beveiligde gecentraliseerde beheersoplossing (4000 computerwerkstations).
De gehele hervorming is alleen gericht op overheidsinstellingen die na de hervorming ten volle gebruik kunnen maken van de IT-infrastructuurdiensten van de staatscloud.
De hervorming moet uiterlijk op 30 september 2026 zijn voltooid.
C.1.2. Hervorming 2 „Waarborgen van de doeltreffendheid van gegevensbeheer en open data”
Doel van de hervorming is te zorgen voor de beschikbaarheid van betrouwbare overheidsgegevens, de mogelijkheid om deze te delen, de mogelijkheden om de gegevens te hergebruiken en de voorwaarden te scheppen voor gegevensgestuurd overheidsbeleid en digitale innovatie in de particuliere sector.
De hervorming vereist directe overheidsinvesteringen om een model voor de architectuur van overheidsgegevens en de bijbehorende beheersinstrumenten te ontwikkelen om de openbaar beschikbare hoeveelheid gegevens in het nationale datanmeer (NDL) te verhogen, zodat de voorwaarden worden geschapen voor hergebruik van gegevens in alle informatiesystemen en registers van de staat, en deze gegevens beschikbaar worden gesteld aan het publiek, het bedrijfsleven en de wetenschap.
De integratie van informatiebronnen in het nationale datanmeer omvat de volgende stappen:
a. Via de verbinding voor gegevensuitwisseling een interface tot stand te brengen met de gegevensverstrekker;
b. Beschrijf de semantische structuur en stelt metagegevens op;
c. De ontvangen datasets te verwerken (transformatie, reiniging, anonimisering/encryptie, verbinding, aggregatie en andere werkzaamheden, rekening houdend met de specifieke kenmerken van de gegevens en gebruikersbehoeften voor het openen);
d. Een interface creëren tussen het nationale datanmeer (NDL) en het gegevensarchief van het opendataportaal (xxxx.xxx.xx) via de representatief State Transfer Application Programming Interface (API);
e. De verbinding tot stand brengen tussen het nationale datanetwerk en het
Opendataportaal (xxxx.xxx.xx) via REST API.
f. Een mechanisme ontwikkelen voor de automatische actualisering van open datasets en de metagegevens daarvan.
Het ontwerp van de nationale gegevensarchitectuur vereist:
a. Het uitvoeren van een analyse van de gegevensstructuur van de staatsinformatiebronnen (SIR), de ontwikkeling en inventarisatie van het model voor gegevensmetagegevens van het SIR en de ontwikkeling van methodologische, wettelijke en organisatorische maatregelen voor het creëren en beheren van metagegevens;
b. Het installeren van een geautomatiseerd metagegevensbeheersinstrument, het ontwikkelen van een algoritme voor het automatisch invullen van metagegevens, het ontwikkelen van een metagegevensdatabankstructuur en beheersoftware, en het ontwikkelen van geautomatiseerde invoersoftware voor metagegevens;
c. Interfaces met het SIR implementeren voor het automatisch verzamelen en bijwerken van metagegevens uit alle SIR, de hoogste hiërarchische metagegevens in de databank leveren, API’s creëren voor gegevensuitwisseling binnen het nationale informatieplatform en volledige metagegevens om bestaande en geplande API- realisaties op te nemen.
De hervorming houdt rechtstreeks verband met Europese initiatieven om gegevens open te stellen en te hergebruiken. De beoogde investeringen maken een soepele technologische toepassing van de openstelling van gegevens mogelijk door een geïntegreerd gebruik van overheidsgegevens voor meerdere doeleinden. De hervorming heeft tot doel de problemen aan te pakken die het gevolg zijn van de decentralisatie en versnippering van overheidsgegevens. Deze infrastructuur omvat ook het hergebruik van hoogwaardige gezondheidsgegevens. De doelgroep van de hervorming zijn overheidsdiensten, wetenschappelijke instellingen, het bedrijfsleven en het grote publiek.
De hervorming moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.
C.1.3. Hervorming 3 „klantgerichte diensten”
Het doel van de hervorming is de digitalisering van openbare en administratieve diensten door middel van een volledige transformatie van nationale en lokale overheidsprocessen, volledige digitalisering, systeemintegratie, hergebruik van gegevens, de hoogste kwaliteit van de dienstverlening en gebruikersgerichtheid van het openbaar bestuur. De hervorming wordt in twee richtingen uitgevoerd:
a. Verbetering van het besluitvormingsproces voor de ontwikkeling en modernisering van nieuwe overheidsdiensten en vergroting van de inclusiviteit van overheidsdiensten en de toegankelijkheid van diensten voor personen met een handicap.
b. Geïntegreerde investeringen in de digitalisering van overheidsprocessen, de ontvangst van ontbrekende elektronische overheidsdiensten en de automatisering van de interinstitutionele gegevensuitwisseling, en de toegankelijkheid van instrumenten voor mensen met een handicap om toegang te krijgen tot openbare diensten. Het doel van de investering om dit onderdeel uit te voeren is het digitaliseren van overheidsprocessen, het creëren van ontbrekende elektronische overheidsdiensten en het gelijktrekken van de maturiteit van alle openbare diensten die in Litouwen worden verleend, zodat de interinstitutionele gegevensuitwisseling geautomatiseerd is en informatie voor iedereen toegankelijk is, zonder discriminatie van personen met een handicap.
Voorts is de uitvoering van de hervorming gebaseerd op de volgende beginselen: Eenmaligheidsbeginsel, inclusiviteit en toegankelijkheid van diensten, openheid en transparantie, standaard grensoverschrijdend, interoperabiliteit door standaardinstellingen, betrouwbaarheid en veiligheid. Een deel van de investering (2 000 000 EUR) wordt besteed aan de horizontale ontwikkeling van digitale vaardigheden voor ambtenaren, kwetsbare groepen (met inbegrip van ouderen) en alle anderen buiten de doelgroepen.
De hervorming moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.
C.1.4. Xxxxxxxxxxx 0 „Toelatingseisen voor innovatieve technologische oplossingen in het bedrijfsleven en het dagelijks leven”
Het doel van de investering is de noodzakelijke voorwaarden te scheppen voor wetenschap en bedrijfsleven om geavanceerde en innovatieve instrumenten en KI-oplossingen doeltreffend te ontwikkelen en toe te passen die in staat zijn om in de Litouwse taal in het begin te communiceren, lezen, analyseren, begrijpen en interpreteren en universele toegang tot gedigitaliseerde en digitale hulpbronnen te creëren en te waarborgen die wetenschap, bedrijfsleven en samenleving in staat stellen innovatieve technologieën, diensten en producten op basis van culturele inhoud te ontwikkelen.
C.1.4.1. Submaatregel 1: Ontwikkeling van technologische middelen in het Litouws
De submaatregel is gericht op de ontwikkeling van Litouwse taalhulpmiddelen die nodig zijn voor de ontwikkeling van KI-oplossingen in de Litouwse taal die gratis voor het publiek beschikbaar zullen worden gesteld. Dit omvat i) de ontwikkeling van taalhulpmiddelen die wetenschappelijke en bedrijfsorganisaties in staat zullen stellen de Litouwse KI-systemen en - diensten in de Litouwse taal te verbeteren; ii) De ontwikkeling van digitale hulpmiddelen ter ondersteuning van het behoud en de vitaliteit van de Litouwse taal (bv. aanpassing van het Litouwse taalerfgoed aan wetenschappelijke, culturele en onderwijsbehoeften, optimalisering van het taalonderzoek); En iii) de ontwikkeling van gespecialiseerde kennisbronnen, met inbegrip van ontologieën, en internationale taalhulpmiddelen.
De submaatregel moet uiterlijk op 31 december 2025 zijn voltooid.
C.1.4.2. Submaatregel 2: Digitalisering en toegankelijkheid van culturele hulpbronnen
De submaatregel omvat organisatorische en technische maatregelen op het gebied van de publicatie van digitale cultuur en informatiebronnen, de aanpassing van elektronische diensten en producten aan personen met een handicap en de ontwikkeling van technologische en IT- oplossingen voor het openstellen en hergebruiken van inhoud van cultureel en cultureel erfgoed. De submaatregelen zijn gericht op de financiering van ten minste twaalf projecten voor de digitalisering, toegankelijkheid en verspreiding van culturele hulpbronnen. Bovendien moet 20 % van de digitale (elektronische) middelen die via het nationale online publicatieplatform ELVIS beschikbaar zijn, geschikt zijn voor personen met een handicap.
De submaatregel moet uiterlijk op 31 december 2025 zijn voltooid.
C.1.4.3. Submaatregel 3: Productie van inhoud en middelen voor digitaal onderwijs
Het doel van de submaatregel is de ontwikkeling van de technologische oplossingen die nodig zijn voor digitaal onderwijs, studiemiddelen en IT-infrastructuur in onderwijsinstellingen om gepersonaliseerd afstandsonderwijs mogelijk te maken. Het is bedoeld om scholen te voorzien van een digitale leermiddelenbasis, die als nationale afstandsschool fungeert, op basis van het verband tussen bestaande en nieuwe digitale leermiddelen, digitale inhoud die is ontwikkeld door openbare en particuliere uitgevers, test- en prestatiebeoordelingssystemen, bibliotheken en actuele educatieve inhoud. Om de doeltreffendheid van afstandsonderwijs te waarborgen, zullen prototypes voor afstandsonderwijs en gemengd onderwijs worden ontwikkeld, getest en geïmplementeerd.
De submaatregel moet uiterlijk op 30 juni 2024 zijn voltooid.
C.1.4.4. Submaatregel 4: Financiële instrumenten voor de oprichting van bedrijven en digitale innovatie
De submaatregel is bedoeld om financiële stimulansen te bieden voor de oprichting van bedrijven en digitale innovatie.
Bedrijfsservicecentra zullen worden ondersteund om roboticaautomatiseringsprocessen en oplossingen voor kunstmatige intelligentie in te voeren door uitgaven te financieren in
verband met i) adviesdiensten met betrekking tot de eerste analyse van het project over de processen die rationeel zijn om te automatiseren en de oplossingen die deze processen mogelijk maken; ii) De opleidingskosten in verband met de ontwikkeling van het ESA en de KI-oplossing; iii) De verwerving van licenties (robots, softwarelicenties) in verband met het project; iv) Kosten van de vergoeding voor aan projectactiviteiten bestede tijd; v) Apparatuur en huurkosten in verband met de installatie en werking van geautomatiseerde oplossingen (bv. huur van servers).
Start-ups en spin-offs zullen worden ondersteund om producten en oplossingen te ontwikkelen voor kunstmatige intelligentie, blockchaintechnologieën en automatisering van roboticaprocessen door uitgaven te financieren in verband met i) de ontwikkeling van producten en diensten in de beginfase, voorafgaand aan het aantrekken van investeringskapitaal; ii) de analyse van de behoeften van de markt; iii) De ontwikkeling van een technologisch oplossingsconcept; iv) De ontwikkeling van een minimaal levensvatbaar product; En v) het bereiken van het stadium van verhandelbaarheid van het product.
De submaatregel moet uiterlijk op 30 september 2025 zijn voltooid. C.1.4.5. Submaatregel 5: ICT-kenniscentrum
De oprichting van een ICT-kenniscentrum is gericht op het ontwikkelen en creëren van banden tussen het bedrijfsleven, de academische wereld en overheidsinstanties, het bevorderen van O & Ontwikkeling voor de ontwikkeling van technologieën, producten en diensten op een groot aantal gebieden, het voorbereiden ervan op de markt (commercialisering) en het bevorderen van de uitwisseling van ideeën, kennis en investeringen. Een dergelijk centrum zou zich richten op het verbeteren van de toegankelijkheid van bedrijfsrelevante infrastructuur en diensten, onder meer voor spin-offs die door instellingen voor hoger onderwijs voor commerciële doeleinden worden opgezet.
De investering moet uiterlijk op 31 december 2024 zijn voltooid.
C.1.5. Investering 2 „Stap naar 5G”
Het doel van de investering is te zorgen voor de effectieve dekking en penetratie van zeer permeabele elektronische communicatienetwerken die voldoen aan de behoeften van digitaal actieve ondernemingen en zijn aangepast aan de ontwikkeling van netwerken met zeer hoge capaciteit, waaronder 5G-netwerken op evenwichtige wijze. De maatregel is bedoeld om de uitrol van 5G in het hele land te vergemakkelijken, met name in internationale vervoerscorridors (Via Baltica, Rail Baltica) en andere hoofdwegen en spoorlijnen van nationaal belang, luchthavens en zeehavens. De maatregel omvat financiering uit het RRF die volgens plan zal worden aangevuld met financiering uit de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, andere EU-structuurfondsen, nationale fondsen en het aantrekken van particuliere investeringen. Tegelijkertijd is de investering ook gericht op de ontwikkeling van glasvezelinfrastructuur in landelijke en afgelegen gebieden, zodat 5000 digitaal intensieve ondernemingen/instellingen toegang hebben tot gigabit-breedband. De investering omvat ook elementen om bedrijven en overheidsinstanties aan te moedigen te innoveren en zich aan te passen aan snelle digitale connectiviteit door ten minste zeven praktische toepassingen van innovaties op het gebied van mobiliteit te implementeren.
C.1.5.1. Submaatregel 1: Routekaart 5G
Het Litouwse 5G-stappenplan voorziet in een evenwichtige, kosteneffectieve en efficiënte ontwikkeling van 5G, gericht op commercieel beschikbare 5G-diensten in 95 % van het grondgebied van stedelijke gebieden, internationale vervoerscorridors (Via Baltica, Rail Baltica), hoofdwegen en spoorlijnen van nationaal belang, luchthavens en zeehavens. Om deze doelstellingen te bereiken omvat het 5G-stappenplan maatregelen die de regelgevings- en investeringsvoorwaarden voor de ontwikkeling van 5G zullen vergemakkelijken. Er zij op gewezen dat deze maatregelen grotendeels in overeenstemming zijn met die van het
„connectiviteitspakket” van de EU.
De submaatregel moet uiterlijk op 31 december 2025 zijn voltooid.
C.1.5.2. Submaatregel 2: Verdere ontwikkeling van netwerken met zeer hoge capaciteit
De submaatregel is gericht op de ontwikkeling van 50 nieuwe torens (masten) en 2 000 km glasvezel in afgelegen en plattelandsgebieden waar momenteel geen infrastructuur van de particuliere exploitant bestaat of die in de nabije toekomst niet zijn gepland. De ontwikkelde infrastructuur moet de verbinding met gigabitsnelheid van in totaal 5000 particuliere en openbare bedrijven, niet-gouvernementele en gouvernementele organisaties en gemeentelijke instellingen (sociaaleconomische actoren) vergemakkelijken. Medio 2021 is een studie gestart om door middel van radioplanning en overleg met particuliere exploitanten gebieden in kaart te brengen waar infrastructuur die een toereikende kwaliteit van de dienstverlening kan bieden, niet bestaat of in de nabije toekomst niet gepland is.
De submaatregel moet uiterlijk op 31 december 2025 zijn voltooid. C.1.5.3. Submaatregel 3: Innovatie in mobiliteit
Innovatie op het gebied van mobiliteit zal worden bevorderd door middel van een concurrerende procedure, waarbij middelen ter beschikking worden gesteld van een breed scala van entiteiten of consortia in de vorm van projecten die gericht zijn op de ontwikkeling van digitale oplossingen om de digitalisering van verschillende sectoren te vergroten door de praktische toepassing van innovaties op het gebied van vervoer en communicatie, zoals i) autonoom vervoer, ii) onbemande luchtvaartuigen — drones, iii) het internet der dingen, iv) virtual reality v) robotisering of automatisering op basis van 5G en de invoering van geavanceerde technologische oplossingen zoals vi) vervoersfacturen en duurzaam gegevensbeheer; vii) Oplossingen voor de digitalisering van een uniform ticketsysteem en vervoersfaciliteiten.
De oplossingen moeten overheidsinstanties invoeren en aanpassen aan innovaties op het gebied van 5G-mobiliteit (autonoom vervoer, drones, enz.).
De submaatregel moet uiterlijk op 31 december 2025 zijn voltooid.
C.2. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering voor niet-terugbetaalbare financiële steun
Vol gnu mm er | Betrokken maatregel (hervormin g of investering) | Mijlpaal/ Streefdoel | Benaming | Kwalitatieve indicatoren (voor mijlpalen) | Kwantitatieve indicatoren (voor streefdoelen) | Indicatieve termijn voor voltooiing | Beschrijving en duidelijke definitie van elke mijlpaal / elk streefdoel | |||
Eenh eid | Basisscen ario | Doel | Kwarta al | Jaar | ||||||
59 | C.1.1 Transformati e van publieke governance op het gebied van informatiete chnologie | Mijlpaal | Alle systemen die door de begrotingsinstellin gen van de staat worden beheerd, zijn gemigreerd naar nieuwe cloudinfrastructuu r van de overheid | Voltooiing van een complexe vernieuwing en reorganisatie van de infrastructuur voor informatie- en communicatietechn ologie van overheidsinstelling en, en tenuitvoerlegging van een beveiligd gecentraliseerd beheer | Q3 | 2026 | Alle systemen die door overheidsinstellingen worden beheerd, zijn op twee manieren gemigreerd naar nieuwe cloudinfrastructuur van de overheid: 1. Uitbreiding van de bestaande cloudinfrastructuur voor informatie- en communicatietechnologieën voor zover vereist door alle overheidsinstellingen en de migratie van verouderde en niet- veiligheidsconforme ICT-infrastructuur van de nationale begrotingsinstellingen naar een centraal beheerde infrastructuur voor informatie- en communicatietechnologie in de cloud; 2. Geïntegreerde upgrade en revisie van achterhaalde en niet-veiligheidsconforme lokale datatransmissienetwerken, hardware en systeemsoftware voor computerwerkstations door overheidsinstellingen, invoering van een beveiligde gecentraliseerde beheersoplossing. |
Vol gnu mm er | Betrokken maatregel (hervormin g of investering) | Mijlpaal/ Streefdoel | Benaming | Kwalitatieve indicatoren (voor mijlpalen) | Kwantitatieve indicatoren (voor streefdoelen) | Indicatieve termijn voor voltooiing | Beschrijving en duidelijke definitie van elke mijlpaal / elk streefdoel | |||
Eenh eid | Basisscen ario | Doel | Kwarta al | Jaar | ||||||
60 | C.1.1 Transformati e van publieke governance op het gebied van informatiete chnologie | Mijlpaal | Invoering van een nationaal cyberbeveiligingsb eheersysteem | Operationeel nationaal systeem voor cyberbeveiligingsb eheer | Q1 | 2026 | Invoering van een nationaal cyberbeveiligingsbeheersysteem. Aangekochte, ontwikkelde en geïnstalleerde hardware en/of software voor een digitale oplossing voor de monitoring van organisatorische en technische cyberbeveiligingsvereisten. | |||
61 | C.1.1 Transformati e van publieke governance op het gebied van informatiete chnologie | Streefdoel | Voltooide opleiding cyberbeveiliging | Aant al | 300 | Q1 | 2026 | Ten minste 300 werknemers in cyberbeveiligingsentiteiten hebben een opleiding op het gebied van cyberbeveiliging voltooid via het systeem voor een leven lang leren. „Cyberbeveiligingsentiteit”: een entiteit die overheidsinformatiebronnen beheert en/of beheert, beheerder van kritieke informatie-infrastructuur, aanbieder van openbare communicatienetwerken en/of algemeen beschikbare elektronische- communicatiediensten, elektronische- informatiehostingdiensten en digitale diensten. |
Vol gnu mm er | Betrokken maatregel (hervormin g of investering) | Mijlpaal/ Streefdoel | Benaming | Kwalitatieve indicatoren (voor mijlpalen) | Kwantitatieve indicatoren (voor streefdoelen) | Indicatieve termijn voor voltooiing | Beschrijving en duidelijke definitie van elke mijlpaal / elk streefdoel | |||
Eenh eid | Basisscen ario | Doel | Kwarta al | Jaar | ||||||
62 | C.1.1 Transformati e van publieke governance op het gebied van informatiete chnologie | Streefdoel | De afdeling Informatietechnol ogiediensten van de staat verleent IT-diensten aan alle begrotingsinstellin gen op geconsolideerde basis. | Aant al | 22 | 242 | Q1 | 2025 | In totaal 242 instellingen die gebruik maken van geconsolideerde IT-diensten. De consolidering van de informatie- en communicatietechnologieën van de begrotingsinstellingen van de staat geschiedt overeenkomstig het door de dienst Staatsinformatiediensten opgestelde plan. | |
63 | C.1.1 Transformati e van publieke governance op het gebied van informatiete chnologie | Streefdoel | De afdeling Informatietechnol ogiediensten van de staat verleent IT-diensten aan alle begrotingsinstellin gen op geconsolideerde basis. | Aant al | 242 | 325 | Q3 | 2026 | In totaal 325 instellingen die gebruik maken van geconsolideerde IT-diensten. De consolidering van de informatie- en communicatietechnologieën van de begrotingsinstellingen van de staat geschiedt overeenkomstig het door de dienst Staatsinformatiediensten opgestelde plan. |
Vol gnu mm er | Betrokken maatregel (hervormin g of investering) | Mijlpaal/ Streefdoel | Benaming | Kwalitatieve indicatoren (voor mijlpalen) | Kwantitatieve indicatoren (voor streefdoelen) | Indicatieve termijn voor voltooiing | Beschrijving en duidelijke definitie van elke mijlpaal / elk streefdoel | |||
Eenh eid | Basisscen ario | Doel | Kwarta al | Jaar | ||||||
64 | C.1.2 Waarborgen van de doeltreffend heid van gegevensbeh eer en open gegevens | Mijlpaal | Inwerkingtreding van wetgeving inzake efficiënte gegevensverwerki ng. | Wetgeving in werking getreden | Q3 | 2022 | Inwerkingtreding van wetgeving inzake efficiënt gegevensbeheer. Dit omvat wijzigingen van de Wet op de officiële statistiek of de Wet op het recht om informatie te verzamelen van overheids- en gemeentelijke instellingen die de functies van het Statistische Litouwen uitbreiden tot het beheer van het Staatsdatanmeer (gegevensplatform van de staat). | |||
65 | C.1.2 Waarborgen van de doeltreffend heid van gegevensbeh eer en open gegevens | Streefdoel | Inwerkingtreding van het model voor gegevensbeheer | Aant al | 0 | 1 | Q4 | 2024 | Inwerkingtreding van een gegevensbeheersmodel. Er wordt een gecentraliseerde applicatieprogramma- interface (API) voor gegevensverstrekking gecreëerd en de overheidsgegevens die in het gegevensarchitectuurmodel zijn opgenomen, maken gebruik van een gecentraliseerde API voor gegevensuitwisseling. |
Vol gnu mm er | Betrokken maatregel (hervormin g of investering) | Mijlpaal/ Streefdoel | Benaming | Kwalitatieve indicatoren (voor mijlpalen) | Kwantitatieve indicatoren (voor streefdoelen) | Indicatieve termijn voor voltooiing | Beschrijving en duidelijke definitie van elke mijlpaal / elk streefdoel | |||
Eenh eid | Basisscen ario | Doel | Kwarta al | Jaar | ||||||
66 | C.1.2 Waarborgen van de doeltreffend heid van gegevensbeh eer en open gegevens | Streefdoel | Integratie van informatiebronnen in het datanmeer | Aant al | 53 | 376 | Q2 | 2026 | In totaal zullen 376 informatiebronnen in het nationale gegevensmeer worden geïntegreerd. De uitvoering van de hervorming zorgt voor een efficiënt gegevensbeheer, waardoor overlapping van besluiten wordt voorkomen. Op die manier worden de financiële middelen rationeel gebruikt, wordt de kwaliteit van de gegevens verbeterd, wordt het risico van kwetsbaarheid van persoonsgegevens efficiënt beheerd, worden gegevens geïnventariseerd en wordt het hergebruik van gegevens gewaarborgd. | |
67 | C.1.2 Waarborgen van de doeltreffend heid van gegevensbeh eer en open gegevens | Streefdoel | Ingebruikneming van het instrument voor gegevensuitwisseli ng | Aant al | 0 | 1 | Q4 | 2022 | Ingebruikneming van een instrument voor gegevensuitwisseling dat voldoet aan de toepasselijke boekhoudkundige vereisten. De ontwikkeling van een instrument voor gegevensuitwisseling maakt het mogelijk elektronische facturen op grote schaal te verzenden en te ontvangen en te verwerken, waardoor de materiële en arbeidskosten in de economie van het land worden bespaard en snel aan de staat wordt betaald. Alle boekhoudsystemen (ERP’s) worden opgenomen in de open source EuroConnector en worden kosteloos gebruikt. |
Vol gnu mm er | Betrokken maatregel (hervormin g of investering) | Mijlpaal/ Streefdoel | Benaming | Kwalitatieve indicatoren (voor mijlpalen) | Kwantitatieve indicatoren (voor streefdoelen) | Indicatieve termijn voor voltooiing | Beschrijving en duidelijke definitie van elke mijlpaal / elk streefdoel | |||
Eenh eid | Basisscen ario | Doel | Kwarta al | Jaar | ||||||
68 | C.1.3 klantgerichte diensten | Mijlpaal | Inwerkingtreding van de gewijzigde verordening betreffende de verstrekking van informatie aan personen met een handicap | Wetgeving in werking getreden | Q1 | 2023 | Inwerkingtreding van de gewijzigde wettelijke verordening betreffende de verstrekking van informatie aan personen met een handicap. | |||
69 | C.1.3 klantgerichte diensten | Mijlpaal | Publicatie van een aanbesteding voor innovatieve oplossingen en instrumenten om mensen met een handicap betere communicatiemog elijkheden te bieden | Bekendmaking van het aanbestedingsberic ht | Q2 | 2023 | Publicatie van een aanbesteding voor innovatieve oplossingen en instrumenten om te zorgen voor betere communicatiemogelijkheden voor mensen met een handicap. Technische specificaties en overheidsopdrachten worden ontwikkeld in samenwerking met de doelgroepen. In de kwalificatie-eisen wordt bijzondere aandacht besteed aan de ervaring, vaardigheden en vaardigheden van leveranciers om soortgelijke IT- oplossingen toe te passen. IT-systemen moeten voldoen aan alle eisen van de EG-richtlijn inzake toegankelijkheid van het internet. (2024 Q1). |
Vol gnu mm er | Betrokken maatregel (hervormin g of investering) | Mijlpaal/ Streefdoel | Benaming | Kwalitatieve indicatoren (voor mijlpalen) | Kwantitatieve indicatoren (voor streefdoelen) | Indicatieve termijn voor voltooiing | Beschrijving en duidelijke definitie van elke mijlpaal / elk streefdoel | |||
Eenh eid | Basisscen ario | Doel | Kwarta al | Jaar | ||||||
70 | C.1.3 klantgerichte diensten | Mijlpaal | Ingebruikneming van een kenniscentrum voor open data en digitale transformatie | Competentiecentru m voor open data en digitale transformatie operationeel | Q4 | 2021 | Inwerkingtreding van een competentiecentrum voor open data en digitale transformatie door een resolutie van de Republiek Litouwen. De organisatiestructuur van het kenniscentrum bestaat uit twee delen: De ene zal digitale oplossingen monitoren en evalueren, en de tweede zal gericht zijn op gegevens en architectuur: De monitoring- en evaluatiegroep voor digitale oplossingen analyseert en monitort in voorkomend geval bestaande oplossingen door de functionaliteit en de aan te pakken uitdagingen te beoordelen. Zij beoordeelt nieuwe initiatieven vanuit het oogpunt van duplicatie van bestaande oplossingen en de wenselijkheid van technologische oplossingen. De Gegevens- en Architectuurgroep stelt de algemene architectuur van informatiesystemen en gegevens vast, alsmede de normen en technische eisen die op de nieuw ontwikkelde oplossingen moeten worden toegepast. Van elke nieuwe voorgestelde oplossing wordt verwacht dat zij een eerste beoordeling krijgt van de groep digitale initiatieven en, zodra dit proces en de |
Vol gnu mm er | Betrokken maatregel (hervormin g of investering) | Mijlpaal/ Streefdoel | Benaming | Kwalitatieve indicatoren (voor mijlpalen) | Kwantitatieve indicatoren (voor streefdoelen) | Indicatieve termijn voor voltooiing | Beschrijving en duidelijke definitie van elke mijlpaal / elk streefdoel | |||
Eenh eid | Basisscen ario | Doel | Kwarta al | Jaar | ||||||
gedetailleerde ontwerpvereisten zijn voorbereid, wordt deze beoordeeld vanuit het oogpunt van de compatibiliteit van de architectuur. | ||||||||||
71 | C.1.3 klantgerichte diensten | Streefdoel | Inwerkingtreding van oplossingen voor digitale overheidsdiensten aan personen met een handicap | Aant al | 2 | Q1 | 2025 | Inwerkingtreding van twee oplossingen om de toegang tot digitale overheidsdiensten voor personen met een handicap te vergemakkelijken: Een IT-oplossing om doven betere communicatiemogelijkheden te bieden, en een andere IT-oplossing om blinden toegang tot informatie te bieden. De diensten worden verleend door leveranciers met passende kwalificaties door middel van overheidsopdrachten. |
Vol gnu mm er | Betrokken maatregel (hervormin g of investering) | Mijlpaal/ Streefdoel | Benaming | Kwalitatieve indicatoren (voor mijlpalen) | Kwantitatieve indicatoren (voor streefdoelen) | Indicatieve termijn voor voltooiing | Beschrijving en duidelijke definitie van elke mijlpaal / elk streefdoel | |||
Eenh eid | Basisscen ario | Doel | Kwarta al | Jaar | ||||||
72 | C.1.3 klantgerichte diensten | Xxxxxxxxxx | Xxxxxxxx gebruik van openbare diensten door personen met een handicap | % | 0 | 60 % | Q1 | 2026 | Ten minste 1000 respondenten nemen deel aan een enquête om na te gaan of de hervorming van de toegang van personen met een handicap tot overheidsdiensten haar doel heeft bereikt, namelijk het publiceren van toegankelijke informatie op websites en communicatieoplossingen die beantwoorden aan de verwachtingen van de gebruikers. 60 % van de respondenten zegt tevreden te zijn met het gebruik van de ontwikkelde oplossingen en/of dit nuttig te achten. | |
73 | C.1.3 klantgerichte diensten | Streefdoel | Afgeronde projecten om diensten te digitaliseren en de mate van rijpheid van de geleverde diensten te verbeteren | Aant al | 0 | 15 | Q2 | 2026 | Voltooiing van ten minste 15 projecten voor de digitalisering van diensten en het verhogen van de maturiteit van de door de overheid verleende diensten. De projecten worden geselecteerd op basis van een goedgekeurd selectiemodel en vermelden de beste en meest efficiënte manieren om ze ten uitvoer te leggen. De projecten worden uitgevoerd door instellingen op centraal niveau en gemeenten met het oog op de ontwikkeling van nieuwe diensten of de invoering van nieuwe technologische oplossingen (projecten voor de ontwikkeling van digitale diensten en de |
Vol gnu mm er | Betrokken maatregel (hervormin g of investering) | Mijlpaal/ Streefdoel | Benaming | Kwalitatieve indicatoren (voor mijlpalen) | Kwantitatieve indicatoren (voor streefdoelen) | Indicatieve termijn voor voltooiing | Beschrijving en duidelijke definitie van elke mijlpaal / elk streefdoel | |||
Eenh eid | Basisscen ario | Doel | Kwarta al | Jaar | ||||||
digitalisering van processen zijn erop gericht digitale diensten eenvoudig, gemakkelijk, proactief en interoperabel te maken, en bij de ontwikkeling moet gebruik kunnen worden gemaakt van oplossingen op basis van kunstmatige intelligentie, machinaal leren, gegevensanalyse of andere geavanceerde beginselen). | ||||||||||
74 | C.1.4 Toelatingsei sen voor innovatieve technologisc he oplossingen in het bedrijfsleven en in het dagelijks leven — C.1.4.1. Ontwikkelin g van technologisc | Mijlpaal | Levering van Litouwse taalhulpmiddelen voor de ontwikkeling van kunstmatige intelligentie en innovatieve technologieën | Q4 | 2025 | Levering van de Litouwse taalhulpmiddelen die nodig zijn voor de ontwikkeling van KI-oplossingen aan het ministerie van Economie en Innovatie. Deze omvatten drie soorten middelen: 1. Eentalige en meertalige tekstcorpora, spraakcorpora, emotionele patroonsynthese, communicator voor interactie tussen mens en machine, modellen van woordinbedding (digitale taalmodellen), vertalingen (parallelle meertalige tekstcorpora voor machinevertaling). 2. Omzetting van taalkundig erfgoed in moderne vormen van culturele expressie, ontwikkeling van taalanalyse met geoinformatiesystemen, creatie van |
Vol gnu mm er | Betrokken maatregel (hervormin g of investering) | Mijlpaal/ Streefdoel | Benaming | Kwalitatieve indicatoren (voor mijlpalen) | Kwantitatieve indicatoren (voor streefdoelen) | Indicatieve termijn voor voltooiing | Beschrijving en duidelijke definitie van elke mijlpaal / elk streefdoel | |||
Eenh eid | Basisscen ario | Doel | Kwarta al | Jaar | ||||||
he middelen in het Litouws | Litouwse dialects digital data. 3. Kennisdatabanken (ontologieën). | |||||||||
75 | C.1.4 Toelatingsei sen voor innovatieve technologisc he oplossingen in het bedrijfsleven en in het dagelijks leven — C.1.4.1. Ontwikkelin g van technologisc he middelen in het Litouws | Streefdoel | Afgeronde projecten voor het creëren van Litouwse taalhulpmiddelen die nodig zijn voor de ontwikkeling van KI- oplossingen | Aant al | 23 | Q4 | 2025 | De voltooiing van ten minste 23 projecten voor het creëren van Litouwse taalhulpmiddelen die nodig zijn voor de ontwikkeling van KI-oplossingen, waren gericht op drie onderdelen: 1. De ontwikkeling van taalhulpmiddelen voor KI- oplossingen. 2. Ontwikkeling van digitale hulpmiddelen ter ondersteuning van het behoud en de levensvatbaarheid van de Litouwse taal. 3. Ontwikkeling van gespecialiseerde kennisbronnen. |
Vol gnu mm er | Betrokken maatregel (hervormin g of investering) | Mijlpaal/ Streefdoel | Benaming | Kwalitatieve indicatoren (voor mijlpalen) | Kwantitatieve indicatoren (voor streefdoelen) | Indicatieve termijn voor voltooiing | Beschrijving en duidelijke definitie van elke mijlpaal / elk streefdoel | |||
Eenh eid | Basisscen ario | Doel | Kwarta al | Jaar | ||||||
76 | C.1.4 Toelatingsei sen voor innovatieve technologisc he oplossingen in het bedrijfsleven en in het dagelijks leven — C.1.4.2. Digitaliserin g en toegankelijk heid van culturele hulpbronnen | Xxxxxxxx | Xxxxxxx van opdrachten voor de digitalisering van culturele hulpbronnen | Kennisgeving van de gunning van overheidsopdrachte n voor de digitalisering van culturele hulpbronnen | Q3 | 2023 | Gunning van contracten voor ten minste 12 projecten voor de digitalisering, toegankelijkheid en verspreiding van culturele hulpbronnen. |
Vol gnu mm er | Betrokken maatregel (hervormin g of investering) | Mijlpaal/ Streefdoel | Benaming | Kwalitatieve indicatoren (voor mijlpalen) | Kwantitatieve indicatoren (voor streefdoelen) | Indicatieve termijn voor voltooiing | Beschrijving en duidelijke definitie van elke mijlpaal / elk streefdoel | |||
Eenh eid | Basisscen ario | Doel | Kwarta al | Jaar | ||||||
77 | C.1.4 Toelatingsei sen voor innovatieve technologisc he oplossingen in het bedrijfsleven en in het dagelijks leven — C.1.4.2. Digitaliserin g en toegankelijk heid van culturele hulpbronnen | Streefdoel | Afgeronde projecten voor de digitalisering van culturele hulpbronnen | Aant al | 0 | 12 | Q4 | 2025 | Voltooide projecten voor de digitalisering, toegankelijkheid en verspreiding van culturele hulpbronnen. |
Vol gnu mm er | Betrokken maatregel (hervormin g of investering) | Mijlpaal/ Streefdoel | Benaming | Kwalitatieve indicatoren (voor mijlpalen) | Kwantitatieve indicatoren (voor streefdoelen) | Indicatieve termijn voor voltooiing | Beschrijving en duidelijke definitie van elke mijlpaal / elk streefdoel | |||
Eenh eid | Basisscen ario | Doel | Kwarta al | Jaar | ||||||
78 | C.1.4 Toelatingsei sen voor innovatieve technologisc he oplossingen in het bedrijfsleven en in het dagelijks leven — C.1.4.2. Digitaliserin g en toegankelijk heid van culturele hulpbronnen | Streefdoel | Digitale (elektronische) middelen beschikbaar gesteld voor personen met een handicap | % | 15 % | 20 % | Q4 | 2025 | 20 % van de digitale (elektronische) middelen die beschikbaar zijn via het nationale online publicatieplatform XXXXX is geschikt voor personen met een handicap. Het soort publicaties omvat op maat gemaakte e- boeken voor personen die de gedrukte tekst niet kunnen lezen. De publicaties maken gebruik van inclusieve publiciteitsbeginselen en zijn ontworpen voor iedereen, met inbegrip van personen met verschillende beperkingen/individuele behoeften. Deze publicaties worden op maat beschikbaar gesteld via het nationale online publicatieplatform ELVIS (xxx.xxxxx.xxxxxxxxxxxx.xx). |
Vol gnu mm er | Betrokken maatregel (hervormin g of investering) | Mijlpaal/ Streefdoel | Benaming | Kwalitatieve indicatoren (voor mijlpalen) | Kwantitatieve indicatoren (voor streefdoelen) | Indicatieve termijn voor voltooiing | Beschrijving en duidelijke definitie van elke mijlpaal / elk streefdoel | |||
Eenh eid | Basisscen ario | Doel | Kwarta al | Jaar | ||||||
79 | C.1.4 Toelatingsei sen voor innovatieve technologisc he oplossingen in het bedrijfsleven en in het dagelijks leven — C.1.4.3. Productie van inhoud en middelen voor digitaal onderwijs | Streefdoel | Ingebruikneming van digitale leerfaciliteiten | Aant al | 0 | 1704 | Q2 | 2024 | Inbedrijfstelling van digitale leerfaciliteiten met technologische en digitale voorwerpen voor onderwijs en studies (digitale hulpmiddelen voor algemeen onderwijs, prototypes voor afstandsonderwijs en gemengd onderwijs, klaslokalen en doelgroepen die zijn uitgerust voor afstandsonderwijs en hybride onderwijs, digitalisering van curricula/modules/disciplinaire inhoud). | |
80 | C.1.4 Toelatingsei sen voor innovatieve technologisc he | Mijlpaal | Publicatie van de aanbesteding en goedkeuring van de financieringsvoor waarden voor de | Publicatie van de aanbesteding | Q3 | 2022 | Publicatie van de aanbesteding en goedkeuring van de financieringsvoorwaarden door het ministerie van Economische Zaken en Innovatie of een opdracht van de directeur van het Agentschap voor Wetenschap, Innovatie en Technologie. |
Vol gnu mm er | Betrokken maatregel (hervormin g of investering) | Mijlpaal/ Streefdoel | Benaming | Kwalitatieve indicatoren (voor mijlpalen) | Kwantitatieve indicatoren (voor streefdoelen) | Indicatieve termijn voor voltooiing | Beschrijving en duidelijke definitie van elke mijlpaal / elk streefdoel | |||
Eenh eid | Basisscen ario | Doel | Kwarta al | Jaar | ||||||
oplossingen in het bedrijfsleven en in het dagelijks leven — C.1.4.4. Financiële instrumenten voor de oprichting van bedrijven en digitale innovatie | ontwikkeling en invoering van innovatieve technologische oplossingen in het bedrijfsleven | |||||||||
81 | C.1.4 Toelatingsei sen voor innovatieve technologisc he oplossingen in het bedrijfsleven | Streefdoel | Inwerkingtreding van overeenkomsten voor financiële stimulansen voor de oprichting van bedrijven en digitale innovatie | Aant al | 0 | 184 | Q3 | 2024 | Inwerkingtreding van overeenkomsten voor financiële stimulansen voor de oprichting van bedrijven en digitale innovatie: 1. 14 contracten voor financiële prikkels voor zakelijke servicecentra om roboticaprocesautomatisering en oplossingen voor kunstmatige intelligentie in te voeren. 2. 170 contracten voor financiële stimulansen voor |
Vol gnu mm er | Betrokken maatregel (hervormin g of investering) | Mijlpaal/ Streefdoel | Benaming | Kwalitatieve indicatoren (voor mijlpalen) | Kwantitatieve indicatoren (voor streefdoelen) | Indicatieve termijn voor voltooiing | Beschrijving en duidelijke definitie van elke mijlpaal / elk streefdoel | |||
Eenh eid | Basisscen ario | Doel | Kwarta al | Jaar | ||||||
en in het dagelijks leven — C.1.4.4. Financiële instrumenten voor de oprichting van bedrijven en digitale innovatie | start-ups en spin-offs voor de ontwikkeling van producten en oplossingen voor artificiële intelligentie, blockchaintechnologieën en de automatisering van roboticaprocessen. | |||||||||
82 | C.1.4 Toelatingsei sen voor innovatieve technologisc he oplossingen in het bedrijfsleven en in het dagelijks leven — | Streefdoel | Inbedrijfstelling van het excellentiecentrum | Aant al | 0 | 1 | Q4 | 2024 | Inbedrijfstelling van een specifiek ICT- kenniscentrum. |
Vol gnu mm er | Betrokken maatregel (hervormin g of investering) | Mijlpaal/ Streefdoel | Benaming | Kwalitatieve indicatoren (voor mijlpalen) | Kwantitatieve indicatoren (voor streefdoelen) | Indicatieve termijn voor voltooiing | Beschrijving en duidelijke definitie van elke mijlpaal / elk streefdoel | |||
Eenh eid | Basisscen ario | Doel | Kwarta al | Jaar | ||||||
C.1.4.5. ICT- kenniscentru m | ||||||||||
83 | C.1.5 Stap naar 5G — C.1.5.1. Xxxxxxxxxx 0X | Xxxxxxxx | Toegewezen radiofrequenties voor de uitrol van 5G-netwerken | Toegewezen radiofrequenties | Q1 | 2022 | Veilingen en verleende machtigingen voor het gebruik van radiofrequenties (kanalen) in de frequentiebanden 3400-3 800 MHz en 694- 790 MHz. | |||
84 | C.1.5 Stap naar 5G — C.1.5.1. Xxxxxxxxxx 0X | Xxxxxxxx | Inwerkingtreding van de wijzigingen van de desbetreffende wetgeving die een snellere installatie van de elektronische- communicatie- infrastructuur mogelijk maken | Wetgeving in werking getreden | Q2 | 2022 | Inwerkingtreding van de wijzigingen inzake de vereisten voor de technische voorschriften voor de bouw en de installatie van de infrastructuur voor elektronische communicatie om de beschikbaarheid van openbare mobiele-communicatiediensten in alle gebouwen van openbare gebouwen te bevorderen en de aanleg van openbare communicatienetwerken in nationale en gemeentelijke wegen, squares, bruggen, viaducten en tunnels te vergemakkelijken. |
Vol gnu mm er | Betrokken maatregel (hervormin g of investering) | Mijlpaal/ Streefdoel | Benaming | Kwalitatieve indicatoren (voor mijlpalen) | Kwantitatieve indicatoren (voor streefdoelen) | Indicatieve termijn voor voltooiing | Beschrijving en duidelijke definitie van elke mijlpaal / elk streefdoel | |||
Eenh eid | Basisscen ario | Doel | Kwarta al | Jaar | ||||||
85 | C.1.5 Stap naar 5G — C.1.5.1. Xxxxxxxxxx 0X | Xxxxxxxxxx | Ingebruikneming van 5G-diensten in stedelijke gebieden en andere hoofdwegen en spoorlijnen van nationaal belang, luchthavens en zeehavens | % | 0 | 95 | Q4 | 2025 | Tegen eind 2025 zijn 5G-diensten commercieel beschikbaar in 95 % van het grondgebied van stedelijke gebieden, internationale landvervoerscorridors (Via Baltica, Rail Baltica), hoofdwegen en spoorlijnen van nationaal belang, luchthavens en zeehavens. | |
86 | C.1.5 Stap naar 5G — C.1.5.2. Verdere ontwikkelin g van netwerken met zeer hoge capaciteit | Streefdoel | Aanleg van gigabit- infrastructuur | Aant al | 0 | 50 | Q4 | 2025 | Creëren van 50 nieuwe torens (masten) (gigabit- infrastructuur) in afgelegen en plattelandsgebieden. |
Vol gnu mm er | Betrokken maatregel (hervormin g of investering) | Mijlpaal/ Streefdoel | Benaming | Kwalitatieve indicatoren (voor mijlpalen) | Kwantitatieve indicatoren (voor streefdoelen) | Indicatieve termijn voor voltooiing | Beschrijving en duidelijke definitie van elke mijlpaal / elk streefdoel | |||
Eenh eid | Basisscen ario | Doel | Kwarta al | Jaar | ||||||
87 | C.1.5 Stap naar 5G — C.1.5.2. Verdere ontwikkelin g van netwerken met zeer hoge capaciteit | Streefdoel | Aanleg van gigabit- infrastructuur | km | 2000 | Q4 | 2025 | Xxxxxx xxx 0 000 xx glasvezel (gigabit- infrastructuur) in afgelegen en plattelandsgebieden. | ||
88 | C.1.5 Stap naar 5G — C.1.5.2. Verdere ontwikkelin g van netwerken met zeer hoge capaciteit | Streefdoel | Contacten leggen met particuliere en overheidsbedrijve n, niet- gouvernementele en gouvernementele organisaties en gemeentelijke instellingen (sociaaleconomisc he actoren) met gigabitsnelheid | Aant al | 0 | 5000 | Q4 | 2025 | Verbinden met gigabitsnelheid 5000 particuliere en openbare bedrijven, niet-gouvernementele en gouvernementele organisaties en gemeentelijke instellingen (sociaaleconomische actoren). |
Vol gnu mm er | Betrokken maatregel (hervormin g of investering) | Mijlpaal/ Streefdoel | Benaming | Kwalitatieve indicatoren (voor mijlpalen) | Kwantitatieve indicatoren (voor streefdoelen) | Indicatieve termijn voor voltooiing | Beschrijving en duidelijke definitie van elke mijlpaal / elk streefdoel | |||
Eenh eid | Basisscen ario | Doel | Kwarta al | Jaar | ||||||
89 | C.1.5 Stap naar 5G — C.1.5.3. Innovatie in mobiliteit | Mijlpaal | Een bevoegde instantie aanwijzen voor het beheer van innovatiemaatrege len op het gebied van vervoer | Q2 | 2022 | Aanwijzing van een bevoegde instantie die het programma van te financieren activiteiten en de voorwaarden en selectiecriteria voor de mededingingsprocedure voor innovatie op het gebied van mobiliteit opstelt. | ||||
90 | C.1.5 Stap naar 5G — C.1.5.3. Innovatie in mobiliteit | Streefdoel | Inwerkingtreding van digitale oplossingen voor innovatie op het gebied van mobiliteit | Aant al | 0 | 7 | Q4 | 2025 | De ingebruikneming van ten minste zeven digitale oplossingen om de digitalisering van de vervoerssector te vergroten door de praktische toepassing van innovaties op het gebied van vervoer en communicatie, zoals i) autonoom vervoer, ii) onbemande luchtvaartuigen — drones, iii) het internet der dingen, iv) virtual reality v) robotisering of automatisering op basis van 5G en de invoering van geavanceerde technologische oplossingen zoals vi) vervoersfacturen en duurzaam beheer van mobiliteitsgegevens; vii) Oplossingen voor de digitalisering van een uniform ticketsysteem en vervoersfaciliteiten. De oplossingen moeten overheidsinstanties invoeren en aanpassen aan innovaties op het gebied van 5G- mobiliteit (autonoom vervoer, drones, enz.). |
D. COMPONENT 4: KWALITATIEF HOOGWAARDIG EN TOEGANKELIJK ONDERWIJS VOOR DE HELE LEVENSCYCLUS
Het onderdeel van het Litouwse plan voor herstel en veerkracht op onderwijsgebied is erop gericht de kwaliteit en efficiëntie van alle onderwijs- en opleidingsniveaus, met inbegrip van volwasseneneducatie, te verbeteren en de ontwikkeling van vaardigheden te bevorderen. De hervormingen en investeringen zijn gericht op: 1. modernisering van het algemeen onderwijs,
2. verbetering van de competenties en erkenning van kwalificaties voor volwassenen, 3. invoering van een beroepskeuzebegeleidingssysteem en 4. verbetering van beroepsonderwijs en -opleiding (VET), onder meer door werkplekleren. De hervormingen zijn gericht op het verbeteren van de toegang tot en de kwaliteit van voor- en vroegschoolse educatie en schoolonderwijs, het versterken van de competenties van leerkrachten en schoolleiders, het actualiseren van leerinhoud en het opzetten van een systeem voor loopbaanbegeleiding. De investeringen zijn gericht op het verbeteren en consolideren van de schoolinfrastructuur, het verbeteren van het STEAM-onderwijsecosysteem, het opzetten van een centraal platform voor een leven lang leren, het ondersteunen van leerlingplaatsen en het financieren van individuele leerrekeningen, het ondersteunen van deskundigen op het gebied van loopbaanbegeleiding, leerlingplaatsen en deelname aan programma’s voor beroepsonderwijs en -opleiding, mobiliteitsprogramma’s.
De maatregelen in het onderdeel ondersteunen de uitvoering van de landspecifieke aanbevelingen ter verbetering van de kwaliteit en efficiëntie op alle onderwijs- en opleidingsniveaus, met inbegrip van volwasseneneducatie en bevordering van vaardigheden (CSR2 2019, CSR2 2020).
Verwacht wordt dat geen enkele maatregel in dit onderdeel aanzienlijke schade berokkent aan milieudoelstellingen in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852, rekening houdend met de beschrijving van de maatregelen en de risicobeperkende stappen die zijn opgenomen in het plan voor herstel en veerkracht overeenkomstig de technische richtsnoeren van de DNSH (2021/C58/01).
D.1. Beschrijving van de hervormingen en investeringen voor niet-terugbetaalbare financiële steun
D.1.1 Hervorming 1 „Modern Algemeen Onderwijs — achtergrond van concurrerende
competenties”
Doel van de hervorming is het algemene onderwijs te verbeteren om de prestatieverschillen onder leerlingen te verkleinen. De hervormingen gaan vergezeld van zeven submaatregelen:
1. Verbetering van de kwaliteit van het onderwijs 2. Reorganisatie van het schoolnetwerk 3. Millennium schoolprogramma, 4. Versterking van de competenties van leerkrachten, adjuncten en managers, 5. Ontwikkeling van het STEAM-ecosysteem 6.Digitale onderwijstransformatie 7. Verbetering van onderwijs en opvang voor jonge kinderen.
D.1.1.1 Submaatregel 1: Verbetering van de kwaliteit van het onderwijs
Het doel van de submaatregel is de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. De inhoud van het basis-, het kleuter- en het secundair onderwijs wordt uiterlijk op 31 oktober 2022 geactualiseerd om rekening te houden met de meest recente wetenschappelijke kennis en ontwikkelingen. Er worden minimumindicatoren voor het toezicht op de kwaliteit van het
schoolonderwijs vastgesteld en de procedure voor de organisatie en uitvoering van de externe evaluatie van scholen die schoolonderwijsprogramma’s uitvoeren, wordt uiterlijk op 30 juni 2022 gewijzigd om betere resultaten, meer inclusie en efficiëntie te bereiken en de prestatiekloof onder leerlingen te verkleinen. De procedure voor de organisatie en uitvoering van de externe evaluatie van de activiteiten van kleuterscholen wordt ingevoerd.
De submaatregel moet uiterlijk op 31 oktober 2022 zijn voltooid. D1.1.2. Submaatregel 2: Reorganisatie van het schoolnetwerk
Het doel van de submaatregel is de regels voor de oprichting van het netwerk van scholen die formele onderwijsprogramma’s uitvoeren te wijzigen met het oog op de vastste ling van nieuwe eisen voor gemeenten met betrekking tot de omvang van de school, de regels voor groepscategorieën en verdere saneringsprocedures en financieringsvereisten. De criteria omvatten het schrappen van de mogelijkheid om de rangen 5-8 samen te voegen en de eis om openbare scholen met 60 of minder leerlingen te reorganiseren. De nieuwe regels leiden tot een vermindering van het aantal gemeenschappelijke klassen; Het aantal kleine gymnasiums en het aantal kleine scholen (met minder dan 200 leerlingen).
De submaatregel zal uiterlijk op 31 december 2021 zijn voltooid.
D.1.1.3: Submaatregel 3: Programma van de Millenniumschool
Deze submaatregel heeft tot doel de onderwijsinfrastructuur te reorganiseren en te verbeteren en te zorgen voor gelijke onderwijskansen voor Litouwse kinderen, ongeacht hun woonplaats, en hun sociaaleconomische achtergrond. Uiterlijk op 31 december 2021 wordt een voortgangsprogramma voor de „Mi lenniumscholen” goedgekeurd, waarin de voorwaarden en vereisten worden vastgesteld voor gemeenten die steun zoeken voor schoolactiviteiten, de opleiding van leerkrachten en de ontwikkeling van infrastructuur. Het ondersteunt gemeenten bij het consolideren van onderwijsmiddelen en het versterken van bestaande scholen met het oog op de totstandbrenging van een inclusief onderwijsecosysteem in scholen en de invoering van op netwerken gebaseerde organisatie en beheer van onderwijs. Het programma wordt op gemeentelijk niveau uitgevoerd. Gemeenten moeten op basis van duidelijke criteria een aanvraag indienen voor deelname aan het programma. Verschillende gemeenten moeten ook gezamenlijk een aanvraag kunnen indienen ter bevordering van schoolnetwerken buiten het grondgebied van één gemeente, in verbinding met grotere entiteiten, schoolsteden. De plannen voor de herstructurering van de scholen worden jaarlijks uiterlijk op 30 april door de gemeenten goedgekeurd. Het programma is er ook op gericht de motivatie van leerkrachten en de aantrekkelijkheid van het beroep te vergroten door leerkrachten te ondersteunen bij het verbeteren van hun competenties en het verwerven van hogere kwalificaties. Ten minste 80 % van de Litouwse gemeenten voert het programma „Meerjarige scholen” uit en ondersteunt
150 scholen. De maatregel moet kleine scholen omvormen tot eenheden of eenheden op grotere scholen, die de leeromgeving voor leerlingen verbeteren, de arbeidsomstandigheden van leerkrachten verbeteren, onderwijs- en leermiddelen consolideren en efficiënter gebruik maken van onderwijsmiddelen.
De submaatregel moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.
D.1.1.4: Submaatregel 4: Versterking van de competenties van leerkrachten, adjuncten en managers
Het doel van de submaatregel is leerkrachten, adjuncten en schoolleiders te ondersteunen bij het versterken van hun competenties door de kwalificatiesystemen en de lerarenopleidingen met elkaar te verbinden. Om de kwaliteit van de nationale kwalificatieontwikkelingsprogramma’s voor leerkrachten te waarborgen, moeten uiterlijk op 31 december 2022 eisen worden ontwikkeld voor het ontwerp en de uitvoering van nationale kwalificatieontwikkelingsprogramma’s. De flexibiliteit van de systemen voor de opleiding en opleiding van leerkrachten wordt vergroot met de mogelijkheid om studiepunten te verkrijgen voor het verwerven van hogere kwalificaties, met inbegrip van een masterdiploma, door de erkenning van informeel verworven competenties en door het volgen van een studiemodule. Er wordt ook toezicht gehouden op de uitvoering van nationale programma’s voor professionele ontwikkeling.
De submaatregel moet uiterlijk op 31 december 2024 zijn voltooid. D.1.1.5De submaatregel wordt op 30 september 2023 voltooid.
D.1.2. Hervorming 2 „Toegang tot de ontwikkeling van competenties en erkenning van kwalificaties
voor volwassenen”: Submaatregel 5: Ontwikkeling van het STEAM-ecosysteem
Het doel van de submaatregel is te investeren in de vernieuwing van de uitrusting van STEAM-centra om de continuïteit van de activiteiten op het gebied van wetenschap, technologie, engineering, kunst en wiskunde (STEAM) te waarborgen, gezien de snel veranderende technologische ontwikkelingen. Om de STEAM-activiteiten toegankelijker te maken voor leerlingen in plattelandsgebieden, moeten in de STEAM-centra mobiele laboratoria worden opgezet.
De submaatregel moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid. D.1.1.6: Submaatregel 6: Digitale onderwijstransformatie
Het doel van de submaatregel is het bevorderen van de invoering van digitaal gestuurde onderwijsinnovaties in scholen en het versterken van de digitale competenties van alle leerkrachten. Er wordt een deskundigenteam en een overkoepelend EdTech-project opgezet om de ontwikkeling van digitale innovatie in het onderwijs te ondersteunen en een platform op te zetten om innovatie in onderwijsinstellingen te testen. Het EdTech-platform verbindt start-ups en innovatoren aan scholen en hun opleidingsbehoeften en maakt het testen van innovatieve oplossingen mogelijk. De digitale competenties op alle onderwijsniveaus, van leerkrachten in het kleuteronderwijs tot leerkrachten in het hoger onderwijs, worden ook verbeterd en het gebruik van digitale inhoud en technologische instrumenten in het onderwijsproces wordt bevorderd om de onderwijsresultaten te verbeteren.
De submaatregel moet uiterlijk op 30 juni 2024 zijn voltooid.
D.1.1.7: Submaatregel 7: Verbetering van onderwijs en opvang voor jonge kinderen
De submaatregel heeft tot doel de toegang tot en de kwaliteit van voor- en vroegschoolse educatie en opvang te verbeteren door de criteria voor de leerplannen voor kleuterscholen en
kleuterscholen te herzien om ervoor te zorgen dat de inhoud actueel is en in te spelen op de meest recente wetenschappelijke kennis over de kenmerken van kinderen in de voorschoolse leeftijd, de vaststelling van hun capaciteiten en voorkeuren of behoeften, en het aanbieden van onderwijs op basis van de ontwikkeling van individuele kinderen. Om de kwaliteit van het kleuteronderwijs te waarborgen, wordt ook een systeem opgezet voor externe evaluatie van de prestaties van scholen die programma’s voor voorschools onderwijs uitvoeren. Voorts moet uiterlijk op 30 juni 2022 een studie worden uitgevoerd om de infrastructuurbehoeften voor voor- en vroegschoolse educatie en opvang in kaart te brengen om ervoor te zorgen dat alle kinderen gelijke toegang hebben tot deze infrastructuur op het hele grondgebied.
De submaatregel wordt op 30 september 2023 voltooid.
D.1.2. Hervorming 2 „Toegang tot de ontwikkeling van competenties en erkenning van kwalificaties voor volwassenen”
Het doel van de maatregel is de invoering van een uniform model voor de werking en het beheer van het kader voor een leven lang leren (LLL). Alle informatie moet in één enkel IT- systeem beschikbaar zijn. Het systeem omvat a leen programma’s die aan de toepasselijke kwaliteitsnormen voldoen en bevat een mechanisme voor het identificeren van programma’s voor het verwerven van competenties met een hoge toegevoegde waarde. Het zorgt ervoor dat ook programma’s voor hoger onderwijs worden aangeboden in het kader van een leven lang leren, dat ook hoogopgeleiden in staat stelt deel te nemen aan programma’s voor competentieontwikkeling. Het beheer van het LLL-systeem wordt uitgevoerd via de nationale commissie voor toezicht op het menselijk potentieel. Op basis van het nationale systeem voor toezicht op het menselijk potentieel worden besluiten genomen over prioritaire groepen mensen die toegang hebben tot opleidingsfinanciering, alsook over de prioritaire programma’s/assen die moeten worden aangepakt. De wetgeving treedt uiterlijk op 30 september 2022 in werking.
Het éénloketmodel voor een leven lang leren consolideert een gefragmenteerd kader voor de ontwikkeling van vaardigheden voor volwassenen, met duidelijke taken en verantwoordelijkheden voor alle actoren en operationele financieringsmechanismen. Aangezien er momenteel geen enkel elektronisch systeem bestaat in het land waar individuen informatie kunnen vinden over mogelijkheden op het gebied van leren/capaciteitsontwikkeling, is het de bedoeling een elektronisch éénloketsysteem voor informatie op te zetten. De ontwikkeling van het elektronische systeem is gebaseerd op het beginsel van een „individuele leerrekening” en biedt niet a leen de mogelijkheid om informatie over leermogelijkheden te vinden, maar ook om zich rechtstreeks in te schrijven in de programma’s, en om een duidelijk communicatiemiddel te bieden over de door de staat voorgestelde maatregelen om competenties te ontwikkelen. Dit elektronische éénloketsysteem moet ook worden geïntegreerd met andere elektronische systemen, zoals het werkgelegenheidsplatform. Het éénloketsysteem voor een leven lang leren moet uiterlijk op 31 maart 2023 volledig operationeel zijn.
De competentieontwikkeling is gericht op de doelgroep van werknemers (18-65), waarbij voorrang wordt gegeven aan laaggeschoolden en ondersteuning/administratie wordt gebaseerd op het beginsel van „individuele leerrekeningen”, die zowel de IT-dienst voor toegang tot opleiding als de financiering van volwasseneneducatie omvatten. Naar verwachting zullen ten
minste 21.6 mensen worden ondersteund om onder meer hun digitale vaardigheden te verbeteren.
De submaatregel moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.
D.1.3. Hervorming 3 „Beroepsbegeleidingssysteem om vraag en aanbod op de arbeidsmarkt in evenwicht te brengen”
Het doel van de maatregel is het opzetten van een systeem voor loopbaanontwikkeling en loopbaanbegeleiding dat op jonge leeftijd (vanaf rang 1) van start gaat. Een systeem voor loopbaanadvisering en -planning helpt studenten bij het identificeren van interessegebieden en bij het nemen van beslissingen over mogelijke loopbaantrajecten op jonge leeftijd. Kinderen verwerven kennis van de competenties die in onderwijsinstellingen zijn verworven om te leren over de overgang tussen verschillende onderwijsniveaus. Scholen en gemeenten worden verantwoordelijk voor onderwijsloopbanen en loopbaanplanning binnen het gewijzigde rechtskader. Loopbaanbegeleiding op scholen wordt verzorgd door professionals in de loopbaan. Een van de belangrijkste elementen van het systeem is het verstrekken van kwaliteitsinformatie over verdere leer- of carrièremogelijkheden. Deze informatie is gebaseerd op gegevens van het National Human Resources Monitoring System. Loopbaanbegeleiding wordt ook een integrerend onderdeel van het LLL-systeem, waardoor personen met een kwalificatie en/of beroepservaring loopbaanadvies kunnen krijgen, die niet alleen via het informatiesysteem voor een leven lang leren, maar ook via het netwerk van regionale loopbaanbegeleidingscentra worden verstrekt. De wetgeving treedt uiterlijk op 31 maart 2022 in werking. Ten minste 380 loopbaanspecialisten bieden op scholen diensten op het gebied van loopbaanbegeleiding aan.
De submaatregel moet uiterlijk op 31 december 2024 zijn voltooid.
D.1.4. Hervorming 4 „competenties voor groene en digitale transformatie verworven in
beroepsonderwijs en -opleiding”
De hervorming gaat vergezeld van zes submaatregelen: 1. Oprichting van het nationaal platform voor de voortgang van beroepsonderwijs en -opleiding 2. Beoordeling van competenties 3. Verbetering van de vaardigheden van leerkrachten die leerlingen opleiden 4. Leerlingplaats en werkplekleren 5. Mobiliteitsprogramma 6. Meer mogelijkheden voor het verwerven van een beroep voor scholieren
D.1.4.1: Submaatregel 1: Nationaal platform voor de voortgang van beroepsonderwijs en - opleiding
Het doel van de submaatregel is de oprichting van een nationaal platform voor de voortgang van beroepsonderwijs en -opleiding, waaraan wordt deelgenomen door sociale partners die de belangen van het bedrijfsleven, het bedrijfsleven, de onderwijsgemeenschap en de overheid vertegenwoordigen. Het platform neemt een besluit over de doelstellingen voor het beheer van de beroepsopleiding, de praktische uitvoering van de consolidatie van het bestaande opleidingsnetwerk, de actualisering van nieuwe beroepsnormen, beroepsopleiding en niet- formele programma’s voor volwasseneneducatie en de opleiding, motivatie en bijscholing van
opleiders. Voorrang wordt gegeven aan de verbetering van de digitale en technische vaardigheden van opleiders en masteropleiders die betrokken zijn bij de nationale mobiliteit en beroepsopleiding van leerlingen. Steun voor bijscholing is ook beschikbaar voor stagiairs zonder relevante werkervaring in het te onderwijzen onderwerp en voor stagiairs in kleine en middelgrote ondernemingen zonder pedagogische kwalificaties. De certificering van opleiders wordt geactualiseerd.
De oprichting van het platform wordt uiterlijk op 31 maart 2022 voltooid. De verbetering van de competenties van opleiders wordt uiterlijk op 30 juni 2026 voltooid.
D.1.4.2: Submaatregel 2: Beoordeling van competenties
Het doel van de submaatregel is de erkenning van in formele en niet-formele contexten verworven competenties te verbeteren. Daartoe worden de wijzigingen van de Wet op de beroepsopleiding en de uitvoeringswetgeving nagestreefd om 18 centra voor de beoordeling van competenties aan te wijzen, die uiteindelijk methodologische centra op onderwijsgebied worden om kennis te bundelen door middel van netwerken met sectorale opleidingscentra op hetzelfde gebied.
De submaatregel moet uiterlijk op 31 december 2022 zijn voltooid. D.1.4.3: Submaatregel 3: Leerlingplaats en werkplekleren
De submaatregel heeft ten doel een regeling te ontwikkelen en ten uitvoer te leggen ter aanvulling van de overheidssteun voor leerlingplaatsen en werkplekleren, om de verwerving van praktische vaardigheden in bedrijven door studenten te vergemakkelijken. Er wordt ook bijzondere aandacht besteed aan de bevordering van beroepsopleiding in de vorm van leerlingplaatsen in kleine en middelgrote ondernemingen, waarbij ernaar wordt gestreefd tot 70 % van alle ondersteunde leerlingen te bereiken en ten minste 40 % van de programma’s in de vorm van leerlingplaatsen moet gericht zijn op de ontwikkeling van digitale competenties.
De submaatregel moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid. D.1.4.4: Submaatregel 4: Mobiliteitsprogramma
Het doel van de submaatregel is het nationale mobiliteitsprogramma te versterken en uit te breiden om ervoor te zorgen dat alle studenten in beroepsonderwijs en -opleiding toegang hebben tot praktische vaardigheden via sectorale praktische opleidingscentra die gebruikmaken van moderne faciliteiten. De uitvoering van deze maatregel zal leiden tot een toename van het aantal afgestudeerden in het beroepsonderwijs die een baan hebben gevonden met verworven relevante kwalificaties.
De submaatregel moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.
D.1.4.5. Submaatregel 5: Meer mogelijkheden voor het verwerven van een beroep voor scholieren
Het doel van de submaatregel is ervoor te zorgen dat scholieren van algemene onderwijsprogramma’s deelnemen aan modules die in het kader van het initieel beroepsonderwijs worden aangeboden. Het draagt bij tot het verhogen van de aantrekkelijkheid en de kwaliteit van het initieel beroepsonderwijs en de vaardigheden op de arbeidsmarkt voor leerlingen in het algemeen onderwijs. Ook wordt ernaar gestreefd de leeftijd voor toegang tot initiële programma’s voor beroepsonderwijs en -opleiding, die
momenteel aanvangt op het 11eschooljaar, te verlagen. Door deze maatregel krijgen leerlingen de mogelijkheid om in hun 9e onderwijsjaar, in overeenstemming met de nieuwe wet inzake beroepsonderwijs en -opleiding, een initieelberoepsonderwijs te volgen.
De submaatregel moet uiterlijk op 30 juni 2026 zijn voltooid.
D.2. Mijlpalen, streefdoelen, indicatoren en tijdschema voor de monitoring en uitvoering voor niet-terugbetaalbare financiële steun
Vol gnu mm er | Betrokken maatregel (hervormin g of investering) | Mijlpaal/ Streefdoel | Benaming | Kwalitatieve indicatoren (voor mijlpalen) | Kwantitatieve indicatoren (voor streefdoelen) | Indicatieve termijn voor voltooiing | Beschrijving en duidelijke definitie van elke mijlpaal / elk streefdoel | |||
Eenh eid | Basis scen ario | Doel | Kwarta al | Jaar | ||||||
91 | D.1.1. | Mijlpaal | Inwerkingtreding van | Wetgeving in | Q2 | 2022 | Inwerkingtreding van de wetgeving inzake de methodologie, die - het organiseren van prestatie-indicatoren op scholen voor onderwijsprocessen, ondersteuning van leerlingen, management en leiderschap, schoolomgeving; - de procedures vast te stellen voor zelfbeoordeling en externe evaluatie van scholen; - het nationaal agentschap voor onderwijs toestemming te geven om de externe evaluatie van kinderopvangcentra en scholen uit te voeren; - vaststellen van de verplichtingen voor scholen om de schoolactiviteiten te verbeteren op basis van de in de externe evaluatie verstrekte gegevens. | |||
Modern | de wetgeving inzake | werking getreden | ||||||||
algemeen | de methodologie van | |||||||||
onderwijs — | de procedure voor de | |||||||||
achtergrond | externe evaluatie van | |||||||||
van | de kwaliteit van de | |||||||||
basiscompet | activiteiten van | |||||||||
enties | onderwijsinstellingen | |||||||||
D.1.1.1: | die | |||||||||
Verbetering | schoolonderwijsprogra | |||||||||
van de | mma’s uitvoeren | |||||||||
kwaliteit van | ||||||||||
het | ||||||||||
onderwijs | ||||||||||
92 | D.1.1. | Mijlpaal | Inwerkingtreding van | Wetgeving in | Q3 | 2022 | De programma’s voor het kleuter-, lager, lager | |||
Modern | de herziene | werking getreden | secundair en voortgezet onderwijs (curriculum) zijn | |||||||
algemeen | programma’s voor het | documenten die de inhoud van het nationale niveau | ||||||||
onderwijs — | kleuter-, lager, lager | bepalen. Om rekening te houden met de meest | ||||||||
achtergrond | secundair en | recente wetenschappelijke kennis en | ||||||||
van | voortgezet onderwijs | ontwikkelingen worden de onderwijsprogramma’s | ||||||||
basiscompet | (curriculum) | (curriculum) herzien. Inwerkingtreding van de | ||||||||
enties | wetgeving inzake de herziening van het leerplan, |
Vol gnu mm er | Betrokken maatregel (hervormin g of investering) | Mijlpaal/ Streefdoel | Benaming | Kwalitatieve indicatoren (voor mijlpalen) | Kwantitatieve indicatoren (voor streefdoelen) | Indicatieve termijn voor voltooiing | Beschrijving en duidelijke definitie van elke mijlpaal / elk streefdoel | |||
Eenh eid | Basis scen ario | Doel | Kwarta al | Jaar | ||||||
D.1.1.1: Verbetering van de kwaliteit van het onderwijs | die betrekking heeft op — de doelstellingen van het kleuteronderwijs, het basisonderwijs, het lager secundair en het voortgezet onderwijs, — inhoud | |||||||||
— het niveau van het behalen van leerresultaten. | ||||||||||
93 | D.1.1. | Mijlpaal | Inwerkingtreding van | Wetgeving in | Q4 | 2021 | Inwerkingtreding van de wijzigingen van de regels | |||
Modern | de wijzigingen van de | werking getreden | voor de oprichting van een netwerk van scholen | |||||||
algemeen | Regeling betreffende | voor programma’s voor formeel onderwijs, waarin | ||||||||
onderwijs — | de oprichting van een | nieuwe eisen worden gesteld aan gemeenten met | ||||||||
achtergrond | netwerk van scholen | betrekking tot de omvang van de school, de regels | ||||||||
van | die formele | voor groepsklassen en verdere saneringsprocedures, | ||||||||
basiscompet | onderwijsprogramma’ | financieringsbehoeften: Kleinere klassen dan die | ||||||||
enties | s uitvoeren | welke in de regels zijn gespecificeerd, zouden niet | ||||||||
D.1.1.2. | worden gefinancierd. De criteria omvatten het | |||||||||
Reorganisati | schrappen van de mogelijkheid om de rangen 5-8 | |||||||||
e van het | samen te voegen en de eis om openbare scholen met | |||||||||
schoolnetwer | 60 of minder leerlingen te reorganiseren. De nieuwe | |||||||||
k | regels leiden tot een vermindering van het aantal | |||||||||
gemeenschappelijke klassen; Het aantal kleine | ||||||||||
gymnasiums en het aantal kleine scholen (met | ||||||||||
minder dan 200 leerlingen). |
Vol gnu mm er | Betrokken maatregel (hervormin g of investering) | Mijlpaal/ Streefdoel | Benaming | Kwalitatieve indicatoren (voor mijlpalen) | Kwantitatieve indicatoren (voor streefdoelen) | Indicatieve termijn voor voltooiing | Beschrijving en duidelijke definitie van elke mijlpaal / elk streefdoel | |||
Eenh eid | Basis scen ario | Doel | Kwarta al | Jaar | ||||||
94 | D.1.1. Modern algemeen onderwijs — achtergrond van basiscompet enties D.1.1.2. Reorganisati e van het schoolnetwer k | Mijlpaal | Plannen voor de transformatie van het netwerk van scholen voor algemeen onderwijs, opgesteld en goedgekeurd door de gemeenten in overeenstemming met de onlangs goedgekeurde regels voor de ontwikkeling van het netwerk van scholen die formele onderwijsprogramma’ s uitvoeren | Besluit van de gemeenten tot goedkeuring van de plannen door de gemeenten | Q2 | 2022 | De 5-jarige gemeentelijke omschakelingsplannen hebben betrekking op de transformatie van het schoolnetwerk, met name het strategische doel, doelstellingen, prioriteiten, kernprestatie- indicatoren met betrekking tot de vermindering van sociale uitsluiting, de kwaliteit van het onderwijs en/of de verbetering van de onderwijsresultaten van leerlingen, een efficiënter gebruik van middelen, evaluatie van de transformatie van het schoolnetwerk, alsmede een mechanisme voor de oprichting, reorganisatie en liquidatie van scholen. De plannen voor 5 jaar worden opgesteld door het gemeentebestuur en worden goedgekeurd door de gemeenteraad. De besluiten van de gemeenteraden staan onder toezicht van een vertegenwoordiger van de regering. De uitvoering van de plannen wordt gemonitord door de afdeling Onderwijs, kwaliteit en regionaal beleid van het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen. De besluiten over de herstructurering van scholen worden elk jaar uiterlijk op 30 april genomen. Ten minste 80 % van de gemeenten dient plannen op te stellen en vast te stellen voor de transformatie van hun netwerk van scholen tot en met 2025, |