Koninklijk Concertgebouworkest
Koninklijk Concertgebouworkest
Geadviseerd subsidiebedrag: € 7.376.600
Gevraagd subsidiebedrag: € 7.376.600
Over de instelling
Stichting Koninklijk Concertgebouworkest, podiumkunsten, symfonieorkesten, Amsterdam
Stichting Koninklijk Concertgebouworkest (hierna: Koninklijk Concertgebouworkest) geeft als symfonieorkest wereldwijd uitvoeringen van orkestmuziek op de belangrijkste podia, onder leiding van de beste dirigenten. Het orkest richt zich op een breed, (inter)nationaal publiek en heeft als thuisbasis het Koninklijk Concertgebouw in Amsterdam. Het Koninklijk Concertgebouworkest profileert zich naar eigen zeggen als het internationale boegbeeld van de Nederlandse cultuur- en orkestensector.
Subsidieadvies
De Raad voor Cultuur adviseert Stichting Koninklijk Concertgebouworkest een subsidiebedrag toe te kennen van € 7.376.600.
De subsidie is inclusief de toeslag van 10 procent voor een instelling die zich internationaal onderscheidt door een excellent uitvoeringsniveau en zich profileert op de relevante internationale concertpodia.
De raad is overtuigd van het hoge niveau van het Koninklijk Concertgebouworkest en ziet dit orkest als internationaal ambassadeur van de Nederlandse orkestsector.
Het artistieke en educatieve programma voor de komende periode is vooral op hoofdlijnen ingevuld, wat de raad ziet als gevolg van het feit dat het orkest zich in een overgangsfase bevindt, met wisselingen van directie en chef-dirigent. De raad vindt het positief dat het orkest hedendaags repertoire blijft spelen en opdrachten geeft aan componisten. De raad is verheugd over de kansen die het eigen RCO House biedt voor repetities, kleine concerten en educatieve activiteiten.
De financiële situatie van het Koninklijk Concertgebouworkest is goed en de instelling kent een grote derde geldstroom. In de reflectie op de Fair Practice Code gaat de instelling alleen in op eerlijke betaling. Zij geeft aan dat ze de komende periode volledig zal interen op de eigen reserves door de gewenste naleving van de code. Dit vindt de raad een aandachtspunt.
Beoordeling
Artistieke/inhoudelijke kwaliteit van de kernactiviteiten
Het Koninklijk Concertgebouworkest heeft een zeer goede reputatie en maakt deze in de ogen van de raad waar. Het orkest speelt op het hoogste niveau, is thuis in alle stijlperiodes en heeft een zeer bijzondere klankkleur ontwikkeld. Het vakmanschap is in alle groepen van het orkest excellent. Het Koninklijk Concertgebouworkest wordt ook internationaal zeer gewaardeerd en bevestigt zijn rol als ambassadeur van de Nederlandse orkestsector op de belangrijkste podia in de wereld. De raad adviseert daarom de toeslag voor excellent uitvoeringsniveau en het spelen op relevante internationale podia toe te kennen aan het Koninklijk Concertgebouworkest.
De raad constateert dat het orkest zich op dit moment in een uitdagende periode bevindt. Wisselingen in de directie en de procedure voor een nieuwe chef-dirigent komen samen met een periode waarin een aantal voor het orkest gezichtsbepalende dirigenten zijn overleden of hun carrière hebben beëindigd. De raad stelt vast dat het Koninklijk Concertgebouworkest ook in deze fase de excellente kwaliteit weet te behouden. Hij heeft begrip voor het feit dat in deze overgangsfase het artistieke plan nog niet in details is uitgewerkt.
De raad is positief over het gegeven dat het orkest hedendaags repertoire blijft spelen en opdrachten geeft aan componisten. Het voornemen om te werken met gastprogrammeurs is aansprekend en de raad is benieuwd in welke mate deze activiteiten leiden tot de beoogde verbreding van het publiek. Het orkest schrijft dat het zoekt naar wegen om het symfonisch repertoire op een eigentijdse wijze te presenteren en de raad kijkt met interesse uit naar welke nieuwe locaties en formats dit zal opleveren. De raad is verheugd over de kansen die het eigen RCO House biedt voor repetities, kleine concerten en educatieve activiteiten.
Vernieuwing
Het Koninklijk Concertgebouworkest draagt in lichte mate bij aan de
vernieuwing van de orkestpraktijk door in enkele programma’s de blik te verruimen naar andere disciplines. In het recente verleden waren artistiek vernieuwende aanzetten zichtbaar in de samenwerking met bijvoorbeeld Internationaal Theater Amsterdam en singer-songwriter Xxxxxxx.
Daarnaast heeft het orkest de afgelopen periode zijn marketing en communicatie vernieuwd, waarmee deze veel dynamischer en toegankelijker oogt dan voorheen. Ook de wijze waarop de activiteiten binnen het nieuwe RCO House de afgelopen periode zijn vormgegeven, beschouwt de raad als vernieuwend; hij ziet uit naar de ontwikkeling van de verschillende
initiatieven die het orkest voor dit huis presenteert voor de komende periode.
Het orkest geeft op goede, samenhangende wijze invulling aan talentontwikkeling. Tussen 2016 en 2018 speelde het orkest in alle 28 landen van de EU en werkte daar ook samen met een lokaal jeugdorkest. Hieruit kwam het Concertgebouworkest Young voort, dat bestaat uit jonge getalenteerde musici van 14 tot en met 17 jaar die samen de diversiteit van de Europese samenleving weerspiegelen. De werving van deelnemers spitst zich toe op Zuid-Afrika en Turkije. De keuze voor deze twee landen wordt niet toegelicht in het plan.
De raad oordeelt ook positief over de Academie van het Concertgebouworkest. Deze biedt plaats aan jonge talentvolle musici die gedurende een heel orkestseizoen deelnemen aan orkestproducties, en worden begeleid en gecoacht door leden van het orkest. In de komende periode wordt het aantal plaatsen in de Academie uitgebreid van negen naar twaalf. De raad vindt het positief dat het orkest in relatie met Concertgebouw Young en de Academie een programma wil ontwikkelen voor Nederlands muzikaal talent van 12 tot 24 jaar met een migratieachtergrond. Het orkest participeert daarnaast in de Nationale Master Orkestdirectie.
Eerlijke beloning en gezonde bedrijfsvoering
Het Koninklijke Concertgebouw biedt musici in vaste dienst een voltijds contract aan en maakt daarnaast gebruik van remplaçanten. De instelling kent twee eigen cao’s, voor musici in vaste dienst en voor stafmedewerkers, en hanteert daarnaast de cao voor remplaçanten. De musici van het Koninklijk Concertgebouworkest krijgen een ruimere beloning dan die van andere orkesten in Nederland, maar de honorering van de vaste orkestleden ligt onder het internationaal gebruikelijke niveau. Het orkest wil de beloning van de musici in vaste dienst en van remplaçanten verbeteren, maar zegt geen mogelijkheid te zien dit met eigen middelen te realiseren zonder in te teren op de reserves; voor een eerlijke beloning van de remplaçanten zou jaarlijks een extra bedrag nodig zijn van 600.000 euro. De raad vindt het voornemen om musici beter te gaan betalen goed, maar hoopt dat dit de instelling lukt zonder hiervoor de volle reserves aan te spreken. De instelling roept de minister op hier meer middelen voor uit te trekken.
De liquiditeit, solvabiliteit en het weerstandsvermogen van het Koninklijk Concertgebouworkest geven een positief beeld van de financiële gezondheid op het moment van aanvragen. Het percentage eigen inkomsten bedraagt 53 procent en laat zien dat het orkest zeer succesvol is in het genereren van extra middelen. Op basis van de cijfers van 2017 en 2018 zijn er geen grote risico’s. Door de grote investeringen die de instelling wil doen ten behoeve
van ambities als eerlijke honorering van musici en goed werkgeverschap, zal echter het eigen vermogen slinken. De financiële risico’s die hiermee gepaard gaan worden niet opgevangen door de begrote vermeerdering van inkomsten uit kaartverkoop en schenkingen van 1 miljoen euro. De raad vindt dit te risicovol en meent dat het orkest zijn ambities op het gebied van honorering langzamer zal moeten doorvoeren, ofwel hier een groter aandeel eigen inkomsten tegenover moet stellen. Hiernaast verwijst hij voor dit vraagstuk naar de inleiding bij deze categorie.
Bevordering van educatie en participatie (inclusief publieksbenadering)
Het Koninklijk Concertgebouworkest houdt zich op verschillende manieren met educatie bezig, waarin vooral het nieuwe RCO House een rol speelt. Het orkest onderhoudt intensieve, verdiepende relaties met een beperkt aantal scholen en met de naast het RCO House gevestigde vmbo-school. Positief is ook dat Muziekschool Amsterdam en Aslan Muziekcentrum ruimte krijgen in het RCO House.
Daarnaast heeft het orkest in samenwerking met een uitgeverij vier educatieve apps ontwikkeld voor de verschillende niveaus in het primair onderwijs. Deze worden gebruikt door ongeveer tweeduizend scholen en bereikten in 2018 circa 90.000 leerlingen.
In de komende periode wil het orkest de bestaande educatieve activiteiten voortzetten en uitbreiden. De raad had hier graag een nadere toelichting op gelezen.
Met betrekking tot participatie en publieksbenadering heeft het Koninklijk Concertgebouw een sterke ontwikkeling doorgemaakt op het vlak van (online) communicatie. Het orkest toont zich bewust van veranderend publieksgedrag en speelt daarop in. Het orkest ziet een trend van een afname van abonnementen en richt zich in de marketing en communicatie meer op losse kaarten, lastminuteverkoop en het organiseren van evenementen. Met een meer diverse programmering (in bijvoorbeeld de series ‘Horizon’ en ‘Essentials’) en marketinginspanningen als xxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx wil het orkest een jonger en meer divers publiek trekken. De raad vindt het positief dat er geld is vrijgemaakt om in 2020 onderzoek te laten doen naar onder andere best practices in inclusiviteit en participatie in het buitenland en om kansrijke activiteiten en maatschappelijke en culturele samenwerking te inventariseren.
Geografische spreiding
Het Koninklijk Concertgebouworkest heeft als standplaats Amsterdam en is goed zichtbaar in deze stad. Het orkest speelt, naar eigen zeggen vanwege beperkt beschikbare uitkoopsommen, gemiddeld slechts drie keer per
seizoen in een andere plaats in Nederland. Dit vindt de raad jammer gezien de voorbeeldfunctie die het orkest ook nationaal heeft.
Het Koninklijk Concertgebouworkest is het boegbeeld van het Nederlandse orkestenbestel en een internationale ambassadeur. Het orkest speelt ongeveer een kwart van de concerten op internationale podia. Vanuit de Metropoolregio Amsterdam wordt dit beeld bevestigd; deze stedelijke cultuurregio wil zich nadrukkelijk profileren met een nationale en internationale functie en met een aantrekkingskracht voor excellentie uit het hele land en de wereld. Het orkest maakt deel uit van de Amsterdam BIS en speelt een belangrijke rol in dit regioprofiel, dat zich positioneert met een nationale en internationale functie en met aantrekkingskracht op excellentie en talent uit het land en de wereld. Vanuit het Metropoolregio Amsterdam- programma liggen er kansen om de samenwerking met andere deelregio’s verder te ontwikkelen.
Toepassing Fair Practice Code
De instelling onderschrijft de Fair Practice Code, maar reflecteert summier op de code; ze gaat in de reflectie slechts in op eerlijke betaling. De raad erkent dat dit voor het orkest een groot vraagstuk is, maar had ook graag een reflectie gelezen op de andere aspecten in de code, zoals solidariteit, vertrouwen en transparantie. In de aanvraag zelf maakt het orkest wel een opmerking over duurzaamheid, in welk kader het orkest inspanningen levert om de ecologische voetafdruk van buitenlandse reizen te reduceren. De raad vindt de geringe aandacht voor volledige toepassing van de Fair Practice Code door een orkest van deze statuur teleurstellend.
Toepassing Governance Code Cultuur
Het orkest onderschrijft de Governance Code Cultuur code en hanteert deze naar eigen zeggen al jaren. Met de beschreven doelstelling, missie en profiel en de bijzondere medezeggenschapsstructuur vormt de code volgens het orkest een goede basis om de wijze waarop bestuur en toezicht zijn georganiseerd tegen het licht te houden. De personeelsvereniging is daarbij vakbond en ondernemingsraad ineen, en bekleedt een derde van de bestuurszetels. Het orkest zegt de organisatiestructuur iedere kunstenplanperiode te analyseren en te bespreken. Tot op heden zijn de bevindingen positief. Het medezeggenschapsmodel functioneert volgens de instelling goed en garandeert grote betrokkenheid. Men ziet geen aanleiding om het bestuursmodel te veranderen.
De raad vindt het positief dat toepassing van de code in 2017 – 2018 onder andere heeft geleid tot publicatie van bestuursvacatures, vaststelling van een klokkenluidersregeling en aanstelling van een (extra) externe vertrouwenspersoon en een klachtencommissie. De laatste versie van de
code wordt in het seizoen 2020 – 2021 behandeld, nadat een nieuw directieteam is ingewerkt.
De raad onderschrijft dat dit een goed moment is om het huidige bestuursmodel opnieuw tegen het licht te houden en een meer onafhankelijke borging van toezicht, bestuur en medezeggenschap te realiseren, te meer omdat de dispensatie die in het verleden door de SER is verleend voor een andere inrichting van de medezeggenschap dan via een ondernemingsraad, na vijf jaar niet is verlengd.
Toepassing Code Diversiteit en Inclusie
De raad constateert op basis van het activiteitenplan en de toelichting op de Code Diversiteit en Inclusie dat de intenties en voornemens van het Koninklijk Concertgebouworkest op dat terrein goed zijn. Wel ontbreekt op veel onderdelen een uitwerking. De aanstelling van een manager diversiteit en inclusie ziet de raad als een positieve stap in de noodzakelijke verdere gedachtevorming en concretisering van plannen.
Het orkest geeft aan met nieuwe talenten het bestaande kwaliteitsniveau te willen blijven uitdragen en de stereotype notie van een negatieve relatie tussen (culturele) diversiteit en kwaliteit te willen doorbreken. Het wil een meer divers publiek bereiken in termen van sociaaleconomische samenstelling en leeftijdsopbouw. Via verjonging hoopt het orkest ook een publiek met een gemengde culturele achtergrond te trekken.
Ten aanzien van personeel, programma en partners zegt de instelling verder slechts met een aantal overzichtelijke en passende stappen al veel te kunnen bewerkstelligen. De raad gaat ervan uit dat de manager diversiteit en inclusie de doelstellingen op dit gebied verder zal helpen aanscherpen en bereiken.