krant
krant
V E R Z E K E R E N A A N D E K A N T V AN DE KLAN T.
®
ERKEND
VERZEKERINGS- MAKELAAR
BROCOM
• Blik op recht
• Het contract “financiële bescherming”, formule “commerciële onbruikbaarheid”
• Makelaar of bank voor uw verzekeringen of beleggingen?
• Wagen moet op naam van jonge gebruikelijke bestuurder
INHOUD
Blik op recht
BEROEPSAANPRAKELIJKHEID STOOKOLIELEVERANCIER
Stookolieleverancier moet opletten hoeveel hij kan leveren
Een stookolieleverancier moet meer doen dan zomaar leveren wat de klant vraagt. Hij moet er volgens het hof van beroep van Brussel garant voor staan dat de levering schadevrij gebeurt. En dat is niet altijd het geval: soms levert de leverancier meer olie dan de tank kan slikken, waardoor er schade ontstaat. De stookolieleverancier moet deze schade betalen.
GEMEENSCHAPPELIJK MOTORWAARBORGFONDS
Geen vergoeding voor kwetsuren door onbekend wiel
Stel: een vrachtwagenwiel waarvan niemand weet hoe het op de weg terechtgekomen is, ligt aan de basis van een ongeval. De bestuurder die door het wiel een ongeval kreeg, kan zich beroepen op overmacht. Maar hij kan voor zijn kwetsuren geen beroep doen op het Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds (GMWF). Reden: omdat de oorsprong van het wiel niet bekend is, is de aansprakelijkheid van het niet-geïdentificeerde voertuig onvoldoende bewezen.
AANSPRAKELIJKHEID
Autoweg met hindernis
Onlangs heeft de rechtspraak zich gebogen over twee gevallen waarbij een autoweg in Wallonië een hindernis vertoonde. In het ene geval was er een grote waterplas, in het andere een betonblok. De rechtbank oordeelde dat het in beide gevallen om een gebrek van de zaak ging waarvoor het Waalse Gewest aansprakelijk is op grond van artikel 1384, lid 1 van het Burgerlijk Wetboek.
1
18de jaargang Editie nr. 3 / 2005 - augustus - september - oktober driemaandelijks
Verantwoordelijke uitgever : voor cv Promotie van de Verzekeringsmakelaars
Xxxxxxx Xxxx, Xxx Xxxxxxxxxx 0, 0000 Xxxxxxxx,
Het contract “Financiële Bescherming” Formule “Commerciële Onbruikbaarheid”
Meer dan de helft van de ondernemingen gaan failliet binnen twee jaar na een belangrijke schade. Nochtans heeft uw makelaar iets in huis om zulke tegenslagen te voorkomen. “Financiële bescherming” is de logische naam van het verzekeringsproduct dat voor elk bedrijf essentieel is om te overleven. Eneen markt is er ook: bij 7 op de 10 bedrijven ontbreekt dit contract in hun verzekeringsdossier.
Waarom een contract “Financiële bescherming”?
Een schadegeval (een brand, een ontploffing, waterschade
…) kan de beroepsbezigheden van uw onderneming grondig verstoren, of zelfs volledig stilleggen. De schade die veroorzaakt wordt, is enerzijds materieel (gebouwen, meubelen, machines, afgewerkte voorraden, grondstoffen
… beschadigd of vernietigd) en anderzijds financieel (er kan voor korte of lange duur geen, of niet meer dezelfde omzet gerealiseerd worden).
Eerst de brandverzekering
In eerste instantie vergoedt de brandverzekering de materiële schade. Elk bedrijf, elke zelfstandige heeft in principe deze verzekering. Ze zorgt ervoor dat de gebouwen en hun uitrusting in de oorspronkelijke toestand hersteld (kunnen) worden. Dat kan echter heel wat tijd in beslag nemen. En ondertussen ligt de activiteit stil, of is ze in belangrijke mate verstoord. Met andere woorden: er wordt geen zakencijfer gerealiseerd, er komt geen geld in het laatje. Aan de uitgavenkant evenwel, blijven een aantal vaste kosten, zoals lonen, huur, afbetaling leningen, elektriciteit en telefoon, voorafbetalingen van belastingen, btw … gewoon doorlopen.
De reddingsboei: de “Financiële Bescherming”
In tweede instantie … blijkt dan helaas al te vaak dat er geen tweede instantie is! Behalve voor die bedrijven die ingingen op het goede advies van hun makelaar om een polis “Financiële Bescherming” te onderschrijven. Zij krijgen een vergoeding voor de periode van (zelfs gedeeltelijke!) inactiviteit, dus voor de periode van inkomensderving. En dit is dan de reddingsboei die hen in staat stelt hun bedrijf te laten overleven.
“Financiële Bescherming”: het principe
De uitgekeerde vergoeding heeft als doel de bedrijven, zelfstandigen … schadeloos te stellen voor het financiële verlies dat ontstaat uit een door hun brandverzekering gewaarborgd schadegeval. Ook het financiële verlies door versperring van de straat of winkelgalerij, als gevolg van
een gedekt schadegeval, is gewaarborgd. U sluit het best een contract “Financiële Bescherming” af tegelijkertijd of samen met een brandverzekering.
Wat vergoedt een contract “Financiële Bescherming”? Het contract “Financiële Bescherming” vergoedt het totale niet-gerealiseerde zakencijfer …
1 verminderd met de uitgaande veranderlijke kosten,
2 vermeerderd met de al door de verzekerings- maatschappij toegestane kosten die gemaakt werden
• om een door de onderneming gekozen schatting te laten uitvoeren
• om de duur van de inactiviteit te verkorten (dus om sneller weer een activiteit op te starten)
• om de graad van inactiviteit te beperken (vb. dus weer aan 50% of 75% te werken, i.p.v. volledig stil te liggen).
De huur van lokalen, machines, kosten van een onder- aannemer en dergelijke worden dus terugbetaald.
Hoe wordt vergoed?
Bedrijven kunnen op twee verschillende manieren vergoed worden: via de formule “Commerciële Onbruikbaarheid” of via de formule “Omzet”.
In dit artikel gaan we enkel verder in op de formule “Commerciële Onbruikbaarheid”.
Hoeveel bedraagt bij de formule “Commerciële On- bruikbaarheid” de vergoeding?
Bij de formule “Commerciële Onbruikbaarheid” moet eerst het dagelijkse bedrag bepaald worden dat de onderneming wenst te verzekeren. Dat doet ze door van de verwachte jaaromzet het totaal van de veranderlijke bedrijfskosten af te trekken, en dit getal te delen door 365. Nadat het verzekerde dagelijkse bedrag bepaald is, moet zij nog beslissen welke vergoedingsperiode zij wil. Dat kan 12 of 6 maanden zijn. Let erop dat de periode voldoende lang is om alles terug in de oorspronkelijke staat te herstellen (installaties, machines, voorraden …).
Geen evenredigheidsregel!
In geval van schade berekent de verzekeringsmaatschappij zonder toepassing van de evenredigheidsregel het maximale vergoedingsbedrag. Dat verkrijgt men door het verzekerde dagelijkse bedrag te vermenigvuldigen met het totale aantal kalenderdagen dat verloopt vanaf de dag van het ontstaan van de schade tot de dag waarop opnieuw het
(vervolg op pagina 3)
Makelaar of bank
voor uw verzekeringen of beleggingen?
Veel mensen vinden het vanzelfsprekend dat ze voor hun verzekeringen of beleggingen naar de bank lopen. Maar dat is helemaal niet zo! Uw makelaar heeft heel wat voordelen boven een bank.
• Wanneer gebeuren de meeste ongevallen? ‘s Mor- gens, ‘s middags of ‘s avonds, tijdens de weekends en op vakantiedagen. Welnu, dan zijn de banken gesloten! Bij uw makelaar kunt u daarentegen altijd terecht, want hij staat de klok rond voor u paraat.
• Banken verzekeren bij één maatschappij. Dat is niet altijd in uw voordeel. Want wie zegt dat die ene maatschappij de beste voor u is? Is het wel de goedkoopste voor wat u nodig hebt? Wat met het rendement: is die altijd de beste? En wat als u tengevolge van meerdere ongelukken buitengezet wordt? Bovendien kunt u niet verwachten dat die ene maatschappij in alles even goed gespecialiseerd is.
• Uw makelaar is onafhankelijk: hij vertegenwoordigt meerdere maatschappijen. Hij gaat steeds op zoek naar de beste polissen, en schrikt er niet voor terug om van maatschappij te veranderen als u daar beter mee gediend bent.
• Bij een bank ontbreekt vaak het persoonlijke contact. U wordt door telkens een andere bediende te woord gestaan, waardoor er geen vertrouwensband kan ontstaan. Uw makelaar staat u wel altijd te woord, u bent voor hem een bekend gezicht.
• Door het systeem van selfbanking is het persoonlijke contact tot een minimum beperkt. Uw bank blijft voor u een vreemde. Helemaal anders gaat het toe bij uw makelaar. Hij geeft u persoonlijk advies, op uw maat gesneden.
• Een bank moet winst maken: ze denkt dus in de eerste plaats aan zichzelf. Een bank trekt uw geld aan om te beleggen, zodat zij zelf een mooie winst boekt. Een makelaar werkt op commissie en beoogt het beste rendement voor zijn klanten, niet voor hemzelf.
• Een bank schrikt er niet voor terug om beleggings- producten te verkopen die een andere inleverde omdat het geen goed product was. Maar u zult er wel van overtuigd worden dat het een goed product is! Denk maar aan Xxxxxxx en Hauspie! Uw makelaar moet geen producten “slijten”. Hij heeft geen voorraad liggen en koopt enkel wat goed is voor zijn klanten. Als de makelaar zelf niet overtuigd is van de kwaliteit van het product, haalt hij het niet in huis. Uw belang komt op de eerste plaats.
• Banken zijn ook steeds minder lang open. U moet soms een halve dag vrijaf nemen om uw bankzaken te kunnen regelen. Niet zo bij uw makelaar! Hij is vroeger en langer open dan de bank, is steeds tele- fonisch bereikbaar. Bovendien kunt u na de kantoor- uren ook bij hem aankloppen, mits u eerst een afspraak gemaakt hebt. Flexibiliteit staat hoog in het vaandel van uw makelaar!
Het contract “Financiële Bescherming”
Formule “Commerciële Onbruikbaarheid” (vervolg van pagina 2)
activiteitenniveau van voor het schadegeval bereikt wordt. Dit aantal kalenderdagen is natuurlijk uiteindelijk beperkt tot de gekozen vergoedingsperiode. En de uitgekeerde vergoeding kan nooit groter zijn dan het bedrag van het werkelijke verlies.
Welke premie?
De premie is afhankelijk van drie elementen:
1 het dagelijkse bedrag dat de klant koos;
2 de klasse “Brand” naargelang van de activiteit;
3 de duur van de maximale vergoedingsperiode.
Wanneer u het verzekerde dagelijkse bedrag vermenig- vuldigt met de premievoet overeenkomend met de klasse “Brand”, krijgt u de premie voor een vergoedingsperiode van 12 maanden. Wanneer de klant kiest voor een vergoedingsperiode van 6 maanden, bedraagt de premie 75% van die van 1 jaar.
Wagen moet op naam van jonge gebruikelijke bestuurder
Nog te vaak laten ouders de wagen waarmee hun zoon of dochter rijdt, verzekeren op hun eigen naam. Dit is een gevaarlijke praktijk, zoals beklemtoond werd bij de oprichting van het Tariferingsbureau en de lancering van de jongerenpolis 29/29. Ouders denken dat wanneer deze fraude – want dat is het – ontdekt wordt, de sancties niet zwaar zijn. Het tegendeel is waar! De sanctie is de nietigheid van de polis en een verhaalsactie tot de laatste euro. Twee voorbeelden uit de rechtspraktijk bewijzen dit.
ADMINISTRATIEF ONDERZOEK
Als een jongere een ongeval heeft, neemt de verzekeraar steeds het verzekeringsvoorstel erbij. Wordt de jongere niet als gebruikelijke bestuurder vermeldt, dan volgt steevast een administratief onderzoek. Is het voertuig al eens betrokken geweest bij een ongeluk? En zo ja, zat de jongere dan ook achter het stuur? Volgt hierop een positief antwoord, dan zal een inspecteur xxxxxx wie nu eigenlijk de eigenaar van de wagen is. Maar nog andere gevallen zijn verdacht. Bijvoorbeeld een moeder die twee wagens op haar naam heeft staan. Of een moeder die zelf geen rijbewijs heeft, maar toch een wagen bezit.
DE RECHTSPRAAK
Een vonnis van 23 februari 2005 (niet gepubliceerd) van de politierechter te Antwerpen stond de verhaalsactie van Zelia volledig toe. Een verzekeringnemer had op het voorstel niet
vermeld of de wagen ook bestuurd werd door een persoon jonger dan 23 jaar. Hij had wel ingevuld dat de tweede wagen, van zijn vrouw, verzekerd was bij Mercator. Xxxxx xxxxx weten wie nog met de wagen reed. Het antwoord luidde dat er enkel nog een zoon van 14 jaar was. Toch waren er in minder dan een jaar tijd twee aanrijdingen geweest met telkens een andere jonge chauffeur. De vader argumenteerde dat zijn verzekeraar hem te laat (na zes maanden) op de hoogte had gesteld van de verhaalsactie, maar tevergeefs. De rechtbank stelde dat de termijn voor de kennisgeving pas loopt na het afsluiten van het onderzoek en dus op het ogenblik dat de verzekeraar voldoende zekerheid had over de grond van het verhaal. De boete bedroeg 12.287 euro.
Een ander vonnis werd geveld op 22 mei 1996 (niet gepubliceerd) door de vrederechter van Mechelen, die het verhaal toekende aan de Commercial Union. Na een ongeval was aan het licht gekomen dat een jonge chauffeur reed met de wagen die op naam van zijn moeder stond. Maar al snel bleek dat het voertuig in feite eigendom was van de zoon, die dan ook de gebruikelijke bestuurder was volgens de rechtbank. Bovendien bleek dat de moeder zelf een wagen had en dat de jonge chauffeur een moeilijk te verzekeren risico was wegens niet-betaalde premies, schadegevallen en een eerder rijverbod. De rechtbank oordeelde dat de verzekeraar duidelijk was misleid.