Cao A&O-fonds waterschappen
Xxx A&O-fonds waterschappen
De Vereniging werken voor waterschappen, gevestigd te Den Haag (ZH) en
FNV Overheid, gevestigd te Utrecht, en CNV Connectief, gevestigd te Utrecht
te samen vormend het cao Overleg Werken voor waterschappen
verklaren de navolgende collectieve arbeidsovereenkomst (Cao) te zijn overeengekomen.
Artikel 1 Definities
1. cao-partijen: de werkgeversvereniging Vereniging werken voor waterschappen (Vwvw) en de vakbonden die deze cao hebben afgesloten en ondertekend.
2. werkgever: een lid van de Vereniging werken voor waterschappen.
3. werknemer: de persoon die bij de werkgever als bedoeld in lid 3 werkzaam is op grond van een arbeidsovereenkomst in de zin van artikel 7:610 BW. Niet als ‘werknemer’ in de zin van deze cao worden beschouwd: de voorzitters, dagelijks bestuurders en de algemeen bestuursleden van de waterschappen, de bestuursleden van de werkgevers als bedoeld in lid 3 niet zijnde waterschappen, stagiaires, vakantiewerkers, uitzendkrachten en personen met een leerwerkovereenkomst.
4. A&O-fonds Waterschappen: Stichting Arbeidsmarkt- en Ontwikkelingsfonds Waterschappen.
5. Loonsom: loon voor de loonbelasting/premie volksverzekeringen (kolom 14 van de modelloonstaat van de Belastingdienst).
Artikel 2 Looptijd
1. Deze cao loopt van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2024.
2. Ten aanzien van verlenging en opzegging van deze cao geldt de wet op de collectieve arbeidsovereenkomst.
3. Xxx xxxxxxxx kunnen in het cao overleg Werken voor waterschappen besluiten tot tussentijdse wijziging van deze overeenkomst.
Artikel 3 Doel
1. Het A&O-fonds Waterschappen heeft ten doel: door middel van uiteenlopende (vernieuwende) activiteiten op het brede terrein van arbeidsmarkt- en HRM-beleid een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van:
a. aantrekkelijke, innovatieve, toekomstbestendige en lerende werkgevers met een gezond en veilig werkklimaat die optimaal invulling kunnen geven aan hun maatschappelijke doelstellingen;
b. wendbare en weerbare werknemers binnen deze organisaties die verantwoordelijkheid nemen voor hun werk en duurzame inzetbaarheid en hun talenten optimaal kunnen en willen inzetten voor het bereiken van de organisatiedoelen
2. Dit doel zal worden gerealiseerd door het bevorderen, (doen) uitvoeren en (mede) financieren van de activiteiten in het door het bestuur vastgestelde ‘Reglement Bestedingsdoelen’.
3. Indien het doel wordt gerealiseerd door het verstrekken van subsidies dan zijn daarop de voorwaarden van
toepassing op het door het bestuur vastgestelde ‘Reglement Subsidies’.
Artikel 4 Uitvoering
1. De uitvoering van deze cao gebeurt volgens de statuten en reglementen van het A&O-fonds Waterschappen, die als bijlage onderdeel uitmaken van deze overeenkomst.
2. De uitvoering gebeurt door het A&O-fonds Waterschappen.
Artikel 5 Financiering
1. Het A&O-fonds Waterschappen wordt gefinancierd door middel van een jaarlijkse bijdrage van de werkgevers van 0,12% van de totale loonsom over het voorafgaande kalenderjaar.
2. Jaarlijks doen de werkgevers op verzoek aan het A&O fonds Waterschappen opgaaf van de totale loonsom van het voorafgaande kalenderjaar.
3. Het A&O-fonds Waterschappen is bevoegd tot inning van de bijdragen genoemd in lid 1.
Statuten van stichting Arbeidsmarkt- en
Ontwikkelingsfonds Waterschappen
Artikel 1 Naam en zetel
1. De stichting draagt de naam: Stichting Arbeidsmarkt- en Ontwikkelingsfonds Waterschappen, bij verkorting genaamd: Stichting A&O-fonds Waterschappen en is gevestigd in de gemeente ’s-Gravenhage.
2. De stichting is opgericht voor onbepaalde tijd.
Artikel 2 Doel
1. Het A&O-fonds Waterschappen heeft ten doel: door middel van uiteenlopende (vernieuwende) activiteiten op het brede terrein van arbeidsmarkt- en HRM-beleid een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van:
a. aantrekkelijke, innovatieve, toekomstbestendige en lerende werkgevers (leden van de vereniging Werken van Waterschappen (Vwvw)) met een gezond en veilig werkklimaat die optimaal invulling kunnen geven aan hun maatschappelijke doelstellingen;
b. wendbare en weerbare medewerkers binnen deze organisaties die verantwoordelijkheid nemen voor hun werk en duurzame inzetbaarheid en hun talenten optimaal kunnen en willen inzetten voor het bereiken van de organisatiedoelen
2. Dit doel zal worden gerealiseerd met de bestedingsdoelen en activiteiten zoals genoemd in artikel 1 van
het door het bestuur vastgestelde ‘Reglement Bestedingsdoelen’.
Artikel 3 Inkomsten
1. Het A&O-fonds Waterschappen wordt gefinancierd door middel van een jaarlijkse bijdrage van de werkgevers zoals vastgelegd in de cao A&O-fonds Waterschappen.
2. Overige inkomsten van het A&O-fonds Waterschappen bestaan uit:
a. Subsidies
b. Andere verkrijgingen en baten
c. Opbrengsten van vermogen
Artikel 4 Bestuur, samenstelling, benoeming en ontslag
1. Het bestuur bestaat uit zes (6) leden.
2. De leden van het bestuur worden benoemd door de cao-partijen.
3. De vakbonden FNV en CNV hebben gezamenlijk het recht drie (3) bestuursleden te benoemen. Bij toetreding of vertrek van vakbonden bij de cao Werken voor waterschappen wordt de verdeling van de drie (3) te benoemen bestuursleden onder de vakbonden herzien.
4. De werkgeversvereniging Vwvw heeft het recht om drie (3) bestuursleden te benoemen.
5. De leden van het bestuur worden benoemd voor een periode van maximaal drie (3) jaar en zijn steeds herbenoembaar.
6. Een niet-voltallig bestuur behoudt zijn bevoegdheden.
7. Voor ieder lid van het bestuur kan bij langdurige afwezigheid door degene dei het heeft benoemd een tijdelijk plaatsvervangend lid van het bestuur worden benoemd.
8. Een bestuurder defungeert:
a. Door zijn overlijden,
b. Doordat hij failliet wordt verklaard of hem surséance van betaling wordt verleend,
c. Door zijn onder curatale stelling,
d. Door zijn aftreden,
e. Door zijn ontslag door de rechtbank,
f. Door de intrekking van zijn benoeming.
9. De vakbonden respectievelijk de werkgeversvereniging zullen binnen 3 maanden na het ontstaan van een vacature in hun geleding een opvolger benoemen.
10. Het bestuur kiest uit zijn midden een voorzitter en een vice-voorzitter, elk voor een periode van één jaar. Beide functies worden beurtelings paritair door een werkgevers- dan wel een werknemersvertegenwoordiging vervuld, tenzij het bestuur anders besluit.
11. Een bestuurslid kan te allen tijde worden geschorst of ontslagen door de partij die hem heeft benoemd.
Artikel 5 Bestuur; taak en bevoegdheden
1. Het bestuur is belast met het besturen van de stichting.
2. Het bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van alle overeenkomsten, daaronder met name ook begrepen die bedoeld in artikel 291 lid 2 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
3. Het bestuur kan regels stellen voor de vergoeding van kosten van de bestuurders.
Artikel 6 Bestuur; vertegenwoordiging
1. Het bestuur is bevoegd tot vertegenwoordiging van de stichting in en buiten rechte.
2. De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt mede toe aan de volgende twee gezamenlijk handelde personen: de voorzitter en de vice-voorzitter.
3. Het bestuur kan besluiten tot verlening van volmacht aan één of meer bestuurders, alsook aan anderen, al dan niet verbonden aan (het bureau van) de stichting, om de stichting binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen.
Artikel 7 Bestuur; werkwijze
1. Iedere bestuurder is bevoegd tot het uitbrengen van één stem. Voorzover in deze statuten geen grotere meerderheid is voorgeschreven, worden besluiten van het bestuur genomen met gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen.
Het bestuur kan slechts geldige besluiten nemen in een vergadering waarin ten minste vier (4) bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd zijn, waaronder ten minste twee (2) bestuurders benoemd door de werknemersorganisaties en twee (2) benoemd door de werkgeversorganisaties.
Xxxxxxxxxx over zaken geschieden mondeling; stemmingen over personen geschieden schriftelijk. Bij de bepaling van de stemmenmeerderheid blijven blanco stemmen buiten beschouwing.
Indien bij verkiezingen tussen meer dan twee personen door niemand een volstrekte meerderheid is verkregen, wordt herstemd tussen de twee personen die het grootste aantal stemmen kregen, zo nodig na tussenstemming.
Zijn in een vergadering minder dan vier (4) bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd, dan wordt een tweede vergadering bijeengeroepen, te houden ten minste één en ten hoogste vier weken nadien, in welke tweede vergadering rechtsgeldig kan worden besloten ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde bestuurders omtrent de onderwerpen welke in de eerste vergadering op de agenda waren geplaatst doch waarover in die vergadering bij ontbreken van het quorum niet kon worden besloten.Bij de oproeping tot de nieuwe vergadering moet worden vermeld dat en waarom een besluit kan worden genomen onafhankelijk van het aantal ter vergadering aanwezige of vertegenwoordigde bestuurders.
2. Het bestuur vergadert zo dikwijls als de voorzitter of als tenminste drie andere leden van het bestuur dit gewenst acht(en), doch ten minste drie maal per jaar.
3. De bijeenroeping van de vergadering van het bestuur geschiedt door de in het voorgaande lid bedoelde personen, op een termijn van ten minste zeven dagen, onder opgave van de te behandelen onderwerpen. Toegang tot de vergadering van het bestuur hebben de (plaatsvervangende) bestuurders en degenen die daartoe door het bestuur zijn uitgenodigd.
4. Het bestuur kan ook buiten vergadering besluiten nemen, mits het desbetreffende voorstel schriftelijk (waaronder ook per geëigend telecommunicatiemiddel) aan alle bestuursleden is toegezonden, geen van hen zich binnen een daarbij te stellen termijn van ten minste tien dagen tegen deze wijze van besluitvorming heeft verzet en ten minste de meerderheid van de bestuursleden zich schriftelijk (waaronder ook per geëigend telecommunicatiemiddel), vóór het voorstel hebben verklaard. Van een aldus genomen besluit wordt onder bijvoeging van de ingekomen antwoorden door het bureau een relaas opgemaakt, dat bij de stukken voor de volgende bestuursvergadering wordt gevoegd.
5. Zolang in een bestuursvergadering alle in functie zijnde bestuursleden aanwezig zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen over alle aan de orde komende onderwerpen, mits met algemene stemmen,
ook al zijn de door de statuten gegeven voorschriften voor het oproepen en houden van vergaderingen niet in acht genomen.
6. Ingeval zowel een bestuurder noch zijn plaatsvervanger niet bij de bestuursvergadering aanwezig kan zijn, dan kan de bestuurder zich door een andere bestuurder ter vergadering doen vertegenwoordigen. Een bestuurder kan slechts twee medebestuurders ter vergadering vertegenwoordigen. Een volmacht strekkende tot vertegenwoordiging als in dit lid bedoeld kan slechts dienen voor één, nauwkeurig omschreven vergadering van het bestuur.
7. De voorzitter leidt de vergaderingen van het bestuur; bij zijn afwezigheid wordt de vergadering van het bestuur geleid door de vice-voorzitter. Bij afwezigheid ook van de vice-voorzitter, wordt de vergadering voorgezeten door het oudste aanwezige lid van het bestuur.
8. Het bestuur kan advies inwinnen bij een derde en heeft de bevoegdheid een commissie in te stellen dan wel op te heffen. Zij dient bij het instellen van deze commissie minimaal de doelstelling, de samenstelling, de verantwoordelijkheden en de bevoegdheden van de commissie in duidelijke bewoordingen neer te leggen.
Artikel 8 Bureau en administratie
De stichting oefent haar werkzaamheden uit met behulp van een bureau. Het bureau is bevoegd die zaken af te handelen die door het bestuur aan het bureau zijn gemandateerd.
Artikel 9 Te financieren en subsidiëren instellingen
Subsidie verzoekende instellingen moeten voldoen aan de eisen zoals vermeld in het ‘Reglement Subsidies’.
Artikel 10 Jaarprogramma
1. Jaarlijks stelt het bestuur het jaarprogramma van de stichting vast. Het bestuur streeft ernaar dit uiterlijk in de maand december voorafgaand aan het desbetreffende boekjaar te doen. Indien hiervan wordt afgeweken wordt dit toegelicht.
2. Uiterlijk in de maand december stelt het bestuur de begroting voor het daarop volgende boekjaar vast.
De begroting is desgevraagd voor de bij het fonds betrokken werkgevers en werknemers beschikbaar en moet zijn ingericht en gespecificeerd overeenkomstig de doelstelling en de in artikel 1 van het vastgestelde ‘Reglement Bestedingsdoelen’ opgenomen bestedingsdoelen en activiteiten.
Artikel 11 Boekjaar, jaarrekening
1. Het boekjaar van de stichting valt samen met het kalenderjaar.
2. Het bestuur is verantwoordelijk voor het (laten) opstellen van een jaarverslag en jaarrekening over elk boekjaar.
3. De jaarrekening wordt zoveel mogelijk ingericht conform de bepalingen van Titel 9, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en geeft een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van het fonds en van de ontwikkelingen daarvan gedurende het boekjaar. De jaarrekening moet ingericht en gespecificeerd zijn overeenkomstig de doelstelling en de in artikel 1 van het vastgestelde ‘Reglement
Bestedingsdoelen’ opgenomen bestedingsdoelen en activiteiten. In het jaarverslag legt het bestuur rekenschap af van het gevoerde beleid.
4. Het bestuur geeft een registeraccountant of een accountant-administratieconsulent met certificerende bevoegdheid de opdracht tot het verrichten van de controle van de jaarrekening. De accountantsverklaring wordt opgenomen in het jaarverslag.
5. Het bestuur legt verantwoording af aan het cao overleg Werken voor waterschappen door overlegging van het jaarverslag en de jaarrekening uit welke moet blijken dat de lasten overeenkomen met de bestedingsdoelen.
6. De jaarrekening en het jaarverslag worden ter inzage van de bij het fonds betrokken werkgevers en werknemers neergelegd:
a. Ten kantore van de stichting;
b. Op een of meer door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan te wijzen plaatsen als de cao A&O-fonds Waterschappen algemeen verbindend is verklaard.
7. De verkorte versie van de jaarrekening en het jaarverslag worden gepubliceerd op de website van de stichting.
8. Het jaarverslag en de accountantsverklaring worden op aanvraag aan de bij het A&O-fonds Waterschappen betrokken werkgevers en werknemers toegezonden (tegen betaling van de daaraan verbonden kosten).
9. Als de cao A&O-fonds Waterschappen algemeen verbindend is verklaard worden de jaarrekening en het jaarverslag binnen 6 maanden na afloop van het boekjaar in drievoud aan de Directie Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid toegestuurd.
Artikel 12 Wijziging statuten en reglementen
1. Het bestuur is bevoegd de statuten te wijzigen na toestemming van het cao overleg Werken voor Waterschappen.
2. Het bestuur is bevoegd de reglementen te wijzigen na toestemming van het cao overleg Werken voor Waterschappen.
Artikel 13 Ontbinding van de stichting
1. Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden.
2. Het bestuur is met de vereffening belast, tenzij bij het besluit tot ontbinding een of meer andere vereffenaars zijn benoemd.
3. De vereffenaars doen aan de Kamer van Koophandel opgave van ontbinding alsmede van hun optreden als vereffenaar en van de gegevens van hunzelf die van een bestuurder verlangd worden.
4. Het bestuur stelt bij het besluit tot ontbinding het overschot na vereffening van het (eigen) vermogen vast en benoemt een bewaarder voor de boeken en de bescheiden van de ontbonden stichting. De Vereniging werken voor waterschappen is gerechtigd tot het overschot na vereffening van het (eigen) vermogen van de stichting.
5. Na de ontbinding blijft de stichting voortbestaan voorzover dit tot de vereffening van haar vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten zoveel mogelijk van kracht. In stukken en aankondigingen die van haar uitgaan, moeten aan de naam van de Stichting worden
toegevoegd de woorden ‘in liquidatie’.
6. Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden van de ontbonden stichting gedurende de door de wet bepaalde termijn onder berusting van de door het bestuur in zijn ontbindingsbesluit aangewezen persoon. Deze persoon is gehouden binnen acht dagen na het ingaan van zijn bewaarplicht zijn aanwijzing alsook zijn naam door te geven aan de Kamer van Koophandel.
Reglement Bestedingsdoelen van de stichting A&O-fonds Waterschappen
Artikel 1 Bestedingsdoelen
Het doel van de stichting A&O-fonds Waterschappen genoemd in artikel 3 van de cao A&O fonds Waterschappen en artikel 2 van de statuten van deze stichting, zal worden gerealiseerd door het bevorderen, (doen) uitvoeren en (mede) financieren van de volgende activiteiten:
a. Onderzoek
b. Monitoring
c. Instrumenten
d. Kennisoverdracht
e. Informatievoorziening
f. Overige projecten
g. Subsidies
h. Beheer van de stichting
Reglement Subsidies van het A&O-fonds
Waterschappen
Artikel 1
1. Het bestuur van het A&O-fonds Waterschappen is bevoegd om een specifieke subsidieregeling op te stellen voor activiteiten die aansluiten bij de in artikel 2 van de cao genoemde doelstelling van de stichting.
2. Het bestuur kan mandaat verlenen aan de programmamanager voor het uitvoeren van haar taken zoals beschreven in het Reglement Subsidies.
Artikel 2
Om in aanmerking te komen voor subsidie dient vóór de termijn genoemd in de subsidieregeling waarop een beroep gedaan wordt, een aanvraag en begroting bij het fonds te worden ingediend.
Artikel 3
1. Subsidie wordt slechts op aanvraag verleend.
2. Aanvragen moeten ondertekend worden door de wettelijke of statutaire vertegenwoordiger van de rechtspersoon die als aanvrager optreedt.
3. Een subsidieaanvraag moet zijn voorzien van alle vereisten zoals opgenomen in de subsidieregeling.
Artikel 4
1. Het bestuur van het A&O-fonds Waterschappen besluit over de toezegging van subsidiegelden
2. Het bestuur toetst daarbij op in ieder geval de volgende elementen:
a. Of de aanvraag bijdraagt aan en past binnen de doelstellingen van het subsidieprogramma waarvoor subsidie wordt aangevraagd;
b. De aanvraag voldoet aan de bepalingen uit artikel 3 van het subsidiereglement
3. De toezegging is afhankelijk van het bij het A&O-fonds Waterschappen beschikbare budget.
4. Het bestuur kan bij de toezegging aangeven tussentijdse rapportages te willen ontvangen.
Artikel 5
De subsidie wordt door het bestuur van het A&O-fonds Waterschappen definitief vastgesteld op basis van oplevering van de vereisten zoals beschreven in de subsidieregeling.
Artikel 6
Het bestuur van het A&O-fonds Waterschappen kan de subsidie intrekken indien blijkt dat de subsidient zich niet houdt aan de verplichtingen.
Namens werkgevers
Xxxxx Xxxxxxxxxx
Vereniging werken voor waterschappen
Namens vakbonden
X.X. Xxxxxxxxx FNV
X.X. xxx Xxxxxxx CNV