CONCEPT: 25 APRIL 2016
Let op: Aan dit document kunnen derden geen rechten ontlenen !
CONCEPT: 25 APRIL 2016
BESTUURSOVEREENKOMST INZAKE DE VESTIGING VAN EEN OPVANGCENTRUM
OPVANGCENTRUM | : | AZC Raalte |
ADRES | : | Overkampsweg |
PLAATS | : | Raalte |
BESTUURSOVEREENKOMST INZAKE DE VESTIGING VAN EEN OPVANGCENTRUM
Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers, ingesteld bij Wet (Centraal Orgaan opvang asielzoekers, laatstelijk gewijzigd bij Wet van 20 mei 2010, Stb. 2010, 203, besluit tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding, Stb. 2010, 886), gevestigd en kantoorhoudende te Rijswijk aan de Xxx Xxxxxxx Xxxxxxxxxxxxx 000x (Xxxxxxx 0000 XX Xxxxxxxx), ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door xxxxxxx xxx Xxxxx Xxxxxx, lid van het bestuur, hierna te noemen: het COA;
en
de gemeente Raalte, te dezen ingevolge artikel 171 van de Gemeentewet rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar burgemeester, de heer M.P. Dadema , handelend ter uitvoering van het besluit van het college van burgemeester en wethouders van (datum) (nummer), hierna te noemen: de gemeente;
in aanmerking nemende dat:
• dat de gemeente op verzoek van het COA heeft ingestemd met de vestiging van een opvangcentrum, hierna te noemen: het Opvangcentrum;
• dat dit Opvangcentrum zal dienen ten behoeve van de centrale opvang van vreemdelingen;
• dat de gemeente bereid is mee te werken aan de opvang van vreemdelingen;
• dat het COA en de gemeente een optimaal functioneren van het Opvangcentrum in de plaatselijke gemeenschap en in relatie tot de betrokken diensten en instellingen willen bewerkstelligen door het maken van afspraken en het treffen van de nodige voorzieningen;
verklaren te zijn overeengekomen:
Hoofdstuk I Algemene bepaling
Artikel 1
Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder:
b. Capaciteitsplaatsen: opvangplaatsen in een Opvangcentrum;
1 Artikel 3 van de Wet Centraal orgaan opvang asielzoekers luidt als volgt :
1. Het COA is belast met :
a. de materiële en immateriële opvang van asielzoekers;
b. het plaatsen van asielzoekers in een opvangvoorziening; […]
e. door Onze Minister aan het COA op te dragen andere taken die samenhangen met de opvang van asielzoekers.
2. Onze minister kan het COA taken als bedoeld in het eerste lid opdragen met betrekking tot andere categorieën vreemdelingen.
3. Bij regeling van Onze Minister kunnen regels worden gesteld met betrekking tot verstrekkingen aan asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen als bedoeld in het eerste lid.
c. Opvangcentrum: opvangvoorziening, niet zijnde een woning, hotel of pension, waarin door het COA aan vreemdelingen opvang wordt geboden.
d. Faciliteitenbesluit: het Faciliteitenbesluit opvangcentra d.d. 29 juli 1994 (Stb. 636) en de aanvullingen van 8 juni 1998 (Stb. 347) en 25 januari 2001 (Stb. 60), alsmede eventuele toekomstige wijzigingen en aanvullingen.
Hoofdstuk II Het Opvangcentrum
Artikel 2
1. De gemeente stemt in met de vestiging van een Opvangcentrum en het gebruik van het Opvangcentrum door het COA op het terrein aan de Overkampsweg te Raalte, welk terrein is aangegeven op de als bijlage PM bij deze overeenkomst gevoegde tekening.
2. Het Opvangcentrum zal onder verantwoordelijkheid van het COA uitsluitend gebruikt worden als Asielzoekerscentrum ten behoeve van de reguliere opvang van vreemdelingen. Dat betekent dat hier vreemdelingen worden ondergebracht die in procedure zijn, waaronder beroepsprocedures en procedures van uitstel van vertrek of vergunninghouders die in afwachting zijn van nieuwe huisvesting elders.
3. Het COA streeft naar een evenwichtige samenstelling van de bewonersgroep voor wat betreft herkomst, geslacht, leeftijd, alleenreizenden en gezinnen.
Artikel 3
1. Het COA draagt zorg voor de plaatsing, opvang en begeleiding van de vreemdelingen in het Opvangcentrum.
2. Het COA draagt zorg voor een adequate aanpassing, inrichting en instandhouding van het Opvangcentrum in overeenstemming met de ter zake geldende wettelijke bepalingen en gemeentelijke verordeningen. Het COA zal in het bezit zijn van de benodigde vergunningen.
3. De voor de realisatie van het Opvangcentrum noodzakelijke omgevingsvergunning en eventueel andere noodzakelijke vergunningen worden door het COA aangevraagd. De vergunningaanvraag gaat uit van een instandhoudingstermijn van maximaal 5 jaar, gerekend vanaf de datum dat de eerste vreemdelingen het Opvangcentrum kunnen gaan bewonen.
4. Het Opvangcentrum wordt gerealiseerd conform het inrichtingsplan en beplantingsplan dat is gevoegd bij het raadsbesluit van 24 mei 2016. Het is de gemeente bekend is dat bij de uitwerking van de plannen ondergeschikte aanpassingen nodig kunnen blijken. De uitgangspuntennotitie verlichting, horend bij het inrichtingsplan, vormt het uitgangspunt voor het verlichtingsplan voor het azc. Het COA werkt de plannen uit binnen deze kaders en zal dit in het omwonendenoverleg bespreken.
5. Het COA draagt zorg voor een voorzieningenniveau dat passend is bij de opvangcapaciteit van het Opvangcentrum.
6. Het COA schept de voorwaarden en omstandigheden welke nodig zijn om diensten en instellingen in het Opvangcentrum hun taken te laten uitvoeren.
7. Het COA spant zich in om overlast (in welk opzicht dan ook) van het Opvangcentrum en haar bewoners, voor de omgeving en voor de omwonenden, te voorkomen dan wel zoveel mogelijk te beperken.
Artikel 4
1. In het Opvangcentrum zullen, gedurende de looptijd van deze overeenkomst, tegelijkertijd maximaal 950 vreemdelingen worden opgevangen.
2. Het COA verstrekt, met inachtneming van de Wet Bescherming Persoonsgegevens, per kwartaal aan de gemeente een overzicht van het aantal en samenstelling van de bewoners dat op de eerste van de maand in het Opvangcentrum verblijft.
3. De gemeente en het COA voeren in de opstartfase van het Opvangcentrum maandelijks overleg over de instroom en eventuele knelpunten in de opstartfase.
4. De gemeente en het COA voeren in elk geval een half jaar na ingebruikname een evaluatie van het functioneren van het Opvangcentrum uit. Indien uit de evaluatie blijkt dat het Opvangcentrum leidt tot negatieve effecten op bijvoorbeeld veiligheid en leefbaarheid in de omgeving, dan bekijken de gemeente en het COA welke maatregelen getroffen kunnen worden om dit positief te beïnvloeden.
5. COA en gemeente overleggen over te maken kosten die eventueel voortvloeien uit maatregelen genoemd in het voorgaande lid en zullen in onderling overleg komen tot een kostenverdeling die aansluit bij de taken en verantwoordelijkheden van beide partijen en de aanleiding voor de maatregelen.
Hoofdstuk III De organisatie in het Opvangcentrum
Artikel 5
1. Het COA zal iedere in het Opvangcentrum verblijvende vreemdeling de verstrekkingen toekennen als bedoeld in artikel 3, derde lid van de wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers.
2. Het COA draagt zorg voor de bekostiging van de verstrekkingen en de vergoeding van de organisatie en uitvoering van de werkzaamheden die samenhangen met de verstrekkingen, bedoeld in het eerste lid van dit artikel.
3. Naast de wettelijk voorgeschreven verstrekkingen, zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel, zal het COA vanaf het moment van ingebruikname van het Opvangcentrum specifiek zorgdragen voor operationele, toereikend functionerende voorzieningen op gebied van internet, waaronder begrepen een toereikend functionerende WiFi-voorziening. Genoemde voorzieningen zullen zodanig zijn ingericht dat derden (waaronder specifiek omwonenden) hiervan geen hinder zullen ondervinden.
4. Gemeente en COA stellen zich tot doel het Opvangcentrum zo goed mogelijk te integreren in de Raalter samenleving en staan daartoe nadrukkelijk open voor initiatieven uit de samenleving die daaraan bijdragen. Het COA schept de voorwaarden en omstandigheden om (vrijwilligers)activiteiten op een goede manier te laten plaatsvinden c.q. integraal onderdeel te maken van (activiteiten)programma’s op het Opvangcentrum.
5. Het COA zal aan de in het Opvangcentrum verblijvende vreemdelingen dagbestedingsactiviteiten binnen en buiten het Opvangcentrum aanbieden. Het COA zal bij het aanbieden van dagbestedingsactiviteiten samenwerken met de gemeente, lokale organisaties en vrijwilligers.
6. Het werven en begeleiden van vrijwilligers die actief willen zijn in het opvangcentrum is een taak van het COA, in goed overleg met (welzijns-)organisaties.
7. Het COA zal, in samenspraak met de gemeente, activiteiten ontplooien waarbij omwonenden en inhoudelijk betrokken organisaties en personen in staat worden gesteld kennis te maken met het Opvangcentrum en de vreemdelingen, via bijvoorbeeld open dagen of andere activiteiten.
Artikel 6
1. De verantwoordelijkheid voor het onderkennen en bestrijden van besmettelijke ziekten in het Opvangcentrum en de overige preventieve gezondheidszorgtaken ten behoeve van de bewoners, heeft het COA contractueel belegd bij GGD-GHOR Nederland. Dit laat de verantwoordelijkheid van de gemeente krachtens de Wet Publieke gezondheid te dien aanzien onverlet.
2 Voor wat betreft de inhoud van het zorgaanbod wordt verwezen naar xxx.xxxxxxxxxxxxxx.xx
3. In samenwerking met het Gezondheidscentrum Asielzoekers realiseert het COA een medische post op het Opvangcentrum.
4. Het COA en de al dan niet in dit artikel genoemde contractpartijen van het COA, treden tijdig in overleg met lokale zorgaanbieders (zoals apothekers, tandartsen en fysiotherapeuten) teneinde kwalitatief goede zorg in de nabijheid van het azc te waarborgen.
Artikel 7
1. Het COA stelt, na overleg hierover te hebben gepleegd met de gemeente, politie en veiligheidsregio, een bedrijfsnoodplan vast dat voor het Opvangcentrum zal gelden en waarmee wordt beoogd in voorkomende gevallen de hulpverleningsorganisaties adequaat te kunnen doen handelen bij calamiteiten, ontruimingen en incidenten. Het bij het raadsbesluit van 24 mei 2016 gevoegde veiligheidsplan vormt, voor zover relevant, input voor het bedrijfsnoodplan. Het plan zal door het COA in de daartoe bestemde gevallen worden gehanteerd.
Hoofdstuk IV Voorlichting, informatie en overleg
Artikel 8
1. Na de vestiging van het Opvangcentrum in de gemeente draagt het COA, in overleg met de gemeente, zorg voor de informatie aan de inwoners van de gemeente over het Opvangcentrum, de ontwikkelingen en over de te volgen procedures. Tot de vestiging van het Opvangcentrum ligt de primaire verantwoordelijkheid voor de communicatie aan inwoners van de gemeente bij de gemeente. Het COA kan de gemeente hierin ondersteunen, daar waar het zaken op het Opvangcentrum betreft.
2. Het COA vergoedt aan de gemeente een eenmalige uitkering als bijdrage in de kosten van de door de gemeente te verzorgen taken in het kader van voorlichting met betrekking tot de vestiging van het Opvangcentrum en op verzoek van de gemeente de subsidiering van vrijwilligersgroepen die werkzaamheden verrichten in of ten behoeve van het Opvangcentrum.
Artikel 9
1. Het COA en de gemeente verstrekken aan elkaar onverwijld de informatie die van belang is voor de uitvoering van de taken van een ieder die verband houden met de aanwezigheid van een Opvangcentrum in de gemeente.
2. Op ambtelijk niveau zal er tenminste twee keer per jaar, of zoveel vaker als nodig c.q. wenselijk is, overleg plaatsvinden tussen het COA en de gemeente.
3. Op bestuurlijk niveau zal er tenminste één keer per jaar, of zoveel vaker als nodig c.q. wenselijk is, overleg plaatsvinden tussen het COA en de gemeente.
4. Het COA, de gemeente en politie stellen een veiligheidsoverleg in waarin periodiek alle zaken met betrekking tot veiligheid binnen en buiten het Opvangcentrum worden besproken.
5. Het COA en de gemeente onderschrijven het belang van een goede registratie van meldingen van incidenten en overlast. Ten behoeve van het in het voorgaande lid genoemde veiligheidsoverleg verstrekken COA en gemeente elkaar alle relevante informatie zoals een overzicht van de incidenten- en overlastmeldingen die in de periode voorafgaand aan het overleg betrekking hebben op het Opvangcentrum.
Artikel 10
1. Het COA stelt een overlegcommissie (het omwonendenoverleg) in die tot doel heeft de relatie tussen de omwonenden, ondernemers uit de omgeving en het Opvangcentrum goed te laten verlopen.
2. In deze commissie hebben in ieder geval zitting vertegenwoordigers van de gemeente, van de politie, van de door het COA aan te wijzen diensten die in het Opvangcentrum werkzaam zijn en
van de plaatselijke bevolking en een vertegenwoordiging van ondernemers of ondernemersorganisaties, alsmede het lokale COA-management.
3. De commissie stelt zelf de vergaderfrequentie vast.
4. De overlegcommissie zal in het Opvangcentrum bijeenkomen. De vergaderkosten zijn voor rekening van het Opvangcentrum. Het COA is belast met het voorzitterschap van deze commissie.
5. Partijen stellen zich ten doel de actiepunten die uit dit overleg voortvloeien snel en afdoende af te handelen.
6. Gemeente en COA benoemen beide voor opening van het Opvangcentrum een contactpersoon als vast aanspreekpunt voor azc-gerelateerde zaken. Deze contactpersonen nemen deel aan het omwonendenoverleg.
7. Het COA draagt er zorg voor te allen tijde bereikbaar te zijn voor omwonenden, gemeente en hulpdiensten en verstrekt daartoe de benodigde informatie.
Artikel 11
1. Het COA geeft (nieuwe) bewoners van het Opvangcentrum voorlichting over de meest veilige loop- en fietsroute naar het (winkel)centrum van Raalte teneinde gebruik van minder veilige routes zo veel mogelijk te voorkomen. Het COA verzorgt fiets- en verkeerslessen voor bewoners van het Opvangcentrum.
2. De calamiteiteningang van het Opvangcentrum is uitsluitend voor hulpdiensten toegankelijk en voor overig gebruik afgesloten.
Hoofdstuk V Duur van de overeenkomst
Artikel 12
1. De overeenkomst wordt aangegaan voor de duur van 5 jaar en wel ingaande op de datum dat de eerste vreemdelingen de locatie kunnen gaan bewonen.
2. Partijen spreken af dat niet later dan 1 jaar voor afloop van de in lid 1 genoemde termijn een evaluatie plaats vindt over het functioneren van het Opvangcentrum. Bij deze evaluatie wordt in ieder geval het omwonendenoverleg betrokken.
3. Het COA kan per aangetekende brief verzoeken tot verlenging van de overeenkomst voor de duur van maximaal 5 jaar. Partijen treden vervolgens in overleg of en zo ja onder welke voorwaarden een eventuele verlenging plaats vindt.
4. Verlenging van de overeenkomst vereist een nieuw besluit van het college van b&w en/of de gemeenteraad van Raalte waarbij alle relevante belangen opnieuw worden afgewogen. De resultaten van de in lid 2 genoemde evaluatie, de vluchtelingensituatie op dat moment en de kaveluitgifte op De Zegge VII en de ervaringen uit het omwonendenoverleg worden in ieder geval bij dat besluit betrokken.
5. Het COA kan per aangetekende brief besluiten tot tussentijdse opzegging van de overeenkomst. Indien het COA overgaat tot tussentijdse opzegging geldt een opzegtermijn van tenminste 6 maanden.
6. De gemeente kan wanneer er sprake is van ernstige en/of buitensporige verstoringen van de openbare orde en veiligheid of gevaar daarvoor en niet-nakoming van afspraken in deze overeenkomst door het COA, de overeenkomst per aangetekende brief tussentijds opzeggen. Alvorens tot opzegging over te gaan treden partijen op bestuurlijk niveau met elkaar in overleg om te bezien of een oplossing kan worden bereikt.
7. In geval van tussentijdse opzegging als bedoeld in lid 6, wordt de opzegtermijn in overleg tussen de gemeente en het COA bepaald. Partijen overleggen tevens over de gevolgen van tussentijdse opzegging.
Hoofdstuk VI Onderwijs
Artikel 13
1. De gemeente neemt maatregelen die bewerkstelligen dat wordt voorzien in onderwijs aan de leerplichtige kinderen die in het Opvangcentrum verblijven.
2. De maatregelen zijn in beginsel gebaseerd op de wijzigingen van het Faciliteitenbesluit (Staatsblad nr. 347, d.d. 8 juni 1998); de Regeling Onderwijshuisvestingsbudgetten Asielzoekers (OHBA) als gepubliceerd in de Staatscourant nummer 181 d.d. 23 september 1998, alsmede de reguliere onderwijswet- en regelgeving.
3. Ten behoeve van de uitvoering van dit artikel verstrekt het COA de gemeente schriftelijke informatie met betrekking tot de van toepassing zijnde regelgeving.
4. De onderwijsgelden die in het kader van de opvang van asielzoekers van het COA worden verkregen door de gemeente zullen na afloop van de opvang kostenneutraal dienen te zijn. Indien er geen sprake is van een budgettair neutrale situatie dan kan de gemeente hiervoor, op grond van artikel 8 Faciliteitenbesluit financiële compensatie aanvragen bij de minister van VenJ. De aanvraag dient minimaal een onderbouwing en aanleiding en te bevatten van de gevraagde extra middelen en voorzien te zijn van een accountantsverklaring.
5. Vervoer van en naar het onderwijs wordt, indien noodzakelijk, door het COA in samenwerking met ouders geregeld. De bekostiging hiervan is voor rekening van het COA.
6. Gedurende de tijd dat de kinderen in het Opvangcentrum (nog) niet zijn ingeschreven in de BRP van de gemeente, wordt de leerplicht niet gehandhaafd door de gemeente. De leiding van het Opvangcentrum spant zich ervoor in dat de leerplichtige kinderen naar school gaan.
7. De leerplichtige kinderen in het Opvangcentrum zullen zo spoedig mogelijk na aankomst in het Opvangcentrum aan het onderwijs gaan deelnemen.
Hoofdstuk VII Financiële bepalingen
Artikel 14
1. Partijen maken afspraken over de verdeling van kosten over werkzaamheden die plaatsvinden in de periode tussen het sluiten van deze overeenkomst en de opening van het Opvangcentrum. Uitgangspunt daarbij is dat de ontwikkeling van het Opvangcentrum kostenneutraal voor de gemeente plaatsvindt.
2. De aanspraak op verstrekking van de uitkering als bedoeld in artikel 3, eerste lid en artikel 4, eerste lid van het Faciliteitenbesluit vangt aan op de datum dat het Opvangcentrum voor bewoning in gebruik wordt genomen. De datum van ingebruikname wordt vastgelegd in een addendum bij deze overeenkomst, zoals weergegeven in bijlage A.
3. Indien door vestiging van het Opvangcentrum voor de gemeente extra kosten ontstaan voorziet het Faciliteitenbesluit in de betaling hiervan. Worden er door de gemeente in verband met de vestiging extra kosten gemaakt die het via het Faciliteitenbesluit toegekende bedrag overschrijden, dan zal het COA, met inachtneming van Artikel 8 van het Faciliteitenbesluit en onder goedkeuring van de Minister van Veiligheid & Justitie op verzoek van de gemeente een hogere uitkering verstrekken. De hogere uitkering vindt plaats indien de extra kosten die de gemeente maakt het toegekende bedrag in zodanige mate overtreffen dat het niet redelijk is die hogere kosten voor de gemeente te laten. Deze meerkosten dient de gemeente aantoonbaar te maken, voorzien van een accountantsverklaring.
Artikel 15
1. Aanvragen om vergoeding van planschade die voortvloeien uit de vestiging van het Opvangcentrum neemt het college van burgemeester en wethouders van de gemeente in behandeling conform de gemeentelijke procedureregeling planschadevergoeding, zoals deze op 8 oktober 2009 in werking is getreden.
2. De gemeente zal het COA schriftelijk in kennis stellen van een aanvraag om vergoeding van planschade als bedoeld in artikel 6.1 Wro die het gevolg is en voortvloeit uit de planologische maatregel die de vestiging van het Opvangcentrum mogelijk maakt. COA zal vervolgens in de gelegenheid worden gesteld om haar visie over de aanvraag bij de hiertoe door de gemeente ingeschakelde adviseur kenbaar te maken en te reageren op het conceptadvies van de adviseur.
3. Het college van burgemeester en wethouders besluit uiteindelijk over de aanvraag tot vergoeden van planschade met inachtneming van het daartoe opgestelde advies van de adviseur en de visie van COA. Het COA zal, indien het college een vergoeding van planschade heeft vastgesteld en uitgekeerd, het alsdan uitgekeerde totale bedrag aan de gemeente vergoeden inclusief de advieskosten.
4. De gemeente zal zo spoedig mogelijk na iedere aparte en onherroepelijke vaststelling van een bedrag aan planschade die voortvloeit uit de planologische maatregel, het bedrag schriftelijk aan COA meedelen. COA verplicht zich het desbetreffende bedrag na ieder mededeling van de gemeente over te maken ten name van de gemeente Raalte binnen 4 weken na de verzending van de mededeling.
Hoofdstuk VIII Overige bepalingen
Artikel 16
1. Het COA neemt desgevraagd deel aan het driehoeksoverleg tussen burgemeester, teamchef van de politie en Officier van Justitie, wanneer de openbare orde en veiligheid op en rond het Opvangcentrum op de agenda staat.
2. Het COA garandeert de aanwezigheid van voldoende gekwalificeerd beveiligingspersoneel op het Opvangcentrum, 24 uur per dag, 7 dagen per week waarbij ’s nachts ten minste 3 gekwalificeerde beveiligers op het terrein aanwezig zijn.
3. Het COA en de gemeente zullen hun verantwoordelijkheid nemen met betrekking tot leefbaarheid, openbare orde en veiligheid met inachtneming van ieders verantwoordelijkheid en bevoegdheden.
4. Het COA is verantwoordelijk voor de zorg aan de bewoners van het Opvangcentrum, ook als deze bewoners problemen van sociale, psychische, fysieke of andere aard hebben.
Artikel 17
1. Het COA bevordert, dat de diensten en producten die nodig zijn voor de uitvoering van de werkzaamheden die onder zijn zorg vallen, zoveel mogelijk vanuit de gemeente en de regio worden aangetrokken voor zover de aanbestedingsregels dit toestaan en voor zover niet reeds in dienst van het COA.
2. Werving van personeel zal geschieden na overleg met het Werkgeverspunt Raalte en zal zo veel mogelijk binnen de gemeente en regio plaats vinden.
3. Het COA geeft geschikte kandidaten uit de gemeente Raalte bij gelijke geschiktheid voorrang op kandidaten van buiten de gemeente.
4. Het COA zal zoveel mogelijk (maatschappelijke) stageplaatsen en afstudeerplaatsen op het Opvangcentrum aanbieden.
Artikel 18
1. In situaties waarin deze overeenkomst niet voorziet, vindt er overleg plaats tussen de gemeente en het COA.
Hoofdstuk IX Ontbindende voorwaarden
Artikel 19
Indien door welke omstandigheid ook de vestiging van het Opvangcentrum voor asielzoekers niet door gaat, wordt onderhavige overeenkomst ontbonden en treden partijen in overleg over de tot dan toe gemaakte kosten.
Aldus overeengekomen, in tweevoud opgemaakt en ondertekend.
Raalte , Rijswijk,
........................... (datum) (datum)
gemeente Raalte Centraal Orgaan opvang asielzoekers
…………………………. ………..
(burgemeester) (bestuur)
Bijlage A: Schrijven COA d.d. i.v.m datum ingebruikname opvangcentrum voor bewoning
(wordt verzonden bij formele start in gebruikname)
BIJLAGE A.
AANTEKENEN MET BERICHT VAN ONTVANGST
College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Raalte |
T.a.v. de Burgemeester, de heer M.P. Dadema |
Xxxxxxx 000, 0000XX Xxxxxx |
<datum> |
<kenmerk> |
Bijlage A.: Addendum op de bestuursovereenkomst d.d..: .......... |
<contactpersoon> |
Geacht College,
Indachtig het gestelde in artikel 11, derde lid van de bestuursovereenkomst inzake de vestiging van het Opvangcentrum te Raalte.(adres: Overkampsweg ) deel ik u mee dat het Opvangcentrum op [………] voor bewoning in gebruik wordt genomen.
U treft dit schrijven in tweevoud aan. Ik verzoek u om binnen 2 weken een door u getekend exemplaar te retourneren aan: Centraal Orgaan opvang asielzoekers, afdeling ,t.a.v.
..............., Xxxxxxx 0000,
0000 XX Xxxxxxxx.
........................... (plaats) Rijswijk,
........................... (datum) (datum)
gemeente Raalte Centraal Orgaan opvang asielzoekers
.................. […..]
(burgemeester) (bestuur)