RICHTLIJNEN VOOR ERKENNING, INRICHTING EN BEHEER VAN NATUURKAMPEERTERREINEN (versie 2016)
RICHTLIJNEN VOOR ERKENNING, INRICHTING EN BEHEER VAN NATUURKAMPEERTERREINEN (versie 2016)
INHOUD:
1. INTRODUCTIE Blz. 2
2. TEKST VAN DE RICHTLIJNEN Blz. 4
3. TOELICHTING PER ARTIKEL Blz. 8
1. INTRODUCTIE
1.1. Uitgangspunten Stichting De Groene Koepel, te gast in de natuur.
Stichting De Groene Koepel, te gast in de natuur (hierna te noemen: De Groene Koepel) is een Nederlandse organisatie die zich inzet voor een duurzame ontwikkeling van groene verblijfsaccommodatie. Met de focus op natuurbeleving, duurzaamheid, cultuurhistorie en maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) werken we aan een aantrekkelijke, toekomstbestendige verblijfsrecreatie, waarbij mensen los kunnen ko- men van de hectiek van alledag. Hiermee willen we bijdragen aan een verbeterde, gezonde wereld waarin de mens leeft in harmonie met de natuur.
Voor de Natuurkampeerterreinen stelt de Stichting zich specifiek ten doel om het kamperen te bevorderen op terreinen die een rustige en eenvoudige kampeergelegenheid beogen te bieden.
Deze worden gekenmerkt door de ligging in of bij gebieden met een natuurlijke, resp. waardevolle
landschappelijke waarde. De kampeerplaatsen op dergelijke terreinen hebben een natuurlijk karakter en
zijn bestemd voor de rustzoekende kampeerder die de beleving van de natuur op prijs stelt. Hiermee wil zij tevens het duurzaam toerisme en het op een recreatief verantwoorde manier omgaan met de natuur ondersteunen en stimuleren.
Kerntaken zijn de instandhouding van een netwerk van Natuurkampeerterreinen, waar mogelijk/gewenst de uitbreiding van het aantal Natuurkampeerterreinen, de promotie van het Natuurkampeerterrein als type kampeerterrein bij publiek en overheid en de kwaliteitsbewaking. Onafhankelijkheid en innovatie staan daarbij voorop.
1.2. Algemene kenmerken Natuurkampeerterreinen
De indeling van het kampeerterrein is zodanig, dat de kampeerplaats een onderdeel is van de natuurlijke omgeving, zowel visueel als qua licht en geluid, en aan de kampeerder een hoge mate van privacy biedt. Dit is het gevolg van de afstand tussen de kampeerplaatsen en/of de aanwezige begroeiing. Het natuurlijke karakter wordt ook gewaarborgd door de tijdelijke bezetting van de kampeerplaats, het eenvoudige
voorzieningenniveau en de maximale verblijfsduur. In ideale gevallen is het terrein buiten het seizoen niet of nauwelijks als kampeerterrein te herkennen.
De rust wordt gewaarborgd door de ligging van de terreinen (veelal in of bij bos- of natuurgebieden,
verwijderd van urbane invloeden), het relatief eenvoudige voorzieningenniveau, het niet-parkeren naast het kampeermiddel en door het gedrag van de kampeerder zelf, die immers mede vanwege de rust deze
terreinen bezoekt.
De uitgangspunten en spelregels van waaruit De Groene Koepel handelt staan voor de consument beschreven in o.a. “Het Groene Boekje, Kamperen midden in de natuur”. Het door De Groene Koepel handhaven van deze kernwaarden vindt plaats door toetsing aan deze Richtlijnen.
1.3. Achtergronden
Recente ontwikkelingen en prognoses duiden erop dat verwacht mag worden dat de belangstelling voor Natuurkampeerterreinen blijft stijgen, mede door de tendens waarbij een toenemende vraag is naar
eenvoud en avontuur, vrijetijdsbesteding, authenticiteit en duurzaamheid. De Groene Koepel streeft dan ook naar een verdere uitbreiding en een evenwichtiger spreiding van Natuurkampeerterreinen zonder dat aan de kernwaarden van het Natuurkampeerterrein wordt getornd. Dit uitgangspunt is mede gebaseerd op aangeven van de kampeerders.
In het streven van de Nederlandse overheid in het recente verleden naar een zo groot mogelijke
verscheidenheid in het aanbod van kampeermogelijkheden, heeft De Groene Koepel in belangrijke mate bijgedragen.
Belangrijke gesprekspartners bij deze activiteiten, zowel waar het De Groene Koepel als de initiatief nemende gebruiksgerechtigden (eigenaar, beheerder, zakelijk gerechtigde of huurder) betreft, zijn de
provinciale en gemeentelijke overheden vanwege hun bemoeienissen met streek- en bestemmingsplannen, toeristisch beleid en eventuele kampeerverordeningen.
Om deze gesprekken succesvol te kunnen voeren is de beschikking over eenduidige en algemeen geldende Richtlijnen, waar het de locatie, erkenning, inrichting en beheer van Natuurkampeerterreinen betreft, onontbeerlijk. Daarom is het van belang, ook voor de landelijke overheden, te beschikken over heldere
criteria, op grond waarvan het predicaat Natuurkampeerterrein kan worden toegekend en waarin Natuurkampeerterreinen zich onderscheiden van andere kampeerterreinen.
Ook de toenemende belangstelling voor natuurkamperen vereist een duidelijke voorlichting over wat men nu wel en niet van een Natuurkampeerterrein mag verwachten en ook daarom is het des te meer noodzakelijk om de Richtlijnen van de Natuurkampeerterreinen helder te omschrijven, te handhaven en te bewaken.
1.4. Andere regelgeving
De Richtlijnen voor erkenning, inrichting en beheer van Natuurkampeerterreinen zijn privaatrechtelijk van aard. Dat wil zeggen dat het hier gaat om afspraken op grond waarvan tussen burgers iets wordt
overeengekomen. Het betreft in dit geval het al dan niet verstrekken van de kwalificatie “Natuurkampeerterrein” aan een kampeerterrein.
U dient er als eigenaar echter te allen tijde zelf voor te zorgen dat u en uw bedrijf voldoen aan de
publiekrechtelijke regels en wettelijke verplichtingen in het land en gemeente van vestiging. De Groene Koepel is hiervoor niet verantwoordelijk.
1.5. Beoordeling
De beoordeling omtrent het al dan niet voldoen aan de Richtlijnen berust bij het Bestuur van De Groene Koepel. Iedere 3 jaar, of vaker indien noodzakelijk, vinden terreininspecties plaats, teneinde de kwaliteit van de Natuurkampeerterreinen te waarborgen. De beslissing om een terrein als Natuurkampeerterrein te
erkennen, respectievelijk de verleende erkenning in te trekken, is uitsluitend voorbehouden aan het Bestuur.
1.6. Erkenning
Het initiatief tot een aanvraag tot erkenning als Natuurkampeerterrein gaat uit van de eigenaar. Het terrein wordt, na het indienen van de zgn. Eigen Verklaring, als regel door een afgevaardigde van Xx Xxxxxx Xxxxxx bezocht.
Daarna ontstaan de volgende mogelijkheden:
a. Het terrein wordt voor het eerstvolgende kalenderjaar voorlopig erkend als Natuurkampeerterrein als:
• het terrein aan alle Richtlijnen voldoet;
• het terrein op het moment van bezichtigen niet volledig aan alle eisen voldoet, maar door de ge- bruiksgerechtigde schriftelijk wordt toegezegd dat met ingang van het komende kampeerseizoen aan alle eisen voldaan zal worden. Dit dienen dan echter kleine ingrepen te betreffen. Aanvullende bepalingen dienaangaande kunnen worden opgenomen in de Overeenkomst.
• het terrein in aanmerking zou kunnen komen voor erkenning als Natuurkampeerterrein, indien het Bestuur ontheffing op bepaalde artikelen uit de Richtlijnen zou verlenen. Dit gebeurt echter uitslui- tend in zeer uitzonderlijke gevallen en is ter beoordeling aan het Bestuur;
• er geen mogelijkheid meer is het terrein te bezoeken, maar uit de Eigen Verklaring naar voren komt dat het terrein aan alle Richtlijnen voldoet. Dit gebeurt eveneens in zeer uitzonderlijke gevallen en is eveneens ter beoordeling aan het Bestuur.
b. Het terrein wordt niet erkend als Natuurkampeerterrein als op meerdere essentiële punten niet aan de Richtlijnen wordt voldaan, respectievelijk op termijn niet kan worden voldaan. Dit is ter beoordeling aan het Bestuur.
1.7 Overeenkomst
Met de eigenaar van het (voorlopig) erkende terrein wordt een Overeenkomst afgesloten. Dit terrein wordt reeds het eerstvolgende jaar opgenomen in “Het Groene Boekje, Kamperen midden in de natuur”.
In dit eerstvolgende kampeerseizoen worden deze terreinen wederom door of namens het Bestuur bezocht en getoetst aan de Richtlijnen en volgt eventueel een definitieve erkenning, afhankelijk van het oordeel van het Bestuur.
2. RICHTLIJNEN VOOR ERKENNING, INRICHTING EN BEHEER VAN NATUURKAMPEERTERREINEN
A. LOCATIE EN KARAKTER
1. Het terrein dient gelegen te zijn in of bij een natuurlijk en landschappelijk aantrekkelijk gebied of waardevol cultuurlandschap, waarin het passend is gesitueerd.
2. Het terrein dient ten opzichte van geluidsbronnen zodanig gelegen te zijn dat het geluidsniveau voor rustig kamperen algemeen aanvaardbaar wordt geacht. Het terrein dient zodanig gelegen te zijn dat er geen sprake is van stankoverlast en lichtoverlast.
3. Het voorzieningenniveau is eenvoudig van aard en goed onderhouden.
4. Indien een doelmatig beheer wegen, afzettingen, gebouwen, bouwwerken en/of andere voor-
zieningen noodzakelijk maakt, dienen deze wat betreft materiaalkeuze eenvoudig en duurzaam te worden uitgevoerd en in het landelijke karakter van de streek te passen.
5. Het kampeerterrein waarvoor erkenning wordt aangevraagd is een zelfstandige eenheid, d.w.z. bezit haar eigen infrastructuur.
B. INRICHTING
1. De ruime kampeerplekken worden bij voorkeur gemarkeerd, bijvoorbeeld door een paaltje, een merkteken of op natuurlijke wijze door middel van begroeiing, om voor de kampeerder de grootte van de kampeerplaats aan te geven. De afstand tussen de kampeerplaatsen, gemeten tussen
bijvoorbeeld de markering paaltjes, is zodanig dat er sprake is van ruime plaatsen en veel privacy. Per hectare zijn maximaal 30 kampeerplaatsen toegestaan. Afhankelijk van de terreingesteldheid en de spreiding van de voorzieningen en kampeerplaatsen, dan wel groepen van kampeerplaatsen,
biedt het kampeerterrein maximaal 120 kampeerplaatsen.
2. De indeling van het terrein dient functioneel te zijn voor de categorieën kampeermiddelen die worden toegelaten. Waar mogelijk of noodzakelijk wordt een scheiding tussen de verschillende kampeermiddelen aangebracht. Voor kleine trekkerstenten wordt een trekkersveldje aanbevolen.
3. Het kampeerterrein is bereikbaar via wegen die goed begaanbaar zijn voor de categorieën van kampeermiddelen die op het terrein worden toegelaten. Op het terrein zijn geen ontsluitingswegen aanwezig die afwijken van de verschijningsvorm en het karakter van de landwegen en paden in de directe omgeving.
4. Parkeren bij het kampeermiddel is niet toegestaan, met uitzondering van specifieke categorieën kampeerders met een handicap. Op of in de nabijheid van het kampeerterrein is, indien van
toepassing, voldoende parkeergelegenheid aanwezig voor de op het terrein kamperende gasten. Het parkeerterrein is niet bedoeld voor het tijdelijk plaatsen van onbewoonde kampeermiddelen.
5. Noodzakelijke gebouwen, bouwwerken, Trekkershutten e.d. dienen zoveel als mogelijk buiten het zicht van de kampeerplaatsen geplaatst te worden en beslist niet dominant te zijn.
C. BASISVOORZIENINGEN
1. Er is ten minste één deugdelijk en goed onderhouden sanitaire voorziening voor elke 35
kampeerders of een gedeelte van dat aantal, waarin tenminste één toilet, wasbak, (bij voorkeur warme) douche en afwasbak aanwezig is.
2. Indien caravans en campers worden toegelaten is een deugdelijke voorziening voor het ledigen en spoelen van cassette toiletten aanwezig.
3. Op het terrein is op een voor de kampeerder goed zichtbare plaats een centraal informatie-/ mededelingenbord aanwezig met minimaal informatie over: toegangs - en gedragsregels
(“kampeerreglement”), een plattegrond met een overzicht van de kampeerplekken en eventuele scheiding van kampeermiddelen, de procedure van aanmelden, geldende tarieven, wijze van afrekenen, moment van aanwezigheid en telefoonnummer van de beheerder, adressen en
telefoonnummers van dienstdoende hulpdiensten, de verplichting en verkrijgbaarheid van de Natuurkampeerkaart.
4. Het Natuurkampeerterrein dient door middel van voldoende terreinborden, volgens een door De Groene Koepel, te gast in de natuur, vastgesteld en aldaar te bestellen model, als zodanig duidelijk herkenbaar te zijn. Het bord “Welkom op dit Natuurkampeerterrein” dient bij de toegang tot het Natuurkampeerterrein geplaatst te worden. Het is niet toegestaan wijzigingen aan of op dit bord aan te brengen.
D. BEHEER
1. Er dient sprake te zijn van een legale situatie, d.w.z. dat (de exploitatie van) het
Natuurkampeerterrein aan de geldende wettelijke landelijke voorschriften voldoet.
2. Het terrein is uitsluitend toegankelijk voor houders van een Natuurkampeerkaart, op de naleving waarvan door de gebruiksgerechtigde moet worden toegezien.
3. De op het terrein toegelaten houder van een Natuurkampeerkaart heeft recht op het plaatsen van een, in gezinsverband (ongeacht het aantal gezinsleden) of ander gezelschap van max. 4 personen, te bewonen kampeermiddel, zoals beschreven in de artikelen D.5 en D.9.
4. De beheerder moet de kampeerder de mogelijkheid bieden om Het Groene Boekje met de Natuurkampeerkaart op het kampeerterrein aan te schaffen.
5. Op het terrein mag men uitsluitend verblijven in toeristische (mobiele) kampeermiddelen zoals
tent, toercaravan, camper, vouwwagen of huifkar of in een door eigenaar ter beschikking gestelde ingerichte huurtent of Trekkershut.
6. De maximaal aaneengesloten verblijfsduur bedraagt 28 overnachtingen.
7. Het ‘s nachts onbeheerd achterlaten van kampeermiddelen is niet toegestaan op zowel het voor kamperen bestemde terreingedeelte als op het parkeerterrein. Daarom is ook het onbewoonde overstaan tussen twee gescheiden periodes van bewoning niet toegestaan.
8. De gebruiksgerechtigde streeft ernaar om tot 19:00 uur trekkersplekjes vrij te laten voor kampeerders die per fiets of te voet komen.
9. Het aantal kampeermiddelen mag het aantal kampeerplaatsen niet overschrijden. De
kampeerplaatsen zijn bij voorkeur gemarkeerd (zie artikel B.1) en op de bij de Overeenkomst gevoegde situatietekening aangegeven. Bijzettenten worden geacht deel uit te maken van het kampeermiddel. Indien een terrein vol is, dient dit duidelijk kenbaar gemaakt te worden bij de toegang tot het kampeerterrein, resp. langs de openbare weg en via andere informatiekanalen.
10. Het rijden met auto’s en campers over het terrein is alleen toegestaan bij aankomst en vertrek, met inachtneming van de uitzonderingen zoals opgenomen in artikel B.4. Gedurende het verblijf dient de auto geparkeerd te worden op de daartoe door gebruiksgerechtigde aangewezen plaats.
11. Kampeerders mogen alleen gebruik maken van radio/televisie of andere geluidsbronnen wanneer deze niet hinderlijk hoor- of zichtbaar zijn voor medekampeerders. Hierdoor wordt de interne rust op het terrein gewaarborgd.
12. Gezien het karakter van een Natuurkampeerterrein wordt een vorm van beheer nagestreefd, waar duurzaamheid centraal staat. Derhalve wordt de eigenaar geadviseerd bij de inrichting van het kampeerterrein en het aanbrengen van voorzieningen rekening te houden met aspecten op het gebied van milieuzorg en duurzaam beheer.
13. De voor Het Groene Boekje ingezonden informatie dient een juiste weergave van de werkelijkheid overeenkomstig de aard en het karakter van het Natuurkampeerterrein te zijn. Uiteraard geldt dit ook voor de promotie die de eigenaar/beheerder op eigen initiatief doet voor zijn
Natuurkampeerterrein. De eigenaar van het Natuurkampeerterrein zet zich ook in voor de promotie van het merk.
14. De beheerder van het kampeerterrein verplicht zich tot het uitoefenen van goed gastheerschap, derhalve een bij voorkeur dagelijkse (op het informatiebord aangeduide) aanwezigheid op het kampeerterrein en het actief naleven van de Richtlijnen.
E. ERKENNING EN OVEREENKOMST
1. In het geval dat het Bestuur van De Groene Koepel, te gast in de natuur, beslist dat het
kampeerterrein volledig aan deze Richtlijnen voldoet, of een (tijdelijke) ontheffing wordt verleend op een beperkt aantal onderdelen daarvan, wordt met de gebruiksgerechtigde een Overeenkomst gesloten.
2. De Overeenkomst geldt voor een periode van 5 jaar en kan aansluitend verlengd worden voor een periode met maximaal dezelfde duur, zolang voldaan wordt aan de tussentijdse toetsing aan de
Richtlijnen.
Vastgesteld december 2016
2. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING
A. LOCATIE EN KARAKTER
A.1. De hier gehanteerde omschrijving is doelbewust ruim gehouden, aangezien de uiteindelijke
beoordeling slechts in het veld zelf gegeven kan worden. Een passende situering is die waarin het kampeerterrein, zeker in de winterperiode, niet of nauwelijks als zodanig herkenbaar is omdat het kampeerterrein een natuurlijke inrichting en sfeer heeft. Daarnaast mag het terrein niet op of in de nabijheid van het erf van een werkend agrarisch bedrijf zijn gesitueerd, i.v.m. mogelijke geluids-, stank-, stof- en verkeersoverlast en om het onderscheid met de zgn. ‘ boerencamping’ helder te houden. Een Natuurkampeerterrein onderscheidt zich expliciet door middel van natuurbeleving.
A.2. “Storende geluidsbronnen” kunnen zijn: drukke spoorlijnen, autosnelwegen, drukke provinciale
wegen, lawaaiproducerende industrie, sportvelden, vliegvelden en/of veelvuldig laag overvliegende vliegtuigen, hondenkennels, zwembaden, aangrenzende grootschalige kampeerterreinen, horeca (terrassen en live-muziek) e.d. Wat betreft ‘lichtoverlast’ kan gedacht worden aan sportaccommodaties, kassen e.d.
Het terrein bevindt zich op een redelijke afstand van mogelijk storende geluidsbronnen, zodat de rust en beleving zo optimaal mogelijk wordt gewaarborgd.
A.3. Voorzieningen die kenmerkend zijn voor grotere kampeerterreinen, zoals kampwinkels, kantines, kunstmatig aangelegde zwembaden, grote (reclame) borden, grootschalige sportvoorzieningen en dergelijke, worden als niet passend en niet in overeenstemming met de doelstelling van het kamperen op Natuurkampeerterreinen beschouwd.
A.4. Voorzieningen moeten passen bij de eenvoud van een Natuurkampeerterrein en vanuit die visie functioneel te zijn. Dit kunnen zijn een sanitairgebouw, schuilgelegenheid, (natuurlijke) speelvoorzieningen, milieustraat, fietsenstalling, Trekkershutten® e.d.
A.5. Wanneer het Natuurkampeerterrein onderdeel uitmaakt van een groter kampeerterrein of recreatiebedrijf, dan dient sprake te zijn van een zelfstandige eenheid. D.w.z. het
Natuurkampeerterreinen bezit haar eigen infrastructuur, zoals toegang, sanitair en parkeergelegenheid.
B. INRICHTING
B.1. Per hectare zijn maximaal 30 gemarkeerde kampeerplaatsen toegestaan. Bij de hectare is inbegre- pen: de ruimte van de kampeerplaatsen met direct omringende beplanting, paden en (sanitaire) voorzieningen. Bij de indeling van kampeerplaatsen is sprake van ruime plekken, aanbevolen wordt minimaal 150 m2 per plek, waardoor een hoge mate van privacy wordt gewaarborgd.
Het maximaal aantal toegestane kampeerplekken op een Natuurkampeerterrein is 120 plekken. Een aaneengesloten kampeeroppervlak van 4 hectare met 120 kampeerplekken zal in de meeste gevallen niet voldoen aan de kenmerken die men van een Natuurkampeerterrein mag verwachten. Het is echter wel mogelijk dat de kampeerplaatsen in groepjes verdeeld zijn over meerdere velden. Dit wordt per locatie beoordeeld. Het markeren van de kampeerplekken bijvoorbeeld met genum- merde paaltjes of andere merktekens geeft –met name bij drukte- zowel de kampeerder als de be- heerder snel overzicht van de (nog) beschikbare ruimte en het aantal (vrije/bezette) plaatsen. In combinatie met een aangeplakte situatietekening kan ook eenvoudig onderscheid gemaakt worden naar type kampeermiddel per kampeerplaats.
B.2. Grote en kleine kampeermiddelen door elkaar heen geplaatst kunnen elkaar ‘bijten’, bijvoorbeeld caravans/campers en tenten. Over het algemeen staan tentkampeerders liever bij elkaar dan tussen (veel) caravans/campers in. Voor trekkerstentjes wordt een apart trekkersveldje (of deel van het kampeerveld) met een speciaal trekkerstarief aanbevolen. Waar mogelijk, afhankelijk van de
terreinsituatie wordt geadviseerd kampeermiddelen te scheiden en dit op de plattegrond aan te geven. Markering bij de kampeerplekken kan daarbij een hulpmiddel zijn. Voor campers kan een
speciale plaats ingericht worden, bij voorkeur dicht bij de ingang, wat heen- en weer rijden over het kampeerterrein voorkomt. Houdt er bij plekken voor grote caravans en campers rekening mee dat het uitzicht voor andere kampeerders niet hinderlijk belemmerd wordt.
B.3. De toegang tot het terrein dient functioneel te zijn voor de categorieën kampeermiddelen die op het terrein worden toegelaten. Een terrein waarop caravans en campers zijn toegelaten, dient derhalve een daarop berekende toegangsweg en ondergrond te hebben, ook al betekent dit
misschien een lichte ingreep in de bestaande en bij het gebied passende infrastructuur. Probeer bij eventueel noodzakelijke verharding te kiezen voor materiaal met een natuurlijke uitstraling. Aanleg van wegen en paden op het terrein zelf, die daar “van nature” niet horen, dient vermeden te worden. Een Natuurkampeerterrein is geen goed ontsloten woonwijk.
B.4. Bij bedoelde uitzondering valt te denken aan kampeerders met een beperking. Indien de terreinsituatie dit toelaat kan een uitzondering gemaakt worden voor een kampeerder die een ontheffing heeft van de Gemeente. Dit dient voor een ieder tijdig kenbaar en zichtbaar gemaakt te zijn. Onder een parkeer- gelegenheid wordt een goed bereikbare parkeerplaats verstaan, waarvan de
inrichting summier tot nihil kan zijn, afhankelijk van grondslag en ligging. De capaciteit van de par- keerplaats kan berusten op de ervaring omtrent het percentage kampeerders dat per auto komt. Indien het onmogelijk is om een centrale parkeerplaats te regelen, kan hier eventueel een uitzon- dering voor worden gemaakt door het aanleggen van meerdere kleinere terreintjes, zonder dat daarvoor over het kampeerterrein gereden moet worden.
Het parkeerterrein is uitdrukkelijk niet bestemd voor het tijdelijk parkeren van onbewoonde kam- peermiddelen, deze worden in het geheel niet toegestaan op een Natuurkampeerterrein.
Indien het terrein niet toegankelijk is voor kampeerders die per auto komen, dient dit in Het Groene Boekje duidelijk vermeld te worden.
B.5. Indien gebouwen of bouwwerken op grond van de andere artikelen in deze Richtlijnen, dan wel ten gevolge van de situering of het beheer van het terrein, noodzakelijk zijn, dan dienen deze, wat be- treft materiaalkeuze en uitvoering, zodanig te zijn dat het karakter van het terrein en de omgeving daarmee geen geweld wordt aangedaan. Met andere woorden: duurzaam, niet opvallen en voorko- men van verstoring van het landschap is het uitgangspunt.
Trekkershutten® en eventueel tijdelijk (ingerichte en) opgezette tenten voor de verhuur en toeris- tisch gebruik worden bij voorkeur op een min of meer afgescheiden gedeelte van het terrein ge- plaatst en mogen niet meer dan 15% van het totaal aantal plekken in beslag nemen. Voor verhuur- tenten geldt voor de gebruikers eveneens de verplichting van de Natuurkampeerkaart en de daarbij behorende spelregels zoals de grootte van het kamperend gezelschap en maximale verblijfsduur.
C. BASISVOORZIENINGEN
C.1 Onder dit artikel zijn voorzieningen vermeld die, op grond van de doelstelling van De Groene Koepel minimaal noodzakelijk zijn. Het sanitaire voorzieningenniveau is eenvoudig van aard en dient in een goede staat van onderhoud te verkeren en bij voorkeur schoongehouden te worden door de
eigenaar van het kampeerterrein. Het niveau -zowel in kwalitatieve als kwantitatieve zin- wordt
enerzijds bepaald door de plaatselijk geldende voorschriften, anderzijds door afstemming op de vraag vanuit de gebruikers van Natuurkampeerterreinen. Uiteraard zijn altijd de ter plaatse
geldende wettelijke voorschriften van toepassing, zoals Milieuvoorschriften, Waterleidingbesluit e.d.
C.2. Gezien de aard van de Natuurkampeerterreinen wordt het gebruik van chemische toiletten - in verband met de milieubelastende stoffen die over het algemeen in het chemisch toilet worden gebruikt - door De Groene Koepel afgeraden.
Afstort toestaan in het gewone toilet wordt om hygiënische redenen sterk afgeraden.
C.3. Een actueel mededelingenbord op een logische plaats, bijvoorbeeld bij het sanitairgebouw, kan veel vragen van uw gasten beantwoorden en is een kernmerk van gastvrijheid en verzorgdheid.
Belangrijke telefoonnummers vermelden, van uzelf, maar ook van dienstdoende huisarts, tandarts, brandweer etc. zorgt ervoor dat gasten snel hulp kunnen inroepen mocht dat nodig zijn.
C.4. Vaak zullen 1 à 2 terreinborden voldoende zijn. Maakt een
Natuurkampeerterrein, uiteraard als zelfstandige eenheid, deel uit van
een groter algemeen kampeerterrein, dan dient dit door middel van een adequate bebording voor een ieder duidelijk kenbaar gemaakt te worden.
Hetzelfde geldt voor in een bos verspreid liggende groepjes
kampeerplaatsen, die samen een Natuurkampeerterrein vormen. In dat geval dienen de deelterreinen een apart terreinbord te hebben en dient dit eveneens vermeld te worden op het mededelingenbord.
D. BEHEER
D.1. Het Natuurkampeerterrein moet een legale status bezitten, d.w.z. de eigenaar dient te voldoen aan de plaatselijk geldende voorschriften. Bij het aanvragen van een erkenning dient een kopie van
bijvoorbeeld vergunning, vrijstelling, ontheffing, verwijzing naar het bestemmingsplan of anderszins te worden bijgevoegd om aan te tonen dat op het terrein een recreatieve bestemming rust. Is sprake van een nieuw, startend bedrijf, dan moet correspondentie worden overlegd waaruit blijkt dat een aanvraag is ingediend bij de Gemeente tot exploitatie van een kampeerterrein. Hieruit moet tevens blijken dat op een redelijke termijn toestemming wordt verleend.
D.2. Stichting De Groene Koepel, te gast in de natuur, streeft er naar om de kwaliteit van de Natuurkampeerterreinen te waarborgen voor het kampeerpubliek dat gebruik maakt van deze terreinen. De
Natuurkampeerkaart bevat een verklaring, waarin de kampeerder de voor het Natuurkampeerterrein geldende algemene spelregels onderschrijft.
Wordt de Natuurkampeerkaart door de beheerder niet verlangd, dan is geen enkel middel aanwezig om de kampeerder op zijn/haar verantwoordelijkheden te wijzen. De beheerder dient derhalve bij aankomst op het bezit van de Natuurkampeerkaart te controleren. Dit geldt ook voor gasten in door de beheerder ter beschikking gestelde (ingerichte) tenten voor verhuur.
Met de inkomsten uit de Natuurkampeerkaart kan De Groene Koepel zich blijven inzetten voor de instandhouding van het netwerk van Natuurkampeerterreinen en door de Natuurkampeerkaart actief op het terrein te verkopen, zorgen beheerders onderling ervoor dat gasten binnen het
netwerk blijven.
Onder voorwaarden (zie D.5) is het mogelijk om op het Natuurkampeerterrein Trekkershutten® aan te bieden. Voor deze gasten geldt de verplichting van de Natuurkampeerkaart niet. Omdat deze accommodatie deel uitmaakt van het Natuurkampeerterrein, dienen zij door de beheerder wel op de hoogte te worden gebracht van de op het Natuurkampeerterrein geldende regels en zich hieraan te houden.
D.3. Deze regel is opgenomen om te voorkomen dat er op basis van een Natuurkampeerkaart vormen van “groepskamperen” gaan ontstaan. Op de Natuurkampeerkaart is opgenomen dat men, buiten het “gezinsverband”, met maximaal 4 personen op een Natuurkampeerkaart mag kamperen. Hierbij wordt er dan wel van uitgegaan dat het groepje van 4 personen op 1 kampeerplek staat. Andere
relatievormen dan het traditionele gezin zijn natuurlijk toegestaan. In de informatie naar potentiële gasten moet worden aangegeven dat Natuurkampeerterreinen niet geschikt zijn voor bijvoorbeeld verjaardagsfeestjes, reünies e.d. Deze groepen kunnen, voor zover aanwezig, worden doorverwezen naar de GroepsNatuurkampeerterreinen.
D.4. Kampeerders kunnen zich toevallig of bewust op uw terrein melden om te komen overnachten. Niet iedereen kan altijd tijdig vooraf beschikken over Het Groene
Boekje en een geldige Natuurkampeerkaart. Men besluit steeds later om zijn vakantiebestemming of overnachtingsplaats te kiezen. De weersvoorspelling heeft hier mede grote invloed op. Vanuit het bureau worden deze ‘ last minute’
kampeerders steeds vaker naar de terreinen doorverwezen, met de afspraak dat de kaart ter plekke kan worden aangeschaft. Ook de ‘nieuwe’ kampeerder dient van de spelregels (zie D.2) op de hoogte te zijn en deze te onderschrijven. Tevens
wordt de kampeerder door middel van Het Groene Boekje gewezen op het bestaan van het netwerk van Natuurkampeerterreinen en zorgen beheerders daarmee onderling voor goede
overnachtingscijfers.
U voorkomt hiermee tevens dat u kampeerders zonder geldige Natuurkampeerkaart moet weigeren en dus doorsturen.
D.5. Onder toeristische kampeermiddelen worden mobiele kampeermiddelen verstaan zoals tenten, campers en huifkarren, caravans, vouwwagens e.d. die aangemerkt kunnen worden als aanhangwagen in de zin van de Wegenverkeerswet. Stacaravans, vakantiehuisjes, appartementen
en andersoortige accommodatie die voor een langer gebruik worden aangeboden, alsmede vormen van groepsaccommodatie, vallen hier dus niet onder.
Ingerichte tenten en Trekkershutten® zijn, in een beperkt aantal (ongeveer 15%) in relatie tot het aantal kampeerplekken, toegestaan. Deze beperking is opgenomen om het aantal vaste accommodatie niet te laten overheersen op het terrein, om het niet ten koste te laten gaan van de natuurbeleving.
De voorkeur gaat uit naar Trekkershutten® (die door Stichting De Groene Koepel, te gast in de na- tuur, zijn gekwalificeerd), omdat dit type accommodatie zeer goed passend is bij de doelgroep en het karakter van het Natuurkampeerterrein, en in vorm en ge- bruik eveneens goed is omschreven (in de Richtlijnen van de Trekkershutten), in- clusief een vergelijkbare kwaliteitswaarborging. (Ingerichte) vakantiehuisjes, sta- caravans, chalets en dergelijke horen niet thuis op een Natuurkampeerterrein.
D.6,7. Deze regels zijn bedoeld om het toeristisch (en ook trekkend) kamperen voldoende ruimte te kunnen bieden, zulks in overeenstemming met de doelstelling van De Groene Koepel. Het parkeerterrein is uitsluitend bestemd voor vervoermiddelen van op het kampeerterrein
verblijvende gasten en niet bedoeld als (tijdelijke) opslag van vervoer- en kampeermiddelen van (tijdelijk) afwezige gasten of anderen. Met ‘overstaan’ wordt bedoeld het achterlaten van het kampeermiddel in onbewoonde toestand, bijvoorbeeld in de periode tussen twee weekenden waarop de kampeerder wél aanwezig is.
D.8. Trekkers zijn van oudsher een relevante doelgroep van de Natuurkampeerterreinen. Teneinde de mogelijkheden voor trekkers te bevorderen is deze regel opgenomen. Daarin wordt een
voorkeurspositie toegekend aan trekkers die te voet en per fiets komen, vanwege de geringere uitwijkmogelijkheden ten opzichte van trekkende gemotoriseerde kampeerders. Voor deze doelgroep wordt een apart trekkersveldje (met speciaal trekkerstarief) aanbevolen.
D.9. Deze regel wil voorkomen dat, onder druk van de toenemende belangstelling (zeker in het
hoogseizoen en in topweekenden) een overbezetting kan ontstaan die afbreuk doet aan de rust en ruimte die Natuurkampeerterreinen dienen te kenmerken.
Indien plaatsen gemarkeerd zijn op het terrein en dit tevens is weergegeven op een aangeplakte plattegrond/situatietekening is voor zowel de kampeerder als de beheerder snel te zien of er nog plaats is en zo ja waar nog plaats is.
Indien de beheerder onregelmatig op het terrein aanwezig is, kunnen instructies voor nog binnenkomende kampeerders op het informatiebord worden aangeplakt.
D.10,00.Xx rust en het eenvoudig kamperen dienen o.a. door deze regels bevorderd te worden en zijn daarmee kenmerkend voor de Natuurkampeerterreinen. Voor campers kunt u bijvoorbeeld een aparte plek inrichten nabij de ingang om hinderlijk over het terrein rijden te voorkomen. Voor
andere gemotoriseerde kampeerders zoals motorrijders geldt eveneens dat onnodig rijden over het terrein niet in overeenstemming is met het karakter van het Natuurkampeerterrein.
Radio, televisie of andere geluidsbronnen mogen niet hinderlijk hoor- of zichtbaar zijn voor medekampeerders. Dit geldt uiteraard ook voor het gebruik van mobiele telefoons. Ook
generatoren die hinderlijk geluid produceren zijn niet toegestaan.
D.12. Een Natuurkampeerterrein staat een duurzaam en verantwoord beheer voor. Aansluiting bij het internationale Ecolabel Green Key wordt geadviseerd.
D.13. In de promotie die de beheerder op eigen initiatief doet voor zijn terrein, zoals bijvoorbeeld
foldermateriaal, eigen website en/of advertenties zowel in gedrukte als digitale media, dient sprake te zijn van een juiste weergave van de
werkelijkheid die overeenkomstig de aard en het karakter van het
Natuurkampeerterrein is. Dit geldt uiteraard ook voor wervingsmateriaal dat al of niet in opdracht door derden is ontwikkeld, zoals campinggidsen, internet-portals e.d. De eigenaar van een Natuurkampeerterrein zet zich ook zelf actief in voor de promotie van het netwerk van
Natuurkampeerterreinen, o.a. door middel van vermelding van het keurmerk (Natuurkampeerterrein) op folders, website enz. Een link naar de website van de
Natuurkampeerterreinen en/of De Groene Koepel wordt daarbij op prijs gesteld. Voor dit doel stelt De Groene Koepel o.a. een netwerkbord, vlag en digitale logo’s ter beschikking. Met deze Richtlijn kan worden bereikt dat de bekendheid van het merk Natuurkampeerterrein blijft groeien en het merk zich kan blijven onderscheiden van andere vormen van kamperen.
D.14. U biedt een vorm van verblijfsrecreatie aan waar gasten, kampeerders zich thuis en veilig willen voelen. Ook het controleren op het naleven van de Richtlijnen, zoals de bezetting en toezien op de verplichting van de Natuurkampeerkaart, vereist -zeker in het seizoen- bij
voorkeur een dagelijks bezoek. Indien beheer niet continu kan plaatsvinden, dient u dit op het
informatiebord aan te geven, bij voorkeur met een tijdstip waarop uw wel aanwezig bent en/of uw ronde doet en met uw telefoonnummer.
E. ERKENNING EN OVEREENKOMST
E.1. In het geval van (voorlopige) erkenning sluit het Bestuur van Stichting De Groene Koepel, te gast in de natuur, met de gebruiksgerechtigde een Overeenkomst af. De Eigen Verklaring, met de daarbij behorende bijlagen, en de Richtlijnen maken onderdeel uit van deze Overeenkomst.
E.2. De Overeenkomst geldt voor een periode van 5 jaar en kan door De Groene Koepel aansluitend wordenverlengd voor een periode met maximaal dezelfde duur. Tussentijds vindt door De Groene Koepel een reguliere toetsing aan de geldende Richtlijnen plaats om te beoordelen of het
betreffende terrein aan de Richtlijnen voldoet.
Indien een van de partijen de Overeenkomst tussentijds wil ontbinden, is hiertoe een clausule in de Overeenkomst opgenomen.