ICBE
ICBE
volgens de Richtlijn 2009/65/EG
SICAV OSTRUM SRI EURO SOVEREIGN BONDS
PROSPECTUS VAN 1 AUGUSTUS 2023
I ALGEMENE KENMERKEN
I-1 Rechtsvorm van de ICBE
• Naam: OSTRUM SRI EURO SOVEREIGN BONDS, hierna, in dit document, de “SICAV” of “ICBE” Hoofdkantoor: 00 xxxxxx Xxxxxx Xxxxxx Xxxxxx – 75013 PARIS
• Rechtsvorm: Société d’Investissement à Capital Variable de droit français (Beleggingsvennootschap met Veranderlijk Kapitaal naar Frans recht, SICAV).
• Oprichtingsdatum en periode waarvoor het fonds is opgericht: De SICAV werd op 19 januari 1994 opgericht voor een oorspronkelijke periode van 99 jaar.
• Datum van goedkeuring door de AFM:
De SICAV werd op 23 november 1993 goedgekeurd door de Autorité des marchés financiers (AFM - Autoriteit Financiële Markten).
•Samenvatting van het beheeraanbod:
Type aandeel | Doelgroep inschrijvers | Minimale inschrijvings- prijs | Minimaal bedrag voor bijstortingen | ISIN-code | Bestemming van de uitkeerbare bedragen | Naam valuta | Oorspron- kelijke intrinsieke waarde |
“R”-Aandelen | Alle inschrijvers | Eén tienduizendste van een aandeel | Eén tienduizendste van een aandeel | “R (C)”-Aandeel: FR0000003196 “R (D)”-Aandeel: FR0000171233 | Kapitalisatie En/of Distributie | Euro | 152,45 euro |
Type aandeel | Doelgroep inschrijvers | Minimale inschrijvings- prijs | Minimaal bedrag voor bijstortingen | ISIN-code | Bestemming van de uitkeerbare bedragen | Naam valuta | Oorspron- kelijke intrinsieke waarde |
“I (C)”- Aandeel | Alle inschrijvers die aan de voorwaarden van de rubriek “inschrijversdoelgr oep” voldoen | 100.000 euro | Eén tienduizendste van een aandeel | FR0010655456 | Kapitalisatie | Euro | 100.000 euro |
“N”-Aandeel | Alle inschrijvers die aan de voorwaarden van de rubriek “inschrijversdoelgr oep” voldoen | Eén tienduizendste van een aandeel | Eén tienduizendste van een aandeel | “N (C)”- Aandeel: FR0011505098 “N (D)”- Aandeel: FR0013309846 | Kapitalisatie Distributie | Euro | 1.000 euro |
“UNICREDIT” -Aandeel | Alle inschrijvers, en meer bepaald bestemd voor Unicredit | 100.000 euro | Eén tienduizendste van een aandeel | FR0012872083 | Kapitalisatie | Euro | 1.000 euro |
“SN (C)”- Aandeel | Alle inschrijvers, in het bijzonder bestemd voor het distributienetwerk van NGAM-D | 25.000.000 euro | Eén tienduizendste van een aandeel | FR0013029113 | Kapitalisatie | Euro | 1.000 euro |
• Locatie waar men de statuten van de SICAV, als ze niet zijn bijgevoegd, het laatste jaar- en interim- rapport en de samenstelling van het vermogen kan verkrijgen:
De laatste jaarrapporten en de samenstelling van het vermogen worden binnen acht werkdagen verstuurd, nadat de houder een schriftelijk verzoek hiertoe heeft ingediend bij:
Natixis Investment Managers International
00 xxxxxx Xxxxxx Xxxxxx Xxxxxx – 75013 PARIS
Deze documenten kunnen ook op verzoek aangevraagd worden op het volgende e-mailadres:
• Informatie voor professionele beleggers:
Natixis Investment Managers International kan aan professionele beleggers onder het toezicht van de ACPR, de AMF of gelijkwaardige Europese instellingen de samenstelling van de portefeuille van de ICB doorgeven voor de berekening van de reglementaire vereisten gekoppeld aan richtlijn 0000/000/XX (Xxxxxxxx XX).
II SLEUTELPERSONEN
• Financieel, administratief en boekhoudkundig beheerder met volmacht:
Naam of firmanaam: Natixis Investment Managers International
Rechtsvorm: naamloze vennootschap goedgekeurd door de Autorité des marchés financiers (hierna de “AMF”) onder nummer GP 90-009, op datum van 22 mei 1990.
00 xxxxxx Xxxxxx Xxxxxx Xxxxxx – 75013 PARIS
• Depothouder en bewaarder:
- Naam of firmanaam: CACEIS BANK
- Rechtsvorm: Kredietinstelling erkend door de ACPR
- Hoofdkantoor: 00-00, xxx Xxxxxxx Xxxx – 00000 Xxxxxxxxx
- Xxxxxxxxx: 00, xxxxx xxx Xxxxx-Xxxx – 00000 Xxxxxxxxx Xxxxx
De taken van de bewaarder, zoals gedefinieerd door de toepasselijke reglementering, omvatten het bewaren van activa, het controleren van de regelmatigheid van de beslissingen van de beheermaatschappij en het opvolgen van de kasstromen van de ICBE's. De bewaarder is onafhankelijk van de beheermaatschappij.
Bijgewerkte informatie wordt op verzoek ter beschikking gesteld aan de beleggers.
• Prime broker:
Geen.
• Accountant titularis:
- Naam of firmanaam: MAZARS
- Hoofdkantoor: 00 xxx Xxxxx Xxxxxxxx 00000 XXXXX LA DEFENSE CEDEX
- Ondertekenaar: De xxxx Xxxxxx XXXXXXX
• Sales force:
Naam of firmanaam: Natixis Investment Managers International
Rechtsvorm: naamloze vennootschap als beheermaatschappij onder nummer GP 90-009 op 22 mei 1990 00 xxxxxx Xxxxxx Xxxxxx Xxxxxx – 75013 PARIS
Natixis Investment Managers International behoudt zich het recht voor de aandelen van de SICAV geheel of gedeeltelijk te plaatsen op distributienetwerken waarmee zij een “beleggingsovereenkomst” gesloten heeft.
De verkoopmaatschappij is de instelling die het initiatief neemt om aandelen van de SICAV te commercialiseren.
• Sub-delegaties:
Sub-delegatie voor bestuurlijke verslaglegging:
- Naam of firmanaam: CACEIS FUND ADMINISTRATION
- Hoofdkantoor: 00-00, xxx Xxxxxxx Xxxx – 00000 Xxxxxxxxx
- Xxxxxxxxx: 00, xxxxx xxx Xxxxx-Xxxx – 00000 Xxxxxxxxx Cedex
- Nationaliteit: CACEIS FUND ADMINISTRATION is een vennootschap naar Frans recht.
Sub-delegatie van het financiële beheer:
Naam of firmanaam: Ostrum Asset Management
Rechtsvorm: naamloze vennootschap erkend door de Franse Autorité des Marchés Financiers als portefeuillebeheermaatschappij.
Hoofdkantoor: 00 xxxxxx Xxxxxx Xxxxxx Xxxxxx, 00000 XXXXX
De sub-delegatie voor bestuurlijke verslaglegging heeft betrekking op de integrale financiële verslaglegging van de SICAV.
De beheermaatschappij heeft geen belangenconflict geïdentificeerd dat zou kunnen voortvloeien uit deze delegaties.
• Adviseurs: Geen
• Identiteit en functies van leden van bestuursorganen van de SICAV en belangrijke activiteiten uitgevoerd door deze personen buiten de onderneming:
De samenstelling van de raad van bestuur van de SICAV op de datum waarop deze prospectus uitgegeven wordt, is vermeld in het jaarrapport SICAV.
III - MODALITEITEN VOOR HET FUNCTIONEREN EN BEHEER
1. Algemene kenmerken
• Kenmerken van de aandelen:
- Aard van het recht verbonden aan de aandelencategorie: De belegger beschikt over een eigendomsrecht op het kapitaal van de SICAV.
- Stemrecht: De belegger beschikt over een aan aandelen gekoppeld stemrecht dat hij uit kan oefenen op de algemene vergadering.
- Rechtsvormen van de aandelen: aan toonder en op naam. Aandelen op naam dienen geregistreerd te worden op een persoonlijke rekening onder de voorwaarden en volgens de modaliteiten voorzien in de van kracht zijnde wetten en regelgevingen.
De rechten van rechtmatige eigenaars van deze aandelen op naam worden vastgelegd door de registratie op een rekening die op hun naam geopend is bij de emittent, de zogenaamde “rekening zuiver op naam”.
- Beoogde decimalisering (fractioneren): R-aandelen, I (C)-aandelen, N (C)-aandelen, N (D)- aandelen, UNICREDIT-aandelen en SN (C)-aandelen kunnen op beslissing van de raad van bestuur in decimalen worden uitgedrukt in tienduizendsten, de zogeheten gefractioneerde aandelen.
- Registratie van aandelen bij Euroclear France: ja.
• Afsluitdatum van het boekjaar:
De laatste beursdag in Parijs in maart.
Eerste afsluiting: de laatste beursdag in maart 1995.
• Informatie over het belastingstelsel:
De SICAV is niet onderworpen aan de vennootschapsbelasting in Frankrijk over winst die gemaakt is in het kader van haar wettelijke doelstelling en wordt niet aangemerkt als Franse fiscale ingezetene naar intern Franse recht.
Het fiscale regime dat van toepassing is op producten, beloningen en/of eventuele, door de SICAV onderverdeelde meerwaarden of verband houdend met het aanhouden van aandelen van deze SICAV is afhankelijk van de fiscale bepalingen die van toepassing zijn op de persoonlijke situatie van aandeelhouder. Deze fiscale bepalingen kunnen afhankelijk van het rechtsgebied van de fiscale verblijfplaats van de aandeelhouder en van de tot stand gekomen transacties in het kader van het beheer van de SICAV verschillen.
De producten, beloningen en/of meerwaarden die eventueel verbonden zijn aan de uitgevoerde transacties in het kader van het beheer van de SICAV en/of aan het aanhouden van aandelen van de SICAV, kunnen onderworpen zijn aan inhoudingen en/of bronheffingen in de verschillende betreffende rechtsgebieden. Deze eventuele producten, beloningen en/of meerwaarden kunnen eveneens onderworpen worden aan een extra inhouding en/of bronheffing in Frankrijk als gevolg van de onderverdeling door de SICAV.
Wanneer de belegger vragen heeft over zijn fiscale situatie, wordt hij geadviseerd inlichtingen bij zijn fiscaal adviseur of een professional in te winnen.
2. Bijzondere bepalingen
• ISIN-codes:
Types aandelen | ISIN-code |
R-aandelen | R (C)-aandelen: FR0000003196 R (D)-aandelen: FR0000171233 |
I (C)-aandeel | FR0010655456 |
N-aandeel | N (C)-aandeel: FR0011505098 N (D)-aandeel: FR0013309846 |
UNICREDIT-aandeel | FR0012872083 |
SN (C)-aandeel | FR0013029113 |
• Indeling: Obligaties en andere schuldbewijzen uitgedrukt in euro.
• Bezit van aandelen of deelbewijzen van andere ICBE’s, alternatieve beleggingsfondsen of beleggingsfondsen:
Het niveau van blootstelling van de SICAV aan ICBE’s/alternatieve beleggingsfondsen/beleggingsfondsen is lager dan 10% van haar netto activa.
• Beheerdoelstelling:
De SICAV heeft een dubbele doelstelling:
- een hogere prestatie dan die van de JP Morgan EMU global index (slotkoers) te behalen door een actief beheer van de gevoeligheid en de rentecurve in de verschillende Lidstaten van de eurozone,
- een strategie voor maatschappelijk verantwoord investeren (SRI) toe te passen
Deze ICBE bevordert ESG-criteria (milieu, maatschappij en deugdelijk bestuur) maar streeft niet naar een duurzame belegging. Ze kan deels beleggen in activa met een duurzame doelstelling, bijvoorbeeld zoals gedefinieerd in de classificatie van de Europese Unie
.
De precontractuele informatie over ecologische of sociale kenmerken van deze SICAV, zoals voorgeschreven door de Verordening (EU) 2019/2088 “SFDR” en 2020/852 (EU) “TAXONOMIE”, is beschikbaar in de bijlage van dit prospectus.
• Benchmark:
De benchmark is de index JP Morgan EMU global. Deze index is representatief voor de prestatie van staatsobligaties in de eurozone, ongeacht hun looptijden.
In de berekening van de index is de coupon opgenomen.
De leverancier van de index JP Morgan EMU Global is JP MORGAN waarvan de website luidt: xxx.xxxxxxxx.xxx. Op de datum waarop het prospectus van kracht wordt, is de beheerder van de benchmark nog niet ingeschreven in het register van beheerders en benchmarks dat de ESMA bijhoudt.
U moet echter voor ogen houden dat het beheer van de SICAV niet op de index georiënteerd is, de performance van de SICAV kan in voorkomend geval aanzienlijk afwijken van zijn benchmark.
Overeenkomstig EU-verordening 2016/1011 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 beschikt de beheermaatschappij over een procedure voor de monitoring van de gebruikte benchmarkindexen, waarin de maatregelen worden beschreven die moeten worden genomen in geval van een substantiële wijziging van een index of de stopzetting van de levering van die index.
De referentie-indicator zoals gedefinieerd in Verordening (EU) 2019/2088 betreffende informatieverschaffing over duurzaamheid in de financiëledienstensector ("SFDR-verordening") streeft er niet naar te worden uitgelijnd met milieu- of maatschappelijke ambities zoals die door de SICAV worden nagestreefd.
• Beleggingsstrategie:
De SICAV maakt deel uit van het globaal beheerproces “obligaties in euro” van Ostrum Asset Management, een actief fundamenteel beheer gebaseerd op een “top-down” methode, dat wil zeggen een benadering die zich toelegt op de globale spreiding van de portefeuille en vervolgens op de selectie van effecten waaruit de portefeuille bestaat op basis van criteria zoals de duration van de effecten, de rentecurve, het inflatieniveau en een “bottom-up” methode, dat wil zeggen een selectie van staatsobligaties in de portefeuille die gevolgd wordt in een globale analyse van de portefeuille
Er wordt belegd in door overheden van de eurozone uitgegeven of gegarandeerde effecten, met vaste of variabele rente, of inflatiegekoppeld.
1) Beschrijving van de strategieën toegepast om het beheerobjectief te bereiken:
Om de doelstelling van de outperformance ten opzichte van de benchmark te bereiken, kan de beheerder naar eigen inzicht de portefeuille van de SICAV een overwogen of onderwogen positie laten innemen door middel van met name financiële termijninstrumenten of via tijdelijke verkoop/acquisities van effecten binnen de grenzen die de regelgeving stelt1.
De portefeuille wordt samengesteld op basis van toegewezen bronnen met een toegevoegde waarde: actief beheer van de gevoeligheid, actief beheer van de rentecurve, landen-allocatie en eventuele spreiding van op inflatie geïndexeerde effecten. Deze constructie vindt plaats op basis van tactische keuzes die gebaseerd zijn op bovenstaande criteria en op de analyse van de relatieve waarde van effecten in het beleggingsuniversum.
De belangrijkste bron toegevoegde waarde vloeit hoofdzakelijk voort uit een strenge en gestructureerde beleggingsprocedure die beoogt profijt te trekken van:
- het actief beheer van de gevoeligheid van de portefeuille (selectieprocedure van effecten en gebruik van financiële termijninstrumenten om de gevoeligheid ten opzichte van de portefeuillerente te wijzigen, en bijgevolg de gevoeligheid van de portefeuillerente te wijzigen ten opzichte van de gevoeligheid van zijn benchmark, in een volle bandbreedte van 1 à 15 en 3 à 9 in de beoogde bandbreedte;
- het actief beheer van de rentecurve: bestaat uit een selectie van de meest aantrekkelijke segmenten op de rentecurve euro in termen van rendement en op basis van scenario's waarbij de rentecurve die door de beheercomités van Ostrum Asset Management vastgesteld zijn, opzettelijk vervormd worden;
- dankzij de spreiding van de portefeuille, hoofdzakelijk in op inflatie geïndexeerde obligaties, kan geanticipeerd worden op de ontwikkeling van het inflatieniveau;
- de selectie van de effecten aangehouden in portefeuilles (arbitrage tussen markten in de eurozone).
1) Maatschappelijk verantwoorde beleggingsstrategieën (SRI)
Niet-financiële criteria worden in twee fasen in aanmerking genomen:
1. De niet-financiële analyse
De SICAV past het ESG-beleid toe dat door Ostrum Asset Management is vastgesteld (niet uitputtend), zoals:
- - sectoraal beleid,
- - uitsluitingsbeleid,
- - beleid voor het beheer van controverses (waaronder ethische controverses zoals het 'Worst Offenders'-beleid waaronder bestuurskwesties vallen).
Het ESG-beleid van Ostrum Asset Management is beschikbaar op de website xxx.xxxxxx.xxx
Na de meest controversiële emittenten uit het beleggingsuniversum te hebben geweerd, gaan de beleggingsteams voor elke onderliggende emittent systematisch na of de niet-financiële dimensies het kredietrisicoprofiel van de emittent beïnvloeden, zowel in termen van risico’s als van kansen, en de mate van waarschijnlijkheid waarin deze zich voor zouden kunnen doen. Aldus worden niet-financiële dimensies systematisch geïntegreerd in de risicobeoordeling en de fundamentele analyse van openbare emittenten.
De SICAV integreert de inachtneming van niet-financiële criteria, zowel op het gebied van milieu, maatschappij als bestuur (ESG).
Schuldbewijzen en schuldinstrumenten uitgegeven door overheden die geen groene obligaties (“green bonds” )zijn, mogen tot 70% van de portefeuille uitmaken. Zij komen niet in aanmerking voor het SRI- label, maar hebben wel een ESG-rating.
1 Voor meer informatie over de beperkingen ten aanzien van de gebruikmaking van financiële termijninstrumenten en tijdelijke verkoop- en acquisities van effecten, dient u het vervolg van deze rubriek te lezen en verwijzen wij u naar de rubriek “risicoprofiel”.
Met uitzondering van contanten, derivaten en niet-in aanmerking komende activa worden de resterende effecten in de portefeuille onderworpen aan een ESG-beoordeling ten opzichte van een benchmarkuniversum.
Deze "in aanmerking komende" SRI-effecten zijn groene obligaties van soevereine emittenten, en obligaties van quasi-overheidsemittenten (supranationale agentschappen, nationale gegarandeerde agentschappen), alsmede gemeenschappelijke beleggingsfondsen. Groene obligaties (green bonds) voldoen aan de normen van de Green Bond Principles van de International Capital Markets Association (ICMA).
Het aandeel van emittenten met een ESG-analyse onder de "in aanmerking komende" SRI-activa moet duurzaam gezien meer dan 90% bedragen.
De niet-financiële rating van landen is gebaseerd op de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG’s - Sustainable Development Goals), de zeventien doelen die door de lidstaten van de Verenigde Naties (VN) zijn vastgesteld om de internationale samenwerking op weg naar duurzame ontwikkeling te bevorderen.
De door de financieel beheerder uitgevoerde niet-financiële beoordeling van soevereine en soortgelijke emittenten (overheidsinstanties, lokale overheden, enz.) is gebaseerd op de SDG-index, die is gebaseerd op de 17 Duurzame Ontwikkelingsdoelen. De SDG-index wordt gepubliceerd door SDSN (Sustainable Development Solutions Network, een wereldwijd VN-initiatief) en de Bertelsmannstiftung (een stichting naar Duits recht) voor staatsobligaties en is beschikbaar voor alle managementteams.
De SDG Index voegt de beschikbare gegevens voor alle 17 Duurzame Ontwikkelingsdoelen samen en geeft een vergelijkende beoordeling van de prestaties van de landen. Haar voornaamste taak is elke staat te helpen:
(i) prioriteiten voor duurzame ontwikkeling te bepalen en een actieplan op te zetten;
(ii) inzicht te krijgen in de uitdagingen en leemten die moeten worden aangepakt om de SDG's voor 2030 te bereiken. Aan de hand van de index kan elke staat zich ook vergelijken met de regio waartoe hij behoort, of met andere "vergelijkbare" staten die op een vergelijkbaar niveau worden beoordeeld.
De SDG-index is een numerieke score tussen 0 (slechtste score) en 100 (beste score), die de mate van vooruitgang weergeeft bij het behalen van de afzonderlijke Duurzame Ontwikkelingsdoelen. In het verslag van de SDG-index worden ook de scorecards voor de Duurzame Ontwikkelingsdoelen voor elke betrokken staat gepresenteerd.
Om elk van deze doelstellingen te beoordelen, maakt de SDG-index gebruik van zowel officiële gegevens (gerapporteerd door nationale regeringen of internationale organisaties) als onofficiële gegevens (verzameld door niet-gouvernementele actoren zoals onderzoeksinstellingen, universiteiten, ngo's en de particuliere sector). De helft van de gebruikte officiële gegevens is afkomstig van drie organisaties: de OESO, de WHO en UNICEF.
Beleggers kunnen meer informatie vinden op de website van de SDG Index: xxxxx://xxx.xxxxxxxx.xxx/ Niet-financiële criteria die gemonitord worden zijn bijvoorbeeld:
- Maatschappelijk: Overheidsuitgaven voor onderwijs (% van het GDP): Overheidsuitgaven voor onderwijs (lopende uitgaven, kapitaaluitgaven en overdrachten) worden uitgedrukt als percentage van het bbp. Het omvat de uitgaven die worden gefinancierd door overdrachten uit internationale bronnen aan de overheid. Met overheid worden doorgaans de lokale, regionale en centrale overheden bedoeld. (Bron: Wereldbank)
- Bestuur: Het aantal vrouwen in nationale parlementen (%) het aantal vrouwen in parlementen is het percentage van de parlementszetels in een enkele of lagere kamer dat door vrouwen wordt bezet.
- Mensenrechten: Verhouding tussen het gemiddelde aantal jaren onderwijs voor vrouwen en mannen (%). Het gemiddelde aantal jaren onderwijs voor vrouwen van 25 jaar en ouder gedeeld door het gemiddelde aantal jaren onderwijs voor mannen van 25 jaar en ouder.
Hoewel overheidseffecten van niet-groene obligaties ook worden onderworpen aan een ESG-beoordeling op basis van de Duurzame Ontwikkelingsdoelen en zoals hierboven beschreven, worden de resultaten van de beoordeling niet meetbaar in aanmerking genomen in de hieronder beschreven SRI-strategie (zie hoofdstuk 2. Selectie van emittenten).
2. Selectie van emittenten
De portefeuille wordt samengesteld volgens een "Best-in-Universe"-benadering
De gemiddelde ESG-rating van het beleggingsuniversum dat "in aanmerking komt" voor duurzaam beleggen (SRI), wordt berekend door een onderscheid te maken tussen groene obligaties van soevereine emittenten enerzijds en hiermee gelijkgestelde soevereine effecten van supranationale agentschappen, gegarandeerde agentschappen.
• Voor beleggingen in groene staatsobligaties: wij berekenen een gemiddelde ESG-rating voor het aangepaste beleggingsuniversum door 20% van de emittenten met de laagste waardering niet in aanmerking te nemen (inclusief de meest controversiële emittenten volgens het uitsluitings- en sectoraal beleid van Ostrum en de emittenten met de laagste rating),, waarbij deze ESG-rating wordt gewogen met de activa van de resterende 80% van de emittenten.
• Voor beleggingen in gelijkgestelde groene staatsobligaties, zijnde supranationale agentschappen en gegarandeerde agentschappen, berekenen we een gemiddelde ESG-rating voor het aangepaste beleggingsuniversum door 20% van de emittenten met de laagste waardering niet in aanmerking te nemen, waarbij deze ESG-rating wordt gewogen met de activa van de resterende 80% van de emittenten.
De uiteindelijke gemiddelde ESG-rating van het voor SRI in aanmerking komende universum wordt berekend door een weging toe te passen van 70% op de rating die is verkregen voor het universum van groene staatsobligaties en 30% op de rating die is verkregen voor het universum van gelijkgestelde soevereine groene effecten.
De portefeuille wordt zo samengesteld dat de gemiddelde ESG-rating van alle in aanmerking komende activa beter is dan het hierboven berekende vergelijkingsuniversum.
De SRI-benadering van de SICAV kan leiden tot een ondervertegenwoordiging van bepaalde emittenten vanwege een slechte ESG-rating.
De SICAV heeft sinds 24 januari 2022 het SRI-label.
2) Beschrijving van de activacategorieën en financiële contracten waarin de ICBE van plan is te beleggen en hun bijdrage tot de verwezenlijking van de beheerdoelstelling:
2.1 Aandelen
Nihil
2.2 Schuldbewijzen en geldmarktinstrumenten
De SICAV belegt met uitsluiting van monetaire effecten en units en/of aandelen van ICBE’s, alternatieve beleggingsfondsen of beleggingsfondsen uitsluitend in euro effecten die uitgegeven en/of gegarandeerd zijn door de Lidstaten van de eurozone, zoals bijvoorbeeld:
♦ Obligaties:
- Vaste rentes
- Variabele rentes (hoofdzakelijk op inflatie geïndexeerde obligaties)
♦ Titres de créances négociables (TCN - verhandelbare schuldbrieven):
- Bons du trésor à taux fixe (BTF - Vastrentende schatkistbiljetten)
- Bons du trésor à taux fixe et à intérêt annuel (BTAN - Schatkistpapier tegen een vaste en jaarlijkse rente)
De SICAV belegt niet in effecten die private schulden vertegenwoordigen.
Bovendien is, gelet op beleggingen die exclusief plaatsvinden in staatsobligaties, geen minimale notering vereist voor effecten waarin de SICAV belegt.
De gevoeligheid van de portefeuille van de SICAV ten opzichte van de rentevoet situeert zich tussen 1 en 15.
Minimum | Maximum | ||
Bandbreedte gevoeligheid voor rente | 1 | 15 | |
Geografische zone van Emittenten* | Exposure Eurozone | 0 | 200 % |
Exposure Buiten de Eurozone | 0 | 0 |
*Berekeningen uitgevoerd in % van de Totale ICBE-exposure
2.3 Specifieke instrumenten
2.3.1 Houden van deelbewijzen en aandelen van andere ICBE's, FIA's of beleggingsfondsen
De SICAV kan units of aandelen aanhouden in ICBE’s, Organismes de Placement Collectif (OPCs - Collectieve Beleggingen) of beleggingsfondsen binnen de limiet van 10% van zijn nettovermogen:
ICBE naar Frans recht | X |
ICBE naar Europees recht | X |
Alternatieve beleggingsfondsen naar Frans recht die beantwoorden aan de voorwaarden van artikel R. 214-13 van de Franse wet op geld- en effectenverkeer | X |
Alternatieve beleggingsfondsen naar Europees recht die beantwoorden aan de voorwaarden van artikel R. 214-13 van de Franse wet op geld- en effectenverkeer | |
Beleggingsfondsen naar buitenlands recht die beantwoorden aan de voorwaarden van artikel R. 214-13 van de Franse wet op geld- en effectenverkeer |
*Deze ’ICBE’s, FIA’s/beleggingsfondsen kunnen zelf niet meer dan 10% van hun activa beleggen in ICBE’s/alternatieve beleggingsfondsen of beleggingsfondsen.
Deze OPC’s kunnen door de beheermaatschappij of een entiteit van de groep Natixis Investment Managers worden beheerd.
2.3.2 Derivaatinstrumenten:
De ICBE kan financiële contracten (derivaten) afsluiten die zijn verhandeld op Franse of buitenlandse gereglementeerde, georganiseerde of OTC-markten, binnen de limiet van eenmaal het nettovermogen van de SICAV, zoals vermeld in de tabel hierna. In dat kader, en om de beheerdoelstelling te verwezenlijken, kan de beheerder posities innemen in het kader van:
TABEL VAN DERIVAATINSTRUMENTEN
Aard van de gebruikte instrumenten | SOORT MARKT | AARD VAN DE RISICO’S | AARD VAN DE INTERVENTIES | |||||||||
Toelating op gereglementeerde markten * | Georganiseerde markten | Onderhandse markten | aandelen | rente | wisselkoers | krediet | overig(e) risico('s) | Dekking | Exposure | Arbitrage | Overige strategie(ën) | |
Termijncontracten (futures) op | ||||||||||||
aandelen | ||||||||||||
rente | X | X | X | X | X | |||||||
wisselkoers | ||||||||||||
indexen | ||||||||||||
Opties op | ||||||||||||
aandelen | ||||||||||||
rente | X | X | X | X | X | |||||||
wisselkoers | ||||||||||||
indexen | ||||||||||||
Swaps | ||||||||||||
aandelen | ||||||||||||
rente | X | X | X | X | ||||||||
wisselkoers | ||||||||||||
indexen | ||||||||||||
Valutafuture | ||||||||||||
valuta('s) | ||||||||||||
Kredietderivaten | ||||||||||||
Credit Default Swap (CDS) | ||||||||||||
First Default | ||||||||||||
First Losses Credit Default Swap |
* Raadpleeg het uitvoeringsbesluit op orders van de beheermaatschappij op de website xxx.xx.xxxxxxx.xxx.
De SICAV kan geen gebruik maken van totaalrendementswaps (“Total Return Swap”).
2.3.2 bis Informatie over onderhandse financiële contracten:
De tegenpartijen zijn kredietinstellingen en/of beleggingsmaatschappijen van eerste rang. Ze worden geselecteerd en regelmatig geëvalueerd volgens de selectieprocedure voor tegenpartijen die terug te vinden is op de website van de beheermaatschappij, op het volgende adres: xxx.xx.xxxxxxx.xxx (rubriek “onze verbintenissen”, “Het selectiebeleid op intermediairs/tegenpartijen”), of op verzoek verkrijgbaar is bij de beheermaatschappij. Deze transacties zullen systematisch gepaard gaan met de ondertekening van een contract tussen de ICBE en de tegenpartij waarin de maatregelen voor beperking van het tegenpartijrisico zijn vastgelegd.
De tegenpartij(en) heeft/hebben geen discretionaire bevoegdheid over de samenstelling of het beheer van de beleggingsportefeuille van de ICBE of over het onderliggende actief van het derivaatinstrument.
2.3.3 Effecten waarin derivaten opgenomen zijn:
De SICAV belegt haar activa niet in effecten waarin derivaatproducten opgenomen zijn.
2.3.4 Specifieke effecten Nihil
2.4 Deposito's
De SICAV kan gebruik maken van deposito's conform de Franse wet op geld- en effectenverkeer voor een maximale termijn van twaalf maand. Deze deposito's waarmee de liquide middelen van de SICAV geheel of gedeeltelijk kunnen worden beheerd, dragen in dit kader bij tot de totstandkoming van de beheerdoelstelling.
2.5 Contanten
De SICAV kan in bijkomende mate contanten houden.
2.6 Geldleningen
De SICAV kan tijdelijk geldleningen aangaan binnen de limiet van 10% van haar activa.
2.7 Tijdelijke acquisitie- en verkooptransacties van effecten:
De beheermaatschappij zal tijdelijke aan- en verkopen van effecten (ook effectenfinancieringstransacties genoemd) kunnen uitvoeren tot 100% van het vermogen. Het verwachte deel van de activa onder beheer dat zal worden gebruikt voor effectenfinancieringstransacties zal 50% bedragen:
Aard van de gebruikte transacties | |
Terugkoop- en omgekeerde terugkoopovereenkomsten op basis van de Franse Code monétaire et financier | X |
Leningen en effectenleningen op basis van de Franse Code monétaire et financier | X |
Overige | |
Aard van de interventies, alle transacties moeten beperkt zijn tot de verwezenlijking van de beheerdoelstelling | |
Beheer van de kaspositie | |
Optimalisatie van de inkomsten en rendementen van de ICBE | X |
Overige |
2.7 bis Informatie over het gebruik van tijdelijke verkopen en acquisities van effecten
Het gebruik van tijdelijke verkopen van effecten zal tot doel hebben een extra rendement voor de ICBE te genereren en op deze manier bij te dragen tot haar rendement. Bovendien zal de ICBE omgekeerde retrocessieovereenkomsten aangaan voor de omzetting van financiële zekerheden in contanten en/of retrocessieovereenkomsten om te voldoen aan de liquiditeitsbehoeften. De tijdelijke aan- en verkopen van effecten worden gewaarborgd conform de principes uiteengezet in het deel “Contracten van financiële zekerheden” hieronder.
De beloning voor deze transacties wordt behandeld in de rubriek “Kosten en commissies”. 2.8 Informatie over de financiële zekerheden:
In het kader van het afsluiten van financiële contracten en/of effectenfinancieringstransacties kan de SICAV financiële zekerheden ontvangen/storten in de vorm van een eigendomsoverdracht van effecten en/of contanten.
De als zekerheid ontvangen effecten moeten de door de reglementering vastgelegde criteria naleven en moeten zijn uitgevaardigd door kredietinstellingen of andere entiteiten die de criteria naleven in verband met de rechtsvorm, het land en andere financiële criteria die zijn vermeld in de Franse Code Monétaire et Financier.
Het niveau van de financiële zekerheden en het kortingsbeleid zijn vastgesteld door het beleid voor het in aanmerking komen van financiële zekerheden van de beheermaatschappij conform de huidige reglementering en omvatten de onderstaande categorieën:
- Financiële zekerheden in contanten in verschillende valuta's uit een vaste lijst, zoals de euro en de USD;
- Financiële zekerheden in schuldbewijzen of in effecten met een aandelenkarakter volgens een strikt gedefinieerde lijst.
Het beleid voor het in aanmerking komen van financiële zekerheden definieert expliciet het vereiste zekerheidsniveau en de toegepaste haircuts voor elke financiële zekerheid op basis van regels die afhangen van hun specifieke kenmerken. Het beleid bevat tevens, conform de toepasselijke reglementering, regels betreffende de risicodiversificatie, correlatie, waardering, kredietkwaliteit en regelmatige liquiditeitsstresstests van de zekerheden.
Ontvangen financiële zekerheden in contacten mogen alleen, onder de voorwaarden zoals vastgelegd in de reglementering:
- in deposito worden gegeven;
- worden belegd in overheidsobligaties van hoge kwaliteit;
- worden gebruikt voor omgekeerde retrocessieovereenkomsten;
- worden belegd in instellingen voor collectieve belegging (ICB’s) die kortermijngeldmarktfondsenzijn.
Andere ontvangen financiële zekerheden dan diegene in contanten mogen niet worden verkocht, herbelegd of in pand worden gegeven. De beheermaatschappij zal, conform de evaluatieregels uiteengezet in dit prospectus, de ontvangen zekerheden dagelijks waarderen op basis van de marktprijs (mark-to-market).
De margestortingen zullen dagelijks worden gerealiseerd. De door de SICAV ontvangen zekerheden worden bijgehouden door de bewaarder van de SICAV of door elke externe bewaarder die onder prudentieel toezicht staat en die geen band heeft met de leverancier van de zekerheid.
De inherente risico's in verband met effectenfinancieringstransacties, financiële contracten en het beheer van zekerheden zijn beschreven in het deel 'Risicoprofiel'.
• Informatie over de inachtneming van de subgedelegeerde voor het financieel beheer van belangrijke negatieve gevolgen van beleggingsbeslissingen voor duurzaamheidsfactoren:
Informatie met betrekking tot de inachtneming van de subgedelegeerde voor het financieel beheer van belangrijke negatieve gevolgen voor deze SICAV is terug te vinden in de precontractuele informatie over ecologische of sociale kenmerken in de bijlage van dit prospectus en in het jaarverslag van de SICAV conform artikel 11 lid 2 van de SFDR- verordening (EU) 2019/2088.
• Informatie over de Taxonomieverordening (EU) 2020/852:
Informatie met betrekking tot de Taxonomie van deze SICAV is terug te vinden in de precontractuele informatie over ecologische of sociale kenmerken in de bijlage van dit prospectus.
• Risicoprofiel:
“Uw kapitaal wordt belegd in financiële instrumenten die geselecteerd zijn door de financieel, administratief en boekhoudkundig beheerder met volmacht van uw SICAV. Deze instrumenten zijn onderhevig aan veranderingen en onvoorziene marktevenementen. ”
Het risicoprofiel van de SICAV is afgestemd op een beleggingstermijn van meer dan 3 jaar.
De verschillende potentiële risico's op het beheer van de SICAV die een daling van de intrinsieke waarde van de SICAV kunnen veroorzaken zijn:
=) Risico van kapitaalverlies
De intrinsieke waarde kan sterk schommelen vanwege de financiële instrumenten waaruit de portefeuille van de SICAV bestaat. In deze omstandigheden kan het belegde kapitaal mogelijk niet volledig worden terugbetaald, inclusief voor een belegging over de hele aanbevolen beleggingstermijn.
=) Risico in verband met de tijdelijke aan- en verkopen van effecten en het beheer van financiële zekerheden:
Tijdelijke aan- en verkopen van effecten kunnen risico's creëren voor de SICAV zoals het tegenpartijrisico dat hierboven is gedefinieerd. Het beheer van zekerheden kan risico's creëren voor de SICAV zoals het liquiditeitsrisico (namelijk het risico dat een als zekerheid ontvangen effect niet voldoende liquide is en niet snel kan worden verkocht ingeval de tegenpartij in gebreke blijft), en, in voorkomend geval, risico's met betrekking tot het hergebruik van zekerheden (met name het risico dat de SICAV de tegenpartij niet kan terugbetalen).
=) Risico's verband houdend met de indeling
Renterisico:
Het betreft het neerwaartse risico van rente-instrumenten dat voortvloeit uit veranderingen in de rentevoeten. Het wordt gemeten door de gevoeligheid. De gevoeligheid geeft de gemiddelde reactie weer van de vastrentende effectenkoersen in de portefeuille wanneer de rentes met 1% wijzigen.Het renterisico is het risico op depreciatie (waardevermindering) van rente-instrumenten als gevolg van renteschommelingen waardoor de intrinsieke waarde ipso facto ook daalt.
Kredietrisico:
Het kredietrisico is het risico dat de financiële en economische positie van een emittent verslechtert, waardoor de waarde van het effect van de emittent kan dalen en dus ook de intrinsieke waarde van de SICAV.
Belegd wordt in effecten die uitgegeven en/of gegarandeerd worden door de Lidstaten van de eurozone, en/of in units of aandelen van ICB’s die in staatsobligaties beleggen.
=) Inflatierisico
Een gedeelte van de portefeuille van de SICAV kan beleggen in op inflatie geïndexeerde obligaties. Wanneer verwacht wordt dat de inflatie in de komende jaren daalt, kan de waarde van op inflatie
geïndexeerde obligaties dalen, en bijgevolg ook de intrinsieke waarde van de SICAV.
=) Exposure risico
Het gebruik van derivaten en tijdelijke acquisitie- en verkooptransacties van effecten is toegestaan tot maximaal 100% van de netto activa.
De SICAV kan zodoende de marktbewegingen vergroten als gevolg waarvan haar intrinsieke waarde sterker daalt dan die van de markt. Deze maximale exposure wordt echter niet systematisch toegepast. Het gebruik wordt overgelaten aan de vrije beoordeling van de beheerder van de SICAV.
=) Risico bij discretionair beheer
De discretionaire beheermethode van de SICAV is gebaseerd op de anticipatie van de ontwikkeling op de verschillende obligatiemarkten. Het risico bestaat dus dat de SICAV niet altijd belegt in markten met de hoogste prestaties.
=) Tegenpartijrisico
De SICAV kan een tegenpartijrisico vertegenwoordigen vanwege onderhandse transacties op derivatenmarkten en tijdelijke acquisitie- en verkooptransacties van effecten, waardoor haar intrinsieke waarde kan dalen.
Het tegenpartijrisico meet de verliezen van een entiteit op grond van zijn verplichtingen ten opzichte van een tegenpartij, wanneer deze verzuimt of niet in staat is aan zijn contractuele verplichtingen te voldoen.
=) Duurzaamheidsrisico:
Deze SICAV is onderhevig aan duurzaamheidsrisico's zoals gedefinieerd in artikel 2(22) van de Verordening (EU) 2019/2088 betreffende informatieverschaffing over duurzaamheid in de financiële dienstensector ("SFDR-verordening"), vanwege een evenement of situatie op het gebied van milieu, maatschappij of goed bestuur dat, indien het zich voordoet, een aanzienlijk, wezenlijk of mogelijk negatief effect heeft op de waarde van de beleggingen.
Criteria op het gebied van milieu, maatschappij en deugdelijk bestuur worden geïntegreerd in het portefeuillebeheerproces, zoals hierboven vermeld, om bij beleggingsbeslissingen met duurzaamheidsrisico's rekening te houden. Het beheerbeleid met betrekking tot het duurzaamheidsrisico is beschikbaar op de website van de beheermaatschappij.
Het beheerbeleid met betrekking tot het duurzaamheidsrisico is beschikbaar op de website van de Beheermaatschappij.
• Inschrijvers waarvoor het fonds bestemd is en het profiel van de gemiddelde belegger:
De SICAV is toegankelijk voor alle inschrijvers.
Maar ze richt zich met name op institutionele beleggers en/of rechtspersonen:
- die voor hun gehele of een gedeelte van hun portefeuille een waardering op middellange termijn beogen met een regelmatige stijging van de intrinsieke waarde en die een beloning nastreven die nagenoeg overeenstemt met de geldmarkt, en/of;
- die verplicht zijn te beleggen in waarden die uitgegeven of gegarandeerd zijn door de Lidstaten van de Europese Unie of partijen die deel uitmaken van de Europese Economische Ruimte.
Aanbevolen wordt minimaal langer te beleggen dan 3 jaar.
De deelbewijzen van de SICAV mogen niet worden voorgesteld of verkocht in de Verenigde Staten aan een “US Person” in de betekenis van Regel 902 van het Reglement S overeenkomstig de Amerikaanse wet op effecten van 1933. De potentiële aandeelhouders moeten bewijzen dat ze geen “US Person” zijn en dat ze niet inschrijven op deelbewijzen namens een “US Person” of met de intentie om ze te verkopen aan een “US Person”.
Rekening houdend met de bepalingen van EU-Verordening nr. 833/2014 is de inschrijving op aandelen in deze
SICAV verboden voor alle Russische of Wit-Russische staatsburgers, alle natuurlijke personen die in Rusland of Wit-Rusland verblijven of alle rechtspersonen, entiteiten of lichamen die in Rusland of Wit-Rusland zijn gevestigd, behalve voor staatsburgers van een lidstaat en voor natuurlijke personen die houder zijn van een tijdelijke of permanente verblijfsvergunning in een lidstaat.
De SICAV omvat vijf aandelencategorieën. Het “R”-aandeel is open voor alle inschrijvers.
Het “I(C)”-aandeel is open voor alle aandeelhouders, maar is in het bijzonder bestemd voor institutionele beleggers en aandeelhouders die rechtspersonen zijn die oorspronkelijk inschrijven op 100.000 euro.
Het “N(C)”-aandeel en het “N(D)”-aandeel zijn voorbehouden aan beleggers die inschrijven via een distributeur of andere tussenpersoon:
- die zijn onderworpen aan nationale wetgeving die alle retrocessies aan distributeurs verbiedt of
- die onafhankelijk advies verschaffen overeenkomstig de Europese MIF II‑richtlijn en/of het individuele beheer onder mandaat.
Het aandeel “UNICREDIT” is open voor alle inschrijvers, en voornamelijk bestemd voor Unicredit.
Het “SN”-aandeel is open voor alle aandeelhouders, maar is in het bijzonder bestemd voor aandeelhouders die beleggen via een distributeur van NGAM.
Het bedrag dat redelijk geacht wordt te beleggen in deze SICAV is afhankelijk van de persoonlijke gereglementeerde en fiscale positie van elke belegger. Elke belegger moet bij de vaststelling van dit bedrag rekening houden met zijn persoonlijk vermogen, zijn regelgeving, zijn actuele en toekomstige behoeften op de aanbevolen beleggingstermijn maar ook met de mate waarin hij bereid is risico te nemen of daarentegen voorkeur geeft aan instrumenten met een min of meer conservatief profiel.
Inschrijvers/aandeelhouders wordt uitdrukkelijk aanbevolen hun beleggingen voldoende te spreiden en zich niet alleen bloot te stellen aan de risico's van deze SICAV.
• Modaliteiten voor bepaling en bestemming van de uitkeerbare bedragen, en uitkeringsfrequentie:
⮚ R-Aandelen:
Deze categorie kan de vorm hebben van een kapitaalaandeel of een distributie-aandeel.
Het switchen van de ene naar de andere aandelencategorie wordt beschouwd als een verkoop gevolgd door een inschrijving en is dus onderworpen aan de fiscaliteit op meerwaarden bij verkoop van effecten.
De uitkeerbare bedragen worden onderverdeeld in twee aandelencategorieën.
Het gedeelte R (C)-aandelen wordt toegekend aan het kapitaal van deze effectencategorie en het gedeelte R (D)-aandelen wordt uitgekeerd in de vorm van een jaarlijks dividend.
⮚ N-Aandelen:
Deze categorie kan de vorm hebben van een kapitaalaandeel of een distributie-aandeel.
Het switchen van de ene naar de andere aandelencategorie wordt beschouwd als een verkoop gevolgd door een inschrijving en is dus onderworpen aan de fiscaliteit op meerwaarden bij verkoop van effecten.
De uitkeerbare bedragen worden onderverdeeld in twee aandelencategorieën.
Het gedeelte N (C)-aandelen wordt toegekend aan het kapitaal van deze effectencategorie en het gedeelte N (D)-aandelen wordt uitgekeerd in de vorm van een jaarlijks dividend.
⮚ I (C)-Aandelen, UNICREDIT-Aandelen en SN (C)-Aandelen:
De I (C)-Aandelen, UNICREDIT-Aandelen en SN (C)-Aandelen zijn kapitaalaandelen. Het betaalbaar gesteld dividend wordt volledig gekapitaliseerd met uitzondering van het gedeelte dat uit hoofde van wettelijke bepalingen uitgekeerd dient te worden.
De financiële verslaglegging vindt plaats op basis van opgelopen rente.
• Kenmerken van de aandelen:
Aandelen | ISIN-code | Uitdrukkings- valuta | Fractionering van aandelen | Oorspronkelijke intrinsieke waarde (IW) | Fiscaal systeem |
R- Aandelen | R (C)-Aandelen: FR0000003196 R (D)-Aandeel: FR0000171233 | Euro | Eén tienduizendste van een aandeel | 152,45 euro | Geen |
I (C)- Aandeel | FR0010655456 | Euro | Eén tienduizendste van een aandeel | 100.000 euro | Geen |
N (C)- Aandeel | FR0011505098 | Euro | Eén tienduizendste van een aandeel | 1.000 euro | Geen |
N (D)- Aandeel | FR0013309846 | Euro | Eén tienduizendste van een aandeel | 1.000 euro | Geen |
Aandeel UNICREDIT | FR0012872083 | Euro | Eén tienduizendste van een aandeel | 1.000 euro | Geen |
SN (C)- Aandeel | FR0013029113 | Euro | Eén tienduizendste van een aandeel | 1.000 euro | Geen |
• Modaliteiten voor inschrijving en terugkoop:
De inschrijving- en terugkooporders worden voortdurend tot uiterlijk 12:30 ontvangen en gecentraliseerd op elke dag waarop de intrinsieke waarde (D) berekend wordt. Zij worden uitgevoerd op basis van deze intrinsieke waarde (D). Inschrijvingen en terugkopen kunnen plaatsvinden in tienduizendsten van aandelen.
- De inschrijving- en terugkooporders van R-, I (C)-, N (C)-, N (D)-, UNICREDIT- en SN (C)-aandelen worden ontvangen door de CACEIS BANK: Hoofdkantoor: 00-00, xxx Xxxxxxx Xxxx – 00000 Xxxxxxxxx
- Xxxxxxxxx: 00, xxxxx xxx Xxxxx-Xxxx – 00000 Xxxxxxxxx Xxxxx
De orders worden uitgevoerd conform de onderstaande tabel:
D | D | D: dag van de vaststelling van de vereffenings- waarde | D + 1 werkdag | D + 2 werkdagen | D + 2 werkdagen |
Centralisatie van inschrijvingsord ers vóór 12:301 | Centralisatie van terugkooporder s vóór 12:301 | Uitvoering van de order op uiterlijk D | Publicatie van de vereffeningsw aarde | Betaling van de inschrijvingen1 | Betaling van de terugkopen1 |
1 Tenzij er een specifieke termijn is overeengekomen met uw financiële instelling.
Regeling voor begrenzing van terugkopen ("Gates"):
de beheermaatschappij kan de "Gates"-regeling toepassen, waardoor de terugkoopverzoeken van aandeelhouders van de SICAV kunnen worden gespreid op basis van meerdere vereffeningswaarden indien deze een bepaald, objectief vastgesteld niveau overschrijden.
De beheermaatschappij kan besluiten om de terugkopen op basis van dezelfde vereffeningswaarde niet uit te voeren, onafhankelijk van de tenuitvoerlegging van de beheersstrategie, in geval van “ongewone” marktomstandigheden die de liquiditeit op financiële markten verslechteren en indien de belangen van de aandeelhouders dit vereisen.
Beschrijving van de toegepaste methode:
de beheermaatschappij kan besluiten om de terugkopen op basis van dezelfde vereffeningswaarde niet uit te voeren, indien een door de beheermaatschappij vooropgestelde drempelwaarde wordt bereikt op basis van dezelfde vereffeningswaarde.
De aandeelhouders van de SICAV worden erop gewezen dat de activeringsdrempel van de Xxxxx wordt vergeleken met de verhouding tussen:
- - de vastgestelde verschillen, op dezelfde centralisatiedatum, tussen het aantal aandelen van de SICAV waarvan de terugkoop werd aangevraagd, uitgedrukt in een bedrag (aantal aandelen vermenigvuldigd met de laatste vereffeningswaarde), en het aantal aandelen van de SICAV waarvan de inschrijving werd aangevraagd of het totaalbedrag van deze inschrijvingen; en
- - het nettovermogen of het totale aantal aandelen van de SICAV.
De begrenzing van de terugkopen kan worden geactiveerd door de beheermaatschappij, wanneer een drempelwaarde van 5% van het nettovermogen wordt bereikt.
De activeringsdrempel is gelijk voor alle aandelencategorieën van de SICAV.
Wanneer de verzoeken om terugkoop de activeringsdrempel overschrijden, kan de beheermaatschappij besluiten de verzoeken om terugkoop goed te keuren buiten de genoemde drempelwaarde, en deels of geheel de orders uit te voeren die mogelijk zijn geblokkeerd.
De maximale duur van de toepassing van de bovengrens voor terugkopen beloopt 20 intrinsieke waardeberekeningen over 3 maanden.
Regelingen inzake informatieverstrekking aan de aandeelhouders:
In geval de drempelwaarde voor terugkopen wordt geactiveerd, worden de aandeelhouders ingelicht op de website: xxxxx://xxx.xx.xxxxxxx.xxx/xx/xxxxxxx.
Aandeelhouders van de SICAV waarvan de orders niet zijn uitgevoerd, zullen zo spoedig mogelijk specifiek in kennis worden gesteld.
Behandeling van de niet-uitgevoerde orders:
De terugkooporders worden in dezelfde verhouding uitgevoerd voor alle aandeelhouders van de SICAV die om terugkoop hebben verzocht sinds de laatste centralisatiedatum. Niet-uitgevoerde orders worden automatisch overgedragen naar de volgende intrinsieke waarde en hebben geen voorrang op nieuwe terugkooporders die ter uitvoering op de volgende intrinsieke waarde worden geplaatst.
In ieder geval kunnen de niet-uitgevoerde terugkooporders die automatisch worden overgedragen niet worden herroepen door de betreffende aandeelhouders van de SICAV.
Voorbeeld van tenuitvoerlegging van regeling voor beleggingsfondsen:
Overgedragen
deel 4%
Drempelwaarde: 5%
5%
Uitgevoerde deel
2%
3%
5%
1%
4% 7% 3%
2%
Dag 1
Terugkoop: 9%
5/9° van de orders worden uitgevoerd 4% worden overgedragen op Dag 2
Dag 2
Terugkoop: 7% :
- 4% overgedragen (D1)
- 3% nieuwe verzoeken
5/7° van de orders worden uitgevoerd
Dag 3
Terugkoop: 3% :
- 2% overgedragen (D2)
- 1% nieuwe verzoeken
Dag 1: Stel dat de drempel is vastgesteld op 5% en het totaal van de terugkoopverzoeken 9% voor dag 1 bedraagt, dan ≅ kan 4% van de verzoeken niet op dag 1 worden uitgevoerd en zal worden overgedragen naar dag 2.
Dag 2: Veronderstel nu dat de totale terugkoopverzoeken 7% bedragen (waarvan 3% nieuwe aanvragen). Aangezien de drempel op 5% is vastgesteld, ≅ zal 2% van de verzoeken niet op dag 2 worden uitgevoerd en worden overgedragen naar dag 3.
Vereffeningswaarde
De vereffeningswaarde wordt elke Parijse beursdag berekend en gepubliceerd, behalve op feestdagen zoals gespecificeerd in het arbeidswetboek en op dagen waarop de Parijse beurs gesloten is.
De berekening van de vereffeningswaarde voorafgaand aan een weekend en/of feestdag zoals gespecificeerd in het arbeidswetboek en voorafgaand aan dagen waarop de Parijse beurs gesloten is, omvat niet de rente die in die periode wordt opgebouwd. De vereffeningswaarde krijgt de datum van de dag vóór de betreffende periode waarin niet wordt gewerkt.
De intrinsieke waarde wordt gepubliceerd op het hoofdkantoor van de beheermaatschappij: Natixis Investment Managers International, 00 xxxxxx Xxxxxx Xxxxxx Xxxxxx – 75013 PARIS.
• Kosten en commissies:
Commissies voor inschrijving en terugkoop:
De commissies voor inschrijving en terugkoop verhogen de inschrijvingsprijs die de belegger betaalt of verlagen de terugkoopprijs. De aan SICAV toegekende commissies compenseren de door SICAV opgelopen kosten om de tegoeden onder beheer te beleggen of te desinvesteren. Niet-verworven commissies komen toe aan de beheermaatschappij, de verkoper, etc.
Kosten voor rekening van de belegger, ingehouden bij inschrijving en terugkoop | Basis | Tarief schaal |
Maximale inschrijvingscommissie die niet toekomt aan de SICAV | intrinsieke waarde × het aantal aandelen | R- en N (D)-aandelen: 3%* I (C)-, N (C)- en SN (C)-aandelen: geen UNICREDIT-aandelen: 5%* |
Inschrijvingscommissie die toekomt aan de SICAV | intrinsieke waarde × het aantal aandelen | Nihil |
Xxxxxxxx terugkoopcommissie die niet toekomt aan de SICAV | intrinsieke waarde × het aantal aandelen | Nihil |
Terugkoopcommissie die toekomt aan de SICAV | intrinsieke waarde × het aantal aandelen | Nihil |
*Gevallen van vrijstelling:
- Terugkooptransacties gevolgd door inschrijving op dezelfde dag op dezelfde intrinsieke waarde en hetzelfde aantal aandelen.
Kosten die aan de ICBE worden gefactureerd:
Deze kosten dekken:
- De financiële beheerkosten;
- De externe beheerkosten van de beheermaatschappij (accountant, depositohouder, distributie, advocaten);
- De indirecte maximale kosten (commissies en beheerkosten) in het geval van een ICBE die meer dan 20% belegt in andere ICBE’s, FIA’s of beleggingsfondsen;
- De commissies op het transactievolume;
- De outperformancecommissies.
Kosten gefactureerd aan de ICB: | Basis | Tariefschaal |
Financiële beheerkosten | Netto activa | R Aandelen: 0,70% incl. belastingen, maximumtarief I (C) en “UNCREDIT” Aandelen: 0,45% incl. Belastingen, maximumtarief N (C) en N (D) Aandelen: 0,50% incl. belastingen, maximumtarief SN (C) Aandelen: 0,30% incl. belastingen, maximumtarief |
Netto activa | 0,10% incl. belastingen, maximumtarief | |
Werkingskosten en andere diensten: bewarings-, juridische-, controle- en fiscale kosten enz. | ||
Transactiecommissie | Netto activa | Geen |
Outperformancecommissie | Netto activa | Geen |
Tarief en forfaitaire bedragen van de transactievergoeding uitgesplitst per financieel instrument en per transactie
Product | Tarief van de prestatievergoeding na aftrek van btw | Maximumvergoeding Btw (in euro) |
Aandelen | 1 ‰ brutobedrag | 3000 |
Converteerbare obligaties | 1 ‰ brutobedrag | 3000 |
Europese overheidsobligaties | 0,05 ‰ brutobedrag (exclusief rente) | 2500 |
Overige Obligaties en Warrants en Gemeenschappelijke Groeifondsen | 0,1 ‰ brutobedrag (exclusief rente) | 2500 |
Schatkistcertificaten met jaarlijkse rente | 0,025 ‰ overeengekomen nominaal gewogen bedrag. (*) | 2500 |
Schatkistcertificaten met vaste rente, verhandelbare schuldinstrumenten | 0,1 ‰ overeengekomen nominaal gewogen bedrag. (*) | 2500 |
Renteswap, buitenlandse renteswap | 1 basispunt | Geen |
Asset Swap < 3 jaar | 1 basispunt | Geen |
Asset Swap> 3 jaar | 2 basispunten | Geen |
Contante valutatransacties | Geen | Geen |
Termijntransacties | 1 basispunt | Geen |
Valuta-swap | 1 basispunt | Geen |
Retrocessieovereenkomsten en omgekeerde retrocessieovereenkomsten | 1 basispunt | Geen |
Effectenleningen en opgenomen effectenleningen Tarief of aandeel | Geen | Geen |
Derivaten op georganiseerde markten -Futures -Rente- en termijnopties -Aandelen- en indexopties | 1 EUR per aandeel (**) 0,3 EUR per aandeel (**) 0,1 % van de premie. | Geen Geen Geen |
(*) : Om precies te zijn, is de transactievergoeding gelijk aan: overeengekomen nominale × coëfficiënt × (vervaldatum - valutadatum) / 365.
(**) : Voor andere valuta dan de EUR wordt de transactievergoeding berekend op basis van het equivalent in EUR tegen de meest recente wisselkoers van het voorgaande jaar. Dit tarief wordt jaarlijks aan het begin van het jaar herzien.
Informatie over de vergoedingen uit transacties voor de tijdelijke acquisitie of verkoop van effecten: Alle opbrengsten die voortvloeien uit tijdelijke acquisitie- en verkooptransacties worden, na aftrek van transactiekosten, teruggegeven aan de ICBE.
De transacties voor tijdelijke verkoop van effecten kunnen worden afgesloten met Natixis TradEx Solutions, een vennootschap die deel uitmaakt van de groep van de beheermaatschappij. In bepaalde gevallen kunnen dergelijke transacties worden afgesloten met markttegenpartijen waarbij Natixis TradEx Solutions optreedt als tussenpersoon. Voor deze activiteiten ontvangt Natixis TradEx Solutions een vergoeding van 40% incl. belastingen van de opbrengst van de transacties voor de tijdelijke acquisitie en verkoop van effecten, waarvan het bedrag in het jaarverslag van de ICBE is opgenomen.
Nadere informatie is te vinden in het jaarverslag van de SICAV.
Procedure voor de selectie van tussenpersonen:
Een selectie- en evaluatieprocedure die rekening houdt met de criteria ten aanzien van doelstellingen zoals de kwaliteit van het zoeken, de commerciële follow-up en de uitvoering is ingevoerd in de beheermaatschappij. Deze procedure is beschikbaar op het websiteadres van Natixis Investment Managers International: xxx.xx.xxxxxxx.xxx.
Informatie over de risico's van mogelijke belangenconflicten bij het gebruik van tijdelijke verkopen en acquisities van effecten:
De bemiddelingsdiensten worden door de gedelegeerde voor het financieel beheer toevertrouwd aan Natixis TradEx Solutions, een naamloze vennootschap naar Frans recht met een maatschappelijk kapitaal van 15 miljoen euro. Aan Natixis TradEx Solutions is door de ACPR op 23 juli 2009 een vergunning verleend voor het verlenen van beleggingsdiensten. De twee vennootschappen behoren tot dezelfde groep.
Natixis TradEx Solutions heeft met name tot doel bemiddelingsdiensten aan te bieden bij NAM (d.w.z. ontvangst-overdracht en uitvoering van orders voor rekening van derden), voornamelijk bij de beheermaatschappijen van de groep.
In het kader van haar activiteiten moet de gedelegeerde voor financieel beheer orders plaatsen voor rekening van de portefeuilles die hij beheert. De gedelegeerde voor financieel beheer draagt zo goed als al zijn orders betreffende financiële instrumenten die voortvloeien uit de beheerbeslissingen over aan Natixis TradEx Solutions.
De gedelegeerde voor financieel beheer kan ook, om de rendementen en financiële opbrengsten van de portefeuilles te verbeteren, een beroep doen op effectenleentransacties en (omgekeerde) retrocessie- overeenkomsten. Deze activiteit van tijdelijke aankopen/verkopen van effecten wordt eveneens zo goed als volledig door Natixis TradEx Solutions uitgevoerd. Bovendien kunnen de portefeuilles omgekeerde retrocessie-overeenkomsten afsluiten in het kader van de omzetting van ontvangen financiële zekerheden in contanten wanneer deze tijdelijke aankopen/verkopen van effecten plaatsvinden.
Natixis TradEx Solutions kan als “hoofdpartij” of als “agent” optreden. De rol als “hoofdpartij” komt overeen met een positie als tegenpartij van de portefeuilles van de gedelegeerde voor financieel beheer. De rol als “agent” houdt in dat NAMFI bemiddelt tussen de portefeuilles en de tegenpartijen. Die tegenpartijen kunnen entiteiten zijn die deel uitmaken van de groep waartoe de beheermaatschappij of de depothouder behoort.
Dankzij het volume van de tijdelijke verkooptransacties die Natixis TradEx Solutions verwerkt, heeft Natixis TradEx Solutions een goede kennis van de markt, waar de portefeuilles die worden beheerd door de gedelegeerde voor financieel beheer van profiteren.
Meer informatie over de risico's is opgenomen in de rubrieken “Risicoprofiel” en “Informatie over de financiële zekerheden”.
Voor aanvullende informatie kan de aandeelhouder het jaarrapport van de SICAV raadplegen.
IV - COMMERCIËLE INFORMATIE
• Natixis Investment Managers International behoudt zich het recht voor de aandelen van de SICAV geheel of gedeeltelijk te plaatsen op distributienetwerken waarmee zij een “beleggingsovereenkomst” gesloten heeft.
• Alle informatie over de SICAV (in het bijzonder het prospectus, de laatste jaar- en interim-rapporten) zijn rechtstreeks verkrijgbaar bij de beheermaatschappij:
Natixis Investment Managers International Direction “Service Clientsˮ 00 xxxxxx Xxxxxx Xxxxxx Xxxxxx
00000 XXXXX
Deze documenten zullen naar u worden opgestuurd binnen een termijn van acht werkdagen.
Deze documenten zijn ook beschikbaar op de website xxx.xx.xxxxxxx.xxx.
Alle bijkomende informatie is beschikbaar verkrijgbaar bij kantoren van de distributeurs.
• Bericht over de intrinsieke waarde
De intrinsieke waarde is verkrijgbaar bij Natixis Investment Managers International, kantoren van de
distributeurs en op de website xxx.xx.xxxxxxx.xxx.
• Informatie in geval van wijzigingen van de werkingsmodaliteiten van de UCIT De aandeelhouders worden op de hoogte gebracht van de veranderingen met betrekking tot de ICBE volgens de door de AMF aanvaarde voorwaarden.
Deze informatie kan worden uitgevoerd, in voorkomend geval, door de tussenpersoon Euroclear France en gelieerde financiële tussenpersonen.
• Milieu-, sociale en governancecriteria (ESG)
In de jaarverslagen van de betreffende ICBE's en op de website van de beheermaatschappij is informatie te
vinden over de voorwaarden voor de implementatie van de criteria met betrekking tot sociale doelstellingen, het milieu en de bestuurskwaliteit (ESG).
V - REGELGEVING OP BELEGGINGEN
De ICBE leeft het beleggingsbeleid van ICBE’s na dat door de Franse wet op geld- en effectenverkeer voorgeschreven wordt.
De ICBE maakt gebruik van de afwijking van de artikelen R214-21 § IV -1 en VI en R214- 23 van het Code Monétaire et Financier, namelijk: Het kan tot 35% van zijn vermogen beleggen in in aanmerking komende financiële effecten of geldmarktinstrumenten die worden uitgegeven of gewaarborgd door dezelfde entiteit, indien deze effecten of geldmarktinstrumenten worden uitgegeven of gewaarborgd door een lidstaat van de Europese Unie of van de Europese Economische Ruimte, door zijn territoriale publiekrechtelijke lichamen, door een derde land of door internationale overheidsinstellingen waarvan een of meer lidstaten van de Europese Unie of van de Europese Economische Ruimte lid zijn, of indien het effecten betreft die worden uitgegeven door het CADES (Caisse d'Amortissement de la Dette Sociale). De grens van 35% per entiteit wordt verhoogd tot 100%, mits deze 100% wordt gespreid over ten minste zes uitgiften, waarvan geen enkele meer dan 30% van het vermogen van de ICBE vertegenwoordigt.
VI – GLOBAAL RISICO
De berekeningsmethode toegepast door de SICAV is een berekening van verplichtingen.
VII - REGELS VOOR DE WAARDERING EN FINANCIËLE VERSLAGLEGGING VAN ACTIVA
A Waarderingsregels voor de activa
I Effectenportefeuille
De portefeuille van de SICAV wordt bij elke intrinsieke waarde en bij de afsluiting van de jaarrekening als volgt gewaardeerd: de beheermaatschappij heeft de waarderingen en de financiële verslaglegging met betrekking tot de SICAV uitbesteed aan CACEIS FUND ADMINISTRATION.
De SICAV wordt tegen de slotkoers gewaardeerd.
De jaarrekening en de tabellen blootstelling aan risico's worden opgesteld op basis van de laatste intrinsieke waarde van het boekjaar.
De SICAV leeft de boekhoudregels en -methodes na die voorgeschreven zijn door de van kracht zijnde regelgeving, met name het rekeningenstelsel van ICB’s die op de publicatiedatum van het prospectus als volgt zijn:
De jaarrekening van de ICB wordt opgesteld op basis van de laatste intrinsieke waarde van het boekjaar.
⇒ De financiële instrumenten
• De aandelen
De Franse aandelen worden gewaardeerd tegen de laatste beursnotering wanneer ze erkend worden door
een systeem met uitgestelde betalingen of een spotmarkt.
De buitenlandse aandelen worden gewaardeerd tegen de laatste beurskoers in Parijs wanneer ze op de beurs in Parijs genoteerd zijn of op de laatste dag van hun “core” markt, omgerekend in euro op basis van de WMR-wisselkoersen op de waarderingsdag.
• De obligaties
De obligaties worden gewaardeerd tegen het gemiddelde van koersen die meetellen voor de bijdrage en die
dagelijks bij market makers opgehaald en zo nodig geconverteerd worden in euro op basis van de WMR- wisselkoersen op de waarderingsdag.
• De ICBE/FIA of beleggingsfonds
De units of aandelen van ICBE’s, FIA’s of beleggingsfondsen worden gewaardeerd tegen de laatst bekende
intrinsieke waarde. De buitenlandse beleggingsmaatschappijen waarvan de waarderingen niet vallen binnen de termijnen voor de opstelling van de intrinsieke waarde van de ICBE’s, FIA’s of beleggingsfondsen worden gewaardeerd tegen de ramingen van bestuurders van deze instellingen onder het toezicht en de verantwoordelijkheid van de gedelegeerd financieel beheerder.
• Verhandelbare schuldbrieven
De verhandelbare schuldbewijzen worden gewaardeerd op basis van de volgende regels:
De BTAN en de BTF worden gewaardeerd op basis van het gemiddelde van de koersen die meetellen voor de bijdrage welke bij market makers opgehaald worden.
- De overige verhandelbare vastrentende schuldbrieven (depositocertificaten, handelspapier, certificaten van financiële instellingen) worden gewaardeerd tegen marktprijs. Wanneer men niet beschikt over een onbetwiste marktprijs, worden de effecten gewaardeerd tegen een rentecurve na correctie van een eventuele marge afhankelijk van de eigenschappen van het effect.
- Niet-genoteerde schuldbewijzen met variabele rentes worden gewaardeerd tegen kostprijs na eventuele correcties van kredietspreadschommelingen.
Maar de verhandelbare schuldbewijzen met een resterende looptijd korter dan of gelijk aan drie maand kunnen volgens de lineaire methode worden gewaardeerd.
II Transacties op termijn en voorwaardelijke transacties
⇒ De gereglementeerde en onderhandse financiële termijninstrumenten
• De gestructureerde markten met vaste en voorwaardelijke termijnen
De verplichtingen op gestructureerde markten met een vaste en voorwaardelijke termijn (opties: futures,
etc.) worden gewaardeerd tegen hun slotkoersen.
• De “asset swaps”
De “asset swaps” worden per drempel gewaardeerd tegen marktprijs op basis van de “kredietspreads” van de
emittent verstrekt door de market makers. Bij afwezigheid van market makers, worden de “spreads” via alle mogelijke kanalen opgehaald bij de beschikbare leveranciers.
De "asset swaps" met een duration van minder dan of gelijk aan 3 maanden kunnen lineair worden gewaardeerd.
• De overige swap types
De swaps worden gewaardeerd tegen de marktprijs op basis van de vastgestelde rentecurves.
De complexe instrumenten zoals de CDS, SES of de complexe opties worden op basis van hun type volgens een relevante methode gewaardeerd.
⇒ De tijdelijke acquisities en verkopen van effecten
De tijdelijke verkoop- en acquisitiecontracten van effecten en vergelijkbare transacties worden gewaardeerd tegen de contractuele koers, na eventuele correcties van aanvullende stortingen.
Voor niet-beursgenoteerde effecten of effecten die niet genoteerd worden op de waarderingsdag, en voor alle overige balansposten, corrigeert de directie van de beheermaatschappij hun waardering op basis van wijzigingen die op grond van actuele omstandigheden waarschijnlijk zijn.
III Niet in de balans opgenomen verplichtingen
Niet in de balans opgenomen verplichtingen worden op de volgende manier geëvalueerd:
A) Marktverbintenissen op termijn:
1) Futures:
verbintenis = verrekeningskoers x hoofdsom van het contract x hoeveelheden
Met uitzondering van de verbintenis op contract XXXXXXX verhandeld op de MATIF die geregistreerd is voor zijn nominale waarde.
2) Verbintenissen op swapovereenkomsten:
a) rente
renteswaps met een duration
.gekoppeld:
° Vaste rente/Variabele rente
- waardering van het deel met vaste rente tegen de marktprijs
° Variabele rente/Vaste rente
- waardering van het deel met variabele rente tegen de marktprijs
.niet-gekoppeld:
° Vaste rente/Variabele rente
- waardering van het deel met vaste rente tegen de marktprijs
° Variabele rente/Vaste rente
- waardering van het deel met variabele rente tegen de marktprijs
b) andere swapovereenkomsten
Zij worden gewaardeerd tegen de marktwaarde.
B) Marktverbintenissen met opties:
Verbintenis = hoeveelheid x hoofdsom van het contract (bedrag) x koers van het onderliggende actief x delta.
IV Valuta's
De buitenlandse koersen worden omgezet naar euro volgens de WMR-koers van de valuta op de waarderingsdag.
V De niet-genoteerde financiële instrumenten en overige effecten
- De financiële instrumenten waarvan de koers op de waarderingsdag niet bekend is, worden onder de verantwoordelijkheid van de beheermaatschappij tegen hun laatste officiële notering of hun waarschijnlijke handelswaarde gewaardeerd.
- De buitenlandse waarden worden geconverteerd in euro op basis van de laatste beschikbare WMR- wisselkoersen op de waarderingsdag.
- De financiële instrumenten die niet op een gereglementeerde markt verhandeld worden, worden onder de verantwoordelijkheid van de beheermaatschappij gewaardeerd tegen hun waarschijnlijke handelswaarde.
- De overige financiële instrumenten worden gewaardeerd tegen de marktwaarde die door de tegenpartijen onder het toezicht en de verantwoordelijkheid van de beheermaatschappij worden berekend.
⇒ Mechanisme voor aanpassing van de intrinsieke waarde (“swing pricing”) met activeringsdrempel (vanaf 10 oktober 2016)
Op 10 oktober 2016 heeft de subgedelegeerde voor het financieel beheer een methode ingevoerd voor de aanpassing van de intrinsieke waarde (IW) met een activeringsdrempel.
Dit mechanisme is bedoeld om de kosten voor de transacties die worden uitgevoerd op het actief van de SICAV vanwege de bewegingen (inschrijvingen/terugkopen) op het passief van de SICAV te laten dragen door de beleggers die inschrijven op of hun aandelen laten terugkopen. Dit mechanisme, dat vastgelegd is in een beleid, wil de aandeelhouders die in de SICAV blijven, beschermen door hen deze kosten zo veel mogelijk te besparen. Het leidt tot de berekening van een aangepaste IW, de “swing pricing”.
Als op een dag van berekening van de IW het nettototaal van de orders voor inschrijving / terugkoop van de beleggers voor alle aandelencategorieën van de SICAV een van te voren vastgelegde drempel overschrijdt, op basis van objectieve criteria die door de subgedelegeerde voor het financieel beheer zijn bepaald als een percentage van het nettovermogen, kan de IW opwaarts of neerwaarts worden aangepast om rekening te houden met de bijsturingskosten die kunnen worden toegewezen aan respectievelijk de netto orders voor inschrijving / terugkoop. Als de SICAV meerdere aandelencategorieën uitgeeft, wordt de IW van iedere aandelencategorie afzonderlijk berekend, maar iedere aanpassing heeft procentueel gezien een identieke impact op het geheel van de IW van de aandelencategorieën van de SICAV.
De parameters voor de aanpassingskosten en de activeringsdrempel worden door de subgedelegeerde voor het financieel beheer bepaald en periodiek herzien. Deze kosten worden door de subgedelegeerde voor het financieel beheer geraamd op basis van de transactiekosten, de aankoop/verkoop-vorken en de eventuele op de SICAV van toepassing zijnde belastingen.
Het is niet mogelijk precies te voorzien of het aanpassingsmechanisme op een bepaald moment in de toekomst zal worden toegepast, noch de frequentie waartegen de subgedelegeerde voor het financieel beheer dergelijke aanpassingen zou uitvoeren.
De beleggers dienen te weten dat de volatiliteit van de IW van de SICAV mogelijk niet enkel de volatiliteit van de effecten in de portefeuille weerspiegelt, vanwege de toepassing van het aanpassingsmechanisme.
De “swing pricing”-IW is de enige intrinsieke waarde van de SICAV en de enige die wordt meegedeeld aan de aandeelhouders van de SICAV. Ingeval er echter een prestatievergoeding kan worden geheven, wordt deze berekend op de IW vóór de toepassing van het aanpassingsmechanisme.
B Methodes voor administratieve verwerking
De financiële verslaglegging van opbrengsten vindt plaats volgens de lopende rentemethode.
De onderhandelingskosten worden op specifieke rekeningen van de ICBE geboekt en niet bij de prijs opgeteld.
De GGKP of Gewogen Gemiddelde Kostprijs wordt toegepast als liquidatiemethode van effecten. Op derivaten wordt daarentegen de FIFO-methode (ofwel “First in”, “First out”) toegepast.
In de berekening van de intrinsieke waarde voorafgaande aan een weekend en/of een feestdag conform de Arbeidswet en een dag waarop de beurs in Parijs gesloten is, is niet de lopende rente over deze periode opgenomen. De berekening wordt gedateerd op de dag voorafgaande aan deze periode waarin niet gewerkt wordt.
VIII – BELONING
Informatie over het beloningsbeleid is beschikbaar op xxx.xx.xxxxxxx.xxx.
Precontractuele informatieverschaffing voor de financiële producten als bedoeld in artikel 8, leden 1, 2 en 2 bis, van Verordening (EU) 2019/2088 en artikel 6, eerste alinea, van Verordening (EU) 2020/852
Duurzame belegging: een belegging in een economische activiteit die bijdraagt aan het behalen van een milieudoelstelling of een sociale doelstelling, mits deze belegging geen ernstige afbreuk doet aan milieu- of sociale doelstellingen en de ondernemingen waarin is belegd praktijken op het gebied van goed bestuur toepassen.
Productbenaming: OSTRUM SRI EURO SOVEREIGN BONDS
Identificatiecode voor juridische entiteiten (LEI): 969500T0C120332EZB79
Ecologische en/ of sociale kenmerken (E/S-kenmerken)
De EU-taxonomie is een classificatie systeem dat is vastgelegd in Verordening (EU) 2020/852, waarbij een lijst van ecologisch duurzame economische activiteiten is vastgesteld. Die verordening bevat geen lijst van sociaal duurzame economische activiteiten.
Duurzame beleggingen meteen ecologische doelstelling kunnen wel of niet op de taxonomie zijn afgestemd.
met een milieudoelstelling in economische activiteiten die niet als ecologisch duurzaam zijn aangemerkt in de EU-taxonomie
met een sociale doelstelling
Het promoot E/S-kenmerken, maar zal geen duurzame beleggingen doen
Het product promoot ecologische/sociale (E/S) kenmerken, en hoewel het geen duurzame beleggingen als doelstelling heeft, zal het een minimumaandeel duurzame beleggingen van 20% behelzen
met een milieudoelstelling in economische activiteiten die als ecologisch duurzaam zijn aangemerkt in de EU-taxonomie
X
Er zal een minimumaandeel duurzame beleggingen met een sociale doelstelling worden gedaan: %
Er zal een minimumaandeel duurzame beleggingen met een milieudoelstelling worden gedaan: %
in activiteiten die als ecologisch duurzaam zijn aangemerkt in de EU- taxonomie
in economische activiteiten die niet als ecologisch duurzaam zijn aangemerkt in de EU-taxonomie
Heeft dit financiële product een duurzame beleggingsdoelstelling?
Ja Nee
Welke ecologische en/of sociale kenmerken promoot dit financiële product?
Duurzaamheidsindi- catoren meten hoe de ecologische of sociale kenmerken die het financiële product promoot worden verwezenlijkt.
De SICAV promoot milieu- en sociale kenmerken. Deze kenmerken zijn gebaseerd op de volgende elementen:
• Controversiële emittenten uitsluiten via het uitsluitingsbeleid van de gedelegeerde beheermaatschappij;
• Ten minste 20% duurzame beleggingen aanhouden
• De koolstofintensiteit van de portefeuille onder die van het initiële beleggingsuniversum houden
• Op het deel dat in aanmerking komt voor het ISR-label (Gelijkgestelde Staatsobligaties en Groene Staatsobligaties: gegarandeerde agentschappen,
supranationale agentschappen, lokale overheden en groene staatsobligaties), selecteert u de emittenten met de hoogste ESG-rating met als doel:
• De gemiddelde ESG-rating van de portefeuille boven die van het initiële gefilterde beleggingsuniversum* handhaven
• Een betere indicator voor gezondheids- en onderwijsuitgaven handhaven dan het initiële beleggingsuniversum
*Het gefilterde beleggingsuniversum wordt gedefinieerd als het initiële beleggingsuniversum (effecten uitgegeven of gegarandeerd door EER-landen of uitgegeven door supranationale agentschappen, met vaste of variabele rente, of gekoppeld aan de inflatie), waarvan 20% van de emittenten met de laagste ESG- beoordeling binnen elke emittentencategorie (inclusief de meest controversiële emittenten volgens het uitsluitingsbeleid van Ostrum en de emittenten met de laagste rating) en staatsschuld wordt uitgesloten.
Niet-financiële criteria die gemonitord worden zijn bijvoorbeeld:
- Maatschappelijk: Overheidsuitgaven voor onderwijs (% van het GDP): Overheidsuitgaven voor onderwijs (lopende uitgaven, kapitaaluitgaven en overdrachten) worden uitgedrukt als percentage van het bbp. Het omvat de uitgaven die worden gefinancierd door overdrachten uit internationale bronnen aan de overheid. Met overheid worden doorgaans de lokale, regionale en centrale overheden bedoeld. (Bron: Wereldbank)
- Bestuur: Het aantal vrouwen in nationale parlementen (%) het aantal vrouwen in parlementen is het percentage van de parlementszetels in een enkele of lagere kamer dat door vrouwen wordt bezet.
- Milieu: koolstofintensiteit
Er zijn geen benchmarks aangewezen om de door de SICAV gepromote milieu- of sociale kenmerken te bereiken.
Met welke duurzaamheidsindicatoren wordt de verwezenlijking van elk van de door dit financiële product gepromote ecologische of sociale kenmerken gemeten?
- Ten minste 20% duurzame beleggingen aanhoudenKoolstofintensiteit van de SICAV
- Koolstofintensiteit van het gefilterde initiële beleggingsuniversum
- Xxxxxxxxxx XXX-rating van de SICAV
- Gemiddelde ESG-rating van het gefilterde initiële beleggingsuniversum
- Indicator voor uitgaven aan de gezondheidszorg en onderwijs voor de SICAV
- Indicator voor uitgaven aan de gezondheidszorg en onderwijs voor het initiële beleggingsuniversum (alleen voor het deel dat in aanmerking komt voor het ISR-label (Gelijkgestelde Staatsobligaties en Groene Staatsobligaties: gegarandeerde agentschappen, supranationale agentschappen, lokale overheden en groene staatsobligaties).
Wat zijn de doelstellingen van de duurzame beleggingen die het financiële product gedeeltelijk beoogt te doen en hoe draagt de duurzame belegging bij tot die doelstellingen?
Onder duurzaam beleggen wordt verstaan het beleggen in een economische activiteit die bijdraagt aan een milieu- of sociale doelstelling. Als onderdeel van zijn duurzame beleggingen kan de SICAV beleggen in groene obligaties of aan duurzaamheid gekoppelde obligaties wanneer met de aangetrokken middelen activiteiten worden gefinancierd die bijdragen tot een milieudoelstelling en/of in sociale obligaties wanneer met de aangetrokken middelen activiteiten worden gefinancierd die bijdragen tot een sociale doelstelling.
De belangrijkste ongunstige effecten zijn de belangrijkste negatieve effecten van beleggingsbeslissingen op duurzaamheids- factoren die verband houden met ecologische en sociale thema’s en arbeidsomstandig- heden, eerbiediging van de mensenrechten en bestrijding van corruptie en omkoping.
Hoe doen de duurzame beleggingen die het financiële product gedeeltelijk beoogt te doen geen ernstige afbreuk aan ecologische of sociale duurzame beleggingsdoelstellingen?
Om na te gaan of de duurzame beleggingen van de SICAV geen significante afbreuk doen aan een duurzame milieu- of sociale doelstelling, houdt de beheerder bij zijn beleggingsbeslissingen rekening met de belangrijkste ongunstige effecten op duurzaamheidsfactoren (PAI).
De methodologie is beschikbaar op de website van Ostrum (xxxxx://xxx.xxxxxx.xxx/xx/xxxxx-xxxxxxxxxxxxx-xxx-xx-xxx#xxxxx-xx-xxxxxx- des-pai])Daarnaast past de beheerder het uitsluitingsbeleid van Ostrum Asset Management toe.
Hoe is rekening gehouden met de indicatoren voor ongunstige effecten op duurzaamheidsfactoren?
Ostrum AM neemt de PAI op verschillende niveaus in overweging, zoals beschreven in de methodologie die is gepubliceerd op de website van Ostrum AM xxxxx://xxx.xxxxxx.xxx/xx/xxxxx-xxxxxxxxxxxxx-xxx-xx-xxx#xxxxx-xx- compte-des-pai en die hieronder is samengevat:
1. Kwantitatieve meting van PAI’s
Xxxx XXX (verplicht en optioneel) wordt berekend op basis van gegevens van de gegevensverstrekker van MSCI ESG Research op niveau van de emittent en geaggregeerd op portefeuilleniveau.
2. ESG-criteria en criteria voor mensenrechten en ESG-ratings verstrekt door een externe gegevensverstrekker.
Als de PAI's overeenkomen met indicatoren die door de portefeuille worden opgevolgd, worden ze door Ostrum AM in aanmerking genomen via integratie in de beoordelingsmethode of via de oplegging van een beleggingsbeperking die specifiek is voor de SICAV.
Zo wordt de koolstofintensiteit van de SICAV gecontroleerd en moet deze lager zijn dan de koolstofintensiteit van het gefilterde beleggingsuniversum.
3. Sectoraal- en uitsluitingsbeleid
Met het uitsluitings- en sectoraal beleid van Ostrum AM kan het beleggingsuniversum van elke sector of emittent die niet voldoet aan bepaalde criteria worden uitgesloten. Sommige van deze criteria houden rechtstreeks verband met bepaalde PAI’s (zo is de uitsluiting van steenkool bijvoorbeeld gekoppeld aan koolstofemissie)
4. Betrokkenheidsbeleid en betrokkenheidscampagnes
Door middel van betrokkenheidsbeleid en betrokkenheidscampagnes la beoogt de door Ostrum AM gedelegeerde beheermaatschappij ondernemingen te beïnvloeden om zo de negatieve effecten van hun beleggingsbeslissingen op ecologische en sociale thema’s en arbeidsomstandigheden, eerbiediging van de mensenrechten en bestrijding van corruptie en omkoping te beperken*
*De portefeuille belegt niet in privé-emittenten.
Hoe zijn de duurzame beleggingen afgestemd op de OESO- richtsnoeren voor multinationale ondernemingen en de leidende beginselen van de VN inzake bedrijfsleven en mensenrechten? Details:
De gedelegeerde beheermaatschappij past het beleid inzake uitsluiting, sectorale uitsluiting en Worst Offenders toe. Ze hebben voornamelijk betrekking op privé-emittenten en kunnen worden geraadpleegd op de website van Ostrum (xxx.xxxxxx.xxx) onder de rubriek "ESG".
De SICAV, die niet belegt in privé-emittenten, past alleen het uitsluitingsbeleid van Ostrum toe met betrekking tot landen die op de zwarte lijst staan (uitsluiting van landen met strategische tekortkomingen in hun regelgeving ter voorkoming van witwassen en terrorismefinanciering).
In de EU-taxonomie is het beginsel "geen ernstige afbreuk doen" vastgesteld, dat inhoudt dat op taxonomie afgestemde beleggingen geen ernstige afbreuk mogen doen aan de doelstellingen van de EU-taxonomie en dat vergezeld gaat van specifieke EU- criteria.
Het beginsel "geen ernstige afbreuk doen" is alleen van toepassing op de onderliggende beleggingen van het financiële product die rekening houden met de EU-criteria voor ecologisch duurzame economische activiteiten. De onderliggende beleggingen van het resterende deel van dit financiële product houden geen rekening met de EU-criteria voor ecologisch duurzame economische activiteiten.
Andere duurzame beleggingen mogen ook geen ernstige afbreuk doen aan milieu- of sociale doelstellingen.
Wordt in dit financiële product rekening gehouden met de belangrijkste ongunstige effecten op duurzaamheidsfactoren?
XX
Ja
De SICAV houdt rekening met de 2 belangrijkste ongunstige effecten die worden vermeld in bijlage 1 over de verklaring inzake de belangrijkste ongunstige effecten op de duurzaamheid van de Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/1288 van 6 april 2022 en die betrekking hebben op soevereine en quasi- soevereine emittenten (de SICAV zal niet beleggen in privé-emittenten).
De methodologie is beschikbaar op de website van Ostrum AM (xxxxx://xxx.xxxxxx.xxx/xx/xxxxx-xxxxxxxxxxxxx-xxx-xx-xxx#xxxxx-xx-xxxxxx- des-pai])
Als de door de SICAV opgevolgde indicatoren overeenstemmen met een of meer PAI's, dan houdt de gedelegeerde beheermaatschappij daar rekening mee bij de analyse van de emittenten en worden ze opgenomen in de algemene rating op het moment van de beleggingsbeslissing.
De
beleggingsstrategie
Nee
stuurt beleggingsbeslis- singen op basis van factoren als beleggingsdoelstel- Iingen en risicotolerantie.
Welke beleggingsstrategie hanteert dit financiële product?
Niet-financiële criteria worden in twee fasen in aanmerking genomen:
• De niet-financiële analyse
De SICAV houdt rekening met niet-financiële criteria, zoals milieu, maatschappij en bestuur (ESG).
Het uitsluitingsbeleid is van toepassing op het initiële beleggingsuniversum.
De SICAV past het door Ostrum Asset Management opgestelde uitsluitingsbeleid (op niet-limitatieve wijze) toe:
Het ESG-beleid van Ostrum Asset Management is beschikbaar op de website“xxx.xxxxxx.xxx “.
Na door het uitsluitingsbeleid van de gedelegeerde beheermaatschappij de meest controversiële emittenten uit het beleggingsuniversum te hebben geweerd, gaan de beleggingsteams systematisch en voor elke onderliggende emittent na of de niet- financiële dimensies het kredietrisicoprofiel van de emittent beïnvloeden, zowel in termen van risico’s als van kansen, en de mate van waarschijnlijkheid waarin deze zich voor zouden kunnen doen. Aldus worden niet-financiële dimensies systematisch geïntegreerd in de risicobeoordeling en de fundamentele analyse van openbare emittenten.
Schuldbewijzen en schuldinstrumenten uitgegeven door overheden die geen groene obligaties (“green bonds”) zijn, mogen tot 70% van de portefeuille uitmaken. Zij komen niet in aanmerking voor het SRI-label, maar hebben wel een ESG-rating.
Met uitzondering van contanten, derivaten en niet-in aanmerking komende activa worden de resterende effecten in de portefeuille ook onderworpen aan een ESG-beoordeling en de kwaliteit daarvan, ten opzichte van een benchmarkuniversum. Deze "in aanmerking komende" effecten zijn groene obligaties van soevereine emittenten, en obligaties van quasi-overheidsemittenten (supranationale agentschappen, nationale gegarandeerde agentschappen en lokale overheden), alsmede icb’s. De aangehouden groene obligaties volgen de kwaliteitsnormen van de markt, de Green Green Bond Principles (GBP) van de International Capital Market Association (ICMA), en vervolgens de Europese Standaard (EU GreenBond Standard) wanneer deze beschikbaar is.
Het aandeel van emittenten met een ESG-analyse onder de "in aanmerking komende" SRI-activa moet duurzaam gezien meer dan 90% bedragen.
De niet-financiële rating van landen is gebaseerd op de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG’s - Sustainable Development Goals), de zeventien doelen die door de lidstaten van de Verenigde Naties (VN) zijn vastgesteld om de internationale samenwerking op weg naar duurzame ontwikkeling te bevorderen.
De door de gedelegeerde beheermaatschappij uitgevoerde niet-financiële beoordeling van soevereine en soortgelijke emittenten (overheidsinstanties, lokale overheden, enz.) is gebaseerd op de SDG-index, die is gebaseerd op de 17 Duurzame Ontwikkelingsdoelen. De SDG-index wordt gepubliceerd door SDSN (Sustainable Development Solutions Network, een wereldwijd VN-initiatief) en de Bertelsmann Stiftung (een stichting naar Duits recht) voor staatsobligaties en is beschikbaar voor alle managementteams.
De SDG Index voegt de beschikbare gegevens voor alle 17 Duurzame Ontwikkelingsdoelen samen en geeft een vergelijkende beoordeling van de prestaties van de landen. De belangrijkste taak is elke staat te helpen (i) de prioriteiten inzake duurzame ontwikkeling vast te stellen en een actieplan op te stellen, maar ook (ii) inzicht te krijgen in de uitdagingen en de tekortkomingen die moeten worden aangepakt om de SDG's tegen 2030 te verwezenlijken. Aan de hand van de index kan elke staat zich ook vergelijken met de regio waartoe hij behoort, of met andere "vergelijkbare" staten die op een vergelijkbaar niveau worden beoordeeld.
De SDG-index is een numerieke score tussen 0 (slechtste score) en 100 (beste score), die de mate van vooruitgang weergeeft bij het behalen van de afzonderlijke Duurzame Ontwikkelingsdoelen. In het verslag van de SDG-index worden ook de scorecards voor de Duurzame Ontwikkelingsdoelen voor elke betrokken staat gepresenteerd.
Om elk van deze doelstellingen te beoordelen, maakt de SDG-index gebruik van zowel officiële gegevens (gerapporteerd door nationale regeringen of internationale organisaties) als onofficiële gegevens (verzameld door niet-gouvernementele actoren zoals onderzoeksinstellingen, universiteiten, ngo's en de particuliere sector). De helft van de gebruikte officiële gegevens is afkomstig van drie organisaties: de OESO, de WHO en UNICEF.
Beleggers kunnen meer informatie vinden op de website van de SDG Index: xxxxx://xxx.xxxxxxxx.xxx/
Niet-financiële criteria die gemonitord worden zijn bijvoorbeeld:
- Maatschappelijk: Overheidsuitgaven voor onderwijs (% van het GDP): Overheidsuitgaven voor onderwijs (lopende uitgaven, kapitaaluitgaven en overdrachten) worden uitgedrukt als percentage van het bbp. Het omvat de uitgaven die worden gefinancierd door overdrachten uit internationale bronnen aan de overheid. Met overheid worden doorgaans de lokale, regionale en centrale overheden bedoeld. (Bron: Wereldbank)
- Bestuur: Het aantal vrouwen in nationale parlementen (%) het aantal vrouwen in parlementen is het percentage van de parlementszetels in een enkele of lagere kamer dat door vrouwen wordt bezet.
- Milieu: koolstofintensiteit
• Selectie van emittenten
De portefeuille wordt samengesteld volgens een "Best in Universe"-benadering.
De gemiddelde ESG-rating van het beleggingsuniversum dat "in aanmerking komt" voor duurzaam beleggen (SRI), wordt berekend door een onderscheid te maken tussen groene obligaties van soevereine emittenten enerzijds en hiermee gelijkgestelde soevereine effecten van supranationale agentschappen, gegarandeerde agentschappen en lokale overheden anderzijds.
- Voor beleggingen in groene staatsobligaties: wij berekenen een gemiddelde ESG-rating voor het aangepaste beleggingsuniversum door 20% van de emittenten met de laagste waardering niet in aanmerking te nemen (inclusief de meest controversiële emittenten volgens het uitsluitingsbeleid van Ostrum en de emittenten met de laagste rating), waarbij deze ESG-rating wordt gewogen met de activa van de resterende 80% van de emittenten.
- Voor beleggingen in gelijkgestelde staatsobligaties, zijnde supranationale agentschappen, gegarandeerde agentschappen en lokale overheden, berekenen we ook een gemiddelde ESG-rating voor het aangepaste beleggingsuniversum door 20% van de emittenten met de laagste waardering niet in aanmerking te nemen (inclusief de meest controversiële emittenten volgens het uitsluitingsbeleid van Ostrum en de emittenten met de laagste rating), waarbij deze ESG-rating wordt gewogen met de activa van de resterende 80% van de emittenten.
De SICAV zal minimaal 20% duurzame beleggingen aanhouden.
De SICAV moet ook beter scoren dan zijn universum op 2 van de E- en S-indicatoren:
- De koolstofintensiteit van de SICAV onder die van het initiële beleggingsuniversum houden.
- Een betere indicator voor gezondheids- en onderwijsuitgaven van de SICAV handhaven dan die van het initiële beleggingsuniversum (Deze berekeningen worden uitgevoerd op het deel dat in aanmerking komt voor het ISR-label (Gelijkgestelde Staatsobligaties en Groene Staatsobligaties: gegarandeerde agentschappen, supranationale agentschappen, lokale overheden en groene staatsobligaties))
De SRI-benadering van de SICAV kan leiden tot een ondervertegenwoordiging van bepaalde emittenten vanwege een slechte ESG-rating.
Welke bindende elementen van de beleggingsstrategie zijn bij het selecteren van de beleggingen gebruikt om te voldoen aan alle ecologische en sociale kenmerken die dit financiële product promoot?
- Een gemiddelde ESG-rating voor de SICAV behalen die hoger is dan de gemiddelde ESG-rating van het gefilterde initiële beleggingsuniversum.
- De koolstofintensiteit van de SICAV onder die van het initiële beleggingsuniversum houden.
- Een betere indicator voor gezondheids- en onderwijsuitgaven van de SICAV handhaven dan die van het initiële beleggingsuniversum (Deze berekeningen worden uitgevoerd op het deel dat in aanmerking komt voor het ISR-label (Gelijkgestelde Staatsobligaties en Groene Staatsobligaties: gegarandeerde agentschappen, supranationale agentschappen, lokale overheden en groene staatsobligaties))
- Toepassing van door het Ostrum Asset Management opgestelde uitsluitingsbeleid (op niet-limitatieve wijze).
Het uitsluitingsbeleid van Ostrum AM is beschikbaar op de website xxx.xxxxxx.xxx rubriek “ESG”.
Praktijken op het gebied van goed bestuur omvatten goede management- structuren, betrekkingen met werknemers, personeelsbeloning en naleving van de belastingwetgeving.
Wat is het toegezegde minimumpercentage voor het beperken van de beleggingsruimte overwogen vóór de toepassing van die
beleggingsstrategie?
Niet van toepassing
Wat is het beoordelingsbeleid voor praktijken op het gebied van goed bestuur van de ondernemingen waarin is belegd?
Niet van toepassing. De SICAV belegt niet in privé-emittenten
De activa- allocatie beschrijft het aandeel beleggingen in bepaalde activa.
Welke activa-allocatie is er voor dit financiële product gepland?
Het aandeel van de op de E/S-kenmerken afgestemde beleggingen bedraagt ten minste 85% waarvan 20% duurzame beleggingen.
Op de taxonomie afgestemde activiteiten worden uitgedrukt in een percentage van:
de omzet die het aandeel weergeeft van de opbrengsten uit groene activiteiten van ondernemingen waarin is belegd;
de kapitaaluitgaven (CapEx) die laten zien welke groene beleggingen worden gedaan door de ondernemingen waarin is belegd, bv. voor een transitie naar een groene economie;
de operationele uitgaven (OpEx) die groene operationele activiteiten van ondernemingen waarin is belegd, weergeven.
De SICAV kan tot 15% van zijn belegd vermogen beleggen in instrumenten die niet voldoen aan de E- en S-criteria.
#1A Duurzaam 20,00%
#1 Afgestemd op E/S-kenmerken 20,00%
Beleggingen
#1B Overige E/S- kenmerken 0,00%
#2 Overige
80,00%
#1 Afgestemd op E/S-kenmerken omvat de beleggingen van het financiële product die worden gebruikt om te voldoen aan de ecologische of sociale kenmerken die het financiële product promoot.
#2 Overige omvat de overige beleggingen van het financiële product die niet zijn afgestemd op de ecologische of sociale kenmerken en die evenmin aIsduurzame belegging gelden.
De categorie #1A Afgestemd op E/S-kenmerken omvat:
- De subcategorie #1A Duurzaam omvat duurzame beleggingen met ecologische of sociale doelstellingen.
- De subcategorie #1B Overige E/S-kenmerken omvat beleggingen die op de ecologische of sociale kenmerken
zijn afgestemd, maar niet als duurzame belegging gelden.
Op welke wijze voldoet het gebruik van derivaten aan de ecologische of sociale kenmerken die het financiële product promoot?
Derivaten worden niet gebruikt om te voldoen aan de milieu- of sociale kenmerken die de SICAV promoot.
Om te be palen of aan de EU-taxonomie wordt voldaan, bevatten de criteria voor fossiel gas emissiegrens- waarden en de omschakeling op hernieuwbare energie of koolstofarme brandstoffen tegen eind 2035. Voor kernenergie bevatten de criteria uitgebreide regels inzake veiligheid en afvalbeheer.
Faciliterende activiteiten maken het rechtstreeks mogelijk dat andere activiteiten een substantiële bijdrage leveren aan een milieudoelstelling.
Transitieactiviteiten zijn activiteiten waarvoor nog geen koolstofarme alternatieven beschikbaar zijn en die onder meer broeikasgase- missieniveaus hebben die overeenkomen met de beste prestaties.
In welke minimale mate zijn duurzame beleggingen met een milieudoelstelling afgestemd op de EU-taxonomie?
De gedelegeerde beheermaatschappij meent dat het uit oogpunt van voorzichtigheid de voorkeur verdient om op de datum van deze bijlage aan te geven dat het percentage van de beleggingen van de SICAV in activiteiten die zijn afgestemd op de milieu- en sociale doelstellingen van de Taxonomie 0% van het nettovermogen van de SICAV bedraagt.
Belegt het financiële product in activiteiten in de sectoren fossiel gas en/of kernenergie die aan de EU-taxonomie voldoen1?
Ja:
X
Nee
In fossiel gas
In kernenergie
1 Activiteiten in de sectoren fossiel gas en/of kernenergie zullen alleen aan de EU-taxonomie voldoen indien zij bijdragen aan het beperken van de klimaatverandering (“klimaatmitigatie”) en geen ernstige afbreuk doen aan de doelstellingen van de EU-taxonomie – zie de toelichting in de linkermarge. De uitgebreide criteria voor economische activiteiten in de sectoren fossiel gas en kernenergie die aan de EU-taxonomie voldoen, zijn vastgesteld in Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/1214 van de Commissie.
De twee onderstaande grafieken tonen in groen het minimumpercentage beleggingen dat is afgestemd op de EU-taxonomie. Er is geen geschikte methode om te bepalen in hoeverre staatsobligaties* op de taxonomie zijn af gestemd. Daarom geeft het eerste diagram de mate van afstemming voor alle beleggingen van het financiële product inclusief staatsobligaties, terwijl het tweede diagram alleen voor de beleggingen van het financiële product in andere producten dan staatsobligaties aangeeft in hoeverre die op de taxonomie zijn afgestemd. 1. Afstemming op taxonomie van beleggingen 2. Afstemming beleggingen op taxonomie met inbegrip van overheidsobligaties* exclusief staatsobligaties*
Op taxonomie afgestemd: fossiel gas Op taxonomie afgestemd: fossiel gas Op taxonomie afgestemd: Op taxonomie afgestemd: kernenergie kernenergie Op taxonomie afgestemd (exclusief Op taxonomie afgestemd (exclusief gas en kernenergie) gas en kernenergie) Niet op taxonomie afgestemd Niet op taxonomie afgestemd Dit diagram vertegenwoordigt 100% van de totale beleggingen. |
* In deze diagrammen omvat “staatsobligaties” alle blootstellingen aan overheden. |
Wat is het minimumaandeel beleggingen in transitie- en faciliterende activiteiten?
Het minimumaandeel duurzame beleggingen met een milieudoelstelling afgestemd op de taxonomie bedraagt 0%. Bijgevolg wordt het minimumaandeel van de beleggingen transitie- en faciliterende activiteiten in de zin van de EU-Taxonomieverordening eveneens op 0% vastgesteld.
Het symbool staat voor duurzame beleggingen met een milieudoelstelling die geen rekening houden met de criteria voor ecologisch duurzame economische activiteiten in het kader van de EU- taxonomie.
Wat is het minimumaandeel van duurzame beleggingen met een milieudoelstelling die niet zijn afgestemd op de EU-taxonomie?
Duurzame beleggingen zijn groene obligaties, sociale obligaties of aan duurzaamheid gekoppelde obligaties die bijdragen aan een milieu- en/of sociale doelstelling, maar er geldt geen minimumbelegging in duurzame beleggingen met een milieu- of sociale doelstelling.
Wat is het minimumaandeel van sociaal duurzame beleggingen?
Duurzame beleggingen zijn groene obligaties, sociale obligaties of aan duurzaamheid gekoppelde obligaties die bijdragen aan een milieu- en/of sociale doelstelling, maar er geldt geen minimumbelegging in duurzame beleggingen met een milieu- of sociale doelstelling.
Welke beleggingen zijn opgenomen in "#2 Overige"? Waarvoor zijn deze bedoeld en bestaan er ecologische of sociale minimumwaarborgen?
Navolgende beleggingen zijn opgenomen in “#2 Overige”: effecten zonder ESG-rating of effecten zonder indicator die kan worden gebruikt om hun koolstofintensiteit te berekenen, contanten, icb’s, futures (derivaten) verhandeld op gereglementeerde of onderhandse markten voor afdekking en/of blootstelling, omgekeerde terugkoopovereenkomsten voor kasmiddelenbeheer en optimalisering van de inkomsten en het rendement van de SICAV.
Informatie over de lijst van gebruikte activaklassen en financiële instrumenten en het gebruik ervan is te vinden in dit prospectus onder de rubriek "Beschrijving van de activaklassen en financiële instrumenten waarin de icbe voornemens is te beleggen".
Minimale milieu- of sociale waarborgen worden niet systematisch toegepast.
Is er een specifieke index als referentiebenchmark aangewezen om te bepalen of dit financiële product is afgestemd op de ecologische en/of sociale kenmerken die dit financiële product promoot?
Niet van toepassing
Referentie- benchmarks zijn indices waarmee wordt gemeten of het financiële product voldoet aan de ecologische of sociale kenmerken die dat product promoot.
Hoe wordt de referentiebenchmark doorlopend afgestemd op alle ecologische of sociale kenmerken die dit financiële product promoot?
Niet van toepassing
Hoe wordt de afstemming van de beleggingsstrategie op de methodologie van de index doorlopend gewaarborgd?
Niet van toepassing
In welk opzicht verschilt de aangewezen index van een relevante brede marktindex?
Niet van toepassing
Waar is de voor de berekening van de aangewezen index gebruikte methodologie te vinden?
Niet van toepassing
www
Waar is er online meer productspecifieke informatie te vinden? Meerspecifieke informatie over dit product vindt u op deze website: xxxxx://xxx.xxxxxx.xxx/xx/xxxx/000/xxxxxx-xxx-xxxx-xxxxxxxxx-xxxxx