Organisatie van de samenwerking bij
Organisatie van de samenwerking bij
de uitvoering van de Jeugdwet
Informatie ten behoeve van gemeenteraadsleden in Haaglanden
2022
De Jeugdhulpregio Haaglanden is een samenwerking tussen de gemeenten Delft, Den Haag, Leidschendam-Voorburg, Midden Delfland, Pijnacker-Nootdorp, Rijswijk, Voorschoten, Wassenaar, Westland, Zoetermeer
Inhoud
2
1. Uitgangspunten voor en organisatie van de samenwerking
3
1.2 Samenwerking tussen de regiogemeenten 4
2. Organisatie van de samenwerking
6
2.2 Bestuurlijke organisatie van de regionale samenwerking: 6
2.3 Regionale programma- en uitvoeringsorganisatie 7
2.4 Servicebureau Jeugdhulp Haaglanden 7
2.5 Vaste overleggen met jeugdhulpaanbieders 8
2.6 Xxxx doet mee! en de Regionale Oudersraad 8
10
4. Bovenregionale samenwerking
11
13
6. Vaker voorkomende procedures
14
6.1 Proces regionale besluiten 14
6.2 Regionale Raadsinformatiebijeenkomst 14
6.4 Zienswijze begroting Servicebureau 15
Bijlage I: Organisatie regionale samenwerking
16
Inleiding
Deze notitie gaat over ‘het hoe’ van de regionale samenwerking rond jeugdhulp in Haaglanden. Het ‘wat’ staat in de in 2021 door de gemeenteraden vastgestelde Regiovisie Jeugdzorg Haaglanden 2021- 2026 en wordt jaarlijks uitgewerkt in uitvoeringsplannen.
Historie van de samenwerking
Tussen 2005 en 2015 waren de gemeenten in Haaglanden al bij de provinciale jeugdzorg1 betrokken via de gemeenschappelijke regeling ‘Stadsgewest’. Jeugd-GGZ werd tot 1-1-2015 vergoed via de Zorgverzekeringswet en de zorg aan jeugd met licht verstandelijke beperkingen via de Algemene wet bijzondere ziektekosten (per 2015 Wet langdurige zorg).
Sinds 2011 is toegewerkt naar een nieuwe wet, waarin per 1-1-2015 al deze vormen van zorg voor jeugd zouden worden samengevoegd (Jeugdwet). Ter voorbereiding is in 2011 het Bestuurlijk Overleg Jeugd opgericht, samengesteld uit de portefeuillehouders ‘jeugd’, dat in samenwerking met het bestuur van het Stadsgewest aan de transitie van de jeugdzorg vorm heeft gegeven.
Met de decentralisatie van alle vormen van zorg voor de jeugd naar de gemeenten in 2015 was de jeugdhulpregio Haaglanden (H10) een feit. Aan de gemeentelijke verantwoordelijkheden rond preventie en jeugdgezondheidszorg werd de verantwoordelijkheid voor de jeugdhulp2 en jeugdbescherming en jeugdreclassering toegevoegd, waarbij vanuit het Rijk is gestuurd op het vormen van regio’s t.b.v. schaalgrootte en continuïteitsvraagstukken. Vanuit de bestaande historische samenwerking binnen de gemeenschappelijke regeling van het Stadsgewest werd de uitvoering van de jeugdzorg in onze regio gezamenlijk vormgegeven op niveau van Haaglanden. Vanaf 2015 gebeurt dat in een netwerkconstructie3, gecombineerd met de hierna genoemde gemeenschappelijke regeling bedrijfsvoering. Voorschoten koos daarbij voor aansluiting bij Haaglanden i.p.v. de Leidse regio.
Voor de administratieve processen en contractmanagement werd een gemeenschappelijke regeling (GR) bedrijfsvoeringsorganisatie ingericht4. Deze GR werd in 2017 ook verantwoordelijk voor de inkoop van jeugdhulp, op basis van een door de gemeenten opgesteld en door gemeenteraden vastgesteld inkoopkader.
De beleidsmatige samenwerking wordt sinds 2020 gecoördineerd door het Programmabureau Jeugdhulp Haaglanden.
In de tijd stelt de samenwerking voortdurend nieuwe eisen en de gezamenlijke gemeenten voor nieuwe uitdagingen. De GR en de regionale samenwerking zijn sinds 2015 op verschillende momenten geëvalueerd en zijn afspraken op onderdelen bijgesteld.
Voorliggend document beschrijft de actuele werkwijze.
1 Zorg voor jeugd bij opvoedingsvraagstukken, jeugdbescherming en jeugdreclassering
2 In de Jeugdwet 2015 wordt het begrip ‘Jeugdhulp’ geïntroduceerd: ‘ondersteuning van, en hulp en zorg (niet zijnde preventie) aan jeugdigen en hun ouders bij het verminderen, stabiliseren, behandelen en opheffen van of omgaan met de gevolgen van psychische problemen en stoornissen, psychosociale problemen, gedragsproblemen of een verstandelijke beperking van de jeugdige, of opvoedingsproblemen van ouders.
De term jeugdzorg wordt nog door CBS gehanteerd. Xxxxxxxxx wordt daarbij gebruikt als verzamelterm voor jeugdhulp inclusief jeugdbescherming en jeugdreclassering.
3 Voor netwerksamenwerking bestaan meerdere definities die samengevat neerkomen op: verzameling zelfstandige organisaties ieder met eigen activiteiten, belangen en waarden die samen een gemeenschappelijk doel willen realiseren wat niet gemakkelijk door de afzonderlijke eenheden, bedrijven en of organisaties is te realiseren
4 Aanvankelijk onder de naam Inkoopbureau en inmiddels Servicebureau Jeugdhulp Haaglanden.
1. Uitgangspunten voor en organisatie van de samenwerking
1.1 Jeugdwet
De jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering is sinds 2015 een verantwoordelijkheid van gemeenten5, die zich in hun beleid moeten richten op:
• het versterken van het probleemoplossend vermogen van kinderen en jongeren, hun ouders en sociale omgeving;
• het bevorderen van de opvoedcapaciteiten van ouders en de sociale omgeving;
• preventie en vroegsignalering;
• het tijdig bieden van de juiste hulp op maat;
• effectieve en efficiënte samenwerking rond gezinnen.
De verantwoordelijkheid van de gemeenten bestaat onder meer uit:
• het versterken van het opvoedkundig klimaat in gezinnen, wijken, buurten, scholen en kinderopvang;
• het voorzien in een kwalitatief en kwantitatief toereikend aanbod van jeugdhulp;
• het adviseren over en het bepalen en inzetten van de aangewezen vorm van jeugdhulp;
• het adviseren van professionals met zorgen over een kind;
• het adviseren van kinderen en jongeren met vragen en problemen;
• het doen van een verzoek tot onderzoek bij de Raad voor de Kinderbescherming als een kinderbeschermingsmaatregel nodig is;
• het compenseren van beperkingen in de zelfredzaamheid en de maatschappelijke participatie van kinderen en jongeren;
• het voorzien in een toereikend aanbod van gecertificeerde instellingen;
• het voorzien in maatregelen om kindermishandeling te voorkomen.
Gemeenten hebben een jeugdhulpplicht. In de Jeugdwet staat dat de gemeente verantwoordelijk is voor jeugdhulp en de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering. Als dat nodig is treft de gemeente een individuele voorziening, die vaak betrekking heeft op meer gespecialiseerde zorg.
Het is aan de gemeente om te bepalen welke hulp vrij toegankelijk is en welke hulp een individuele voorziening is. Als een gemeente besluit dat een kind of zijn ouders een individuele voorziening nodig hebben, dan kunnen zij hier rechten aan ontlenen.
In de Jeugdwet en de Wet passend onderwijs is bepaald dat gemeenten en samenwerkingsverbanden van schoolbesturen een plan moeten maken waarin ze beschrijven hoe ze de jeugdhulp en het passend onderwijs willen organiseren. Beide partijen hebben de verplichting om deze plannen met elkaar te bespreken.
5 Zie voor een uitgebreide beschrijving: xxxxx://xxx.xxx.xx/xxxxxxxxxxxxx-xxxxxxxxx/xxxxxxxx
1.2 Samenwerking tussen de regiogemeenten
De samenwerking tussen gemeenten6 heeft als formele basis de Jeugdwet en in de binnen de VNG
afgesproken ‘Norm voor opdrachtgeverschap (NVO)’7.
Art. 2.8 Jeugdwet:
De colleges werken met elkaar samen, als dat voor een doeltreffende en doelmatige uitvoering van deze wet aangewezen is.
NVO -VNG (Regiovisie):
Gemeenten leggen met het oog op gemeenschappelijke doelstellingen duurzame afspraken vast over de samenwerking binnen de jeugdregio, bepalen zij een richting op de langere termijn over wat de regio samen doet en waar zij naartoe werkt8. Een belangrijk onderdeel is ook de verbinding met bovenregionale afspraken en met het lokale beleid en uitvoering (hulp en toegang).
Haaglanden
De samenwerking tussen de gemeenten in Haaglanden rond de Jeugdwet heeft de vorm van een netwerksamenwerking. Voor een netwerksamenwerking bestaan in de literatuur vele definities, waarbij de gemeenschappelijke kenmerken samengevat neerkomen op:
- verzameling zelfstandige organisaties
- ieder met eigen activiteiten, belangen en waarden
- die samen een gemeenschappelijk doel willen realiseren
- wat niet gemakkelijk door de afzonderlijke eenheden, bedrijven en of organisaties is te realiseren.
Anders dan bij een gemeenschappelijke regeling worden in een netwerksamenwerking geen bevoegdheden overgedragen en vindt samenwerking plaats op basis van consensus. De keus voor een netwerksamenwerking in Haaglanden kan worden verklaard door de grootte van de gemeenten en daarmee samenhangend de keus voor integraal beleid in de eigen gemeente in het bredere sociaal domein.
De samenwerking in Haaglanden op het gebied van jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering vindt plaats op basis van de volgende uitgangspunten:
• H10 gemeenten geven primair lokaal uitvoering aan de Jeugdwet. De samenwerking H10 is daaraan ondersteunend
• De H10 werkt gezamenlijk aan de uitvoering van gestelde doelen, d.m.v. beleidsvoorbereiding en
-uitvoering, inkoop, administratie en contractmanagement. De samenwerking wordt:
1. primair bepaald door gemeenschappelijke verantwoordelijkheden voor (behoud van)
- het zorglandschap voor complexe en weinig toegepaste c.q. hoogspecialistische vormen van jeugdhulp9
- jeugdbescherming en jeugdreclassering
- CIT en Expertiseteam
6 De wettelijke vereisten rond samenwerking worden naar verwachting op basis van het wetsvoorstel ‘Wet verbetering
beschikbaarheid zorg voor jeugdigen’ per 1-1-2023 aangescherpt met bestuurlijke randvoorwaarden en een overzicht van zorgvormen waarvoor formele samenwerking is vereist.
7 In juni 2020 hebben gemeenten de Resolutie NvO Jeugd aangenomen. Gemeenten hebben zichzelf daarmee gecommitteerd aan achttal afspraken
8 Dit is gebeurd in de Regiovisie Jeugdzorg Haaglanden 2021-2026
9 De wettelijke vereisten rond samenwerking worden naar verwachting op basis van het wetsvoorstel ‘Wet verbetering
beschikbaarheid zorg voor jeugdigen’ per 1-1-2023 aangescherpt met bestuurlijke randvoorwaarden en een overzicht van zorgvormen waarvoor formele samenwerking is vereist.
2. in de vorm van deelcoalities vormgegeven als bovenlokaal (kleiner dan H10) ambities door een aantal gemeenten worden gedeeld. Met andere woorden gemeenten kunnen binnen de H10 in verschillende samenstellingen samenwerken, bijvoorbeeld ten behoeve van beperking van administratieve lasten of afhankelijkheden in het zorglandschap.
• Kennisdeling in het brede jeugddomein is vast onderdeel van de H10-samenwerking.
• De samenwerking in het jeugddomein is aangegaan voor onbepaalde tijd
• Om nut, noodzaak en aard van de regionale samenwerking gezamenlijk te herbevestigen, de besluitvormingsstructuur in het algemeen te meten en eventueel op onderdelen aan actuele ontwikkelingen aan te passen, vindt er 1 x per twee jaar evaluatie plaats
• Uittreding, bijv. ingegeven door een gemeentelijke herindeling, is mogelijk. Daartoe worden de regels en procedure aangehouden die ook van toepassing zijn voor de uittreding uit de GR.
1.3 Vastgestelde kaders
Per 1-1-2022 zijn de volgende vastgestelde kaders van toepassing:
• Regionaal Inkoopkader 2017, vastgesteld door de gemeenteraden in 2016
• Inkoopstrategie 2020-2024, vastgesteld door de colleges in 2018
• Regiovisie Jeugdzorg Haaglanden 2021-2026, vastgesteld door de gemeenteraden in 2021
• Uitvoeringsplan Jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering 2022, vastgesteld door de colleges in 2021.
1.4 Landelijke actualiteit
Het ministerie van VWS, zorgaanbieders, cliënten(vertegenwoordigers), professionals en de VNG stellen samen de Hervormingsagenda Jeugd 2022-2028 op. Het huidige jeugdstelsel is financieel niet houdbaar en heeft inhoudelijk onvoldoende maatschappelijke resultaten. Daarom werken deze 5 partijen – de vijfhoek - aan de Hervormingsagenda met de volgende doelen:
1. Betere en tijdige zorg en ondersteuning, op de juiste plek en wanneer dit nodig is.
2. Een beheersbaar en daarmee duurzaam financieel houdbaar stelsel.
De Hervormingsagenda Jeugd komt voort uit bestuurlijke afspraken die de VNG en het rijk op 2 juni 2021 over de jeugdhulp hebben gemaakt.
Besluitvorming over de definitieve inhoud en fasering wordt, nadat het nieuwe Kabinet en de VNG hernieuwde afspraken hebben gemaakt, in de loop van 2022 verwacht.
2. Organisatie van de samenwerking
2.1 Landelijke organisatie
Bestuurlijk overleg
De VNG heeft periodiek namens de gemeenten overleg met de verantwoordelijk bewindspersoon. In het Kabinet Rutte IV is dat Xxxxxxx xxx Xxxxxx, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, met als portefeuilles o.a. WMO, jeugdgezondheidszorg en de Jeugdwet.
Ook heeft de VNG op landelijk niveau periodiek overleg met de branches van de jeugdhulpaanbieders, de BGZJ (Branches gespecialiseerde zorg voor de jeugd).
De VNG heeft als overleggen voor de leden:
• De algemene ledenvergadering (ALV)
• vakcommissies, in geval van ‘jeugd’ de Commissie ZJO (zorg, jeugd, onderwijs)
De VNG ondersteunt gemeenten bij de taken via onder meer de volgende overleggen:
• Afstemmingsoverleg: landelijk ambtelijk overleg tussen de VNG en de gemeentelijke beleidsmedewerkers van o.a. G4, G40 en andere clusters rond Wmo, Jeugd en Onderwijs
• J42: ambtelijk netwerk van de 42 jeugdregio’s
• BJ42: bestuurlijk netwerk van de 42 jeugdregio’s.
2.2 Bestuurlijke organisatie van de regionale samenwerking:
• Het Bestuurlijk Overleg Jeugd (BOJ)
Periodiek netwerkoverleg van de H10-wethouders jeugd met het oog op afstemming of formuleren van gezamenlijke beleidsvoornemens rond de wettelijke – of bovenwettelijke taken voor jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering, waarbij de besluitvormende bevoegdheden bij de colleges liggen.
• De Gemeenschappelijke regeling Servicebureau Jeugdhulp Haaglanden (GR-SbJH)10
Hierin is de bestuurlijke verantwoordelijkheid geregeld voor de uitvoering van de taken door het Servicebureau.
Opdrachtgever van de GR-SbJH zijn de colleges van de H10-gemeenten; het BOJ voert namens de gemeenten het overleg met het GR-bestuur over de uitvoering van de opgedragen taken. Het GR-bestuur is vervolgens opdrachtgever van het Servicebureau Haaglanden.
• De NvO vereist dat regio’s een niet vrijblijvende Governance kiezen, met één onderling overeengekomen en gedragen aanspreekpunt dat extern kan optreden namens de regio. In Haaglanden vervult de gemeente Den Haag deze rol11. Den Haag treedt ook op als woordvoerder richting de media als het gaat om (boven)regionale jeugdhulp. Bij het vervullen van deze rol zijn regionale afspraken leidend, bijvoorbeeld op basis van portefeuillehouderschap of andere inhoudelijk bepaalde logica.
10 xxxxx://xxxx.xx/xx-xxxxxxxxxx/
11 Of een in het BOJ overeengekomen vervanger
2.3 Regionale programma- en uitvoeringsorganisatie
• Gemeenten en het Servicebureau vormen ieder met eigen verantwoordelijkheden samen de programma- en uitvoeringsorganisatie (zie ook bijlage 1).
• De beleidsvoorbereiding wordt uitgevoerd door de in de Regiovisie geformuleerde netwerksamenwerking:
- het directeurenoverleg (DO H10)
- het beleids- en coördinatieoverleg (Programmateam Jeugd12 en Programmabureau13)
- het bedrijfsvoeringoverleg (BVO)
- lokale overleggen (contractmanagement, managers lokale teams, overige uitvoering)..
• Werkgroepen
Rond (de clusters van) onderwerpen kan een groep van deskundigen uit gemeenten en Servicebureau met een vastgesteld doel of een bepaalde opdracht samengebracht worden om die taak gezamenlijk resultaatgericht uit te voeren. Sommige onderwerpen zoals Gecertificeerde instellingen (GI’s), JeugdhulpPlus en wachtlijsten kennen een vaste werkgroep.
• Bij elk onderdeel van de Regiovisie dat in uitvoering gaat, wordt uitdrukkelijk besproken en besloten hoe de ervaringsdeskundigheid van kinderen, ouders, van professionals en jeugdhulpaanbieders wordt benut.
2.4 Servicebureau Jeugdhulp Haaglanden
• Het Servicebureau Jeugdhulp Haaglanden (SbJH) is op 24 november 2014 opgericht en behartigt de belangen van de gemeenten op het terrein van uitvoering van inkoop op taakonderdelen binnen het sociaal domein. SbJH is qua rechtsvorm een bedrijfsvoeringorganisatie14. In de 4e wijziging van de Gemeenschappelijke regeling is de taakomschrijving als volgt vastgelegd:
- Ondersteuning bij regionaal te contracteren jeugdhulp.
- Coördineren van regionale berichtgeving inzake de jeugdhulp.
- Optimalisering van de opgedragen uitvoeringsprocessen;
- Contractmanagement en contractbeheer.
- Afwikkelen van het opgedragen declaratie- en betalingsverkeer.
- Leveren van een bijdrage en advies bij de verantwoordingscyclus waaronder het genereren van adequate managementinformatie en de planning en control cyclus.
- Het op verzoek namens gemeenten optreden richting leveranciers om de voorwaarden en eisen, waaronder de overeenkomsten worden afgesloten te harmoniseren.
- Gegevensbescherming: Integraal inzicht in informatiebeveiliging, privacy, interne controle en risicomanagement.
12 Team van beleidsmedewerkers jeugd van de gemeenten
13 Op regionaal niveau werkende organisatie belast met het tot uitvoering brengen van beleid, niet zijnde inkoop 14 De bedrijfsvoeringsorganisatie is samenwerkingsvorm in de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr). De bedrijfsvoeringsorganisatie kan uitsluitend worden ingesteld bij een regeling waaraan uitsluitend colleges van
burgemeester en wethouders (of gedeputeerde staten resp. het dagelijks bestuur van een waterschap) deelnemen. Daarmee is de samenwerking per definitie beperkt tot uitvoering of bedrijfsvoering, de wettelijke verantwoordelijkheden van het college. Het vaststellen van beleid is in de gemeenten voorbehouden aan de gemeenteraad op voorstel van het college.
• Daarnaast is het Servicebureau sinds 2020 belast met:
- De inkoop van de jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering: procesmanagement, advies en uitvoering
- Bepaling zorgtarieven, het leveren van financieel inzicht en sturing op jeugdhulpaanbieders.
De afspraken over de uitvoering van taken door het Servicebureau worden in 2022 geactualiseerd en vastgelegd in een tussen de deelnemende colleges (opdrachtgever) en het bestuur van GR (opdrachtnemer) te sluiten dienstverleningsovereenkomst (DVO).
Het Jaarplan SbJH vormt samen met de Begroting SbJH van het betreffende jaar en de input vanuit het Programmabureau Jeugd de basis van de jaarplanning.
Het is mogelijk dat individuele gemeenten, naast de gezamenlijk vast te stellen afspraken, dienstverlening van het Servicebureau betrekken bij de contractering van andere zorgdiensten binnen het sociaal domein (bijvoorbeeld gemeentelijke zorg in het kader van Wmo en het onderwijs).
2.5 Vaste overleggen met jeugdhulpaanbieders
De samenwerking met de jeugdhulpaanbieders en de GI’s krijgt vorm in een ontwikkelingsgericht samenhangend arrangement op strategisch niveau.
• Bestuurlijk: Informeel Bestuurlijk Uitvoeringsoverleg
2-3 x per jaar tussen 3 wethouders, het Servicebureau en 4 tot 8 jeugdhulpaanbieders.
Doel: periodiek bespreken ontwikkelingen in het Zorglandschap en verantwoordelijkheden in het jeugddomein, mede in het kader van lopende overeenkomsten en regionaal beleid.
• Ambtelijk: Informeel Managementoverleg
Vanuit een afvaardiging van het Directeurenoverleg, Servicebureau, Programmateam Jeugd, systeempartners15 en een vertegenwoordiging van de “kleinere” jeugdhulpaanbieders, wordt zesmaal per jaar aansluitend op de agenda voor de Ontwikkeltafel overlegd over actualiteit, jaardocumenten en -evenementen.
Doel: Volgen en bespreken van de gewenste ontwikkelingsrichting binnen het zorglandschap op basis van de regiovisie, mede in het kader van lopende overeenkomsten en regionaal beleid. Afspraken worden gemaakt over de doorvertaling van de transformatie bij de aanbieders
• Ontwikkeltafel
Gezamenlijk overleg tussen het SbJH, gemeenten en jeugdhulpaanbieders voor de doorontwikkeling van de Inkoopafspraken 2021, en ook voor de verdere ontwikkeling van het Zorglandschap en innovatie. De Ontwikkeltafel biedt o.a. het gespreksplatform voor de administratieve processen, de privacy en de tarieven. De Ontwikkeltafel wordt parallel georganiseerd aan afspraken en overleg in het kader van contractmanagement tussen jeugdhulpaanbieders, gemeenten en Servicebureau.
2.6 Xxxx doet mee! en de Regionale Oudersraad
Naast de formele consultatie van de Adviesraden Sociaal Domein wordt de doelgroep ook geraadpleegd via twee regionale platforms. XXXX doet mee! is een platform van jongerenraden en
15 Jeugdhulpaanbieders met zowel ambulante als residentiele jeugdhulp
jongeren die ervaring hebben in de jeugdhulp uit Haaglanden. Deze jongeren geven gevraagd en ongevraagd advies aan gemeenten en instellingen met als doel om de hulp te verbeteren.
Bij de ontwikkeling van de Regiovisie in 2021 zijn ook ouders van jongeren in de jeugdhulp geraadpleegd. Een deel van deze ouders volgt de uitvoering van de Regiovisie in de Regionale Oudersraad.
Xxxxx XXXX doet mee! als de Regionale Oudersraad worden professioneel ondersteund.
3. Besluitvormingsstructuur
De regionale netwerksamenwerking werkt op basis van consensus. Omdat de H10 bestaat uit gemeenten van zeer verschillende aard en omvang, bestaat binnen de regionale samenwerking ruimte om een afwijkend standpunt in te nemen of in een kleiner verband bepaalde zaken op te pakken, zoals bijvoorbeeld bij onderwijs-jeugdhulparrangementen.
Afwijken is echter niet mogelijk bij onderwerpen die het collectieve (H10-) belang schade kunnen berokkenen in juridisch opzicht (bijv. wettelijke eisen), van gedeeld ingekochte aanbieders (bijv. continuïteitsrisico’s), qua financiën of met betrekking tot politiek-bestuurlijk afbreukrisico.
3.1 Bestuurlijk
• Formele besluiten zoals vaststelling van raadsvoorstellen rond de jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering worden genomen door de H10-colleges. De voorstellen worden vooraf afgestemd binnen het Bestuurlijk Overleg Jeugd (BOJ).
• De H10 gemeenteraden stellen op voorstel van de colleges kaders vast, bijvoorbeeld in het inkoopkader en de regiovisie.
• De colleges stellen op voorstel van het BOJ het jaarlijks Uitvoeringsplan Regiovisie vast. De gemeenteraden ontvangen het jaarlijks Uitvoeringsplan tezamen met de lokale consequenties afhankelijk van de lokale afspraken.
• Correspondentie over de jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering naar de raden, zoals de regiovisiemonitor, jaarverslagen, algemene voortgangsrapportages en raadsinformatie- brieven, wordt regionaal afgestemd. De eindredactie is een verantwoordelijkheid van het lokaal bestuur
• Besluiten over inkoop-/aanbestedingsdocumenten worden na consultatie van de gemeenten genomen door het GR-bestuur.
• De tarieven worden op basis van een BOJ-verzoek formeel vastgesteld door het GR-bestuur.
3.2 Ambtelijk
Het Directeurenoverleg geeft leiding aan de programmaorganisatie16 door:
1. Periodiek overleg over en besluitvorming met betrekking tot de overall-voortgang van de uitvoering de jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering en van het Uitvoeringsplan en de daarmee behaalde resultaten en maatschappelijke effecten.
2. Aanwijzing per cluster van activiteiten van twee directeuren die als portefeuillehouder binnen de gemeenschappelijk vastgestelde kaders van het Uitvoeringsplan beslissingsbevoegd zijn.
3. Het vaststellen van de werkstructuur, inclusief taken, opdracht en wijze van besluitvorming.
16 Het geheel van de samenwerking tussen gemeenten
4. Bovenregionale samenwerking
Op basis van landelijke afspraken17 is voor sommige vormen van jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering bovenregionale samenwerking vereist. Doel daarvan is versterking van het opdrachtgeverschap voor zeer specialistische en weinig gebruikte vormen van jeugdhulp en jeugdbescherming.
Onderstaand een overzicht van de per 1-1-2022 actuele bovenregionale samenwerking.
• De samenwerking rond het Actieprogramma Jeugdhulp-Plus (JHP) op niveau Zuidwest (geheel Zuid-Holland) en open Driemilieuvoorzieningen.
Rotterdam is accounthouder18 voor beschikbaar gestelde rijksmiddelen t.b.v. vastgoedtransities. In de bestuurlijke stuurgroep wordt de H10 vertegenwoordigd door de wethouder jeugd van Leidschendam-Voorburg.
• De samenwerking rond de Gecertificeerde Instellingen (GI’s) op niveau Zuidwest (Zuid-Holland exclusief Rijnmond), waarbij, vanuit de VNG Den Haag de rol van accounthouder van Jeugdbescherming West is toegekend.
Den Haag is accounthouder van de GI Jeugdbescherming-West19.
De wethouder van Den Haag neemt deel aan periodiek bestuurlijk overleg.
Samenwerking in 2021 en doorlopend in 2022: Doorontwikkeling Verbeterplannen GI’s, Doorbraakaanpak t.b.v. tijdige beschikbaarheid jeugdbeschermers en passend zorgaanbod binnen drie maanden.
• BREN: bovenregionale expertnetwerken
De ontwikkeling van zgn. Expertcentra/netwerken met extra rijksgeld; opbouw van een infrastructuur voor zeer complexe casuïstiek complementair aan de regionale Experttafels.
Rotterdam accounthouder voor het landsdeel Zuidwest en heeft de coördinerende rol t.a.v. verdeling van de middelen.
De wethouder van Rijswijk vertegenwoordigt de H10 in het bestuurlijk overleg.
• Convenant bevorderen continuïteit jeugdhulp en Draaiboek continuïteit jeugdhulp
In dit convenant van VNG, Rijk en branches maken partijen in de jeugdhulp afspraken met als doel de continuïteit in de jeugdhulp te bevorderen. Partijen willen hiermee voorkomen dat de jeugdhulp aan jeugdigen en hun ouders of wettelijke vertegenwoordigers (tijdelijk) wegvalt. De afspraken in het convenant richten zich voornamelijk op de relatie tussen gemeenten en aanbieders en de rol die de Jeugdautoriteit daarbij speelt. Wanneer de continuïteitsrisico’s zorgelijk, problematisch of zeer problematisch worden, spreken convenantpartijen af systematisch gebruik te maken van het draaiboek ‘Continuïteit jeugdhulp’.
17 Het kabinet Xxxxx XXX heeft aanpassing van de Jeugdwet in gang gezet, met als doel een deel van de jeugdzorg regionaal of bovenregionaal te gaan organiseren. Dit moet leiden tot lagere inkoopkosten en administratieve lasten en betere kwaliteit en continuïteit. Dit gaat verder dan de huidige vormen van samenwerking. De aangepaste wet moet duidelijkheid scheppen over de inrichting en de taken van de jeugdzorgregio's. Besluitvorming hierover door het Kabinet Xxxxx XX wordt verwacht in de loop van 2022, naar verwachting in samenhang met de Hervormingsagenda.
18 Op basis van door het Rijk gehanteerde regels rond Specifieke uitkeringen
19 De VNG heeft met het Rijk afgesproken de bestaande lijst van accounthoudende regio’s per jeugdhulpaanbieder en gecertificeerde instellingen (GI’s) openbaar te maken. De afspraak om accounthoudende regio’s in te stellen voor bovenregionale jeugdhulpaanbieders dateert uit 2017.
Op basis van dit draaiboek zijn de afspraken in Haaglanden:
1. Bestuurlijk aanspreekpunt voor bovenregionale samenwerking is conform de Regiovisie de gemeente Den Haag20;
2. Regievoerder: ambtelijk opdrachtgevers voor in te stellen werkgroepen zijn de directeur van het Servicebureau en de directeur Jeugd, WMO en Regionale Inkoop Jeugd H10 van de gemeente Den Haag;
3. Per casus afspraken conform het landelijk draaiboek vast te leggen.
Per casus (een aanbieder in problemen)
1. Aan Regievoerder kan in voorkomende gevallen facultatief een H10-gemeente met een groot belang worden toegevoegd
2. Projectleider: Door de Regievoerder aangewezen functionaris
3. Vormen van een projectorganisatie
4. Formuleren van noodzakelijke mandaten voor de Regievoerder rond inhoud en financiën van
andere regio’s
5. Formuleren van mandaten voor de Regievoerder rond inhoud en financiën binnen de regio.
20 lees de wethouder met ‘jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering’ in de portefeuille en de directeur sociaal
domein/jeugd
5. Zorglandschap
Onderstaande afbeelding staat ook in de Regiovisie:
Per 1-1-2022 zijn 183 jeugdhulpaanbieders gecontracteerd in de H10-regio.
Het jeugdhulplandschap wordt gekenmerkt door 6 grote (‘systeem’)aanbieders, ca21. 30 middelgrote ca. 30 kleinere aanbieders en ca. 80 vrijgevestigden (zzp’ers).
Landelijke organisatie van de zorg:
Lezenswaardig: xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx
21 Het exacte aantal kan per gemeente variëren
6. Vaker voorkomende procedures
6.1 Proces regionale besluiten
6.2 Regionale Raadsinformatiebijeenkomst
6.3 Vaststellen tarieven
6.4 Zienswijze begroting Servicebureau
GR Servicebureau Jeugdhulp Haaglanden (SbJH):
• In de maand maart van elk jaar stelt het GR bestuur de begroting voor de vier daaropvolgende jaren – in afwachting van de zienswijze door de gemeenteraden – vast.
• De begroting wordt na eerste vaststelling in maart ter zienswijze aan de gemeenteraden aangeboden.
• In de maand juli van elk jaar vindt de definitieve vaststelling van de begroting SbJH door het GR bestuur plaats.
• In de maand juli van elk jaar stelt het GR bestuur de Jaarstukken van het SbJH vast bestaande uit het Bestuursverslag, het Directieverslag en de Jaarrekening voorzien van een Controleverklaring van de onafhankelijke accountant.
• In de maand oktober van elk jaar verschijnt de Kadernota met daarin uitgangspunten voor het opstellen van de begroting het jaar daaropvolgend.
Bijlage I: Organisatie regionale samenwerking
Organogram regiosamenwerking
Regionale samenwerking Jeugdzorg *
(B)J42, VNG, landelijk
*Samenwerking verplicht:
• Inkoop en contractmanagement jeugdhulp
• Expertisecentrum Complexe Zorg
• Administratief proces
Bovenregionaal
• Gecertificeerde instellingen
• JeugdzorgPlus
• Bovenregionaal Expertnetwerk
Facultatief:
* Jeugdhulpmonitor
* Kosteneffectiviteit
* Normaliseren, reikwijdte Jeugdwet
* Onderwijs-jeugdhulp
* Jeugdhulpexpertise bij huisartsen
* Complexe scheidingen, Kenniscentrum Kind en scheiding
* Xxxxx xxxxxxxxx gezinnen
* Woonvisie kwetsbare jongeren
* Integrale vroeghulp
* ……
Gemeenschappelijke regeling Netwerksamenwerking
Div. bovenregionale samenwerking
GR H10
inkoop
Opdrachtnemer Inkoopprogramma
Bestuurlijk Overleg Jeugd
(Boven) regionale samenwerkingsafspraken
Prioriteren Transformatie-financiële opgaven
Colleges
Uitvoering Jeugdwet
Raden
Vaststellen:
- lokaal beleid
-kaders inkoopstrategie
-regiovisie
Informeel Bestuurlijk Uitvoeringsoverleg Gemeenten en Jeugdhulpaanbieders
Directeurenoverleg H10 (DO)
Servicebureau
jeugdhulp (SbJH)
Going concern, aansturen projecten,
advisering bestuur
* Kerndirecteuren per onderwerp
Inkoop,
Programmateam Jeugd (PTJ) **
Contractmanagement
Programmabureau
Informatievoorziening/
Business Intelligence
Beleidsmatige afstemming, advisering bestuur,
organisatie uitvoering regiovisie
** Samengesteld
uit medewerkers van de gemeenten
Advisering
bedrijfsvoering
BVO-bedrijfsvoering **
Control en beheer
Lokale uitvoering **
adm. en contr. man.
Uitvoering
Organisatie Managers Lokale teams
coördinatie