TRAC T A TENBLAD
24 (2002) Nr. 1
TRAC T A TENBLAD
VAN HET
K O N I N K R I J K D E R N E D E R L A N D E N
JAARGANG 2002 Nr. 103
A. TITEL
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Federatieve Republiek Brazilië inzake wederzijdse administratieve bijstand ten behoeve van de juiste toepassing van de douanewetgeving en de voorkoming, opsporing, vaststelling en bestrijding van inbreuken op de douanewetgeving;
Xxxxxxxx, 0 maart 2002
B. TEKST1)
Convention between the Government of the Kingdom of the Netherlands and the Government of the Federative Republic of Brazil on mutual administrative assistance for the proper application of customs law and for the prevention, investigation and combating of customs offences
The Government of the Kingdom of the Netherlands and
the Government of the Federative Republic of Brazil,
their States hereafter referred to as the Contracting Parties,
Considering the importance of accurate assessment of customs duties and other taxes collected at importation or exportation and of ensuring proper enforcement of measures of prohibition, restriction and control;
Considering that offences against customs law are prejudicial to their economic, fiscal, social, cultural and commercial interests;
Considering that cross-border trafficking in narcotic drugs and psy- chotropic substances, hazardous goods, endangered species and toxic waste constitutes a danger to public health and to society;
Recognizing the need for international co-operation in matters related to the application and enforcement of their customs law;
Convinced that action against customs offences can be made more effective by close co-operation between their customs administrations based on clear legal provisions;
Having regard to the relevant instruments of the Customs Co-operation Council, now known as the World Customs Organisation, in particular the Recommendation on mutual administrative assistance of 5 Decem- ber 1953;
Having regard also to international conventions containing prohibi- tions, restrictions and special measures of control in respect of specific goods, in particular to the Single Convention of 30 March 1961 relating to Narcotic Drugs, the Convention on Psychotropic Substances of 21 February 1971 and the Convention against Illicit Traffic on Narcotic Drugs and Psychotropic Substances of 20 December 1988, all estab- lished under the auspices of the United Nations;
Have agreed as follows:
1) De Portugese tekst is niet afgedrukt.
Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Federatieve Republiek Brazilië inzake wederzijdse administratieve bijstand ten behoeve van de juiste toepassing van de douanewetgeving en de voorkoming, opsporing en bestrijding van inbreuken op de douanewetgeving
De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en
de Regering van de Federatieve Republiek Brazilië,
hun Staten hierna te noemen de Verdragsluitende Partijen,
Gelet op het belang van een juiste vaststelling van de douanerechten en andere belastingen die bij invoer of uitvoer worden geïnd en van het waarborgen van een juiste handhaving van verboden, beperkingen en controlemaatregelen;
Overwegende dat inbreuken op de douanewetgeving hun economi- sche, fiscale, sociale, culturele belangen en handelsbelangen schaden;
Overwegende dat grensoverschrijdende handel in verdovende midde- len en psychotrope stoffen, gevaarlijke stoffen, bedreigde diersoorten en giftig afval een gevaar voor de volksgezondheid en de samenleving vormt;
Erkennende de noodzaak van internationale samenwerking ter zake van aangelegenheden die verband houden met de toepassing en handha- ving van hun douanewetgeving;
Ervan overtuigd dat het optreden tegen inbreuken op de douanewetge- ving doeltreffender kan worden door middel van nauwe samenwerking tussen hun douaneadministraties op basis van duidelijke wettelijke xxxx- xxxxxx;
Gelet op de van belang zijnde instrumenten van de Internationale Douaneraad, tegenwoordig bekend als de Wereld Douane Organisatie, in het bijzonder de Aanbeveling inzake wederzijdse administratieve bij- stand van 5 december 1953;
Tevens gelet op verdragen die verboden, beperkingen en bijzondere controlemaatregelen met betrekking tot bepaalde goederen bevatten, in het bijzonder het Enkelvoudig Verdrag van 30 maart 1961 inzake verdo- vende middelen, het Verdrag inzake psychotrope stoffen van 21 februari 1971 en het Verdrag tegen de sluikhandel in verdovende middelen en psychotrope stoffen van 20 december 1988, alle tot stand gebracht onder auspiciën van de Verenigde Naties;
Zijn het volgende overeengekomen:
CHAPTER I
Definitions
Article 1 For the purposes of this Convention,
1. the term ‘‘customs administration’’ means:
for the Kingdom of the Netherlands: the central administration respon- sible for the implementation of customs law;
for the Federative Republic of Brazil: the Federal Revenue Secretariat, Ministry of Finance;
2. the term ‘‘customs law’’ means: any legal and administrative pro- visions applicable or enforceable by the customs administrations in con- nection with the importation and exportation, both activities comprising special regimes, transhipment, transit, storage and circulation of goods, including legal and administrative provisions relating to measures of prohibition, restriction and control;
3. the term ‘‘customs offence’’ means: any breach of customs law as defined by the legislation of either Contracting Party as well as any such attempted breach;
4. the term ‘‘customs claim’’ means: any amount of duties and taxes to which this Convention applies and of increases, surcharges, overdue payments, interests and costs pertaining to the said duties and taxes that cannot be collected in one of the Contracting Parties;
5. the term ‘‘person’’ means: either an individual or a legal entity;
6. the term ‘‘personal data’’ means: any data concerning an identified or identifiable individual;
7. the term ‘‘narcotic drugs and psychotropic substances’’ means: the products in the list of the Single Convention of the United Nations relat- ing to Narcotic Drugs of 30 March 1961, the Convention of the United Nations on Psychotropic Substances of 21 February 1971, as well as chemical substances in the list of Annexes I and II to the Convention of the United Nations against the Illicit Traffic of Narcotic Drugs and Psy- chotropic Substances of 20 December 1988;
8. the term ‘‘information’’ means: any data, documents, reports, or other communications in any format, including electronic, as well as cer- tified or authenticated copies thereof;
HOOFDSTUK I
Begripsomschrijvingen
Artikel 1 Voor de toepassing van dit Verdrag,
1. wordt onder ,,douaneadministratie’’ verstaan:
wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft: de centrale administratie die verantwoordelijk is voor de toepassing van de douanewetgeving;
wat de Federatieve Republiek Brazilië betreft: het Secretaria da Receita Federal, Ministério da Fazenda;
2. wordt onder ,,douanewetgeving’’ verstaan: alle wettelijke en admi- nistratieve bepalingen die door de douaneadministraties worden toege- past of gehandhaafd in verband met de invoer en uitvoer, waaronder even- eens speciale regelingen dienaangaande begrepen, overslag, doorvoer, opslag en het vervoer van goederen, met inbegrip van wettelijke en administratieve bepalingen met betrekking tot verboden, beperkingen en controlemaatregelen;
3. wordt onder ,,inbreuk op de douanewetgeving’’ verstaan: elke schending van de douanewetgeving zoals omschreven in de wetgeving van elk der Verdragsluitende Partijen, alsmede elke poging tot een der- gelijke schending;
4. wordt onder ,,douanevordering’’ verstaan: elk bedrag aan rechten en belastingen waarop dit Verdrag van toepassing is en aan verhogingen, administratieve boeten, achterstallige betalingen, renten en kosten die betrekking hebben op de genoemde rechten en belastingen die in een van de Verdragsluitende Partijen niet kunnen worden geïnd;
5. wordt onder ,,persoon’’ verstaan: een individu of een rechtsper- soon;
6. wordt onder ,,persoonsgegevens’’ verstaan: alle gegevens betref- fende een geïdentificeerd of identificeerbaar individu;
7. wordt onder ,,verdovende middelen en psychotrope stoffen’’ ver- staan: de producten op de lijst van het Enkelvoudig Verdrag van de Ver- enigde Naties inzake verdovende middelen van 30 maart 1961, het Ver- drag van de Verenigde Naties inzake psychotrope stoffen van 21 februari 1971, alsmede chemische stoffen op de lijst van Bijlagen I en II bij het Verdrag van de Verenigde Naties tegen de sluikhandel in verdovende middelen en psychotrope stoffen van 20 december 1988;
8. wordt onder ,,informatie’’ verstaan: alle gegevens, documenten, rapporten of andere mededelingen in ongeacht welke vorm, inclusief elektronisch, alsmede gewaarmerkte of gelegaliseerde afschriften daar- van;
9. the term ‘‘intelligence’’ means: information which has been pro- cessed and/or analysed to provide an indication relevant to a customs offence;
10. the term ‘‘requesting administration’’ means: the customs admin- istration which requests assistance;
11. the term ‘‘requested administration’’ means: the customs admin- istration from which assistance is requested.
CHAPTER II
Scope of the Convention
Article 2
1. The Contracting Parties shall through their customs administra- tions afford each other administrative assistance under the terms set out in this Convention, for the proper application of customs law and for the prevention, investigation and combating of customs offences, as well as for the recovery of customs claims, provided that the conditions of Arti- cle 8 have been met.
2. All assistance under this Convention by either Contracting Party shall be performed in accordance with its legal and administrative pro- visions and within the limits of its customs administration’s competence and available resources.
3. This Convention is intended solely for the mutual administrative assistance between the Contracting Parties; the provisions of this Con- vention shall not give rise to a right on the part of any private person to obtain, suppress or exclude any evidence or to impede the execution of a request.
4. This Convention is without prejudice to rules governing mutual assistance in criminal matters. If mutual assistance should be afforded in accordance with another convention in force between the Contracting Parties, the requested administration shall indicate which relevant auth- orities are concerned.
CHAPTER III
Scope of Assistance
Article 3
1. The customs administrations shall provide each other, either on request or on their own initiative, with information which helps to ensure proper application of the customs law and the prevention, inves- tigation and combating of customs offences, as well as the recovery of customs claims, provided that the conditions of Article 8 have been met.
9. wordt onder ,,inlichtingen’’ verstaan: informatie die is verwerkt of geanalyseerd om een aanwijzing te verstrekken met betrekking tot een inbreuk op de douanewetgeving;
10. wordt onder ,,verzoekende administratie’’ verstaan: de douane- administratie die om bijstand verzoekt;
11. wordt onder ,,aangezochte administratie’’ verstaan: de douane- administratie die om bijstand wordt verzocht.
HOOFDSTUK II
Toepassingsgebied van het Verdrag
Artikel 2
1. De Verdragsluitende Partijen verlenen elkaar door tussenkomst van hun douaneadministraties administratieve bijstand onder de in dit Ver- drag genoemde voorwaarden ten behoeve van de juiste toepassing van de douanewetgeving en de voorkoming, opsporing en bestrijding van inbreuken op de douanewetgeving, alsmede voor de invordering van douanevorderingen, mits aan de voorwaarden van artikel 8 is voldaan.
2. Alle bijstand uit hoofde van dit Verdrag door een van de Verdrag- sluitende Partijen wordt verleend in overeenstemming met haar wette- lijke en administratieve bepalingen en binnen de grenzen van de bevoegd- heden en beschikbare middelen van haar douaneadministratie.
3. Dit Verdrag is uitsluitend bedoeld voor de wederzijdse administra- tieve bijstand tussen de Verdragsluitende Partijen; particulieren kunnen aan dit Verdrag niet het recht ontlenen bewijsmateriaal te doen verkrij- gen, te doen achterhouden of ontoelaatbaar te doen verklaren dan wel de uitvoering van een verzoek te doen beletten.
4. Dit Verdrag laat onverlet de regelgeving inzake wederzijdse bij- stand in strafzaken. Indien wederzijdse bijstand dient te worden verleend in overeenstemming met een ander geldend verdrag tussen de Verdrag- sluitende Partijen, geeft de aangezochte administratie aan welke autori- teiten het betreft.
HOOFDSTUK III
Reikwijdte van de bijstand
Artikel 3
1. De douaneadministraties verstrekken elkaar op verzoek of uit eigen beweging informatie met het oog op de juiste toepassing van de doua- newetgeving en de voorkoming, opsporing en bestrijding van inbreuken op de douanewetgeving, alsmede de invordering van douanevorderin- gen, mits aan de voorwaarden van artikel 8 is voldaan.
2. Either customs administration shall, in making inquiries on behalf of the other customs administration, act as if the inquiries were being made on its own account or at the request of another authority of its own State.
Article 4
1. On request, the requested administration shall provide all informa- tion about the customs law and procedures applicable in that Contract- ing Party and relevant to inquiries relating to a customs offence.
2. Either customs administration shall communicate, on its own ini- tiative and without delay, any available information relating to:
a) new customs law enforcement techniques having proved their effectiveness;
b) new trends, means or methods of committing customs offences.
CHAPTER IV
Special Instances of Assistance
Article 5
On request, the requested administration shall in particular provide the requesting administration with the following information:
a) whether goods which are imported into the customs territory of the requesting Contracting Party have been lawfully exported from the customs territory of the requested Contracting Party;
b) whether goods which are exported from the customs territory of the requesting Contracting Party have been lawfully imported into the customs territory of the requested Contracting Party and about the cus- toms procedure, if any, under which the goods have been placed.
Article 6
1. On request, the requested administration shall maintain special sur- veillance over:
a) persons known to the requesting administration to have commit- ted a customs offence or suspected of doing so, particularly those mov- ing into and out of the customs territory of the requested Contracting Party;
b) goods either in transport or in storage identified by the requesting administration as giving rise to suspected customs offences in the cus- toms territory of the requesting Contracting Party;
c) means of transport suspected by the requesting administration of being used to commit customs offences in the customs territory of the requesting Contracting Party;
2. Elk van beide douaneadministraties handelt bij het instellen van een onderzoek namens de andere douaneadministratie alsof het onder- zoek werd ingesteld ten behoeve van haarzelf of op verzoek van een andere autoriteit van haar eigen staat.
Artikel 4
1. De aangezochte administratie verstrekt, op verzoek, alle informa- tie over de in die Verdragsluitende Partij toepasselijke douanewetgeving en -regelingen die van belang is respectievelijk zijn voor het onderzoek met betrekking tot een inbreuk op de douanewetgeving.
2. Elk van beide douaneadministraties verstrekt, uit eigen beweging en onverwijld, alle beschikbare informatie met betrekking tot:
a. nieuwe handhavingstechnieken betreffende de douanewetgeving die hun doeltreffendheid hebben bewezen;
b. nieuwe trends, middelen of werkwijzen betreffende het maken van inbreuken op de douanewetgeving.
HOOFDSTUK IV
Bijzondere vormen van bijstand
Artikel 5
1. De aangezochte administratie verstrekt de verzoekende administra- tie op verzoek met name de volgende informatie:
a. of goederen die worden ingevoerd in het douanegebied van de verzoekende Verdragsluitende Partij op rechtmatige wijze zijn uitge- voerd uit het douanegebied van de aangezochte Verdragsluitende Partij;
b. of goederen die worden uitgevoerd uit het douanegebied van de verzoekende Verdragsluitende Partij op rechtmatige wijze zijn ingevoerd in het douanegebied van de aangezochte Verdragsluitende Partij en over de douaneregeling waaronder de goederen eventueel zijn gebracht.
Artikel 6
1. De aangezochte administratie houdt, op verzoek, bijzonder toezicht op:
a. personen ten aanzien van wie het de verzoekende administratie bekend is dat zij een inbreuk op de douanewetgeving hebben gemaakt of die daarvan worden verdacht, met name diegenen die het douanege- bied van de aangezochte Verdragsluitende Partij betreden en verlaten;
b. goederen in vervoer of in opslag die door de verzoekende admi- nistratie in verband gebracht worden met vermoedelijke inbreuken op de douanewetgeving in het douanegebied van de verzoekende Verdragslui- tende Partij;
c. vervoermiddelen waarvan de verzoekende administratie vermoedt dat zij worden gebruikt voor het maken van inbreuken op de doua- newetgeving in het douanegebied van de verzoekende Verdragsluitende Partij;
d) premises suspected by the requesting administration of being used to commit customs offences in the customs territory of the requesting Contracting Party;
e) means of payment identified by the requesting customs adminis- tration as giving rise to suspected illicit movement towards the customs territory of the requesting Contracting Party.
2. The customs administrations may permit, according to their na- tional legislation, by mutual agreement and arrangement, under their control, the importation into, exportation from or transit via the customs territory of their respective States of goods involved in illicit traffic in order to suppress such illicit traffic.
If granting such permission is not within the competence of the cus- toms administration, that administration shall endeavour to initiate co- operation with national authorities with such competence or shall trans- fer the case to such an authority.
Article 7
1. The customs administrations shall provide each other, either on request or on their own initiative, with information and intelligence on transactions, completed or planned, which constitute or appear to con- stitute a customs offence.
2. In serious cases that could involve substantial damage to the economy, public health, public security or any other vital interest of one Contracting Party, the customs administration of the other Contracting Party shall, wherever possible, supply information and intelligence with- out delay on its own initiative.
Article 8
1. The customs administrations shall afford each other assistance with a view to the recovery of customs claims in accordance with their respective legal and administrative provisions for the recovery of their own duty and tax claims, provided that both Contracting Parties have enacted the necessary legal and administrative provisions.
2. The customs administrations shall by common agreement prescribe rules concerning the application of this Article in accordance with para- graph 2 of Article 18 of this Convention, once the conditions of para- graph 1 of this Article have been met. Those rules may include terms and conditions under which the application by the requested customs administration of its national legal and administrative provisions as meant in paragraph 1 of this Article shall be at the discretion of that administration.
d. panden waarvan de verzoekende administratie vermoedt dat zij worden gebruikt voor het maken van inbreuken op de douanewetgeving in het douanegebied van de verzoekende Verdragsluitende Partij;
e. betaalmiddelen die door de verzoekende douaneadministratie in verband gebracht worden met vermoedelijk ongeoorloofd verkeer naar het douanegebied van de verzoekende Verdragsluitende Partij.
2. De douaneadministraties kunnen, in overeenstemming met hun nationale wetgeving, met wederzijdse overeenstemming en door middel van een wederzijdse regeling, toestemming verlenen voor de onder hun toezicht verrichte invoer in, uitvoer uit of doorvoer via het douanegebied van hun respectieve staten van goederen die betrokken zijn bij ongeoor- loofde handel om deze ongeoorloofde handel tegen te gaan.
Indien het niet binnen de bevoegdheid van de douaneadministratie ligt dergelijke toestemming te verlenen, zal deze administratie zich inspan- nen om tot samenwerking te komen met nationale autoriteiten met een dergelijke bevoegdheid of draagt zij de zaak over aan een dergelijke autoriteit.
Artikel 7
1. De douaneadministraties verstrekken elkaar, op verzoek of uit eigen beweging, informatie en inlichtingen over verrichte of voorgeno- men transacties die een inbreuk op de douanewetgeving vormen of lij- ken te vormen.
2. In ernstige gevallen die aanzienlijke schade voor de economie, volksgezondheid, openbare veiligheid of enig ander vitaal belang van de ene Verdragsluitende Partij met zich mee zouden kunnen brengen, ver- strekt de douaneadministratie van de andere Verdragsluitende Partij waar mogelijk onverwijld en uit eigen beweging informatie en inlichtingen.
Artikel 8
1. De douaneadministraties verlenen elkaar bijstand met het oog op de invordering van douanevorderingen overeenkomstig hun respectieve wettelijke en administratieve bepalingen voor het invorderen van hun eigen vorderingen betreffende rechten en belastingen, mits beide Ver- dragsluitende Partijen de noodzakelijke wettelijke en administratieve bepalingen hebben vastgelegd.
2. De douaneadministraties schrijven in onderlinge overeenstemming regels voor met betrekking tot de toepassing van dit artikel overeen- komstig het tweede lid van artikel 18 van dit Verdrag, zodra aan de voorwaarden van het eerste lid van dit artikel is voldaan. Deze regels kunnen voorwaarden bevatten waaronder de toepassing door de aan- gezochte douaneadministratie van haar nationale wettelijke en admini- stratieve bepalingen als bedoeld in het eerste lid van dit artikel wordt overgelaten aan het oordeel van die administratie.
CHAPTER V
Information
Article 9
1. On request, the requested administration shall provide properly authenticated or certified copies of files, documents or electronic infor- mation.
2. Original information shall only be requested in cases where certi- fied or authenticated copies would be insufficient, and shall be returned as soon as possible; rights of the requested administration or of third par- ties relating thereto shall remain unaffected.
The requested administration may supply such original information subject to such terms or conditions as that administration deems neces- sary.
3. Any information and intelligence to be exchanged under this Con- vention shall be accompanied by all relevant information for interpret- ing or utilizing it.
CHAPTER VI
Experts and Witnesses
Article 10
On request, the requested administration may authorize its officials to appear in judicial or administrative proceedings in the other Contracting Party as experts or witnesses in the matter of a customs offence.
CHAPTER VII
Communication of Requests
Article 11
1. Requests for assistance under this Convention shall be addressed directly to the customs administration of the other Contracting Party, shall be made in writing and shall be accompanied by any documents deemed useful. When the circumstances so require, requests may also be made verbally or by other means, including electronic; such requests shall be promptly confirmed in writing.
2. Requests made pursuant to paragraph 1 of this Article, shall in- clude the following details:
HOOFDSTUK V
Informatie
Artikel 9
1. De aangezochte administratie verstrekt, op verzoek, naar behoren gewaarmerkte of gelegaliseerde afschriften van bestanden, documenten of elektronische informatie.
2. Om originele informatie wordt slechts verzocht in gevallen waarin niet met gewaarmerkte of gelegaliseerde afschriften kan worden vol- staan, en deze wordt zo spoedig mogelijk teruggezonden; zulks laat rechten van de aangezochte administratie of van derden ter zake onver- let.
De aangezochte administratie kan dergelijke originele informatie ver- strekken onder de voorwaarden die deze administratie noodzakelijk acht.
3. Alle ingevolge dit Verdrag uit te wisselen informatie en inlichtin- gen gaan vergezeld van alle gegevens die van belang zijn om deze te interpreteren of te gebruiken.
HOOFDSTUK VI
Deskundigen en getuigen
Artikel 10
De aangezochte administratie kan op verzoek haar ambtenaren machti- gen om ter zake van een inbreuk op de douanewetgeving als deskundige of getuige te verschijnen in gerechtelijke of administratieve procedures van de andere Verdragsluitende Partij.
HOOFDSTUK VII
Toezending van verzoeken
Artikel 11
1. Verzoeken om bijstand uit hoofde van dit Verdrag worden, schrif- telijk en vergezeld van nuttig geachte documenten, rechtstreeks aan de douaneadministratie van de andere Verdragsluitende Partij gericht. Wan- neer de omstandigheden dit vereisen, kunnen verzoeken ook mondeling of via andere middelen worden gedaan, met inbegrip van elektronische; dergelijke verzoeken worden onmiddellijk schriftelijk bevestigd.
2. Verzoeken ingevolge het eerste lid van dit artikel bevatten de vol- gende bijzonderheden:
a) the administration making the request;
b) the subject of and reason for the request;
c) a brief description of the matter, the legal elements and the nature of the proceeding;
d) the names and addresses of the parties concerned with the pro- ceeding, if known.
3. The information and intelligence referred to in this Convention shall be communicated only to officials who are designated for this pur- pose by each customs administration. A list of officials so designated shall be furnished to the customs administration of the other Contract- ing Party in accordance with paragraph 2 of Article 18 of this Conven- tion.
CHAPTER VIII
Execution of Requests
Article 12
1. If the requested administration does not have the information requested, it shall in accordance with its national legal and administra- tive provisions, either:
a) initiate inquiries to obtain that information; or
b) promptly transmit the request to the appropriate agency; or
c) indicate which relevant authorities are concerned.
2. Any inquiry under paragraph 1 of this Article may include the tak- ing of statements from persons from whom information is sought in con- nection with a customs offence and from witnesses and experts.
Article 13
1. On written request, officials designated by the requesting adminis- tration may, with the authorization of the requested administration and subject to conditions the latter may impose, for the purpose of investi- gating a customs offence:
a) consult in the offices of the requested administration the docu- ments, registers and other relevant data to extract any information in respect of that customs offence;
b) take copies of the documents, registers and other data relevant in respect of that customs offence;
c) be present during an inquiry conducted by the requested adminis- tration in the customs territory of the requested Contracting Party and relevant to the requesting administration.
a. de administratie die het verzoek doet;
b. het onderwerp van en de reden voor het verzoek;
c. een korte beschrijving van de zaak, de juridische aspecten en de aard van de procedure;
d. de namen en adressen van de bij de procedure betrokken perso- nen, voor zover bekend.
3. De in dit Verdrag bedoelde informatie en inlichtingen worden alleen medegedeeld aan ambtenaren die door elke douaneadministratie hiertoe zijn aangewezen. Een lijst van aldus aangewezen ambtenaren wordt aan de douaneadministratie van de andere Verdragsluitende Partij verstrekt in overeenstemming met artikel 18, tweede lid, van dit Xxxxxxx.
HOOFDSTUK VIII
Uitvoering van verzoeken
Artikel 12
1. Indien de aangezochte administratie niet over de gevraagde infor- matie beschikt, zal zij in overeenstemming met haar nationale wettelijke en administratieve bepalingen:
a. een onderzoek instellen om die informatie te verkrijgen; of
b. het verzoek onmiddellijk doorzenden naar de daarvoor in aanmer- king komende instantie; of
c. aangeven welke autoriteiten het betreft.
2. Onderzoeken uit hoofde van het eerste lid van dit artikel kunnen mede omvatten het optekenen van verklaringen van personen van wie informatie wordt verlangd in verband met een inbreuk op de doua- newetgeving en van getuigen en deskundigen.
Artikel 13
1. Op schriftelijk verzoek kunnen door de verzoekende administratie aangewezen ambtenaren, met instemming van de aangezochte admini- stratie en onder de door laatstgenoemde hieraan verbonden voorwaar- den, ten behoeve van de opsporing van een inbreuk op de douanewetge- ving:
a. ten kantore van de aangezochte administratie de documenten, registers en andere van belang zijnde gegevens raadplegen om daaruit alle informatie met betrekking tot die inbreuk op de douanewetgeving over te nemen;
b. kopieën maken van de documenten, registers en andere gegevens die met betrekking tot die inbreuk op de douanewetgeving van belang zijn;
c. aanwezig zijn bij een door de aangezochte administratie geleid onderzoek in het douanegebied van de aangezochte Verdragsluitende Partij dat van belang is voor de verzoekende administratie.
2. When officials of the requesting administration are present in the customs territory of the other Contracting Party in the circumstances provided for in Article 10 or in paragraph 1 of this Article, they must at all times be able to furnish proof of their official capacity.
3. They shall, while there, enjoy the same protection as that accorded to customs officials of the other Contracting Party, in accordance with the laws in force there, and be responsible for any offence they might commit.
CHAPTER IX
Confidentiality of Information and Intelligence
Article 14
1. Any information or intelligence received under this Convention shall be used solely for the purposes of this Convention and by the cus- toms administrations, except in cases in which the customs administra- tion which furnished such information or intelligence expressly approves its use for other purposes or by other authorities. Such use shall then be subject to any restrictions laid down by the customs administration which furnished the information or intelligence. Any such information or intelligence may, if the national law of the furnishing Contracting Party so prescribes, only be used in criminal prosecutions after the pub- lic prosecution or judicial authorities in the furnishing Contracting Party have agreed to such use.
2. Any information or intelligence obtained by a Contracting Party under this Convention shall be subject to confidentiality in the same manner as information or intelligence obtained under the domestic laws of that Party, or shall be subject to confidentiality under the conditions applicable in the supplying Contracting Party, if such conditions are more restrictive.
Article 15
1. Personal data exchange under this Convention shall not begin until Contracting Parties have mutually agreed, in accordance with paragraph 2 of Article 18 of this Convention, that the data will be afforded a level of protection that satisfies the requirements of national law of the pro- viding Contracting Party.
2. Wanneer, onder de in artikel 10 of in het eerste lid van dit artikel bedoelde omstandigheden, ambtenaren van de verzoekende administra- tie aanwezig zijn in het douanegebied van de andere Verdragsluitende Partij, moeten zij te allen tijde in staat zijn hun ambtelijke hoedanigheid aan te tonen.
3. Gedurende hun verblijf aldaar genieten zij dezelfde bescherming als die welke wordt toegekend aan douaneambtenaren van de andere Verdragsluitende Partij, in overeenstemming met de aldaar geldende wetgeving en zijn zij verantwoordelijk voor de strafbare feiten die zij eventueel begaan.
HOOFDSTUK IX
Vertrouwelijk karakter van informatie en inlichtingen
Artikel 14
1. Alle uit hoofde van dit Verdrag ontvangen informatie of inlichtin- gen mogen slechts voor de doeleinden van dit Verdrag en door de doua- neadministraties worden gebruikt, behalve in de gevallen waarin de douaneadministratie die deze informatie of inlichtingen heeft verstrekt, uitdrukkelijk haar goedkeuring hecht aan het gebruik daarvan voor andere doeleinden of door andere autoriteiten. In dat geval is dat gebruik onderworpen aan eventuele beperkingen die zijn vastgesteld door de douaneadministratie die de informatie of inlichtingen heeft verstrekt. Deze informatie of inlichtingen mogen, indien de nationale wetgeving van de verstrekkende Verdragsluitende Partij dat voorschrijft, slechts bij strafrechtelijke vervolgingen worden gebruikt nadat het openbaar minis- terie of de rechterlijke autoriteiten in de verstrekkende Verdragsluitende Partij met dit gebruik hebben ingestemd.
2. Voor alle uit hoofde van dit Verdrag door een Verdragsluitende Par- tij verkregen informatie of inlichtingen geldt dezelfde vertrouwelijkheid als die welke geldt voor informatie of inlichtingen verkregen uit hoofde van de nationale wetgeving van die Partij, dan wel geldt hiervoor de ver- trouwelijkheid onder de voorwaarden die van toepassing zijn in de ver- strekkende Verdragsluitende Partij, indien deze voorwaarden restrictie- ver zijn.
Artikel 15
1. Uitwisseling van persoonsgegevens uit hoofde van dit Verdrag zal niet beginnen totdat de Verdragsluitende Partijen, overeenkomstig arti- kel 18, tweede lid, van dit Verdrag, onderling zijn overeengekomen dat aan de gegevens een mate van bescherming wordt toegekend die voldoet aan de eisen van de nationale wetgeving van de verstrekkende Verdrag- sluitende Partij.
2. In the context of this Article, Contracting Parties shall provide each other with their relevant legislation concerning the protection of personal data.
CHAPTER X
Exemptions
Article 16
1. Where a requested Contracting Party determines that granting assistance would infringe upon its sovereignty, security, public policy or other substantive national interest, or would be inconsistent with its legal and administrative provisions, or would involve a violation of an indus- trial, commercial or professional secret, it may refuse or withhold assist- ance.
2. If the requesting administration would be unable to comply if a similar request were made by the requested administration, it shall draw attention to that fact in its request. Compliance with such a request shall be at the discretion of the requested administration.
3. Assistance may be postponed by the requested administration on the ground that it will interfere with an ongoing investigation, prosecu- tion or proceeding. In such a case the requested administration shall con- sult with the requesting administration to determine if assistance can be given subject to such terms or conditions as the requested administration may require.
4. Where assistance is refused, withheld or postponed, reasons for this shall be given.
CHAPTER XI
Costs
Article 17
1. The customs administrations shall waive all claims for reimburse- ment of costs incurred in the execution of this Convention, except for expenses and allowances paid to experts and to witnesses as well as costs of translators or interpreters other than Government employees, which shall be borne by the requesting administration.
2. If expenses of a substantial or extraordinary nature are or will be required to execute the request, the Contracting Parties shall consult to determine the terms and conditions under which the request will be executed as well as the manner in which the costs shall be borne.
2. In het kader van dit artikel verstrekken de Verdragsluitende Par- tijen elkaar de van toepassing zijnde wetgeving met betrekking tot de bescherming van persoonsgegevens.
HOOFDSTUK X
Ontheffıng
Artikel 16
1. Wanneer een aangezochte Verdragsluitende Partij bepaalt dat het verlenen van bijstand inbreuk zou kunnen maken op haar soevereiniteit, veiligheid, openbare orde of een ander wezenlijk nationaal belang, of strijdig zou zijn met haar wettelijke en administratieve bepalingen, of tot een schending van een industrieel, commercieel of beroepsgeheim zou kunnen leiden, kan zij bijstand weigeren of onthouden.
2. Indien de verzoekende administratie niet in staat zou zijn een soort- gelijk verzoek van de aangezochte administratie in te willigen, wijst zij daarop in haar verzoek. Inwilliging van een dergelijk verzoek wordt overgelaten aan het oordeel van de aangezochte administratie.
3. De bijstand kan door de aangezochte administratie worden uitge- steld op grond van het feit dat een lopend onderzoek of een lopende ver- volging of procedure hiermee wordt doorkruist. In een dergelijk geval pleegt de aangezochte administratie overleg met de verzoekende admi- nistratie om te bepalen of de bijstand kan worden verleend onder de voorwaarden of omstandigheden die de aangezochte administratie ver- langt.
4. Wanneer de bijstand wordt geweigerd, nagelaten of uitgesteld, die- nen de redenen hiervoor te worden gegeven.
HOOFDSTUK XI
Kosten
Artikel 17
1. De douaneadministraties zien af van alle vorderingen tot vergoe- ding ter uitvoering van dit Verdrag, met uitzondering van bedragen en vergoedingen betaald aan deskundigen en getuigen alsook de kosten van vertalers of tolken die niet in dienst zijn van de Regering, welke worden gedragen door de verzoekende administratie.
2. Indien met de uitvoering van het verzoek aanmerkelijke kosten van buitengewone aard zijn of zullen zijn gemoeid, plegen de Verdragslui- tende Partijen overleg om de voorwaarden te bepalen waaronder het verzoek zal worden uitgevoerd, alsmede de wijze waarop de kosten wor- den gedragen.
CHAPTER XII
Implementation of the Convention
Article 18
1. The customs administrations shall take measures so that their offi- cials responsible for the investigation or combating of customs offences maintain personal and direct relations with each other.
2. The customs administrations shall decide on further detailed ar- rangements, within the framework of this Convention, to facilitate the implementation of this Convention.
3. The customs administrations shall endeavour to resolve by mutual accord any problem or doubt arising from the interpretation or applica- tion of this Convention.
4. Conflicts for which no solutions are found, shall be settled through diplomatic channels.
CHAPTER XIII
Application
Article 19
1. As far as the Federative Republic of Brazil is concerned, this Con- vention shall be applicable to its customs territory as defined in its legal and administrative provisions.
2. As far as the Kingdom of the Netherlands is concerned, this Con- vention shall be applicable to its territory in Europe. It may, however, be extended either in its entirety or with any necessary modifications to the Netherlands Antilles or to Aruba.
3. Such extension shall take effect from such date and be subject to such modifications and conditions, including conditions as to termina- tion, as may be specified and agreed in notes to be exchanged through diplomatic channels.
CHAPTER XIV
Entry into Force and Termination
Article 20
This Convention shall enter into force on the first day of the second month after the Contracting Parties have notified each other in writing through diplomatic channels that the constitutional requirements for the entry into force of this Convention have been complied with.
HOOFDSTUK XII
Uitvoering van de Overeenkomst
Artikel 18
1. De douaneadministraties nemen maatregelen opdat hun met de opsporing of bestrijding van inbreuken op de douanewetgeving belaste ambtenaren persoonlijke en rechtstreekse betrekkingen met elkaar kun- nen onderhouden.
2. De douaneadministraties besluiten over nadere regelingen, binnen het kader van dit Verdrag, ter vergemakkelijking van de uitvoering van dit Verdrag.
3. De douaneadministraties streven ernaar eventuele problemen of twijfels naar aanleiding van de interpretatie of toepassing van dit Ver- drag in onderlinge overeenstemming op te lossen.
4. Conflicten waarvoor geen oplossing wordt gevonden, worden langs diplomatieke weg geregeld.
HOOFDSTUK XIII
Toepassing
Artikel 19
1. Wat de Federatieve Republiek Brazilië betreft, is dit Verdrag van toepassing op haar douanegebied zoals omschreven in haar wettelijke en administratieve bepalingen.
2. Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, is dit Verdrag van toe- passing op zijn grondgebied in Europa. Het Verdrag kan echter, hetzij in zijn geheel, hetzij met de nodige wijzigingen, worden uitgebreid tot de Nederlandse Antillen of Aruba.
3. Bedoelde uitbreiding wordt van kracht met ingang van een datum en met inachtneming van wijzigingen en voorwaarden, met inbegrip van voorwaarden ten aanzien van de beëindiging, die nader worden vastge- steld en overeengekomen bij diplomatieke notawisseling.
HOOFDSTUK XIV
Inwerkingtreding en beëindiging
Artikel 20
Dit Verdrag treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand nadat de Verdragsluitende Partijen elkaar langs diplomatieke weg schrif- telijk ervan in kennis hebben gesteld dat aan de grondwettelijke vereis- ten voor de inwerkingtreding van dit Verdrag is voldaan.
Article 21
1. This Convention is intended to be of unlimited duration but either Contracting Party may terminate it at any time by notification through diplomatic channels.
2. The termination shall take effect three months from the date of the notification of denunciation to the other Contracting Party. Ongoing pro- ceedings at the time of termination shall nonetheless be completed in accordance with the provisions of this Convention.
IN WITNESS whereof the undersigned, being duly authorized thereto, have signed this Convention.
DONE at Brasília on March 7th, 2002, in duplicate, in the Nether- lands, Portuguese and English languages, all texts being equally authen- tic. In case of divergence of interpretation the English text shall prevail.
For the Kingdom of the Netherlands
(sd.) X. XXXXX
For the Federative Republic of Brazil
(sd.) X. XXXXX
Artikel 21
1. Dit Verdrag wordt in principe voor onbepaalde tijd gesloten, maar elk van beide Verdragsluitende Partijen kan het te allen tijde langs diplo- matieke weg opzeggen.
2. De beëindiging wordt van kracht drie maanden na de datum van de kennisgeving van opzegging aan de andere Verdragsluitende Partij. Lopende procedures op het tijdstip van beëindiging worden niettemin voltooid in overeenstemming met de bepalingen van dit Verdrag.
TEN BLIJKE waarvan de ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd, dit Verdrag hebben ondertekend.
GEDAAN te Brasília op 7 maart 2002, in tweevoud, in de Nederland- se, Portugese en Engelse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek. In geval van verschil in interpretatie is de Engelse tekst doorslaggevend.
Voor het Koninkrijk der Nederlanden
(w.g.) X. XXXXX
Voor de Federatieve Republiek Brazilië
(w.g.) X. XXXXX
D. PARLEMENT
Het Verdrag behoeft ingevolge artikel 91 van de Grondwet de goed- keuring van de Staten-Generaal, alvorens het Koninkrijk aan het Verdrag kan worden gebonden.
G. INWERKINGTREDING
De bepalingen van het Verdrag zullen ingevolge artikel 20 in werking treden op de eerste dag van de tweede maand nadat de Verdragssluitende Partijen elkaar langs diplomatieke weg schriftelijk ervan in kennis heb- ben gesteld dat aan de grondwettelijke vereisten voor de inwerkingtre- ding van het Verdrag is voldaan.
J. GEGEVENS
Verwijzingen
Titel : Verdrag houdende instelling van een Internationale Douaneraad, met Bijlagen;
Xxxxxxx, 00 december 0000
Xxxxx : Trb. 1951, 120 (Frans en Engels)
Trb. 1953, 51 (vertaling)
Laatste Trb. : Trb. 1991, 111
Titel : Aanbeveling van de Internationale Douaneraad inzake wederzijdse administratieve bijstand;
Xxxxxxx, 0 december 1953
Tekst : Trb. 1985, 63, Rubriek J (Xxxxxx)
Titel : Enkelvoudig Verdrag inzake verdovende middelen, 1961, met bijlagen;
New York, 30 maart 0000
Xxxxx : Trb. 1962, 30 (Frans en Engels)
Trb. 1963, 81 (vertaling)
Laatste Trb. : Trb. 1995, 165
Titel : Verdrag inzake psychotrope stoffen, met bijlagen; Wenen, 21 februari 0000
Xxxxx : Trb. 1989, 129 (Frans, Engels en vertaling) Laatste Trb. : Trb. 1999, 189
Titel : Verdrag van de Verenigde Naties tegen de sluikhan- del in verdovende middelen en psychotrope stoffen, met Bijlage;
Wenen, 20 december 0000
Xxxxx : Trb. 1989, 97 (Frans en Engels)
Trb. 1990, 94 (vertaling)
Laatste Trb. : Trb. 1999, 1990
Uitgegeven de vierde juni 2002.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
J. J. XXX XXXXXXX
TRB2875
ISSN 0920 - 2218
Sdu Uitgevers
’s-Gravenhage 2002