Contract
Oplegger | |
Contractstandaard Jeugd - wijzigingsverzoeken | |
Aan: | Stuurgroep i-Sociaal Domein |
Van: | Xxxxx Xxxxxxxx |
CC: | Xxxx Xxxx |
Datum: | 27-6-2024 |
Bijlage: | 1. Wijzigingsverzoeken; 2. Was-Wordt tabel; 3. Was-Wordt tabel per artikel; 4. Overeenkomst SAS Jeugd; 5. Toelichting bij Overeenkomst SAS Jeugd; 6. Inkoopdocument met EMVI; 7. Toelichting op het inkoopdocument met EMVI 8. Inkoopdocument SAS zonder EMVI 9. Inkoopdocument toelatingsprocedure |
De Stuurgroep Ketenbureau i-Sociaal Domein wordt gevraagd:
Ter vaststelling:
• Akkoord te gaan met de wijzigingen van de Contractstandaarden Jeugd zoals aangegeven in de Was-Wordt tabel (bijlage 2);
• Akkoord te gaan met het agenderen van de Contractstandaarden Jeugd versie 1.2 bij het College van Dienstverleningszaken (CvD) en de Commissie Zorg, Jeugd en Onderwijs (ZJO). Beide gremia adviseren het Bestuur van de VNG aangaande de vaststelling
Na vaststelling door het Bestuur van de VNG zal publicatie plaatsvinden per 01-11-2024. Inwerkingtreding is per 01-01-2025.
Inleiding
De Contractstandaarden Jeugd (hierna CSJ) versie 1.1 zijn in juni 2023 vastgesteld in de Stuurgroep Ketenregie i-Sociaal Domein en in oktober 2023 geaccordeerd door het Bestuur van de VNG. Na de publicatie in november 2023 is de jaarlijkse cyclus van het wijzigingsproces van de CSJ heringericht en van start gegaan. Met een kwantitatief minder doch kwalitatief gelijk opgezette begeleidingsgroep. De groep is kleiner dan voor het proces naar versie 1.1 en bestaat uit vertegenwoordigers van VNG, VWS,
1 / 5
Samen werken we aan een krachtige en toekomstbestendige uitvoering van de Wmo en Jeugdwet
| Xxxxxxxxxxx@x-xxxxxxxxxxxxx.xx | xxx.x-xxxxxxxxxxxxx.xx |
branches, gemeenten en aanbieders. Daarnaast acteert het expertteam bestaande uit juristen.
Alle wijzigingen die zijn geaccordeerd door de begeleidingsgroep, zijn verwerkt in de documenten die betrekking hebben op de inkoopmethodiek SAS met EMVI. Ten tijde van het vooroverleg van 10 juni jl was de verwerking van deze wijzigingen in de documenten voor de methodes Toelatingsprocedure (Open House) en SAS zonder EMVI nog niet gereed. Inmiddels zijn deze aanpassingen gedaan en is de hele set documenten bijgevoegd.
Reviewproces
Het reviewproces bestaat uit 7 stappen. Namelijk:
1. Het indienen van het aanvraagformulier wijzigingsverzoeken;
2. Eerste screening door het Ketenbureau i-Sociaal Domein;
3. Beoordeling door het expertteam;
4. Beoordeling door de begeleidingsgroep (en indien gewenst klankbordgroep);
5. Besluitvorming door Stuurgroep i-Sociaal Domein en VNG;
6. Publicatie en communicatie;
7. Evaluatie.
Wijzigingsverzoeken
In totaal zijn er 54 wijzigingsverzoeken ingediend door gemeenten en aanbieders en beoordeeld door zowel het expertteam als door de begeleidingsgroep.
Dertig wijzigingsverzoeken zijn afgewezen:
a. door de eerste screening;
b. door de marginale toets van het expertteam;
c. of door de begeleidingsgroep.
Vijfentwintig van deze afgewezen wijzigingsverzoeken worden opgenomen in het document Vraag en Antwoord dat gepubliceerd wordt op de website van het Ketenbureau.
Vierentwintig wijzigingsverzoeken zijn gehonoreerd en hebben geleid tot aanpassing van een artikel en/of toelichting.
5 | |||||
Aantal wijzigingsverzoeken
Afgewezen
Afgewezen opgenomen in Vraag en
Antwoord
25
Toegewezen
24
0
5
10
15
20
25
30
Alle wijzigingsverzoeken zijn opgenomen in het document Wijzigingsverzoeken (bijlage 1). Daar is per wijzigingsverzoek aangegeven wat het wijzigingsverzoek was, door wie het is ingediend, wat de uitkomst is van de marginale (juridische) toets van het expertteam en wat de uitkomst was van beoordeling op wenselijkheid en uitvoerbaarheid door de begeleidingsgroep.
De wijzigingsverzoeken die zijn goedgekeurd en opgenomen in versie 1.2 van de CSJ:
1. Early Warning
2. Wijzigingen die volgen uit de Contractstandaarden
3. Nummering
4. Wijzigingen in wet- en regelgeving
5. Tekstuele aanscherping bij een declaratie
6. UBO (Ultimate Benifical Owner)
7. UBO-definitie
8. Overeenkomst ondertekeningsblok
9. Overbodig extra formulier
10. Verklaring jeugdhulpaanbieder
11. Kennisgevingen
12. Meewerkingsplicht
13. Verbod communicatie tijdens procedure expliciet maken
14. Explicitering verschil hoofd-onderaannemer in relatie gemeente
15. Vragen stellen – planning
16. Contactgegevens
17. Informatieplicht is onvolledig, in het bijzonder in relatie tot de uitsluitingsgronden
18. Bezwaartermijn Open House
19. Paragraaf over groepsvorming
20. Aansluiting hulp
21. Wachttijden
22. Integriteit
23. Weigeren of beëindigen van dienstverlening
24. Toezicht en handhaving
Documenten
De goedgekeurde wijzigingsverzoeken zijn, na goedkeuring door de begeleidingsgroep, verwerkt door het expertteam in de Overeenkomst (bijlage 4), de Toelichting op de Overeenkomst (bijlage 5), het Inkoopdocument (bijlage 6) en de Toelichting op het Inkoopdocument (bijlage 7).
In de ‘Was-Wordt tabel’ (bijlage 2) is aangegeven welke tekst er is gewijzigd ten opzichte van de versie 1.1. In de ‘Was-Wordt tabel per artikel’ (bijlage 3) is per artikelnummer van versie 1.1. aangegeven welk artikelnummer het is geworden in versie 1.2. Dit is gedaan, omdat door het wijzigingsverzoek m.b.t. de nummering, de gehele nummering van de Overeenkomst is aangepast.
De Overeenkomst betreft nu 4 delen:
− Deel zonder nummer (partijen, overwegingen, definities).
− Deel 1 (alle jeugdhulpaanbieders).
− Deel 2 (individuele jeugdhulpaanbieder)
− Deel 3 (algemene randvoorwaarden, verplicht).
Deze nummering is conform de nummering van de stukken in het project Contractstandaarden Wmo.
Op het laatste moment zijn twee kleine tekstuele wijzigingen doorgevoerd:
- In de Toelichting op de Overeenkomst SAS procedure is bij de toelichting op Artikel 1.8 toegevoegd dat de gemeenten een goede afweging moeten maken ten aanzien van proportionaliteit bij de inzet van de wet Bibob omdat de aanbesteding op zich al goede mogelijkheden biedt voor vergelijkbaar onderzoek.
- De tekst in de Overeenkomst SAS Artikel 3.5.5 is aangepast: het woord “ondermaats” is vervangen door “……. kwaliteit van de jeugdhulp niet conform de kwaliteitseisen zoals overeengekomen…..”
Contractstandaarden Wmo
Het proces met betrekking tot de totstandkoming van de Contractstandaarden Wmo is actief. Wij betrachten zoveel als mogelijk conformiteit en eenheid van taal tussen beide contractstandaarden. Vooruitlopend op vaststelling van de Contractstandaarden Wmo zijn nu reeds een drietal artikelen in de Contractstandaarden Jeugd aangepast.
Dit betreft Artikel 1.3.3 (verlengen van het contract), Artikel 1.3.4 (opzeggen van het contract) en Artikel 3.5.2 (wachttijden). Deze wijzigingen zijn reeds akkoord bevonden door de begeleidingsgroep van de Contractstandaarden Jeugd en overgenomen in versie 1.2.
Overige formulering van bepalingen in het project Contractstandaarden Wmo die impact hebben op de CSJ inzake de onderlinge conformiteit, zullen in de komende cyclus wijzigingsverzoeken CSJ 2025 gebundeld worden meegenomen.
Vervolg
Na akkoord in de stuurgroep zullen de Contractstandaarden Jeugd geagendeerd worden bij de Commissie voor Dienstverleningszaken (CvD) en de Commissie Zorg, Jeugd en Onderwijs (ZJO) . en ter vaststelling aan het bestuur van de VNG.
Wijzigingsverzoeken
Contractstandaarden Jeugd
Datum: 17-05-2024
Door: Xxxxx Xxxxxxxx
1 / 63
Samen werken we aan een krachtige en toekomstbestendige uitvoering van de Wmo en Jeugdwet
| Xxxxxxxxxxx@x-xxxxxxxxxxxxx.xx | xxx.x-xxxxxxxxxxxxx.xx |
Inhoudsopgave
1.1. Formele eisen van een wijzigingsverzoek 4
1.3. Samenstelling expertteam, begeleidingsgroep en klankbordgroep 5
2. Wijzigingsverzoeken die zijn afgerond en toegekend 9
2. Wijzigingen die volgen uit de Contractstandaarden 9
4. Wijzigingen in wet- en regelgeving 11
5. Tekstuele aanscherping bij een declaratie 14
6. UBO (Ultimate Benifical Owner) 15
8. Overeenkomst ondertekeningsblok 18
9. Overbodig extra formulier 19
10. Verklaring jeugdhulpaanbieder 20
13. Verbod communicatie tijdens procedure expliciet maken 22
14. Explicitering verschil hoofd-onderaannemer in relatie gemeente 23
15. Vragen stellen – planning 23
17. Informatieplicht is onvolledig, in het bijzonder in relatie tot de uitsluitingsgronden 25
18. Bezwaartermijn open house 27
19. Paragraaf over groepsvorming 27
23. Weigeren of beëindigen van dienstverlening 32
3. Wijzigingsverzoeken die zijn afgerond en afgewezen en in de Q&A komen 39
1. Ontbinden bij niet voldoende inzet 39
8. Opdracht op basis van de overeenkomst 44
11. Communicatie over wijzigingen 46
12. Opstellen verbeterplan door de jeugdhulpaanbieder 47
13. Hoofdelijk aansprakelijkheid van de combinanten 47
14. Opzegmogelijkheden van de gemeente 48
15. Zorgweigering en beëindiging 49
16. Differentiatie van de indexeringsverhouding 49
19. Informatievoorziening aan de gemeente 51
21. Bedoeling artikel 14: aansprakelijkheid en Verzekering 54
24. Missende tekst bij selectiecriteria 56
25. De 6 principes van Stichting Het Vergeten Kind 57
4. Wijzigingsverzoeken die zijn afgerond en niet in de Q&A komen 59
3. Overeenkomst duur en einde overeenkomst 60
4. Missende tekst bij selectiecriteria 61
De Contractstandaarden Jeugd zijn reeds een jaar in de praktijk in uitvoering gebracht. Een jaarlijks wijzigingsproces van de standaarden is ingericht. In eerste instantie met een ruim opgezette begeleidingsgroep (vertegenwoordigers van VNG, VWS, gemeenten en aanbieders) en een expertteam bestaande uit juristen.
De processtappen en de beoordelaars worden hieronder toegelicht. Verzoeken tot wijziging van bepalingen of toelichtingen in de contractstandaard of het inkoopdocument, kunnen, nadat de vorige versie van de contractstandaarden zijn geaccordeerd, worden ingediend via een digitaal
1.1. Formele eisen van een wijzigingsverzoek
Het wijzigingsverzoek moet worden ingediend:
• Jaarlijks voor 1 januari t-11
• Door een vertegenwoordiger van een zorgaanbieder of een gemeente, vertegenwoordigers expertgroep, de Nederlandse GGZ, Jeugdzorg Nederland, VGN, VNG of VWS;
• Via het daarvoor bestemde digitale formulier 'aanvraagformulier wijzigingsverzoeken contractstandaarden’ dat is te vinden op de website van het Ketenbureau i-Sociaal Domein;
• Het Ketenbureau i-Sociaal Domein registreert ieder wijzigingsverzoek en de uitkomst van het verzoek.
• De tijdslijn voor wijzigingsverzoeken ziet er uitgaande van een jaarlijkse cyclus als volgt uit:
- Vóór 1 januari t-1 wijzigingsverzoeken indienen;
- Uiterlijk vóór 1 juni jaar t-1 definitieve concept- wijzigingsverzoeken indienen bij (het vooroverleg) stuurgroep i-Sociaal Domein;
- Uiterlijk vóór 1 november jaar t-1 publicatie definitieve wijzigingen publiceren op website Ketenbureau i-Sociaal Domein;
- 1 januari jaar t inwerkingtreding gewijzigde contractstandaarden.
• Wijzigingen die later dan 1 januari t-1 worden ingediend worden meegenomen in het reviewproces van de opvolgende publicatie;
• Het Ketenbureau i-Sociaal Domein kan alleen afwijken van deze tijdslijn als zij dit om zwaarwegende belangen nodig acht. Een zwaarwegend belang kan zijn gelegen in een (voorgenomen) wijziging in wet- en regelgeving en jurisprudentie. Een zwaarwegend belang kan leiden tot een tussentijdse release.
–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
1 Met jaar t wordt het jaar bedoeld waarin de wijziging ingaat. Jaar t-1 is het jaar ervoor. Dus bijvoorbeeld voor een wijziging die per 1-1-2025 in moet gaan: dan is jaar t 2025 en jaar t-1 is 2024.
1.3. Samenstelling expertteam, begeleidingsgroep en klankbordgroep
Het expertteam voor de Contractstandaarden Jeugd bestaat (sinds januari 2024) uit:
• Een extern onafhankelijk jurist;
• Een jurist van het Ketenbureau i-sociaal domein;
• Een jurist van VNG;
• Een jurist van gemeentezijde;
• Een jurist van aanbiederszijde.
De eerste twee genoemde zijn de schrijvers van de nieuwe en/of gewijzigde bepaling/toelichting. De anderen reviewen de tekst van de eerste twee.
Wijzigingsverzoeken worden na marginale toetsing door het expertteam, behandeld door de begeleidingsgroep.
De begeleidingsgroep bestaat uit:
• Een vertegenwoordiger van de zorgbranches;
• Een vertegenwoordiger van de VNG;
• Twee vertegenwoordigers van zorgaanbieders;
• Twee vertegenwoordigers van gemeenten;
• Een vertegenwoordiger van het Ministerie van VWS.
• Bij het overleg van de begeleidingsgroep is altijd een jurist (bij voorkeur de externe jurist) van het expertteam aanwezig ten behoeve van toelichting op de wijziging en de marginale toetsing. De begeleidingsgroep wordt ondersteund door het Ketenbureau i-Sociaal Domein (voorzitter bijeenkomsten, secretariële ondersteuning).
• De afgevaardigde van VWS adviseert de begeleidingsgroep op impact van het wijzigingsverzoek op (voorgenomen) beleid en (wijziging van) wet- en regelgeving.
1.3.3. Klankbordgroep
Indien de begeleidingsgroep het nodig acht, kan zij zich over een voorgenomen wijziging nader laten adviseren door een klankbordgroep. Deze bestaat uit vertegenwoordigers van zorgbranches, aanbieders en gemeenten die voorheen zitting hadden in de breed samengestelde begeleidingsgroep. Zij komen op afroep bij elkaar.
Het reviewproces bestaat uit 7 stappen. Namelijk:
1. Het indienen van het aanvraagformulier wijzigingsverzoeken contractstandaarden;
2. Eerste screening door het Ketenbureau i-Sociaal Domein;
3. Beoordeling door het expertteam;
4. Beoordeling door de begeleidingsgroep (en klankbordgroep);
5. Besluitvorming door Stuurgroep i-Sociaal Domein en VNG;
6. Publicatie en communicatie;
7. Evaluatie.
Dit proces is grafisch uitgewerkt in bijlage 1. Hieronder worden de 7 stappen verder uitgewerkt.
Stap 1: Indienen van het aanvraagformulier wijzigingsverzoeken contractstandaarden
• De aanvraag voor wijzigingsverzoeken kan worden ingediend met een webformulier
'aanvraagformulier wijzigingsverzoeken contractstandaarden’ te vinden op de website van het
Ketenbureau i-Sociaal Domein.
• Het formulier moet volledig worden ingevuld en worden ondertekend. Daarnaast moet de aanvraag aan de volgende voorwaarden voldoen. Uit het aanvraagformulier moet in ieder geval concreet en duidelijk blijken:
- wie de indiener is;
- datum van indiening;
- welk artikel(lid) of toelichting daarop exact moet worden gewijzigd of toegevoegd, per wanneer en waarom dit artikel(lid) of toelichting daarop moet worden gewijzigd of toegevoegd;
- de oude tekst van het artikel(lid) of toelichting daarop die moet worden gewijzigd en de nieuwe tekst van het artikel(lid) of toelichting daarop;
- de nieuwe tekst van het artikel of toelichting die moet worden toegevoegd.
• Het Ketenbureau i-Sociaal Domein controleert na ontvangst van ‘het aanvraagformulier
wijzigingsverzoeken contractstandaarden’ of de aanvraag voldoende compleet is. Indien het aanvraagformulier niet voldoende en volledig is ingevuld wordt de aanvraag niet in behandeling genomen en retour gestuurd naar de indiener. Indien blijkt dat het aanvraagformulier voldoet aan de formele eisen volgt een eerste inhoudelijke screening door het Ketenbureau i-Sociaal Domein.
Stap 2: Eerste screening door het Ketenbureau i-Sociaal Domein
Het Ketenbureau i-Sociaal Domein faciliteert de beoordeling van het expertteam en de begeleidingsgroep middels een eerste screening aan de hand van onderstaande criteria:
• Herhalingsverzoeken die al eerder zijn afgewezen;
• Louter tekstuele wijzigingen die geen evidente wijzigingen bevatten;
• Buiten scope;
• Kernbedingen;
• Verzoeken die leiden tot meer administratieve lasten;
• Individuele situaties die geen andere partijen raken;
• Wijzigingen die al in het wijzigingsproces zitten;
• Spelfouten worden verwerkt maar gaan niet door naar het expertteam;
• Zijn er andere criteria die afgewogen moeten worden?
De wijzigingsverzoeken die door de eerste screening komen worden doorgeleid naar het expertteam. De verzoeken die worden afgewezen worden, inclusief reden van afwijzing, vermeld op een Word en Excel overzicht.
Stap 3: Beoordeling door het expertteam
Het expertteam kijkt primair (marginale toetsing) of de wijziging juridisch en inhoudelijk gezien noodzakelijk is, aan de hand van de volgende criteria:
• Is de voorgestelde wijziging juridisch gezien noodzakelijk?
• Draagt de wijziging bij aan eenvoudige en duidelijke afspraken?
• Valt de voorgestelde wijziging al onder een ander bestaand artikel(lid) of toelichting?
• Vraagt het wijzigingsverzoek om een nadere schriftelijke uitleg?
• Zijn er lichtere alternatieven mogelijk zoals opname in een Q&A?
• Is er sprake van een goede balans tussen afspraken voor aanbieders en gemeenten?
• Zijn er andere criteria die afgewogen moeten worden?
Afhankelijk van de inhoud van het wijzigingsverzoek zullen criteria in meer of mindere mate van toepassing zijn. Bovenstaande criteria zijn richtinggevend maar niet uitputtend of bedoeld als afvinklijst.
Na de marginale toetsing geeft het expertteam een advies mee en gaat het wijzigingsverzoek met het advies door naar de begeleidingsgroep ter nadere beoordeling. Zo kan de expertgroep de begeleidingsgroep ook adviseren om af te zien van een wijziging of een reactie op het verzoek in een Q&A op te nemen.
Stap 4: Beoordeling door de begeleidingsgroep (en klankbordgroep)
De begeleidingsgroep en klankbord groepen kijken primair of de wijziging beleidsmatig gewenst is, aan de hand van de volgende criteria:
• Is de wijziging doelmatig en uitvoerbaar?
• Leidt de wijziging tot verlichting van administratieve lasten?
• Komt het vaak genoeg voor dat het een aparte wijziging rechtvaardigt?
• Vraagt het verzoek een nadere schriftelijke uitleg?
• Zijn er lichtere alternatieven mogelijk zoals opname in een Q&A?
• Heeft de wijziging landelijke relevantie?
• Is er sprake van een goede balans tussen afspraken voor aanbieders en gemeenten?
• Zijn er andere criteria die afgewogen moeten worden?
Stap 5: Besluitvorming door Stuurgroep i-Sociaal Domein en VNG
• Na beoordeling door de begeleidingsgroep stelt het expertteam de gewijzigde bepaling/toelichting op en legt deze voor aan de begeleidingsgroep ter accordering.
• Het Ketenbureau i-Sociaal Domein draagt zorg voor opname in de nieuwe concept- wijzigingsvoorstellen middels een WAS-WORDT-document (in Word met bijgehouden wijzigingen en een overzichtelijke tabel).
• Indien er geen sprake is van consent maakt het Ketenbureau i-Sociaal Domein schriftelijk inzichtelijk waar de meningen uiteenlopen.
• De definitieve concept- wijzigingsverzoeken worden door het Ketenbureau i-Sociaal Domein voorgelegd aan de Stuurgroep i-Sociaal Domein.
• De Stuurgroep i-Sociaal Domein toetst de definitieve concept-wijzigingsverzoeken op vermindering van administratieve lasten.
• De door de Stuurgroep i-Sociaal Domein akkoord bevonden release wordt door het Ketenbureau i-Sociaal Domein naar het Bestuur van de VNG gestuurd ter accordering.
• Afstemming met de vergaderdata van respectievelijk Stuurgroep, Commissie ZJO, College van Dienstverleningszaken en Bestuur, leidt ertoe dat jaarlijks de publicatie van de nieuwe release rond 1 november t-1 zal plaatsvinden. Alvorens de definitieve concept-wijzigingsverzoeken aan het Bestuur van VNG te worden voorgelegd, dient advies door de Commissie Zorg, Jeugd en Onderwijs (ZJO) en het College van Dienstverleningszaken plaats te vinden.
Stap 6: Publicatie en communicatie
Het Ketenbureau i-Sociaal Domein publiceert de wijzigingen in een nieuwe release van de Contractstandaarden Jeugd en draagt zorg voor de communicatie richting gebruikers.
Stap 7: Evaluatie
Jaarlijks vindt er binnen de Expertgroep, de Begeleidingsgroep een evaluatie plaats van het vaststellings- en accorderingsproces.
2. Wijzigingsverzoeken die zijn afgerond en toegekend
De informatie die de Jeugdautoriteit nodig heeft bij een Early Warning om enerzijds toezicht te kunnen houden op de continuïteit en anderzijds te kunnen ondersteunen als het kritisch dreigt te worden, is niet geborgd in de wet. Dat staat op de rol maar is nog niet verplicht. In het convenant
‘bevorderen continuïteit jeugdhulp’ hebben we met elkaar (VNG, branches) afgesproken dat bij het vermoeden van continuïteitsissues, aanbieders de ‘accounthoudende regio’ informeert. In de contractstandaarden is op 2 plekken een verwijzing naar dit convenant opgenomen 2 / 2 (inkoopdocument 2.4.2) maar geen expliciet artikel waarin de informatieplicht van een aanbieder richting een ‘accounthoudende regio’ is vastgelegd. Wensen we dat, of is dat nodig, of wordt met de komst van de wettelijke verplichting (in 2025?) de JA te informeren bij het mogelijk ontstaan van continuïteitsissues hieraan reeds voldaan?
Indienende organisatie: Stichting Entrea Document: Inkoopdocument toelatingsprocedure Artikel:
Paragraaf: 2.4.2
Pagina: 9
Datum indienen: 25-09-2023
Uitkomst marginale toets door het expertteam:
Artikel 4 lid 1 van de CS Jeugd verwijst naar het Convenant en legt de relatie met het programma van eisen (CS inkoopdocument). De relatie is er. Echter wordt in het inkoopdocument slechts in de “optionele” paragraaf 2.4.2 naar het Convenant als bron verwezen, specifiek voor de berekening van tarieven. Ook al hebben tarieven een correlatie met continuïteit, er blijkt niet duidelijk en eenduidig uit dat op het convenant als geheel (dus alle daarin gemaakte afspraken) wordt gedoeld. Een bepaling met daarin een informatieplicht naar de accounthoudende regio/gemeente verwoord, is voor het doel dat is geschetst een prima oplossing.
Advies expertteam: Toevoegen aan de contractstandaarden.
Advies begeleidingsgroep 25-10-2023
Eens met de toevoeging: Bij vermoedens van continuïteitsissues informeert (schriftelijk) de aanbieder de accounthoudende regio en de Jeugdautoriteit.
De definitie van continuïteitsrisico is gekoppeld aan het convenant.
2. Wijzigingen die volgen uit de Contractstandaarden
Deel 2, Artikel A: Dit betreft wijzigingen naast de wijzigingen die volgen uit de Contractstandaarden (artikel 24, lid 3). Vervolgens staat er dat de wijziging niet eerder kan ingaan, 6 maanden na beschikbaar komen van de gewijzigde contractstandaarden. Dit is niet juist, beschrijft de gemeente juist de andere wijzigingen (herzieningsclausule). Ik heb dit gisteren in ons eigen spreekuur met Xxx
besproken, hij kwam tot dezelfde conclusie, het staat er verkeerd; deze wijzigingen hebben immers geen betrekking op de Contractstandaarden (daar gaat artikel 24, lid 3 over).
Indienende organisatie: Rijk van Nijmegen
Document: Overeenkomst jeugdhulp toelatingsprocedure_v1 Artikel: 24 Wijzigen van omstandigheden – Lid 3
Paragraaf: - Pagina: 121
Datum indienen: 27-09-2023
Uitkomst marginale toets door het expertteam:
Dit staat inderdaad niet juist en dient aangepast te worden.
Advies expertteam: Onderstaande tekst de huidige tekst laten vervangen.
Tekstvoorstel deel 2 art. A:
De Gemeente kan de overeenkomst tussentijds wijzigen. De wijzigingen kunnen zien op: Vul in
Partijen nemen een termijn van maximaal zes maanden in acht, ingaande de dag na het doorvoeren van de wijziging in de overeenkomst.
De Jeugdhulpaanbieder weigert de wijziging niet op onredelijke gronden. Als de gevolgen van de wijziging naar het oordeel van Jeugdhulpaanbieder onredelijk zijn, of partijen anderszins niet tot overeenstemming komen over de (gevolgen van) de wijziging van de overeenkomst, dan heeft Jeugdhulpaanbieder het recht de overeenkomst op te zeggen als Gemeente van hem niet kan vergen de overeenkomst ongewijzigd voort te zetten.
Opzegging op grond van dit artikel geeft Partijen geen recht op vergoeding van schade en/of kosten. De mogelijkheid tot wijziging in dit artikel laat het wijzen van de overeenkomst op basis van het bepaalde in art. 2.163b, 2.163d, 2.163e, 2.163f Aanbestedingswet 2012 en overige wijzigingsclausules opgenomen in de overeenkomst onverlet.
Advies begeleidingsgroep 25-10-2023
Akkoord
De Nummering van de artikelen in de CSJ wordt als onnodig ingewikkeld ervaren. Voor Deel 1 is de nummering Artikel 1A, 1B etc. Voor deel 2 is de nummering: Artikel A, Artikel B, Artikel C, etc. Voor deel 3 is de nummering: Artikel 1, Artikel 2, Artikel 3, etc. Zoals in het PvA van de CSJ staat, is de basis voor de opzet gelegd in de contractstandaarden voor de WLZ. Ik heb deze er ook bij gepakt, daar is de artikelnummering ook eenduidiger dan in de CSJ. Verzoek is als volgt: Is het mogelijk om 1 nummering toe te passen, waarin het Deel van de Overeenkomst is opgenomen?
Artikelnummering voor deel1 is dan als volgt: Artikel 1A, 1B, 1C etc. Artikelnummering Deel 2 is dan: Artikel 2A, 2B, etc. Voor deel 3: Artikel 3A, 3B, 3C, etc.
Indienende organisatie: Rijk van Nijmegen
Document: Overeenkomst jeugdhulp toelatingsprocedure_v1 Artikel: -
Paragraaf: - Pagina: -
Datum indienen: 27-09-2023
Uitkomst marginale toets door het expertteam:
Voor wat betreft de door de RIGG voorgestelde her-nummering zien wij twee nadelen:
• Deel 3 bevat al bijna het hele alfabet aan artikelnummers, nog 3 bepalingen erbij en we
moeten alweer gaan “sub-nummeren”
• De wijzigingen zoals voorgesteld laten vergen wijziging van de gehele CS
Wij zien echter wel redenen en manieren om de nummering aan te passen zodat het eenduidiger wordt.
Advies expertteam:
Nummering aanpassen
Advies begeleidingsteam 25-10-2023:
Akkoord
4. Wijzigingen in wet- en regelgeving
Er is nog geen goed proces ingericht voor wijzigingen van de Contractstandaarden bij een wijziging in wet- regelgeving. Voorop staat dat wet- en regelgeving voorrang heeft op de contractstandaarden. Dat kan door de invoering van de contractstandaarden niet voor eenieder direct duidelijk. De standaarden benoemen de wet- en regelgeving wel maar niet de eventuele wijzigingen als zodanig. Daarom is het belangrijk om een goed proces in te richten.
Bij deze drie (proces) voorstellen aan het expertteam en het projectteam om in behandeling te nemen
1) Voorstel: Toevoegen aan artikel 24 lid 1 wijziging van omstandigheden lid 3, onderdeel 1 na de laatste bullet:
“1. Partijen wijzigen de overeenkomst tussentijds als contractstandaarden voor dit type overeenkomst (inspanningsgericht, outputgericht, taakgericht) landelijk wijzigen. De contractstandaarden kunnen zien op:
- …..
- …..
- wijzigingen in wet- en regelgeving…….”
NB 1. Op deze manier blijft in ieder geval voor aanbestedingen de toets van de wezenlijke wijzigingen in stand (zie lid 2 van datzelfde artikel).
2) Lid 3 van datzelfde artikel kan de ingangsdatum van wet- en regelgeving nog wel doorkruisen. Daar staat namelijk: “…Partijen nemen een termijn van maximaal zes maanden in acht, ingaande de dag na het beschikbaar komen van de gewijzigde contractstandaarden, om de wijziging door te voeren.” Dit is bijvoorbeeld het geval in de situatie waarin wijziging in de
contractstandaarden (volgens het concept PvA) nog moet worden vastgesteld door het bestuur van VNG en dit (door een beperkt aantal vaste vergaderdata) langer duurt dan de ingangsdatum van de wet- en regelgeving.
Voorstel: Toevoegen aan artikel 24 lid 3, “… Hierop is de volgende uitzondering van toepassing. Wijzigingen in wet- en regelgeving zijn leidend. Afhankelijk van de aard van de wijzigingen en het in de wet- en regelgeving genoemde overgangsrecht zijn de wijziging(en) direct van toepassing is (ofwel zijn) op de overeenkomst.
3) In het (concept) PvA Jeugd opnemen dat er een apart wijzigingsproces voor wet- en regelgeving wordt afgesproken. Bijvoorbeeld dat in voorkomende gevallen een wijziging ad hoc schriftelijk (via de mail) kan worden goedgekeurd door het dagelijks bestuur van VNG (met daaraan voorafgaand een schriftelijke ronde van het expertteam en BG etc). Het concept PvA biedt daartoe ruimte, omdat er staat wijzigingen kunnen minimaal plaatsvinden als volgt. Vraag is wel of ad hoc vaststellen altijd een zuiver proces* is en of niet beter het reguliere proces (1x per jaar) kan worden gevoerd. Immers, een (ogenschijnlijk) kleine wijziging kan soms weinig soms grote impact hebben, dan wel op meer manieren uitlegbaar zijn.
Een paar voorbeelden:
a) in de contractstandaarden wordt alleen de verwijzing naar een andere naam voor een artikel in bestaande wet- en regelgeving aangepast: alleen een tekstuele wijzigingen heeft een kleine impact en kan eenvoudig ad hoc worden afgedaan.
b) een verwijzing naar de AMvB reële prijzen al dan niet in combinatie met het (geheel of gedeeltelijk) toepassen van enkel OVA kan heel eenvoudig zijn, maar kan in sommige situaties een grote wijziging teweegbrengen. Deze uitleg en impact wijziging kan ad hoc alleen worden afgedaan indien sprake is van een zuiver ingericht proces. *
c) het overgangsrecht laat contractpartijen diverse keuzes in het contract. Deze wijziging kan in de meeste gevallen wel via een zuiver ad hoc proces worden afgedaan (zie ad b); *
en (los van wet- en regelgeving):
d) gerechtelijke uitspraken al dan niet van de hoogste rechter.
mogelijke oplossingen:
Ad a), b) en c) kunnen meestal worden ondervangen door voorstel 1 en 2.
Ad b, c en d) Indien een wijziging i.v.m. complexiteit meer aandacht vraagt (bijvoorbeeld omdat er discussie is over de uitleg van wet- en regelgeving) kan een ad hoc wijzigingsproces een oplossing
bieden, maar ook veel discussie op leveren. Dit vraagt om een zuiver ingericht proces. * Een zuiver ingericht ad hoc proces vraagt m.i. in ieder geval: duidelijkheid over de invulling (hoe?), wie zijn belanghebbenden? en hoor en weder hoor van diverse belanghebbenden, wie beslist en hoe? Dit kan er ook toe leiden dat wordt besloten om de verdieping (lees: uitleg van wet- en regelgeving) alleen via het reguliere (jaarlijkse) wijzigingsproces te doen. In dat geval is het wellicht wel mogelijk om eerst te beginnen met een goede Q en A. Misschien zie ik iets over het hoofd en zijn er nog meer oplossingen/ noodzakelijk aanvullingen?
Voorstel: kan het expertteam en het projectteam van het Ketenbureau instemmen met het voorgestelde ad hoc proces en desgewenst een aangepast voorstel te doen?
NB 2. Tot slot is van belang op te merken dat de wetgever bij de invoering van nieuwe wet- en regelgeving al rekening houdt met de impact van wijzigingen (in het overgangsrecht). Echter, niet alles is voorzienbaar.
NB 3. Bij VWS kunnen we ook proberen de wet- en regelgeving te laten aansluiten bij de contractstandaarden, maar gelet op de aard van de wijzigingen en de politieke context is dat niet altijd eenvoudig en ook niet altijd mogelijk.
Indienende organisatie: Ministerie van VWS Document: Overeenkomsten
Artikel: 24
Datum indienen: 13-11-2023
Uitkomst marginale toets door het expertteam:
Goed voorstel we horen graag van de begeleidingsgroep welke oplossing het gaat worden.
Uitkomst begeleidingsgroep:
De begeleidingsgroep besluit akkoord te gaan met voorstel 1, 2 en 3.
Waarbij voorstel 3 ook akkoord is met dien ten verstande dat de goedkeuring van de stuurgroep met terugwerkende kracht opgehaald wordt en dan ook de Contractstandaarden daadwerkelijk worden aangepast. We spreken af dat het Expertteam de jurisprudentie bijhoudt in relatie tot wijzigingen in de Contractstandaarden Jeugd. Deze wordt opgenomen in de Q&A en bij de volgende release opgenomen in de Contractstandaarden Jeugd (wel maatwerk indien het een gewichtige uitspraak is).
Tekstvoorstel Artikel 24 lid 1
Toevoegen aan artikel 24 lid 1 wijziging van omstandigheden lid 3, onderdeel 1 na de laatste bullet: “1. Partijen wijzigen de overeenkomst tussentijds als contractstandaarden voor dit type overeenkomst (inspanningsgericht, outputgericht, taakgericht) landelijk wijzigen. De wijzigingen op de contractstandaarden kunnen zien op: - ….. - ….. - wijzigingen in wet- en regelgeving…….” NB 1. Op deze manier blijft in ieder geval voor aanbestedingen de toets van de wezenlijke wijzigingen in stand (zie lid 2 van datzelfde artikel).
Tekstvoorstel Artikel 24 lid 3
Hierop is de volgende uitzondering van toepassing. Wijzigingen in wet- en regelgeving zijn leidend. Afhankelijk van de aard van de wijzigingen en het in de wet- en regelgeving genoemde overgangsrecht is de wijziging(en) direct van toepassing op de overeenkomst. Toelichting bij artikel 24 (lid 2): 4 / 6 De wetgever heeft bij de invoering van nieuwe wet- en regelgeving al rekening gehouden met de impact van wijzigingen (in het overgangsrecht). Echter, niet alles is voorzienbaar en een en ander kan verschillen per situatie ( per contract ). Het is raadzaam dat de gemeente een en ander per situatie (contract) bekijkt.
5. Tekstuele aanscherping bij een declaratie
In Artikel 14 van de Overeenkomst staat uitgelegd wat onder een declaratie wordt verstaan. Deze uitleg zou aangescherpt kunnen worden.
Huidige tekst:
Een declaratie is een verantwoordingsdocument waarin een geleverde dienst of geleverd product wordt weergegeven2. Het landelijk berichtenverkeer ondersteunt uitsluitend de uitwisseling van declaratieberichten op basis waarvan gemeenten hun betalingen aan jeugdhulpaanbieders (dienen te) verrichten. Voor de inspanningsgerichte en outputgerichte uitvoeringsvariant zijn standaard administratieprotocollen (SAP) vastgesteld waarin de iJw-standaard ook voor het declareren is uitgewerkt in een op de uitvoeringspraktijk gerichte instructie ten behoeve van de administratieve verwerking en de vertaling van de contractuele afspraken naar de inrichting van de applicaties, processen, gegevens, het berichtenverkeer, waaronder de geldende termijnen en de van toepassing zijnde overige voorschriften zoals toegelicht bij artikel 12 in dit deel van de contractstandaard. De declaratieprocessen zijn beschreven in de paragrafen 2.5 van de standaard administratieprotocollen inspanningsgericht3 en outputgericht4. Bij de taakgerichte uitvoeringsvariant is geen sprake van declaraties op cliëntniveau. De taakgerichte uitvoeringsvariant kent drie implementatiewijzen:
• één met gebruik van berichtenverkeer waarbij alleen de Start- en Stopberichten worden gebruikt,
• één met gebruik van berichtenverkeer waarbij het volledige berichtenverkeer wordt gebruikt (uitgezonderd de declaratieberichten) en
• één zonder gebruikmaking van het berichtenverkeer5.
–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
2 Zorginstituut Nederland, xxxxx://xxxxxxxxxxxxxxx.xxxxxxxxxxxx.xx/0000/xxxxxx_0.xxxx?xxxxxxx000000, geraadpleegd op 29 maart 2022
3 SAP Inspanningsgerichte uitvoeringsvariant, xxxxx://x-xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxx/xxxxxx/0xxxx000-0xxx-00x0-0000-x0xxx0xx00xx, geraadpleegd op 29 maart 2022
4 SAP Outputgerichte uitvoeringsvariant, xxxxx://x-xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxx/xxxxxx/0x0x0000-00xx-0000-0x00-xx000000000x, geraadpleegd op 29 maart 2022
5 SAP Taakgerichte uitvoeringsvariant, xxxxx://x-xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxx/xxxxxxxx/xx0x0x00-0x00-0xx0-00x0-00x0x00000x0/xxx- taakgericht-versie-3.pdf, p.4, geraadpleegd op 11 mei 2022
Tekstvoorstel:
Voor de inspanningsgerichte- en outputgerichte uitvoeringsvariant zijn standaard administratieprotocollen (SAP) vastgesteld waarin de iJW-standaard ook voor het declareren is uitgewerkt. Deze uitwerking in het SAP is een op de uitvoeringspraktijk gerichte instructie ten behoeve van de administratieve verwerking en de vertaling van de contractuele afspraken naar de inrichting van de applicaties, processen, gegevens en het berichtenverkeer, waaronder de geldende termijnen en de van toepassing zijnde overige voorschriften zoals toegelicht bij artikel 12 in dit deel van de contractstandaard.
Indienende organisatie: Ketenbureau i-Sociaal Domein Document: Overeenkomst
Artikel: 14 Paragraaf:
Pagina:
Datum indienen: 22-11-2023
Uitkomst marginale toets door het expertteam:
Overnemen
Uitkomst begeleidingsgroep:
Akkoord met deze tekstuele wijziging
6. UBO (Ultimate Benifical Owner)
Artikel 16 van de Overeenkomst geeft aan dat het UBO-register ingevuld moet worden. Hier staat dat het alleen voor nieuw opgerichte entiteiten moet en dat een deel publiek toegankelijk is. Het UBO is echter niet alleen voor nieuw opgerichte entiteiten maar ook voor bestaande.
Daarnaast zijn sinds 22 november 2022 de UBO-gegevens niet meer openbaar en is het niet meer mogelijk om een KVK uittreksel UBO-register aan te vragen. Minister Xxxx van het ministerie van Financiën heeft KVK gevraagd tijdelijk geen informatieverstrekkingen uit het UBO-register meer te verzorgen. Dit besluit is genomen naar aanleiding van de uitspraak van het Europese Hof van Justitie.
Huidige tekst:
Op 27 september 2020 is het UBO-register voor vennootschappen en andere juridische entiteiten in werking getreden. Het UBO-register is onderdeel van het handelsregister.
–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
[2] Kamer van Koophandel, xxxxx://xxx.xxx.xx/xxxxxxxxxxx-xx-xxxxxxxx/xxx-xxxxxx/xxxx-xx-xxxxxxxx-xxx-xxxx-xx-xxx-xxx-xxxxxxxx-xxxxxxxx/, geraadpleegd op 29 maart 2022
De volgende informatie moet worden ingeschreven in het UBO-register, waarvan publiek toegankelijk:
• naam;
• geboortemaand, geboortejaar,
• woonstaat en nationaliteit;
• aard en omvang van het gehouden economisch belang (dit ziet enkel op aandelen, stemrechten of eigendomsbelang, in bandbreedtes van 25%);
Niet publiek toegankelijk:
• geboortedag, geboorteplaats, geboorteland en woonadres;
• BSN / buitenlands fiscaal identificatienummer (TIN);
• afschriften van documenten op grond waarvan de voormelde persoonsgegevens zijn geverifieerd (bijv. kopie paspoort);
Het UBO-register is van belang in het kader van het voorkomen van fraude met zorggelden. Het register maakt zichtbaar wie de uiteindelijke ontvanger is van de winsten van een onderneming.
Tekstvoorstel
–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
[3] Handelsregisterbesluit 2008, artikel 35b lid 2, xxxxx://xxxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx/xxx-0000-000.xxxx, geraadpleegd op 29 maart 2022
Toelichting op het UBO-register
Het UBO-register is voor vennootschappen en andere juridische entiteiten in werking getreden en is onderdeel van het handelsregister.
De uiteindelijk belanghebbenden van die entiteiten dienen in het UBO-register te worden ingeschreven[2]. De volgende informatie moet worden ingeschreven in het UBO-register.
• naam;
• geboortemaand, geboortejaar,
• woonstaat en nationaliteit;
• aard en omvang van het gehouden economisch belang (dit ziet enkel op aandelen, stemrechten of eigendomsbelang, in bandbreedtes van 25%);
• geboortedag, geboorteplaats, geboorteland en woonadres;
• BSN / buitenlands fiscaal identificatienummer (TIN);
• afschriften van documenten op grond waarvan de voormelde persoonsgegevens zijn geverifieerd (bijv. kopie paspoort);
• afschriften van documenten waaruit de aard en omvang van het door de UBO gehouden economisch belang blijken [3]
Het UBO-register is van belang in het kader van het voorkomen van fraude met zorggelden. Het register maakt zichtbaar wie de uiteindelijke ontvanger is van de winsten van een onderneming.
[2]
Kamer van Koophandel, xxxxx://xxx.xxx.xx/xxxxxxxxxxx-xx-xxxxxxxx/xxx-xxxxxx/xxxx-xx-xxxxxxxx-xxx-xxxx-xx-xxx-xxx-xxxxxxxx-
openbaar/, geraadpleegd op 29 maart 2022
(3)
Handelsregisterbesluit 2008, artikel 35b lid 2, xxxxx://xxxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx/xxx-0000-000.xxxx, geraadpleegd op 29 maart
2022
Indienende organisatie: Ketenbureau i-Sociaal Domein Document: Overeenkomst
Artikel: 16
Datum indienen: 22-11-2023
Uitkomst marginale toets door het expertteam:
Overnemen
Uitkomst begeleidingsgroep:
Akkoord met deze wijziging met het verzoek om de toelichting aan te passen met een verwijzing naar de brief van minister Xxxxxxxx.
Onverminderd de geldigheid van deze overeenkomst betaalt de Gemeente nooit aan een Jeugdhulpaanbieder die zijn UBO niet bekend maakt of waarvan een UBO onder een wettelijke sanctieregeling valt’.
Wat is de gehanteerde definitie van UBO?
Bedoelen wij hier alleen personen die meer dan 25% aandelen/stemrecht/eigendomsbelang/economisch belang hebben (uitvoeringsbesluit Wwft 2018, artikel 3) of de ‘uiteindelijk belanghebbende’ (zoals bedoeld in Wwft, artikel 10a, persoon die uiteindelijke eigenaar is van of zeggenschap heeft)?
Eerste is te beperkt voor het doel dat dit specifieke artikel wil bereiken, maar is wel hoe UBO ‘over zijn algemeenheid begrepen wordt’. Bijv. binnen Bibob is niet UBO-register, maar aandeelhoudersregister het uitgangspunt. Ook bij exorbitante beloningen van bestuurders (waar wij in de geest van de governancecode zorg en sober omgaan met zorggelden naar kijken) hoeft er geen sprake te zijn van >25% aandelen.
Indien eerste definitie: dan wijzigingsverzoek om tweede definitie te hanteren. Indienende organisatie: Jeugdzorgregio Rijk van Nijmegen
Document: Overeenkomst
Artikel: 16 UBO
Pagina: 88
Datum indienen: 29-12-2023
Uitkomst marginale toets door het expertteam:
Uiteindelijk belanghebbende, de tweede definitie dus.
Ter verduidelijking voetnoot toevoegen aan artikel 16 lid 1:
artikel 10a Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme
Uitkomst begeleidingsgroep:
Begeleidingsgroep is akkoord om een voetnoot toe te voegen.
8. Overeenkomst ondertekeningsblok
In de overeenkomst is nu geen mogelijkheid opgenomen voor de ondertekening. Verzoek is om dit toe te voegen.
Indienende organisatie: Jeugdzorgregio Rijk van Nijmegen Document: Overeenkomst
Datum indienen: 29-12-2023
Uitkomst marginale toets door het expertteam:
Geen bezwaren, voorstel overnemen.
Uitkomst begeleidingsgroep:
De begeleidingsgroep is niet akkoord om een ondertekeningsblok op te nemen. Wel wordt er een kopje ondertekening toegevoegd. Gemeenten kunnen dit zelf uitbreiden bij het opstellen van de overeenkomst.
Het akkoord vragen op de uitvoeringseisen (extra formulier) is naar onze mening overbodig, onvolledig en extra administratieve last. Neem ergens in het inkoopdocument op (?5.2?) dat
Huidige tekst
De uitvoeringseisen die van toepassing zijn op deze aanbestedingsprocedure en de te sluiten overeenkomst, zijn opgenomen in het programma van eisen (verder: pve) in bijlage
***. De potentiële jeugdhulpaanbieder dient bij zijn verzoek tot deelneming of inschrijving een rechtsgeldig ondertekend standaardformulier XX (format opgenomen in bijlage ***) te voegen.
Tekstvoorstel
Toevoegen bijvoorbeeld bij 5.2.
De potentiële aanbieder gaat met ondertekening van het UEA expliciet akkoord met alles wat in de aanbestedingsstukken (inclusief het programma van eisen) staat omschreven.
Dan is het akkoord ook meteen volledig. Het gaat niet alleen om akkoord op uitvoeringseisen, maar op alle voorwaarden.
Indienende organisatie: Jeugdzorgregio Rijk van Nijmegen Document: Inkoopdocument
Paragraaf: 3.2 en 5.3.3.
Pagina: 13 en 19
Datum indienen: 29-12-2023
Uitkomst marginale toets door het expertteam:
Geen bezwaren, advies: overnemen.
Uitkomst begeleidingsgroep:
Dit wijzigingsverzoek is niet langs de begeleidingsgroep gegaan, omdat het hier om een administratief verzoek gaat. In de begeleidingsgroep is afgesproken dat het Ketenbureau i-Sociaal Domein mag beslissen over deze wijzigingsverzoeken. Het Ketenbureau heeft besloten het expertteam te volgen en akkoord te gaan met het wijzigingsverzoek.
10. Verklaring jeugdhulpaanbieder
Extra artikel toevoegen aan deel 3 CSJ, zijnde een algemeen geformuleerde verklaring van de jeugdhulpaanbieder. Dit omdat dit artikel momenteel in onze Open House overeenkomst staat en in de praktijk blijkt dat juist aan dit artikel veel vorderingen tot nakoming e.d. worden opgehangen. Tekstvoorstel:
Indienende organisatie: Gemeente Groningen Document: Overeenkomst
Artikel X Verklaring Jeugdhulpaanbieder
1. De jeugdhulpaanbieder heeft verklaard en kan op verzoek van de gemeente aantonen dat de uitsluitingscriteria genoemd in * niet van toepassing op hem zijn;
2. De jeugdhulpaanbieder heeft verklaard en kan op verzoek van de gemeente aantonen dat de jeugdhulpaanbieder voldoet aan de geschiktheidseisen genoemd in *;
3. De jeugdhulpaanbieder heeft verklaard en kan op verzoek van de gemeente aantonen dat de jeugdhulpaanbieder binnen de door de gemeente vastgestelde maximale tarieven voldoet aan de specifieke eisen gesteld aan *
Artikel: extra artikel in deel 3 Datum indienen: 08-12-2023
Uitkomst marginale toets door het expertteam:
Toevoegen aan artikel 19 lid 2.
De eerste twee punten zijn van toepassing op zowel de toelatingsprocedure als de aanbesteding en kunnen worden verwerkt in de redactie van art. 19 lid 2 sub a. Het derde punt zou moeten (kunnen) worden ingevoegd na sub a: "Als de jeugdhulpaanbieder in strijd met zijn verklaring op een daartoe strekkend verzoek van de gemeente, niet kan aantonen dat……
Uitkomst begeleidingsgroep:
Voorstel is akkoord, het expertteam komt met een tekstuele suggestie voor de toelatingsprocedure en de aanbestedingsprocedure. Lid 3 is alleen van toepassing op de toelatingsprocedure. Xxxxxx xx Xxxxxx van Groningen gaat hier nog een nadere specificatie op sturen naar Xxx Xxxxx.
Toevoegen aan de tekst: tijdens de uitvoering van de overeenkomst gelden deze voorwaarden….
Extra artikel toevoegen aan deel 3 CSJ over kennisgevingen. Tekstvoorstel
Artikel X: Kennisgevingen, Gemeentelijk handelen
1. Kennisgevingen die Partijen op grond van de Overeenkomst aan elkaar zullen doen, vinden schriftelijk plaats. Mondelinge mededelingen, toezeggingen of afspraken die betrekking hebben op deze Overeenkomst, hebben geen rechtskracht, tenzij deze uitdrukkelijk schriftelijk zijn bevestigd door het daartoe bevoegde orgaan van de Partij aan wie dit is gericht.
2. Indien en voor zover van toepassing geldt het bepaalde in de Overeenkomst onverlet de publiekrechtelijke verantwoordelijkheden van de gemeente. Dit houdt in, dat er van de zijde van de gemeente geen sprake is van een toerekenbare tekortkoming, indien het handelen naar deze verantwoordelijkheden eist dat de gemeente publiekrechtelijke rechtshandelingen verricht die niet in het voordeel zijn van de aard of de strekking van deze Overeenkomst.
3. Het bepaalde in dit artikel is tevens van toepassing op nader af te sluiten overeenkomsten, waaronder – maar niet uitsluitend – de Bijzondere delen van de overeenkomsten."
Indienende organisatie: Gemeente Groningen Document: Overeenkomst
Artikel: extra artikel in deel 3 Datum indienen: 08-12-2023
Uitkomst marginale toets door het expertteam:
Geen bezwaren, advies: overnemen.
Uitkomsten van de begeleidingsgroep:
Het afsluiten van een nadere overeenkomst is nog niet verwerkt in de CSJ (lid 3). Dat lijkt wel nuttig, maar dat moet dan elders in de CSJ worden verwerkt, met dien verstande dat dan alle bepalingen uit de CS van toepassing zijn op de eventuele NOK’s (en niet alleen dit artikel).
Toevoegen in de PvE of in een andere bijlage van het document: Daartoe bevoegde personen geven akkoord.
Artikel X: Meewerkingsplicht
De jeugdhulpaanbieder verleent zijn volledige medewerking aan rekenkamer(commissies), rekenkameronderzoeken van de gemeente en onderzoek door onderzoeksbureaus ingeschakeld door de gemeente en levert alle benodigde dan wel opgevraagde documenten en informatie tijdig aan.
Extra artikel toevoegen aan deel 3 CSJ over meewerkingsplicht Tekstvoorstel:
Indienende organisatie: Gemeente Groningen Document: Overeenkomst
Artikel: extra artikel in deel 3 Datum indienen: 08-12-2023
Uitkomst marginale toets door het expertteam:
De rekenkamer(commissie) is een prima uitbreiding. Onderzoeksbureaus: mits deze een opdracht uitvoeren, gerelateerd aan de betreffende overkomst. Zie ook artikel 10 met name lid 1 en de gedachte daarachter.
Uitkomst begeleidingsgroep:
Akkoord met het voorstel maar dan zonder de onderzoeksbureaus. Beperken tot de rekenkamercommissie.
Als het college de opdracht krijgt van de gemeenteraad voor medewerking aan de rekenkamer dan dient de aanbieder ook mee te werken.
13. Verbod communicatie tijdens procedure expliciet maken
Aangezien hier een groot juridisch risico zit (gelijke informatie/schijn van beïnvloeding) missen wij hier de waarschuwing dat er geen contact opgenomen mag worden met de medewerkers van de Aanbestedende dienst tijdens de aanbesteding.
Tekstvoorstel
Het is niet toegestaan medewerkers van Aanbestedende dienst tijdens deze aanbestedings-
/inkoopprocedure te benaderen over deze aanbestedings-/inkoopprocedure.
Indienende organisatie: Jeugdzorgregio Rijk van Nijmegen Document: Inkoopdocument
Paragraaf: 1.2.
Pagina: 6
Datum indienen: 29-12-2023
Uitkomst marginale toets door het expertteam:
Geen bezwaren, advies: overnemen.
Uitkomst begeleidingsgroep:
Akkoord met voorstel.
Toevoegen: Over andere zaken dan de aanbestedingsprocedure mag wél worden gesproken.. Staat ook in de aanbestedingswet maar goed om hier nog expliciet te vermelden. Dit helpt in het proces.
14. Explicitering verschil hoofd-onderaannemer in relatie gemeente
Bij 5.4.1 Hoofdaannemer missen wij dat de gemeente uitsluitend werkt met de hoofdaannemer (dit is niet voor alle partijen bekend).
Tekstvoorstel
De Hoofdaannemer is het aanspreekpunt voor de Opdrachtgever, alsmede de gevolmachtigde om zowel Hoofdaannemer als haar Onderaannemers tijdens de aanbestedingsprocedure en de looptijd van de Raamovereenkomst te vertegenwoordigen in de verhouding met de Opdrachtgever.
Opdrachtgever accepteert uitsluitend declaraties van de Hoofdaannemer en is niet aansprakelijk of verantwoordelijk jegens de afzonderlijke Onderaannemers voor betaling. Uitsluitend de Hoofdaannemer kan (rechts)handelingen afdwingen van Opdrachtgever.
Indienende organisatie: Jeugdzorgregio Rijk van Nijmegen Document: Inkoopdocument
Paragraaf: 5.4.1.
Pagina: 22
Datum indienen: 29-12-2023
Uitkomst marginale toets door het expertteam:
Geen bezwaren. Wel toevoegen aan de laatste zin “met betrekking tot de overeenkomst”.
Uitkomst begeleidingsgroep:
De begeleidingsgroep is akkoord met het voorstel echter dit zou toegevoegd moeten worden in de overeenkomst, niet in het inkoopdocument.
Het expertteam gaat kijken waar dit geplaatst gaat worden in de overeenkomst.
Wij missen duidelijkheid over de deadline van vragen stellen. En dat de vragen niet technisch kunnen zijn (gebeurt regelmatig).
Tekstvoorstel
Potentiële aanbieders kunnen steeds vragen stellen over de aanbestedingsprocedure en dit inkoopdocument. Potentiële aanbieders mogen ook voorstellen doen ten aanzien van dit inkoopdocument en bijlagen. Dit kan tot in de elektronische planning aangegeven datum.
Potentiële aanbieders dienen voor het stellen van hun vragen en het doen van voorstellen gebruik te maken van het aangegeven aanbestedingsplatform. Vragen die niet zijn gesteld via het aanbestedingsplatform, neemt de Gemeente niet in behandeling. Ook vragen gesteld na de in de elektronische planning aangegeven termijn, neemt de gemeente niet in behandeling. Technische vragen over het aanbestedingsplatform dienen te worden gesteld aan de servicedesk van het aanbestedingsplatform.
Indienende organisatie: Jeugdzorgregio Rijk van Nijmegen Document: Inkoopdocument
Paragraaf: 5.5
Pagina: 23
Datum indienen: 29-12-2023
Uitkomst marginale toets door het expertteam:
Geen bezwaren, advies: overnemen.
Uitkomst begeleidingsgroep:
Akkoord met het voorstel. Waarbij de zin over dat de gemeente niet in behandeling neemt nog aangepast moet worden. Xxxxxx xx Xxxxxx gaat hier een tekstuele suggestie voor opstellen.
In de huidige tekst staat dat de Jeugdhulpaanbieder zijn gegevens actueel houdt in de door de Gemeente daarvoor beschikbaar gestelde applicatie. Een applicatie per regio betekent toch juist meer administratie? (inloggen e.d.).
Tekstvoorstel
Partijen waarborgen dat de andere partij beschikt over actuele contactpersonen en –
gegevens.
Suggestie
Specificeer dat het om postadres, bezoekersadres, algemeen emailadres, naam/telefoonnummer/e-mailadres contactpersonen gaat. Ook om duidelijk te maken dat het NIET om AGB/KvK/rechtsvorm/naam rechtspersoon/IBAN gaat. Die gegevens wijzigen vraagt om goedkeuring/addendum en implementatietijd (impact backoffice).
Indienende organisatie: Jeugdzorgregio Rijk van Nijmegen Document: Overeenkomst
Artikel: 1 lid 9
Pagina: 49
Datum indienen: 29-12-2023
Uitkomst marginale toets door het expertteam:
Met opmerkingen [EL1]: Vraagsteller is gevraagd of dit klopt
Artikel is geschreven met de feitelijke vaststelling dat elke gemeente nu zo’n applicatie gebruikt en dat die verschillend kunnen zijn. Het voorstel geeft nog meer mogelijkheden door alleen van een waarborg-verplichting te spreken. De suggestie past ook niet bij het voorstel, maar is een voorstel op zich. Niet op deze manier overnemen, maar op andere manier oplossen.
Bovendien is de toelichting duidelijk over het soort gegevens dat het betreft.
Aanvullende informatie Rijk van Nijmegen
Wij beschikken over Steunwijzer, in die applicatie deelt een aanbieder zijn contactgegevens voor externe partners (bijv. verwijzers en andere aanbieders), maar niet de persoonlijke contactgegevens van accounthouders. Die gegevens lijken hier te worden bedoeld.
Wij hebben op dit moment geen aparte app voor die contactgegevens. Een specifieke aanbieder kan ons een wijziging gewoon mailen (centraal adres). Daarvoor hoeven zij niet in te loggen in een aparte applicatie.
Volgens mij gaat het erom dat partijen over elkaars actuele contactgegevens beschikken, in het bijzonder van de accounthouders. Niet om het verplichten van extra apps waarvan je je kan afvragen of het helpt in de administratieve lasten.
Uitkomst marginale toets nav de aanvullende informatie:
Voorstel om artikel aan te passen als volgt (NB. Conform voorstel CS Wmo 0.2):
De ene partij zorgt ervoor dat de andere partij steeds beschikt over de volgende meeste actuele informatie: - postadres, - bezoekadres, - algemeen emailadres, - contactpersoon (naam/telefoonnummer/e-mailadres).
17. Informatieplicht is onvolledig, in het bijzonder in relatie tot de uitsluitingsgronden
Wij missen bij de informatieplicht de rapporten van andere toezichthoudende en opdrachtgevende organen zoals Wmo-toezicht, zorgkantoren, belastingdienst, ACM e.d.
En rapporten die betrekking hebben op vertegenwoordiger/betrokkene (conform uitsluitingsgronden/BIBOB). Ook die kun je als gemeente betrekken op de overeenkomst. Ook daarop heb je als gemeente een informatieplicht nodig vanuit de aanbieder (het is niet openbare informatie).
Tekstvoorstel
Meldplichten overig
Opdrachtnemer stelt Opdrachtgever binnen 5 werkdagen op de hoogte van:
a. Datgene vermeld in deel 3, artikel 10, lid 3, sub a (onderzoeken IGJ of gemeentelijk toezichthouder);
b. Onderzoeken door andere met toezicht belaste- en/of opdrachtgevende partijen (in het bijzonder de zorgkantoren, belastingdienst en justitie) naar Opdrachtnemer of personen die onderdeel zijn van het bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan van Opdrachtnemer of daarin vertegenwoordigings-, beslissings- of controlebevoegdheid hebben. Opdrachtnemer informeert Opdrachtgever en stuurt zodra beschikbaar een afschrift van het onderzoek en de eventuele te nemen maatregelen door de toezichthouder/opdrachtgever voor zover deze niet openbaar zijn. Opdrachtgever betrekt de bevindingen op de overeenkomst.
c. Feiten en omstandigheden waarbij sprake is/zal zijn van maatschappelijke onrust en/of media-aandacht;
d. Feiten en omstandigheden die tot een afwijking van de bepalingen uit de overeenkomst of tot (gedeeltelijke) niet nakoming van de overeenkomst zouden kunnen leiden;
e. Vermoedens van fraude of oneigenlijk gebruik van voorzieningen.
Indienende organisatie: Jeugdzorgregio Rijk van Nijmegen Document: Overeenkomst
Artikel: 4 lid 2 en artikel 10
Datum indienen: 29-12-2023
Uitkomst marginale toets door het expertteam:
Sub a geen bezwaar, advies overnemen. Met dien verstande dat niet artikel 10 lid 3 sub a hier over gaat, maar artikel 10 lid 2 sub a.
Sub b, e.e.a. moet proportioneel zijn en in lijn met privacywetgeving. Daarom b niet zonder bezwaren. Toevoegen dat de onderzoeken ook relevantie moeten hebben voor de opdracht/opdrachtgever en resultaten alleen gedeeld met naleving van privacyregels.
Sub c bezwaarlijk, want te ruim geformuleerd. Sub d, idem. Te ruim geformuleerd.
Sub e Te ruim geformuleerd; nader aanscherpen?
Uitkomst begeleidingsgroep:
De begeleidingsgroep.
Expertteam 14 maart 2024:
Nog geen aanscherping van Nijmegen ontvangen.
Uitkomst marginale toets nav de aanvullende informatie:
Aangezien geen verdere reactie ontvangen, werken wij nu uit zoals eerder vastgesteld door BG.
In het inkoopdocument Open House is een termijn van 20 kalenderdagen opgenomen om een kortgedingprocedure te starten. Deze duur is niet verplicht volgens de wet. Wij willen de vrijheid om per procedure te kunnen bepalen welke termijn nodig is. Als je verwacht dat (vrijwel) elke partij gegund krijgt (wat bij Open House toch vaak de bedoeling is), is een dergelijke lange termijn niet nodig. Dan wil je juist zo snel mogelijk weer in contact kunnen treden met je partijen om de nieuwe contractfase voor te bereiden.
Indienende organisatie: Jeugdzorgregio Rijk van Nijmegen Document: Inkoopdocument
Paragraaf: 5.6.2 Rechtsgang
Pagina: 25
Datum indienen: 29-12-2023
Uitkomst marginale toets door het expertteam:
Deze bepaling is besproken in de totstandkomingsfase van het inkoopdocument voor toelatingsprocedures (open house). Er is toen voor gekozen om de door indiener voorgestelde bepaling niet over te nemen om de rechtsgang voor alle inkoopprocedures gelijk te trekken en de Aanbestedingswet 2012 te volgen. De belangenafweging is toen dus anders geweest. Juridisch zijn er geen bezwaren om tot aanpassing over te gaan.
Uitkomst begeleidingsgroep:
Aanbieders willen graag wel die 20 kalenderdagen erin hebben omdat ook bij een Open house kan een aanbieder afgewezen worden omdat deze niet voldoet aan de eisen.
Het wijzigingsverzoek is afgewezen door de begeleidingsgroep. Wel zal de toelichting op dit artikel hierop aangepast worden.
19. Paragraaf over groepsvorming
De bepaling in 5.4.3 van het inkoopdocument is niet helemaal correct. Een 403-verklaring wordt afgegeven bij geconsolideerde jaarrekeningen. Het is uiteraard niet de bedoeling dat aanbestedende diensten bepalen of een groepsmaatschappij consolideert. Daarom zou er een standaard garantieverklaring moeten komen die moet worden ingediend, maar waarvan kan worden afgezien als er een 403-verklaring is gedeponeerd (of je voegt het toe aan de overeenkomst en laat die mede ondertekenen door de moeder tenzij er een 403-verklaring is gedeponeerd).
Indienende organisatie: Gemeente Haarlemmermeer Document: Inkoopdocument
Paragraaf: 5.4.3
Pagina: 23
Datum indienen: 22-11-2022
Uitkomst marginale toets door het expertteam:
We gaan dit onderzoeken en passen en zo nodig de bepaling met inachtneming van de aangeleverde informatie aan.
Reactie na onderzoek:
Potentiële jeugdhulpaanbieders die als rechtspersoon onderdeel uitmaken van een groep, kunnen alleen een verzoek tot deelneming indienen onder overlegging van een eigen verklaring van de moedervennootschap dat deze eventuele schulden van de potentiële jeugdhulpaanbieder afdekt gedurende de looptijd van de overeenkomst. Dat wil zeggen dat de moedervennootschap ook hoofdelijk aansprakelijk is bij de uitvoering van de overeenkomst. In het geval van consolidatie van jaarrekeningen kan de potentiële jeugdhulpaanbieder in plaats van een eigen verklaring een zogenaamde 403-verklaring overleggen.
Eens dat het artikel moet worden aangepast. Tekstvoorstel is:
Uitkomst begeleidingsgroep:
De begeleidingsgroep besluit dat het tekstvoorstel akkoord is en dat het wijzigingsverzoek wordt overgenomen.
Het artikel over de aansluiting van de hulp past niet bij de situatie waarin de lokale toegang betrokken is. Als onze lokale toegang betrokken is, bepaalt zij wie de regie voert. Daarnaast zien wij op dit punt graag de focus op het gezin en daarmee ook de verbinding tussen jeugdhulp en maatschappelijke ondersteuning.
Tekstvoorstel
‘Als de hulp (jeugdhulp en/of maatschappelijke ondersteuning) aan het gezin bestaat uit een samenstelling van diensten geleverd door verschillende aanbieders, dan wijst de gemeente/lokale toegang de aanbieder aan die ervoor verantwoordelijk is dat het daarop aanvullende onderdeel optimaal aansluit voor het gezin. Dit kan ook een medewerker vanuit de lokale toegang zelf zijn. Wijst de gemeente/de lokale toegang geen aanbieder aan, dan is de aanbieder die start met de hulp ervoor verantwoordelijk dat het daarop aanvullende onderdeel optimaal aansluit voor het gezin, tenzij de betrokken aanbieders daar onderling afspraken over maken. Als twee of meerdere aanbieders gelijktijdig starten met hulp, zijn alle aanbieders verantwoordelijk totdat zij daar onderling andere afspraken over maken.
Indienende organisatie: Jeugdzorgregio Rijk van Nijmegen Document: Overeenkomst
Artikel: 1 lid 3
Pagina: 42
Datum indienen: 29-12-2023
Uitkomst marginale toets door het expertteam:
Geen bezwaren, indien beleidsmatig ook gewenst: overnemen.
Als de beleidsmatige wens vaststaat, wordt de toelichting in overeenstemming gebracht met de nieuwe redactie van de bepaling.
Uitkomst begeleidingsgroep:
Voorstel is vaag omschreven, en is daarmee multi-interpretabel.
De gemeente krijgt de regie om de zorg te laten starten en de mogelijkheid voor regie door gemeenten moet blijven bestaan.
Eventueel splitsen naar: gemeente regelt de toegang en de gemeente regelt niet de toegang. Niet akkoord met het huidige voorstel. Er volgt een tegenvoorstel vanuit het expertteam , gericht op een kanbepaling.
Het wijzigingsverzoek komt dan terug bij de begeleidingsgroep.
Tekstvoorstel expertteam 14 maart 2024:
‘Als de jeugdhulp en/of maatschappelijke ondersteuning geleverd op één woonadres bestaat uit een samenstelling van diensten geleverd door verschillende (jeugdhulp)aanbieders, dan is de gemeente ervoor verantwoordelijk dat de verschillende diensten optimaal op elkaar aansluiten, mits de gemeente niet een derde heeft aangewezen om deze verantwoordelijkheid op zich te nemen.
Toelichting: op deze wijze ligt de regie volledig bij de gemeente. Wijst zij geen derde aan, dan is zij zelf verantwoordelijk. Wijst zij wel een derde aan (dat kan een aanbieder zijn, maar ook de lokale toegang), dan is die derde verantwoordelijk. De gemeente is alleen verantwoordelijk te houden als zij niet een derde heeft aangewezen. De bewijslast ligt niet bij de gemeente om aan te tonen dat dat zij een derde heeft aangewezen, maar bij de derde om aan te tonen dat de gemeente dat niet heeft gedaan (als de gemeente stelt dat wel gedaan te hebben).
Uitkomst begeleidingsgroep:
De begeleidingsgroep gaat akkoord met het voorstel van het expertteam van 14 maart 2024. Wel de laatste zin verwijderen van de toelichting. Deze zin is niet juist.
In specifieke vormen van jeugdzorg zoals de deeltijd pleegzorg zijn de wachttijden volgens de Treeknormen niet voldoende adequaat. Het is daarom dat wordt voorgesteld om te verwijzen naar normen specifiek ontwikkeld voor jeugdzorg of, zo lang dat deze er niet zijn, een uitzondering op toepassing van de Treeknormen toe te staan indien de vorm van de jeugdzorg dit vergt.
Huidig artikel
De Jeugdhulpaanbieder spant zich in om wachttijden te voorkomen. De actuele Treeknormen zijn van toepassing. Als de Jeugdhulpaanbieder niet binnen een specifieke branche valt, dan zijn op hem de Treeknormen Gehandicaptenzorg van toepassing.
Indienende organisatie: Regio Zuid-Limburg Document: Overeenkomst
Artikel: 5 lid 1
Pagina: 57
Datum indienen: 27-11-2023
Uitkomst marginale toets door het expertteam:
Een lijst met vormen van jeugdzorg die niet aan de treeknormen kunnen voldoen opnemen bij het voorstel. In dat geval, geen bezwaar.
Uitkomst begeleidingsgroep:
Niet akkoord met het huidige voorstel. Er volgt een tegenvoorstel vanuit het expertteam, rekening houdend met de wachttijden voor pleegzorg.
Tekstvoorstel expertteam 14 maart 2024:
De Jeugdhulpaanbieder spant zich in om wachttijden te voorkomen. Als op de jeugdhulp die Jeugdhulpaanbieder biedt specifieke, landelijk vastgestelde normen van toepassing zijn, past de jeugdhulpaanbieder deze toe. Bestaan deze landelijk vastgestelde normen niet, dan zijn de actuele Treeknormen van toepassing. Als de Jeugdhulpaanbieder niet binnen een specifieke branche valt, dan zijn op hem de Treeknormen Gehandicaptenzorg van toepassing. Als de Treeknormen Gehandicaptenzorg volgens de Jeugdhulpaanbieder niet passend zijn voor de jeugdhulp die Jeugdhulpaanbieder biedt, dan mag de Jeugdhulpaanbieder met schriftelijke toestemming van de Gemeente daarvan afwijken. Partijen spreken bij die toestemming een specifieke norm af.
Toelichting: Er is een gelaagdheid aangebracht in het voorstel. Is er een norm beschikbaar, dan moet de jeugdhulpaanbieder deze toepassen. Anders zijn Treeknormen van toepassing. Valt een jeugdhulpaanbieder niet in een specifieke branche (GGZ, GHZ, VVT) dan geldt de norm voor de gehandicaptenzorg. Als ook dat niet passend is, kunnen de gemeente en jeugdhulpaanbieder maatwerkafspraken maken over een norm. De gemeente moet hiermee wel akkoord gaan, anders blijft de norm gehandicaptenzorg gelden.
Uitkomst begeleidingsgroep:
De begeleidingsgroep is akkoord met het tekstvoorstel, onder voorbehoud van de schriftelijke reactie van de branches (via Ruud). Tevens wordt er een lijst van Treeknormen opgenomen. Het zou mooi zijn als er landelijke Treeknormen komen voor de Jeugdzorg.
In de overeenkomst mist een stuk over integriteit. Deze dient toegevoegd te worden.
Tekstvoorstel:
Integriteit
Geld voor de jeugdhulp moet daar ook aan besteed worden. Inwoners, kinderen, jongeren en hun ouders, moeten er op kunnen vertrouwen dat de jeugdhulp kwalitatief goed en betaalbaar is. De jeugdhulpbedrijven worden gefinancierd met publieke middelen en richten zich primair op het behartigen van deze maatschappelijke belangen. Het leveren van goede Jeugdhulp moet centraal staan in hun bedrijfsvoering. De organisatie en de bedrijfsvoering van de zorgbedrijven zijn daarom zo ingericht dat het goed en rechtmatig functioneren voldoende is geborgd. Aanbieder
verklaart door inschrijving dat hij daarvan doordrongen is.
Besteding van gelden voor maatschappelijke ondersteuning
Aanbieder streeft naar een vanzelfsprekende soberheid. Dit betekent dat aanbieder een bijdrage levert aan het betaalbaar houden van de jeugdhulp. Zorgbedrijven mogen winst maken en met het oog op de continuïteit van de jeugdhulp en het tot stand komen van bijvoorbeeld innovaties is dat ook gewenst. Wel kunnen er voorwaarden voor winstmaximalisatie worden gesteld om te voorkomen dat er excessieve vergoedingen worden verstrekt voor geleverde diensten. De voorwaarden gelden voor zowel hoofd- al onderaannemers. Het is niet acceptabel dat zorgbedrijven excessief hoge bedrijfsresultaten (winsten/rendementen) behalen, excessief hoge kosten berekenen, dividenden voor eigenaren/aandeelhouders en/of opbrengsten voor directie/bestuurders realiseren.
Integere bedrijfsvoering en bestuur
Integriteit heeft alles te maken met goed bestuur. Integer handelen houdt in dat aanbieder transparant is, aanspreekbaar is en verantwoording aflegt. Transparante (financiële) bedrijfsvoering en het opstellen en openbaar maken van de jaarverantwoording maakt daar onderdeel van uit.
Een integere bedrijfsvoering van zorgbedrijven uit zich in de volgende gedragsverwachtingen:
- zich aan wet- en regelgeving houden;
- niet frauduleus handelen;
- eerlijk zijn en geen onwaarheden vertellen;
- geen informatie achterhouden;
- handelen in het belang van de organisatie of de samenleving volgens de gangbare normen en waarden;
- zich aan gedragsregels van de beroepsgroep/branche houden;
- geen misbruik van bevoegdheden of positie maken;
- vertrouwelijkheid respecteren;
- zich aan zijn woord/toezeggingen houden;
- consistent in gedrag zijn;
- onthouden van ongepaste relaties en aandacht voor het voorkomen van belangenverstrengeling;
- het belang van de doelgroep waarvoor de organisatie functioneert leidend laten zijn;
- aantonen voldoende oog voor maatschappelijke belangen te hebben;
- besluitvorming op basis van een integere afweging van belangen van goede zorg, interne betrokkenen en het publieke belang.
Indienende organisatie: VNG Document: Overeenkomst Artikel: tussen artikel 17 en 18
Pagina: 97
Datum indienen: 23-01-2024
Uitkomst marginale toets door het expertteam:
Tekst omzetten en redigeren naar toelichting bij een nieuw artikel “integriteit”:
Tekstvoorstel
De organisatie en de bedrijfsvoering van de Aanbieder is zo ingericht dat het goed en rechtmatig functioneren voldoende is geborgd. Aanbieder verklaart met het ondertekenen van deze overeenkomst dat hij daarvan doordrongen is.
Uitkomst begeleidingsgroep:
De begeleidingsgroep is akkoord met het tekstvoorstel van het expertteam.
23. Weigeren of beëindigen van dienstverlening
Opdrachtnemer kan dienstverlening aan de cliënt weigeren of beëindigen, mits wet- en regelgeving zich hiertegen niet verzetten. Opdrachtnemer dient bij opzegging aan de cliënt een opzegtermijn te hanteren van minimaal één kalendermaand en daarnaast actief mee te werken met verwijzers, de Gemeente daaronder begrepen, voor het vinden van een passend alternatief aanbod als één van deze partijen daar om vraagt.
De Dienstverlener blijft verantwoordelijk voor het leveren van de benodigde zorg tot een passend alternatief is gevonden of passende overbruggingszorg door de Dienstverlener is geregeld.
Deze bepaling ziet op de voorwaarden die voortvloeien uit wet- en regelgeving en de jurisprudentie, actueel ten tijde van het opstellen van de contractstandaard.
Verzoek:
De opzegtermijn van minimaal 1 kalendermaand is niet uitvoerbaar omdat dit ernstige gevaren voor zowel de betreffende jongere als de andere jongeren die zijn opgenomen en worden behandeld evenals onze medewerkers.
Ons voorstel is dit besluit aan onze behandelaren/psychiaters over te laten. Zij beschikken over de professionele kennis en ervaring en geen termijn hiervoor op te nemen in een overeenkomst.
Indienende organisatie: Stichting Yes We Can Clinics Document: Overeenkomst
Artikel: 7
Datum indienen: 19-11-2023
Uitkomst marginale toets door het expertteam:
De termijn heeft ook juist een beschermende functie richting jeugdigen, dat jeugdhulpaanbieders dienstverlening niet te snel opzeggen. Wel zouden wij de zin kunnen aanvullen met een ‘tenzij’- clausule. Jeugdhulpaanbieders kunnen de termijn dan gemotiveerd inkorten indien noodzakelijk.
Uitkomst begeleidingsgroep:
De begeleidingsgroep heeft besloten om niet akkoord te gaan met dit wijzigingsverzoek. Afspraak is dat Xxxxx contact opneemt met YWCC. Indien gewenst gaat Xxxx Xxx Xxxx dan nog in gesprek te gaan met YWCC. Dit verzoek opnemen in de Q&A.
Uitkomst begeleidingsgroep na heroverweging:
Naar aanleiding van het gesprek van Xxxx Xxx Xxxx met de heer Xxxx van Yes We Can Clinics wordt dit wijzigingsverzoek opnieuw in behandeling genomen.
Het besluit is dat de begeleidingsgroep terugkomt op het eerdere besluit. Het expertteam stelt een tenzij clausule op. De begeleidingsgroep neemt hier in het volgende overleg een besluit over.
Voorwaarde: deze tenzij clausule sluit aan op andere wetgevingen.
In Artikel 17 lid 3 van de Overeenkomst is aangegeven dat de Gemeente fraude en andere strafbare feiten meldt bij het Openbaar Ministerie. Het verzoek is om hier ook het Informatie Knooppunt Zorgfraude (IKZ) bij mee te nemen.
Na overleg met de beleidsadviseur naleving Wmo en Jeugdwet is het voorstel onderstaande tekst op te nemen.
Tekstvoorstel artikel 1D (Definities)
Onder fraude verstaan partijen het plegen of trachten te plegen van valsheid in geschrifte, bedrog, benadeling van schuldeisers of rechthebbenden en/of verduistering bij de uitvoering van de Jeugdwet door de Jeugdhulpaanbieder, met het doel een prestatie, vergoeding, betaling of ander voordeel te krijgen waarop de Jeugdhulpaanbieder geen recht heeft of recht kan hebben.
Fraude
i) Het onder valse voorwendselen of op oneigenlijke grond en/of wijze verkrijgen of trachten te verkrijgen van voordeel waar men geen recht op heeft of zou hebben gehad, dan wel daar op enigerlei wijze aan meewerken, en/of
ii) het bewust verzwijgen van relevante feiten en omstandigheden, verstrekken van onjuiste of onvolledige informatie of geven van een verkeerde en/of onvolledige voorstelling van zaken, dan wel daar op enigerlei wijze aan meewerken, op grond waarvan enig voordeel wordt of kan worden verkregen waar men geen recht op heeft of zou hebben gehad en/of
iii) het bewust of opzettelijk misleidend handelen binnen het zorgdomein, met het oog op eigen of andermans gewin, voor zover het in de wet strafbaar gestelde feiten betreft.
Toevoegen Oneigenlijk gebruik:
Het door het aangaan van feitelijke of rechtshandelingen of een combinatie daarvan, verkrijgen van (financieel) voordeel, in overeenstemming met de bewoordingen van de regelgeving, maar in strijd met het doel en de strekking daarvan.
Toelichting:
Verwijderen zin:
Voor Fraude is aangesloten bij de tekst van de Regeling Jeugdwet
Tekstvoorstel toelichting artikel 17 lid 1
(Toevoeging op huidige toelichting)
De gemeentelijk toezichthouder rechtmatigheid houdt toezicht
Onverlet de wettelijke taak van het college om de materiële controle en het fraudeonderzoek uit te voeren, moet de gemeente op grond van artikel 2.9 sub d Jeugdwet bij verordening regels stellen voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van een individuele voorziening of een persoonsgebonden budget, alsmede van misbruik of oneigenlijk gebruik van de wet.
Hiertoe kan de gemeente bij verordening een toezichthouder rechtmatigheid aanstellen die toezicht houdt op de naleving van de Jeugdwet en onderliggende bepalingen, voor zover het de rechtmatigheid van de uitvoering van Jeugdhulp en de besteding van Jeugdhulp gelden betreft. Hieronder kunnen, mits bij verordening bepaald, de bepalingen uit de Jeugdwet, de verordening en nadere regels alsmede de toepasselijke contracten en onderliggende afspraken vallen.
Toezicht op rechtmatigheid door de toezichthouder rechtmatigheid is dus niet beperkt tot de inhoud van de materiële controle en het fraudeonderzoek door het college, zoals bedoeld in artikel 6b1 Jeugdwet, maar kan ook toezien op andere bepalingen, zoals bijvoorbeeld de definities van ‘fraude’ en ‘oneigenlijk gebruik’ zoals in deze overeenkomst. Omdat het college voor de uitvoering van materiële controle en fraudeonderzoek gebruik kan maken van aangewezen personen, kan de materiële controle en het fraudeonderzoek wel (deels) door de toezichthouder rechtmatigheid worden uitgevoerd.
>Voetnoot: Het is aan de gemeente om lokaal vast te leggen hoe het toezicht wordt ingevuld. Hiervoor kan gebruik worden gemaakt van de handreiking VNG ‘starterspakket toezichthouder rechtmatigheid Jeugdwet’ starterspakket-toezichthouder-rechtmatigheid- jeugdwet geraadpleegd 12-04-2024 .
Jeugdhulpaanbieders: informatie- en medewerkingsverplichting
Onverlet de verplichtingen uit de Wet, gemeentelijke verordening en nadere regels, verstrekt de jeugdhulpaanbieder ten behoeve van de materiële controle en het fraudeonderzoek, tijdig alle relevante informatie ten aanzien van het nakomen van de verplichtingen uit deze overeenkomst en werkt deze mee aan het onderzoek van het college en geeft opvolging aan aanbevelingen die hier uit komen.
jeugdhulpaanbieder informeert het college zo spoedig mogelijk, doch binnen 5 werkdagen na het bekend worden van jeugdhulpaanbieder met dreigende (financiële) problemen die een risico kunnen opleveren voor de nakoming van wettelijke verplichtingen, alsmede verplichtingen uit het contract.
Onverlet de verplichtingen uit de Wet, gemeentelijke verordening en nadere regels, werkt jeugdhulpaanbieder onvoorwaardelijk mee aan aangekondigde en onaangekondigde inspecties van de bij wet benoemd inspectieorganen en/of gemeentelijk toezichthouders en geeft opvolging aan aanbevelingen die uit deze inspecties voortkomen.
Tekstvoorstel artikel en toelichting 17 lid 2 (harmoniseren met Contractstandaarden Wmo)
Artikel 17.2
De jeugdhulpaanbieder verliest bij fraude het recht op vergoeding uit hoofde van deze overeenkomst voor dat deel van de levering van jeugdhulp waarbij fraude is vastgesteld, onverminderd zijn verplichting jeugdhulp te blijven leveren.
Het college van de Gemeente bepaalt met inachtneming van wet- en regelgeving en de overeenkomst de gevolgen bij oneigenlijk gebruik door de Jeugdhulpaanbieder. Onverlet wettelijke bepalingen, bepaalt het college de gevolgen bij oneigenlijk gebruik door jeugdhulpaanbieder. Onverlet wettelijke bepalingen, verliest jeugdhulpaanbieder bij fraude het recht op vergoeding uit hoofde van deze overeenkomst voor dat deel van de levering van jeugdhulp waarbij misbruik of fraude is vastgesteld, onverminderd zijn verplichting jeugdhulp te blijven leveren.
Toelichting 17.2
In geval van misbruik of fraude: geen vergoeding, wel jeugdhulp
Als de gemeente misbruik of fraude door de jeugdhulpaanbieder constateert, moet nadeel voor de jeugdige zoveel mogelijk worden voorkomen en tegengegaan. De levering van jeugdhulp aan de jeugdige en/of de ouders moet daarom ongestoord worden voortgezet, echter komt het recht op vergoeding door de gemeente, voor dat deel van de levering waarop de fraude betrekking heeft, te vervallen. De betaling is, zo lang sprake is van deze situatie, door of namens de jeugdhulpaanbieder niet rechtens afdwingbaar.
Tekstvoorstel artikel 17 lid 3 (harmonisering met Contractstandaarden Wmo)
Artikel 17.3
De Gemeente meldt fraude en overtredingen van de Jeugdwet bij de IGJ en het Openbaar Ministerie.
Wanneer het college of de toezichthouder rechtmatigheid strafbare feiten constateert, zoals fraude in de zin van deze overeenkomst, doet zij aangifte hiervan bij het Openbaar Ministerie en meldt het dit bij het Informatie Knooppunt Zorgfraude.
Wanneer het college van de Gemeente of de toezichthouder rechtmatigheid tekortkomingen ten aanzien van de kwaliteit van jeugdhulp, dan wel overtredingen van de Jeugdwet constateren, melden zij dit bij de IGJ.
Toelichting artikel 17.3
Fraude wordt gemeld bij OM
Tekortkomingen en overtredingen worden gemeld aan de IGJ
De aanname is dat de gemeentelijk toezichthouder op grond van Titel 5.2 Algemene wet bestuursrecht, fraude kan vaststellen. De gemeentelijk toezichthouder dient bij verordening te zijn aangewezen1. De Gemeente ziet toe op rechtmatigheid, de IGJ op kwaliteit.
Indien het college bij de uitvoering van haar taken strafbare feiten constateert, doet zij hiervan aangifte bij het openbaar ministerie. Indien de toezichthouder bij de uitvoering van zijn toezichtstaken fraude of strafbare feiten constateert, doet hij hiervan aangifte bij het openbaar ministerie.
IGJ: De Inspectie gezondheidszorg en jeugd heeft tot taak het onderzoeken van de kwaliteit in algemene zin van jeugdhulpaanbieders en houdt bij de uitvoering daarvan rekening met de behoeften van gemeenten1. De Inspectie hanteert voor meldingen, ook die van gemeenten, in het kader van deze bepaling de Leidraad Meldingen Jeugd1.
De Inspectie neemt meldingen van gemeenten in behandeling (art. 8) als “Andere melding”, zijnde een andere melding dan een verplichte melding (art. 7), beoordeelt deze melding (art. 9) en bepaalt welke vervolg acties nodig (lid 1) of mogelijk (lid 2) zijn.
OM: Gemeenten (openbare colleges en ambtenaren) die bij de uitvoering van hun taken kennis krijgen van een misdrijf1 waarbij sprake is van een inbreuk op of onrechtmatig gebruik van een regeling waarvoor de gemeente verantwoordelijk is of waarvan de zorg voor de naleving aan hen is opgedragen, zijn verplicht daarvan onmiddellijk melding te doen aan de officier van justitie of aan een van zijn hulpofficieren. De stukken die op de zaak betrekking hebben moeten daarbij worden overhandigd1.
Tekstvoorstel nieuw artikel (harmonisering met Contractstandaarden Wmo)
Artikel 3.19 Bevindingen toezichthouders
Als bevindingen van toezichthoudende organen zoals, maar niet uitsluitend, Wmo- en Jeugd toezichthouder, IGJ, Nla, Belastingdienst en/of Autoriteit Consument en Markt, leiden tot een oordeel ten aanzien van de levering van jeugdhulp geleverd door de jeugdhulpaanbieder, dan betrekt de Gemeente de gevolgen van deze bevindingen op deze overeenkomst. Dit geldt ook als de rapporten betrekking hebben op één of meer vertegenwoordigers van de jeugdhulpaanbieder, zoals bestuurders of toezichthouders.
Indienende organisatie: Ketenbureau i-Sociaal Domein i.s.m VNG naleving Document: Overeenkomst
Artikel: 1, 17 en nieuw artikel
Datum indienen: 22-11-2023
Uitkomst marginale toets door het expertteam:
Overnemen
Uitkomst begeleidingsgroep:
Uitzoeken of ook de kwaliteitseisen ook gemeld moeten worden bij IKZ afstemmen met Xxxxx Xxxxxx VNG. Naar aanleiding van het overleg met de beleidsadviseur Naleving van de VNG is bovenstaande tekst geadviseerd.
Uitkomst marginale toets door het expertteam:
Akkoord met bovenstaande tekst.
Uitkomst begeleidingsgroep:
De bepaling over fraude in de overeenkomst opnemen. Het artikel over oneigenlijk gebruikt gaat naar de considerans van de overeenkomst, op voorwaarde dat de BG van CS Wmo hetzelfde overneemt in de CS Wmo 2015 en anders wordt oneigenlijk gebruik geschrapt.
3. Wijzigingsverzoeken die zijn afgerond en afgewezen en in de Q&A komen
1. Ontbinden bij niet voldoende inzet
Wat wordt concreet bedoeld met niet voldoende inzet bij artikel C lid 1 en 2 van deel 1? Gaat dat over kwantiteit of kwaliteit? En hoe moeten we dat interpreteren, bijv.:
• Wij kunnen het contract opzeggen als de aanbieder niet aan de minimale inzet
voldoet? Dus wij zetten de totale omzet op €5000 en het aantal jeugdige op 5, en
als de aanbieder dit niet haalt dan kunnen wij opzeggen?
• Wij kunnen het contract opzeggen als de aanbieder niet voldoende inzet pleegt. De aanbieder krijgt 5 cliënten maar levert slechts aan 2 diensten.
Daarnaast staat er bij uitzonderingen iets over een klanttevredenheidsscore. Hoe maatgevend is dat? Hoeveel respons is nodig om representatief te zijn? Komt de tevredenheid van klanten overeen met de onvoldoende inzet? Of worden verschillende aspecten gemeten. Dan is het niet representatief. Het liefste schrappen wij deze laatste uitzondering, kan dat?
Indienende organisatie: Jeugdzorgregio Gooi- en vechtstreek Document: Overeenkomst jeugdhulp toelatingsprocedure_v1 Artikel: C
Paragraaf: - Pagina: 30
Datum indienen: 06-09-2023
Uitkomst marginale toets door het expertteam:
Het betreft hier geen wijzigingsverzoek maar een inhoudelijke vraag.
Advies expertteam:
Deze vraag opnemen in de Q&A met het volgende antwoord:
Artikel C lid 1:
De gemeente mag zelf bepalen of ze kwalitatieve of kwantitatieve eisen stelt aan de inzet. Als deze maar objectiveerbaar is.
Over artikel C lid 2:
Hier zijn mogelijkheden opgenomen waar de aanbieder zich op kan beroepen en de gemeente het contract dan niet kan opzeggen. Het is niet mogelijk om dit punt uit het contract te halen, echter bepaalt de gemeente wel zelf of het mee moet gaan in het verzoek van de aanbieder om niet op te zeggen.
Sinds de start van het project met de contractstandaard zijn de (ingelaste) rondes met aanpassingen van de Cao’s wat volatieler geworden. Risico is nu dat er medio een kalenderjaar meerdere (tot aan dubbele cijfers) procenten loonstijging worden doorgevoerd, soms met
terugwerkende kracht, die pas per 1 januari het jaar erop in de tarieven terecht komt. Of dan nog sprake is van een reëel tarief betwijfel ik. Ik zou pleiten voor het opnemen van een clausule die bij materiële tussentijdse loonstijgingen het mogelijk maken dat de tarieven overeenkomstig worden aangepast. Niet bij elke tussentijdse aanpassing, alleen als het een onverwacht grote stap is.
Indienende organisatie: Hofner Advocatuur
Document: Overeenkomst jeugdhulp toelatingsprocedure_v1 Artikel: 2 Indexering
Paragraaf:
Pagina: 45
Datum binnenkomst: 31-08-2023
Uitkomst marginale toets door het expertteam:
Dit is een beleidsmatig onderwerp (aanvulling op de indexering) waarvan de wenselijkheid en uitvoerbaarheid kan worden besproken in de Begeleidingsgroep.
Advies expertteam: Bespreken in Begeleidingsgroep
Reactie begeleidingsgroep
Geen wijzigingsverzoek, betreft een politieke keuze en ligt op andere tafels.
Het zal regelmatig voorkomen dat er middels een addendum een nadere uitwerking, wijziging, het inroepen van opties of aanvulling van afspraken uit de overeenkomst nodig is. Mijn vraag is of er net als bij de inkoopdocumenten een sjabloon of format is ontwikkeld voor een addendum dan aansluit op de standaard overeenkomst.
Dit verzoek is hetzelfde verzoek als het verzoek Nieuwe Release en is derhalve 1 keer besproken in het expertteam en de begeleidingsgroep.
Uitkomst marginale toets door het expertteam:
Op het moment dat er een nieuwe release gaat plaatsvinden van de contractstandaarden zou de gemeente gebruik moeten maken van de nieuwe versie. Zij kunnen dan gebruik maken van een standaard wijzigingsformulier. Indien de begeleidingsgroep een standaard wijzigingsformulier wenselijk vindt zal het expertteam dit formulier ontwikkelen.
Advies expertteam
Bespreken in begeleidingsgroep of een wijzigingsformulier wenselijk is.
Reactie begeleidingsgroep
De begeleidingsgroep vindt het niet nodig om een apart wijzigingsformulier op te stellen. Het is voldoende om een document waarbij de wijzigingen zijn bijgehouden te hebben.
Er staat in de Contractstandaard Jeugd een wijzigingsclausule, dus dan kan je altijd het contract omzetten naar de nieuwe versie. Een wijzigingsformulier is niet nodig. Mocht de wijziging te grote gevolgen hebben voor een aanbieder, dan is het mogelijk om het contract op te zeggen.
De huidige acceptatieplicht is niet geclausuleerd, vooral bij de p*q bekostiging. Op zich logisch om de acceptatieplicht op te nemen, maar die zou dan wel moeten worden gekoppeld aan beschikbare capaciteit. Er is zonder die toelichting ook een uitleg mogelijk waarbij elke aanbieder garant moet staan voor 100% van de jeugdhulp die wordt ingekocht. Immers, ook al bedient een partij nu 20% van de markt, door de acceptatieplicht kan niemand aan de deur worden geweigerd. Volgens mij is het artikel niet zo bedoeld, maar dat blijkt niet uit de toelichting. Omdat de cliëntenstop wordt voorbehouden aan een besluit van de inkopende gemeente ontstaat er onzekerheid over wat van de aanbieder wordt verwacht. Overigens zou alternatief zijn dat je wel voor die 100% moet in staan (past wat mij betreft niet bij een p*q afspraak, of in elk geval beter bij een lumpsum) maar dat moet dan terugkomen in een opslag in de prijs die de benodigde overcapaciteit bekostigd. Lijkt me een (onnodig) dure optie. Wellicht dat daar in de toelichting wat aandacht aan kan worden besteed.
Indienende organisatie: Hofner Advocatuur
Document: Overeenkomst jeugdhulp toelatingsprocedure_v1 Artikel: 1 Levering van jeugdhulp – lid 1
Paragraaf:
Pagina: 35
Datum binnenkomst: 31-08-2023
Uitkomst marginale toets door het expertteam:
Het deel van de toelichting dat aansluit bij de vraag, is als volgt verwoord:
De gemeente maakt bij deze uitvoeringsvarianten een concrete keuze voor levering van de hulp door een bepaalde aanbieder. Uitsluitend als ten aanzien van deze specifieke aanbieder sprake is van een cliëntenstop, het niet kunnen bieden van de juiste hulp of als het budgetplafond is bereikt, kan deze aanbieder de opdracht tot levering weigeren.
Het niet kunnen bieden van de juiste hulp ziet ook op capaciteit. Als dat niet duidelijk is dan vraagt dat om verdere uitwerking in de toelichting.
Advies expertteam:
Onderstaande tekst toevoegen in de toelichting
Het niet kunnen bieden van de gevraagde hulp door het ontbreken van de benodigde capaciteit bij de jeugdhulpaanbieder, de gevraagde levering van jeugdhulp waardoor daarmee acceptatie niet mogelijk is. Met andere woorden dat onder het begrip “de juiste hulp” naast expertise en kwaliteit, tevens capaciteit moet worden verstaan.
Advies begeleidingsgroep
Het niet kunnen bieden van de juiste hulp ziet ook op capaciteit. De begeleidingsgroep vindt het niet wenselijk dat het tekstvoorstel wordt overgenomen in de Contractstandaarden Jeugd, omdat de tekst zo duidelijk genoeg is geformuleerd. Wel wordt deze vraag opgenomen in de Q&A.
Artikel X: Meldcode
De jeugdhulpaanbieder hanteert de meldcode voor het signaleren van- en handelen bij huiselijk geweld en kindermishandeling.
Extra artikel toevoegen aan deel 3 van de CSJ, betreffende de meldcode. Tekstvoorstel:
Indienende organisatie: Gemeente Groningen Document: Overeenkomst
Artikel: extra artikel in deel 3 Datum indienen: 08-12-2023
Uitkomst marginale toets door het expertteam:
Dit is een overbodig artikel.
Meldcode en afwegingskader: wettelijk verplicht
Twee wetten verplichten alle zorgaanbieders en jeugdhulpaanbieders een meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling vast te stellen. Dat zijn de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) en de Jeugdwet.
Vanaf 2019 is deze meldcode uitgebreid met een afwegingskader. Dit afwegingskader ondersteunt een beroepskracht die vermoedt dat sprake is van kindermishandeling, huiselijk geweld en/of ouderenmishandeling. De beroepsgroepen ontwikkelden hiervoor eigen meldcodes en afwegingskaders.
Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling | Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (xxx.xx)
Artikel X: Samenwerking
1. De jeugdhulpaanbieder werkt in afstemming en samenwerking met de verwijzer en verstrekt bij het beeindigen van de jeugdhulp een evaluatieverslag aan de verwijzer.
2. De jeugdhulpaanbieder maakt gebruik van de werkwijze en het instrument voor gezamenlijke planvorming Samen1Plan – of een vergelijkbare in de regio vastgestelde standaard – wanneer het gezien de hulpvraag van de cliënt nodig is met meerdere partijen samen te werken.
3. De jeugdhulpaanbieder betrekt en weegt de in het verleden aan jeugdige of ouder(s) verleende diensten mee in de opstelling van het hulpverleningsplan om vast te stellen welke aanpak wel of juist niet heeft gewerkt.
Extra artikel toevoegen aan deel 3 van de CSJ, betreffende samenwerking. Tekstvoorstel:
Indienende organisatie: Gemeente Groningen Document: Overeenkomst
Artikel: extra artikel in deel 3 Datum indienen: 08-12-2023
Uitkomst marginale toets door het expertteam:
Gemeenten kunnen hier mogelijk andere beleidskeuzes willen maken. Gemeenten kunnen dit artikel zelf opnemen in deel 2.
Artikel X: Normaliseren
Partijen spannen zich op basis van hun eigen verantwoordelijkheden in tot het normaliseren van hulp- en zorgvragen, waaronder ook verstaan het leren omgaan met beperkingen. Zowel bij aanvang van de dienstverlening als gedurende de dienstverlening aan een jeugdige en/of ouder(s) benut en onderzoekt jeugdhulpaanbieder de mogelijkheden vanuit het netwerk van het gezin. De jeugdhulpaanbieder zoekt actief naar mogelijkheden voor beëindiging van de zorg- of hulplevering, vermindering van inzet van
Extra artikel toevoegen aan deel 3 van de CSJ, over normaliseren. Tekstvoorstel:
Indienende organisatie: Gemeente Groningen Document: Overeenkomst
Artikel: extra artikel in deel 3
Datum indienen: 08-12-2023
Uitkomst marginale toets door het expertteam:
Gemeenten kunnen hier mogelijk andere beleidskeuzes willen maken. Gemeenten kan dit artikel zelf opnemen in deel 2.
8. Opdracht op basis van de overeenkomst
Graag de volgende bepaling toevoegen:
In deze bepaling wordt omschreven wanneer de opdracht voor de jeugdhulpaanbieder start en eindigt. Deze opdracht zal namelijk steeds tot stand komen op basis van/na een daartoe strekkend besluit voor de individuele voorziening van het bevoegde bestuursorgaan van de gemeente. De opdracht zal wijzigen of eindigen indien dit besluit wordt gewijzigd of eindigt. Ook kan daarin dan worden opgenomen dat bij het aflopen van de termijn van een besluit tijdig over de eventuele voortzetting van de dienstverlening op grond van een nieuw besluit overleg dient plaats te vinden met de jeugdige, de wettelijk vertegenwoordigers en de gemeente. Artikel 19 van deel 3 van de overeenkomst omschrijft nu weliswaar wanneer de (raam)overeenkomst start en eindigt en verwijst daarvoor verder naar deel 1 van de overeenkomst, maar daarin wordt niet omschreven wanneer de specifieke opdracht voor de jeugdhulpaanbieder start en op grond waarvan de jeugdhulpaanbieder ook volgens de overeengekomen tarieven wordt betaald. Ook ontbreekt in artikel 19 de mogelijkheid dat opdrachten op verzoek van de gemeente voortgezet/verlengd kunnen worden aan het einde van de looptijd van de overeenkomst indien een zorginhoudelijk belang van de jeugdige dit vergt. Nu is deze mogelijkheid enkel opgenomen in het geval de overeenkomst wordt ontbonden of opgezegd, zie daarvoor artikel 19 lid 5.
Indienende organisatie: Regio Zuid-Limburg Document: Overeenkomst
Artikel: 19
Pagina: 104
Datum indienen: 27-11-2023
Uitkomst marginale toets door het expertteam:
Een algemene bepaling over doorlopen van rechten en plichten is opgenomen in artikel 22 lid 7. De wijze van opdrachtverlening en hoe daarmee om te gaan kunnen gemeenten regelen in deel 1B of deel 2.
De voorbeelden welke genoemd zijn in deze paragraaf horen in de toelichting, niet in deze paragraaf. Het hier plaatsen heeft praktisch tot gevolg dat partijen het niet snappen als wij (ook) andere stukken vragen. Wij vinden het logischer om hier de bewijsstukken te noemen die je daadwerkelijk op vraagt, inclusief wanneer en de vormvereisten (wat weer landt in de checklist in bijlage 1).
Huidige tekst
De Gemeente kan voor een toets op uitsluitingsgronden op verzoek nadere bewijsmiddelen opvragen en een onderzoek instellen om die bewijsmiddelen te verifiëren. De potentiële jeugdhulpaanbieder dient steeds binnen tien werkdagen het door de Gemeente opgevraagde, aanvullend bewijsmateriaal aan te leveren bij de Gemeente, tenzij de Gemeente een andere termijn hanteert bij haar opvraag. Het niet (tijdig) aanleveren van bewijsmiddelen leidt tot uitsluiting van de procedure. De potentiële jeugdhulpaanbieder verleent steeds kosteloos zijn medewerking aan deze verificatie.
De Gemeente kan ieder geval de volgende bewijsmiddelen opvragen:
• Gedragsverklaring aanbesteden niet ouder dan 24 maanden op moment van ontvangst door Gemeente (Zie voor meer informatie over de Gedragsverklaring aanbesteden: xxx.xxxxxx.xx).
• Verklaring betalingsgedrag nakoming fiscale verplichtingen van de Belastingdienst niet ouder dan 6 maanden op moment van ontvangst door Gemeente (Zie voor meer informatie over de Verklaring betalingsgedrag nakoming fiscale verplichtingen: Xxxxxxxxxxxxxxx.xx).
• Uittreksel Handelsregister Kamer van Koophandel niet ouder dan 6 maanden op moment van ontvangst door Gemeente.
Indienende organisatie: Jeugdzorgregio Rijk van Nijmegen Document: Inkoopdocument
Paragraaf: 3.3.
Pagina: 13
Datum indienen: 29-12-2023
Uitkomst marginale toets door het expertteam:
De genoemde bewijsmiddelen voor uitsluitingsgronden zijn opgenomen in artikel 2.89 AW2012. Advies is niet te wijzigen.
In de standaard lijkt wat tekst te ontbreken rondom de selectie als je een maximaal aantal partijen selecteert (zie hieronder). Misschien als optioneel toevoegen? Als je voor een maximaal aantal partijen kiest, moet deze tekst er wel in.
Vraag:
‘Bij het hanteren van een maximum te contracteren aantal aanbieders dient ook een selectiecriterium of -criteria te worden gedefinieerd waarop de aanbestedende dienst de afweging maakt wel of niet te gunnen.
Als er namelijk meerdere aanbieders inschrijven die aan de criteria voldoen en de aanbestedende dienst wenst slechts één partij te contracteren, op grond van welke criteria wordt dat dan bepaald? In de leidraad ontbreekt het deel rondom de selectie. Kan de aanbestedende dienst uiteenzetten hoe de selectie plaatsvindt bij meer geschikte inschrijvers dan dat er gunningsplekken zijn?’
Ons antwoord:
Potentiële aanbieders moeten voldoen aan de procedurevoorschriften, niet voldoen aan de uitsluitingsgronden, voldoen aan de geschiktheidseisen, akkoord gaan met de uitvoeringseisen en het hoogste aantal punten scoren op de gunningscriteria. De inschrijving met de hoogste score voor dat perceel krijgt rangnummer 1. De inschrijving met de op een na hoogste score voor dat perceel krijgt rangnummer 2. Enzovoorts. De (raam)overeenkomst wordt voor perceel 1 gegund aan de inschrijvers met rangnummer 1, 2, 3 en 4. De (raam)overeenkomst wordt voor perceel 2 gegund aan de inschrijvers met rangnummer 1 en 2.
Wanneer twee of meer inschrijvingen exact dezelfde eindscore hebben behaald en om die reden beide voor gunning in aanmerking komen maar er niet voldoende plekken zijn (bijvoorbeeld voor perceel 2 eindigen 2 partijen op de tweede plaats) wordt de opdracht gegund aan de inschrijver (met de hoogste score) op gunningscriterium X . Indien op gunningscriterium X ook een gelijke score is behaald, bepaalt het lot aan welke inschrijver de opdracht wordt gegund. De betreffende inschrijvers worden tijdig op de hoogte gesteld dat er een loting plaatsvindt, waar en wanneer deze plaatsvindt en door wie de loting wordt voltrokken. De betreffende inschrijvers zijn bevoegd daarbij in persoon of bij gemachtigde aanwezig te zijn.’
Indienende organisatie: Jeugdzorgregio Rijk van Nijmegen Document: Inkoopdocument
Paragraaf: 4
Pagina: 16
Datum indienen: 29-12-2023
Uitkomst marginale toets door het expertteam:
De wijze van selecteren inclusief het aantal te selecteren partijen is uitgewerkt in hoofdstuk 5 van het inkoopdocument. Het overnemen van de voorgestelde wijziging is dus niet nodig.
11. Communicatie over wijzigingen
Artikel X: Communicatie over wijzigingen, bijlagen wijzigen
1. Alle communicatie over wijzigingen van deze Overeenkomst tussen Partijen vindt plaats via X (e-mail, overlegstructuur, etc.), tenzij de gemeente anders bepaalt. Correspondentie die Partijen niet op bovenstaande wijze verzenden, beschouwen Partijen als niet verzonden.
2. Als bijlagen bij de Overeenkomst wijzigen, is het voldoende de gewijzigde bijlage(n) bij de Overeenkomst te vervangen en is het niet noodzakelijk een gewijzigde Overeenkomst op te stellen.
Extra artikel toevoegen aan deel 3 van de CSJ. Tekstvoorstel
Indienende organisatie: Gemeente Groningen
Document: Overeenkomst Artikel: extra artikel in deel 3 Datum indienen: 08-12-2023
Uitkomst marginale toets door het expertteam:
Zie wijzigingsvoorstel Rijk van Nijmegen op dit punt. Niet overnemen, maar gemeente zelf laten regelen in deel 2.
12. Opstellen verbeterplan door de jeugdhulpaanbieder
Graag een extra lid opnemen in artikel 18 lid 4.
De contractstandaard is in artikel 18 lid 4 van deel 3 van de overeenkomst de mogelijkheid voor de gemeente opgenomen om in plaats van ontbinding andere passende maatregelen te treffen om de vastgestelde tekortkomingen op te heffen. Aanvullend is van toegevoegde waarde te bepalen dat bij een tekortkoming door de jeugdhulpaanbieder die niet blijvend onmogelijk is de gemeente de jeugdhulpaanbieder ook kan verzoeken, in plaats van de ingebrekestelling uit te brengen als bedoeld in artikel 18 lid 1 en 2, binnen een door de gemeente bepaalde termijn een verbeterplan op te stellen en dit aan de gemeente te doen toekomen. Het verbeterplan bevat dan in ieder geval maatafspraken over de geconstateerde tekortkomingen, de te bereiken verbeteringen en de wijze waarop deze bereikt zullen worden. De gemeente is gerechtigd redelijke eisen te stellen aan de inhoud van het verbeterplan. Indien partijen over het verbeterplan een akkoord bereiken komt dit in de plaats van de ingebrekestelling als bedoeld in artikel 18 lid 1 en 2 van deel 3 van de overeenkomst. Het verbetertraject start zodra de gemeente het verbeterplan schriftelijk heeft goedgekeurd. Dit verbeterplan maakt alsdan deel uit van deze overeenkomst (deel 1B). De gemeente moet de mogelijkheid hebben om de overeenkomst met onmiddellijke ingang, zonder gerechtelijke tussenkomst, geheel of gedeeltelijk ontbinden als een goedgekeurd verbeterplan niet wordt nagekomen. Ook dit dient aanvullend te worden geregeld.
Indienende organisatie: Regio Zuid-Limburg Document: Overeenkomst
Artikel: 18 lid 4
Pagina: 100
Datum indienen: 27-11-2023
Uitkomst marginale toets door het expertteam:
Dit kan de gemeente zo invullen als onderdeel van een traject waarbij een tekortkoming in de nakoming is geconstateerd. De CS biedt daar dus ook gewoon de ruimte voor. Aanpassing van de CS is niet nodig.
13. Hoofdelijk aansprakelijkheid van de combinanten
Voor de situatie dat een combinatie contractspartij is, is het voorstel om naast de hoofdelijke aansprakelijkheid van de combinanten ook voor de gemeente de mogelijkheid op te nemen dat de gemeente de keuzeoptie heeft dat de overeenkomst na opzegging of ontbinding voor de
resterende looptijd aangegaan wordt door een consortium bestaande uit alle rechtspersonen die deel uitmaken van de combinatie en waarop artikel 19 lid 2 en lid 3 van deel 3 van de overeenkomst niet van toepassing is. Tot deze uitvoering van de overeenkomst zullen zulke rechtspersonen alsdan gezamenlijk en voorbehoudloos bereid zijn. Dit laat onverlet dat indien het consortium redelijkerwijs een beroep moet doen op een onderaannemer teneinde te voldoen aan de verplichtingen van de overeenkomst zij daartoe in staat wordt gesteld door de gemeente. Indien de gemeente geen toestemming geeft voor een onderaannemer dan ontstaat voor het consortium geen verplichting tot het aangaan van de voortzetting.
Indienende organisatie: Regio Zuid-Limburg Document: Overeenkomst
Artikel: 19 lid 2 en 3
Pagina: 105-106
Datum indienen: 27-11-2023
Uitkomst marginale toets door het expertteam:
Aangezien dit een wezenlijke wijziging is conform 2.163f AW 2012, kan de gemeente dit zelf regelen in een herzieningsclausule conform artikel 2A (deel 2). Overnemen is niet nodig.
14. Opzegmogelijkheden van de gemeente
Graag onderstaande opzegmogelijkheden opnemen.
De gemeente heeft ook de mogelijkheid om de overeenkomst met onmiddellijke ingang, zonder gerechtelijke tussenkomst, geheel of gedeeltelijk tussentijds op te zeggen:
g. Als de jeugdhulpaanbieder niet voldoende financieel draagkrachtig (meer) is, waarvan in ieder geval sprake is als surseance van betaling wordt aangevraagd, of faillissement wordt aangevraagd/uitgesproken;
h. Als de samenwerking tussen partijen verboden wordt bij besluit of op grond van een gerechtelijke uitspraak, ongeacht of dit besluit formele rechtskracht heeft of de uitspraak kracht van gewijsde heeft.
Indienende organisatie: Regio Zuid-Limburg Document: Overeenkomst
Artikel: 19 lid 2
Pagina: 105
Datum indienen: 27-11-2023
Uitkomst marginale toets door het expertteam:
Deze subs volgen al uit een verbinding tussen uitsluitingsgronden in het inkoopdocument en de CS (art. 19 lid 2).
15. Zorgweigering en beëindiging
Door de eerste zin van artikel 7 lijkt het de jeugdhulpaanbieder vrij te staan om dienstverlening aan de jeugdige te weigeren of te beëindigen als wet- en regelgeving zich daartegen niet verzetten. De toelichting omschrijft wel correct dat in tegenstelling tot de eerste zin zorgweigering enkel in de genoemde uitzonderlijke gevallen aan de orde kan zijn. Het is daarom dat wordt voorgesteld om de eerste zin van artikel 7 te vervangen door de toelichting. Daarnaast is het goed om dit artikel verder aan te vullen met de verplichting voor de jeugdhulpaanbieder om als zich een genoemde gewichtige reden voordoet, de gemeente hierover ook tijdig te informeren en daarover overleg met de gemeente te hebben
Indienende organisatie: Regio Zuid-Limburg Document: Overeenkomst
Artikel: 7
Pagina: 63
Datum indienen: 27-11-2023
Uitkomst marginale toets door het expertteam:
De toelichting maakt onderdeel uit van de standaard. Daarnaast beschrijft deze de juridische kaders waarbinnen weigering en beëindiging mogelijk zijn. Overnemen is dus niet nodig. Bij weigering en beëindiging is de jeugdige direct weer een verantwoordelijkheid van de gemeente. Melding en overlegbepaling is dan ook niet nodig.
16. Differentiatie van de indexeringsverhouding
Graag het percentage aanpassen bij de indexering zodat deze meer gedifferentieerd kan worden.
Gewenste situatie
Het hanteren van gedifferentieerde indexeringsverhoudingen voor (residentiële) jeugdhulp draagt bij aan de bekostiging van jeugdhulp op basis van blijvende reële tarieven. Het tarief van residentiële jeugdhulp in de regio Zuid-Limburg is opgebouwd uit diverse kostprijselementen, waaronder personeelskosten (80%) en materiële kosten (20%). De verhoudingen van deze kostprijselementen zijn bij residentiële jeugdhulp anders dan bij ambulante jeugdhulp (90%/10%). Dit wordt veroorzaakt door de hotelmatige kosten (voeding, verzorgingskosten, etc.) en hogere kapitaalslasten (huur en onderhoud gebouwen) die opgenomen zijn in de tariefsopbouw van residentiële jeugdhulp. Concreet betekent dat door een gedifferentieerde indexeringsverhouding toe te passen iedere soort jeugdhulp zijn eigen reële indexering zal volgen en een blijvend reëel tarief geboden wordt. De randvoorwaarden worden hiermee bovendien geborgd om het bieden van residentiële jeugdzorg financieel houdbaar te houden. De regio Zuid-Limburg heeft vanaf 2023 een eenduidige meerjarige indexering vastgesteld waarin de gedifferentieerde indexeringsverhouding tussen residentiële jeugdhulp en ambulante jeugdhulp van toepassing is.
Indienende organisatie: Regio Zuid-Limburg Document: Overeenkomst
Artikel: 2
Pagina: 50
Datum indienen: 27-11-2023
Uitkomst marginale toets door het expertteam:
Niet overnemen zolang landelijk geen duidelijke uitspraken zijn gedaan/afspraken zijn gemaakt.
Bij toepassing van de centrumgemeenteconstructie kan de titel van de 3 delen verwarrend zijn. Indien de centrumgemeente namelijk ook voor de deelnemende gemeenten zorg inkoopt, dan kan de titel van deel 3: “alle gemeenten en alle jeugdhulpaanbieders” in combinatie met de titel van deel 1 en deel 2 (waarin van “gemeente” wordt gesproken) de indruk wekken alsof deel 3 enkel voor alle gemeenten (dus centrumgemeente en deelnemende gemeenten) geldt. Daarom wordt het voorstel gedaan om de titel van deel 3 te wijzigen in: “Alle Nederlandse gemeenten en alle Nederlandse jeugdhulpaanbieders”. Op deze manier is ook duidelijk dat dit deel als de standaard geldt die niet door een gemeente en/of jeugdhulpaanbieder kan worden gewijzigd. In deel 1 kan “de navolgende publiekrechtelijke rechtspersoon” dan in geval van een centrumgemeenteconstructie worden omschreven als zijnde de centrumgemeente én de deelnemende gemeenten.
Indienende organisatie: Regio Zuid-Limburg Document: Overeenkomst
Pagina: 38
Datum indienen: 27-11-2023
Uitkomst marginale toets door het expertteam:
Geen juridische bezwaren, voorstel overnemen.
Uitkomst begeleidingsgroep:
De begeleidingsgroep is niet akkoord. Het is vanzelfsprekend dat dit Nederlands moet zijn.
18. Informatievoorziening Artikel 10 uitbreiden Tekstvoorstel
Tenzij de betreffende informatie beschikbaar is via een openbaar toegankelijke bron, verschaft de Jeugdhulpaanbieder passend binnen de kaders van wet- en regelgeving ter zake van de bescherming van persoonsgegevens, op eigen initiatief, de volgende gegevens:
f. Als de jeugdhulpaanbieder op basis van de Overeenkomst de verplichting heeft documenten of andere informatie over te leggen of als de gemeente hierom verzoekt, dan legt de jeugdhulpaanbieder deze documenten of andere informatie binnen de gestelde termijn, gestructureerd en overzichtelijk over, op verzoek met een toelichting.
g. Als de gemeente formats voorschrijft voor documenten of andere informatie, dan maakt de jeugdhulpaanbieder daar gebruik van.
h. De gemeente neemt documenten of andere informatie die te laat en/of ongeordend is overgelegd of waarbij niet is gebruikgemaakt van de voorgeschreven formats niet in behandeling.
Indienende organisatie: Regio Zuid-Limburg Document: Overeenkomst
Artikel: 10 lid 2
Datum indienen: 08-12-2023
Uitkomst marginale toets door het expertteam:
Geen bezwaar, advies is om het overnemen.
Uitkomst begeleidingsgroep:
Dit kan in de PvE worden opgenomen, dit is meer iets voor contractmanagement. Verzoek leidt tot teveel details/specificering in de CS Jeugd.
Niet akkoord.
19. Informatievoorziening aan de gemeente
Graag artikel 10 uitbreiden.
De gemeente en de jeugdhulpaanbieder hebben er belang bij dat aan de gemeente de gegevens worden verstrekt die benodigd zijn voor het kostprijsonderzoek dat noodzakelijk is voor de voorbereiding van de aanbesteding voor de nieuwe opvolgende overeenkomst. Het is daarom dat de gemeente ook deze stukken van de jeugdhulpaanbieder op haar verzoek en binnen de kaders van de wet- en regelgeving dient te verkrijgen.
Indienende organisatie: Regio Zuid-Limburg Document: Overeenkomst
Artikel: 10
Pagina: 74
Datum indienen: 27-11-2023
Uitkomst marginale toets door het expertteam:
Advies: overnemen, mits beleidsmatig wenselijk
Deze uitbreiding zou dan alleen betrekking moeten hebben op een nieuwe overeenkomst tussen dezelfde partijen. Is deze uitbreiding beleidsmatig - met in achtneming hiervan - bezien vanuit landelijk perspectief wenselijk?
Uitkomst begeleidingsgroep:
Oorzaak-gevolg: wat doet een gemeente als een aanbieder niet meewerkt aan een kostprijsonderzoek voor een komende aanbesteding?
Uit dit voorstel spreekt teveel wantrouwen jegens aanbieders. Meer inzetten op partnerschap en eventueel doorzetten naar de Geschillencommissie Sociaal Domein.
Niet akkoord. Er wordt een alternatief geschetst voor het afdekken van het risico van de bepaling.
In art. 19 lid 2 sub f staat, dat de overeenkomst onmiddellijk kan worden opgezegd wanneer er sprake is van fraude of een ander strafbaar feit. Voorstel om dit laatste aan te vullen met de tekst "dat direct verband houdt met de door de aanbieder geleverde jeugdhulp."
Dit omdat anders een lichte en voor de jeugdhulp niet ter zake doende overtreding al grond kan zijn voor onmiddellijke opzegging.
Ook belangrijk om hier te vermelden op wie de bepaling betrekking heeft, met name in geval van rechtspersonen.
Tekstvoorstel
Artikel 19 Duur en einde overeenkomst - lid 2
De Gemeente kan deze overeenkomst met onmiddellijke ingang, zonder gerechtelijke tussenkomst, geheel of gedeeltelijk opzeggen:
a. Als de Jeugdhulpaanbieder voldoet aan de uitsluitingsgronden of niet meer voldoet aan de uitvoeringseisen of geschiktheidseisen die gesteld zijn in de Gemeentelijke inkoopdocumenten;
b. Als de Jeugdhulpaanbieder zijn onderneming geheel of ten dele beëindigt;
c. Als de Jeugdhulpaanbieder zes aaneengesloten maanden - die ook (deels) betrekking kunnen hebben op het voorafgaande jaar - geen jeugdhulp heeft verleend aan jeugdigen, (inspanningsgerichte en outputgerichte uitvoeringsvariant:) dan wel geen declaraties heeft ingediend;
d. Als de Jeugdhulpaanbieder op last van de IGJ een maatregel tot sluiting krijgt opgelegd;
e. Als de IGJ concludeert dat de Jeugdhulpaanbieder de kwaliteit van jeugdhulp in zodanige mate niet op peil heeft dat de IGJ geen hersteltermijn geeft of als een eerder gegeven hersteltermijn niet is behaald
f. Als sprake is van door bevoegde instanties geconstateerde fraude of het plegen van een ander strafbaar feit dat direct verband houdt met de door de aanbieder geleverde jeugdhulp.
Indienende organisatie: Gemeente Groningen Document: Overeenkomst
Artikel: 19f
Datum indienen: 08-12-2023
Uitkomst marginale toets door het expertteam:
Geen bezwaar, advies: overnemen.
Omdat het een KAN-bepaling betreft is deze toevoeging strikt genomen niet nodig.
Uitkomst begeleidinggroep:
Het wordt te veel gespecificeerd hierdoor. Het wijzigingsverzoek wordt derhalve afgewezen.
21. Bedoeling artikel 14: aansprakelijkheid en Verzekering
In mijn rol als verzekeraar van zorginstellingen, waaronder jeugdzorg, Wmo, etc. wordt ik
geconfronteerd met de eisen inzake “beroepsaansprakelijkheid” (pagina 37). Dit is onlosmakelijk verbonden met de alinea eronder dat het belangrijk is dat de Gemeente per overeenkomst bekijkt welke verzekering belangrijk is. Een verzekeraar bekijkt dit namelijk net even anders maar ik denk dat wij dezelfde belangen/ideeën hebben bij “verzekeren”.
Uitkomst marginale toets:
Het verzoek wordt beoordeelt dat het geen wijzigingsverzoek is maar een verduidelijking van het inkoopdocument. Het antwoord zal opgenomen worden in de Q&A
Indienende organisatie: MS Xxxxx (verzekeraar) Document: Inkoopdocument
Artikel: 14
Datum indienen: 13-12-2023
Aanvullend artikel opnemen waarin expliciet kan worden geregeld dat bij vervanging van een onderaannemer ook steeds de gemeente om toestemming moet worden verzocht en dat als er tijdens de aanbesteding een beroep op de financiële draagkracht van de onderaannemer werd gedaan dan in ieder geval de jeugdhulpaanbieder de bewijzen en documenten aan de gemeente verstrekt die ook tijdens de aanbesteding door de bestaande onderaannemer werden aangeleverd. Verder dient daarbij te worden bepaald dat indien het een onderaannemer betreft op wie de jeugdhulpaanbieder voor zijn financiële draagkracht een beroep heeft gedaan, dat de onderaannemer dan ook hoofdelijk aansprakelijk voor de nakoming van de overeenkomst is.
Indienende organisatie: Regio Zuid-Limburg Document: Overeenkomst
Artikel: 9
Pagina: 66
Datum indienen: 27-11-2023
Uitkomst marginale toets door het expertteam:
Dit verzoek heeft verduidelijking nodig. De CS voorziet op dit moment in één definitie van onderaannemerschap. De hoofdaannemer is voor alle aspecten jegens opdrachtgever gehouden tot nakoming van de overeenkomst. Als binnen de CS sprake moet gaan zijn van een vorm van
‘dragend onderaannemerschap’, zal dit ook in het inkoopdocument aan de orde moeten komen, in
aanvulling op hetgeen nu reeds in deel 3 in opgenomen:
o Artikel 9 lid 1 bepaalt reeds dat schriftelijke toestemming van de gemeente is vereist en dat onderaanneming vooraf moet worden gemeld. De toelichting geeft aan dat dit ziet op de uitvoeringsfase.
o Artikel 9 lid 2 maakt expliciet dat de hoofdaannemer voor eigen rekening en risico onderaannemers inschakelt en dus verantwoordelijk is voor nakoming van de
overeenkomst (doet niet af aan….). De onderaannemer is geen partij bij de
overeenkomst (delen 1 t/m 3) tussen gemeente en hoofdaanbieder.
De verduidelijking van de Regio Zuid-Limburg
Uw vraag hierin gaat over het verduidelijken van het door de gemeente voorgestelde wijzigingsverzoek voor de bepaling over het onderaannemerschap in de contractstandaarden jeugd. Graag bericht ik u hierover alvast.
Terecht merkt u in uw e-mail op dat er in het wijzigingsvoorstel een onderscheid wordt gemaakt tussen de onderaannemer op wie een beroep wordt gedaan voor zijn financiële draagkracht en op de onderaannemer op wie geen beroep wordt gedaan voor zijn financiële draagkracht. Aan deze eerste onderaannemer worden namelijk extra (financiële) eisen gesteld en deze onderaannemer is tegenover de gemeente ook hoofdelijk aansprakelijk.
Dit wordt in de aanbestedingsleidraad van de gemeente neergelegd en komt ook naar voren in het UEA-document deel II, C en de uitwerking daarvan in de verklaring van deze onderaannemer.
Het is ook daarom dat de gemeente het voorstel doet om in de contractstandaard voor de uitvoeringsfase te bepalen dat bij vervanging van deze onderaannemer ook de betreffende financiële stukken aan de gemeente worden overgelegd en dat deze onderaannemer ook hoofdelijk aansprakelijk tegenover de gemeente wordt. Op deze manier sluit de overeenkomst (bij vervanging van de onderaannemer) aan op het inkoopdocument en blijven dezelfde eisen gelden voor de onderaannemer op wie een beroep voor zijn financiële draagkracht wordt gedaan.
Aanvullend zullen dan ook twee verschillende definities in het inkoopdocument en de overeenkomst voor de verschillende onderaannemers moeten worden gehanteerd.
Uitkomst marginale toets nav de verduidelijking:
Wijziging is gezien de toelichting niet nodig. Zoals al aangegeven is in artikel 9 al opgenomen dat de gemeente bij wijziging van onderaannemer altijd schriftelijke toestemming moet geven. Op dat moment kan de gemeente ook die toestemming onthouden als onderaannemers niet gewenste stukken overlegt.
Het wel of niet opschorten van de gunning is afhankelijk van de belangenafweging, die je in eerste instantie als gemeente maakt. Het verzoek is daarom om artikel 5.6.2 optioneel te maken.
Huidige tekst
Het starten van een kortgedingprocedure door een potentiële aanbieder schort de beslissing tot [1 EMVI] gunning [2EMVI en 3EMVI] selectie en/of gunning aan andere potentiële aanbieders op tot de uitspraak in kort geding.
Motivatie wijziging
Deze opschortende werking is niet proportioneel gezien alle belangen die er spelen en de wachttijden bij de rechtbanken. Noodoplossingen organiseren voor honderden of zelfs duizenden cliënten en tientallen andere aanbieders, en zorgvuldige implementatie van het contract onmogelijk maken, staat niet in verhouding tot het bezwaar van 1 partij. In eerdere contracten hadden wij onderstaande vermeld:
‘Opdrachtgever behoudt zich het recht voor om ondanks het aanhangig zijn van een kort geding tot definitieve gunning over te gaan, gelet op het feit dat tijdige contractering van belang is voor de zorgverlening aan Cliënten en de omstandigheid dat er in principe geen beperking is aan het aantal te contracteren Inschrijvers (met uitzondering van het perceel X waarvoor wel een volumebeperking geldt). Eventuele afwijzing en wellicht na kort geding alsnog gunning aan een Inschrijver is in principe niet van invloed op de gunning van andere Inschrijvers (zie ook paragraaf
4.3 onder 11). Inschrijver gaat hiermee akkoord en doet daarmee dus ook afstand van een
eventuele recht op vernietiging van met andere Inschrijvers gesloten Raamovereenkomsten’
In NVI verduidelijkt dat een partij die in het gelijk werd gesteld door de rechter, en voldeed aan de voorwaarden tot gunning, alsnog een contract kreeg. Daarmee zijn de belangen van die partij geborgd, zonder dat andere minstens net zo belangrijke belangen worden geschaad. In een eerdere inkoopprocedure heeft een partij een kort geding aangespannen en daarbij gevraagd om het opschorten van de gunning. De rechter is daar niet in meegegaan, gezien het hierboven genoemde voorbehoud.
Indienende organisatie: Jeugdzorgregio Rijk van Nijmegen Document: Inkoopdocument
Paragraaf: 5.6.2 Rechtsgang
Datum indienen: 29-12-2023
Uitkomst marginale toets door het expertteam:
Deze bepaling is besproken in de totstandkomingsfase van het inkoopdocument voor toelatingsprocedures (open house). Er is toen voor gekozen om de door indiener voorgestelde bepaling niet over te nemen om de rechtsgang voor alle inkoopprocedures gelijk te trekken en de Aanbestedingswet 2012 te volgen. De belangenafweging is toen dus anders geweest. Juridisch zijn er geen bezwaren om tot aanpassing over te gaan.
Uitkomst begeleidingsgroep:
De begeleidingsgroep is het er niet mee eens om dit artikel optioneel te maken, omdat je als aanbestedende dienst te veel risico loopt als je het niet opneemt. Het wijzigingsverzoek is afgewezen door de begeleidingsgroep.
24. Missende tekst bij selectiecriteria
Onderstaande tekst staat wel bij de geschiktheidseisen, maar niet bij de selectiecriteria. Graag toevoegen.
Tekstvoorstel bij artikel 3.5.
‘Bij elke eis is aangegeven hoe de potentiële aanbieder moet aantonen dat de eis op hem van toepassing is. Dit bewijsmiddel dient de potentiële aanbieder bij zijn verzoek tot deelneming of inschrijving mee te sturen. Stuurt de potentiële aanbieder het bewijsmiddel niet, onvolledig of op onjuiste wijze met zijn verzoek tot deelneming of inschrijving mee, dan legt de Gemeente het verzoek tot deelneming of de inschrijving terzijde.
De Gemeente kan op basis van de ontvangen bewijsmiddelen een onderzoek instellen om de bewijsmiddelen te verifiëren. De potentiële aanbieder dient steeds binnen tien werkdagen het door de Gemeente opgevraagde, aanvullend bewijsmateriaal aan te leveren bij Gemeente, tenzij Gemeente een andere termijn noemt bij haar opvraag. Het niet (tijdig) aanleveren van bewijsmiddelen leidt tot uitsluiting van de procedure. De potentiële aanbieder verleent steeds kosteloos zijn medewerking aan deze verificatie.’
Indienende organisatie: Jeugdzorgregio Rijk van Nijmegen Document: Inkoopdocument
Paragraaf: 3.5 en 5.3.4.
Pagina: 13 en 20
Datum indienen: 29-12-2023
Uitkomst marginale toets door het expertteam:
Geen bezwaren, advies: overnemen.
Uitkomst begeleidingsgroep:
Dit verzoek roept te veel discussie op en wordt op dit moment afgewezen. Indienende partij zou met een toelichting opnieuw een wijzigingsverzoek indienen.
25. De 6 principes van Stichting Het Vergeten Kind
Graag een extra artikel toevoegen over de 6 principes van Stichting Het Vergeten Kind. Dit geeft inhoudelijk vorm aan de gewenste kwaliteit van de in te kopen jeugdzorg.
Het gaat om de volgende principes:
• We zijn en blijven beschikbaar voor het kind.
• We luisteren en zijn nieuwsgierig, zonder vooroordelen en aannames.
• We hebben oog voor de talenten, dromen en interesses van het kind.
• We sluiten aan bij wat het kind nodig heeft en zelf wil.
• We werken samen met wie belangrijk is voor het kind.
• We laten ook wat van onszelf zien in het contact.
Indienende organisatie: Ketenbureau i-Sociaal Domein
Document: Inkoopdocument
Paragraaf: bij 2.1.1 of 2.1.2. of 1C bij overwegingen (van de overeenkomst) Pagina: 7
Datum indienen: 31-01-2024
Uitkomst marginale toets:
Akkoord om te bespreken in de begeleidingsgroep.
Uitkomst van de begeleidingsgroep:
Iedereen is het eens met deze principes. De begeleidingsgroep wijst dit wijzigingsverzoek af, omdat dit over beleidsvrijheid gaat waar gemeenten zelf over willen bepalen.
Dit wijzigingsverzoek is ingediend door het Ketenbureau en zou niet in behandeling genomen moeten worden, omdat het Ketenbureau conform procesafspraken geen wijzigingsverzoek mag indienen.
4. Wijzigingsverzoeken die zijn afgerond en niet in de Q&A komen
Wat is de lijn als een wijziging in de overeenkomst noodzaakt tot wijziging van ons programma van eisen? Mogen wij dan het PVE aanpassen?
Uitkomst marginale toets door het expertteam:
Dit zou niet moeten kunnen. De Contractstandaarden bevatten alleen randvoorwaarden die bij wijziging vrijwel zeker niet wezenlijk zijn. Daarnaast zou in het PvE dan een dubbeling staan met de contractstandaarden, anders zou bij wijziging van de contractstandaarden niet ook het PvE wijzigen. Een PvE bevat geen onderwerpen die in de contractstandaard zijn vastgelegd en dat omgekeerd.
Als gemeenten nu iets in hun PvE hebben staan dat ook in de contractstandaarden staat moet het dus uit hun PvE.
Advies expertteam: wijzigingsverzoek afwijzen Datum binnenkomst: 14-09-2023
Wat is de lijn als een update tussen publicatie en ingangsdatum plaatsvindt? Wij zitten nu midden in een inkooptraject, wetende dat indexering en bestedingsruimte gaan wijzigen. Dus volgens welke stukken communiceren wij nu bij de gunning de bestedingsruimte die van toepassing is?
Tijdens een inkooptraject nieuwe documenten publiceren geeft enorme verwarring, dus dat is ook niet echt een optie.
Indienende organisatie: Rijk van Nijmegen
Document: Overeenkomst jeugdhulp toelatingsprocedure_v1 Artikel: -
Paragraaf: - Pagina: -
Datum binnenkomst: 14-09-2023
Uitkomst marginale toets door het expertteam:
Op het moment dat er een nieuwe release gaat plaatsvinden van de contractstandaarden zou de gemeente gebruik moeten maken van de nieuwe versie. Zij kunnen dan gebruik maken van een
standaard wijzigingsformulier. Indien de begeleidingsgroep een standaard wijzigingsformulier wenselijk vindt zal het expertteam dit formulier ontwikkelen.
Advies expertteam
Bespreken in begeleidingsgroep of een wijzigingsformulier wenselijk is.
Reactie begeleidingsgroep
De begeleidingsgroep vindt het niet nodig om een apart wijzigingsformulier op te stellen. Het is voldoende om een document waarbij de wijzigingen zijn bijgehouden te hebben.
Er staat in de Contractstandaard Jeugd een wijzigingsclausule, dus dan kan je altijd het contract omzetten naar de nieuwe versie. Een wijzigingsformulier is niet nodig. Mocht de wijziging te grote gevolgen hebben voor een aanbieder, dan is het mogelijk om het contract op te zeggen.
3. Overeenkomst duur en einde overeenkomst
Wijzigingsverzoek artikel C lid 2
In deel 2 artikel C lid 1 wordt een eenmalige (12 maanden na sluiten overeenkomst)
ontbindingsgrond geformuleerd o.b.v. ‘een objectiveerbare norm zoals totale omzet of aantal jeugdigen in zorg’.
In lid 2 wordt vervolgens gesteld dat de gemeente af ziet van opzegging als ‘de Jeugdhulpaanbieder binnen de periode van twaalf kalendermaanden een gemiddelde klanttevredenheidsscore realiseert van 8.5 of hoger.’
Motivatie wijziging: uitsluitend klanttevredenheid kan, bij het bestaan van een passend alternatief (dat is natuurlijk de randvoorwaarde!), ons inziens geen reden zijn om een overeenkomst met een partij die enkele cliënten helpt, in stand te houden. Dit is niet evenredig en helpt niet in een beweging waarin je, zeker voor ‘lichtere’ jeugdhulp, op gemeenteniveau wil werken met een behapbaar aantal partijen. Ook hebben wij door de jaren heen verschillende contracten met kleine partijen ontbonden op kwaliteitsgronden. De zorg was niet in lijn met de bedoeling van de wet, maar de veelal ontzorgde cliënten waren erg tevreden. O.b.v. klanttevredenheid geen beroep kunnen doen op dit artikel en een langdurig en arbeidsintensief toezicht/handhavingstraject moet doorlopen voor een kleine partij is zonde.
Daarnaast: er wordt niet duidelijk waaruit deze tevredenheid moet blijken. Zeker als een goede score behoud van een contract betekent (voor de aanbieder), en verlies van de vertrouwensrelatie (voor de cliënt), heeft dat een risico op niet valide uitkomsten.
Indienende organisatie: Jeugdzorgregio Rijk van Nijmegen Document: Overeenkomst
Artikel: C lid 1 en 2
Bladzijde: 36
Datum indienen: 29-12-2023
Intake
Deze vraag is eerder gesteld en is opgenomen in de Q&A. Het antwoord is:
In artikel C lid 2 zijn mogelijkheden opgenomen waar de aanbieder zich op kan beroepen en de gemeente het contract dan niet kan opzeggen. Het is niet mogelijk om dit punt uit het contract te halen, echter bepaalt de gemeente wel zelf of het mee moet gaan in het verzoek van de aanbieder om niet op te zeggen.
4. Missende tekst bij selectiecriteria
Onderstaande tekst staat wel bij de geschiktheidseisen, maar niet bij de selectiecriteria. Graag toevoegen.
Tekstvoorstel bij artikel 3.5.
‘Bij elke eis is aangegeven hoe de potentiële aanbieder moet aantonen dat de eis op hem van toepassing is. Dit bewijsmiddel dient de potentiële aanbieder bij zijn verzoek tot deelneming of inschrijving mee te sturen. Stuurt de potentiële aanbieder het bewijsmiddel niet, onvolledig of op onjuiste wijze met zijn verzoek tot deelneming of inschrijving mee, dan legt de Gemeente het verzoek tot deelneming of de inschrijving terzijde.
De Gemeente kan op basis van de ontvangen bewijsmiddelen een onderzoek instellen om de bewijsmiddelen te verifiëren. De potentiële aanbieder dient steeds binnen tien werkdagen het door de Gemeente opgevraagde, aanvullend bewijsmateriaal aan te leveren bij Gemeente, tenzij Gemeente een andere termijn noemt bij haar opvraag. Het niet (tijdig) aanleveren van bewijsmiddelen leidt tot uitsluiting van de procedure. De potentiële aanbieder verleent steeds kosteloos zijn medewerking aan deze verificatie.’
Indienende organisatie: Jeugdzorgregio Rijk van Nijmegen Document: Inkoopdocument
Paragraaf: 3.5 en 5.3.4.
Pagina: 13 en 20
Datum indienen: 29-12-2023
Uitkomst marginale toets door het expertteam:
Deze tekst kan je als gemeente zelf invullen in paragraaf 5.3.4. De wijze van selecteren inclusief het aantal te selecteren partijen is uitgewerkt in hoofdstuk 5 van het inkoopdocument. Het overnemen van de voorgestelde wijziging is dus niet nodig.
Uitkomst begeleidingsgroep:
Dit verzoek roept te veel discussie op en wordt op dit moment afgewezen. Ook omdat de indienende partij geen aanvullende informatie heeft gegeven.
Indienende partij zou met een toelichting opnieuw een wijzigingsverzoek kunnen indienen.
Artikel X: Incidentenrapportage
De gemeente verwacht van de jeugdhulpaanbieder dat deze incidenten registreert, deze periodiek analyseert en naar aanleiding daarvan verbetermaatregelen neemt.
Extra artikel toevoegen aan deel 3 van de CSJ, over incidentenrapportage. Tekstvoorstel:
Indienende organisatie: Gemeente Groningen Document: Overeenkomst
Artikel: extra artikel in deel 3 Datum indienen: 08-12-2023
Uitkomst marginale toets door het expertteam:
Zie artikel 10 lid 3. Er komt een nieuw begrip bij: “incidenten”. Wat zijn dit precies en wie ziet toe op deze registratie en op het treffen van de “verbetermaatregelen”? Xxxxxxx men met de “gemeente verwacht” eigenlijk, “de jeugdhulpaanbieder verplicht zich tot het bijhouden van een incidentenregistratie?” Is dit beleidsmatig gewenst? Zo ja, dan is een extra artikel nodig.
Reactie van de RIGG:
Het klopt dat met ‘de gemeente verwacht’ wordt bedoeld dat de jeugdhulpaanbieder zich daartoe
verplicht.
Het bijhouden van een incidentenregistratie an sich is echter niet voldoende, de jeugdhulpaanbieder moet zich ook verplichten om deze registratie periodiek te analyseren en indien nodig naar aanleiding van die analyse verbetermaatregelen nemen.
Uitkomst begeleidingsgroep:
Deze informatie staat ook in de HKZ. We nemen geen informatie op over onderwerpen die elders ook al verplicht zijn. In overleg met de RIGG besluit de begeleidingsgroep om dit verzoek af te wijzen.
Legenda:
Overzicht wijzigingen Overeenkomst Jeugd versie 1.2 ten opzichte van de versie 1.1.
Rode tekst is de tekst zoals deze opgenomen wordt in de CSJ 1.2. Zwarte tekst is de oorspronkelijke tekst in versie 1.1.
Versie 1.1. artikelnum mer + deel | Contractstandaarden Jeugd 1.1 (WAS) | Release 1.2 (WORDT) artikelnumme r + nr. wijzigingsverz oek | Release 1.2 (WORDT) tekst |
Gehele document | De nummering was: • Deel 1: 1A, 1B, enz.; • Deel 2: A, B, enz.; • Deel 3: 1, 2, enz. | Gehele document Zie wijzigingsverzo ek 3 | • Deel 1A, artikel 1a tot en met 1d wordt: Partijen, Overwegingen en Definities • Deel 1A, artikel 1e tot en met 1h + deel 2 wordt: Deel 1: Bepalingen tussen gemeenten en alle gecontracteerde jeugdhulpaanbieders. • Deel 1B wordt: Deel 2: Bepalingen tussen gemeenten en individuele jeugdhulpaanbieders • Deel 3 blijft deel 3. |
Deel 1, artikel 1C | Overwegingen | Overwegingen : Er is een overweging toegevoegd. | Artikel Partijen gezien de maatschappelijke opgaven en het partnerschap dat daarbij nodig is afzien van feitelijke of rechtshandelingen of een combinatie daarvan die een (financieel) voordeel opleveren en die in overeenstemming zijn met de bewoordingen van wet- en regelgeving, maar in strijd zijn met het doel en de strekking daarvan. |
Deel 1, artikel 1G | Hiërarchische volgorde documenten Tegenstrijdigheden en hiërarchische volgorde: De volgende bijlagen zijn (in hiërarchische volgorde) van toepassing en maken integraal onderdeel uit van de overeenkomst die de Gemeente met de Jeugdhulpaanbieder sluit. Het betreft telkens de gepubliceerde, meest actuele versie van: 1. De overeenkomst 2. De Nota(’s) van Inlichtingen 3. De Gemeentelijke inkoopdocumenten met daarin: 3.1. … 3.2. De meest recente model algemene inkoopvoorwaarden van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (maart 2018). 3.3. De aanmelding/Het verzoek tot deelname/De inschrijving van de Jeugdhulpaanbieder, met daarin: 3.3.1. 3.3.2. 3.4. Toelichting De bijlagen maken integraal onderdeel uit van de overeenkomst. In dit artikel is opgenomen hoe deze bijlagen zich tot elkaar verhouden als tussen die bijlagen tegenstrijdigheden bestaan. De overeenkomst staat uiteraard zelf het hoogste in de hiërarchie. In de Gemeentelijke inkoopdocumenten kunnen bijlagen worden | Artikel 1.2: Hiërarchische volgorde documenten | De volgende bijlagen zijn (in hiërarchische volgorde) van toepassing en maken integraal onderdeel uit van de overeenkomst die Partijen sluiten. Het gaat steeds om de gepubliceerde, meest actuele versie van: 1. De overeenkomst; 2. Nadere overeenkomsten gesloten op basis van deze overeenkomst; 3. De Nota(’s) van Inlichtingen (latere versies gaan voor op voorgaande versies); 4. De Gemeentelijke inkoopdocumenten met daarin: 4.1. [bijlagen benoemen]; 4.2. Het meest recente model algemene inkoopvoorwaarden van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (december 2021). 4.3. Het verzoek tot deelname met daarin: 4.3.1. [bijlagen benoemen]; 4.3.2. [bijlagen benoemen]. en/of 4.4 de inschrijving van de Jeugdhulpaanbieder met daarin: 4.4.1. [bijlagen benoemen]; 4.4.2. [bijlagen benoemen]. 4. [Eventueel aanvullende documenten benoemen]. Toelichting De bijlagen maken integraal onderdeel uit van de overeenkomst. In dit artikel is opgenomen hoe deze bijlagen zich tot elkaar verhouden als tussen die bijlagen tegenstrijdigheden bestaan. De overeenkomst staat uiteraard zelf het hoogste in de hiërarchie. De Gemeente kan in de Gemeentelijke inkoopdocumenten bijlagen opnemen. Gemeenten zijn niet verplicht gebruik te maken van |
opgenomen zoals bijvoorbeeld een verwerkersovereenkomst. | Nadere overeenkomsten (NOKS), maar als zij dat doen volgt uit dit artikel de rang van deze NOKS in het geheel aan documenten. | ||
Deel 1, artikel 1D | Onder fraude verstaan partijen het plegen of trachten te plegen van valsheid in geschrifte, bedrog, benadeling van schuldeisers of rechthebbenden en/of verduistering bij de uitvoering van de Jeugdwet door de Jeugdhulpaanbieder, met het doel een prestatie, vergoeding, betaling of ander voordeel te krijgen waarop de Jeugdhulpaanbieder geen recht heeft of recht kan hebben. In artikel 1D is opgenomen dat de definities uit vigerende wet- en regelgeving van toepassing zijn op de overeenkomst. Om geen strijdigheid te krijgen tussen overeenkomst en verordening, gelden ook de definities uit de gemeentelijke verordening. Voorgaande voorkomt dat Gemeenten en Jeugdhulpaanbieders definities gaan opstellen voor begrippen die al zijn gedefinieerd in wet- en regelgeving. Begrippen in de overeenkomst die in deze wet- en regelgeving geen definities kennen, krijgen hier een plek. Begrippen die in de overeenkomst voorkomen, maar niet in de wet, krijgen hier een passende definitie. Voor Fraude is aangesloten bij de tekst van de Regeling Jeugdwet. Voor Gepast gebruik is aangesloten op de definitie daarvan in de overeenkomsten die zorgkantoren sluiten in het kader van de WLZ. Voor de definitie van (a)specifiek en generiek toewijzen is aangesloten | Definities Zie wijzigingsverzo ek 1, (hoofdstuk 2) | Artikel Fraude i) Het onder valse voorwendselen of op oneigenlijke grond en/of wijze verkrijgen of trachten te verkrijgen van voordeel waar men geen recht op heeft of zou hebben gehad, dan wel daar op enigerlei wijze aan meewerken, en/of ii) het bewust verzwijgen van relevante feiten en omstandigheden, verstrekken van onjuiste of onvolledige informatie of geven van een verkeerde en/of onvolledige voorstelling van zaken, dan wel daar op enigerlei wijze aan meewerken, op grond waarvan enig voordeel wordt of kan worden verkregen waar men geen recht op heeft of zou hebben gehad en/of iii) het bewust of opzettelijk misleidend handelen binnen het zorgdomein, met het oog op eigen of andermans gewin, voor zover het in de wet strafbaar gestelde feiten betreft. Toelichting: In artikel 1D is opgenomen dat de definities uit vigerende wet- en regelgeving van toepassing zijn op de overeenkomst. Om geen strijdigheid te krijgen tussen overeenkomst en verordening, gelden ook de definities uit de gemeentelijke verordening. Voorgaande voorkomt dat Gemeenten en Jeugdhulpaanbieders definities gaan opstellen voor begrippen die al zijn gedefinieerd in wet- en regelgeving. Begrippen in de overeenkomst die in deze wet- en regelgeving geen definities kennen, krijgen hier een plek. Begrippen die in de overeenkomst voorkomen, maar niet in de wet, krijgen hier een passende definitie. Voor Fraude is aangesloten bij de tekst van de Regeling Jeugdwet. Voor Gepast gebruik is aangesloten op de definitie daarvan in de overeenkomsten die zorgkantoren sluiten in het kader van de WLZ. |
bij de Handreiking uitvoeringsvarianten versie 1.3, p.5, Zorginstituut Nederland. | Voor de definitie van (a)specifiek en generiek toewijzen is aangesloten bij de Handreiking uitvoeringsvarianten versie 1.3, p.5, Zorginstituut Nederland. | ||
Deel 1, artikel 1H | Als de Gemeente | Artikel 1.3.3. Gelijkgetrokke n met de Contractstand aarden Wmo | Artikel Als de Gemeente gebruik maakt van de mogelijkheid te verlengen, dan meldt zij dit bij Aanbieder minimaal 6 (zes) kalendermaanden voor einddatum. Toelichting Het sluiten van overeenkomsten voor onbepaalde tijd is na een Europese aanbestedingsprocedure niet mogelijk. De looptijd, maar ook eventuele opties tot verlenging moeten dan uitgaan van een redelijke looptijd van de overeenkomst. De Gemeente maakt gebruik van een optie tot verlenging door dit te melden aan de Jeugdhulpaanbieder. Die melding is in de contractstandaard vormvrij. De Gemeente moet daarbij wel rekening houden met de ontvangsttheorie zoals verwerkt in artikel 3:37 lid 3 BW. Als de Jeugdhulpaanbieder stelt dat zij de melding niet heeft ontvangen, dan is het aan de Gemeente om te bewijzen dat dit wel het geval is (vandaar dat de praktijk vaak werkt met aangetekende brieven). Uit overwegingen van redelijkheid kan het aanbevelingswaardig zijn dat de Gemeente weliswaar de overeenkomst kan verlengen, maar dat Partijen (dus ook de Jeugdhulpaanbieder) de mogelijkheid behouden tussentijds op te zeggen. Voor wat betreft opzeggingsmogelijkheden zijn drie opties opgenomen. |
Deel 1, artikel 1H | De overeenkomst gaat in op [begindatum ] en loopt tot [einddatum ]. De Gemeente kan na afloop van de looptijd de overeenkomst stilzwijgend in zijn geheel of gedeeltelijk verlengen met een periode van [aantal ] kalendermaanden. (Bij | Artikel 1.3.4 Looptijd. Gelijkgetrokke n met de Contractstand aarden Wmo | Artikel Partijen kiezen één van onderstaande opties: Optie 1: Geen van de Partijen is gerechtigd de overeenkomst tussentijds schriftelijk op te zeggen, |
toelatingsprocedures zonder tussentijdse toetreding:) De Gemeente mag op deze wijze de overeenkomst maximaal [aantal ] maal verlengen. Toelichting Als de overeenkomst tot stand komt na een toelatingsprocedure (‘open house’) met tussentijdse toetredingsmomenten, dan mogen partijen de overeenkomst steeds verlengen. Komt de overeenkomst tot stand na een toelatingsprocedure (‘open house’) zonder tussentijdse toetredingsmomenten of haalt de gemeente deze mogelijkheid via wijzigingen uit de overeenkomst, dan is de mogelijkheid tot verlengen van de overeenkomst beperkt. Opties tot verlenging moeten dan uitgaan van een redelijke looptijd van de overeenkomst. Uit overwegingen van redelijkheid is opgenomen dat de Gemeente weliswaar de overeenkomst kan verlengen, maar dat Partijen (dus ook de Jeugdhulpaanbieder) de mogelijkheid behouden tussentijds op te zeggen. | met uitzondering van hetgeen bepaald in artikel 1.4.2., [1.6.1], 3.20.1, 3.23 en 3.31.4. Optie 2: De Gemeente is naast de mogelijkheden genoemd in artikel 1.4.2, [1.6.1], 3.20.1 en 3.23 gerechtigd de overeenkomst tussentijds schriftelijk op te zeggen met inachtneming van een opzegtermijn van [aantal] kalendermaanden. De Jeugdhulpaanbieder is niet gerechtigd de overeenkomst tussentijds op te zeggen, met uitzondering van hetgeen bepaald in artikel 1.4.2, 3.23 en 3.31.4. Optie 3: De Gemeente is naast de mogelijkheden genoemd in artikel 1.4.2, [1.6.1], 3.20.1 en 3.23 gerechtigd de overeenkomst tussentijds schriftelijk op te zeggen met inachtneming van een opzegtermijn van [aantal] kalendermaanden. De Jeugdhulpaanbieder is naast de mogelijkheden genoemd in artikel 1.4.2, 3.23 en 3.31.4 gerechtigd de overeenkomst tussentijds schriftelijk op te zeggen met inachtneming van een opzegtermijn van [aantal] kalendermaanden, mits is voldaan aan de volgende voorwaarden: [voorwaarden benoemen waaronder Jeugdhulpaanbieder gebruik kan maken van mogelijkheid tot opzegging]. Toelichting Het sluiten van overeenkomsten voor onbepaalde tijd is na een Europese aanbestedingsprocedure niet mogelijk. De looptijd, maar ook eventuele opties tot verlenging moeten dan uitgaan van een redelijke looptijd van de overeenkomst. Uit overwegingen van redelijkheid is kan het aanbevelingswaardig zijn dat de Gemeente weliswaar de overeenkomst kan verlengen, maar dat Partijen (dus |
ook de Jeugdhulpaanbieder) de mogelijkheid behouden tussentijds op te zeggen. Voor wat betreft opzeggingsmogelijkheden zijn drie opties opgenomen. | |||
Deel 2, artikel A | De Gemeente kan de overeenkomst tussentijds wijzigen. De wijzigingen kunnen aanvullend op artikel 24 lid 3 zien op: Vul in Partijen nemen een termijn van maximaal zes maanden in acht, ingaande de dag na het beschikbaar komen van de gewijzigde contractstandaarden, om de wijziging door te voeren. De jeugdhulpaanbieder weigert de wijziging niet op onredelijke gronden. Als de gevolgen van de wijziging naar het oordeel van jeugdhulpaanbieder onredelijk zijn, of partijen anderszins niet tot overeenstemming komen over de (gevolgen van) de wijziging van de overeenkomst, dan heeft jeugdhulpaanbieder het recht de overeenkomst op te zeggen als Gemeente van hem niet kan vergen de overeenkomst ongewijzigd voort te zetten. Opzegging op grond van dit artikel geeft Partijen geen recht op vergoeding van schade en/of kosten. De mogelijkheid tot wijziging in dit artikel laat het wijzen van de overeenkomst op basis van het bepaalde in art. 2.163b, 2.163d, 2.163e, 2.163f Aanbestedingswet 2012 en overige wijzigingsclausules opgenomen in de overeenkomt onverlet. | Artikel 1.4: Herzieningscla usule Zie wijzigingsverzo ek 2 | Artikel De Gemeente kan de overeenkomst tussentijds wijzigen. De wijzigingen kunnen zien op: Vul in Partijen nemen een termijn van maximaal 6 (zes) maanden in acht, ingaande de dag na het doorvoeren van de wijziging in de overeenkomst. De Jeugdhulpaanbieder weigert de wijziging niet op onredelijke gronden. Als de gevolgen van de wijziging naar het oordeel van Jeugdhulpaanbieder onredelijk zijn, of partijen anderszins niet tot overeenstemming komen over de (gevolgen van) de wijziging van de overeenkomst, dan heeft Jeugdhulpaanbieder het recht de overeenkomst op te zeggen als Gemeente van hem niet kan vergen de overeenkomst ongewijzigd voort te zetten. Opzegging op grond van dit artikel geeft Partijen geen recht op vergoeding van schade en/of kosten. De mogelijkheid tot wijziging in dit artikel laat het wijzen van de overeenkomst op basis van het bepaalde in art. 2.163b, 2.163d, 2.163e, 2.163f Aanbestedingswet 2012 en overige wijzigingsclausules opgenomen in de overeenkomst onverlet. |
Deel 3, artikel 1 lid 3 | Als de jeugdhulp aan een jeugdige bestaat uit een samenstelling van diensten geleverd door verschillende jeugdhulpaanbieders, dan is de jeugdhulpaanbieder die start met de jeugdhulp ervoor verantwoordelijk dat het daarop aanvullende onderdeel optimaal aansluit voor deze jeugdige, tenzij de betrokken jeugdhulpaanbieders daar onderling afspraken over maken. Verantwoordelijkheid startende jeugdhulpaanbieder In de situatie dat meerdere jeugdhulpaanbieders betrokken zijn bij een samengestelde (vormen, categorieën, producten, diensten) levering van de jeugdhulp, dient er geen misverstand te bestaan over de verantwoordelijkheid ten aanzien van de aansluiting van de samenstellende onderdelen van de hulp. Het derde lid schept daarin duidelijkheid door de startende jeugdhulpaanbieder hiervoor verantwoordelijk te stellen. Dit is dus geen inkoopkeuze, maar een toeleidingskeuze. In de toeleiding is dan bepaald dat meerdere jeugdhulpaanbieders nodig zijn bij een casus. De startende aanbieder is verantwoordelijk, tenzij de jeugdhulpaanbieders hier onderling een (andere) afspraak over maken. | Artikel 3.1.3: Levering van jeugdhulp Zie wijzigingsverzo ek 20 | Artikel ‘Als de jeugdhulp en/of maatschappelijke ondersteuning geleverd op één woonadres bestaat uit een samenstelling van diensten geleverd door verschillende (jeugdhulp)aanbieders, dan is de gemeente ervoor verantwoordelijk dat de verschillende diensten optimaal op elkaar aansluiten, mits de gemeente niet een derde heeft aangewezen om deze verantwoordelijkheid op zich te nemen. Toelichting Op deze wijze ligt de regie volledig bij de gemeente. Wijst zij geen derde aan, dan is zij zelf verantwoordelijk. Wijst zij wel een derde aan (dat kan een aanbieder zijn, maar ook de lokale toegang), dan is die derde verantwoordelijk. De gemeente is alleen verantwoordelijk te houden als zij niet een derde heeft aangewezen. |
Deel 3, artikel 4 lid 2 | De Jeugdhulpaanbieder is verplicht om bij omstandigheden die een risico vormen voor de continuïteit van de jeugdhulp, in het bijzonder als sprake is van de dreigende sluiting van locaties of voorzieningen, of deze op enigerlei wijze | Artikel 3.4.2: Continuïteit van jeugdhulp Zie wijzigingsverzo | Artikel De Jeugdhulpaanbieder is verplicht om de Gemeente meteen op de hoogte stellen van omstandigheden die een risico vormen voor de continuïteit van de jeugdhulp. De Jeugdhulpaanbieder houdt daarbij rekening met regels omtrent privacy en bevestigt zijn |
(kunnen) bedreigen, in het bijzonder maar niet uitsluitend op financieel en inhoudelijk gebied, de Gemeente meteen van die omstandigheden met inachtneming van privacyregels in kennis te stellen en dit schriftelijk te bevestigen. Hierbij geeft de Jeugdhulpaanbieder de Gemeente inzicht in alle relevante stukken die betrekking hebben op de problematiek. De Gemeente heeft het recht om, bij gerede twijfel, een extern (accountants)onderzoek in te stellen. | ek 1: Early Warning | melding schriftelijk. De Jeugdhulpaanbieder geeft de Gemeente desgevraagd inzicht in alle relevante stukken die betrekking hebben op de omstandigheden. Als zij dat nodig acht, heeft de Gemeente het recht om een extern (accountants)onderzoek in te stellen. Bij vermoedens van een issue met continuïteit informeert de Jeugdhulpaanbieder de accounthoudende regio en de Jeugdautoriteit. Partijen merken omstandigheden in ieder geval aan als risicovol voor de continuïteit van jeugdhulp als: a) Er gedurende de laatste 3 jaar sprake is (geweest) van materieel negatieve exploitatieresultaten; b) Er sprake is van (het ontstaan van) liquiditeitsproblemen; c) Er sprake is van bestuurlijke onrust; d) Er sprake is van enige bestuursrechtelijke maatregel van de IGJ, enige bestuursrechtelijke maatregel van een gemeente of (gemeentelijk) toezichthouder, of van een tuchtrechtelijke of strafrechtelijke maatregel. Partijen voeren altijd overleg over voorgaande omstandigheden. | |
Deel 3, artikel 5 lid 1 | De Jeugdhulpaanbieder spant zich in om wachttijden te voorkomen. De actuele Treeknormen zijn van toepassing. Als de Jeugdhulpaanbieder niet binnen een specifieke branche valt, dan zijn op hem de Treeknormen Gehandicaptenzorg van toepassing. Normen voor wachttijden De jeugdhulpaanbieder heeft een inspanningsverplichting. Wachttijden worden idealiter getoetst aan een norm en voor zover deze niet beschikbaar zijn voor een branche, | Artikel 3.5.1: Wachttijden en cliëntenstop door Gemeente Zie wijzigingsverzo ek 21: Wachttijden | De Jeugdhulpaanbieder spant zich in om wachttijden te voorkomen. Als op de jeugdhulp, die Jeugdhulpaanbieder biedt, specifieke, landelijk vastgestelde normen van toepassing zijn, past de jeugdhulpaanbieder deze toe. Bestaan deze landelijk vastgestelde normen niet, dan zijn de actuele Treeknormen van toepassing. Als de Jeugdhulpaanbieder niet binnen een specifieke branche valt, dan zijn op hem de Treeknormen Gehandicaptenzorg van toepassing. Als de Treeknormen Gehandicaptenzorg volgens Partijen niet passend is voor de jeugdhulp die Jeugdhulpaanbieder levert, dan kunnen Partijen daarvan afwijken. Partijen spreken een specifieke norm af en leggen deze vast in Deel 2 van de overeenkomst. |
wordt in dit lid bepaald dat de Treeknormen Gehandicaptenzorg van toepassing zijn. De Treeknorm voor de totale wachttijd is de som van de aanmeld- en behandelwachttijd uitgedrukt in dagen. De normen zijn per branche vastgesteld, waarbij voor de contractstandaard altijd wordt uitgegaan van de laatste versie. De norm voor de Gehandicaptenzorg fungeert hierbij als achtervang. Overschrijding van de toepasselijke norm levert een tekortkoming in de nakoming op, tenzij de Jeugdhulpaanbieder kan aantonen zich voldoende te hebben ingespannen. | Toelichting Er is een gelaagdheid aangebracht in de standaard. Is er een norm beschikbaar, dan moet de Jeugdhulpaanbieder deze toepassen. Anders zijn Treeknormen van toepassing. Valt een Jeugdhulpaanbieder niet in een specifieke branche (GGZ, GHZ, VVT) dan geldt de norm voor de gehandicaptenzorg. Als ook dat niet passend is, kunnen de Gemeente en Jeugdhulpaanbieder maatwerkafspraken maken over een norm. De Gemeente moet hiermee wel akkoord gaan, anders blijft de norm gehandicaptenzorg gelden. Van de Jeugdhulpaanbieder wordt verwacht dat deze actief en proactief informeert over wachttijden en het voeren van beheer daaromtrent in elke fase van het proces. De hier aangeduide wachttijden betreffen wachttijden op het niveau van de Jeugdhulpaanbieder en betreffen dus niet de wachttijd op het niveau van een individuele jeugdige. Voor een stop toeleiding in te stellen door de Jeugdhulpaanbieder is voorafgaande, schriftelijke toestemming van de Gemeente vereist. Uitgangspunt is de overeenkomst van opdracht. Daarbij neemt de Jeugdhulpaanbieder een bepaalde opdracht aan. Onder die opdracht valt de acceptatieplicht zoals ook vermeld in artikel 3.1, waarbij overigens ook is aangegeven wanneer die acceptatieplicht niet geldt. Aannemen van de opdracht houdt in dat de Gemeente als opdrachtgever kan eisen dat in het geval van wachttijd, de Jeugdhulpaanbieder zorgt voor een alternatief. Dit is de onderbouwing van de verplichting. Uiteraard mag van de Gemeente verwacht worden dat zij medewerking verleent indien nodig. De mate waarin een wachttijd als onaanvaardbaar kan |
worden aangemerkt, wordt gedefinieerd door de specifieke situatie van de jeugdige en/of ouders en verzorgers (ernst, urgentie, tendens), getoetst aan de gestelde normen. De Jeugdhulpaanbieder is in een dergelijke situatie verplicht mee te werken aan het zoeken naar een alternatieve Jeugdhulpaanbieder. Als de Gemeente concrete signalen krijgt (bijvoorbeeld via wijkteams, IKZ, jeugdigen en/of ouders, enzovoort) over fraude of gebrek aan kwaliteit waarbij de veiligheid van jeugdigen en/of ouders in gevaar komt, dan kan zij de opdracht voor jeugdhulp aan een jeugdige beëindigen en de opdracht verstrekken aan een andere Jeugdhulpaanbieder. | |||
Deel 1, artikel 5 lid 2 | De Aanbieder geeft actief informatie over wachttijden en wachttijdbeheer aan de Gemeente, of een door de Gemeente aan te wijzen derde, als die daarom vraagt. In het geval van wachttijden informeert de Aanbieder de Gemeente proactief (dus voor het ontstaan, de ontwikkeling en het einde van de wachttijden). | 3.5.2: Wachttijden Gelijkgetrokke n met de Contractstand aarden Wmo | Artikel De Aanbieder geeft actief informatie over wachttijden en wachttijdbeheer aan de Gemeente, of een door de Gemeente aan te wijzen derde, als die daarom vraagt. In het geval van wachttijden informeert de Aanbieder de Gemeente proactief (dus voor het ontstaan, de ontwikkeling en het einde van de wachttijden). |
Deel 1, artikel 5 | NVT, betreft een toevoeging van een extra lid | 3.5.5: Wachttijden en cliëntenstop door Gemeente Zie wijzigingsverzo ek 24: Toezicht en handhaving. | Artikel De Gemeente is gerechtigd om per direct een cliëntenstop in te stellen en/of per direct een opdracht om jeugdhulp te verlenen aan een jeugdige te beëindigen en een andere Jeugdhulpaanbieder deze opdracht te verstrekken als de Gemeente over concrete signalen beschikt die duiden op fraude of situaties waarbij kwaliteit van de jeugdhulp niet conform de kwaliteitseisen is zoals overeengekomen en de veiligheid van de jeugdige of zijn omgeving in het geding is. |
Deel 3, artikel 7 | De Jeugdhulpaanbieder kan dienstverlening aan de jeugdige weigeren of beëindigen, mits wet- en | Artikel 3.7: Weigering- en | Artikel |
regelgeving zich hiertegen niet verzetten. De Jeugdhulpaanbieder dient bij opzegging aan de jeugdige een opzegtermijn te hanteren van minimaal één kalendermaand en daarnaast actief mee te werken met verwijzers, de Gemeente daaronder begrepen, voor het vinden van een passend alternatief aanbod als één van deze partijen daar om vraagt. De Jeugdhulpaanbieder blijft verantwoordelijk voor het leveren van de benodigde jeugdhulp tot een passend alternatief is gevonden of passende overbruggingszorg door de Jeugdhulpaanbieder is geregeld. | beëindiging van jeugdhulp Zie wijzigingsverzo ek 23: Weigeren of beëindigen van dienstverlenin g | De Jeugdhulpaanbieder kan het leveren van jeugdhulp aan de jeugdige weigeren of beëindigen, mits wet- en regelgeving zich hiertegen niet verzetten. De Jeugdhulpaanbieder dient bij opzegging aan de jeugdige een opzegtermijn te hanteren van minimaal 1 (één) kalendermaand en daarnaast actief mee te werken met de Gemeente voor het vinden van een passend alternatief aanbod als de Gemeente daar om vraagt. Het inkorten van de genoemde opzeggingstermijn is alleen mogelijk als sprake is gewichtige redenen waarbij overige zorgvuldigheidseisen van kracht blijven. De Jeugdhulpaanbieder blijft verantwoordelijk voor het leveren van de benodigde jeugdhulp tot een passend alternatief is gevonden of passende overbruggingszorg door de Jeugdhulpaanbieder is geregeld. | |
Deze bepaling ziet op de voorwaarden die voortvloeien uit wet- en regelgeving en de jurisprudentie, actueel ten tijde van het opstellen van de contractstandaard. | |||
Deel 3, | De Jeugdhulpaanbieder houdt zijn gegevens | Artikel 3.1.8: | Artikel |
artikel 1, | actueel in de door de Gemeente daarvoor | Levering van | De ene partij zorgt ervoor dat de andere partij steeds beschikt over |
lid 9 | beschikbaar gestelde applicatie. | Jeugdhulp | de volgende meeste actuele informatie: - postadres, - bezoekadres, |
Zie | - algemeen emailadres, - contactpersoon | ||
wijzigingsverzo | (naam/telefoonnummer/e-mailadres). | ||
ek 16: | |||
Contactgegeve | |||
ns | |||
Deel 3, | NVT betreft een toevoeging van een voetnoot | Artikel 3.9: | Artikel |
artikel 9 | Hoofd- en | Artikel 3.9: Hoofd- en onderaanneming1 | |
onderaannemi | |||
ng | 1Let op fiscale verplichtingen bij hoofd- en onderaannemerschap. | ||
Zie de toelichting bij dit artikel. |
Toelichting Toelichting (algemeen) op hoofd- en onderaannemerschap Het Afwegingskader hoofd en onderaannemerschap sociaal domein omschrijft hoofd- en onderaannemerschap als volgt: “Binnen het sociaal domein kan worden gewerkt met hoofd- en onderaannemerschap. Bij hoofd- en onderaannemerschap zet een aanbieder (de hoofdaannemer) een andere aanbieder (de onderaannemer) in voor (onderdelen van) de te leveren hulp of ondersteuning. De hoofdaannemer is eindverantwoordelijk voor de hulp en regelt de (financiële) verantwoording richting de Gemeente (de opdrachtgever). Er zijn aanbieders die vrijwillig voor deze constructie kiezen, maar de constructie kan ook een gevolg zijn van een bepaalde wijze van inkopen door de gemeente. In dit laatste geval spreken we van ‘opgelegd’ hoofd- en onderaannemerschap.” Cruciale kenmerken van een hoofd- en onderaannemerconstructie zijn: − De Gemeente contracteert één of meer hoofdaannemers; − Een hoofdaannemer is vaak eindverantwoordelijk voor alle (of een groot deel van de) hulp en ondersteuning voor een inwoner; − De hoofdaannemer verantwoordt de hulp richting de gemeente; − De hoofdaannemer zet onderaannemers in daar waar hij zelf de capaciteit of het specialisme niet heeft om een inwoner te ondersteunen; − De hoofdaannemer fungeert als opdrachtgever richting de onderaannemer; de onderaannemer heeft daarmee geen contractuele relatie met de gemeente; Er wordt geen consortium bedoeld; een consortium is een organisatie die de samenwerking van partijen borgt in een separate rechtspersoon. |
Bovenstaande tekst sluit – inclusief eventuele discrepanties met in de praktijk gangbare begrippen en definities – aan bij de gepubliceerde handreiking. Het is van belang dat hoofd en -onderaannemers zelf beoordelen of hun afspraken verder aan alle wet- en regelgeving voldoen, zoals aan mededingingsregels en fiscale regels (BTW verplichtingen). Zie voor meer informatie over BTW verplichtingen: BTW- | |||
Deel 3, | De Jeugdhulpaanbieder beschikt over een | 3.10.3a en b Zie wijzigingsverzo ek 17: Informatieplic ht is onvolledig, in het bijzonder in relatie tot de uitsluitingsgro nden | Artikel De Jeugdhulpaanbieder beschikt over een systeem van informatievoorziening dat borgt dat de Jeugdhulpaanbieder direct informatie kan verstrekken aan de Gemeente over: − de door hem geleverde jeugdhulp en − de kwaliteit van de jeugdhulp met inachtneming van de relevante kwaliteitskaders. Tenzij de betreffende informatie beschikbaar is via een openbaar toegankelijke bron, handelt de Jeugdhulpaanbieder in ieder geval als volgt: Als bij de Jeugdhulpaanbieder een onderzoek heeft plaatsgevonden door een toezichthouder waaronder, maar niet beperkt tot - een Wmo en jeugdtoezichthouder (binnen 5 werkdagen); - de IGJ (binnen 5 werkdagen); - de Belastingdienst; en/of - de Autoriteit Consument en Markt, of rapporten zijn uitgebracht die betrekking hebben op één of meer vertegenwoordigers van de Jeugdhulpaanbieder, zoals bestuurders of toezichthouders, dan informeert de Jeugdhulpaanbieder de |
artikel 10 | systeem van informatievoorziening dat borgt dat | ||
lid 2 | de Jeugdhulpaanbieder periodiek beschikbaar | ||
komende informatie over de | |||
Jeugdhulpaanbieder, de door hem geleverde | |||
jeugdhulp en de kwaliteit van de jeugdhulp met | |||
inachtneming van de relevante kwaliteitskaders | |||
terstond aan de Gemeente ter beschikking stelt. | |||
De Gemeente verschaft geen | |||
bedrijfsvertrouwelijke informatie over andere | |||
jeugdhulpaanbieders, tenzij de Gemeente | |||
wettelijk verplicht is die informatie openbaar te | |||
maken. | |||
Tenzij de betreffende informatie beschikbaar is | |||
via een openbaar toegankelijke bron, verschaft | |||
de Jeugdhulpaanbieder passend binnen de | |||
kaders van wet- en regelgeving ter zake van de | |||
bescherming van persoonsgegevens, op eigen | |||
initiatief, de volgende gegevens: |
a. Wanneer bij de Jeugdhulpaanbieder een onderzoek door de IGJ of een gemeentelijke toezichthouder heeft plaatsgevonden, informeert de Jeugdhulpaanbieder de Gemeente hierover en stuurt een afschrift van het onderzoek en de eventuele te nemen maatregel door de IGJ of gemeentelijke toezichthouder voor zover deze niet openbaar zijn. Als de IGJ of de gemeentelijke toezichthouder voornemens is maatregelen te treffen moet de Jeugdhulpaanbieder de Gemeente per omgaande hierover informeren. De Jeugdhulpaanbieder stemt ermee in dat de Gemeente deel kan nemen aan de bestuursgesprekken tussen de IGJ of de gemeentelijke toezichthouder en de Jeugdhulpaanbieder, als de situatie daar aanleiding toe geeft. b. De Jeugdhulpaanbieder plaatst openbare rapporten van de IGJ of gemeentelijke toezichthouders goed vindbaar voor de jeugdige op de website van de Jeugdhulpaanbieder zodra deze beschikbaar zijn. | Gemeente hierover direct. De Jeugdhulpaanbieder stuurt een afschrift van het onderzoek en de eventuele te nemen maatregel door de toezichthouder, voor zover deze niet openbaar zijn. Als de betreffende toezichthouder voornemens is maatregelen te treffen moet de Jeugdhulpaanbieder de Gemeente per omgaande hierover informeren. De Jeugdhulpaanbieder stemt ermee in dat de Gemeente deel kan nemen aan de bestuurdersgesprekken tussen de betreffende toezichthouder en de Jeugdhulpaanbieder, als de situatie daar aanleiding toe geeft. | ||
Deel 3, artikel 14 toelichting | Een declaratie is een verantwoordingsdocument waarin een geleverde dienst of geleverd product wordt weergegeven. Het landelijk berichtenverkeer ondersteunt uitsluitend de uitwisseling van declaratieberichten op basis waarvan gemeenten hun betalingen aan jeugdhulpaanbieders (dienen te) verrichten. Voor de inspanningsgerichte- en outputgerichte uitvoeringsvariant zijn standaard administratieprotocollen (SAP) vastgesteld waarin | Toelichting artikel 3.14 Declaratie en betaling van de geleverde jeugdhulp Zie wijzigingsverzo ek 5: Tekstuele | Toelichting Een declaratie is een verantwoordingsdocument waarin een geleverde dienst of geleverd product wordt weergegeven. Het landelijk berichtenverkeer ondersteunt uitsluitend de uitwisseling van declaratieberichten op basis waarvan gemeenten hun betalingen aan jeugdhulpaanbieders (dienen te) verrichten. Voor de inspanningsgerichte- en outputgerichte uitvoeringsvariant zijn standaard administratieprotocollen (SAP) vastgesteld waarin de iJw-standaard ook voor het declareren is uitgewerkt. Deze uitwerking in het SAP is een op de uitvoeringspraktijk gerichte |
de iJw-standaard ook voor het declareren is uitgewerkt in een op de uitvoeringspraktijk gerichte instructie ten behoeve van de administratieve verwerking en de vertaling van de contractuele afspraken naar de inrichting van de applicaties, processen, gegevens, het berichtenverkeer, waaronder de geldende termijnen en de van toepassing zijnde overige voorschriften zoals toegelicht bij artikel 12 in dit deel van de contractstandaard. Bij de taakgerichte uitvoeringsvariant is geen sprake van declaraties op cliëntniveau. De taakgerichte uitvoeringsvariant kent drie implementatiewijzen: • één met gebruik van berichtenverkeer waarbij alleen de Start- en Stopberichten worden gebruikt, • één met gebruik van berichtenverkeer waarbij het volledige berichtenverkeer wordt gebruikt (uitgezonderd de declaratieberichten) en • één zonder gebruikmaking van het | aanscherping bij een declaratie. | instructie ten behoeve van de administratieve verwerking en de vertaling van de contractuele afspraken naar de inrichting van de applicaties, processen, gegevens en het berichtenverkeer., waaronder de geldende termijnen en de van toepassing zijnde overige voorschriften zoals toegelicht bij artikel 12 in dit deel van de contractstandaard. Bij de taakgerichte uitvoeringsvariant is geen sprake van declaraties op cliëntniveau. De taakgerichte uitvoeringsvariant kent twee implementatiewijzen: • één met gebruik van berichtenverkeer waarbij alleen de Start- en Stopberichten worden gebruikt en | |
Deel 3, artikel 16 lid 1 | De Jeugdhulpaanbieder heeft geen UBO('s) die onder een wettelijke sanctieregeling zoals bedoeld in lid 2 van dit artikel valt/vallen. | 3.16 UBO Zie wijzigingsverzo ek 7: UBO definitie | Artikel Er is een voetnoot bij UBO toegevoegd: Artikel 10a Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme. |
1 SAP Taakgerichte uitvoeringsvariant, xxxxx://x-xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxx/xxxxxxxx/xx0x0x00-0x00-0xx0-00x0-00x0x00000x0/xxx-xxxxxxxxxxx-xxxxxx-0.xxx, p.4, geraadpleegd op 11 mei 2022
2 SAP Taakgerichte uitvoeringsvariant, xxxxx://x-xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxx/xxxxxxxx/xx0x0x00-0x00-0xx0-00x0-00x0x00000x0/xxx-xxxxxxxxxxx-xxxxxx-0.xxx, p.4, geraadpleegd op 11 mei 2022
Deel 3, artikel 16 | Toelichting op het UBO-register Op 27 september 2020 is het UBO-register voor vennootschappen en andere juridische entiteiten in werking getreden. Het UBO-register is onderdeel van het handelsregister. Bij inschrijving van nieuw opgerichte entiteiten in het handelsregister dienen de uiteindelijk belanghebbenden van die entiteiten in het UBO- register te worden ingeschreven . De volgende informatie moet worden ingeschreven in het UBO-register, waarvan publiek toegankelijk: • naam; • geboortemaand, geboortejaar, • woonstaat en nationaliteit; • aard en omvang van het gehouden economisch belang (dit ziet enkel op aandelen, stemrechten of eigendomsbelang, in bandbreedtes van 25%); Niet publiek toegankelijk: • geboortedag, geboorteplaats, geboorteland en woonadres; • BSN / buitenlands fiscaal identificatienummer (TIN); • afschriften van documenten op grond waarvan de voormelde persoonsgegevens zijn geverifieerd (bijv. kopie paspoort); • afschriften van documenten waaruit de aard en omvang van het door de UBO gehouden economisch belang blijken | 3.16 UBO Toelichting Zie wijzigingsverzo ek 6: UBO | Toelichting op het UBO-register Het UBO-register is voor vennootschappen en andere juridische entiteiten in werking getreden en is onderdeel van het handelsregister. De uiteindelijk belanghebbenden van die entiteiten dienen in het UBO-register te worden ingeschreven. De volgende informatie moet worden ingeschreven [2] in het UBO-register. • naam; • geboortemaand, geboortejaar, • woonstaat en nationaliteit; • aard en omvang van het gehouden economisch belang (dit ziet enkel op aandelen, stemrechten of eigendomsbelang, in bandbreedtes van 25%); • geboortedag, geboorteplaats, geboorteland en woonadres; • BSN / buitenlands fiscaal identificatienummer (TIN); • afschriften van documenten op grond waarvan de voormelde persoonsgegevens zijn geverifieerd (bijv. kopie paspoort); • afschriften [3] van documenten waaruit de aard en omvang van het door de UBO gehouden economisch belang blijken. Het UBO-register is van belang in het kader van het voorkomen van fraude met zorggelden. Het register maakt zichtbaar wie de uiteindelijke ontvanger is van de winsten van een onderneming. Twee voetnoten: [2] Kamer van Koophandel, xxxxx://xxx.xxx.xx/xxxxxxxxxxx-xx- wijzigen/ubo-opgave/zijn-de-gegevens-van-ubos-in-het-ubo- register-openbaar/, geraadpleegd op 29 maart 2022 (3) Handelsregisterbesluit 2008, artikel 35b lid 2, xxxxx://xxxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx/xxx-0000-000.xxxx, geraadpleegd op 29 maart 2022 |
Het UBO-register is van belang in het kader van het voorkomen van fraude met zorggelden. Het register maakt zichtbaar wie de uiteindelijke ontvanger is van de winsten van een onderneming. | |||
Deel 3, artikel 17 lid 1 | De gemeente is gerechtigd om persoonsgegevens te verwerken van een jeugdige of zijn ouders, waaronder het Burgerservicenummer van de | 3.17: Toezicht en handhaving toelichting | Toelichting De gemeente is gerechtigd om persoonsgegevens te verwerken van een jeugdige of zijn ouders, waaronder het Burgerservicenummer van de jeugdige en bijzondere categorieën van persoonsgegevens en persoonsgegevens van strafrechtelijke aard als deze gegevens noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van controle of onderzoek naar fraude . Op grond van het tweede lid van artikel 7.4.0 Jeugdwet is de jeugdhulpaanbieder verplicht de daartoe benodigde gegevens te verstrekken. Lid 4 en 5 van hetzelfde artikel hebben aan de Minister de bevoegdheid gegeven te regelen welke gegevens mogen worden verwerkt voor de uitvoering van de werkzaamheden en op welke wijze en met welke middelen dat dient te gebeuren, evenals de voorschriften voor eventuele verdere verwerking. De voorschriften met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens ten behoeve van materiële controle en fraudebestrijding zijn uitgewerkt in de Regeling Jeugdwet . Dit eerste lid van deze bepaling dient ter bewustwording en bevestiging van de bevoegdheid van de gemeente ter zake en de daaruit voortvloeiende verplichtingen voor de jeugdhulpaanbieder. Materiële controle is gedefinieerd als een onderzoek waarbij het college of een door het college aangewezen persoon nagaat of de gedeclareerde prestatie is geleverd en, indien het college de materiële controle daar ook toe wenst uit te strekken, of die prestatie aansluit bij de beschikking, en/of een gemandateerde aanbieder zich aan dat mandaat heeft gehouden, en/of de |
toelichting | jeugdige en bijzondere categorieën van persoonsgegevens en persoonsgegevens van strafrechtelijke aard als deze gegevens noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van controle | Zie wijzigingsverzo ek 24: Toezicht en handhaving | |
of onderzoek naar fraude3. Op grond van het | |||
tweede lid van artikel 7.4.0 Jeugdwet is de | |||
jeugdhulpaanbieder verplicht de daartoe | |||
benodigde gegevens te verstrekken. Lid 4 en 5 | |||
van hetzelfde artikel hebben aan de Minister de | |||
bevoegdheid gegeven te regelen welke gegevens | |||
mogen worden verwerkt voor de uitvoering van | |||
de werkzaamheden en op welke wijze en met | |||
welke middelen dat dient te gebeuren, evenals | |||
de voorschriften voor eventuele verdere | |||
verwerking. De voorschriften met betrekking tot | |||
de verwerking van persoonsgegevens ten | |||
behoeve van materiële controle en | |||
fraudebestrijding zijn uitgewerkt in de Regeling | |||
ter bewustwording en bevestiging van de | |||
bevoegdheid van de gemeente ter zake en de |
3 Artikel 7.4.0 lid 1 sub d Jeugdwet
4 § 6b Regeling Jeugdwet
daaruit voortvloeiende verplichtingen voor de jeugdhulpaanbieder. Materiële controle is gedefinieerd als een onderzoek waarbij het college of een door het college aangewezen persoon nagaat of de gedeclareerde prestatie is geleverd en, indien het college de materiële controle daar ook toe wenst uit te strekken, of die prestatie aansluit bij de beschikking, en/of een gemandateerde aanbieder zich aan dat mandaat heeft gehouden, en/of de declaratie past binnen een verwijzing door een huisarts, medisch specialist of jeugdarts, en/of een door een gecertificeerde instelling afgegeven beschikking, en/of deze aansluit op een rechterlijke uitspraak (JB/JR) en/of de declaratie aansluit bij de gemeentelijke verantwoordelijkheid op grond van het woonplaatsbeginsel5. Fraudeonderzoek is gedefinieerd als een onderzoek waarbij het college of een door het college aangewezen persoon nagaat of degene die bij de gemeente een bedrag voor (geleverde) jeugdhulp in rekening brengt, valsheid in geschrifte, bedrog, benadeling van rechthebbenden of verduistering pleegt of tracht te plegen ten nadele van de gemeente, met het doel een betaling of ander voordeel te verkrijgen | declaratie past binnen een verwijzing door een huisarts, medisch specialist of jeugdarts, en/of een door een gecertificeerde instelling afgegeven beschikking, en/of deze aansluit op een rechterlijke uitspraak (JB/JR) en/of de declaratie aansluit bij de gemeentelijke verantwoordelijkheid op grond van het woonplaatsbeginsel. Fraudeonderzoek is gedefinieerd als een onderzoek waarbij het college of een door het college aangewezen persoon nagaat of degene die bij de gemeente een bedrag voor (geleverde) jeugdhulp in rekening brengt, valsheid in geschrifte, bedrog, benadeling van rechthebbenden of verduistering pleegt of tracht te plegen ten nadele van de gemeente, met het doel een betaling of ander voordeel te verkrijgen waarop hij geen recht heeft of kan hebben . De omstandigheden en voorwaarden waaronder, de reikwijdte en diepgang van de onderzoeken, de wijze waarop en door wie de onderzoeken worden uitgevoerd, de eisen aan de uitvoerende functionarissen en/of beroepsbeoefenaren en met wie welke gegevens mogen worden gedeeld, is uitgewerkt in een handreiking Materiële controle . Onderzoek op cliëntniveau kan een signaal zijn voor het starten van fraudeonderzoek. Ook andere signalen kunnen daartoe aanleiding geven, het is dus niet beperkt tot het eerstgenoemde onderzoek. De UBO-registratie staat geheel los van deze materie. De gemeentelijk toezichthouder rechtmatigheid houdt toezicht Onverlet de wettelijke taak van het college om de materiële controle en het fraudeonderzoek uit te voeren, moet de gemeente op grond van artikel 2.9 sub d Jeugdwet bij verordening regels |
5 Artikel 8.2.1, lid 3 Jeugdwet
waarop hij geen recht heeft of kan hebben6. De omstandigheden en voorwaarden waaronder, de reikwijdte en diepgang van de onderzoeken, de wijze waarop en door wie de onderzoeken worden uitgevoerd, de eisen aan de uitvoerende functionarissen en/of beroepsbeoefenaren en met wie welke gegevens mogen worden gedeeld, is uitgewerkt in een handreiking Materiële controle7. Onderzoek op cliëntniveau kan een signaal zijn voor het starten van fraudeonderzoek. Ook andere signalen kunnen daartoe aanleiding geven, het is dus niet beperkt tot het eerstgenoemde onderzoek. De UBO- registratie staat geheel los van deze materie. | stellen voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van een individuele voorziening of een persoonsgebonden budget, alsmede van misbruik of oneigenlijk gebruik van de wet. Hiertoe kan de Gemeente bij verordening een toezichthouder rechtmatigheid aanstellen die toezicht houdt op de naleving van de Jeugdwet en onderliggende bepalingen, voor zover het de rechtmatigheid van de uitvoering van Jeugdhulp en de besteding van Jeugdhulp gelden betreft. Hieronder kunnen, mits bij verordening bepaald, de bepalingen uit de Jeugdwet, de verordening en nadere regels alsmede de toepasselijke contracten en onderliggende afspraken vallen. Toezicht op rechtmatigheid door de toezichthouder rechtmatigheid is dus niet beperkt tot de inhoud van de materiële controle en het fraudeonderzoek door het college, zoals bedoeld in artikel 6b1 Jeugdwet, maar kan ook toezien op andere bepalingen, zoals bijvoorbeeld de definities van ‘fraude’ en ‘oneigenlijk gebruik’ zoals in deze overeenkomst. Omdat het college voor de uitvoering van materiële controle en fraudeonderzoek gebruik kan maken van aangewezen personen, kan de materiële controle en het fraudeonderzoek wel (deels) door de toezichthouder rechtmatigheid worden uitgevoerd. Jeugdhulpaanbieders: informatie- en medewerkingsverplichting Onverlet de verplichtingen uit de Wet, gemeentelijke verordening en nadere regels, verstrekt de Jeugdhulpaanbieder ten behoeve |
6 Wij hebben in de formele documenten alleen kunnen terugvinden dat de gemeente onderzoek doet naar fraude. Wij hebben geen bevoegdheden gevonden om ook werkelijk fraude vast te stellen (als in besluitvorming). Onze aanname is dat de gemeentelijke toezichthouder op basis van Titel 5.2 Awb fraude kan vaststellen. Zie ook het vierde lid van deze bepaling.
7 VNG, Handreiking voor de uitvoering van de ministeriële regeling Jeugdwet (uitwisselen persoonsgegevens) voor het onderdeel materiële controle , xxxxx://xxx.xx/xxxxx/xxxxxxx/xxxxx/0000-00/000000-xxxxxxxxx-xxxxxxxx-xxxxxxxx.xxx, geraadpleegd op 29 maart 2022.
van de materiële controle en het fraudeonderzoek, tijdig alle relevante informatie ten aanzien van het nakomen van de verplichtingen uit deze overeenkomst en werkt deze mee aan het onderzoek van het college en geeft opvolging aan aanbevelingen die hier uit komen. Jeugdhulpaanbieder informeert het college zo spoedig mogelijk, doch binnen 5 werkdagen na het bekend worden van Xxxxxxxxxxxxxxxxxx met dreigende (financiële) problemen die een risico kunnen opleveren voor de nakoming van wettelijke verplichtingen, alsmede verplichtingen uit het contract. Onverlet de verplichtingen uit de Wet, gemeentelijke verordening en nadere regels, werkt Jeugdhulpaanbieder onvoorwaardelijk mee aan aangekondigde en onaangekondigde inspecties van de bij wet benoemd inspectieorganen en/of gemeentelijk toezichthouders en geeft opvolging aan aanbevelingen die uit deze inspecties voortkomen. | |||
Deel 3, artikel 17, lid 2 | De jeugdhulpaanbieder verliest bij fraude het recht op vergoeding uit hoofde van deze overeenkomst voor dat deel van de levering van jeugdhulp waarbij fraude is vastgesteld, onverminderd zijn verplichting jeugdhulp te blijven leveren. Toelichting In geval van misbruik of fraude: geen vergoeding, wel jeugdhulp Als de gemeente fraude door de jeugdhulpaanbieder constateert8,9 mag de | 3.17.2 Toezicht en handhaving inclusief toelichting Zie wijzigingsverzo ek 24: Toezicht en handhaving | Artikel Onverlet wettelijke bepalingen, verliest Jeugdhulpaanbieder bij misbruik of fraude het recht op vergoeding uit hoofde van deze overeenkomst voor dat deel van de levering van jeugdhulp waarbij misbruik of fraude is vastgesteld, onverminderd zijn verplichting jeugdhulp te blijven leveren. Toelichting In geval van misbruik of fraude: geen vergoeding, wel jeugdhulp Als de gemeente misbruik of fraude door de jeugdhulpaanbieder constateert, moet nadeel voor de jeugdige zoveel mogelijk worden voorkomen en tegengegaan. De levering van jeugdhulp aan de |
8 Indien voorschriften tevens strafrechtelijk kunnen worden gehandhaafd, zullen naast toezichthoudende ambtenaren ook opsporingsambtenaren de overtreding kunnen vaststellen. Deze ambtenaren moeten, indien zij een strafbaar feit constateren, in plaats van een rapport een ambtsedig proces verbaal opmaken (art. 152 Wetboek van Strafvordering).
9 Onze aanname is dat de gemeentelijk toezichthouder op basis van Titel 5.2 Awb fraude kan vaststellen.
jeugdige daarvan geen nadeel ondervinden. De levering van de jeugdhulp aan de jeugdige en/of de ouders moet daarom ongestoord worden voortgezet, echter komt het recht op vergoeding door de gemeente, voor dat deel van de levering waarop de fraude betrekking heeft, te vervallen. | jeugdige en/of de ouders moet daarom ongestoord worden voortgezet, echter komt het recht op vergoeding door de gemeente, voor dat deel van de levering waarop de fraude betrekking heeft, te vervallen. | ||
Deel 3, artikel 17, lid 3 | Artikel De Gemeente meldt fraude en overtredingen van de Jeugdwet bij de IGJ en het Openbaar Ministerie. Toelichting De aanname is dat de gemeentelijk toezichthouder op grond van Titel 5.2 Algemene wet bestuursrecht, fraude kan vaststellen. De gemeentelijk toezichthouder dient bij verordening te zijn aangewezen1. De Gemeente ziet toe op rechtmatigheid, de IGJ op kwaliteit. IGJ: De Inspectie gezondheidszorg en jeugd heeft tot taak het onderzoeken van de kwaliteit in algemene zin van jeugdhulpaanbieders en houdt bij de uitvoering daarvan rekening met de behoeften van gemeenten1. De Inspectie hanteert voor meldingen, ook die van gemeenten, in het kader van deze bepaling de Leidraad Meldingen Jeugd1. De Inspectie neemt meldingen van gemeenten in behandeling (art. 8) als “Andere | 3.17.3 Toezicht en handhaving Zie wijzigingsverzo ek 24: Toezicht en handhaving | Artikel Wanneer het college van de Gemeente of de toezichthouder rechtmatigheid strafbare feiten constateert, zoals fraude in de zin van deze overeenkomst, doet het aangifte hiervan bij het Openbaar Ministerie en meldt het dit bij het Informatie Knooppunt Zorgfraude. Wanneer het college van de Gemeente of de toezichthouder rechtmatigheid tekortkomingen ten aanzien van de kwaliteit van jeugdhulp, dan wel overtredingen van de Jeugdwet constateren, melden zij dit bij de IGJ. Toelichting De aanname is dat de gemeentelijk toezichthouder op grond van Titel 5.2 Algemene wet bestuursrecht, fraude kan vaststellen. De gemeentelijk toezichthouder dient bij verordening te zijn aangewezen1. De Gemeente ziet toe op rechtmatigheid, de IGJ op kwaliteit. Indien het college bij de uitvoering van haar taken strafbare feiten constateert, doet zij hiervan aangifte bij het openbaar ministerie. Indien de toezichthouder bij de uitvoering van zijn toezichtstaken fraude of strafbare feiten constateert, doet hij hiervan aangifte bij het openbaar ministerie. |
melding”, zijnde een andere melding dan een verplichte melding (art. 7), beoordeelt deze melding (art. 9) en bepaalt welke vervolg acties nodig (lid 1) of mogelijk (lid 2) zijn. OM: Gemeenten (openbare colleges en ambtenaren) die bij de uitvoering van hun taken kennis krijgen van een misdrijf1 waarbij sprake is van een inbreuk op of onrechtmatig gebruik van een regeling waarvoor de gemeente verantwoordelijk is of waarvan de zorg voor de naleving aan hen is opgedragen, zijn verplicht daarvan onmiddellijk melding te doen aan de officier van justitie of aan een van zijn hulpofficieren. De stukken die op de zaak betrekking hebben moeten daarbij worden overhandigd1. | IGJ: De Inspectie gezondheidszorg en jeugd heeft tot taak het onderzoeken van de kwaliteit in algemene zin van jeugdhulpaanbieders en houdt bij de uitvoering daarvan rekening met de behoeften van gemeenten1. De Inspectie hanteert voor meldingen, ook die van gemeenten, in het kader van deze bepaling de Leidraad Meldingen Jeugd1. De Inspectie neemt meldingen van gemeenten in behandeling (art. 8) als “Andere melding”, zijnde een andere melding dan een verplichte melding (art. 7), beoordeelt deze melding (art. 9) en bepaalt welke vervolg acties nodig (lid 1) of mogelijk (lid 2) zijn. OM: Gemeenten (openbare colleges en ambtenaren) die bij de uitvoering van hun taken kennis krijgen van een misdrijf1 waarbij sprake is van een inbreuk op of onrechtmatig gebruik van een regeling waarvoor de gemeente verantwoordelijk is of waarvan de zorg voor de naleving aan hen is opgedragen, zijn verplicht daarvan onmiddellijk melding te doen aan de officier van justitie of aan een van zijn hulpofficieren. De stukken die op de zaak betrekking hebben moeten daarbij worden overhandigd1. | ||
Deel 3, artikel 19 lid 2 | De Gemeente kan deze overeenkomst met onmiddellijke ingang, zonder gerechtelijke tussenkomst, geheel of gedeeltelijk opzeggen: a. Als de Jeugdhulpaanbieder voldoet aan de uitsluitingsgronden of niet meer voldoet aan de uitvoeringseisen of geschiktheidseisen die gesteld zijn in de Gemeentelijke inkoopdocumenten; b. Als de Jeugdhulpaanbieder zijn onderneming geheel of ten dele beëindigt; c. Als de Jeugdhulpaanbieder zes aaneengesloten maanden - die ook (deels) betrekking kunnen hebben op het | 3.20.4 Niet- nakoming, opzegging en ontbinding Zie wijzigingsverzo ek 20: Opzeggen En wijzigingsverzo ek 10: | Artikel De Gemeente heeft aanvullend op hetgeen bepaald in artikel 25 van de VNG Model Algemene Inkoopvoorwaarden voor leveringen en diensten het recht deze overeenkomst zonder rechterlijke tussenkomst en zonder ingebrekestelling met onmiddellijke ingang te ontbinden: a. als de Jeugdhulpaanbieder voldoet aan de uitsluitingsgronden of niet meer voldoet aan de uitvoeringseisen of geschiktheidseisen die gesteld zijn in de Gemeentelijke inkoopdocumenten – of voorgaande op verzoek van de Gemeente niet kan aantonen; |
voorafgaande jaar - geen jeugdhulp heeft verleend aan jeugdigen, (inspanningsgerichte en outputgerichte uitvoeringsvariant:) dan wel geen declaraties heeft ingediend; d. Als de Jeugdhulpaanbieder op last van de IGJ een maatregel tot sluiting krijgt opgelegd; e. Als de IGJ concludeert dat de Jeugdhulpaanbieder de kwaliteit van jeugdhulp in zodanige mate niet op peil heeft dat de IGJ geen hersteltermijn geeft of als een eerder gegeven hersteltermijn niet is behaald f. Als sprake is van door bevoegde instanties geconstateerde fraude of het plegen van een ander strafbaar feit. | Verklaring jeugdhulpaanb ieder | b. als de Jeugdhulpaanbieder 12 (twaalf) aaneengesloten maanden - die ook (deels) betrekking kunnen hebben op het voorafgaande jaar - geen jeugdhulp heeft verleend aan cliënten, [inspanningsgerichte- en outputgerichte uitvoeringsvariant] dan wel geen declaraties heeft ingediend; c. als de Jeugdhulpaanbieder een herstelsanctie van de gemeente niet uitvoert; d. als de Gemeente concludeert dat de Jeugdhulpaanbieder de kwaliteit van jeugdhulp in zodanige mate niet op peil heeft dat de gemeente geen hersteltermijn geeft of als een eerder gegeven hersteltermijn niet is behaald; e. als sprake is van door bevoegde instanties geconstateerde fraude of het plegen van een ander strafbaar feit. | |
Deel 3, artikel 20 | De Jeugdhulpaanbieder mag de rechten en verplichtingen uit deze overeenkomst geheel noch gedeeltelijk aan een of meerdere derden overdragen of door een of meerdere derden laten overnemen zonder voorafgaande schriftelijke goedkeuring van de Gemeente, pandrechten uitgezonderd. De Gemeente kan aan goedkeuring als bedoeld in de eerste volzin voorwaarden verbinden, doch zal de goedkeuring niet op onredelijke gronden onthouden. | 3.21.1: Overdracht van rechten en fusie | Artikel De Jeugdhulpaanbieder mag de rechten en verplichtingen uit deze overeenkomst geheel noch gedeeltelijk aan één of meer derden overdragen of door één of meer derden laten overnemen zonder voorafgaande schriftelijke goedkeuring van de Gemeente. Voor pandrechten geldt voorgaande beperking niet. De Gemeente kan aan goedkeuring als bedoeld in de eerste volzin voorwaarden verbinden, maar zal de goedkeuring niet op onredelijke gronden onthouden. |
Deel 3, artikel 24 lid 3 sub 1 | Partijen wijzigen de overeenkomst tussentijds als contractstandaarden voor dit type overeenkomst (inspanningsgericht, outputgericht, taakgericht) landelijk wijzigen. De contractstandaarden kunnen zien op: – het gebruikte format voor de overeenkomst; – de beschrijving van de prestaties, zonder de prestaties zelf inhoudelijk te wijzigen; | 3.31.1 Wijziging van de contractstanda ard Zie wijzigingsverzo ek 4: Wijzigingen in | Artikel Partijen wijzigen de overeenkomst tussentijds als contractstandaarden voor dit type overeenkomst (inspanningsgericht, outputgericht, taakgericht) landelijk wijzigen. De contractstandaarden kunnen zien op: – het gebruikte format voor de overeenkomst; – de beschrijving van de prestaties, zonder de prestaties zelf inhoudelijk te wijzigen; |
– bepalingen die zien op de levering van jeugdhulp, zoals indexering, continuïteit van zorg, wachttijden, cliëntenstop, zorgweigering- en beëindiging, wijzigen zorgbehoefte jeugdige, onderaanneming en vergelijkbare bepalingen; – bepalingen die zien op informatievoorziening, overleg en uitwisseling van gegevens, zoals informatievoorziening aan de gemeente; – bepalingen inzake het gebruik van iJW- standaarden, berichtenverkeer en vergelijkbare bepalingen; – bepalingen inzake declaratie en betaling, zoals onverschuldigde betaling, declaratie en betaling, uitgangspunten voor betaling, budgetplafonds en vergelijkbare bepalingen; – bepalingen inzake fraude, niet-nakoming en geschillen, zoals UBO, fraude, niet nakoming en vergelijkbare bepalingen; – bepalingen inzake duur en einde overeenkomst, zonder de duur van de overeenkomst zelf aan te passen, overdracht van rechten bij fusie en overname, financiële verantwoordelijkheid en vergelijkbare bepalingen; – algemene slotbepalingen, zoals vrijwaring, wijzigen van omstandigheden, geschillenregeling en vergelijkbare bepalingen. | wet- en regelgevingen. | – bepalingen die zien op de levering van jeugdhulp, zoals indexering, continuïteit van zorg, wachttijden, cliëntenstop, zorgweigering- en beëindiging, wijzigen zorgbehoefte jeugdige, onderaanneming en vergelijkbare bepalingen; – bepalingen die zien op informatievoorziening, overleg en uitwisseling van gegevens, zoals informatievoorziening aan de gemeente; – bepalingen inzake het gebruik van iJW-standaarden, berichtenverkeer en vergelijkbare bepalingen; – bepalingen inzake declaratie en betaling, zoals onverschuldigde betaling, declaratie en betaling, uitgangspunten voor betaling, bestedingsruimtes en vergelijkbare bepalingen; – bepalingen inzake fraude, niet-nakoming en geschillen, zoals UBO, fraude, niet nakoming en vergelijkbare bepalingen; – bepalingen inzake duur en einde overeenkomst, zonder de duur van de overeenkomst zelf aan te passen, overdracht van rechten bij fusie en overname, financiële verantwoordelijkheid en vergelijkbare bepalingen; – algemene slotbepalingen, zoals vrijwaring, wijzigen van omstandigheden, geschillenregeling en vergelijkbare bepalingen; – wijzigingen in wet- en regelgeving. |
Deel 3, artikel 24 lid 1 sub 3 | Partijen nemen een termijn van maximaal zes maanden in acht, ingaande de dag na het beschikbaar komen van de gewijzigde contractstandaarden, om de wijziging door te voeren. | 3.31.3 Wijziging van de contractstanda ard Zie wijzigingsverzo ek 4: Wijzigingen in wet- en regelgevingen. | Artikel Partijen nemen een termijn van maximaal 6 (zes) maanden in acht, ingaande de dag na het beschikbaar komen van de gewijzigde contractstandaarden, om de wijziging door te voeren. Hierop is de volgende uitzondering van toepassing. Wijzigingen in wet- en regelgeving zijn leidend. Afhankelijk van de aard van de wijzigingen en het in de wet- en regelgeving genoemde overgangsrecht is de wijziging(en) direct van toepassing op de overeenkomst. |
NVT | Betreft een nieuw artikel | 1.8: BIBOB Onderzoek Gelijkgetrokke n met de Contractstand aarden Wmo | Artikel De Gemeente kan als volgt een BIBOB Onderzoek (doen) uitvoeren: [invullen]. Toelichting De Wet Bevordering Integriteitsbeoordelingen door het Openbaar Bestuur (Bibob) geeft overheidsinstanties (zoals een gemeente) de mogelijkheid om de achtergrond van bedrijven en personen met wie zij zakendoen, te screenen. Het biedt aanbestedende diensten de mogelijkheid om te onderzoeken of een overheidsopdracht aan een gegadigde (‘betrokkene’ in de terminologie van de Wet Bibob) gegund kan worden, een reeds gesloten overeenkomst ontbonden kan worden of een onderaannemer geweigerd kan worden. Gemeenten kunnen gebruik maken van Bibob onderzoeken in hun inkoopprocedure en/of bij de uitvoering van de overeenkomst. De bepaling is optioneel omdat zij dus ook kunnen besluiten hier geen gebruik van te willen maken. De bepaling is daarnaast een open bepaling omdat de redelijkheid en proportionaliteit van (de inrichting en inzet van) een Bibob onderzoek onder andere afhangt van de jeugdhulp en de aard en omvang van de opdracht. |
Een voorbeeld: inkoop via aanbesteden biedt doorgaans al voldoende wettelijke mogelijkheden om een vergelijkbaar onderzoek zelf uit te kunnen voeren. Gemeenten moeten in dat geval daarom per opdracht een goede proportionele afweging maken en zich daarbij afvragen in hoeverre de (aanvullende) mogelijkheden van screening via de wet Bibob echt noodzakelijk is voor de betreffende opdracht. Die gemeenten die van de Bibob bevoegdheid gebruik willen maken, moeten deze bevoegdheid in ieder geval uitwerken met dit optionele artikel en op deze plek. Zie voor meer informatie over Bibob: xxxxx://xxxxxx.xx/xxxxxxxxx/xxx-xxxxx/xxxxxxxxxx-xxxxx. | |||
NVT | Betreft een nieuw artikel | Artikel 3.10.6: Informatievoor ziening aan de gemeente. Zie wijzigingsverzo ek 12: Meewerkingsp licht | Artikel De Jeugdhulpaanbieder verleent – binnen voor hem geldende wet- en regelgeving – zijn volledige medewerking aan rekenkamer(commissies) en rekenkameronderzoeken van de gemeente en levert alle benodigde dan wel opgevraagde documenten en informatie tijdig aan. |
Deel 3 artikel 22 lid 6 | Betreft een nieuw lid bij artikel 27 | Artikel 3.27.1 Zie wijzigingsverzo ek 11: Kennisgevinge n | Artikel a. Kennisgevingen die Partijen op grond van de Overeenkomst aan elkaar zullen doen, vinden schriftelijk plaats. Mondelinge mededelingen, toezeggingen of afspraken die betrekking hebben op deze Overeenkomst, hebben geen rechtskracht, tenzij deze uitdrukkelijk schriftelijk zijn bevestigd door het daartoe bevoegde orgaan van de Partij aan wie dit is gericht. b. Indien en voor zover van toepassing geldt het bepaalde in de Overeenkomst onverlet de publiekrechtelijke verantwoordelijkheden van de gemeente. Dit houdt in, dat er van de zijde van de gemeente geen sprake is van een toerekenbare tekortkoming, indien het handelen naar deze |
verantwoordelijkheden eist dat de gemeente publiekrechtelijke rechtshandelingen verricht die niet in het voordeel zijn van de aard of de strekking van deze Overeenkomst. c. Het bepaalde in dit artikel is tevens van toepassing op nader af te sluiten overeenkomsten, waaronder – maar niet uitsluitend – de Bijzondere delen van de overeenkomsten." | |||
NVT | Betreft een nieuw artikel | Einde van de overeenkomst | Er is een kopje ondertekening toegevoegd. Gemeenten kunnen dit zelf uitbreiden bij het opstellen van de overeenkomst. |
NVT | Betreft een nieuw artikel | 3.9.6: Hoofd- en onderaannemi ng | Artikel De Hoofdaannemer is het aanspreekpunt voor de Opdrachtgever, alsmede de gevolmachtigde om zowel Hoofdaannemer als haar Onderaannemers tijdens de aanbestedingsprocedure en de looptijd van de Raamovereenkomst te vertegenwoordigen in de verhouding met de Opdrachtgever. Opdrachtgever accepteert uitsluitend declaraties van de Hoofdaannemer en is niet aansprakelijk of verantwoordelijk jegens de afzonderlijke Onderaannemers voor betaling. Uitsluitend de Hoofdaannemer kan met betrekking tot de overeenkomst (rechts)handelingen afdwingen van Opdrachtgever. |
NVT | Nieuw artikel | 3.18: Integriteit Zie wijzigingsverzo ek 22: Integriteit. | Artikel De organisatie en de bedrijfsvoering van de Jeugdhulpaanbieder is zo ingericht dat het goed en rechtmatig functioneren voldoende is geborgd. Jeugdhulpaanbieder verklaart met het ondertekenen van deze overeenkomst dat hij daarvan doordrongen is. |
NVT | Nieuw artikel | 3.19: Bevindingen toezichthoude rs | Artikel Als bevindingen van toezichthoudende organen zoals, maar niet beperkt tot de Wmo- en Jeugd toezichthouder, IGJ, Nla, Belastingdienst en/of Autoriteit Consument en Markt, leiden tot een oordeel ten aanzien van de levering van jeugdhulp geleverd door de jeugdhulpaanbieder, dan betrekt de Gemeente de |
Zie wijzigingsverzo ek 24. | gevolgen van deze bevindingen op deze overeenkomst. Dit geldt ook als de rapporten betrekking hebben op één of meer vertegenwoordigers van de jeugdhulpaanbieder, zoals bestuurders of toezichthouders. |
Overzicht wijzigingen Inkoopdocumenten Jeugd versie 1.2 ten opzichte van de versie 1.1.
Versie 1.1. Pagina + paragraaf | Inkoopdocumenten Jeugd 1.1 (WAS) | Release 1.2 (WORDT) pagina + paragraafnummer | Release 1.2 (WORDT) |
Pagina 6, paragraaf 1.2 | Contactpersonen en -gegevens Toelichting: De Gemeente geeft hier de contactgegevens van contactpersonen van de aanbestedende dienst. | Pagina 6, paragraaf 1.2: Contactpersonen en – gegevens. Zie wijzigingsverzoek 13: verbod communicatie tijdens procedure expliciet maken | Toegevoegd bij de paragraaf: Het is niet toegestaan medewerkers van Aanbestedende dienst tijdens deze aanbestedings-/inkoopprocedure te benaderen over deze aanbestedings-/inkoopprocedure. Toelichting: Het verbod op contact met personen bij de Gemeente ziet alleen op de aanbesteding/inkoopprocedure en niet op andere zaken. |
Pagina 19, paragraaf 5.3.1 | Stap 1: Controle op uitsluitingsgronden De Gemeente controleert of géén van de uitsluitingsgronden beschreven in paragraaf 3.2 van toepassing zijn op de potentiële jeugdhulpaanbieder. Als uitsluitingsgronden niet van toepassing zijn, volgt stap 2 in de beoordeling. Als één of meer uitsluitingsgronden van toepassing zijn, of als de geleverde bewijsstukken niet aantonen dat de uitsluitingsgronden niet van toepassing zijn, dan legt de Gemeente [EMVI2 en 3] het verzoek tot deelneming of [EMVI1] inschrijving terzijde. | Pagina 17, paragraaf 5.3.1 | Paragraaf: Stap 1: Controle op uitsluitingsgronden De Gemeente controleert of géén van de uitsluitingsgronden beschreven in paragraaf 3.2 van toepassing zijn op de potentiële jeugdhulpaanbieder. Als uitsluitingsgronden niet van toepassing zijn, volgt stap 2 in de beoordeling. Als één of meer uitsluitingsgronden van toepassing zijn, of als de geleverde bewijsstukken niet aantonen dat de uitsluitingsgronden niet van toepassing zijn, dan legt de Gemeente [EMVI2 en 3] het verzoek tot deelneming of [EMVI1] inschrijving terzijde. Tegen het besluit tot voorgenomen afwijzing staat vervolgens een rechtsgang open volgens paragraaf 5.6.2. |
Pagina 19, paragraaf 5.3.2 | De Gemeente controleert of de potentiële jeugdhulpaanbieder voldoet aan de geschiktheidseisen beschreven in paragraaf 3.4. Als de potentiële jeugdhulpaanbieder voldoet aan deze geschiktheidseisen, dan volgt stap 3 in de beoordeling. Als de potentiële jeugdhulpaanbieder niet voldoet aan één of meer van de genoemde geschiktheidseisen, of als de geleverde bewijsstukken niet aantonen dat de potentiële jeugdhulpaanbieder voldoet, dan legt de Gemeente het [EMVI2 en 3] het verzoek tot deelneming of [EMVI1] inschrijving terzijde. | 5.3.2 pagina 17 | Paragraaf De Gemeente controleert of de potentiële jeugdhulpaanbieder voldoet aan de geschiktheidseisen beschreven in paragraaf 3.4. Als de potentiële jeugdhulpaanbieder voldoet aan deze geschiktheidseisen, dan volgt stap 3 in de beoordeling. Als de potentiële jeugdhulpaanbieder niet voldoet aan één of meer van de genoemde geschiktheidseisen, of als de geleverde bewijsstukken niet aantonen dat de potentiële jeugdhulpaanbieder voldoet, dan legt de Gemeente het [EMVI2 en 3] het verzoek tot deelneming of [EMVI1] inschrijving terzijde. Tegen het besluit tot voorgenomen afwijzing staat vervolgens een rechtsgang open volgens paragraaf 5.6.2. |
Pagina 19, paragraaf 5.3.3 | De Gemeente controleert of de potentiële jeugdhulpaanbieder expliciet akkoord is gegaan met de in de overeenkomst genoemde uitvoeringseisen (zie paragraaf 3.2). Als de Gemeente dat nodig acht, verifieert zij dat de potentiële jeugdhulpaanbieder de uitvoeringseisen ook daadwerkelijk kan uitvoeren. De potentiële jeugdhulpaanbieder biedt kosteloos zijn medewerking aan deze verificatie aan en accepteert met deelname aan de aanbestedingsprocedure de bewijslast. | Pagina 18, paragraaf 5.3.3 | Paragraaf De Gemeente controleert of de potentiële jeugdhulpaanbieder expliciet akkoord is gegaan met de in de overeenkomst genoemde uitvoeringseisen (zie paragraaf 3.2). Als de Gemeente dat nodig acht, verifieert zij dat de potentiële jeugdhulpaanbieder de uitvoeringseisen ook daadwerkelijk kan uitvoeren. De potentiële jeugdhulpaanbieder biedt kosteloos zijn medewerking aan deze verificatie aan en accepteert met deelname aan de aanbestedingsprocedure de bewijslast. Procedure EMVI2 en EMVI3: Als de potentiële jeugdhulpaanbieder akkoord is gegaan en uit een mogelijke |
Procedure EMVI2 en EMVI3: Als de potentiële jeugdhulpaanbieder akkoord is gegaan en uit een mogelijke verificatie door de Gemeente geen bezwaren blijken, dan volgt stap 4 in de beoordeling. OF Procedure EMVI1: Als de potentiële jeugdhulpaanbieder akkoord is gegaan en uit een mogelijke verificatie door de Gemeente geen bezwaren blijken, dan volgt stap 6 in de beoordeling. | verificatie door de Gemeente geen bezwaren blijken, dan volgt stap 4 in de beoordeling. OF [Procedure EMVI1:] Als de potentiële jeugdhulpaanbieder akkoord is gegaan en uit een mogelijke verificatie door de Gemeente geen bezwaren blijken, dan volgt stap 5 in de beoordeling. OF Procedure EMVI1: Als de potentiële jeugdhulpaanbieder akkoord is gegaan en uit een mogelijke verificatie door de Gemeente geen bezwaren blijken, dan volgt stap 6 in de beoordeling. Als de potentiële jeugdhulpaanbieder niet expliciet akkoord is gegaan met de in de overeenkomst genoemde uitvoeringseisen, of als uit een verificatie blijkt dat zij deze niet kan uitvoeren, dan legt de Gemeente het [EMVI2 en 3] het verzoek tot deelneming of [EMVI1] inschrijving terzijde. | ||
Pagina 23, paragraaf 5.4.3 | Potentiële jeugdhulpaanbieders die als rechtspersoon onderdeel uitmaken van een groep, kunnen alleen een verzoek tot deelneming indienen onder overlegging van een zogenaamde 403-verklaring. Uit deze verklaring moet blijken dat de moedervennootschap eventuele schulden van de groepsonderneming die zich aanmeldt afdekt gedurende de looptijd van de overeenkomst. Dat wil zeggen dat de moedervennootschap dus ook hoofdelijk | Pagina 20, paragraaf 5.4.3: Groepsonderneming. Zie wijzigingsverzoek 19 | Paragraaf Potentiële jeugdhulpaanbieders die als rechtspersoon onderdeel uitmaken van een groep, kunnen alleen een verzoek tot deelneming indienen onder overlegging van een eigen verklaring van de moedervennootschap dat deze eventuele schulden van de potentiële jeugdhulpaanbieder afdekt gedurende de looptijd van de overeenkomst. Dat wil zeggen dat de moedervennootschap ook hoofdelijk aansprakelijk is bij de uitvoering van de overeenkomst. In het geval van consolidatie van jaarrekeningen kan de |