Overeenkomst strekkende tot de collectieve verwijdering van gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen uit afvalwater door het Hoogheemraadschap van Delfland
Overeenkomst strekkende tot de collectieve verwijdering van gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen uit afvalwater door het Hoogheemraadschap van Delfland
1. de publiekrechtelijke rechtspersoon: het HOOGHEEMRAADSCHAP VAN DELFLAND, zetelende te Delft, te dezer zake rechtsgeldig en krachtens daartoe strekkende volmacht van de dijkgraaf vertegenwoordigd door de hoogheemraad X. Xxxx, uitvoering gevende aan het besluit van dijkgraaf en hoogheemraden van 13 oktober 2020 met kenmerk 2017, verder te noemen: “Delfland”,
en
2. de coöperatieve vereniging: WATERZUIVERINGSCOÖPERATIE WESTLAND U.A., gevestigd en kantoorhoudende te Zoetermeer, te dezer zake rechtsgeldig vertegenwoordigd door , handelende:
a. voor zich, en in dat verband verder te noemen: “decoöperatie”, alsmede
b. als gevolmachtigde voor al haar afzonderlijke leden, verder te noemen: “de leden”;
Delfland, de coöperatie en de leden tezamen verder te noemen “partijen”;
Overwegende dat:
Algemeen
i Delfland belast is met de afvalwaterzuivering in zijn beheergebied en daartoe – voor zover te dezen relevant – de afvalwaterzuiveringsinstallatie “De Nieuwe Waterweg” in exploitatie heeft;
ii ten tijde van de ondertekening van deze overeenkomst de leden allen glastuinbouwbedrijven zijn die hun drainwater, drainagewater en/of spoelwater van filters van een waterdoseringsinstallatie lozen in het openbaar vuilwaterriool in het beheergebied van Delfland, van waaruit het uiteindelijk uitkomt in de onder i genoemde of een andere afvalwaterzuiveringsinstallatie van Delfland. Een lijst met de leden (ten tijde van de ondertekening van deze overeenkomst) is als bijlage 1 aan deze overeenkomst gehecht;
iii het lidmaatschap van de coöperatie ook openstaat voor glastuinbouwbedrijven die hun onder ii bedoelde water door een derde partij doen lozen in het openbaar vuilwaterriool in het beheergebied van Delfland en/of voor die derde partijen;
Gewasbeschermingsmiddelen
iv glastuinbouwbedrijven op grond van artikel 3.64a, eerste lid, Activiteitenbesluit milieubeheer (verder: “Activiteitenbesluit”) verplicht zijn om het onder ii genoemde water, alvorens dat te lozen op het openbaar vuilwaterriool, te ontdoen van gewasbeschermingsmiddelen (minimaal 95 procent van de werkzame stoffen die bestaan uit organische verbindingen);
v artikel 3.64a, eerste lid, Activiteitenbesluit op grond van het tweede lid van dat artikel niet van toepassing is indien het water na de lozing wordt geleid door een zuiveringsvoorziening die, of een zuiveringstechnisch werk dat, ten minste 95 procent van de werkzame stoffen die bestaan uit organische verbindingen, uit het water verwijdert;
vi partijen met de amvb-wetgever (Stb. 2017/305, p. 8-15) onderkennen dat een zuiveringstechnisch werk of zuiveringstechnische voorziening als bedoeld onder v milieuvoordelen en kostenvoordelen voor bedrijven heeft boven een fors aantal kleine zuiveringsvoorzieningen, op elk afzonderlijk glastuinbouwbedrijf;
vii Delfland bereid en in staat is om door middel van een nieuw te bouwen zuiveringstechnische voorziening - een ozoninstallatie - op de locatie van de onder i genoemde afvalwaterzuiveringsinstallatie de verwijdering van de werkzame stoffen die bestaan uit organische verbindingen in opdracht en voor rekening van de coöperatie overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.64a, tweede lid, Activiteitenbesluit “collectief” ter hand te nemen voor een aaneengesloten periode van 12 jaar;
viii inzet van de onder vii genoemde ozoninstallatie er mogelijk toe leidt dat ook andere, niet van de leden afkomstige stoffen, zoals bijvoorbeeld medicijnresten, als “bijvangst” worden verwijderd uit het water dat op de onder i genoemde afvalwaterzuiveringsinstallatie wordt gebracht;
Meststo fen (bij teelt los van deondergrond)
ix de leden die teelt los van de ondergrond toepassen op grond van artikel 3.66, vierde lid, Activiteitenbesluit moeten voldoen aan de emissiegrenswaarden, genoemd in de tabel bij dat artikellid, voor de hoeveelheid stikstof in het te lozen drainwater;
x de amvb-wetgever het, vanwege de relatie tussen stikstof en fosfor, niet nodig heeft geacht om in het Activiteitenbesluit ook emissiegrenswaarden, vergelijkbaar met die voor stikstof, op te nemen voor fosfor in het onder ix genoemde water;
xi het beperken van de toegestane hoeveelheid te lozen stikstof vanwege de vaste mengverhouding namelijk ook leidt tot een beperking van de hoeveelheid te lozen fosfor, waardoor als gevolg van de emissiegrenswaarden voor stikstof defacto ook emissiegrenswaarden voor fosfor worden bereikt;
xii Delfland op de onder i genoemde afvalwaterzuiveringsinstallatie in staat is om door middel van een optimalisatie van het reguliere zuiveringsproces een aanvullende hoeveelheid stikstof (circa 4.900 ton) uit het effluent te verwijderen, waardoor, rekening houdend met het zuiveringsrendement van het reguliere zuiveringsproces, de leden van de coöperatie gezamenlijk 18.000 ton stikstof mogen lozen dat beschouwd zal worden als zijnde collectief verwijderd;
xiii burgemeester en wethouders van een gemeente op grond van artikel 2.2a Activiteitenbesluit, indien sprake is van een zodanige combinatie van meerdere activiteiten, dat een scheiding van afvalwater, afkomstig van die activiteiten, niet doelmatig is, bij maatwerkvoorschrift kunnen toestaan dat méér stikstof wordt geloosd dan op grond van artikel 3.66, vierde lid, Activiteitenbesluit is toegestaan, indien het belang van de bescherming van het milieu zich daartegen niet verzet;
xiv Delfland bereid is om in opdracht en voor rekening van de coöperatie, en met inachtneming van het overwogene onder xii en xiii, de verwijdering van stikstof (en fosfor) op de onder i genoemde afvalwaterzuiveringsinstallatie collectief ter hand te nemen voor een aaneengesloten periode van in elk geval 12 jaar;
Investeringen ineens
xv de kosten van de bouw en installatie van de onder vii genoemde ozoninstallatie zijn geraamd (SSK-Delfland) op circa EUR 6,7 miljoen (exclusief btw). De SSK- Delflandraming is als bijlage 2 aan deze overeenkomst gehecht;
xvi de kosten van de voorzieningen om de onder xii genoemde optimalisatie van het zuiveringsproces mogelijk te maken zijn geraamd op EUR 260.000,-- (exclusief btw);
xvii daarnaast is voorzien in de aanleg van een nieuwe persleiding (met een persgemaal) van de buffer Perdik in de Lier naar het rioolgemaal Staalduinen, waarvan de kosten zijn geraamd op EUR 5,5 miljoen (exclusief btw);
xviii Delfland bereid is om de onder xv – xvii genoemde investeringen te voorfinancieren;
Jaarlijks terugkerendekosten
xix de jaarlijkse onderhoudskosten van de onder vi genoemde ozoninstallatie, behoudens indexering, zijn geraamd op EUR 86.000,-- (exclusief btw);
xx de overige jaarlijks terugkerende kosten van de onder vii genoemde ozoninstallatie, waaronder in elk geval die van elektriciteit, behoudens indexering, zijn geraamd op EUR 390.000,-- (exclusief btw);
xxi de jaarlijkse onderhouds- en overige jaarlijks terugkerende kosten die verband houden met de onder xi genoemde optimalisatie van het zuiveringsproces, behoudens indexering, zijn geraamd op EUR 200.000,-- (exclusief btw);
Verklaren overeen te komen als volgt:
Artikel 1 Collectieve verwijdering gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen
1. De coöperatie verleent Xxxxxxxx de opdracht om op de onder i genoemde locatie door middel van de onder vii genoemde ozoninstallatie “collectief” ten minste 95 procent van de werkzame stoffen die bestaan uit organische verbindingen te verwijderen uit het afvalwater (influent) dat op die locatie wordt gebracht. Xxxxxxxx aanvaardt die opdracht.
2. De coöperatie en de leden zijn zich ervan bewust dat bij de uitvoering van de in het vorige lid genoemde opdracht mogelijk ook stoffen worden verwijderd die niet aan de leden kunnen worden toegerekend (‘bijvangst”) en stemmen daarmee in.
De coöperatie verleent Delfland de opdracht tot zodanige optimalisatie van het reguliere zuiveringsproces een aanvullende hoeveelheid stikstof van circa 4.900 ton (en naar rato fosfor (0,04 mol fosfor per mol stikstof)) per jaar worden verwijderd.
Xxxxxxxx aanvaardt die opdracht.
3. De coöperatie draagt ervoor zorg dat de in het vorige lid genoemde hoeveelheid op billijke wijze onder de leden die teelt los van de ondergrond toepassen wordt verdeeld. Indien door de leden gewenst kan een hoeveelheid verwijderde meststoffen ook toegewezen worden aan leden met een teelt in de grond in het geval die leden voor hun teelt meer meststoffen nodig hebben dan de maximale gebruiksnormen in artikel 3.71 Activiteitenbesluit.
4. Bij de uitvoering van de in het tweede lid genoemde opdracht wordt gestreefd naar de verwijdering van tenminste dezelfde hoeveelheid, als wanneer de leden die teelt los van de ondergrond toepassen deze stof individueel zouden verwijderen uit hun afvalwater, alvorens dat te lozen op het openbaar vuilwaterriool.
5. De opdrachten, genoemd in de leden 1 en 2, worden verleend ten behoeve van de leden, die daarmee onherroepelijk instemmen. De leden zijn jegens zowel Xxxxxxxx als de coöperatie verplicht om gedurende de volledige duur van de opdrachten lid te blijven van de coöperatie en uitvoering van die opdrachten door Xxxxxxxx op de wijze als voorzien in – en in lijn met - deze overeenkomst mogelijk te maken.
Artikel 2 Duur van de opdrachten
1. De in artikel 1 eerste lid genoemde opdracht wordt verleend voor de duur van 12 kalenderjaren, ingaande uiterlijk op 1 januari 2023 en derhalve eindigend op 1 januari 2035 (behoudens verlenging). De in artikel 1 tweede lid genoemde opdracht wordt verleend voor de duur van 13 kalenderjaren, ingaande uiterlijk op 1 januari 2022 en derhalve eindigend op 1 januari 2035 (behoudens verlenging).
2. In afwijking van het bepaalde in het vorige lid kan de opdracht, genoemd in artikel 1, tweede lid, eerder ingaan dan op 1 januari 2022, indien de onder xii genoemde optimalisatie van het zuiveringsproces vóór die datum gereed is. In dat geval zal die opdracht ingaan zodra de optimalisatie van het zuiveringsproces gereed is en eindigen op 1 januari 2035 (behoudens verlenging).
Artikel 3 Maatwerkvoorschriften collectieve verwijdering meststoffen
Indien een gemeente waarbinnen de leden die teelt los van de ondergrond toepassen hun afvalwater lozen of doen lozen op het openbaar vuilwaterriool dan wel de rechter mocht
oordelen dat zulks wenselijk of vereist is, zal de coöperatie namens de betreffende (afzonderlijke) leden aan burgemeester en wethouders van de betreffende gemeente verzoeken om met toepassing van artikel 2.2a van het Activiteitenbesluit door middel van een maatwerkvoorschrift te bepalen:
a. dat – en in welke mate – de betreffende leden mogen afwijking van de emissiegrenswaarden in artikel 3.66 lid 4 van het Activiteitenbesluit op voorwaarde dat zij stikstof in hun drainwater “collectief” door Delfland laten verwijderen, en
b. dat de betreffende leden gehouden zijn om de hoeveelheid stikstof die afwijkt van de emissiegrenswaarden te laten verwijderen door Xxxxxxxx gedurende de periode en op de wijze zoals voorzien in deze overeenkomst.
Het verzoek wordt gedaan met inachtneming van het bepaalde in artikel 1, derde lid.
Artikel 4 Kosten
De opdrachten worden uitgevoerd voor rekening van de coöperatie overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 5 tot en met 10.
Artikel 5 Afschrijving op investeringen
1. Delfland zal de onder vii genoemde ozoninstallatie in twaalf jaarlijkse termijnen afschrijven tot een restwaarde van nihil.
2. Delfland zal de onder xvi genoemde voorzieningen om de onder xii genoemde optimalisatie van het zuiveringsproces mogelijk te maken in dertien jaarlijkse termijnen afschrijven tot een restwaarde van nihil.
3. Delfland zal de onder xvii genoemde persleiding in twaalf jaarlijkse termijnen afschrijven tot een restwaarde nihil.
4. Delfland zal het onder xvii genoemde gemaal in twaalf jaarlijkse termijnen afschrijven tot een restwaarde van nihil.
5. De afschrijvingen bedragen steeds één twaalfde deel (1/12) respectievelijk één dertiende deel (1/13) van de oorspronkelijke daadwerkelijke investeringen waarop wordt afgeschreven.
Artikel 6 In rekening brengen afschrijvingen
1. Xxxxxxxx brengt de jaarlijkse afschrijvingen, genoemd in artikel 5, in rekening bij de coöperatie, steeds in het vierde kwartaal van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin die afschrijvingen plaats zullen hebben.
2. De afschrijvingen worden voor de eerste keer in rekening gebracht in het vierde kwartaal van 2023 respectievelijk 2022. Indien de daadwerkelijke omvang van de investering waarover wordt afgeschreven op dat moment nog niet vast staat, zullen de in rekening te brengen afschrijvingen, in zoverre in afwijking van het bepaalde in artikel 5 lid 5, voorshands worden bepaald aan de hand van de geraamde bedragen, genoemd onder xv tot en met xvii. In dat geval zal tussen Delfland en de coöperatie verrekening plaatsvinden op basis van de daadwerkelijke omvang van de investeringen, zodra – en uiterlijk drie maanden nadat – die daadwerkelijke omvang vast is komen te staan. Het te verrekenen bedrag zal worden vermeerderd met een rentevergoeding van 3,5 procent per jaar, te rekenen vanaf de dag waarop de betreffende afschrijving aan Delfland is voldaan tot die daarop de verrekening plaatsvindt door voldoening van het te verrekenen bedrag.
Artikel 7 Rente over investeringen
Delfland brengt de coöperatie jaarlijks, steeds in het vierde kwartaal, een rentevergoeding in rekening van 3,5 procent over de nog niet aan de coöperatie in rekening gebrachte jaarlijkse afschrijvingen, genoemd in artikel 5.
Artikel 8 Variabele kosten
1. Aan variabele kosten brengt Delfland de coöperatie in rekening de kosten van:
a. energie (elektriciteit, brandstof);
b. onderhoud aan ozoninstallatie, persleiding, gemaal en voorzieningen ten behoeve van de optimalisering van het zuiveringsproces;
c. grondstoffen;
d. arbeid;
e. overige variabele kosten.
2. Ter zake van de in het vorige lid genoemde kosten brengt Xxxxxxxx in het vierde kwartaal voorafgaand aan het jaar waarop de kosten betrekking hebben een voorschot in rekening aan de coöperatie. Het voorschotbedrag is gebaseerd op een inschatting van de te maken kosten.
3. Xxxxxxxx brengt de in het eerste lid genoemde kosten, verrekend met het in het vorige lid bedoeld voorschot, uiterlijk in het vierde kwartaal na het jaar waarop de kosten betrekking hebben in rekening aan de coöperatie.
Artikel 9 Betaaldatum
1. Onverminderd het bepaalde in artikel 6 lid 2, tweede en derde volzin, vindt betaling van de in de artikelen 6 en 7 bedoelde bedragen en het in artikel 8, tweede lid, bedoelde voorschot door de coöperatie plaats in de maand januari volgend op het kwartaal waarin die bedragen door Xxxxxxxx aan de coöperatie in rekening zijn gebracht.
2. Bij- of terugbetaling voortvloeiende uit het bepaalde in artikel 8, derde lid, vindt plaats in de maand januari volgend op het kwartaal waarin de kosten, bedoeld in artikel 8, eerste lid, op de voet van artikel 8, derde lid, in rekening zijn gebracht.
Artikel 10 Omzetbelasting
Bedragen die Delfland op grond van deze overeenkomst in rekening brengt aan de coöperatie, met uitzondering van de in artikel 7 bedoelde rentevergoeding, worden vermeerderd met omzetbelasting.
Artikel 11 Afrekening tussen coöperatie en leden; overige verplichtingen leden
1. De coöperatie zal de bedragen die Delfland aan haar in rekening brengt verdelen over de leden en bij die leden in rekening brengen overeenkomstig een tussen de coöperatie en de leden overeengekomen verdeelsleutel.
2. De leden staan er jegens zowel de coöperatie als Delfland voor in dat zij hun financiële verplichtingen jegens de coöperatie zullen nakomen op een wijze die de coöperatie in staat stelt om haar financiële verplichtingen jegens Delfland uit hoofde van deze overeenkomst tijdig na te komen.
3. De leden verplichten zich jegens zowel de coöperatie als Delfland om tot en met 2034, of zoveel langer als de coöperatie niet aan al haar financiële verplichtingen
jegens Delfland uit hoofde van deze overeenkomst heeft voldaan, lid te blijven van de coöperatie.
4. Het bepaalde in het vorige lid is niet van toepassing in de gevallen, genoemd in artikel 18, op voorwaarde dat de in dat artikel genoemde verplichtingen alle volledig worden nageleefd.
5. In geval surséance van betaling wordt verleend aan de coöperatie, in geval dat over de coöperatie het faillissement wordt uitgesproken of in geval van ontbinding van de coöperatie gaan alle vorderingen van de coöperatie jegens haar afzonderlijke leden, zowel die, welke opeisbaar zijn geworden vóór de surséance, het faillissement of de ontbinding, als die, welke daarna opeisbaar zijn geworden en zullen worden, vanaf het moment van respectievelijk surséance, faillissement of ontbinding over op Delfland, en wel rechtstreeks uit hoofde van deze overeenkomst, die in zoverre heeft te gelden als akte van (voorwaardelijke) cessie, en zonder dat voor die overgang een nadere (rechts)handeling is vereist.
Artikel 12 Aanpassing afspraken i.v.m. medicijnresten e.d.
Indien Delfland in de toekomst wettelijk verplicht wordt om stoffen die thans niet worden verwijderd, uit het effluent te verwijderen en daarvoor dezelfde ozoninstallatie aanwendt als die hij op grond van deze overeenkomst aanwendt (bijvoorbeeld voor de verwijdering van medicijnresten), zullen partijen hun afspraken met betrekking tot het in rekening brengen van de kosten van die ozoninstallatie (afschrijvingen en jaarlijks terugkerende kosten) onderling aanpassen en wel zodanig, dat rekening wordt gehouden met de verhouding van de wettelijke verplichting tot verwijdering van de betreffende stoffen en de daarmee gemoeide kosten voor Delfland tot de verwijdering van de gewasbeschermingsmiddelen en de daarmee gemoeide kosten op grond van en op de wijze als voorzien in deze overeenkomst. Gelet op de huidige verhouding huishoudelijk afvalwater
– glastuinbouwwater, zijnde bij benadering 75 : 25, is het niet onwaarschijnlijk dat de verrekening van de kosten hiermee in overeenstemming wordt gebracht
Artikel 13 Kostenverhaal verwijdering gewasbeschermingsmiddelen langs publiekrechtelijke weg
1. Indien in rechte mocht komen vast te staan dat het verhaal door Xxxxxxxx van de kosten die zijn gemoeid met de collectieve verwijdering van gewasbeschermingsmiddelen alleen langs publiekrechtelijke weg (retributie) is toegestaan, worden de leden op grond van deze overeenkomst geacht elk voor zich aan Xxxxxxxx een onherroepelijk verzoek te hebben gedaan tot verwijdering tot 1 januari 2035 van ten minste 95 procent van de gewasbeschermingsmiddelen die door hen zijn geloosd op het openbaar vuilwaterriool. De leden zijn ermee bekend dat Xxxxxxxx in dat geval retributies zal heffen ter zake van door hem verleende diensten.
2. In het geval, bedoeld in het eerste lid, worden betalingen die op grond van overeenkomsten tussen de leden en de coöperatie zijn gedaan door de leden aan de coöperatie en betalingen die op grond van deze overeenkomst zijn gedaan door de coöperatie aan Xxxxxxxx geacht overeen te stemmen met de waarde van de diensten die Delfland voor die betalingen tot dan toe heeft verleend aan de coöperatie en/of haar leden.
Artikel 14 Free riders (gewasbeschermingsmiddelen)
Xxxxxxxx zal aan de ter zake bevoegde colleges van burgemeester en wethouders vóór 1 mei 2021 verzoeken om aan glastuinbouwbedrijven op wie artikel 3.64a, eerste lid, Activiteitenbesluit van toepassing is én die geen lid zijn van de coöperatie casu quo partij zijn bij deze overeenkomst een maatwerkvoorschrift op te leggen, inhoudende dat artikel 3.64a, tweede lid, Activiteitenbesluit niet op hen van toepassing is.
Artikel 15 Aanhaken nieuwe leden
1. De coöperatie zal glastuinbouwbedrijven die hun onder ii bedoelde water lozen of doen lozen op een openbaar vuilwaterriool dat leidt naar de onder i genoemde AWZI en die nog geen lid zijn van de coöperatie ten tijde van de ondertekening van deze overeenkomst te allen tijde in de gelegenheid stellen om lid te worden van de coöperatie, teneinde dat water collectief te laten ontdoen van ten minste 95 procent van de werkzame stoffen die bestaan uit organische verbindingen en van stikstof, op de wijze die is voorzien in deze overeenkomst. Eenzelfde mogelijkheid kan de coöperatie bieden aan derde partijen als bedoeld onder iii, tenzij de regels met betrekking tot het lozen van stoffen die bestaan uit organische verbindingen en stikstof naar aard of inhoud zich daartegen verzetten. Een derde partij die lid wordt van de coöperatie wordt voor de toepassing van deze overeenkomst aangemerkt als glastuinbouwbedrijf.
2. Voor de toepassing van het bepaalde in het vorige lid gelden de navolgende
voorwaarden:
a. de coöperatie bedingt van het glastuinbouwbedrijf dat het partij wordt bij deze overeenkomst. Het glastuinbouwbedrijf verleent de coöperatie daartoe een onherroepelijk volmacht om namens hem met de coöperatie en Delfland een overeenkomst te sluiten waarmee het glastuinbouwbedrijf als partij tot deze overeenkomst toe treedt;
b. de verplichtingen van Xxxxxxxx uit hoofde van artikel 2 gaan jegens het glastuinbouwbedrijf in nadat toepassing is gegeven aan het bepaalde onder a én tussen de coöperatie en het glastuinbouwbedrijf een overeenkomst tot stand is gekomen waarin in elk geval de in artikel 10, tweede en derde lid, genoemde onderwerpen tussen de coöperatie en het glastuinbouwbedrijf zijn geregeld op een wijze die overeenkomt met de overeenkomst tussen de coöperatie en de leden.
3. Toepassing van het bepaalde in de laatste twee volzinnen van het eerste lid behoeft te voren uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van Xxxxxxxx. Delfland kan die toestemming weigeren op gronden die betrekking hebben op het operationele of logistieke proces op de onder i genoemde AWZI alsmede op zuiveringstechnische gronden.
Artikel 16 Werkgroep
1. Er is een werkgroep, waarin vertegenwoordigers van Delfland en de coöperatie zitting hebben. De werkgroep wijst een voorzitter en een secretaris aan. Die zijn bij voorkeur niet werkzaam bij of voor één en dezelfde partij.
2. De werkgroep komt zoveel als zij nodig acht, doch minstens één keer per jaar samen.
3. In afwijking van het bepaalde in het vorige lid komt de werkgroep in 2020, 2021 en 2022 minstens één keer per kwartaal bijeen.
4. De werkgroep is belast met het bewaken van de uitvoering van deze overeenkomst en van die tussen de coöperatie en haar leden en met het doen van aanbevelingen aan partijen met betrekking op hun samenwerking op grond van deze overeenkomst.
5. De bijeenkomsten van de werkgroep worden voorbereid door de voorzitter en de secretaris. De secretaris maakt van de bijeenkomsten een zakelijk verslag.
Artikel 17 Inwerkingtreding overeenkomst
1. Met uitzondering van de artikelen 15, 16, 18 en 21 treedt deze overeenkomst in werking zodra zij door of namens alle partijen is ondertekend en de opschortende voorwaarden, genoemd in artikel 20, alle zijn vervuld.
2. De artikelen 15, 16 en 21 treden in werking zodra deze overeenkomst door of namens alle partijen zijn ondertekend.
Artikel 18 Kettingbeding
1. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:
x. xxxxxxxxxxxx: de overdracht van de juridische eigendom, de overdracht van de economische eigendom, bezwaring met de zakelijke gebruiksrechten van erfpacht en opstal of de juridische of economische overdracht alsmede verhuur en verpachting van die gebruiksrechten en verhuur en verpachting;
b. onderneming:
1e de rechtspersoon of andere organisatievorm die de bedrijfsactiviteiten verricht ten behoeve waarvan deze overeenkomst voorziet in de collectieve verwijdering door Delfland van werkzame stoffen die bestaan uit organische verbindingen en stikstof (en fosfor);
2e afzonderlijke aandelen en (lid)maatschapsrechten in een onder 1e bedoelde rechtspersoon of andere organisatievorm;
3e onroerende zaken of gedeelten daarvan die in het kader van de onder 1e bedoelde bedrijfsactiviteiten worden gebezigd;
4e de onder 1e bedoelde bedrijfsactiviteiten;
c. rechtverkrijgende: degene die een recht verkrijgt als bedoeld onder a op een onderneming, of een gedeelte daarvan, als bedoeld onder b.
2. De leden zijn verplicht en verbinden zich jegens Delfland en de coöperatie, die voor zich aanvaarden, om, in geval van gehele of gedeeltelijke vervreemding van hun onderneming, aan hun rechtverkrijgende of rechtverkrijgenden op te leggen en in verband daarmee in de obligatoire overeenkomst tot vervreemding en, in voorkomend geval, de notariële akte ter uitvoering daarvan woordelijk op te nemen:
a. de bepalingen in deze overeenkomst,
b. bij wijze van derdenbeding ten behoeve van Delfland en de coöperatie: de bepaling dat die rechtverkrijgende of rechtverkrijgenden jegens Delfland en de coöperatie tot naleving van deze overeenkomst casu quo die bepalingen gehouden zijn, en
c. het onder b genoemde derdenbeding namens Delfland en de coöperatie te aanvaarden, voor welke aanvaarding Delfland en de coöperatie de leden nu reeds voor alsdan volmacht verlenen,
zulks alles op straffe van verbeurte van een direct opeisbare boete van EUR 95.000,-- aan zowel Delfland als de coöperatie, met de bevoegdheid van die laatsten, tezamen of afzonderlijk, om daarnaast nakoming en/of de eventueel meer geleden schade te
vorderen. Op gelijke wijze als hiervoor bepaald verbinden de leden zich jegens Delfland en de coöperatie tot het bedingen, bij wijze van derdenbeding ten behoeve van Delfland en de coöperatie, van hun rechtverkrijgende of rechtverkrijgenden dat ook die rechtverkrijgende of rechtverkrijgenden zowel de bepalingen onder a, b en c als de verplichting om die door te geven zal dan wel zullen doorgeven aan diens dan wel dier rechtverkrijgende of rechtverkrijgenden. Elke opvolgende vervreemder neemt daarbij namens en ten behoeve van zowel Xxxxxxxx als de coöperatie de derdenbedingen aan.
Artikel 19 Toepasselijk recht en geschillen
1. Op deze overeenkomst is uitsluitend Nederlands recht van toepassing.
2. De geschillen die voortvloeien uit deze overeenkomst zullen in eerste instantie worden voorgelegd aan de rechtbank te Den Haag, onverminderd het recht van partijen om zich te wenden tot de voorzieningenrechter in die rechtbank indien zij menen dat een spoedeisend belang noopt tot een voorlopige voorziening.
Artikel 20 Opschortende voorwaarden
De (cumulatieve) opschortende voorwaarden, bedoeld in artikel 17, eerste lid, zijn:
a. dat tussen Delfland en de gemeente Westland een borgstellingsovereenkomst tot stand is gekomen die eensluidend is aan het als bijlage 3 aan deze overeenkomst gehechte concept, die in die borgstellingsovereenkomst opgenomen opschortende voorwaarden alle zijn vervuld en die borgstellingsovereenkomst ook overigens in werking is getreden;
b. dat tussen Delfland en de provincie Zuid-Holland een borgstellingsovereenkomst tot stand is gekomen die eensluidend is aan het als bijlage 4 aan deze overeenkomst gehechte concept, die in die borgstellingsovereenkomst opgenomen opschortende voorwaarden alle zijn vervuld en die borgstellingsovereenkomst ook overigens in werking is getreden;
c. dat met het oog op de collectieve verwijdering van ten minste 95 procent van de werkzame stoffen die bestaan uit organische verbindingen en van stikstof zoveel glastuinbouwbedrijven lid zijn geworden van de coöperatie casu quo partij zijn bij deze overeenkomst of, na inwerkingtreding daarvan, op grond van het bepaalde in artikel 15, tot deze overeenkomst zullen moeten toetreden, dat er voor de coöperatie op dat moment sprake is van een sluitende businesscase.
Artikel 21 Ontbinding
1. Delfland kan deze overeenkomst eenzijdig ontbinden, indien de opschortende voorwaarden, bedoeld in artikel 20, onder a en b, op 1 december 2020 niet zijn vervuld.
2. Zowel Delfland als de coöperatie kan deze overeenkomst eenzijdig ontbinden, indien de opschortende voorwaarde, bedoeld in artikel 20, onder c, op 1 juli 2021 niet is vervuld.
3. De coöperatie kan deze overeenkomst eenzijdig ontbinden, indien de raming van de kosten (SSK-Delfland) van de bouw van de onder vii genoemde ozoninstallatie en onder xvii genoemde persleiding met gemaal op basis van het definitief ontwerp – dat nog moet worden opgesteld – dusdanig van omvang is, dat zij het laten
voortduren van deze overeenkomst, gelet op het aantal leden dat op dat moment bij de coöperatie is aangesloten, financieel niet verantwoord acht (“go/no go 1”).
4. De coöperatie kan deze overeenkomst eenzijdig ontbinden, indien de geoffreerde aanneemsom in de winnende aanbiedingen in de procedure tot aanbesteding van de bouw onder vii bedoelde ozoninstallatie en onder xvii genoemde persleiding met gemaal dusdanig van omvang is, dat zij het laten voortduren van deze overeenkomst, gelet op het aantal leden dat op dat moment bij de coöperatie aangesloten is, financieel niet verantwoord acht (“go/no go 2”).
5. Ontbinding op de in het vorige lid genoemde grond is niet meer mogelijk na gunning van de opdracht voor de bouw van de onder vii bedoelde ozoninstallatie en onder xvii genoemde persleiding met gemaal. Xxxxxxxx gaat niet over tot gunning, dan nadat de coöperatie in de gelegenheid is gesteld om zich over de winnende aanbieding, bedoeld in het vorige lid, uit te laten.
6. Ontbinding op grond van dit artikel geschiedt door middel van een aangetekende brief.
Artikel 22 Bijlagen
PRO MEMORIE