Contract
C-155
Green Deal Smart Energy Cities
Partijen:
1. De Minister van Economische Zaken, de heer H.G.J. Kamp, hierna te noemen: EZ;
2. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, namens deze: mevrouw C.G. Xxxxxxx, wethouder Kunst, Economische Zaken, Water en Bedrijven;
3. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Arnhem, namens deze: xxxxxxx X. xxx Xxxxxx, wethouder Recreatie, ruimte, milieu en grondzaken;
4. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven, namens deze: mevrouw M.A. Schreurs, wethouder Innovatie, Design, Cultuur en Openbare Ruimte;
5. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Enschede, namens deze: mevrouw X.X. xxx Xxxx, wethouder Economie en Cultuur, Innovatie en Middelen
6. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Groningen, namens deze: de xxxx X. xxx Xxxxxx, wethouder Verkeer en vervoer, Economische zaken en Innovatie;
Partijen genoemd onder 2 tot en met 6 hierna samen te noemen: Gemeenten;
7. Netbeheer Nederland, vertegenwoordigd door de xxxx X. Xxxxx, bestuurslid, hierna te noemen: Netbeheer Nederland;
8. Stichting TKI Switch2SmartGrids, te dezen vertegenwoordigd door de heer F.J. Xxxxxxx, voorzitter van het Topconsortium voor Kennis en Innovatie Smart Grids;
9. Stichting TKI EnerGo, te dezen vertegenwoordigd door de heer/mevrouw T.P. Xxxxxxxx, voorzitter van het Topconsortium voor Kennis en Innovatie voor Energie in de Gebouwde Omgeving;
10. Stichting TKI Solar Energy, te dezen vertegenwoordigd door de heer W.C. Xxxxx, directeur en voorzitter a.i. van het Topconsortium voor Kennis en Innovatie voor Energie in de Gebouwde Omgeving;
11. Stichting TKI Power2Gas, te dezen vertegenwoordigd door de heer J.K. Xxxxxx, directeur van het Topconsortium voor Kennis en Innovatie Gas;
12. Stichting TKI ClickNL, te dezen vertegenwoordigd door mevrouw V.A.J. Xxxxxxx, directeur van het Topconsortium voor Kennis en Innovatie Creatieve Industrie;
Partijen genoemd onder 8 tot en met 12 hierna samen te noemen: XXX’x Hierna samen te noemen: Partijen;
Algemene overwegingen:
1. Om onze welvaart ook voor toekomstige generaties te behouden is het nodig om het concurrentie vermogen van onze economie te versterken en tegelijkertijd de belasting van het milieu en de afhankelijkheid van fossiele energie en schaarse grondstoffen te verminderen.
2. Creativiteit, ondernemerschap en innovatie zijn essentieel om deze omslag naar groene groei mogelijk te maken. Bedrijven, burgers en maatschappelijke organisaties nemen volop concrete initiatieven voor vergroening van economie en samenleving. Met de Green Deal aanpak wil het kabinet deze dynamiek in de samenleving op groene groei optimaal benutten.
3. Green Deals bieden bedrijven, burgers en organisaties een laagdrempelige mogelijkheid om samen met de overheid te werken aan groene groei. Initiatieven uit de samenleving staan daarbij aan de basis. Daar waar deze tegen belemmeringen aanlopen die volgens initiatiefnemers kunnen worden aangepakt op rijksniveau, wil het kabinet zich inzetten deze weg te nemen of op te lossen om zo deze initiatieven te faciliteren en te versnellen. In een Green Deal leggen partijen hierover concrete afspraken schriftelijk vast.
4. De resultaten van een Green Deal kunnen gebruikt worden bij andere, vergelijkbare projecten, waardoor er navolging kan plaatsvinden en de reikwijdte van een Green Deal kan worden vergroot zonder dat daar specifieke ondersteuning vanuit de Rijksoverheid tegenover staat.
Specifieke overwegingen Green Deal Smart Energy City
1. Veel van de maatschappelijke uitdagingen staan in relatie tot ontwikkelingen in de stedelijke omgeving. De verduurzaming van de Nederlandse energievoorziening, met een groot aandeel decentrale energieopwekking, is één van deze uitdagingen. Daarbij zijn er niet alleen vraagstukken van technischeconomische aard, maar ook van sociale, en van maatschappijpolitieke aard.
De uitdagingen en vraagstukken zijn voor de Green Deal Smart Energy Cities samen te vatten in één vraag. Welke slimme energieconcepten passen in de verduurzaming van de energievoorziening, zijn economisch aantrekkelijk om op grote schaal in de gebouwde omgeving te kunnen worden toegepast , en sluiten aan op (latente) behoeften van de gebruikers en eigenaren van woningen, publieke voorzieningen en andere gebouwen? Bij deze vraag is er ook een volwaardige rol voor gebruikers en eigenaren van gebouwen en woningen (consumenten) bijvoorbeeld als cocreator van succesvolle producten en diensten die hen in staat stelt optimaal gebruik te maken van dergelijke slimme energieconcepten .
2. De Minister van Economische Zaken heeft in oktober 2009 een Taskforce Intelligente Netten ingesteld om een breed gedragen visie te ontwikkelen over de voorbereiding van de introductie van intelligente netten, Stcrt. 2009, 16085. Vervolgens is met het Innovatieprogramma Intelligente Netten een aantal nieuwe energieconcepten toegepast in een 12tal proeftuinen waarbij gebruikers in de periode 20102015 ervaringen opdoen met toepassingen voor intelligente netten. Deze concepten staan niet los van wet en regelgeving, gebruikersbenaderingen, standaardisatie en de introductie van nieuwe producten en diensten. Toepassing van informatie en communicatietechnologie (ICT) en datamanagement is een essentieel onderdeel van deze intelligente energieconcepten. Grootschalige toepassing van uit deze proeftuinen afkomstige nieuwe energieconcepten voor intelligente netten werd indertijd verwacht in de periode 20152025.
3. In het Energieakkoord van september 2013 zijn doelstellingen opgenomen voor energiebesparing en verduurzaming van de energievoorziening. Voor de extra impuls op dit gebied voor het Groene Groei beleid liggen er nu unieke kansen. De benutting hiervan is echter niet vanzelfsprekend omdat dit een verregaande samenwerking en inzet van een groot aantal bedrijven, organisaties, kennisinstellingen en overheden vergt. De energienetbeheerders hebben met het Actieplan Duurzame Energie van Netbeheer Nederland een traject opgezet, waarin zij samen met stakeholders in overleg onderzoeken welke acties nodig zijn om ook in 2030 een betrouwbare, veilige, betaalbare en duurzame energie voorziening te kunnen garanderen. De Minister van Economische Zaken heeft een Visie Lokale Opwek toegezegd, die de grote maatschappelijke interesse in decentrale duurzame energieproductie zal bundelen en initiatieven daartoe zal faciliteren. Voor de benutting van al deze kansen vormt flexibiliteit in het energiesysteem echter een belangrijke voorwaarde. Hierbij zullen oplossingen moeten worden gevonden, die het gedrag van mensen kunnen beïnvloeden o.a. langs wegen van design en ICTtoepassingen.
4. Een uitdaging die in deze Green Deal wordt geadresseerd vormt het overwinnen van de ‘valley of
death’, de laatste horde voor het realiseren van grootschalige, commercieel aantrekkelijke en door de maatschappij en gebruikers geadopteerde toepassingen van deze concepten. De opschaling van zulke energieconcepten biedt bedrijven het benodigde perspectief op afzet en daarmee geeft het een extra impuls aan de innovatiemotivatie. Het ontbreekt echter nog aan organisatorische condities die het
mogelijk maken dat deze (combinaties van) innovaties op voldoende schaal en op een commerciële basis kunnen worden toegepast. Het realiseren van een opschalingsproject van voldoende omvang is daarbij essentieel. Het biedt bedrijven perspectief voor investeringen in hun innovaties. De schaal van het programma dwingt hen om deze innovaties (semi)commercieel aan te bieden – ook om de totale kosten betaalbaar te houden – en deze innovaties aan te passen aan de wensen van gebruikers en eigenaren van de woningen en gebouwen die onderdeel worden van dit programma.
5. Binnen, maar ook buiten de Randstad bestaan een aantal grote en dichtbevolkte gemeenten, die zich bij uitstek lenen voor opschaling van de voor intelligente netten benodigde nieuwe energieconcepten, producten en diensten. Bedrijven kunnen die daar op grote schaal aanbieden. Op het terrein van lokale opwek specialiseert Nederland zich in slimme ontwerpen met hoge toegevoegde waarde met een sterk ecologisch profiel, waarbij kansen worden gezien voor de creatieve industrie, handel en dienstverlening. Steeds meer gemeentebesturen hebben dan ook ambities om met de in hun steden werkzame netbeheerders en andere bedrijven activiteiten te ontwikkelen op het gebied van lokale opwek, datamanagement, powermatching en flexibilisering. Crosssectorale samenwerking, voldoende schaalgrootte en betrokkenheid van de bewoners en gebruikers zijn daarvoor ook essentiële bouwstenen om tot nieuwe financieel haalbare en geaccepteerde concepten, producten en diensten te komen.
6. Het opstellen van een breed gedragen (medeoverheden, kennisinstellingen, organisaties en bedrijven) programma waarbinnen specifieke projecten kunnen worden uitgevoerd gericht op het ontwikkelen, toepassen en opschalen van nieuwe energieconcepten, producten en diensten kan een nieuwe impuls geven aan de introductie en verder ontwikkeling van intelligente netten, verduurzaming en energie besparing. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van stimulansen en kaders die reeds zijn gecreëerd in met name de Topsector Energie, en ook op bijvoorbeeld het netwerk van de Digitale Steden Agenda. De in deze Green Deal vastgelegde afspraken over samenwerking richten zich op het creëren van de kansen en de organisatorische verankering van de gewenste opschaling middels een dergelijk programma. Daaraan zullen partijen op verschillende wijzen bijdragen, naar gelang hun verantwoordelijkheden en mogelijkheden, met financiële bijdragen of anderszins. Uitgangspunt voor de nieuwe energieconcepten, producten en diensten blijft dat die op normale commerciële termen te kunnen worden aangeboden. Daarmee kunnen bedrijven de commerciële perspectieven aantonen.
Komen het volgende overeen:
1. Doel
Artikel 1 Doel van de Green Deal Smart Energy Cities
Partijen willen met deze Green Deal een extra impuls geven aan energiebesparing en de verduurzaming van de (lokale) energievoorziening door via publiekprivate samenwerking een grootschalige uitrol van de voor intelligente netten benodigde nieuwe concepten, producten en diensten te versnellen.
Het doel is om in de periode 20142019 slimme energieconcepten toe te passen op enkele locaties in de betrokken Gemeenten, met een totale omvang van minimaal 100.000 gebouwen, door middel van een Programma Opschaling Slimme Energieconcepten. In het kader van dat programma zullen concrete opschalingsprojecten met voldoende schaalgrootte worden uitgevoerd.
2. Inzet en acties
Artikel 2 Inzet en acties van Partijen gezamenlijk
Partijen zetten zich in om vóór 31 december 2019 bij te dragen aan de verduurzaming van het energiesysteem door 100.000 gebouwen in Nederland te voorzien van nieuwe energieconcepten, producten en diensten gericht op energiebesparing, inzet van duurzame energie, inpassing van lokale opwek en flexibiliteit van het energiesysteem.
Artikel 3 Opstellen Programma Opschaling Slimme Energieconcepten
1. De Gemeenten, Netbeheer Nederland en TKI’s zullen ervoor zorgen dat een externe kwartiermaker een Programma Opschaling Slimme Energieconcepten zal opstellen en in detail zal uitwerken.
2. Het Programma Opschaling Slimme Energieconcepten bestaat in elk geval uit de volgende onderdelen: 1°. inventarisatie van concrete opschalingsprojecten en de daarvoor geschikte locaties in de
Gemeenten die relevant kunnen zijn voor het bereiken van het doel van deze Green Deal waar het programma meerwaarde aan gemeenten kan bieden.;
2°. het ontwikkelen van een aanpak voor de uitvoering van de concrete opschalingsprojecten met het oog op het verbeteren van de (potentiële) meerwaarde van een project voor de projectdeelnemers;
3°. het ontwikkelen van een platvorm voor het publiek toegankelijk maken van energiegerelateerde data voor onder meer dienstenleveranciers, op basis van bestaande technologie en van nieuwe, innovatieve technologie die voortkomt uit de innovatieagenda van de Topsector Energie;
4°. netwerkvorming en nieuwe publiekprivate samenwerkingsvormen gericht op nieuwe samenwerkingmogelijkheden ten behoeve van concrete opschalingsprojecten.
3. In het kader van het Programma Opschaling Slimme Energieconcepten zullen concrete opschalingsprojecten worden uitgevoerd in de periode tot 31 december 2019.
4. Uiterlijk 1 juni 2014 wordt het Programma Opschaling Slimme Energieconcepten bij de Minister van Economische Zaken ingediend als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van deze deal.
5. Vóór 1 juni 2014 wordt het Programma Opschaling Slimme Energieconcepten aan relevante medeoverheden, kennisinstellingen, ondernemingen en andere organisaties voorgelegd ter consultatie.
6. Partijen genoemd onder 2 tot en met 12 zullen gezamenlijk voldoende (financiële) middelen beschikbaar stellen om tot het opstellen van het Programma Opschaling Slimme Energieconcepten te komen.
Artikel 4 Beoogde concrete resultaten van het Programma Opschaling Slimme Energieconcepten
De samenwerking tussen Partijen in de Green Deal Smart Energy Cities moet de volgende concrete resultaten (deliverables) opleveren:
a. Ontwikkeling en toepassing van economisch aantrekkelijk en (internationaal) opschaalbaar slimme energieconcepten die maatschappelijk en door consumenten worden geadopteerd, in eerste instantie aan de hand van concrete opschalingsprojecten in ‘slimme’ wijken van de gemeenten die Partij zijn bij de Green Deal Smart Energy Cities met een totale omvang van minimaal 100.000 gebouwen.
b. Een toegankelijk overzicht van de best practices en richtlijnen voor de aanpak van opschaling om zoveel mogelijk van de ontwikkelde energieconcepten, diensten en producten breed beschikbaar te maken. Dit overzicht zal nadrukkelijk een ‘levend’ document zijn dat jaarlijks zal worden aangepast op basis van de vastgestelde leerpunten van de lopende of afgeronde opschalingsprojecten[1].
c. Een open algemeen platform (virtuele marktplaats) waarin vragers en aanbieders van diensten en producten – als onderdeel van slimme energieconcepten – elkaar treffen en die tevens dienst doet als ondersteuning van kennisuitwisseling en delen van ervaringen.
d. Een technisch platform waarop data uit uiteenlopende bronnen op uniforme wijze beschikbaar worden gesteld ten behoeve van dienstverleners onder de randvoorwaarde dat dataeigenaren regie kunnen voeren over het gebruik van hun data.
e. Nieuwe mogelijkheden voor de Nederlandse industrie voor export en schaalvergroting op basis van de resultaten van afgeronde opschalingsprojecten
Artikel 5 Inzet en acties Gemeenten, Netbeheer Nederland en TKI’s
De Gemeenten, Netbeheer Nederland en de TKI’s dragen een gezamenlijke verantwoordelijkheid in het scheppen van de juiste condities en het leveren van relevante input, menskracht en – waar van toepassing
– middelen om het Programma Opschaling Slimme Energieconcepten op te stellen en uit te voeren evenals de in het kader van dat programma uit te voeren concrete opschalingsprojecten zodat slimme energie concepten kunnen worden ontwikkeld en toegepast op locaties op het grondgebied van de Gemeenten.
Daarbij wordt voortgebouwd op de afspraken in het Energieakkoord om veranderingen in het energie systeem met de inzet van experimenten te faciliteren en geanticipeerd op de ambities van de Gemeenten om hen ruimte te geven aan nieuwe ontwikkelingen op energiegebied en daaraan verwante gebieden.
Artikel 6 Inzet en acties Gemeenten
De Gemeenten zullen het opstellen en uitvoeren van het Programma Opschaling Slimme Energieconcepten faciliteren door:
a. kansrijke opschalingsprojecten te identificeren waar slimme energieconcepten een meerwaarde kunnen bieden voor de betreffende gemeente en voor gebruikers en eigenaren van de bij het project betrokken gebouwen;
b. gebruikers en eigenaren te stimuleren deel te nemen aan het Programma;
c. ‘launching customers’ te faciliteren bij het realiseren van slimme energieconcepten;
d. relevante bedrijven en organisaties op lokaal met elkaar te verbinden waar er sprake is van onderlinge afhankelijkheden;
e. zich in te spannen om bestuurlijke en beleidsmatige processen en beslissingen waar mogelijk afstemmen om de voor de uitvoering van de opschalingsprojecten mogelijke belemmeringen weg te nemen;
f. waar mogelijk matchen van investeringen met financiën die beschikbaar zijn voor realisatie klimaatambities;
g. datasets beschikbaar te stellen van die relevant kunnen zijn voor nieuwe dienstverlening. Een toetsende en onafhankelijke rol inzake vergunningen en veiligheid van de projecten.
Artikel 7 Inzet en acties Netbeheer Nederland
Netbeheer Nederland zal het opstellen en uitvoeren van het Programma Opschaling Slimme Energieconcepten faciliteren door:
a. data publiekelijk beschikbaar te stellen die relevant kunnen zijn voor nieuwe dienstverlening binnen slimme energieconcepten;
b. investeringen te doen in het ‘verslimmen’ van het net op de locaties van de opschalingsprojecten die in het kader van het programma worden uitgevoerd zodat die leiden tot meer mogelijkheden voor consumenten;
c. een bijdrage leveren aan diensten zoals balansmanagement, capaciteitsmanagement, en datamanagement, en bijvoorbeeld aan toepassing van energieopslag en lokale powertogas.
Artikel 8 Inzet en acties Stichting TKI Switch2SmartGrids, Stichting TKI EnerGO, Stichting TKI Solar Energy en Stichting TKI Power2Gas
Stichting TKI Switch2SmartGrids, Stichting TKI EnerGO, Stichting TKI Solar Energy en Stichting TKI Power2Gas zullen het uitvoeren van het Programma Opschaling Slimme Energieconcepten faciliteren door:
a. daar waar investeringen in innovatie bij opschalingsprojecten aan de orde zijn gezamenlijk innovatiebudget beschikbaar te stellen aan de bij die opschalingsprojecten betrokken bedrijven en kennisinstellingen. Dit gebeurt op zodanige wijze dat alleen projecten worden gehonoreerd die laten zien goed aan te sluiten bij lokale behoeften en die een integrale visie laten zien op de door de indieners voorgestelde oplossingsrichting.
Artikel 9 Inzet en acties Stichting TKI ClickNL
Stichting TKI ClickNL levert een actieve bijdrage aan deze Green Deal via het topconsortium voor kennis en innovatie CLICKNL waarin 7 netwerken samenwerken. Daarbij zal:
a. kennis en expertise ten behoeve van de uitvoering van de Green Deal worden gebundeld vanuit de netwerken Built Environment, Design, Media&ICT en Gaming;
b. via CLICKNL kennisinstellingen, overheden, bedrijven en professionals samen worden gebracht om
oplossingen te creëren die het gedrag van eindgebruikers ontwerpen, beïnvloeden en veranderen op een manier die aansluit bij de wensen en behoeften van die gebruikers.
c. gezorgd worden voor het koppelen van ontwerpmethodes als design thinking, service design en gamification aan kennis en expertise rond materialen, technologie, media, data en interactie met gebruikers. Deze koppeling kan leiden tot innovatieve en vaak ongebruikelijke oplossingen voor complexe problemen.
d. per onderdeel van de het Programma Opschaling Slimme Energieconcepten worden bekeken hoe de creatieve sector de uitvoering van dat programma kan ondersteunen en optimaal kan bijdragen aan enerzijds de succesvolle implementatie en adoptie van de aangedragen concepten en anderzijds het actief betrekken van gebruikers/bewoners eigenaren van woningen en andere gebouwen, bij het ontwerpen en realiseren van slimme energieconcepten.
Artikel 10 Inzet en acties EZ
1. EZ is bereid voor het opstellen en in detail uitwerken van het Programma Opschaling Slimme Energieconcepten als bedoeld in artikel 3, eerste lid, binnen de relevante wettelijke kaders en voor zover dit strookt met de toepasselijke staatssteunregels budget beschikbaar te stellen. Daartoe zal vóór 1 december 2013 een aanvraag moeten worden ingediend bij EZ.
2. EZ is bereid voor de uitvoering van het programma Opschaling Slimme Energie Concepten binnen de relevante wettelijke kaders en voor zover dit strookt met de toepasselijke staatssteunregels budget beschikbaar te stellen. Vóór 1 juni 2014 zal een aanvraag worden ingediend vergezeld van het uitgewerkte programma inclusief begroting.
3. EZ spant zich in om de realisatie van de in het kader van het Programma Opschaling Slimme Energieconcepten uitgevoerde concrete opschalingsprojecten te bevorderen door waar mogelijk knelpunten weg te nemen en waar nodig wet en regelgeving aan te passen.
4. EZ faciliteert de coördinatie van concrete opschalingsprojecten die in het kader van het Programma Opschaling Slimme Energieconcepten worden uitgevoerd door kennis en andere relevante organisaties te betrekken, een regierol te vervullen en voortgang en kennisdeling te bevorderen.
5. EZ spant zich in om andere departementen waaronder in elk geval de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Infrastructuur en Milieu bij de uitvoering van deze deal te betrekken.
3. Slotbepalingen
Artikel 11 Uitvoering in overeenstemming met het Unierecht
De afspraken van deze Green Deal zullen in overeenstemming met het recht van de Europese Unie worden uitgevoerd in het bijzonder voor zover de afspraken vallen onder de werking van de Europese regels met betrekking tot aanbesteding, mededinging, staatssteun en technisch normen en voorschriften.
Artikel 12 Wijzigingen
1. Elke Partij kan de andere Partijen schriftelijk verzoeken de Green Deal te wijzigen. De wijziging behoeft de schriftelijke instemming van alle Partijen.
2. Partijen treden in overleg binnen zes weken nadat een Partij de wens daartoe aan de andere Partijen schriftelijk heeft medegedeeld.
3. De wijziging en de verklaringen tot instemming worden in afschrift als bijlagen aan de Green Deal gehecht.
Artikel 13 Stuurgroep
1. Na ondertekening van deze Green Deal zal een Stuurgroep worden opgericht, die wordt belast met de uitvoering van deze Green Deal.
2. De Stuurgroep bestaat uit vertegenwoordigers van Partijen.
3. De Stuurgroep komt minimaal vier maal per jaar bijeen.
Artikel 14 Evaluatie
1. Partijen zullen jaarlijks over de uitvoering en werking van deze Green Deal rapporteren.
2. Na 2016 zal een evaluatie worden verricht en een verslag daarvan worden opgemaakt.
Artikel 15 Toetreding van nieuwe partijen
1. Er kunnen nieuwe partijen toetreden tot deze Green Deal die een betekenisvolle bijdrage kunnen leveren aan het bereiken van de doelstellingen van deze Green Deal en het Programma Opschaling Slimme Energieconcepten.
2. Een nieuwe partij maakt haar verzoek tot toetreding schriftelijk bekend aan de Stuurgroep, bedoeld in artikel 13.
Zodra alle Partijen schriftelijk hebben ingestemd met het verzoek tot toetreding, ontvangt de toetredende partij de status van Partij van de Green Deal en gelden voor die Partij de voor haar uit de Green Deal voortvloeiende rechten en verplichtingen.
3. Het verzoek tot toetreding en de verklaring tot instemming worden als bijlage aan de Green Deal gehecht.
Artikel 16 Citeertitel
De Green Deal kan worden aangehaald als Green Deal Smart Energy Cities.
Artikel 17 Opzegging
Elke Partij kan deze Green Deal met inachtneming van een opzegtermijn van 3 maanden schriftelijk opzeggen.
Artikel 18 Nakoming
Partijen komen overeen dat de nakoming van de afspraken van de Green Deal niet in rechte afdwingbaar is.
Artikel 19 Inwerkingtreding
1. Deze Green Deal treedt in werking met ingang van de dag na ondertekening door alle Partijen en loopt tot en met 2019.
2. Partijen nemen de uitvoering van alle in deze Green Deal genoemde afspraken zo snel mogelijk ter hand.
Artikel 20 Openbaarmaking
Deze Green Deal zal net als andere afgesloten Green Deals openbaar worden gemaakt, onder andere in de Staatscourant, waardoor anderen kennis kunnen nemen van de gesloten Green Deals, zodat navolging hiervan kan worden bevorderd.
Aldus overeengekomen en in twaalfvoud ondertekend te Amsterdam op 12 november 2013.
De Minister van Economische Zaken,
H.G.J. Kamp;
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
mevrouw C.G. Gehrels;
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Arnhem,
xxxxxxx X. xxx Xxxxxx;
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven,
mevrouw M.A. Schreurs;
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Enschede,
mevrouw X.X. xxx Xxxx;
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Arnhem,
xxxxxxx X. xxx Xxxxxx;
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Groningen,
de xxxx X. xxx Xxxxxx;
Netbeheer Nederland,
de xxxx X. Xxxxx;
Stichting TKI Switch2SmartGrids,
de heer F.J. Verheij;
Stichting TKI EnerGo,
de heer T.P. Bokhoven;
Stichting TKI Solar Energy,
de heer W.C. Sinke;
Stichting TKI Gas,
de heer J.K. Xxxxxx;
Stichting TKI ClickNL,
mevrouw V.A.J. Frissen