REVALIDATIEOVEREENKOMST TUSSEN
REVALIDATIEOVEREENKOMST TUSSEN
DE VLAAMSE GEMEENSCHAP EN
Departement Zorg
Afdeling Eerste Lijn en Gespecialiseerde Zorg Koning Xxxxxx XX – laan 35 bus 30, 1030 BRUSSEL
1 oktober 2023
1
9.69
Gelet op het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging, inzonderheid artikel 110, eerste lid;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 houdende uitvoering van het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging, inzonderheid op artikel 372;
Wordt overeengekomen wat volgt tussen:
enerzijds,
De Vlaamse Gemeenschap, vertegenwoordigd door de Vlaamse regering, in de persoon van de minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, hierna te noemen “de Vlaamse Gemeenschap”;
en anderzijds, xxx.
Artikel 1. xxx, wordt in deze overeenkomst aangeduid met de term “revalidatievoorziening”.
DEFINITIES
In deze overeenkomst wordt verstaan onder:
1° Departement Zorg: het Departement Zorg, opgericht bij besluit van de Vlaamse Regering van 12 mei 2023 over het Departement Zorg;
2° gebruiker: iedere natuurlijke persoon die een beroep doet of kan doen op de revalidatievoorziening; 3° minister: de Vlaamse minister van Xxxxxxx, Volksgezondheid en Gezin;
4° overnamebesluit: het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 houdende uitvoering van het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging;
5° overnamedecreet: het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging;
6° rechthebbende: de rechthebbende zoals vermeld in artikel 2, 13° van het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging;
7° VSB-besluit: het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018 behoudende de uitvoering van het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming;
8° VSB-decreet: het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming.
Hoofdstuk I. DE RECHTHEBBENDEN VAN DE OVEREENKOMST
Artikel 2. ledere rechthebbende, in de zin van deze overeenkomst, is een rechthebbende, die voldoet aan de voorwaarden in de punten 1 tot 2:
1. De rechthebbende vertoont een gezichtsstoornis die gekenmerkt wordt:
1.1. enerzijds,
1.1.1. ofwel door een gecorrigeerde gezichtsscherpte die kleiner is dan of gelijk aan 4/10 voor het beste oog;
1.1.2. of door een of meer gezichtsvelddefecten zoals
Vernauwing tot minder dan 50°;
Verlies van 50 % van de centrale 30°;
Homonieme gezichtsvelduitval groter of gelijk aan een kwadrant;
Heteronieme hemianopsie;
1.1.3.ofwel door een oogbewegingsproblematiek zoals oftalmoplegie, oculomotorische apraxie of een oscillopsie;
1.1.4. ofwel door een visuele stoornis ten gevolge van afwijkingen op MRI hersenen of neurologische pathologie, gestaafd door een neurologisch of neuropsychologisch verslag;
1.1.5. ofwel door een combinatie van visusstoornissen die elk op zich geen recht geven op revalidatie, maar die samen wel een zware visuele beperking veroorzaken, op basis van minstens 2 visuele stoornissen door de revalidatie oogarts vastgesteld:
Visusdaling;
Gezichtsvelduitval;
Verminderde contrastgevoeligheid;
Gestoord kleurenzicht;
Metamorfopsie;
Scotomen in de centrale 5° die vloeiend lezen sterk bemoeilijken;
Nachtblindheid;
Fotofobie;
Oogbewegingsproblematiek.
Het feit dat ten minste een van die voorwaarden is vervuld, moet objectief worden vastgesteld, telkens wanneer dit mogelijk is, met een terdege aangepast oftalmologisch of neurologisch onderzoek waarvan de besluiten bij het medisch verslag, bedoeld in artikel 534/111, 3° van het VSB-besluit, worden gevoegd. De eventuele onmogelijkheid om de stoornis te objectiveren met een medisch onderzoek moet met redenen worden omkleed.
Het medisch verslag vermeldt de behandelende arts, de doorverwijzer van de gebruiker, de primaire diagnose, het al dan niet acuut ontstaan van de visusstoornis, de aard van de visusproblematiek en de doelstellingen van de revalidatie.
1.2. en anderzijds, door een onbestaande of verwaarloosbare waarschijnlijkheid dat er een verbetering plaatsvindt (spontaan of na behandeling), waardoor deze gezichtsstoornis niet meer zou beantwoorden aan een van de voormelde voorwaarden.
2. Om diens functionele toestand te verbeteren en diens autonomie te vergroten, heeft de rechthebbende een multidisciplinaire tenlasteneming nodig onder supervisie van een arts- oftalmoloog gespecialiseerd in revalidatie.
Hoofdstuk II. DE DOELSTELLINGEN VAN DE INDIVIDUELE REVALIDATIEPROGRAMMA'S
Artikel 3. §1. De algemene doelstelling van elk individueel revalidatieprogramma, zoals bepaald in artikel 11 van deze overeenkomst, bestaat erin de rechthebbende de mogelijkheid te bieden een coherent geheel van fundamentele bekwaamheden te verwerven bestemd om de onbekwaamheden die uit diens gezichtsstoornis voortvloeien, te compenseren of te beperken, en zo tot de best mogelijke autonomie te komen in het dagelijks leven van de rechthebbende.
§2. ledere specifieke doelstelling van een individueel revalidatieprogramma stemt overeen met de ontwikkeling of de verwerving van een van de volgende bekwaamheden:
1° fundamentele sensomotorische coördinatie,
2° algemene of detailwaarneming van de omringende ruimte, 3° oriëntatie en mobiliteit,
4° kennisname van documenten,
5° het nemen van nota's voor persoonlijk gebruik of het uitwisselen van schriftelijke informatie, 6° uitvoering van manuele of intellectuele basisactiviteiten uit het dagelijks leven,
7° inclusieve participatie,
8° psychologische verwerking van de visuele beperking.
§3. Opgeheven.
§4. De doelstelling van een individueel revalidatieprogramma is nooit de rechthebbende te begeleiden, zelfs niet tijdelijk, in de handelingen en de taken van zijn dagelijks leven.
Hoofdstuk III. DE REVALIDATIEVERSTREKKINGEN
Artikel 4. De revalidatieverstrekkingen die recht geven op een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen, onder voorbehoud van de naleving van alle in deze overeenkomst vermelde voorwaarden, worden "individueel bilan" (of "bilan"), "individuele revalidatiezitting in" (of "zitting in"), "individuele revalidatiezitting out” (of "zitting out”) en "groepsrevalidatiezitting" (of "groepszitting") genoemd.
Individueel bilan
Artikel 5. §1. Naargelang het moment in de revalidatie waarop het individuele bilan wordt uitgevoerd, wordt het "aanvangsbilan" of "intermediair bilan" genoemd. Het beoogt in elk geval de volgende zaken nauwkeurig te bepalen:
• de prestaties van de rechthebbende betreffende de bekwaamheden opgesomd in artikel 3, §2 en in aanmerking genomen in diens individueel programma, en/of diens evolutie in de ontwikkeling van die bekwaamheden,
• de noden en wensen die de rechthebbende expliciet formuleert,
• de actuele sociale situatie (gezins-, school-, of beroepssituatie) van de rechthebbende en diens huidige en toekomstige mogelijkheden tot sociale integratie,
• het bestaan van een eventuele psychologische problematiek die met de revalidatie zou kunnen interfereren.
Het bilan beoogt noch het stellen of aanpassen van een diagnose, noch de follow-up van de mogelijke evolutie van de aandoeningen die aan de basis liggen van de gezichtsstoornis, noch het voorschrijven of aanpassen van een medische behandeling.
§2. Elk bilan wordt uitgevoerd onder de verantwoordelijkheid van de arts van de revalidatievoorziening, bedoeld in artikel 24, §1, 1°, in samenwerking met de betrokken therapeuten: het vereist een aanwezigheid tegenover een enkele rechthebbende, van minimum 60 minuten van de oogarts van de revalidatievoorziening, bedoeld in artikel 24, §1, 1°, of in artikel 25, 1°, van in totaal minimum 60 minuten van de betrokken therapeut(en) bedoeld in artikel 24, § 1, 2° tot 5° en van in totaal minimum 30 minuten van de psycholoog en/of de sociaal assistent, bedoeld in de punten 6° en 7° van dezelfde paragraaf; het geheel kan over meerdere dagen worden gespreid.
Elk bilan wordt tijdens een vergadering van het therapeutisch team besproken en wordt afgesloten met het opstellen van een syntheseverslag dat door de betrokken oogarts wordt ondertekend.
Revalidatiezittingen
Artikel 6. §1 Worden revalidatiezittingen genoemd in de zin van deze overeenkomst, de revalidatieverstrekkingen opgesomd in artikel 8, die de specifieke doelstellingen opgesomd in artikel 3, §2 rechtstreeks trachten te verwezenlijken en aldus beogen de bekwaamheden die ermee overeenstemmen te ontwikkelen of te verwerven.
Individuele zittingen
Zittingen in
Groepszittingen
Revalidatie- zittingen
Zittingen out
§2. Worden individuele zittingen genoemd, de revalidatiezittingen tijdens dewelke een of meer therapeuten, bedoeld in de artikelen 24, §1, 2° tot 7°, en 25, bij een enkele rechthebbende tussenkomen, in samenwerking met de arts van de revalidatievoorziening, bedoeld in artikel 24, §1, 1°.
Worden groepszittingen genoemd, de revalidatiezittingen tijdens dewelke een of meer therapeuten, bedoeld in artikelen 24, §1, 2° tot 7°, en 25, bij een groep van maximum 5 rechthebbenden tussenkomen.
§3. Worden zittingen in genoemd, de individuele zittingen die in de revalidatievoorziening of in de satellietlocatie van de revalidatievoorziening worden georganiseerd,.
Worden zittingen out genoemd, de individuele zittingen die buiten de revalidatievoorziening of satellietlocatie van de revalidatievoorziening worden georganiseerd. Er wordt onderscheid gemaakt tussen zittingen out op minder dan 5 km van de revalidatievoorziening of satellietlocatie en zittingen out op 5 km of meer van de revalidatievoorziening of satellietlocatie.
Om te kunnen fungeren als satellietlocatie van de revalidatievoorziening moet
de organisatie een formele samenwerking hebben met de revalidatievoorziening. De samenwerking wordt vastgelegd in een ondertekende samenwerkingsovereenkomst.
de organisatie één of meerdere therapeuten, zoals beschreven in hoofdstuk 5.2, artikels 24
§2, 2° tot en met 4° van voorliggende overeenkomst, kunnen voorzien
§4. De in §1 vermelde revalidatiezittingen kunnen ook digitaal, zoals gedefinieerd in artikel 534/90,
§3/1, 2° van het VSB-besluit of digitaal gemengd, zoals gedefinieerd in artikel 534/90, §3/1, 1° van het VSB-besluit, uitgevoerd worden. Digitale revalidatiezittingen en digitaal gemende revalidatiezittingen zijn steeds aanvullend op revalidatiezittingen in persoon. Digitale en digitaal gemengde revalidatiezittingen kunnen op elk moment van het traject gerealiseerd worden als ze een meerwaarde hebben voor de zorggebruiker. Dit gebeurt altijd
- in overeenstemming met het beleid in de voorziening, zoals bepaald in het tweede lid van deze paragraaf,
- op basis van de professionele inschatting van het multidisciplinaire team,
- in overleg met de zorggebruiker en/of context.
Digitale en digitaal gemengde revalidatiezittingen passen in het beleid dat de voorziening hieromtrent heeft ontwikkeld. Dit beleid wordt geconcretiseerd in een document, waarin minstens volgende aspecten zijn uitgewerkt:
- de situaties waarin digitale en digitaal gemende revalidatiezittingen een meerwaarde kunnen betekenen voor de zorggebruiker, de zorgverleners en / of de voorziening;
- welke software, hardware en infrastructuur beschikbaar is om op een veilige manier digitaal te communiceren met de zorggebruiker en/of context;
- hoe zorggebruikers geïnformeerd worden over de mogelijkheid van digitale hulpverlening;
- hoe zorgverleners opgeleid worden voor het aanwenden van digitale revalidatiezittingen in het revalidatietraject;
- welke concrete afspraken met de zorggebruiker moeten worden gemaakt over minimale voorwaarden om digitaal te communiceren op het vlak van onder andere hardware, software, digitale skills, privacy. Hiervoor wordt een afzonderlijke procedure gemaakt. Gemaakte afspraken worden genoteerd in het patiëntendossier;
- hoe digitale en digitaal gemengde revalidatiezittingen worden geregistreerd. Minimaal is er een schriftelijke weerslag van de tijdsbesteding en de manier waarop de digitale revalidatiezitting werd gepresteerd per zorggebruiker;
- de intervisie over digitale hulpverlening met overige voorzieningen voor visuele revalidatie.
Een kopie van het beleidsdocument voor digitale en digitaal gemengde revalidatiezittingen wordt aan het Departement Zorg bezorgd.
Digitale en digitaal gemende revalidatiezittingen zijn evenwaardig aan de revalidatiezittingen in persoon. De prijzen van de revalidatiezittingen in persoon zijn van toepassing op digitale en digitaal gemende revalidatiezittingen.
Voor digitale en digitaal gemengde revalidatiezittingen zijn de bepalingen van artikel 31, §3, wat betreft het aanrekenen van een persoonlijk aandeel, van toepassing.
Digitale en digitaal gemengde revalidatiezittingen worden gefactureerd conform de bepalingen van artikel 534/119 tot en met 534/121 van het VSB-besluit. Om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekking, moet voldaan zijn aan volgende voorwaarden:
- Digitale revalidatiezittingen zijn de realtime revalidatiezittingen, waarbij zorggebruiker en zorgverlener op hetzelfde moment contact hebben met elkaar. Voorbereidings- en verwerkingstijd van de digitale revalidatiezittingen komen niet in aanmerking voor facturatie.
- De digitale revalidatiezitting omvat minstens de duurtijd van de revalidatiezitting in persoon, zoals vermeld in artikel 7. De voorwaarde van de minimale duurtijd kan ook bereikt worden door het samentellen van meerdere revalidatiemomenten. Deze digitale revalidatiezitting, die wordt bereikt door samentelling van meerdere revalidatiemomenten, mag pas gefactureerd worden nadat het laatste revalidatiemoment heeft plaatsgevonden en op datum van die laatste deelprestatie. De verschillende deelmomenten die hebben geleid tot de revalidatiezitting worden door de voorziening bijgehouden, met vermelding van de gebruikte digitale methodiek. Deze gegevens kunnen door het Departement Zorg worden opgevraagd.
- Digitale en digitaal gemengde prestaties worden altijd beschouwd als de in §3 vermelde zitting in.
- Digitale prestaties worden uitgesloten voor tegemoetkoming in de reiskosten.
Artikel 7. Elke zitting vereist de aanwezigheid van ten minste één van de therapeuten, vermeld in artikel 24, §1, 2° tot 7°, of in artikel 25, die de bekwaamheid heeft vereist voor de revalidatiehandelingen waarin hij tussenkomt gedurende ten minste 60 minuten ofwel tegenover één enkele rechthebbende en/of een lid van diens onmiddellijke omgeving voor de individuele zittingen, of tegenover maximum 5 rechthebbenden voor de groepszittingen.
Artikel 8. De inhoud van elke revalidatiezitting is in functie van de specifieke doelstellingen die daarin worden nagestreefd.
Doelstelling 1
De revalidatiezittingen die de ontwikkeling of de verwerving van de best mogelijke bekwaamheid in de fundamentele sensomotorische coördinatie beogen mogelijk te maken, zijn gewijd aan
1° het verwerven van een functioneel sensomotorisch schema (of lichaamsschema), 2° de uitwerking van een voorstelling en een coherente bevatting van de ruimte.
Doelstelling 2
De revalidatiezittingen die beogen de ontwikkeling of de verwerving van de best mogelijke bekwaamheid in algemene of detailwaarneming van de omringende ruimte mogelijk te maken, zijn gewijd aan
1° het aanleren van de basisbegrippen van de gezichtsproblematiek, 2° de ontwikkeling en het optimaal gebruik van de gezichtsresten,
3° het gebruik van technische optische hulpmiddelen (brillen, loepes, telescopen, filters,...), 4° de ontwikkeling en het aanvullend gebruik van de niet-visuele zintuigen.
Doelstelling 3
De revalidatiezittingen die beogen de ontwikkeling of de verwerving van de best mogelijke bekwaamheid in de oriëntatie en de mobiliteit, binnen of buiten, in een gekende of een ongekende omgeving, mogelijk te maken, zijn gewijd aan de verwerving van de gepaste cognitieve en motorische technieken, met inbegrip van het gebruik van aangepaste hulpmiddelen zoals de stokken, de elektronische opsporings- of oriëntatieapparatuur, de tactiele mappen,...
Doelstelling 4
De revalidatiezittingen die beogen de ontwikkeling of de verwerving van de best mogelijke bekwaamheid in de kennisname van documenten mogelijk te maken, zijn gewijd aan het aanleren van het gebruik van niet optische technische hulpmiddelen, zoals
1° aangepaste verlichting, opstaande leestafels, …, 2° elektronische hulpmiddelen (TV-leesloepes, ...),
3° geïnformatiseerde hulpmiddelen (vergrotingsinstrumenten en -software, aangepaste grafische interfaces, synthetische stemmen,...). Met het leren gebruiken van informaticahulpmiddelen wil men de zorggebruiker de middelen bieden om toe te treden tot het informaticasysteem of - systemen die hij zal gebruiken, niet om hem het gebruik van gewone software aan te leren zoals bijvoorbeeld kantoorautomatiserings-, beeldverwerkings- of geluidsverwerkings-software...
Doelstelling 5
De revalidatiezittingen die beogen de ontwikkeling of de verwerving van de best mogelijke bekwaamheid in het nemen van nota's voor persoonlijk gebruik of voor de mededeling van schriftelijke informatie mogelijk te maken, zijn gewijd aan de verwerving
1° van het lezen en schrijven van braille met eventueel gebruik van informaticaondersteuning (brailleleesregel, ...)
2° van de basistechnieken van dactylografie aangepast aan de noden van zorggebruikers met een gezichtsstoornis
3° en/of van de basistechnieken van het handschrift aangepast aan de noden van zorggebruikers met een gezichtsstoornis.
Doelstelling 6
De revalidatiezittingen die beogen de ontwikkeling of de verwerving van de best mogelijke bekwaamheid in de manuele of intellectuele basisactiviteiten uit het dagelijks leven mogelijk te maken, zijn gewijd aan
1° de verwerving van de complexe basisbewegingen waarop de essentiële activiteiten uit het dagelijks leven steunen, namelijk voeding, hygiëne en lichaamsverzorging, eenvoudige medische verzorging, het aankleden en het onderhoud van de woning,
2° de verwerving of het terugkrijgen van lichaamshoudingen die aan verschillende sociale omstandigheden aangepast zijn,
3° de verwerving van aangepaste technieken voor het klasseren en het beheer van officiële documenten, bankdocumenten, ...
4° en/of het leren aanpassen van de omgeving aan het bewaard gezichtspotentieel: aanpassing van de verlichting, inrichting van de ruimte, gebruik van aangepaste hulpmiddelen, in situ gebruik van elektronische en/of geïnformatiseerde technische hulpmiddelen, ...
Doelstelling 7
De revalidatiezittingen die de inclusieve participatie beogen, verlopen via een gesprek met de in artikel 24, §1, 7° vermelde sociaal assistent, met als inhoud:
1° het informeren en adviseren van de rechthebbende of personen uit diens onmiddellijke omgeving over de rechten die de visuele handicap met zich meebrengt,
2° het begeleiden van de rechthebbende – op basis van kennis van de sociale kaart – om zich naar de bevoegde overheden, instanties, besturen, e.a. te richten,
3° het zoeken naar aangepaste oplossingen voor het schoollopen, opleiding of beroepsleven, ... van de rechthebbende.
Het sociaal gesprek beoogt niet in te grijpen in sociale situaties die niet rechtstreeks verbonden zijn met de revalidatie van de gezichtsstoornis of met de toepassing van verworvenheden.
Doelstelling 8
De revalidatiezittingen die de psychologische verwerking beogen, verlopen via een gesprek met de in artikel 24, §1, 6° vermelde psycholoog, waar de rechthebbende functionele maar ook dysfunctionele coping strategieën leert kennen en waar de rechthebbende wordt gestimuleerd om zelfvertrouwen, zelfwaarde en zelfstandigheid te hervinden.
Het psychologisch gesprek is niet bedoeld om de mogelijke psychologische stoornissen te behandelen die de rechthebbende of personen uit diens onmiddellijke omgeving vertonen en die geen rechtstreeks gevolg (of eventueel oorzaak) zijn van de gezichtsstoornis.
Artikel 9. Opgeheven
Artikel 10. Opgeheven
Hoofdstuk IV. HET INDIVIDUELE PROGRAMMA
Artikel 11. Elk individueel revalidatieprogramma (of individueel programma) bestaat uit het gestructureerde geheel van revalidatieactiviteiten, overeenkomstig de definities van de artikelen 5 tot 8, uitgevoerd ten gunste van een rechthebbende, onder de voorwaarden en binnen de beperkingen die in de artikelen 16 tot en met 19 zijn vermeld, mits het in artikel 32, eerste lid, vermelde akkoord, om de doelstellingen die tijdens het aanvangsbilan en eventueel het intermediair bilan zijn vastgesteld, te verwezenlijken.
4.1. Structuur van de individuele programma's
Artikel 12. §1. Elk individueel programma begint met een aanvangsbilan, aan de hand waarvan de oogarts van de revalidatievoorziening die het superviseerde bepaalt of een multidisciplinaire revalidatie voor die rechthebbende gerechtvaardigd is.
Indien dit het geval is, stelt die oogarts in overleg met de rechthebbende en na raadpleging van de leden van het therapeutisch team die bij het bilan tussenkwamen, een of meerdere relevante en realistische specifieke doelstellingen voor de revalidatie vast. Een doelstelling wordt als realistisch beschouwd als de rechthebbende aan alle noodzakelijke voorwaarden voldoet om deze te kunnen bereiken. Hij beslist bijgevolg over de inhoud en de vorm van het revalidatieprogramma.
§2. In functie van de specifieke doelstellingen voert de revalidatievoorziening de overeenstemmende revalidatiezittingen uit die nodig zijn voor de rechthebbende, binnen de in artikel 18 vastgestelde beperkingen en voorwaarden. Ze organiseert eventueel ook de bijkomende psychologische en/of sociale revalidatiezittingen die nodig zijn voor de rechthebbende.
§3. Als de evolutie van de rechthebbende dit vereist, voert de revalidatievoorziening een intermediair bilan uit binnen de in artikel 17 en 18 vermelde beperkingen en voorwaarden.
Als gevolg van de besluiten van dit bilan kan een specifieke doelstelling
• worden toegevoegd, als deze pertinent en realistisch is voor die rechthebbende,
• of worden weggelaten, wanneer ze is bereikt of wanneer blijkt dat niet langer aan alle voorwaarden is voldaan om ze te kunnen verwezenlijken.
Het programma wordt onmiddellijk dienovereenkomstig aangepast. Dit betekent meer bepaald dat de revalidatievoorziening niet langer verstrekkingen uitvoert die verbonden zijn met een specifieke doelstelling, wanneer deze laatste is opgegeven.
Artikel 13. Elk individueel programma is multidisciplinair. Met als enige uitzondering een onverwachte stopzetting van het programma ten gevolge van stopzetting ervan door de zorggebruiker, zoals bepaald in artikel 32, §5, komen er, benevens de verantwoordelijke arts, voor elk geheel van 20 revalidatiezittingen therapeuten in tussen die minstens 3 van de functies vervullen voorzien in de artikelen 24, §1, 2° tot 7° en 25, 2°, en na uitvoering van het multidisciplinaire bilan beperkt het programma zich nooit tot uitsluitend de interventie van de therapeut voor low-vision, bedoeld in artikel 24, §1, 3°.
Artikel 14. Slechts één enkel individueel programma kan door dezelfde rechthebbende worden gevolgd in de revalidatievoorziening of in elke andere revalidatievoorziening die met de Vlaamse Gemeenschap een overeenkomst heeft gesloten betreffende de revalidatie van rechthebbenden die lijden aan een gezichtsstoornis.
Artikel 15. §1. De stopzetting van een individueel programma in een revalidatievoorziening en de hervatting ervan in een andere revalidatievoorziening onderbreekt de facto de periode van tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen waarvoor een beslissing tot goedkeuring werd bekomen, en vereist een nieuwe beslissing tot goedkeuring van de tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen dat in overeenstemming is met de bepalingen van artikel 32, §2.
Onder voorbehoud van de bepalingen van het artikel 32, §2, betreffende de maximumduur van elke periode van tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen, mag een individueel programma onderbroken voor een maximumduur van 90 dagen en hervat worden in dezelfde revalidatievoorziening zonder dat deze periode van tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen wordt onderbroken.
De start en het einde van de onderbreking van een individueel programma moet gemeld worden conform de bepalingen van artikel 32, §5.
§2. De onderbreking van een individueel programma, zoals bepaald in artikel 32, §5, of de verandering van revalidatievoorziening in de loop van een individueel programma verandert in niets de beperkingen en voorwaarden verbonden aan de revalidatieverstrekkingen, zoals bepaald in de artikelen 17 en 18.
In geval van verandering van revalidatievoorziening moet de stopzetting van de revalidatie in de eerste voorziening gemeld worden conform de bepalingen van artikel 32, §6 en de verderzetting van deze revalidatie in de volgende voorziening gemeld worden conform de bepalingen van artikel 32, §1.
§3. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe alle nuttige maatregelen te nemen om de toepassing van de bepalingen van §2 van dit artikel te waarborgen. Ze licht de tekst ervan toe en legt aan de rechthebbende of zijn wettelijke vertegenwoordiger de draagwijdte ervan uit in een geschreven document, in twee exemplaren ondertekend voor ontvangst.
De revalidatievoorziening bewaart een ondertekend exemplaar en geeft het andere aan de rechthebbende of diens wettelijke vertegenwoordiger.
4.2 Beperkingen en voorwaarden verbonden aan de revalidatieverstrekkingen
Artikel 16. Om beschouwd te worden als revalidatieverstrekkingen en recht te geven op de in artikel 31 §1 voorziene tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen, moeten de revalidatieactiviteiten omschreven in de artikelen 5 tot 8
• noodzakelijk zijn voor de vooruitgang van de rechthebbende met het oog op de specifieke doelstellingen van diens individueel programma,
• beantwoorden aan de in deze overeenkomst bepaalde algemene voorwaarden,
• kaderen in de beperkingen en zich houden aan de eventuele bijzondere voorwaarden die worden bepaald in de artikelen 17 en 18 hierna.
Een "revalidatieactiviteit" die niet voldoet aan het geheel van die voorwaarden, geeft geen recht op enige tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen, zelfs al beantwoordt ze op alle punten aan de definitie van een van de verstrekkingen voorzien in de artikelen 5 tot 8.
Artikel 17. Voor elke rechthebbende kan maar een enkel aanvangsbilan aanleiding geven tot een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen. Zo nodig kan het aanvangsbilan onmiddellijk worden gevolgd door een intermediair bilan dat daarop een aanvulling is.
Een aanvangsbilan mag slechts worden aangerekend en aanleiding geven tot een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen als het wordt gevolgd door een revalidatieprogramma zoals bedoeld in artikel 11 van deze overeenkomst. Bij wijze van uitzondering mag evenwel maximaal 15 % van het totaal aantal bilans (aanvangsbilans en intermediaire bilans samen) uitgevoerd tijdens een kalenderjaar worden aangerekend en aanleiding geven tot een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen, zelfs als ze door geen enkele revalidatiezitting werden gevolgd. De revalidatievoorziening verbindt zich tot de spontane terugbetaling, aan de verzekeringsinstelling van de rechthebbende, van elk bilan dat door geen enkele revalidatiezitting werd gevolgd en dat bovenop dat maximum zou zijn gefactureerd. Zij voert deze terugbetaling uit in de loop van het 1ste trimester van het kalenderjaar volgend op het kalenderjaar waarin dit bilan werd uitgevoerd.
De reden waarom geen revalidatieprogramma wordt gestart na het bilan, wordt vermeld in het in artikel 534/111, 3° van het VSB-besluit vermelde medische verslag van de aanvraag tot tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen.
Artikel 18. §1. Voor elke rechthebbende hangt het maximumaantal tegemoetkomingen voor de revalidatieverstrekkingen voor de intermediaire bilans en de zittingen af van het levensstadium dat de rechthebbende heeft bereikt, van 0 tot en met 3 jaar, van 4 tot en met 17 jaar en vanaf 18 jaar, zoals vermeld in de tabel onderaan dit artikel.
Onder “periode”, in de loop van een levensstadium, wordt verstaan, elke periode, zoals vastgesteld in artikel 32, §2 tijdens welke de revalidatie effectief plaatsvindt en de rechthebbende een tegemoetkoming voor revalidatieverstrekkingen kan krijgen.
Een periode gaat in op de datum van uitvoering van de eerste gefactureerde verstrekking (bilan of zitting) van die periode. Zij eindigt wanneer de toegemeten maximumtijd is opgebruikt, of op de dag die het einde inluidt van het beschouwde levensstadium, of met de uitputting van het maximum aantal verstrekkingen in de tabel vastgesteld, of als de revalidatie vroegtijdig wordt stopgezet. Als het maximum aantal periodes nog niet is bereikt, kan de afgesloten periode zonder onderbreking door een nieuwe worden gevolgd. Desgevallend moet een aanvraag tot tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen gebeuren als “aanvraag tot verlenging”, via de in artikel 32, §1, vermelde software.
Elke uitgevoerde en gefactureerde zitting telt als 1 eenheid, ongeacht het type zitting (individueel – in of out - , of in groep).
Het intermediaire bilan dat eventueel een aanvulling is op het aanvangsbilan, wordt opgenomen in de telling van het aantal intermediaire bilans.
§2. Voor rechthebbenden in de zin van artikel 2 wordt, bij acute slechtziendheid in een eerste periode of acute blindheid in een eerste of volgende periode, het maximum aantal verstrekkingen van het revalidatieprogramma, ongeacht het levensstadium van de rechthebbende, vastgesteld op 4 intermediaire bilans en 120 zittingen. Een periode van 4 intermediaire bilans en 120 zittingen kan toegekend worden voor rechthebbenden met acute blindheid, zelfs al werd eerder een periode van 4 intermediaire bilans en 120 zittingen toegekend omwille van acute slechtziendheid van deze zorggebruiker.
Vanaf de volgende periode van het revalidatieprogramma wordt het maximum aantal verstrekkingen per periode teruggebracht tot het aantal vermeld in onderstaande tabel. De periode van 120 zittingen telt voor één enkele periode waarin de acute slechtziendheid of de acute blindheid is ontstaan.
Het plotse karakter van de gezichtsstoornis zoals bepaald door de WGO, moet objectief worden vastgesteld aan de hand van een valide en aangepast medisch onderzoek waarvan de conclusies bij het medisch verslag voorzien in artikel 534/111, 3° van het VSB-besluit, worden gevoegd. Bij ontstentenis daarvan mogen de maxima die in onderstaande tabel zijn vermeld, niet worden overschreden.
§3. Voor zorggebruikers met een gecombineerde aandoening, nl. Dual Sensory Impairment (DSI – gezichtsstoornis in combinatie met ernstige gehoorstoornis) die de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt, wordt het maximum aantal verstrekkingen per periode van 3 jaar vastgesteld op 66 zittingen.
Maximumaantal | Van 0 t.e.m. 3 j | Van 4 t.e.m. 17 j | Vanaf 18 j | DSI - Vanaf 18 j |
revalidatieverstrekkingen per | Maximum 1 periode | Maximum 3 periodes | Maximum 10 periodes | Maximum 10 periodes |
periode | van maximum 4 jaar | van elk maximum 3 | van elk maximum 3 jaar | van elk maximum 3 jaar |
jaar | ||||
Intermediaire bilans | 2 | 4 | 2 | 2 |
Zittingen | 80 | 80 | 33 | 66 |
Artikel 19. Er kunnen meerdere revalidatiezittingen (opeenvolgend of niet) ten voordele van dezelfde rechthebbende op dezelfde dag gerealiseerd worden die elk aanleiding kunnen geven tot een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen.
Verschillende opeenvolgende revalidatiezittingen kunnen maar voor n verstrekkingen tellen wanneer hun totale duur minimum n x 60 minuten bereikt. Een revalidatiezitting van minder dan 60 minuten kan geen aanleiding geven tot een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen.
4.3 Beperkingen van cumul
Artikel 20. Tijdens een effectieve revalidatieperiode, zoals gedefinieerd in artikel 18, §1, kan de rechthebbende geen enkele verzekeringstegemoetkoming krijgen voor orthoptieverstrekkingen voorzien in de bijlage bij het koninklijk besluit van 10 januari 1991 tot vaststelling van de nomenclatuur van de revalidatieverstrekkingen, bedoeld in artikel 23, §2, 2de lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994.
Artikel 21. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe alle nuttige maatregelen te nemen teneinde de toepassing van de bepalingen van artikel 20 te waarborgen. Ze legt de termen en de draagwijdte ervan uit in een geschreven document, in twee exemplaren ondertekend voor ontvangst door de rechthebbende of diens wettelijke vertegenwoordiger. De revalidatievoorziening bewaart een ondertekend exemplaar en geeft het andere aan de rechthebbende of diens wettelijke vertegenwoordiger.
Artikel 21bis. In uitvoering van artikel 534/96 van het VSB-besluit en met behoud van de bepalingen van artikel 14 van deze overeenkomst, mogen revalidatiezittingen vermeld in deze overeenkomst en ambulante revalidatieverstrekkingen in een revalidatievoorziening die met de Vlaamse Gemeenschap of het RIZIV een overeenkomst hebben, op een zelfde dag gebeuren.
4.4. Inpassing van het individuele programma in het verzorgingsnetwerk en in het sociale leefmilieu van de rechthebbende
Artikel 22. §1. Het individuele programma past in het kader van het verzorgingsnetwerk dat de rechthebbende doorloopt. De revalidatievoorziening zorgt er dus voor de interactie tussen de revalidatie en de andere componenten van het netwerk te optimaliseren.
In het bijzonder
• heeft de verantwoordelijke arts van de revalidatievoorziening regelmatig contact met de behandelend oogarts en de huisarts van de rechthebbende;
• in geval van externe psychotherapeutische follow-up, onderhoudt de psycholoog van de revalidatievoorziening regelmatig contact met de psychotherapeut van de rechthebbende.
§2. De revalidatievoorziening zorgt er tevens voor de revalidatie zo goed mogelijk in te passen in de context van het sociale leven van de rechthebbende opdat deze de verworvenheden ervan kan veralgemenen en bewaren.
In het bijzonder
• onderhouden de therapeuten die betrokken zijn bij de revalidatie de nodige contacten met de familie, de school- en beroepsomgeving ... van de rechthebbende;
• neemt de sociaal assistent, naargelang nodig, contact op met de betrokken instanties, diensten, administraties, …
Hoofdstuk V. DE REVALIDATIEVOORZIENING
5.1 Minimumaantal rechthebbenden
Artikel 23. §1. In de loop van iedere periode van 2 opeenvolgende kalenderjaren start de revalidatievoorziening een revalidatieprogramma dat een aanvangsbilan omvat ten voordele van minimum 50 nieuwe rechthebbenden.
Het bereikte aantal rechthebbenden wordt na elk kalenderjaar berekend door het aantal rechthebbenden die aan de voormelde voorwaarden voldoen voor het afgelopen jaar en het jaar dat eraan voorafgaat op te tellen.
§2. Deze overeenkomst is ambtshalve niet langer van kracht op 1 juli van het jaar dat volgt op de eerste periode van 2 opeenvolgende kalenderjaren gedurende dewelke het minimumaantal rechthebbenden niet is bereikt.
§3. De bepalingen van de bovenstaande §§ 1 en 2 zijn van toepassing vanaf 1 januari 2021.
5.1.bis Facturatiecapaciteit van de revalidatievoorziening
Artikel 23bis. §1. Deze overeenkomst wordt gesloten voor een normale facturatiecapaciteit, zoals gedefinieerd in artikel 534/90, §1, 2° van het VSB-besluit van xxx in artikel 6, §3 bepaalde “zittingen in”. Dit stemt overeen met een bezettingsgraad van 90%.
De in het eerste lid bepaalde normale facturatiecapaciteit werd bepaald op basis van een herverdeling van de totaal beschikbare capaciteit voor de vier centra op 1 november 2022.
§2. Het theoretisch aantal eenheidsvertrekkingen, zoals gedefinieerd in artikel 534/90, §2/3, eerste lid van het VSB-besluit van de revalidatievoorziening bedraagt xxx “zittingen in.
§3. De maximale facturatiecapaciteit zoals gedefinieerd in artikel 534/90, §1, 1° van het VSB-besluit, bedraagt xxx “zittingen in”, wat gelijk is aan een bezettingsgraad van 98 % van de revalidatievoorziening.
§4. De volgende regeling is van toepassing tot en met 31 december 2023.
De revalidatievoorziening verbindt er zich tevens toe, indien voor een bepaald kalenderjaar de normale facturatiecapaciteit wordt overschreden, voor de aan de zorgkassen gefactureerde revalidatieprestaties die de normale facturatiecapaciteit overschrijden, een verminderde prijs aan te rekenen. De aan te rekenen verminderde prijs zal in dat kalenderjaar ofwel 50 %, ofwel 25 % bedragen van de in artikel 31 vastgestelde prijzen en dit afhankelijk van het in de vorige kalenderjaren gerealiseerd aantal revalidatieprestaties dat voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komt.
De in het vorige lid bedoelde verminderde prijzen bedragen:
1) 50 % van de in artikel 31 vastgestelde prijzen van het “bilan”, de “zitting in”, de zitting out” en de “groepszitting”:
a. Als in het kalenderjaar dat onmiddellijk voorafgaat aan het beschouwde kalenderjaar, de revalidatievoorziening niet meer dan xxx (= 90 % van het theoretisch aantal eenheidsverstrekkingen) revalidatieprestaties die voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking kwamen, heeft gerealiseerd
Of
b. Als sinds het recentste kalenderjaar waarvoor de normale facturatiecapaciteit niet overschreden werd, de revalidatievoorziening in geen enkel kalenderjaar meer dan xxx (= 94
% van het theoretisch aantal eenheidsverstrekkingen) revalidatieprestaties die voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking kwamen, heeft gerealiseerd.
2) 25 % van de in artikel 31 vastgestelde prijzen van het “bilan”, de “zitting in”, de zitting out” en de “groepszitting”:
a. Als in het kalenderjaar dat onmiddellijk voorafgaat aan het beschouwde kalenderjaar, de revalidatievoorziening meer dan xxx (= 94 % van het theoretisch aantal eenheidsverstrekkingen) revalidatieprestaties die voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking kwamen, heeft gerealiseerd
Of
b. Als sinds het recentste kalenderjaar waarvoor de normale facturatiecapaciteit niet overschreden werd, de revalidatievoorziening in minstens één kalenderjaar meer dan xxx (= 94 % van het theoretisch aantal eenheidsverstrekkingen) revalidatieprestaties die voor een
tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking kwamen, heeft gerealiseerd.
§5. De volgende regeling start vanaf 1 januari 2024.
De revalidatievoorziening verbindt er zich toe, indien voor een bepaald kalenderjaar de normale facturatiecapaciteit wordt overschreden, voor de aan de zorgkassen gefactureerde revalidatieprestaties die de normale facturatiecapaciteit overschrijden, een verminderde prijs aan te rekenen. De aan te rekenen verminderde prijs zal in dat kalenderjaar 50 % van de in artikel 31 vastgestelde prijzen bedragen voor de gerealiseerde prestaties boven 90 % tot 94 % van het theoretisch aantal eenheidsverstrekkingen en 25 % van de in artikel 31 vastgestelde prijzen bedragen voor de gerealiseerde prestaties boven de 94 % tot 98 % van het theoretisch aantal eenheidsprestaties.
§6. De “zitting in” wordt als eenheidsprestatie beschouwd, waaruit in uitvoering van artikel 534/90, §3 van het VSB-besluit, de andere revalidatieprestaties kunnen worden afgeleid. Voor de toepassing van dit artikel geldt “een bilan” als het equivalent van 2,91 “zitting in”, een “zitting out≥ 5 km” als het equivalent van 1,34 “zitting in”, een “zitting out < 5 km” als het equivalent van 1 “zitting in” en “een groepszitting” als het equivalent van 0,25 “zitting in”.
§7. Voor het kalenderjaar waarin aan deze overeenkomst een einde komt, dienen de in §1 van dit artikel vermelde aantallen met betrekking tot de normale facturatiecapaciteit en de in §3 van dit artikel vermelde aantallen met betrekking tot de maximale facturatiecapaciteit, evenredig verminderd te worden, rekening houdend met de toepassingstermijn van deze overeenkomst in dat kalenderjaar.
§8. De revalidatieprestaties die aan de Belgische verzekeringsinstellingen worden gefactureerd voor zorggebruikers die ten laste zijn van een buitenlandse verzekeringsinstelling, zijn begrepen in de normale en de maximale facturatiecapaciteit.
5.2 Therapeutisch personeel van de revalidatievoorziening
Artikel 24. §1. Het kader therapeutisch personeel van de revalidatievoorziening omvat altijd de hierna vermelde functies, elk uitgeoefend door een of meer therapeuten die de vereiste kwalificaties bezitten:
1° "verantwoordelijke arts": arts, gespecialiseerd in oftalmologie en erkend voor de revalidatie van visueel gehandicapte zorggebruikers.
Indien meerdere artsen die aan die voorwaarden voldoen bij het therapeutisch personeel worden tewerkgesteld, wordt één van hen door de revalidatievoorziening aangeduid als verantwoordelijke arts.
2° "psychomotorisch therapeut": therapeut, ten minste van niveau A1, die het bewijs kan leveren van een opleiding in psychomotoriek,
3° "therapeut voor low-vision": therapeut, ten minste van niveau A1, die het bewijs kan leveren van een opleiding in de orthoptie bekroond met een wettelijk diploma, of van een opleiding in de revalidatie van low-vision, of van een ervaring van ten minste 3 jaar in de revalidatie van low-vision,
4° "therapeut voor oriëntatie en mobiliteit": therapeut, ten minste van niveau A1, die het bewijs kan leveren van een opleiding in oriëntatie en mobiliteit of van een ervaring van minstens 3 jaar in de revalidatie van de oriëntatie en de mobiliteit van visueel gehandicapte zorggebruikers,
5° "therapeut voor activiteiten van het dagelijks leven": therapeut, ten minste van niveau A1, die het bewijs kan leveren van een aangepaste opleiding of van een ervaring van minstens 3 jaar in de revalidatie van de handelingen van het dagelijks leven van visueel gehandicapte zorggebruikers,
6° "psycholoog", psycholoog xxxxxx van een diploma van licentiaat in de psychologie, 7° "sociaal assistent": maatschappelijk werker, houder van een wettelijk diploma.
§2. De revalidatievoorziening stelt permanent minstens één persoon, voltijds of deeltijds, te werk voor elk van de functies vermeld in bovenstaande §1. Met uitzondering van de verantwoordelijke arts kan eenzelfde persoon meerdere functies uitoefenen als deze persoon de vereiste kwalificaties bezit en, met uitzondering van de functie van verantwoordelijke arts, kan eenzelfde functie worden uitgeoefend door meerdere personen die over de vereiste kwalificaties beschikken.
Het geheel van de functies vermeld in bovenstaande §1, 2° tot en met 5°, wordt in het kader van deze overeenkomst uitgeoefend gedurende in totaal minimum 57 uur per week. De functie van verantwoordelijke arts, vermeld in §1, 1°, wordt in het kader van deze overeenkomst uitgeoefend gedurende minimum 8 uur per week gespreid over minimum 2 dagen.
De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe zonder verwijl alle schikkingen te treffen om het personeelskader te vervolledigen voor elke functie vermeld in bovenstaande §1, die tijdelijk (wegens ziekte, loopbaanonderbreking, verlof zonder wedde ...) of definitief (wegens al dan niet vrijwillig ontslag, ...) vacant zou zijn. Ze is evenwel niet verplicht het personeelskader te vervolledigen voor een functie die onbezet wordt gelaten, ofwel door een ontslagen personeelslid tijdens de wettelijk bezoldigde opzeggingstermijn, ofwel door een personeelslid dat afwezig is wegens ziekte tijdens de wettelijke termijn van gegarandeerd inkomen, zolang ze effectief die personeelsleden bezoldigt.
§3. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe geen enkele prijs te factureren aan de verzekeringsinstellingen of aan de rechthebbende voor revalidatieverstrekkingen die zijn uitgevoerd in de loop van elke periode gedurende dewelke de bepalingen van de §§ 1 en 2 niet worden nageleefd.
Artikel 25. Het in artikel 24 vermelde therapeutische personeelskader kan worden uitgebreid met 1° een of meerdere artsen die gespecialiseerd zijn in de oftalmologie,
2° een of meerdere informatici die houder zijn van een diploma van ten minste niveau A1 en die het bewijs kunnen leveren van een ervaring van minstens 2 jaar als opleider in de informatica.
Artikel 26. Het jaarlijks personeelsoverzicht wordt, uiterlijk op 31 juli, gerapporteerd via het E-loket van Departement Zorg.
Artikel 27. De vergaderingen van het therapeutisch team verzekeren de coherentie van zijn werking en interventies. Ze worden gesuperviseerd door de verantwoordelijke arts.
Ze gaan met name over:
• het onderzoek van individuele zorggebruikers: voor elke rechthebbende geeft elk bilan aanleiding tot een gesprek onder de betrokken therapeuten, zoals voorzien in artikel 5, §2,
• de theoretische grondslagen en de revalidatiemethodes en, meer algemeen, elke materie die betrekking heeft op de tenlasteneming van gezichtsgestoorde zorggebruikers en belangwekkend is voor het multidisciplinaire team.
5.3 Wetenschappelijke en medische omkadering van de revalidatie
Artikel 28. De verantwoordelijke arts staat in voor
• de wetenschappelijke validiteit en het actueel karakter van de basisbeginselen van de revalidatie en hun toepassingsmodaliteiten op globaal niveau van de revalidatievoorziening,
• de gegrondheid, coherentie en goede toepassing, op medisch vlak, van elk individueel programma.
5.4 Infrastructuur, uitrusting en logistiek
Artikel 29. §1. De revalidatievoorziening beschikt over de geschikte infrastructuur voor de goede uitvoering van de individuele programma's en voor hun omkadering, met name over
1° een praktijkkamer voor oftalmologie,
2° lokalen geschikt om de revalidatiezittingen goed te laten verlopen, in het bijzonder wat betreft hun inrichting, verlichtingsomstandigheden en/of afmetingen ervan,
3° een buitenruimte geschikt voor het verloop in optimale veiligheidsomstandigheden van zittingen gericht op de ontwikkeling van de bekwaamheid betreffende oriëntatie en mobiliteit van de rechthebbenden,
4° minstens een kamer die kan worden gebruikt door de psycholoog of de sociaal assistent, 5° een vergaderruimte.
§2. De revalidatievoorziening beschikt over de geschikte uitrusting voor de goede uitvoering van de individuele programma's en hun omkadering, met name over
1° alle uitrusting nodig voor de volledige en medisch valabele uitvoering van de bilans,
2° optisch materiaal dat een voldoende geheel van hulpmiddelen omvat die de rechthebbende kan nodig hebben (brillen, loepen, telescopen, lenzen, ...),
3° ten minste 3 gewone TV loepen in verschillende modellen en een TV loep uitgerust met een splitsbaar scherm en een camera,
4° ten minste een PC van minder dan 5 jaar oud, met vergrotingssoftware, stemsynthese en brailleregel.
§3. De revalidatievoorziening beschikt over voldoende administratief personeel om een goed administratief beheer te waarborgen. De leden van het administratief personeel die de rechthebbenden ontvangen zijn daartoe opgeleid.
Artikel 30. §1. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe steeds de regels inzake brandbeveiliging na te leven. Ze laat de naleving van die regels controleren door een bevoegde dienst, conform de geldende reglementering. Ze neemt onverwijld maatregelen en voert de werken uit die door die dienst worden aanbevolen.
§2. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe geen enkele revalidatieverstrekking uit te voeren in kamers of gebouwen waarvoor ze geen geldig certificaat heeft die hun conformiteit met de regels inzake brandveiligheid aantoont.
Hoofdstuk VI. DE TEGEMOETKOMING VOOR DE REVALIDATIEVERSTREKKINGEN
6.1 Bedragen
Artikel 31. §1. Het bedrag van de tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen (of prijs) van de in artikel 6, §3, eerste lid bepaalde “zitting in” wordt vastgesteld op xxx Euro.
De prijs van de “zitting in” wordt als eenheidsprijs beschouwd, waaruit de prijs van de overige revalidatieprestaties kan worden afgeleid:
- Bilan: 291 % of xxx Euro
- Zitting out < 5 km: 100 % of xxx Euro
- Zitting out ≥ 5 km: 134 % of xxx Euro
- Groepszitting: 25 % of xxx Euro.
De berekening van de bedragen van de tegemoetkoming wordt vermeld in bijlage 1 van deze overeenkomst.
§2. Het indexeerbare gedeelte van de prijs van de “zitting in”, namelijk 95% wordt gekoppeld aan het spilindexcijfer 123,14 op 01.12.2022 (basis 2013) van de consumptieprijzen. Het wordt aangepast overeenkomstig de bepalingen van artikel 534/91 van het VSB-besluit.
§3. Een persoonlijk aandeel wordt aangerekend, conform de bepalingen van artikel 534/101 van het VSB-besluit.
6.2 Aanvraag tot tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen
Artikel 32. §1. Een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen en, in voorkomend geval, de reiskosten die verband houden met deze revalidatieverstrekkingen, voor zorggebruikers die worden vervoerd in een voertuig dat is aangepast voor het vervoer in een rolstoel kan alleen worden toegekend als de zorgkas waarbij de gebruiker is aangesloten, de aangevraagde tegemoetkoming heeft goedgekeurd.
De aanvraag tot tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen en, in voorkomend geval, voor de reiskosten die gepaard gaan met deze revalidatieverstrekkingen voor of zorggebruikers die worden vervoerd in een voertuig dat is aangepast voor het vervoer in een rolstoel, gebeurt conform de procedure zoals vermeld in artikel 534/108 en 534/111 van het VSB-besluit. De voorziening beschikt hiervoor over conform artikel 534/122,§1 van het VSB-besluit geattesteerde software.
De aanvraag tot tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen gebeurt als een “nieuwe aanvraag” als
- De gebruiker nieuw is in de voorziening én het een nieuwe periode betreft;
- De gebruiker al eerder in de voorziening heeft gerevalideerd, maar sinds de laatste revalidatiezitting in deze voorziening, in een ander centrum voor visuele revalidatie is behandeld.
De aanvraag tot tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen gebeurt als een “aanvraag tot herstart” als
- De gebruiker nieuw is in de voorziening en het betreft een aanvraag tot het verderzetten van de behandeling in een periode waarvoor in een ander centrum voor visuele revalidatie een goedkeuring werd bekomen;
- Revalidatie opnieuw wordt opgestart, nadat eerdere revalidatie in de voorziening werd stopgezet
o en de gevraagde periode tot goedkeuring niet onmiddellijk op de voorgaande goedgekeurde periode aansluit;
o omdat het aantal zittingen van die periode is uitgeput en de revalidatie verder loopt met een nieuwe periode die onmiddellijk aansluit op de einddatum van de voorgaande al goedgekeurde periode (en waarbij dus niet gewacht wordt tot de initiële einddatum van de voorgaande goedgekeurde periode);
o omdat de gebruiker zijn revalidatie wil hernemen na een onderbreking en de einddatum van de eerder goedgekeurde periode voorbij is;
De aanvraag tot tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen gebeurt onder het model van een “bilan” als het een bilan zonder opstart revalidatie betreft.
De aanvraag gebeurt als “aanvraag tot uitzondering” in het geval een revalidatieperiode wordt gevraagd voor gebruikers die afwijken op de opnamecriteria. Een vraag tot uitzondering bevat een algemene beschrijving van de uitzondering alsook een medisch verslag.
§2. Een beslissing tot goedkeuring voor de tegemoetkoming in de revalidatieverstrekkingen en, in voorkomend geval, voor de reiskosten die gepaard gaan met deze revalidatieverstrekkingen voor zorggebruikers die worden vervoerd in een voertuig dat is aangepast voor het vervoer in een rolstoel, vermeldt de periode waarin de revalidatieverstrekkingen kunnen worden verleend. De duur van de revalidatieperiode kan de maximale duur van de effectieve revalidatieperiode die is aangevat door de rechthebbende, bepaald conform de bepalingen van artikel 18 van deze overeenkomst, niet overschrijden.
§3. Elke vraag tot verlenging van de periode van tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen en elke vraag tot bepalen van een nieuwe periode van tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen moet ingediend worden volgens de modaliteiten voorzien in §1. De aanvraag tot tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen gebeurt als een “aanvraag tot verlenging”.
Onder verlenging wordt begrepen de ononderbroken verderzetting van de revalidatie onmiddellijk aansluitend op de einddatum van de voorgaande goedgekeurde periode.
§4. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe de rechthebbende te informeren over de beslissing over de aanvraag tot tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen en, in voorkomend geval, in de reiskosten.
§5. Onderbreking van de revalidatie wordt altijd, inclusief de reden van de onderbreking, gemeld via de in §1 vermelde software.
Er is sprake van een onderbreking van de revalidatie als de revalidatie, los van de wil van de gebruiker, bijvoorbeeld in geval van ziekte, wordt onderbroken voor een periode van minstens 24 uur en maximum 90 dagen.
Na een periode van onderbreking moet geen nieuwe aanvraag tot tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen worden gedaan, tenzij
- de einddatum van de eerder goedgekeurde periode verstreken is op het moment van het hervatten van de revalidatie. Desgevallend moet een aanvraag tot tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen worden gedaan, als “aanvraag tot herstart”;
- de onderbreking later dan de dag van de herstart van de revalidatie gemeld wordt. Desgevallend moet de lopende goedgekeurde periode stopgezet worden om in tweede tijd een aanvraag tot tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen als “aanvraag tot herstart” te doen.
§6. Bij het beëindigen van de revalidatie wordt de datum van de stopzetting, de reden ervan en de doorverwijzing van de gebruiker, altijd gemeld via de in §1 vermelde software.
Artikel 32bis. In het geval een beslissing tot goedkeuring voor een tegemoetkoming voor de reiskosten voor zorggebruikers die jonger dan 18 jaar zijn werd verleend, levert de revalidatievoorziening, conform artikel 534/105/6 van het VSB-besluit, voor iedere dag waarop op ambulante basis een of meerdere revalidatieverstrekkingen in de revalidatievoorziening zijn geleverd, een attest aan de rechthebbende, waaruit blijkt dat aan de rechthebbende een revalidatieverstrekking op ambulante basis werd verleend. De revalidatievoorziening verbindt er zich toe de rechthebbende te informeren over de stappen die moeten worden ondernomen om, op basis van dit attest, de tegemoetkoming voor de reiskosten te bekomen.
In het geval een beslissing tot goedkeuring voor een tegemoetkoming voor de reiskosten voor zorggebruikers die conform artikel 534/105/2 van het VSB-besluit vervoerd worden door een professionele vervoerder, valideert de revalidatievoorziening, conform artikel 534/105/5 van het VSB-
besluit, de factuur die door de vervoerder werd opgemaakt voor iedere dag waarop op ambulante basis een of meerdere revalidatieverstrekkingen in de revalidatievoorziening zijn geleverd.
6.3 De facturering van de revalidatieverstrekkingen
Artikel 33. §1. Er is een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen verschuldigd voor elke revalidatieverstrekking die aan een rechthebbende wordt verstrekt als ze beantwoordt aan alle in deze overeenkomst bepaalde voorwaarden. In de andere gevallen is geen enkele tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen verschuldigd.
§2. De revalidatievoorziening factureert aan de verzekeringsinstellingen de kosten van de in artikel 31,
§1 vermelde revalidatieverstrekkingen conform de bepalingen van artikel 534/120 van het VSB-besluit geattesteerde software.
Revalidatieprestaties voor gebruikers die op dat moment (elders) gehospitaliseerd zijn, worden gefactureerd met de prestatiecode voor gehospitaliseerde patiënten.
Bij de facturatie van de revalidatieprestaties wordt voor elke prestatie aangeduid op welke locatie de prestatie werd geleverd, hetzij in de voorziening, hetzij op een satellietlocatie.
§3. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe aan de verzekeringsinstellingen geen kosten te factureren voor diensten die aan de rechthebbende zijn verstrekt en geen recht geven op een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen, conform de bepalingen van §1 hiervoor.
§4. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe aan de rechthebbende geen enkele revalidatieactiviteit te factureren waarvoor de tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen is geweigerd, wat ook de reden van de weigering moge zijn.
Artikel 34. §1. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe elke ten onrechte verkregen tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen terug te betalen volgens de beschikkingen van artikel 132 van het VSB-besluit.
§2. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe geen enkele tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen die zij heeft moeten terugbetalen aan te rekenen aan de rechthebbende.
Hoofdstuk VII. DE JAARLIJKSE EVALUATE
Artikel 35. §1. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe jaarlijks uiterlijk op 1 mei een jaarverslag over het voorgaande jaar te bezorgen aan het Departement Zorg. De aard en de voorstelling van de gegevens die in dat verslag vervat zijn, worden vastgesteld door het Departement Zorg en eventueel aangepast volgens de technische eisen.
De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe geen enkele kost aan te rekenen aan de verzekeringsinstellingen of aan de rechthebbende voor revalidatieverstrekkingen uitgevoerd vanaf 1 april van ieder jaar, zolang de verplichtingen bedoeld in het eerste lid van deze paragraaf niet zijn nagekomen.
§2. De te rapporteren gegevens worden bepaald door het Departement Zorg.
§3. De statistische analyse van de gegevens wordt uitgevoerd door het Departement Zorg.
§4. Eens de statistische analyse uitgevoerd, ontvangt de revalidatievoorziening enerzijds de algemene besluiten, waarin de resultaten derwijze worden voorgesteld dat de anonimiteit van elke rechthebbende en elke revalidatievoorziening wordt gewaarborgd, en anderzijds haar eigen profiel.
Hoofdstuk VIII. ALGEMENE ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN
Artikel 36. De Raad van Bestuur van de revalidatievoorziening voert een boekhouding die zoveel mogelijk gebaseerd is op enerzijds het genormaliseerd minimaal boekhoudkundig plan voor de ziekenhuizen (KB van 14.8.1987) en op anderzijds de beslissingen die ter zake zijn aanvaard door het Departement Zorg. Indien de revalidatievoorziening deel uitmaakt van een instelling of een groep van instellingen die door dezelfde Raad van Bestuur worden beheerd, worden de boekhoudkundige gegevens die verband houden met de toepassing van deze overeenkomst verzameld onder een afzonderlijke rubriek, zodat de uitgaven en inkomsten onmiddellijk kunnen worden gekend. Voor het einde van de maand juli van elk jaar, stuurt de Raad van Bestuur van de revalidatievoorziening de boekhoudkundige gegevens die verbonden zijn aan de toepassing van deze overeenkomst en die over het voorgaande kalenderjaar gaan, naar het Departement Zorg via het E-loket.
Artikel 37. §1. De revalidatievoorziening houdt een aanwezigheidsregister bij volgens een door het Departement Zorg aanvaard model, waarin voor het einde van elke dag voor elke rechthebbende voor wie in de loop van die dag een of meerdere revalidatieprestaties zijn uitgevoerd, de identiteit en de gedetailleerde lijst met uitgevoerde revalidatieprestaties noteert.
De revalidatievoorziening verbindt er zich toe de productiecijfers ter beschikking te houden van het Departement Zorg. De productiecijfers worden, op eenvoudig verzoek van het Departement Zorg, binnen de maand overgemaakt aan het Departement Zorg.
De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe op vraag van het Departement Zorg de aanwezigheidsregisters voor te leggen om de productiecijfers te staven. Het opzettelijk bijhouden of overmaken van verkeerde productiecijfers zal aanleiding geven tot de ambtshalve opschorting van betaling door de verzekeringsinstellingen (in het kader van deze overeenkomst).
De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe de instructies inzake het dagelijks bijhouden van het aanwezigheidsregister en de instructies inzake het correct bijhouden van de productiecijfers strikt na te leven.
Bij het niet nakomen van de verplichting om de aanwezigheidsregisters correct in te vullen of de productiecijfers correct bij te houden worden, bij een eerste inbreuk, de verstrekkingen die zijn gerealiseerd op de dag dat de inbreuk werd vastgesteld niet vergoed. Bij een tweede inbreuk zal geen enkele verstrekking worden vergoed voor de dagen waarop het aanwezigheidsregister niet correct werd ingevuld en/of de productiecijfers niet correct werden bijgehouden.
§2. Elk lid van het therapeutisch personeel van de revalidatievoorziening houdt een activiteitenboek bij waarin, voor het einde van elke dag, voor elke rechthebbende voor wie in de loop van die dag, een of meerdere revalidatieprestaties zijn uitgevoerd de identiteit en de volledige en precieze lijst met uitgevoerde revalidatieprestaties noteert, evenals de uren waarop ze zijn uitgevoerd.
§3. De handelingen uitgevoerd ten bate van een rechthebbende die niet worden vermeld in het aanwezigheidsregister en het activiteitenboek van het betrokken lid van het therapeutische personeel, kunnen geen aanleiding geven tot een tegemoetkoming voor de revalidatieprestaties.
Artikel 38. §1. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe het Departement Zorg en/of de betrokken verzekeringsinstellingen alle informatie te bezorgen die hen toelaat de naleving van de bepalingen van deze overeenkomst in al haar aspecten te controleren.
§2. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe iedere vertegenwoordiger van het Departement Zorg of van de verzekeringsinstellingen toe te laten de bezoeken uit te voeren die ze nuttig achten voor de uitvoering van hun opdracht om de naleving van de bepalingen van deze overeenkomst te controleren.
Artikel 39. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe alle informatie waarvan in deze overeenkomst expliciet wordt bepaald dat ze moet worden bezorgd, desgevallend op informaticadrager te bezorgen volgens het formaat dat het Departement Zorg vraagt.
Artikel 40. §1. De Raad van Bestuur van de revalidatievoorziening verbindt zich ertoe alle voorwaarden te scheppen om deze laatste toe te laten de individuele revalidatieprogramma's in optimale omstandigheden te organiseren en alle bepalingen van deze overeenkomst na te leven.
§2. De Raad van Bestuur van de revalidatievoorziening neemt de volledige verantwoordelijkheid op zich voor de eventuele niet naleving van de bepalingen van deze overeenkomst door de revalidatievoorziening, en voor de gevolgen, met name op financieel vlak, die hieruit voortvloeien.
Hoofdstuk IX GELDIGHEIDSPERIODE EN OVERGANGSBEPALINGEN VAN DEZE OVEREENKOMST
Artikel 41. §1. Deze overeenkomst, opgesteld in twee exemplaren en door beide partijen behoorlijk ondertekend, heeft uitwerking op 1 oktober 2023.
Deze overeenkomst vervangt en vernietigt de overeenkomst d.d. 12 december 2022 tussen de Vlaamse Gemeenschap en xxx.
§2. Deze overeenkomst geldt voor onbepaalde duur.
Het beëindigen van deze overeenkomst verloopt hetzij conform de procedure zoals bepaald in artikel 182 t.e.m. 190 van het overnamebesluit, in het geval de minister de overeenkomst wil beëindigen, hetzij conform de procedure zoals bepaald in artikel 174 t.e.m. 181 van het overnamebesluit, in het geval de revalidatievoorziening de overeenkomst wil beëindigen.
§3. De bijlagen bij deze overeenkomst maken een integrerend deel ervan uit, binnen de door de artikelen van de overeenkomst bepaalde grenzen. De artikelen van de overeenkomst primeren echter steeds op de bijlage.
Bijlagen:
- Bijlage 1: berekening van de tegemoetkoming voor revalidatieverstrekkingen
Artikel 42. Deze overeenkomst wordt op therapeutisch vlak beschouwd als een normale verderzetting van de revalidatieprogramma’s zoals bepaald in de overeenkomst d.d. 12 december 2022 tussen de Vlaamse Gemeenschap en xxx.
Voor elke zorggebruiker die een beslissing tot goedkeuring voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in het kader van het in het eerste lid vermelde overeenkomst heeft bekomen, mag de revalidatievoorziening het begonnen revalidatieprogramma verder zetten tot het einde van de periode of tot het maximum aantal verstrekkingen waarvoor een beslissing tot goedkeuring werd bekomen, zijn uitgeput.
Bij een eventueel nieuwe aanvraag vanaf 1 oktober 2023 tot verlenging of herstart van de tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen en waarvoor de 1ste dag waarop revalidatieverstrekkingen in het kader van de verlenging of herstart worden verricht na 1 oktober 2023 valt moeten de zorggebruikers beantwoorden aan de voorwaarden zoals bepaald in deze overeenkomst en moet de procedure zoals bepaald in artikel 32 van deze overeenkomst worden doorlopen.
Bij een eventueel nieuwe aanvraag vanaf 1 oktober 2023 tot verlenging of herstart van de tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen en waarvoor de 1ste dag waarop revalidatieverstrekkingen in het kader van de verlenging worden verricht vóór 1 oktober 2023 valt moeten de zorggebruikers beantwoorden aan de voorwaarden zoals die geldig waren vóór 1 oktober 2023 en moet de procedure zoals die geldig was vóór 1 oktober 2023 worden doorlopen.
Nieuwe aanvragen tot goedkeuring van een eerste of volgende periode na 1 oktober 2020 moeten beantwoorden aan de voorwaarden zoals gesteld in voorliggende overeenkomst. Voor elke zorggebruiker die een beslissing tot goedkeuring voor tegemoetkoming vóór 1 oktober 2020 heeft bekomen, mag de revalidatievoorziening het begonnen revalidatieprogramma verder zetten tot het einde van de goedgekeurde periode of tot het maximum aantal verstrekkingen zijn uitgeput, volgens de modaliteiten zoals die geldig waren vóór 1 oktober 2020. Het aantal resterende periodes waarvoor een nieuw akkoord tot tegemoetkoming kan worden bekomen is het resultaat van de bewerking: 10 – [het aantal periodes waarvoor vóór 1 oktober 2020 een tegemoetkoming werd verleend]. Schematisch kan deze overgangsbepaling als volgt worden voorgesteld:
Periode goedgekeurd vóór 1/10/2020 | Bij afronden vorige periode naar … | Aantal resterende prestaties | Periode goedgekeurd vóór 1/10/2020 | Bij afronden vorige periode naar … | Aantal resterende prestaties | |
Art 18 § 1 | P1 | P2 | 297 | P6 | P7 | 132 |
Normale | ||||||
P2 | P3 | 264 | P7 | P8 | 99 | |
aanmelding: | ||||||
330 | ||||||
P3 | P4 | 231 | P8 | P9 | 66 | |
prestaties | ||||||
10 periodes | ||||||
P4 | P5 | 198 | P9 | / | / | |
van 33 | ||||||
prestaties | P5 | P6 | 165 | P10 | / | / |
Art 18 § 3 | P1 | P2 | 594 | P6 | P7 | 264 |
DSI-patiënt: | ||||||
P2 | P3 | 528 | P7 | P8 | 198 | |
660 | ||||||
prestaties | ||||||
P3 | P4 | 462 | P8 | P9 | 132 | |
10 periodes | ||||||
van 66 | ||||||
P4 | P5 | 396 | P9 | / | / | |
prestaties | ||||||
P5 | P6 | 330 | P10 | / | / |
Gedaan in twee exemplaren te Brussel, op 1 oktober 2023
De voorzitter van de Raad van Bestuur van de revalidatievoorziening, | De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, |
Xxxxx Xxxxxxx | |
De verantwoordelijke arts van de revalidatievoorziening, | |
Versiegeschiedenis
Overeenkomst | Datum | aanpassing |
Basisovereenkomst | 01.01.2019 | |
Aangepaste overeenkomst | 01.10.2020 | Art. 2 – aanpassing rechthebbenden Art. 6, §3 – aanpassing definitie zitting in, i.f.v. satellietlocaties + aanvulling voorwaarden satellietlocatie Art. 17 – specificatie 15 % bilans zonder revalidatie Art. 18 – aanpassing maximum aantal vergoedingen + toevoeging DSI Art. 33, §2 – aanpassing modaliteiten facturatie Art. 41 – aanpassing ingangsdatum Art. 42 – aanvulling overgangsbepaling |
Aangepaste overeenkomst | 01.07.2022 | Art. 3, §2 – aanvulling doelstellingen van de revalidatie Art. 3, §3 – opgeheven (wordt mee als doelstelling van de revalidatie geformuleerd in art. 3) Art. 4. Xxxxxxxxx laatste zin zodat consult psycholoog / maatschappelijk werker als prestatie kunnen worden gefactureerd Art. 5, §2 – aanpassing tijdsbesteding oftalmoloog van 30 naar 60 minuten bij een bilan |
Art. 6, §2 – uitbreiding mogelijkheid individuele zittingen door maatschappelijk assistent en/of psycholoog Art. 6, §2 – inschrijven betrokkenheid van de oftalmoloog bij individuele zittingen Art. 6, §2 – uitbreiding mogelijkheid groepszittingen door maatschappelijk assistent en/of psycholoog Art. 7 – uitbreiding mogelijkheid zittingen door maatschappelijk assistent en/of psycholoog Art. 8 – uitbreiding doelstellingen van de revalidatiezittingen Art. 9 – opgeheven (wordt mee als doelstelling van de revalidatie geformuleerd in art. 8) Art. 10 – opgeheven (wordt mee als doelstelling van de revalidatie geformuleerd in art. 8) Art. 12, §2 – aanpassing psychologische en/of sociale revalidatiezittingen Art. 23 – concretisering ingangsdatum bepaling minimumactiviteit Art. 23bis – aanpassing facturatiecapaciteit Bijlage 1 – berekening facturatiecapaciteit opgeheven Art. 23bis, §6 – aanpassing verhouding afgeleide prestaties t.o.v. de eenheidsprestatie Art. 31 – aanpassing bedragen tegemoetkoming revalidatieprestaties Bijlage 1 – nieuwe bijlage berekening tegemoetkoming revalidatieprestaties Art. 31, §2 – actualisatie indexcijfer Art. 35, §1 – jaarlijkse rapportering Art. 35, §2 – actualisatie te rapporteren data Art. 35, §3 – actualisatie statistische analyse Art. 41 – aanpassing uitwerkingsdatum Bijlagen – aanpassing bijlage 1 Art. 42 – aanpassing datum voorgaande versie van de overeenkomst | ||
Aangepaste overeenkomst | 01.10.2023 | Aanpassingen i.k.v. fusie van Agentschap Zorg en Gezondheid en Departement naar Departement Zorg Aanpassingen i.k.v. inkanteling in VSB: Correctie verwijzingen naar toepasselijke regelgeving Vlaamse sociale bescherming; Art. 15, §1, art. 18, §1, art. 32 en art. 32bis – Aangepaste procedure aanvraag tegemoetkoming Art. 33 – aangepaste procedure facturatie Bijlagen – schrappen model aanvraagformulier Art. 42 – aanpassing overgangsbepalingen |
Inhoudelijke aanpassingen: Art. 6, §3 - Onderscheid tussen zitting out op minder dan 5 km en zitting out op meer dan 5 km van de voorziening of satellietlocatie; Art. 6, §4 – Invoeren mogelijkheid digitale en digitaal gemengde revalidatiezittingen; Art. 21bis – afwijking inzake cumulbepaling; Art. 23bis, §4 – schrappen van sanctiebepaling bij overschrijding van de normale facturatiecapaciteit in voorgaande jaren Art. 26 – aanpassing jaarlijkse rapportering personeelseffectief |