AANVULLENDE VERZEKERING BEROEPSINKOMSTENVERLIES
AANVULLENDE VERZEKERING BEROEPSINKOMSTENVERLIES
ALGEMENE VOORWAARDEN
HOOFDSTUK 1 : ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1.1 : Referenties
Deze algemene voorwaarden dragen de referentie 882062018BN.
Artikel 1.2 : Algemene bepalingen
De algemene bepalingen van de hoofdverzekering Belfius Home Credit Protect zijn van toepassing op de aanvullende verzekering beroepsinkomensverlies voor zover de bedingen van de aanvullende verzekering er niet van afwijken. De onderschrijving van de aanvullende verzekering beroepsinkomensverlies is gekoppeld aan de onderschrijving van de hoofdverzekering overlijden.
HOOFDSTUK 2 : BEPALINGEN VAN DE AANVULLENDE VERZEKERING BEROEPSINKOMENSVERLIES
Artikel 2.1 : Definities
Volledig uitkeringsgerechtigde werkloze : elke persoon die geen beroepsinkomen heeft en die geniet van voltijdse werkloosheidsuitkeringen en die maandelijks deze uitkeringen in België ontvangt, overeenkomstig de Belgische wetgeving en de geldende reglementering.
Stageperiode : periode van 12 maanden die begint op de aanvangsdatum van het contract. Elk schadegeval dat tijdens deze periode voorvalt kan geen recht geven op een prestatie van de Maatschappij, en dit zowel tijdens als na deze periode. Elke verhoging van de verzekerde prestaties is onderworpen aan dezelfde stageperiode.
Carenstijd : periode van 3 maanden gedurende dewelke de Maatschappij geen enkele prestatie verschuldigd is. Deze carenstijd gaat in op de eerste dag van de schriftelijke kennisgeving aan de verzekerde van zijn ontslag, en eindigt ten vroegste op het einde van de periode gewaarborgd door de verbrekingsvergoeding of op het einde van de opzegperiode.
Drempelperiode : periode van 6 maanden welke moet overschreden zijn en die loopt vanaf de begindatum van het laatste arbeidscontract van de verzekerde.
Artikel 2.2 : Voorwerp van de aanvullende verzekering beroepsinkomensverlies
Het voorwerp van de aanvullende verzekering beroepsinkomensverlies, is het waarborgen van de betaling aan de verzekeringnemer van de prestaties “beroepsinkomensverlies” zoals vermeld in de bijzondere voorwaarden in geval van ontslag van de verzekerde.
Artikel 2.3 : Omvang van de waarborg
In geval van jobverlies, na het ontslag van de verzekerde, betaalt de Maatschappij aan de verzekeringnemer na het verstrijken van de carenstijd en overeenkomstig de bijzondere voorwaarden, de verzekerde jaarrente « beroepsinkomensverlies ». De rente wordt voor de eerste maal uitgekeerd op het einde van de kalendermaand die volgt op het verstrijken van de carenstijd.
De maatschappij stelt de verzekeringnemer vrij, tijdens de duur van de betaling van deze prestatie, van de premiebetaling van de hoofdverzekering overlijden en van de onderschreven aanvullende verzekering(en) met uitzondering van de aanvullende verzekering ernstige ziekte.
De betaling van de prestaties « beroepsinkomensverlies » eindigt wanneer de verzekerde niet meer volledig uitkeringsgerechtigde is. De duur van de betaling van de prestaties mag alleszins een periode overeenstemmend met 18 maandelijkse schijven van de verzekerde jaarrente « beroepsinkomensverlies », verspreid over de hele duur van het contract, niet overschrijden.
De waarborg van de aanvullende verzekering beroepsinkomensverlies is niet meer verworven wanneer de verzekerde zijn beroepsactiviteiten stopzet.
Behoudens de afwijkingen voorzien in dit hoofdstuk, zijn de gemeenschappelijke bepalingen en de bepalingen van de hoofdverzekering overlijden toepasbaar op de aanvullende verzekering beroepsinkomensverlies.
Artikel 2.4 : Territoriale uitgestrektheid
Onder voorbehoud van de bepalingen vermeld in artikel 2.13 van dit hoofdstuk is het risico “beroepsinkomensverlies” op het Belgisch grondgebied verzekerd, voor zover de verzekerde er zijn wettelijke woonplaats en zijn hoofdverblijfplaats heeft en handhaaft.
Indien de verzekerde zijn wettelijke woonplaats of zijn hoofdverblijfplaats buiten het Belgisch grondgebied verplaatst :
- is de verzekerde ertoe gehouden zijn nieuw adres schriftelijk binnen de 30 dagen aan de Maatschappij mede te delen met de vermelding van het contractnummer ;
- wordt de aanvullende verzekering beroepsinkomensverlies van rechtswege opgezegd met aanvang op de dag van de wijziging van de wettelijke woonplaats of van de hoofdverblijfplaats. In dat geval wordt het betaalde premiegedeelte voor de nog te lopen periode tot de eerstkomende vervaldag door de Maatschappij terugbetaald.
Artikel 2.5 : Aanvangsdatum van de aanvullende verzekering beroepsinkomensverlies
De aanvangsdatum van de aanvullende verzekering beroepsinkomensverlies is vastgesteld in de bijzondere voorwaarden en is verplichtend dezelfde als de aanvangsdatum van de hoofdverzekering overlijden. De aanvullende verzekering beroepsinkomensverlies neemt evenwel aanvang na het verstrijken van de stageperiode. De onderschrijving van de aanvullende verzekering beroepsinkomensverlies kan nooit plaatsvinden na de aanvangsdatum van de hoofdverzekering overlijden.
Artikel 2.6 : Einddatum van de aanvullende verzekering beroepsinkomensverlies
De aanvullende verzekering beroepsinkomensverlies, stilzwijgend verlengd per jaarlijkse periode, is onderschreven tot de einddatum vastgesteld in de bijzondere voorwaarden en eindigt ten laatste wanneer de verzekerde 60 jaar wordt. Tenslotte eindigt de aanvullende verzekering beroepsinkomensverlies :
- bij het overlijden van de verzekerde ;
- in geval van opzegging van de hoofdverzekering overlijden of de aanvullende verzekering beroepsinkomensverlies door de verzekeringnemer ;
- in geval van opzegging van de aanvullende verzekering beroepsinkomensverlies door de Maatschappij ;
- in geval van niet-betaling van de premies van de aanvullende verzekering beroepsinkomensverlies ;
- in geval van niet-betaling van de premies, annulatie, opzegging, afkoop, omzetting, reductie of nietigheid van de hoofdverzekering overlijden ;
- wanneer de verzekerde beroepsinkomens verkrijgt voortvloeiend uit een zelfstandig statuut of bijberoep.
Artikel 2.7 : Betalingswijze van de premies
De premies van de aanvullende verzekering beroepsinkomensverlies zijn betaalbaar onder dezelfde voorwaarden als de premies van de hoofdverzekering overlijden. Wanneer de hoofdverzekering overlijden door een eenmalige premie wordt betaald, mag de verzekeringnemer de betalingsperiodiciteit van de premie van de aanvullende verzekering beroepsinkomensverlies evenwel vrij kiezen, met uitzondering van de eenmalige premie.
De betalingsperiodiciteit moet dezelfde zijn voor alle onderschreven aanvullende verzekeringen.
De verzekeringnemer kan, ongeacht het verderbestaan van de hoofdverzekering overlijden of, indien onderschreven, ongeacht het verderbestaan van de aanvullende verzekeringen invaliditeit en/of ernstige ziekte, op ieder ogenblik een einde stellen aan de betaling van de premies van de aanvullende verzekering beroepsinkomensverlies.
Artikel 2.8 : Bepalingen in geval van beroepsinkomensverlies
In geval van ontslag van de verzekerde moet de Maatschappij binnen de 30 dagen van de inschrijving als werkzoekende in het bezit zijn van de volgende documenten :
- de daartoe bestemde schadeaangifte van de Maatschappij, ingevuld en ondertekend door de verzekerde ;
- een afschrift van het door de werkgever overhandigd C4 formulier ;
- een door het gewestelijk kantoor van de RVA of door de instelling die bevoegd is met de betaling van de werkloosheidsuitkeringen opgesteld getuigschrift, dat bewijst dat de verzekerde aan alle toetredings- en toekenningsvoorwaarden tot uitkering als volledig uitkeringsgerechtigde werkloze beantwoordt, en dat de eerste vergoedingsdag vermeldt ;
- een afschrift van de arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur.
De Maatschappij behoudt zich het recht voor om alle inlichtingen te eisen die zij noodzakelijk acht en de controle uit te voeren over het effectieve verlies van de inkomens. De nodige maatregelen moeten genomen worden opdat de afgevaardigden van de Maatschappij de verzekerde zouden kunnen zien om het even waar en wanneer.
Zij dienen in staat te zijn alle opdrachten, die de Maatschappij nodig acht, uit te kunnen voeren binnen de 30 dagen te rekenen vanaf de aanvraag gedaan door de Maatschappij. Indien de verzekerde buiten het Belgisch grondgebied verblijft, moet de Maatschappij in staat zijn de nodige controles te verrichten op het Belgisch grondgebied.
Indien de bepalingen inzake de aangifte van beroepsinkomensverlies worden overtreden, is er geen verval van het recht op de prestaties indien de verzekeringnemer of de begunstigde aantoont dat die overtreding te wijten is aan overmacht of dat ze aan de Maatschappij geen nadeel heeft berokkend. Wanneer de overtreding niet te wijten is aan een geval van overmacht en aan de Maatschappij nadeel heeft berokkend, kan deze laatste haar prestaties verminderen in verhouding tot het nadeel dat ze geleden heeft. De Maatschappij kan evenwel het verval op het recht op de prestaties tegenwerpen wanneer de overtreding met bedrieglijk opzet werd begaan.
Artikel 2.9 : Vaststelling van het beroepsinkomensverlies
Op basis van de verstrekte inlichtingen (cfr artikel 2.8), oordeelt de Maatschappij over de werkelijkheid van het ontslag en betekent zij haar beslissing aan de verzekeringnemer. Deze beslissing wordt als aanvaard beschouwd indien de verzekeringnemer zijn onenigheid niet aan de Maatschappij meldt binnen de 15 dagen vanaf de betekening.
Artikel 2.10 : Begin en einde van het recht op prestaties in geval van beroepsinkomensverlies
Het recht op de prestaties, voorzien in de bijzondere voorwaarden, ontstaat indien alle hieronder vermelde voorwaarden vervuld zijn :
- wanneer de verzekerde aan alle toetredingsvoorwaarden tot de werkloosheidsuitkeringen en aan alle toekenningsvoorwaarden tot uitkeringen als volledig uitkeringsgerechtigde werkloze in België beantwoordt ;
- wanneer de verzekerde maandelijkse werkloosheidsuitkeringen in België ontvangt ;
- bij het verstrijken van een carenstijd van 3 maanden ;
- wanneer de verzekerde ontslagen wordt na het verstrijken van de 12 maanden stageperiode vanaf de aanvangsdatum van het contract of van de verhoging van de verzekerde prestaties.
Het recht op de prestaties eindigt indien één van de hieronder vermelde voorwaarden vervuld is :
- wanneer de verzekerde opnieuw beroepsinkomens ontvangt ;
- wanneer de verzekerde geschorst is van de betaling van de werkloosheidsuitkeringen, wat ook de reden is, of wanneer hij het recht verliest op uitkeringen als volledig uitkeringsgerechtigde werkloze in België ;
- op de einddatum bepaald in de bijzondere voorwaarden en ten laatste wanneer de verzekerde 60 jaar wordt ;
- wanneer de verzekerde met pensioen of vervroegd pensioen gaat ;
- wanneer de hoofdverzekering overlijden eindigt ;
- bij het overlijden van de verzekerde.
Artikel 2.11 : Betalingswijze van de verzekerde prestaties
De verzekerde prestaties, bedongen in de bijzondere voorwaarden zijn maandelijks op vervallen termijn betaalbaar na ontvangst van volgende documenten :
- een kopie van de afgestempelde stempelkaart ;
- een kopie van het rekeninguittreksel of van de postassignatie waarop het aantal in acht genomen dagen voor de werkloosheidsuitkering op vermeld staan.
Het recht op de prestaties is enkel verworven voor volledige kalendermaanden van werkloosheidsuitkering. Er zal geen prorata uitgekeerd worden wanneer de werkloosheidsperiode kleiner dan een maand is.
Artikel 2.12 : Cumulatie van de betaling van de prestaties ernstige ziekte, beroepsinkomensverlies en invaliditeit
Wanneer de verzekeringnemer gelijktijdig de aanvullende verzekeringen
beroepsinkomensverlies en de aanvullende verzekering invaliditeit onderschrijft, beperkt de tussenkomst van de Maatschappij zich altijd tot de betaling van de verzekerde prestaties van de waarborg waarvoor de verzekerde gebeurtenis zich in de eerste plaats voortdoet. De betaling van de verzekerde prestaties van de aanvullende verzekering beroepsinkomensverlies en van de aanvullende verzekering invaliditeit kan afwisselend of achtereenvolgend gebeuren maar nooit cumulatief. Indien eveneens gelijktijdig de aanvullende verzekering ernstige ziekte werd onderschreven, zal de Maatschappij de verzekerde prestatie uitkeren, ongeacht van de verzekerde prestaties van de andere onderschreven aanvullende verzekeringen.
Artikel 2.13 : Uitgesloten risico’s in geval van beroepsinkomensverlies
Een beroepsinkomensverlies die voortvloeit uit gebeurtenissen die hieronder uitgesloten zijn geven geen recht tot vergoeding:
1) beroepsinkomensverlies voortvloeiend uit :
- een vrijwillige deelname van de verzekerde aan misdaden of misdrijven ;
- een opzettelijk feit van de verzekerde, de verzekeringnemer of de begunstigde, behalve in geval van redding van personen of goederen in nood ;
- toxicomanie, alcoholisme of misbruik van geneesmiddelen en hun gevolgen ;
- de staat van dronkenschap of alcoholische intoxicatie van de verzekerde of die te wijten zijn aan de invloed van verdovende of hallucinatie verwekkende middelen of andere drugs die de verzekerde heeft ingenomen ;
- elk feit of opeenvolging van feiten met dezelfde oorsprong, wanneer dit feit of deze feiten voortkomen of het resultaat zijn van radioactieve, toxische of explosieve eigenschappen of andere gevaarlijke eigenschappen van nucleaire brandstoffen, radioactieve producten of afval, alsook alle schade die rechtstreeks of onrechtstreeks voortvloeit uit elke bron van ioniserende stralingen ;
- een aardbeving of een andere natuurramp ;
- weddenschappen of uitdagingen ;
- Als gevolg van oorlogsgebeurtenissen of opstanden.
2) beroepsinkomensverlies voortvloeiend uit de beoefening, zelfs occasioneel, van volgende gevaarlijke sporten :
- de luchtvaartsporten onder al hun vormen ;
- het alpinisme onder al zijn vormen ;
- de acrobatiek onder al haar vormen ;
- de speleologie, het diepzeeduiken en de duiksprong ;
- de motorwatersporten, het zeilen en de yachting in volle zee ;
- de kano-kayak (buiten Europa en USA) en de canyoning ;
- de paardendiscipline steeple chase ;
- het skispringen, het ski freestyle, het raidskiën en het skiën buiten de pistes ;
- de autosporten en de motorsporten.
3) de volgende risico’s, eigen aan de beroepsactiviteiten van de verzekerde :
- werken die een val van op een hoogte van meer dan 4 meter kunnen veroorzaken ;
- gebruik van machines en werktuigen ;
- afdaling in putten, mijnen of groeven met galerijen ;
- werken aan elektrische installaties en werken onder water;
- activiteiten op bouw- of afbraakwerven ;
- behandeling van springtuigen, springstoffen of bijtende producten ;
- het uitoefenen van het beroep van reporter en fotograaf in dienstreis of op post in het buitenland, behalve in de Europese Unie, Noord- Amerika, Japan, Australië en Nieuw-Zeeland ;
- wanneer de verzekerde op eigen initiatief ontslag neemt ;
- wanneer de verzekerde wegens een zware fout ontslagen wordt ;
- indien op de dag van het ontslag, de verzekerde niet meer aan de verzekeringsvoorwaarden beantwoordt ;
- wanneer de drempelperiode niet overschreden werd ;
- het eindigen of de opzegging van alle soorten arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur en / of alle soorten stage- en leercontracten ;
- de pensionering van de verzekerde via een systeem van vervroegd pensioen ;
- wanneer de Maatschappij kan aantonen dat bij de onderschrijving van de aanvullende verzekering beroepsinkomensverlies door de verzekeringnemer de verzekerde op de hoogte was van zijn aanstaand ontslag ;
- indien de verzekerde van een gedeeltelijke of volledige werkloosheidsuitkering geniet gelijktijdig met het uitoefenen van een beroepsactiviteit.
Artikel 2.14 : Afkoop, omzetting en reductie
De aanvullende verzekering beroepsinkomensverlies omvat geen afkoop-, omzettings- of reductiewaarde.
Artikel 2.15 : Tariefherziening
De Maatschappij mag haar tarief wijzigen en de nieuwe premie die daaruit voortvloeit toepassen, vanaf de eerstvolgende jaarlijkse vervaldag, voor zover zij de verzekeringnemer per aangetekend schrijven op de hoogte heeft gebracht, ten laatste 3 maanden vóór deze eerstvolgende jaarlijkse vervaldag.
De verzekeringnemer mag deze tariefverhoging weigeren en de aanvullende verzekering beroepsinkomensverlies opzeggen mits verzending naar de Maatschappij van een schrijven, ten laatste 30 dagen vóór deze eerstvolgende jaarlijkse vervaldag.
Artikel 2.16 : Verhaal van de Maatschappij
De Maatschappij behoudt zich het recht voor de ten onrechte gestorte bedragen bij de begunstigde terug te vorderen.