PARTIJ bij het Convenant Landelijk Tarievenkader OV-chipkaart 2009
2009MME124 bijlage
Convenant Landelijk Tarievenkader OV-chipkaart 2009
PARTIJ bij het Convenant Landelijk Tarievenkader OV-chipkaart 2009
Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht,
te dezen bij machtiging rechtsgeldig vertegenwoordigd door de gedeputeerde mr. J.H. Ekkers
handelend ter uitvoering van hun besluit d.d. 25 augustus 2009 betreffende het aangaan en ondertekenen van het Convenant Landelijk Tarievenkader OV-chipkaart 2009.
Overwegende dat:
a. de Partijen elk een bestuursovereenkomst hebben gesloten met de Minister van Verkeer en Waterstaat over de invoering van de OV-chipkaart;
b. daarin is afgesproken om de OV-chipkaart in te voeren als betaalmiddel en vervoerbewijs in het regionaal openbaar vervoer;
c. het de bedoeling is dat het huidige stelsel van nationale tarieven en vervoerbewijzen komt te vervallen;
d. de Partijen op grond van de Wp2000 dan volledige tariefvrijheid hebben voor het regionaal openbaar vervoer;
e. de Partijen op grond van artikel 32 van de Wp2000 verplicht zijn aan de door hen te verlenen openbaarvervoerconcessies voorschriften te verbinden voor de tarieven en modellen van vervoerbewijzen;
f. het uit het oogpunt van helderheid voor de reiziger en openbaar vervoerbedrijven die concessiehouder zijn wenselijk is om landelijke afspraken te maken over onderdelen van het tarievenbeleid inzake de OV-chipkaart en die vast te leggen in een convenant;
g. deze afspraken zo beperkt mogelijk in aantal, eenvoudig, billijk, goed communiceerbaar en acceptabel voor consumentenorganisaties op landelijk en op regionaal niveau moeten zijn;
h. deze afspraken budgettair neutraal dienen te zijn en de Partijen ruimte moeten geven een eigen tariefbeleid te voeren;
i. de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat bij brief d.d. 29 februari 2008 de Tweede Kamer het Aanvalsplan OV-Chipkaart heeft aangeboden;
j. namens de Partijen in het Aanvalsplan OV-Chipkaart is afgesproken, dat genoemd Convenant wordt vastgesteld en dat de Partijen elk een tarievenplan vaststellen;
k. de Minister van Verkeer en Waterstaat bevoegd is tot het opheffen van de verplichting het Nationaal Vervoerbewijs te accepteren (afschaffing van het NVB);
Gehoord hebbende:
1. de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat
2. de openbaar vervoerbedrijven
3. Trans Link Systems
4. de landelijke werkgroep chipkaart van de ROCOV’s.
Komen overeen als volgt:
Artikel 1: Definities
In aanvulling op:
I. de Wet personenvervoer 2000;
II. het Besluit personenvervoer 2000;
III. de begrippenlijst OV-chipkaart die als bijlage 2 bij het Convenant is gevoegd, wordt in dit Convenant verstaan onder:
a. Convenant: het onderhavige convenant
b. Bijlagen: de bijlagen behorende bij dit convenant
c. Wp2000: de Wet personenvervoer 2000
d. Bp2000: het Besluit personenvervoer 2000
e. Concessieverlener: een concessieverlenende overheid als bedoeld in artikel 20 van de Wet personenvervoer 2000;
f. Concessiehouder: het openbaar vervoerbedrijf dat beschikt over een geldige concessie voor het verrichten van openbaar vervoer
g. Vervoervoorwaarden: de voorwaarden die het openbaar vervoerbedrijf verbindt aan het reizen met het openbaar vervoer
h. NVB: een nationaal vervoerbewijs als bedoeld in artikel 30, eerste lid, van de Wet personenvervoer 2000
i. Regionaal openbaar vervoer: het openbaar vervoer (bus, tram, metro, trein) waarvoor de Partijen elk concessieverlener zijn, waaronder is inbegrepen het opgedragen vervoer op grond van artikel 2, tweede lid, van de Wp 2000 voor zover de OV-chipkaart daar in gebruik is (OV te water).
j. Stadsregio: een regionaal openbaar lichaam zoals omschreven in artikel 1 van de Wet personenvervoer 2000.
Artikel 2: Tariefgrondslag
1. Partijen stellen per openbaar vervoervoorziening een standaard ritprijs vast.
2. De standaard ritprijs is opgebouwd uit een vaste voet en een afstandsafhankelijk deel.
3. De standaard ritprijs is uitgangspunt voor het toepassen van kortingen.
4. De hoogte van de vaste voet is in het gehele regionale openbaar vervoer dezelfde en wordt door partijen gezamenlijk vastgesteld.
5. De bepaling van het afstandsafhankelijke deel van het tarief geschiedt op basis van:
a. De afstand in kilometers of delen daarvan, gemeten langs de route die tussen instaphalte en uitstaphalte door het voertuig wordt gevolgd. Een Partij kan besluiten hier om praktische en/of commerciële redenen van af te wijken.
b. Een vaste prijs per kilometer. Een Partij is vrij in het bepalen van de hoogte van deze prijs.
6. Een Partij kan:
◻ teneinde een eenheidstarief (“flat fare”) te realiseren, een vast bedrag voor het afstandsafhankelijke deel vaststellen, ongeacht de ritlengte;
◻ teneinde het bijzondere karakter van een openbaar vervoervoorziening tot uitdrukking te brengen, het afstandsafhankelijke deel met een afstandsonafhankelijke toeslag verhogen.
7. In afwijking van het gestelde in lid 5 sub b mag in hoge uitzonderingsgevallen een Partij een degressief tarief toepassen en dan alleen op ritniveau en binnen het gebied van de betreffende Partij, of van meer Partijen, als zij daarover nadere afspraken maken.
8. Behoudens het gestelde in lid 1 en lid 2 zijn Partijen vrij in het vaststellen van reisproducten en bijzondere tarieven.
Artikel 3: Onderlinge verplichtingen
1. Partijen hebben de vrijheid om hun eigen tariefbeleid te voeren, maar binden zich aan een aantal gemeenschappelijke afspraken die zijn vastgelegd in bijlage 1.
2. Partijen vertalen de in bijlage 1 vastgelegde afspraken in de voorschriften die aan de door hen verleende concessies zijn verbonden of in nadere, op grond van de concessies te maken, afspraken met de concessiehouders.
Artikel 4: Beheer van het Convenant
1. Elk van de Partijen kan aanpassingen van het Convenant voorstellen aan de andere Partijen.
2. De Partijen kunnen gezamenlijk andere gemeenschappelijke onderwerpen, waarvan wordt vastgesteld dat het noodzakelijk of nuttig is dat die worden toegevoegd aan het Convenant, toevoegen en bevestigen dit door ondertekening.
3. De Partijen maken uiterlijk 1 maart 2010 nadere afspraken over de organisatie van het beheer van het Convenant, alsmede over de daarmee gemoeide kosten. Tot het moment van inwerkingtreding van deze organisatie beheren de Stadsregio’s kader Verkeer en Vervoer (SkVV) en het Interprovinciaal Overleg (IPO) het convenant gezamenlijk.
4. De Partijen betrekken bij de nadere afspraken het afstemmen en/of coördineren van informatievoorziening inzake de tarieven aan de reizigers.
5. De Partijen betrekken bij de nadere afspraken het tot stand komen van tarieven voor producten die landelijk of concessieoverstijgend zijn.
6. De Partijen betrekken bij de nadere afspraken de regelingen die (gezamenlijke) concessiehouders hanteren voor het reizen in het openbaar vervoer.
Artikel 5: Evaluatie
De Partijen zullen jaarlijks in de maand september de uitvoering van het Convenant evalueren.
Artikel 6: Wijziging van de omstandigheden
1. De bijlagen van dit Convenant kunnen worden gewijzigd in een overleg van de portefeuillehouders van de Partijen.
2. Ingeval van veranderde omstandigheden die dwingen tot een andere uitvoering van het Convenant, voeren de Partijen overleg over de eventuele gevolgen van die verandering voor de uitvoering van het Convenant.
3. Wijziging van het Convenant vergt instemming van alle Partijen.
Artikel 7: Duur en uittreden
1. Het Convenant treedt in werking na ondertekening door de helft van de provincies, de stadsregio’s en het openbaar lichaam OV-bureau Groningen-Drenthe tezamen en geldt voor onbepaalde tijd.
2. In afwijking van het gestelde in lid 1 hebben de artikelen 1 tot en met 4 van bijlage 1 een beperkte geldigheidsduur, die in de desbetreffende artikelen wordt aangegeven.
3. Elke Partij kan per 1 januari van een jaar, voor het eerst een jaar na afschaffing van het Nationaal Vervoerbewijs (NVB) in Nederland, uit het Convenant treden door dit schriftelijk te melden bij de in artikel 4 lid 3 vermelde beheerders van het Convenant. De Partij die uit het Convenant wil treden doet deze melding pas nadat het voornemen tot opzegging met redenen omkleed is medegedeeld aan de andere Partijen en met de andere Partijen is overlegd om tot wegneming van bedoelde redenen te komen.
4. Tussen de melding als bedoeld in lid 3 en de ingangsdatum van uittreding geldt een termijn van minimaal één jaar.
Artikel 8: Geschillen
1. Een Partij die meent dat een geschil in verband met het Convenant bestaat, deelt dat schriftelijk aan de andere Partijen mee. De mededeling bevat een aanduiding van het geschil.
2. Binnen 20 werkdagen na dagtekening van de in artikel 8 lid 1 bedoelde mededeling zendt elke Partij zijn zienswijze omtrent het geschil, alsmede een voorstel voor een oplossing daarvan, aan de andere Partijen.
3. Binnen 10 werkdagen na afloop van de in artikel 8 lid 2 genoemde termijn overleggen de Partijen over een oplossing van het geschil. Elke Partij kan zich door deskundigen doen bijstaan. Indien één van de Partijen binnen 20 werkdagen na dagtekening van de in
artikel 8 lid 1 bedoelde mededeling de wens daartoe kenbaar maakt, wordt het overleg voorgezeten door een door de Partijen gezamenlijk te benoemen voorzitter.
4. Elke Partij draagt de eigen kosten, voortvloeiend uit de procedure van artikel 8 lid 1 tot en met artikel 8 lid 3. De kosten van de in artikel 8 lid 3 bedoelde voorzitter worden door elke Partij voor een gelijk deel gedragen.
5. De geschillenregeling vervat in de artikelen 8 lid 1 tot en met 8 lid 4 laat onverlet de mogelijkheden het geschil voor te leggen aan de daartoe bevoegde rechter.
Artikel 9: Overige bepalingen
1. Indien een of meer bepalingen van het Convenant ongeldig blijken te zijn of te worden, bijvoorbeeld als gevolg van strijdigheid met bestaande, gewijzigde of nieuwe publiekrechtelijke wet- of regelgeving, zullen de Partijen in overleg treden teneinde het Convenant zodanig te wijzigen, dat het geen ongeldige bepalingen meer bevat en dat het doel dat met het Convenant wordt beoogd zoveel mogelijk wordt bereikt.
2. De bijlagen maken onlosmakelijk onderdeel uit van het Convenant.
3. Dit Convenant is van toepassing op het regionale openbaar vervoer.
4. In afwijking van lid 3 is dit Convenant niet van toepassing op het vervoer per trein, tenzij de desbetreffende concessieverlener, na overleg met de betrokken vervoerder, anders bepaalt.
5. Ingeval van strijdigheid tussen het bepaalde in het Convenant en het bepaalde in een bijlage van het Convenant prevaleert het bepaalde in het Convenant.
6. Het IPO is aanspreekpunt voor de Provincies, het SkVV is aanspreekpunt voor de Stadsregio’s.
Artikel 10: Schade bij niet nakomen Convenant
Aantoonbare schade bij de andere partijen, veroorzaakt door niet-naleving van het Convenant, wordt verhaald bij de partij die de schade heeft veroorzaakt.
Artikel 11: Citeertitel
Het Convenant wordt aangehaald als “Landelijk Tarievenkader OV-chipkaart 2009”.
Getekend te ………………... op 2009
Gedeputeerde Staten van de Provincie Namens hen,
……………………… (handtekening)
……………………….(naam)
Bijlagen bij Convenant Landelijk Tarievenkader OV-chipkaart 2009
1. Uitvoeringsregels d.d.
2. Begrippenlijst OV-chipkaart d.d.
Bijlage 1 Uitvoeringsregels Landelijk Tarievenkader OV-chipkaart
A. Bepalingen van tijdelijke aard
1. Opbrengstneutraliteit
Bij de vaststelling van het kilometertarief gaan de Partijen uit van opbrengstneutraliteit bij de overgang van het NVB naar chipkaarttarieven. Deze opbrengstneutraliteit wordt bepaald op het moment van beëindiging van de geldigheid van de NVB-regelgeving. Dit criterium geldt binnen het volume van een concessie of groep van concessies.
2. Leeftijdsgebonden kortingen
De leeftijdsgebonden kortingen uit de Nationaal VervoerBewijs-regelgeving (NVB) blijven landelijk van toepassing tot 1 januari 2011. Het betreft:
◻ Kinderen van 4 tot en met 11 jaar: de korting op de Standaard Reisprijs bedraagt 34%.
◻ 65-plussers: de korting op de Standaard Reisprijs bedraagt 34%.
Deze kortingen zijn alleen van toepassing bij gebruik van een persoonlijke OV-chipkaart.
3. NVB abonnementen
De in het NVB opgenomen landelijke dagkaarten, ster- en netabonnementen en combinatie- sterabonnementen die zijn verkocht tot het moment dat de Minister van Verkeer en Waterstaat in het gehele land de rechtsgeldigheid van het NVB heeft beëindigd, blijven geldig tot de op de desbetreffende kaart staande datum.
Na beëindiging van de rechtsgeldigheid van het NVB in een regio, maar voor genoemde beëindiging hiervan in het gehele land, stelt de desbetreffende Partij genoemde abonnementen vast als regionaal tarief. Deze Partij bepaalt of genoemde abonnementen als regionaal tarief een chipkaart- of een papieren reisproduct worden.
De opbrengsten van genoemde NVB-tarieven en de als regionaal tarief vastgestelde ster- en netabonnementen en combinatie-sterabonnementen worden tezamen verdeeld met behulp van het Wroov-systeem.
4. OV-jaarkaart
De OV-jaarkaart wordt onder de huidige voorwaarden verkocht tot 1 januari 2011.
B. Bepalingen voor onbepaalde tijd
5. Voorschot (instaptarief)
Inchecken is alleen mogelijk als er geen negatief saldo op de kaart staat. De reiziger betaalt bij de start van elke rit een voorschot van € 4,00, dat bij uitchecken verrekend wordt met de prijs van de rit. De hoogte van het voorschot kent geen jaarlijkse indexatie. Partijen kunnen het bedrag aanpassen conform artikel 6 lid 1 van het Convenant.
Een partij kan in specifieke situaties besluiten een hoger voorschot vast te stellen voor lijnen of concessies waar ritten mogelijk zijn die meer dan € 4,00 kosten
In de communicatie met de reiziger wordt het voorschot aangeduid als ‘instaptarief’.
6. Vaste voet (basistarief)
De in artikel 2, lid 1 en 2 van het Convenant genoemde vaste voet bedraagt voor het regionale openbaar in 2009 € 0,75. Het bedrag van de vaste voet is geïndexeerd conform de indexatie van het NVB of een nader met de vervoerders af te spreken index.. Afgerond wordt op € 0,01; € 0,005 wordt naar boven afgerond. De opbrengst van de vaste voet valt toe aan de concessiehouder die de vaste voet int en wordt niet verrekend met andere concessiehouders.
In de communicatie met de reiziger wordt de vaste voet aangeduid als ‘basistarief’.
7. Overstappen
De vaste voet wordt niet opnieuw in rekening gebracht als de reiziger binnen 35 minuten na uitchecken incheckt op ander regionaal openbaar vervoer.
Als de reiziger als gevolg van een afwijking van de dienstregeling niet binnen de geldende overstaptijd zijn reis kan vervolgen, heeft hij/zij bij de concessiehouder bij wie de afwijking optreedt recht op restitutie van de extra vaste voet die door het systeem in rekening wordt gebracht. De restitutie kan niet door het systeem worden berekend, maar zal door de reiziger bij de betreffende concessiehouder moeten worden geclaimd.
8. Gratis vervoer
Geen vervoerprijs is verschuldigd voor:
a. kinderen jonger dan vier jaar mits voor hen geen afzonderlijke zitplaats wordt verlangd,
b. één persoon van ten minste twaalf jaar oud die een reiziger begeleidt die in het bezit is van een OV-Begeleiderskaart,
c. ambtenaren en personen als bedoeld in de artikelen 87 en 89 van de Wet personenvervoer 2000, belast met toezicht en opsporing, bij de uitoefening van de hun in die artikelen opgedragen taak.
d. honden
9. Wagenverkoop
De reiziger kan in het voertuig, of in geval van metrovervoer op het station, een geldig vervoerbewijs verkrijgen dat bruikbaar is voor één of enkele ritten. De afzonderlijke Partijen bepalen per concessie of combinatie van concessies het tarief en de tariefvoorwaarden. Het gestelde in artikel 7 van deze bijlage is niet van toepassing, tenzij een Partij anders bepaalt. De afzonderlijke Partijen bepalen of de in dit artikel bedoelde vervoerbewijzen wel of niet een chip bevatten.
10. Spits- en daltijden
Daluren zijn alle uren met uitzondering van de uren op werkdagen van begin dienst tot 09.00 uur en van 16.00 – 18.00 uur. Een eventuele wijziging van deze tijden geschiedt na overleg met NS. Overheden kunnen van de landelijke hoofdregel afwijken en zorgen dan zelf voor de communicatie daarover.
Het moment van inchecken is bepalend voor het al of niet toepassen van een eventueel daltarief gedurende de hele rit.
11. Bevoegdheden bij concessiegrens overschrijdende lijnen
Elke Partij zorgt op zijn grondgebied voor een goede afstemming tussen de tarieven van verschillende concessiehouders en concessieverleners (territorialiteitsbeginsel) en wel zodanig dat ritten met dezelfde snelheid en kwaliteit op hetzelfde traject ook ongeveer hetzelfde kosten. Bij verschil van opvatting beslist uiteindelijk die Partij op wier grondgebied het vervoer plaatsvindt over het tariefaspect, maar met inachtneming van de regel “wie bepaalt, betaalt”.
12. Landsgrens overschrijdende lijnen
Die Partij die een grens heeft met het buitenland, maakt, zo mogelijk samen met naburige Partijen, afspraken met de desbetreffende buitenlandse OV-autoriteit en concessiehouder over het gebruik van de OV-chipkaart en de tarieven op grensoverschrijdende lijnen.
13. OV-Studentenkaart
De OV-studentenkaart blijft onder de huidige voorwaarden geldig in het gehele regionale openbaar vervoer tot het moment dat de Minister van Verkeer en Waterstaat in het gehele land de rechtsgeldigheid van het NVB heeft beëindigd. Na intrekking van het NVB wordt de OV- studentenkaart omgezet in een gemeenschappelijk reisproduct ‘Studenten reisrecht’ met specificaties zoals opgenomen in de overeenkomst tussen de gezamenlijke concessiehouders en de Minister van OC&W.
14. Inzichtelijkheid tarieven
Voor het hele regionaal vervoer geldt:
◻ één site (xxx.xx-xxxxxxxxx.xx – vermeld op de chipkaart) waarop een reiziger alle relevante gegevens van door hem gemaakte ritten (inclusief concrete vertrek- en bestemmingspunten) via ‘mijn OV-chipkaart’ kan opvragen;
◻ één landelijk informatietelefoonnummer (0900 - 0980) dat op alle OV-chipkaarten vermeld staat. Dit schakelt – indien nodig – door naar vervoerders;
◻ vermelding van xxx.0000xx.xx op elke chipkaart voor het opvragen van tariefinformatie vooraf.
Bevorderd zal worden dat ook NS zich bij deze uitgangspunten aansluit, eventueel onder handhaving van de eigen site en het eigen telefoonnummer.
C. Afspraken betreffende landelijke reisproducten
15. Landelijke reisproducten voor het regionaal openbaar vervoer
Ten einde reizigers die dagelijks of zeer frequent regiogrenzen overschrijden te faciliteren voorzien partijen in één of meer landelijke reisproducten. De landelijke geldigheid van deze producten vangt aan na de intrekking van het volledige NVB dan wel na intrekking van de artikelen van het NVB die betrekking hebben op ster- en netabonnementen in het gehele land of zoveel eerder als de Partijen wenselijk achten. Bij het onderzoek naar en de ontwikkeling van landelijke reisproducten wordt ook de vormgeving van een landelijke productregisseur en/of landelijke tariefautoriteit betrokken.
Besluitvorming over de invoering van genoemde producten geschiedt uiterlijk één jaar na inwerkingtreding van dit Convenant.
16. Landelijke reisproducten voor het regionaal openbaar vervoer in samenwerking met NS
Ten einde reizigers te faciliteren die dagelijks of zeer frequent reizen met het regionale openbaar vervoer en met NS zullen de Partijen samen met NS bestuderen of en zo ja op welke wijze:
◻ een of meer vervangende producten voor de huidige combinatie-sterabonnementen ( NS- abonnement met stad-streeksupplement) kunnen worden vormgegeven;
◻ een OV-jaarkaart of een vergelijkbaar product na 1 januari 2011 kan worden vormgegeven.
17. Landelijke afspraken met derden over specifieke reisproducten
Wanneer de Partijen en/of de gezamenlijke concessiehouders afspraken met derden maken over reisproducten ten behoeve van specifieke categorieën reizigers, leggen partijen de desbetreffende reisproducten vast als regionaal tarief. Zij geven de kaart samen met de gezamenlijke concessiehouders vorm en betrekken de kaart bij de in afspraak 15 genoemde studie naar een landelijke productregisseur en/of tariefautoriteit.
D. Afspraken betreffende het regionaal spoorvervoer
18. Regionaal spoorvervoer
Partijen bestuderen welke gezamenlijke afspraken gemaakt dienen te worden betreffende de tarifering van het regionaal spoorvervoer. Daarbij betrekken zij:
◻ de wenselijkheid en mogelijkheden van, al dan niet partiële, tariefintegratie met het overige regionaal openbaar vervoer;
◻ de wenselijkheid en mogelijkheden van, al dan niet partiële, tariefintegratie met het nationale spoorvervoer;
◻ de overstapproblematiek tussen regionaal en nationaal spoorvervoer.
◻ de overstapproblematiek tussen regionaal spoor en overig openbaar vervoer. Deze studie kan leiden tot het geldig verklaren van (delen van) het Convenant Landelijk
Tarievenkader voor het regionaal spoorvervoer (ic. het schrappen van artikel 9, lid 4 van het Convenant), tot een Landelijk Tarievenkader dat specifiek betrekking heeft op het regionaal spoor en/of tot regionale afspraken.
Bij de hier genoemde studie wordt NS betrokken.
Partijen bevorderen dat er ter vervanging van de huidige doorgaande NS trajectabonnementen gemeenschappelijke reisproducten worden ontwikkeld die bij NS en het betreffende regionale spoor geldig zijn.
E. Afspraken betreffende de regiotaxi
19. Regiotaxi (collectief vraagafhankelijk vervoer)
Partijen bestuderen welke gezamenlijke tariefafspraken zij moeten maken na invoering van de chipkaart bij het vervoer met de regiotaxi. Zij bekijken in hoeverre daarbij kan worden aangesloten bij het onderhavige convenant.
F Afspraken betreffende de overstap tussen regionaal openbaar vervoer en NS- vervoer
20. Overstap regionaal openbaar vervoer en NS-vervoer
De concessieverleners entameren een gezamenlijk met NS te verrichten studie gericht op het openen van de mogelijkheid dat, waar dit vervoerkundig gewenst is, bij reizen op saldo bij overstappen tussen het regionale vervoer en NS het opnieuw heffen van de vaste voet wordt nagelaten, op vergelijkbare wijze als dat binnen het regionale openbaar vervoer het geval is.
Bijlage 2 Begrippenlijst OV-chipkaart d.d. ……..
Onderwerp | Term | Definitie | Terminology | Definition |
1. Kaart | OV-chipkaart | Oplaadbare en contactloze chipkaart te gebruiken in het openbaar vervoer als betaal-, toegang- en vervoerbewijs. De OV- chipkaart vervangt op termijn alle papieren vervoerbewijzen en abonnementen. | OV-chipkaart | Reloadable and contactless smart card to be used for public transport services as proof of payment or proof of the right to access and travel. The smart card for public transport will replace all paper travel tickets and paper season tickets in future. |
persoonlijke OV- chipkaart | OV-chipkaart voor geregistreerde klanten met mogelijkheden als automatisch opladen, het laden van persoonlijke reisproducten en het laten (de)blokkeren van de kaart. | personal OV-chipkaart | Smart card for public transport for registered customers with options such as autoreload, loading of personalized travel products and (de)blocking of the card. | |
anonieme OV-chipkaart | OV-chipkaart zonder geregistreerde klantgegevens. De kaart kan opgeladen worden met saldo maar kan niet geblokkeerd worden. | anonymous OV-chipkaart | Smart card for public transport without registered customer data. The card can be loaded like an e-purse however the card cannot be blocked. | |
wegwerp OV-chipkaart | Niet-oplaadbare kaart met beperkte geldigheid. | disposable OV-chipkaart | Smart card which cannot be reloaded and which has a limited period of validity. | |
kaarthouder | De persoon op wiens naam de OV- chipkaart staat. | card holder | The person in whose name the smart card is registered. | |
rekeninghouder | De persoon/entiteit die het automatisch oplaadcontract of een periodiek incasso voor een product afsluit met Trans Link Systems. Dit kan naast de kaarthouder ook een ouder zijn die betaalt voor een kind of een bedrijf dat betaalt voor een werknemer. | account holder | The person who /entity which closes the autoreload contract or provides a direct debit instruction for a product with Trans Link Systems. This can be the card owner or a parent who pays for a child or a company that pays for an employee. | |
kaartnummer | Het 16-cijferige, unieke nummer dat (eventueel gegraveerd op de buitenkant) op de OV-chipkaart staat. | smart card number | The 16 digit, unique smart card for public transport number (which can be engraved on the surface of said smart card). |
Onderwerp | Term | Definitie | Terminology | Definition |
couponnummer | Het nummer op de kaart dat correspondeert met de coupon van het abonnement. NB! Het couponnummer is een afgeleide van het kaartnummer, te weten de laatste zeven cijfers van het kaartnummer is het couponnummer. | voucher number | The number that is linked to the season ticket voucher. Note the voucher number is a derivative of the smart card number, namely the last seven digits of the smart card number. | |
opladen | (Bij)storten van saldo of reisproduct op de OV-chipkaart bij een oplaadautomaat of –punt. | reload | (Re)load money or a product to the smart card for public transport at an add-value machine or location. | |
opladen via internet c.q. telefoon | De mogelijkheid de OV-chipkaart op afstand te laden met een product of saldo zonder fysiek contact met een Verkoop & Informatiepunt dan wel een oplaadpunt of –automaat. | reload via internet or telephone | The option to load money or a product to the smart card for public transport remotely without visiting a Sales & Information desk or an add- value machine or location. | |
2. Betalen | kaartbijdrage | Het bedrag dat de reiziger betaalt om de OV-chipkaart te verkrijgen. | purchase price | The amount a passenger pays for obtaining the smart card for public transport. |
saldo | Een elektronisch tegoed in euro’s waarmee een gemaakte rit wordt betaald als men niet op een product reist | e-purse | An electronic credit in euros to pay for a journey when someone is not using a product for the journey. | |
reisproduct | Een reisrecht zoals een enkeltje, retourtje of een abonnement, dat vooraf op de OV-chipkaart is geladen. | travel product | Proof of purchase of a ticket such as a single ticket, a return ticket or a season ticket, which is preloaded to the smart card for public transport. | |
voorschot of instaptarief | Het bedrag dat het OV-bedrijf bij bij het inchecken van het saldo afboekt. Bij het uitchecken wordt de ritprijs met dit bedrag verrekend en wordt, als de ritprijs lager is dan het voorschot, het resterende deel van het voorschot weer bij het saldo geboekt | advance / boarding rate / initial fee | The amount charged by a public transport company during check in. The rate for the journey is balanced against this amount and the remainder reloaded onto the card during check out. | |
basistarief | Het basistarief dat een reiziger betaalt bij gebruik van het openbaar vervoer. | basis rate / fixed rate / base fee | The basic rate a passenger pays to use the public transport service. |
Onderwerp | Term | Definitie | Terminology | Definition |
minimumsaldo | Het minimaal benodigde saldo om in te kunnen checken. | minimum funds | The minimum funds required for a valid check in. | |
maximumsaldo | Het maximale saldo dat op de kaart kan worden geladen. | maximum funds | The maximum funds which can be loaded to a smart card. | |
passagerecht | Het recht dat een reiziger bij NS (op aanvraag) kan verkrijgen of kan kopen van het saldo om een station van NS te passeren. Indien de passage binnen een bepaalde tijd plaatsvindt wordt het aankoopbedrag teruggestort op de OV-chipkaart. | passage right | The right which a passenger can (upon request) obtain or buy from the Dutch Railways (=NS) using the e-purse to pass through a NS train station. If the passage takes place within a limited time period the purchase amount will be refunded to the smart card for public transport. | |
3. Het reizen met de OV-chipkaart | elektronisch betalen | Betalen in het openbaar vervoer met een OV-chipkaart. | e-Ticketing | Paying for public transport services with a smart card for public transport. |
OV-chipkaartsysteem | Nieuwe manier van reizen en betalen in het Nederlandse openbaar vervoer met behulp van een OV-chipkaart. | e-Ticketing system for public transport | New payment system for the Dutch public transport services using a smart card for public transport. | |
interoperabiliteit | Eén OV-chipkaart is te gebruiken bij meerdere OV bedrijven | interoperability | A single OV-chipkaart can be used to buy services from multiple public transport organisations. | |
inchecken | Handeling waarbij de reiziger de OV-chipkaart bij aanvang van de rit langs een kaartlezer beweegt om de reis te registreren. Bij het inchecken wordt het instaptarief afgeschreven. Bij het inchecken wordt ook de geldigheid van een product gecontroleerd. | check in | The transaction during which the passenger moves his smart card for public transport along the card reader at the start of a journey to register the journey. At check in the boarding rate is deducted. The validity of a product is also checked during check in. | |
uitchecken | Handeling waarbij de reiziger de OV-chipkaart aan het einde van de rit langs een kaartlezer beweegt om het eventueel verschuldigde reisbedrag af te schrijven. Dit bedrag wordt verrekend met het instaptarief. | check out | The transaction during which the passenger moves his smart card for public transport along the card reader at the end of the journey to calculate the due fare. This amount is settled against the boarding rate. |
Onderwerp | Term | Definitie | Terminology | Definition |
activeren | De kaart bruikbaar maken voor gebruik binnen het OV- chipkaartsysteem. | to enable | To activate the smart card for use within the smart card for public transport system. | |
blokkeren | De kaart wordt onbruikbaar gemaakt na misbruik of melding van diefstal of verlies of wanbetaling. Er zijn drie niveau van blokkeren: 1)kaart 2) product 3)saldo | to block | To deactivate the smart card after misuse or report of theft or loss or non-payment. There are three blocking levels: 1) card, 2) product 3) e-purse. | |
deblokkeren | Een geblokkeerde kaart weer activeren voor gebruik binnen het OV-chipkaartsysteem; deblokkeren kan alleen op product of saldo niveau. | de-block | Re-activate a blocked card for use within the smart card for public transport system. De- blocking can only be carried out at product or e-purse level. | |
overstaptijd | Tijd die men heeft om de reis te vervolgen (na het uitchecken), zonder dat opnieuw het basistarief in rekening wordt gebracht. | The time a passenger has to continue his/her journey (after check out) without being charged the basic rate again. | ||
plaatsing op een zwarte lijst | De kaarthouder staat genoteerd op een lijst waardoor hij/zij geen persoonlijke OV-chipkaart meer kan aanvragen vanwege eerder misbruik, en zijn/haar persoonlijke OV-chipkaart is geblokkeerd. | blacklisting | The card holder is registered on a list and therefore he/she cannot request a personal smart card for public transport due to prior misuse or abuse and his/her personal smart card for public transport is blocked. | |
4. Apparatuur OV- chipkaartsysteem | poortje | Apparatuur waarmee trein- en metrostations worden afgesloten en waar de reiziger met behulp van een OV-chipkaart doorheen kan. Ieder poortje is tevens een kaartlezer. | gate | Device which closes off train and subway stations and where a passenger can go through with a smart card for public transport. Each gate is also a card reader. |
kaartlezer | Apparatuur waar de reiziger kan in- en uitchecken bij trams, bussen en (trein- en metro) stations zonder poortjes. | smart card reader or validator | Device that can be used by the passenger to check in or check out in a tram, bus and at (train and subway) stations which do not have gates. | |
breed poortje | Poortjes bestemd voor passagiers met veel bagage of hulpmiddelen (kinderwagen, rolstoel e.d.). | wide gate | Gates especially meant for passengers with a lot of luggage or aids (e.g. a buggy, a wheelchair). |
Onderwerp | Term | Definitie | Terminology | Definition |
rij poortjes | Aaneengesloten rij poortjes, waarachter de reiziger in het bezit dient te zijn van een ingecheckte OV-chipkaart. | gate line | Unbroken line of gates behind which a passenger has to have a checked-in smart card for public transport. | |
nooddeuren | In geval van een noodsituatie openen deze deuren in de rij poortjes zich automatisch. | emergency gates | In case of an emergency these gates will open automatically. | |
verkoop- & informatiepunt | Bemande locatie waar informatie over de OV-chipkaart kan worden verkregen en de reiziger de OV- chipkaart kan verkrijgen en opladen. | Sales & Information desk | Desk at which information regarding the smart card for public transport can be obtained and at which the passenger can obtain, activate and load his smart card for public transport. | |
restitutiepunt | Punt waar de kaarthouder restitutie op zijn OV-chipkaart kan krijgen. | restitution location | Location where a card holder can obtain restitution to his smart card for public transport. | |
verkoopautomaat | Automaat waar de reiziger een anonieme OV-chipkaart kan aanschaffen. Ook kan hier saldo of een reisproduct worden geladen. Op deze automaten zijn ook de laatste 10 betaal- en reistransacties van de kaart af te lezen. | Ticket Vending Machine (TVM) | Machine where a passenger can buy an anonymous smart card for public transport. This machine can also be used to load money or a product or view an overview of the last 10 payment or travel transactions. | |
oplaadpunt | Locatie waar de reiziger de OV- chipkaart kan opladen met saldo en/of een reisproduct. | load agent | Location where a passenger can load money and or a product to his smart card for public transport. | |
oplaadautomaat | Automaat waar de OV-chipkaart kan worden opgeladen met saldo en/of een reisproduct. | add value machine (AVM) | Machine where a smart card for public transport can be loaded with money and/or a travel product. | |
oplader | Plaats bij apparatuur waar de OV- chipkaart moet worden neergelegd of tegenaan gehouden om te worden opgeladen met een saldo | Space where the smart card for public transport has to be placed or held in front of in order to be loaded with money. | ||
controle-apparaat (=mobiele chipkaartlezer bij NS) | Registratieapparaat met de mogelijkheid om het reisrecht op de OV-chipkaart te controleren. | check device (= mobile card reader at NS) | Registration device with the option to check the travel product loaded on the smart card for public transport. |
Onderwerp | Term | Definitie | Terminology | Definition |
saldolezer | Apparaat waar de reiziger zijn saldo en de laatste 10 betaal- en/ of vervoertransacties kan bekijken | inquiry device | Device where a passenger can view his or her e-purse balance and the last 10 payment or travel transactions. | |
centraal verwerkingssysteem | Omgeving waar transacties die gegenereerd zijn bij gebruik van de OV-chipkaart, worden verzameld, verwerkt, gedistribueerd en verrekend. | central back office (CBO) | Environment where transactions, which have been generated when the smart card for public transport is used, are collected, processed, distributed and settled. |