GAZ DE FRANCE
Onofficiële vertaling, uitsluitend bedoeld ter informatie
VERDRAG XXX XXXXX-XXXXXXXX XXX XXXX XXXX XXX XX XXXXXX
XXXXXX
XXX XX XXXXXX
OVERNEMENDE VENNOOTSCHAP
EN
SUEZ
OVERGENOMEN VENNOOTSCHAP
Per 5 juni 2008
FUSIEVERDRAG
Tussen de ondergetekenden:
– Gaz de France, naamloze vennootschap met een kapitaal van 983.871.988 euro, met maatschappelijke zetel te 00 xxx Xxxxxxxxx Xxxxxxx, 00000 Parijs, ingeschreven in het handelsregister en het register der ondernemingen van Parijs onder het nummer 542 107 651, vertegenwoordigd door haar algemeen directeur de Heer Xxxx-Xxxxxxxx Xxxxxxx, daartoe gemachtigd voor het doel van onderhavig document krachtens een bespreking binnen de Raad van Bestuur op 4 juni 2008,
Hierna genoemd “Gaz de France” of de “Overnemer”, enerzijds
En:
– Suez, naamloze vennootschap met een kapitaal van 2.617.883.906 euro, met maatschappelijke zetel te 00 xxx xx xx Xxxxx l’Evêque, 75008 Parijs, ingeschreven in het handelsregister en het register van ondernemingen van Parijs onder het nummer 542 062 559, vertegenwoordigd door haar algemeen directeur de Xxxx Xxxxxx Xxxxxxxxxx, daartoe gemachtigd voor het doel van onderhavig document krachtens een bespreking binnen de Raad van Bestuur op 4 juni 2008;
Hierna genoemd “Suez” of de “Overgenomen partij”, anderzijds.
Gaz de France en Suez worden hierna samen de “Partijen” genoemd.
Het volgende kwam aan de orde en werd overeengekomen:
Inhoudsopgave
HOOFDSTUK I 1
OVERWEGINGEN 1
I - Kenmerken van de vennootschappen 1
1. Gaz de France (overnemende vennootschap) 1
2. Suez (overgenomen vennootschap) 2
3. Kapitaalbanden tussen Gaz de France en Suez: 2
4. Gaz de France en Suez hebben geen enkele gemeenschappelijke bestuurder. 3
II - Motieven en doelstellingen van de fusie 3
III - Boekhouding als basis voor de fusie 4
IV - Waarderingsmethodes 5
V - Significante transacties die een invloed hebben op het kapitaal van de vennootschappen en te bestemmen verdelingen tussen de datum van ondertekening van
dit verdrag en de Datum van Verwezenlijking van de Fusie 5
HOOFDSTUK II 6
INBRENG-FUSIE 6
I - Voorafgaande bepalingen 6
II - Inbreng-fusie van Suez 6
III - Vaststelling van de ruilverhouding 8
IV - Vergoeding van de inbreng-fusie 9
V - Fusiepremie 10
VI - Fusie-mali 10
VII - Ingangsdatum 10
VIII - Eigendom - Vruchtgebruik 11
HOOFDSTUK III 12
LASTEN EN VOORWAARDEN 12
I - Uiteenzetting van lasten en voorwaarden 12
II - Voor deze inbreng-fusie, gaat Suez de hiernavolgende verbintenissen aan: 16
III - Gaz de France gaat van haar kant de volgende verbintenissen aan: 17
HOOFDSTUK IV 18
OPSCHORTENDE VOORWAARDEN 18
HOOFDSTUK V 20
ALGEMENE VERKLARINGEN 20
HOOFDSTUK VI 22
FISCALE EN SOCIALE VERKLARINGEN 22
I - Algemene bepalingen 22
II - Meer specifieke bepalingen 22
HOOFDSTUK VII 24
VERSCHILLENDE BEPALINGEN 24
I - Formaliteiten 24
II - Afstand 24
III - Overhandiging van titels 24
IV - Kosten 24
V - Keuze van woonplaats 24
VI - Bevoegdheden 24
VII - Verklaring van oprechtheid 25
LIJST VAN BIJLAGEN 26
BIJLAGE 1
BIJLAGE 2 BIJLAGE 2bis BIJLAGE 3
BIJLAGE 4
BIJLAGE 5
BIJLAGE 6
BIJLAGE 7
BIJLAGE 8
BIJLAGE 9
INDEX VAN DE VASTGELEGDE VOORWAARDEN
Algemene Belastingwetgeving ....................................................................... | 20 |
Belangrijke Dochterondernemingen van Gaz de France ............................................. | 18 |
Belangrijke Dochterondernemingen van Suez ....................................................... | 18 |
C.R. aandelen ........................................................................................ | 11 |
Datum van Realisatie van de Fusie .................................................................. | 17 |
Fusiepremie .......................................................................................... | 10 |
Fusieverdrag ......................................................................................... | 4 |
Gaz de France ....................................................................................... | 1 |
Ingangsdatum ........................................................................................ | 10 |
Overgenomen partij .................................................................................. | 2 |
Overnemer ........................................................................................... | 1 |
Partijen ............................................................................................... | 1 |
Referentieboekhouding .............................................................................. | 4 |
Suez .................................................................................................. | 1 |
ii
HOOFDSTUK I OVERWEGINGEN
I - Kenmerken van de vennootschappen
1. Gaz de France (overnemende vennootschap)
Gaz de France, oorspronkelijk opgericht onder de vorm van een EPIC (openbare instelling met commerciëel en industriëel karakter) op 8 april 1946 en ingeschreven in het handelsregister en het vennootschappenregister op 24 december 1954, is een naamloze vennootschap met Raad van Bestuur sinds 20 november 2004 met een duurtijd van 99 jaar vanaf deze datum, behoudens vervroegde ontbinding of verlenging.
Het maatschappelijk kapitaal van Gaz de France bedraagt momenteel 983.871.988 euro. Het is onderverdeeld in 983.871.988 aandelen met een nominale waarde van elk 1 euro, alle volgestort en van dezelfde categorie. Zij zijn toegelaten tot verhandeling op Euronext Parijs (Compartiment A).
Gaz de France heeft geen enkele inschrijvingsoptie op aandelen verleend.
Gaz de France heeft als maatschappelijk doel, in Frankrijk en in het buitenland, om:
(a) stookgas en elke vorm van energie op te sporen, te produceren, te behandelen, in te voeren, uit te voeren, te kopen, te vervoeren, op te slaan, te distribueren, en te commercialiseren;
(b) handel te drijven in gas evenals in elke vorm van energie;
(c) diensten te leveren met betrekking tot de voornoemde activiteiten;
(d) de opdrachten van openbare dienstverlening te verzekeren die haar zijn toegewezen door de wetgeving en de geldende reglementering, in het bijzonder door de wet n° 46-628 van 8 april 1946 met betrekking tot de nationalisering van elektriciteit en gas, de wet n° 2003-8 van 3 januari 2003 betreffende de markten voor gas en elektriciteit en de openbare dienstverlening voor energie, evenals de wet n° 2004-803 van 9 augustus 2004 betreffende de openbare dienstverlening voor elektriciteit en gas en de elektriciteit- en gasbedrijven;
(e) rechtstreeks of onrechtstreeks deelnemen aan alle operaties of activiteiten van alle aard met betrekking tot de voornoemde onderwerpen, of van dien aard om de ontwikkeling van het maatschappelijk vermogen met inbegrip van de activiteiten van onderzoek en engineering te verzekeren, via oprichting van vennootschapen of nieuwe bedrijven, inbreng, inschrijving of aankoop van aandelen of sociale rechten, het nemen van belangen en participaties, onder welke vorm dan ook, in alle bedrijven of vennootschappen, bestaande of op te richten, fusie, vereniging of op om het even welke andere wijze;
(f) creëren, verwerven, verhuren, in huur-beheer nemen van alle roerende goederen, onroerende goederen en handelsfondsen, huren, installeren, beheren van installaties, handelsfondsen, fabrieken, ateliers met betrekking tot één van de voornoemde onderwerpen;
(g) nemen, verkrijgen, beheren of verkopen van alle procédés en octrooien aangaande de activiteiten met betrekking tot één van de voornoemde onderwerpen;
(h) en meer in het algemeen de realisatie van alle operaties en activiteiten van alle aard, industrieel, commercieel, financieel, roerend of onroerend, met inbegrip van diensten of onderzoek, rechtstreeks of onrechtstreeks verbonden, geheel of gedeeltelijk, met één van de voornoemde onderwerpen, met alle gelijksoortige of aanverwante aanvullende onderwerpen of verbonden met deze die de ontwikkeling van de zaken van de vennootschap bevorderen.
2. Suez (overgenomen vennootschap)
Suez, naamloze vennootschap met raad van bestuur ontstaan uit de fusie van de Vennootschap Suez en Lyonnaise des Eaux van juni 1997, werd op 23 februari 1880 opgericht en in 1941 verlengd voor een duurtijd van 99 jaar eindigend op 31 december 2040, behoudens in geval van verlenging of vervroegde ontbinding.
Het maatschappelijk kapitaal van Suez bedraagt op datum van vandaag 2.617.883.906 euro. Het is onderverdeeld in 1.308.941.953 aandelen met een nominale waarde van elke 2 euro, alle volgestort en van dezelfde categorie. Zij zijn toegelaten tot verhandeling op Euronext Parijs (Compartiment A), op Euronext Brussel, op de officiële notering van de beurs van Luxemburg, op de Zwitsere beurs (SWX Swiss Exchange), en maken deel uit van een American Depositary Shares programma.
Op de datum van vandaag bedraagt het totale aantal Suez-aandelen die mogelijkerwijs gecreëerd zullen worden naar aanleiding van de uitoefening van de aandelenopties 39.101.997 aandelen.
Suez heeft als maatschappelijk doel het beheer en de exploitatie van haar huidige en toekomstige activa, in alle landen met alle middelen en, met name:
a) het verkrijgen, de aankoop, de huur en de exploitatie van alle concessies en bedrijven inzake de bevoorrading van steden met drink- of industrieel water, de afvoer en de zuivering van het afvalwater, droogleggings- en saneringsoperaties, de irrigatie en de uitvoering van alle werken inzake vervoer, beveiliging en waterreservoirs;
b) het verkrijgen, de aankoop, het huren en de exploitatie van alle verkoopsactiviteiten en diensten aan de gemeenschappen en de particulieren bij de inrichting van de steden en het milieubeheer;
c) het onderzoek, de vaststelling en de uitvoering van alle projecten en alle openbare of particuliere werkzaamheden op kosten van alle gemeenschappen en particulieren; de voorbereiding en de overdracht van alle verdragen, contracten en aanbestedingen met betrekking tot de uitvoering van deze projecten en deze werkzaamheden;
d) het nemen van alle belangen in de vorm van inschrijving, aankoop, inbreng, ruil of door alle andere middelen, van aandelen, belangen, verbintenissen en andere effecten van vennootschappen die reeds bestaan of nog moeten gecreëerd worden;
e) het verkrijgen, de aankoop, de verkoop, de concessie en de exploitatie van alle octrooien, licenties van octrooien en alle procedures;
f) en, in het algemeen, alle industriële, commerciële, financiële, roerende en onroerende operaties die rechtstreeks of onrechtstreeks betrekking hebben op het maatschappelijk doel of van dien aard zijn dat zij de activiteit van de vennootschap bevorderen en ontwikkelen.
3. De kapitaalbanden tussen Gaz de France en Suez:
Op datum van vandaag:
• Gaz de France bezit rechtstreeks 8.049.212 aandelen Suez met nominale waarde 2 euro die 0,615% van het kapitaal vertegenwoordigen, op basis van de 1.308.941.953 aandelen die op datum van vandaag bestaan en 0,539% van de stemrechten van Suez op basis van 1.491.841.800 bestaande stemrechten op 2 juni 2008. Gaz de France verbindt zich ertoe om geen bijkomende aandelen Suez aan te kopen of te verkopen tussen de datum van vandaag en de Datum van Verwezenlijking van de Fusie.
• Suez bezit onrechtstreeks 9.800.000 aandelen Gaz de France met nominale waarde 1 euro die 0,996% van het kapitaal en de stemrechten van Gaz de France vertegenwoordigen, op basis van de bestaande 983.871.988 aandelen en stemrechten. Suez verbindt er zich toe om geen bijkomende aandelen Gaz de France aan te kopen tussen de datum van vandaag en de Datum van Verwezenlijking van de Fusie.
4. Gaz de France en Suez hebben geen enkele gemeenschappelijke bestuurder.
II - Motieven en objectieven van de fusie
De geplande operatie ligt in de lijn van een ingrijpende en versnelde verandering van de energiesector in Europa.
Een aantal belangrijke kenmerken karakteriseren de huidige ontwikkeling:
• de versterking van de geostrategische uitdagingen in verband met de verzekering van de Europese energievoorziening;
• de stijging, gecombineerd met een grote instabiliteit, van de prijzen van koolwaterstoffen;
• de totale opening van de markten sinds 1 juli 2007;
• de voortzetting van de herstructurering van de energiesector en de consolidatiebeweging van haar spelers;
• de ontwikkeling van de consumentenvraag;
• rekening houden met de uitdagingen verbonden met de opwarming van de aarde.
Om hun blootstelling aan de risico’s in verband met deze ontwikkeling van de energiesector te verminderen en hun concurrentievermogen op lange termijn op de markt te consolideren, bestaat de huidige strategie van de spelers er met name in om:
• zich te ontwikkelen in de twee sectoren van gas en elektriciteit door zich te baseren op een portefeuille van recurrente (infrastructuren) en concurrerende activiteiten, rekening houdend met de behoefte van een afzonderlijk beheer van deze activiteiten, voorzien door de communautaire en nationale juridische kaders;
• hun elektriciteitsvoorziening te optimaliseren, door het gebruik van gediversifieerde productiemiddelen of sourcing en, in gas, door de ontwikkeling van een onderzoek-productie pool en het afsluiten van contracten op lange termijn met geografisch verspreide producenten;
• te investeren in vloeibaar aardgas om te genieten van een grotere flexibiliteit en door te gaan met de diversificatie van hun voorradenportefeuille door verder deel te nemen aan de ontwikkeling van de transit- en/of LNG-infrastructuren in Europa.
De fusie van beide bedrijven zal een wereldleider op het vlak van energie creëren met een sterke verankering in Frankrijk en in België. Deze belangrijke industriële operatie is gebaseerd op een coherent en gedeeld industrieel en maatschappelijk project. Zij maakt het mogelijk om de ontwikkeling van beide groepen te versnellen in functie van de uitdagingen die zojuist zijn aangehaald.
Meer bepaald, de industriële logica van de operatie situeert zich op vier belangrijke assen:
• Het bereiken van een wereldwijd formaat op de gasmarkten dat het mogelijk maakt om de gasvoorziening te optimaliseren;
• Een sterke geografische en industriële complementariteit die het mogelijk maakt om een concurrentieel aanbod te versterken en uit te breiden op de Europese energiemarkten;
• Een evenwichtige positie in vakgebieden en regio’s met verschillende cycli;
• Een versterkte investeringspolitiek die het mogelijk maakt om zich gunstig te positioneren tegenover de sectoriële uitdagingen.
De nieuwe groep zal gebaseerd zijn op sterke posities binnen de thuismarkten van Frankrijk en de Benelux en zal over de nodige financiële middelen en personeel beschikken om haar ontwikkeling op zowel haar internationale als thuismarkten te versnellen.
De fusie zal door de volgende operaties voorafgegaan worden:
• de inbreng die onderworpen is aan de wettelijke regeling van de splitsingen van de totaliteit van de aandelen die het kapitaal van SUEZ Environnement vertegenwoordigen (na fusie door vereenvoudigde overname door Suez NV van de tussenholding Rivolam en uitvoering van interne herklasseringsoperaties met de bedoeling om te komen tot een hergroepering binnen SUEZ Environnement en haar dochterondernemingen van de activiteiten van de groep Suez betreffende het Milieu, conform het beschrevene in Bijlage B van het protocol dat vandaag tussen Suez en Gaz de France wordt afgesloten) door Suez in een ad hoc vennootschap (hierna “SUEZ Environnement Company”),
• gevolgd door de toekenning door Suez aan haar aandeelhouders van 65% van de aandelen van SUEZ Environnement Company. De aandelen van SUEZ Environnement Company zullen, na realisatie van de fusie, toegelaten worden tot de handel op de beurzen Euronext Parijs en Euronext Brussel volgens de hierna in sectie V beschreven fasen.
Deze toelating zal het SUEZ Environnement Company mogelijk maken om te genieten van een grotere transparantie met betrekking tot de omvang en de ambities van de groep met een rechtstreekse toegang tot de financiële markten. Na de uitvoering van deze operaties zal de nieuwe groep, ontstaan uit de fusie, een stabiele 35% bezitten in SUEZ Environnement Company en deelnemen in een overeenkomst met sommige van de belangrijkste huidige aandeelhouders van Suez, toekomstige grote aandeelhouders van SUEZ Environnement Company die 47% van het kapitaal van SUEZ Environnement Company1 moeten hergroeperen en die voor de stabiliteit van het aandeelhouderschap van deze vennootschap en haar controle door GDF SUEZ moeten zorgen. Bijgevolg, zal de deelneming die gehouden is in SUEZ Environnement Company, geconsolideerd worden door een volledige integratie in de boekhouding van de nieuwe groep ontstaan uit de fusie tussen Suez en Gaz de France. Deze deelneming zal de strategische voortzetting van de dynamische ontwikkeling van de pool Milieu mogelijk maken. Deze structuur zal bovendien aan GDF SUEZ de mogelijkheid bieden om bevoorrechte partnerships aan te gaan tussen de vakgebieden milieu en energie onderling.
Suez en Gaz de France zijn van mening dat de fusie twee grote types van synergieën en efficiëntieverbeteringen zal opleveren:
• schaalvoordelen en kostenreducties, in het bijzonder van de voorzieningen (aankoop van energie, maar ook niet-energie) en de operationele kosten (rationalisatie van de structuren en samenbrengen van netwerken en diensten); en
• effecten van complementariteit die zorgen voor een verbeterd commercieel aanbod (complementaire merken, bredere commerciële dekking) en een efficiënt investeringsprogramma (rationalisatie en versnelling van de ontwikkelingsprogramma’s, bijkomende mogelijkheid van groei in nieuwe geografische markten).
Van deze efficiëntieverbeteringen zullen er sommige worden gerealiseerd op korte termijn, maar andere veronderstellen een inwerkingtreding overeenkomstig de duur van de opzet van de gemeenschappelijke platformen en de volledige optimalisering van de middelen en de structuren van de nieuwe organisatie.
III - Boekhouding als basis voor de fusie
De bepalingen en voorwaarden van dit fusieverdrag (het “Fusieverdrag”) werden door Gaz de France en Suez opgesteld op basis van hun boekhouding afgesloten op 31 december 2007, welke het voorwerp was van een verslag van hun respectievelijke accountants, en goedgekeurd door hun respectievelijke algemene vergaderingen van 19 mei 2008 en 6 mei 2008.
De balansen, de resultatenrekeningen en de bijlagen afgesloten op 31 december 2007 (geconsolideerd en sociaal) van Gaz de France en Suez zijn respectievelijk opgenomen in de Bijlagen 1 en 2 van het Fusieverdrag (de “Referentieboekhouding”).
1 Op basis van het aandeelhouderschap van Suez per 30 april 2008
IV - Waarderingsmethoden
In uitvoering van de verordening n° 2004-01 van het Regelgevend Boekhoudkundig Comité betreffende de boekhoudkundige verwerking van fusies en gelijkgestelde operaties, zoals gewijzigd, is de fusie door overname van Suez door Gaz de France gerealiseerd op basis van de netto-boekwaarde per 31 december 2007 van de activa- en passivacomponenten overgedragen door Suez, zoals deze voorkomen in de vennootschappelijke jaarrekening van Suez per 31 december 2007.
V - Significante operaties die een invloed hebben op het kapitaal en de te bestemmen verdelingen van de vennootschappen tussen de datum van ondertekening van dit verdrag en de Datum van Verwezenlijking van de Fusie
Suez:
Behalve bepaalde operaties van interne herklassering binnen de groep Suez die met name de hergroepering beogen binnen SUEZ Environnement en haar dochterondernemingen van de milieuactiviteiten van de groep, zullen de volgende operaties plaatsvinden voorafgaand aan de de Datum van Verwezenlijking van de Fusie, onder voorbehoud, in voorkomend geval, van hun goedkeuring door de bevoegde organen van Suez:
• De overname van de vennootschap Rivolam door Suez door middel van een vereenvoudigde fusie (de “Fusie Rivolam”); Rivolam is een naamloze vennootschap met maatschappelijke zetel te 00 xxx Xx Xxxxx x’Xxxxxx, 00000 Xxxxxx (430 440 586 HR Parijs), volledig in bezit van Suez en die zelf als belangrijkste actief de aandelen van de vennootschap SUEZ Environnement bezit.
• De toekenning door Suez aan haar aandeelhouders van 65% van de aandelen van SUEZ Environnement Company (naamloze vennootschap met maatschappelijke zetel te 0 xxx x’Xxxxxx 00000 Xxxxxx onder n° 433 466 570 in het HR Parijs) waar voorafgaand 100% van de aandelen van de vennootschap SUEZ Environnement werden ondergebracht (naamloze vennootschap met maatschappelijke zetel te 0 xxx x’Xxxxxx 00000 Xxxxxx ingeschreven onder n°410 118 608 in het HR Parijs) via inbreng onderworpen aan de wettelijke regeling van splitsingen (de “Inbreng-Verdeling”).
De toekenning van de aandelen SUEZ Environnement Company zal gebeuren, in het kader van de bepalingen van artikel 115-2 van de Algemene Belastingwetgeving, via een heffing op de post Uitgiftepremie op het passief van de balans van Suez. Deze aandelen zullen verhandeld worden op de beurzen van Euronext Parijs en Euronext Brussel na de verwezenlijking van de fusie.
De plannen voor opties en gratis aandelen Suez zullen bijgestuurd worden teneinde rekening te houden met deze verdeling, in overeenstemming met de wet en de voorschriften van de verschillende plannen.
Er wordt gepreciseerd dat de aflevering goedkeuring en verdere opvolgingen, aangevraagd teneinde de Inbreng-Verdeling te onderwerpen aan het fiscaal gunstregime zoals bedoeld in de artikelen 210 B en 115-2 van CGI en betwisting daarvan te voorkomen, het voorwerp hebben uitgemaakt van een principieel akkoord van het Directoraat-Generaal Belastingen in een briefwisseling van 3 juni 2008, onder voorbehoud van het naleven van bepaalde voorwaarden.
De overname van Xxxxxxx en de Inbreng-Verdeling worden onderworpen aan de goedkeuring van de Algemene Vergadering van Suez tijdens de vergadering die tevens wordt bijeengeroepen om de fusie, onderwerp van onderhavig akkoord, goed te keuren. Deze overnames dienen voorafgaand aan de verwezenlijking van de fusie te worden gerealiseerd.
Buiten de hierboven beoogde operaties zal het Fusieverdrag, in geval van een operatie die van invloed is op het kapitaal van Gaz de France of Suez of de uitkering door Gaz de France of Suez, beslist of gerealiseerd tussen de datum van vandaag en de Datum van Verwezenlijking van de Fusie, van rechtswege worden uitgevoerd, behoudens tegengesteld akkoord van de partijen.
HOOFDSTUK II INBRENG-FUSIE
I - Voorafgaande bepalingen
Onder de gewone feitelijke en juridische garanties in deze materie, en onder de opschortende voorwaarden hierna bepaald, doet Suez bij Gaz de France een inbreng van het geheel van haar vermogen, rechten en verplichtingen, activa en passiva, op de Datum van Verwezenlijking van de Fusie, waarbij moet worden gepreciseerd dat de opsomming hierna slechts een indicatief en niet- limitatief karakter heeft: de fusie die een universele overdracht van vermogen vormt, omvat het geheel van de activa- en passiva-elementen (met inbegrip van de verbintenissen buiten balans en zekerheden die ermee zijn verbonden en waarvan een beschrijving per 31 december 2007 in bijlage 2 is opgenomen) die aan Gaz de France zullen worden overgedragen in de staat waarop zij zich op de Datum van Verwezenlijking van de Fusie zullen bevinden. De opname in de boekhouding van Gaz de France van de ingebrachte activa zal gebeuren door de overname, op identieke wijze, van de bruto- waarden, de afschrijvingen en de reserves voor afschrijving met betrekking tot deze activa die voorkomen in de jaarrekening van Suez per 31 december 2007.
Bovendien is de inbreng-fusie van Suez goedgekeurd en geaccepteerd op het vlak van de kosten, clausules en voorwaarden en middels de toekenning hierna bepaald.
II - Inbreng-fusie van Suez
1. Activa van Suez
De activa die door Suez in het kader van de fusie worden ingebracht omvatten het geheel van de activa van de vennootschap waarvan de niet-beperkende opsomming op basis van de jaarrekening van Suez per 31 december 2007 hierna beschreven en worden uiteengezet in bijlage 2:
In euro | Bruto-waarde | Afschr. prov. | Netto-waarde |
Immateriële vaste activa | 34.071.695 | 18.320.983 | 15.750.712 |
Materiële vaste activa | 13.162.584 | 8.596.409 | 4.566.175 |
Financiële vaste activa | 00.000.000.000 | 0.000.000.000 | 00.000.000.000 |
Waaronder Deelnemingen | 00.000.000.000 | 0.000.000.000 | 00.000.000.000 |
Waaronder overige effecten | 1.204.180.261 | 396.800 | 1.203.783.461 |
Waaronder Schuldvorderingen verbonden aan deelnemingen | 240.716.265 | 240.713.686 | 2.579 |
Waaronder andere financiële vaste activa | 8.426.684 | 1.255.365 | 7.171.319 |
Vlottende activa | 777.736.888 | 12.616.492 | 765.120.396 |
Regularisatierekeningen activa en omzettingsverschillen | 46.415.236 | 0 | 46.415.236 |
Totaal bedrag per 31/12/2007 van de ingebrachte activa van Suez | 00.000.000.000 | 0.000.000.000 | 00.000.000.000 |
Het totaal bedrag per 31 december 2007 van de overgedragen activa van Suez bedraagt dus:
Brutowaarde Afschrijvingen en reserves Nettowaarde
00.000.000.000 euro
0.000.000.000 euro
00.000.000.000 euro
2. Passiva van Suez
De inbreng-fusie van Suez is goedgekeurd en geaccepteerd door middel van het ten laste nemen door Gaz de France, bij de betaling van de overgenomen vennootschap, van de totaliteit van het passief van deze vennootschap, met name -op basis van de jaarrekening van Suez per 31 december 2007- de volgende hoofdelementen, waarvan de details in bijlage 2 staan vermeld:
In euro | |
Reserves voor risico’s en kosten | 249.685.167 |
Financiële schulden | 499.625.668 |
Handelsschulden | 145.444.149 |
Diverse schulden | 4.572.634 |
Regularisatierekeningen en omzettingsverschillen | 44.504.054 |
Totaal bedrag per 31/12/2007 van het ten laste genomen passief | 943.831.672 |
Het bedrag per 31 december 2007 van het ten laste genomen passief bedraagt dus:
Nettowaarde
943.831.672 euro
Het NETTOACTIEF ingebracht door SUEZ bedraagt dus 00.000.000.000 euro
3. Wijzigingen van de jaarrekening voor de consolidatie mbt de herstructureringstransacties van de tussentermijn beoogd in sectie V van hoofdstuk I
Zoals reeds werd aangegeven in sectie V van hoofdstuk I, zullen er verschillende herstructureringsoperaties plaatsgrijpen, voorafgaand aan de verwezenlijking van de fusie.
3.1 Interne voorafgaande herklasseringen
Een bepaald aantal interne herklasseringen in de groep Suez werden gerealiseerd of zullen worden gerealiseerd ten voordele van SUEZ Environnement en haar dochterondernemingen voorafgaand aan de verwezenlijking van de transactie. De operaties die door Suez na 31 december 2007 worden gerealiseerd zullen in de boekhouding van Gaz de France worden opgenomen onder de titel van operaties van de tussentijdse periode uitgevoerd door Suez.
3.2 Fusie door vereenvoudigde overname van Xxxxxxx door Suez
Voorafgaand aan de verwezenlijkijking van de fusie door overname van Suez door Gaz de France, zal Suez via vereenvoudigde fusie haar 100%-dochteronderneming Rivolam overnemen. Het geheel van de activa van Rivolam die bijna-uitsluitend uit aandelen SUEZ Environnement is samengesteld en de passiva van Rivolam, zullen aldus worden overgedragen aan Suez onmiddellijk voorafgaand aan de beoogde fusie. Deze fusie zal worden verwezenlijkt tegen de netto-boekwaarde en zal met terugwerkende kracht in werking treden op boekhoudkundig en fiscaal niveau per 1 januari 2008.
De balans van Rivolam per 31 december 2007 (de “Balans Rivolam”) is opgenomen in Bijlage 2bis.
Deze operatie zal in de boekhouding van Gaz de France worden opgenomen onder de titel van operaties van de tussentijdse periode uitgevoerd door Suez. Er wordt verduidelijkt dat de verwezenlijking hiervan geen gevolg zal hebben voor het eigen vermogen van Suez. De technische mali voortkomend uit het verschil tussen de waarde van het netto-actief dat door Xxxxxxx wordt ingebracht en de definitieve waarde van de effecten van Rivolam in de boeken van Suez, te weten 714.957.952 euro, zal het voorwerp uitmaken van een inschrijving in het immaterieel actief in de boeken van Gaz de France in het kader van de overname van de transacties van de tussentijdse periode.
3.3 Inbreng door Suez in SUEZ Environnement Company van de totaliteit van haar participatie in SUEZ Environnement en toekenning van 65% van de aandelen SUEZ Environnement Company door Suez aan zijn aandeelhouders
Ten gevolge van de fusie-overname van Rivolam, zal Suez de totaliteit van haar deelneming in SUEZ Environnement in SUEZ Environnement Company inbrengen via inbreng, onderworpen aan de wettelijke regeling inzake splitsingen. Deze transactie zal worden verwezenlijkt tegen de boekhoudkundige nettoboekwaarde en met terugwerkende kracht op boekhoudkundig en fiscaal niveau per 1 januari 2008.
Deze operatie zal in de boekhouding van Gaz de France worden opgenomen onder de titel van operaties van de tussentijdse periode uitgevoerd door Suez. Er wordt verduidelijkt dat de verwezenlijking daarvan geen gevolg zal hebben voor het eigen vermogen van Suez rekening houdend met de verwezenlijking van de operatie in nettoboekwaarde. De effecten SUEZ Environnement Company, overgedragen in ruil voor de inbreng van de aandelen SUEZ Environnement, zullen worden ingeboekt tegen dezelfde waarde als die de effecten SUEZ Environnement in de boeken van Suez hadden, waarbij de technische mali, ontstaan krachtens de fusie-overname van Rivolam door Suez, in de boekhouding van Suez blijft behouden.
Onmiddellijk na de verwezenlijking van de inbreng en voorafgaand aan de verwezenlijking van de fusie zal een deel van de aandelen SUEZ Environnement Company, uitgegeven als vergoeding voor de inbreng en die op de datum van verwezenlijking van de verdeling 65% van het kapitaal van SUEZ Environnement Company vertegenwoordigen, door Suez aan haar aandeelhouders (andere dan zijzelf) worden uitgekeerd, pro rata aan hun deelneming in het kapitaal.
Onder voorbehoud van aflevering van de gevraagde fiscale goedkeuring om bovenstaande inbreng en verdeling aan het fiscale regime te onderwerpen zoals bedoeld in de artikelen 210 B en 115-2 van de CGI, die het voorwerp heeft uitgemaakt van een principieel akkoord van het Directoraat-Generaal Belastingen in een briefwisseling van 3 juni 2008, zal de aldus beoogde verdeling het netto-actief verminderen, ingebracht door Suez, van het aldus uitgekeerde deel van de balanswaarde van de effecten van SUEZ Environnement Company in de boeken van Suez en van het deel van technische mali betreffende de aldus uitgekeerde aandelen SUEZ Environnement Company.
4 Waarde van het netto-actief ingebracht door Suez per 31 december 2007 met name betrokken uit de operaties van de tussentijdse periode bedoeld in 3 hierboven
Xxxxxx van het netto-actief dat door Suez per 31 december 2007 is
ingebracht: 00.000.000.000 euro
Toevoeging van de uitgifteprijs van de kapitaalverhogingen vanaf
1 januari 2008 47.810.633 euro
Aftrek van de boekwaarde van de effecten Suez in eigen bezit per
31 december 2007 1.456.840.674 euro
Aftrek van de uitkeringen van dividenden door Suez voor het boekjaar 2007 1.728.994.451 euro Aftrek van de uitgekeerde effecten van SUEZ Environnement Company
(verhoogd met het deel van de technische mali met betrekking tot de gedistribueerde aandelen SUEZ Environnement Company). Deze effecten zullen worden toegekend aan de aandeelhouders van Suez voorafgaand aan de realisatie van de fusie, conform sectie V van hoofdstuk I hierboven, onder
voorbehoud van goedkeuring door de algemene vergadering. 4.467.539.790 euro
HET NETTO-ACTIEF INGEBRACHT IN GAZ DE FRANCE BEDRAAGT
ALDUS 00.000.000.000 euro
III - Vaststelling van de ruilverhouding
De fusiepariteit die aan de aandeelhouders van Suez en Gaz de France wordt voorgesteld, wordt vastgelegd op eenentwintig (21) aandelen Gaz de France voor tweeëntwintig (22) aandelen Suez. De vastleggingsmodaliteiten van de pariteit staan gedetailleerd vermeld in bijlage 3.
IV - Vergoeding van de inbreng-fusie
Conform artikel L.236-3 van het Wetboek van Koophandel zal niet worden overgegaan tot ruil (i) van aandelen in eigen bezit door Suez noch (ii) van de aandelen Suez die in bezit zijn van Gaz de France. Op datum van onderhavig verdrag bezit Suez 35.724.397 aandelen Suez en Gaz de France bezit
8.049.212 aandelen Suez.
Bijgevolg, conform de ruilverhouding van 22 aandelen Suez tegen 21 aandelen Gaz de France zoals bedoeld hierboven, zouden 1.207.660.692 nieuwe aandelen Gaz de France met een nominale waarde van 1 euro, volledig volgestort, worden gecreëerd door Gaz de France als verhoging van zijn kapitaal met 1.207.660.692 euro.
De onlangs gecreëerde aandelen zouden aan de eigenaars van de 1.265.168.344 aandelen toegekend worden, welke het kapitaal van Suez vormen op de datum van onderhavig contract, in verhouding tot hun deelneming in het kapitaal, onder aftrek van de 35.724.397 aandelen Suez in eigen bezit en de 8.049.212 aandelen Suez die in bezit zijn van Gaz de France. Er wordt gepreciseerd dat de inwerkingstelling van het programma van overname van aandelen Suez op 28 mei 2008 na de beurszitting werd opgeschort en dat de uitoefening van de inschrijvingsopties Suez op 22 mei 2008 na de beurszitting werd opgeschort.
Het kapitaal van Gaz de France zou dan van 983.871.988 euro op 2.191.532.680 euro gebracht zijn.
De aandeelhouders van Suez die een onvoldoende aantal aandelen Suez bezitten om een veelvoud van 21 aandelen Gaz de France te verkrijgen, zullen hun verkoop of aankoop van het aantal noodzakelijke aandelen Suez met het oog hierop persoonlijk moeten regelen. Teneinde deze procedure te vergemakkelijken zullen de breukvormende aandelen Suez gehandhaafd blijven voor de handel op Euronext Parijs gedurende een termijn van drie (3) maanden vanaf de Datum van Verwezenlijking van de Fusie, vervolgens op de afdeling geschrapte effecten van de gereglementeerde markten voor een bijkomende termijn van twintig (20) maanden.
Bovendien zullen de breukvormende aandelen Suez gehandhaafd blijven van de handel op Euronext Brussels gedurende een termijn van drie (3) maanden vanaf de Datum van Verwezenlijking van de Fusie, vervolgens op de afdeling tijdelijke effecten van de gereglementeerde markten voor een bijkomende termijn van twintig (20) maanden.
Gaz de France verbindt zich om, tot de afloop van de termijn van 3 maanden vanaf de Datum van Verwezenlijking van de Fusie, de kosten op zich te nemen van makelaarslonen en de desbetreffende BTW gedragen door elke aandeelhouder van Suez, binnen een limiet van 8 euro (BTW inclusief) en van 21 aandelen Suez per effectenrekening van aandeelhouder om reden (i) van de verkoop van breukvormende aandelen waarvan hij eigenaar zal blijven op de Datum van Verwezenlijking van de Fusie of, in voorkomend geval, (ii) van de aankoop van breukvormende aandelen, waardoor hij, rekening houdend met het aantal breukvormende aandelen waarvan hij eigenaar zal blijven op de Datum van Verwezenlijking van de Fusie, 21 aandelen Gaz de France toegekend kan krijgen.
Overeenkomsting artikel L. 228-6 van het Wetboek van Koophandel kan Gaz de France bij beslissing van haar Raad van Bestuur, volgens de geldende reglementaire modaliteiten van toepassing op de nieuwe aandelen Gaz de France, uitgegeven als vergoeding voor de fusie, waarvan de rechthebbenden de levering niet zullen hebben gevraagd, verkopen, op voorwaarde dat zij ten minste 2 jaar op voorhand is overgegaan tot publicatie volgens de geldende reglementaire modaliteiten.
Vanaf deze verkoop zullen de houders van aandelen Suez enkel nog aanspraak kunnen maken op de toekenning in contanten van de netto-opbrengst van de verkoop van niet-opgevraagde aandelen Gaz de France, in voorkomend geval aangevuld met het bedrag van de dividenden, voorschotten en verdelingen van reserves (of gelijkgestelden), die in betaling zijn gegeven op deze aandelen vóór hun verkoop onder de omstandigheden zoals in de vorige alinea beschreven.
De houders van aandelen Suez zullen worden geïnformeerd dat Gaz de France de netto-opbrengst van de verkoop van de aandelen Gaz de France, eventueel aangevuld met het bedrag van de niet- vastgestelde dividenden, voorschotten en verdelingen van reserves (of gelijkgestelden), die ter betaling van deze aandelen in hun beschikking zouden worden gegeven, gedurende tien jaar op een
geblokkeerde rekening bij een kredietinstelling beschikbaar zal houden (de eventueel gestorte bedragen overeenkomstig de dividenden, voorschotten, en verdelingen van reserves (of gelijkgestelde) kunnen enkel gedurende een termijn van 5 jaar vanaf hun datum van betaalbaarstelling, worden gevorderd). Zodra de termijn van 10 jaar afgelopen is, zullen de sommen worden gestort bij de Deposito- en Consignatiekas waar zij nog kunnen worden opgeëist door de rechthebbenden gedurende een termijn van 20 jaar. Wanneer deze termijn is verlopen, zullen deze bedragen definitief zijn verworven door de Staat.
V - Fusiepremie
De fusiepremie (“de Fusiepremie”) is gelijk aan het verschil tussen:
• het bedrag, pro rata (behalve aandelen in eigen bezit) de aandelen die niet in bezit zijn van Gaz de France, van het netto-actief dat door Suez is ingebracht vóór boeking van de uitkeringen van de tussentijdse periode en, verminderd met de totaliteit van
bovenvermelde uitkeringen, bedraagt 00.000.000.000 euro
En
• het bedrag van de kapitaalverhoging bestemd om te worden
toegekend aan de aandeelhouders 1.207.660.692 euro
Fusiepremie 00.000.000.000 euro
De Fusiepremie zal elke bestemming kunnen verkrijgen overeenkomstig de geldende principes, beslist door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Bij uitdrukkelijke overeenkomst wordt er verduidelijkt dat aan de Buitengewone Algemene Vergadering van Gaz de France zal worden voorgesteld het fusieproject goed te keuren, om de Raad van Bestuur toe te staan over te gaan tot elke heffing op de Fusiepremie met het oog (i) op de wedersamenstelling, op het passief van de vennootschap, van de bestaande gereglementeerde reserves en provisies bestaand op de balans van Suez, (ii) om op de Fusiepremie alle kosten, rechten en verbonden of te betalen belastingen in het kader van de fusie-operatie te boeken, (iii) om van bovengenoemde Fusiepremie de sommen af te houden, nodig voor de volledige toevoeging van de wettelijke reserve en (iv) om de uitkeringen te annuleren die Gaz de France over de tussentijdse periode (dat wil zeggen tussen de Ingangsdatum en de Datum van Verwezenlijking van de Fusie) van Suez heeft ontvangen.
VI - Mali van fusie
Uit de annulering van de aandelen Suez die Gaz de France in bezit heeft, zal een fusie-mali ontstaan van 32.385.223 euro:
het bedrag, pro rata (behalve aandelen in eigen bezit) de aandelen die niet in bezit zijn van Gaz de France, van het netto-actief dat door Suez is ingebracht vóór
boeking van de uitkeringen van de tussentijdse periode en, bedraagt 223.696.581 euro
De nettoboekwaarde van de aandelen Suez die in bezit zijn van Gaz de France
bedraagt 256.081.804 euro
Het verschil geeft de fusie-mali weer en bedraagt 32.385.223 euro
Deze fusie-mali zal, rekening houdend met zijn aard, ingeschreven worden op het actief van de balans van Gaz de France bij de immateriële vaste activa. Deze zal bovendien het voorwerp vormen van een extracomptabele toewijzing aan de verschillende ingebrachte activa. De latere eventuele verkoop van één van deze activa zal leiden tot terugname in resultaat van het deel van de fusie-mali dat daaraan werd toegewezen.
VII - Ingangsdatum
Overeenkomstig artikel L. 236-4 van het Wetboek van Koophandel besluiten de Partijen, bij uitdrukkelijke overeenkomst, dat de fusie op de boekhoudkundige en fiscale niveaus met terugwerkende kracht in werking zal treden per 1 januari 2008 (“de Ingangsdatum”), te weten eerder
dan de datum waarop de fusie aan de Algemene Vergaderingen van Suez en Gaz de France zal worden voorgelegd, zodat tegelijk de resultaten van alle transacties die door Suez vanaf 1 januari 2008 tot de Datum van Verwezenlijking van de Fusie worden uitgevoerd uitsluitend, naargelang het geval, ten gunste of voor rekening van Gaz de France zullen zijn, omdat deze transacties zullen worden beschouwd als zijnde vervuld door Gaz de France.
VIII - Eigendom - Vruchtgebruik
Gaz de France zal eigenaar worden van het ingebrachte vermogen en zal het vruchtgebruik ervan hebben vanaf de Datum van Verwezenlijking van de Fusie. Vanaf deze datum zal Gaz de France globaal, zuiver en eenvoudig, worden gesubrogeerd in alle rechten, aandelen, verplichtingen en verbintenissen van de Overgenomen partij.
De 1.207.660.692 nieuwe aandelen Gaz de France, uitgegeven als vergoeding voor de inbreng-fusie, zullen courant vruchtgebruik hebben en zullen dus recht geven op elke uitkering van dividenden, van voorschot op dividend of reserve (of gelijkgesteld) na hun uitgifte.
Zij zullen aan de nieuwe aandeelhouders zo spoedig mogelijk worden gecrediteerd vanaf de Datum van Verwezenlijking van de Fusie. Zij zullen, vanaf hun creatiedatum, volledig worden gelijkgesteld met de bestaande aandelen Gaz de France, van dezelfde rechten genieten en dezelfde kosten dragen, met name elke afhouding van belastingen. Zij zullen dus, zonder onderscheid, recht geven tot de betaling van hetzelfde bedrag bij elke uitkering of elke terugbetaling uitgevoerd tijdens het bestaan van de vennootschap Gaz de France of bij haar liquidatie, onder voorbehoud van de inhoudingen en bronheffing van elke aard, die conform de wet en de geldende reglementering moeten worden uitgevoerd.
Geen enkel dubbel stemrecht zal worden gehecht aan de nieuwe aandelen Gaz de France, overhandigd in het kader van de fusie, omdat Gaz de France geen systeem van dubbele stemrechten heeft ingesteld.
Bovendien zullen alle nieuwe aandelen Gaz de France verhandelbaar zijn vanaf de definitieve realisatie van de kapitaalverhoging van Gaz de France als vergoeding voor de inbreng-fusie van Suez, overeenkomstig artikel L.228-10 van het Wetboek van Koophandel, en zullen deze het voorwerp vormen van een toelatingsverzoek tot de handel op Euronext Paris SA.
De nieuwe aandelen en bestaande aandelen Gaz de France zullen eveneens het voorwerp vormen van een toelatingsverzoek op Euronext Brussels, alsmede tot de officiële notering op de gereglementeerde markt van de Beurs van Luxemburg.
De huidige houders van representatieve Suez aandelencertificaten (“C.R. aandelen“) zullen hun Suez
C.R. aandelen moeten overhandigen aan Euroclear Frankrijk, via hun gebruikelijke financiële tussenpersoon, teneinde een aantal nieuwe aandelen Gaz de France te ontvangen dat volgens de fusiepariteit, vastgelegd in sectie III, wordt bepaald. Zoals iedere aandeelhouder zullen de houders van Suez CR aandelen die breukhoudende aandelen vertegenwoordigen met het oog hierop persoonlijk hun verkoop of de aankoop van het aantal nodige effecten moeten regelen (desnoods door hun effecten te dematerialiseren).
De nieuwe aandelen Gaz de France, uitgegeven in het kader van de fusie, zullen niet in de vorm van
C.R. aandelen kunnen worden gehouden.
De houders van Suez Strips VVPR zullen een aantal Gaz de France Strips VVPR ontvangen dat volgens de fusiepariteit, vastgelegd in sectie III, wordt bepaald. Zij die een ontoereikend aantal Strips VVPR Suez bezitten, zullen, om de totaliteit van hun rechten uit te oefenen, met het oog hierop hun verkoop of de aankoop van het aantal noodzakelijke effecten persoonlijk moeten regelen. Teneinde deze procedure te vergemakkelijken zullen breukvormende Suez Strips VVPR gehandhaafd blijven op de handel op de markt Euronext Brussels gedurende een termijn van drie (3) maanden vanaf de datum van Uitvoering van de Fusie. Na afloop van deze termijn van 3 maanden, zullen Suez Strips VVPR enkel nog met wederzijds goedvinden kunnen worden uitgewisseld. Bovendien zal de ruil van Suez Strips VVPR tegen Gaz de France Strips VVPR niet meer kunnen worden uitgevoerd vanaf de datum van de verkoop van de Gaz de France aandelen die niet zijn toegewezen in het kader van de fusie, beschreven in sectie IV hierboven. De kosten gedragen door de houders van Strips VVPR Suez, zullen te hunner laste blijven.
HOOFDSTUK III KOSTEN EN VOORWAARDEN
I - Uiteenzetting van de kosten en voorwaarden
1. Gaz de France zal de goederen die door Suez worden ingebracht overnemen in de staat waarin ze zich zullen bevinden op de Datum van Verwezenlijking van de Fusie, zonder enig verhaalrecht tegen Suez te kunnen uitoefenen, welk ook de reden moge zijn en met name voor slijtage of slechte staat van de installaties of gebouwen, de inboedel en de ingebrachte materialen of werktuigen, gebreken boven- of ondergronds, fouten in de aanduiding en de inhoud van de goederen, wat ook het belang ervan is, fouten in de omschrijving, de nummers van het kadaster en de betrokken registers voor de aangegeven gebouwen gelegen in het buitenland alsmede de capaciteit daarvan.
2. Gaz de France zal zuiver en eenvoudig alle rechten en verplichtingen van Suez overnemen (met inbegrip van de gegeven en ontvangen verplichtingen buiten balans).
3. Conform het boven gestelde zijn de inbrengen van Suez goedgekeurd en geaccepteerd door middel van de verplichting voor Gaz de France tot betaling in vereffening van het passief van Suez, los van de vergoeding in de vorm van nieuwe effecten van Gaz de France, van de totaliteit van het passief van Suez, zoals hierboven uiteengezet. Gaz de France zal de totaliteit van het passief van Suez globaal op zich nemen, zoals dit passief op de Datum van Verwezenlijking van de Fusie zal bestaan. In het bijzonder zal Gaz de France in de plaats gesteld worden van Suez in alle rechten en verplichtingen verbonden aan de schuldeffecten die door Suez zijn uitgegeven. Gaz de France zal de verantwoordelijkheid van alle waarborgen op zich nemen die verleend zijn met betrekking tot het passief dat zij ten laste neemt. Zij zal eveneens, en onder dezelfde voorwaarden, gehouden zijn tot de uitvoering van de verbintenissen uit borgtochten, avals en garanties die door Suez (zowel voor de bestaande als de toekomstige schulden) zijn aangegaan en zij zal genieten van alle bijhorende contragaranties en zekerheden.
4. Er wordt hier gepreciseerd dat het bedrag van het passief van Suez zoals resulteert uit de jaarrekening van Suez per 31 december 2007 in de Referentieboekhouding, uitsluitend ter informatie gegeven, geen schulderkenning inhoudt ten voordele van de vermeende schuldeisers die, in alle gevallen, hun rechten dienen uit te oefenen en hun aanspraken dienen te rechtvaardigen.
5. De inschrijvingsrechten op aandelen toegestaan door Suez vóór de verwezenlijking van de fusie en niet uitgeoefend op de Datum van Verwezenlijking van de Fusie (“n 1”) zullen aangepast worden om rekening te houden, onder voorbehoud van de goedkeuring ervan, met de uitkering van aandelen Suez Environnement Company zoals beschreven in sectie V van hoofdstuk I (de “Uitkering”), hetgeen dient te gebeuren voorafgaand aan de verwezenlijking van de fusie- operatie, in toepassing van de bepaling van de artikelen L.225-181 en L.228-99 van het Wetboek van Koophandel.
Met het oog hierop, conform de artikelen R.225-137 en R.228-91 van het Wetboek van Koophandel, geldt voor elke begunstigde van de optieplannen:
• de uitoefeningsprijs van de opties zal aangepast worden door toepassing van de volgende formule:
p 2 = de Uitoefeningsprijs van de inschrijvingsopties vóór de Uitkering (“p 1”) x [1-(bedrag van de Uitkering per aandeel Suez/waarde van het aandeel Suez vóór de Uitkering)]
waarbij geldt, ten behoeve van deze aanpassing:
– voor het “bedrag van de Uitkering per aandeel Suez”, een vierde van het gewogen gemiddelde van de koersen van het aandeel Suez Environnement Company tijdens zijn 15 eerste verhandelingdagen op de markt Euronext Parijs; en
– voor de „waarde van het aandeel Suez vóór de Uitkering”, conform de bepalingen van het artikel R. 228-91 3° van het Wetboek van Koophandel, het gewogen gemiddelde van de koersen van het aandeel Suez op de markt Euronext Parijs over de termijn van de drie (3) beursdagen die aan de datum van verwezenlijking van de Uitkering voorafgaan.
De aldus aangepaste uitoefeningsprijs van de opties zal naar de meest nabije centiem worden afgerond.
• Het aangepaste aantal aandelen onder opties (“n 2”) zal als volgt berekend worden:
N 2 = n 1 X p 1/p 2
zodanig dat het product van het aantal opties, vermenigvuldigd met de uitoefeningsprijs, vóór en na aanpassing constant blijft.
6. De inschrijvingsopties op aandelen, toegekend door Suez en aldus aangepast, conform paragraaf 5 van dit Artikel, zullen overgedragen worden op de aandelen van de Overnemer, waarbij het totale aantal aandelen onder optie en de uitoefeningsprijs van deze laatste aangepast worden om rekening te houden met de ruilverhouding bedoeld in III van hoofdstuk II hiervoor, volgens de volgende modaliteiten:
• het aantal aandelen Gaz de France waarop elke houder van opties zal kunnen intekenen krachtens eenzelfde plan van inschrijvingsopties zal overeenstemmen met het aantal aandelen Suez waarop hij had kunnen intekenen krachtens dit plan na de aanpassing beschreven in paragraaf 5 van dit Artikel, vermenigvuldigd met de ruilverhouding bedoeld in III van hoofdstuk II van toepassing op de aandeelhouders van Suez in het kader van de fusie, waarbij het aldus verkregen bedrag afgerond wordt naar het hogere geheel getal,
• de intekenprijs per aandeel Gaz de France zal gelijk zijn aan de intekenprijs per aandeel voor elk aandeel Suez na de aanpassing beschreven in paragraaf 5 van dit Artikel, gedeeld door de ruilverhouding bedoeld in III van hoofdstuk II van toepassing op de aandeelhouders. De aldus verkregen intekenprijs zal afgerond worden naar de meest nabije centiem, waarbij de andere voorwaarden van de plannen van inschrijvingsopties op aandelen, op deze datum, onveranderd blijven.
7. Het aantal gratis aandelen die werden toegekend door Suez en die zich binnen de verwervingsperiode bevinden op de Datum van Verwezenlijking van de Fusie, zal aangepast worden in toepassing van de bepalingen van de reglementen van de toewijzingsplannen voor gratis aandelen Suez om rekening te houden, onder voorbehoud van de goedkeuring ervan, met de Uitkering die moet gebeuren voorafgaand aan de verwezenlijking van de fusie-operatie.
Met het oog hierop zal voor elke begunstigde van de toewijzingsplannen voor gratis aandelen de volgende formule toegepast worden, conform de reglementen van de toewijzingsplannen voor aandelen
Aantal aandelen Suez toegewezen vóór de Uitkering x [1/ (1 – bedrag van de Uitkering per aandeel Suez/waarde van het aandeel Suez vóór de Uitkering)],
waarbij geldt, ten behoeve van deze aanpassing:
• voor het „bedrag van de Uitkering per aandeel Suez”, een vierde van het gewogen gemiddelde van de koersen van het aandeel Suez Environnement Company tijdens zijn 15 eerste verhandelingsdagen op de markt Euronext Parijs; en
• voor de waarde van het aandeel Suez vóór de Uitkering, conform de voorwaarden van de Plannen, het gewogen gemiddelde van de koersen van het aandeel Suez op de markt Euronext Parijs over de termijn van de drie (3) beursdagen die aan de datum van verwezenlijking van de Uitkering voorafgaan.
8. Conform artikel L.000-000-0 van het Wetboek van Koophandel zal Gaz de France van rechtswege in de plaats gesteld worden van Suez wat betreft haar verplichtingen jegens de begunstigden van de toewijzing van gratis aandelen Suez. De rechten van de begunstigden zoals aangepast conform paragraaf 7 van dit Artikel, zullen dus overgedragen worden op aandelen van de Overnemer volgens de ruilpariteit bedoeld in III van Hoofdstuk II van dit Artikel, volgens de volgende modaliteiten: het aantal aandelen Gaz de France waarop elke begunstigde recht zal hebben in het kader van eenzelfde plan van toewijzing zal overeenstemmen met het aantal aandelen Suez waarop hij aanspraak had kunnen maken krachtens dit plan, vermenigvuldigd met de ruilverhouding van toepassing op de aandeelhouders bedoeld in III van hoofdstuk II, waarbij het aldus verkregen aantal wordt afgerond naar het meest nabije geheel getal.
Bovendien verbindt Gaz de France zich uitdrukkelijk om de verbintenissen over te nemen van Suez ten aanzien van de werknemers van haar groep krachtens de overeenkomst van 3 juli 2007.
9. Ten slotte zal Gaz de France de passiva te haren laste nemen die niet geboekt en overgebracht zijn krachtens dit verdrag, evenals de passiva die hun oorsprong hebben vóór de Datum van Verwezenlijking van de Fusie hebben maar die slechts na deze datum bekend zouden worden.
10. Conform de wet zullen alle arbeidsovereenkomsten tussen Suez en haar werknemers die lopen op de Datum van Verwezenlijking van de Fusie gelden als zijnde overeengekomen tussen Gaz de France en voornoemde werknemers.
11. De Overnemer zal alle bevoegdheden hebben vanaf de Datum van Verwezenlijking van de Fusie, met name de bevoegdheden tot het instellen of verdedigen van alle rechtsgeschillen en alle gerechtelijke of scheidsrechterlijke handelingen, nieuw of bestaand, rechtens de Overgenomen partij en met betrekking tot de ingebrachte goederen, tot het verlenen van toestemming voor alle beslissingen, tot het innen of betalen van alle bedragen als gevolg van vonnissen of transacties.
12. Gaz de France zal vanaf de Datum van Verwezenlijking van de Fusie alle belastingen en taksen, premies en verzekeringsbijdragen, evenals alle mogelijke, gewone of buitengewone, kosten dragen en betalen, die de ingebrachte goederen en rechten bezwaren of kunnen bezwaren en deze die inherent zijn of zullen zijn aan de exploitatie of de eigendom van de ingebrachte goederen.
13. Gaz de France zal vanaf de Datum van Verwezenlijking van de Fusie alle verdragen, aanbestedingen en overeenkomsten aangegaan met derden en met het personeel, met betrekking tot het gebruik van de ingebrachte goederen, alle verzekeringen tegen brand, ongevallen en andere risico’s uitvoeren en zij zal in de plaats gesteld worden in alle rechten en verplichtingen die hieruit voortvloeien, zonder rechtsmiddel tegen de Overgenomen partij.
14. De Overnemer zal zich schikken naar de wetten, decreten, arresten, verordeningen en gebruiken i.v.m. de exploitaties van die aard waarvan het ingebrachte vermogen deel uitmaakt en zal persoonlijk alle toelatingen regelen die nodig zouden kunnen zijn.
15. Gaz de France zal vanaf de Datum van Verwezenlijking van de Fusie worden gesubrogeerd in de voordelen en de lasten van elk contract, verdrag, overeenkomst, aanbesteding van elke aard die rechtsgeldig de Overgenomen partij bindt aan elk derde of elke administratie voor de uitoefening van haar activiteiten evenals in de voordelen en de lasten van alle vergunningen of administratieve toestemmingen die aan Suez zouden verleend zijn.
16. De Overnemer zal zelf, in voorkomend geval, de stappen ondernemen om de goedkeuring van deze subrogatie door derden te verkrijgen, waarbij Suez zich van haar kant verbindt om de nodige stappen te ondernemen met het oog op de overdracht van deze contracten en vergunningen of administratieve toestemmingen.
17 Door het feit van de verwezenlijking van onderhavige fusie zullen de roerende waarden en de rechten die Suez bezit in derde vennootschappen, al dan niet vervat in de inbreng-fusie, worden overgedragen aan Gaz de France, die rechtstreeks aandeelhouder of vennoot zal worden van deze maatschappijen of bezitster en/of houdster van dergelijke waarden of rechten, onder voorbehoud van de naleving van de toepasselijke wetgevende, reglementaire en contractuele bepalingen. Suez zal zich houden aan de wetgevende, reglementaire, statutaire en contractuele bepalingen betreffende de overdraagbaarheid van deze roerende waarden en deze rechten met name deze betreffende de goedkeuringen en voorkooprechten. Suez, of, in voorkomend geval, Gaz de France, zal aan elke derde de overdracht van roerende waarden via fusie bekendmaken, conform de bepalingen van toepassing in elk van de gevallen.
Er wordt gepreciseerd dat het ontbreken van goedkeuring, voor het geval dat zo’n goedkeuring juridisch vereist zou zijn, op geen enkele wijze de rechtsgeldigheid van de onderhavige fusie en van dit Fusieverdrag in gevaar zou kunnen brengen; bovendien, in geval van uitoefening van het voorkooprecht, zal de inbreng-fusie slaan op de verkoopprijs van de effecten waarop het voorkooprecht is uitgeoefend.
Gaz de France zal op haar kosten de inschrijving op rekening in haar voordeel laten uitvoeren van de roerende waarden, maatschappelijke rechten en aandelen van elke soort die haar zullen ingebracht worden.
18 Gaz de France zal alle vereiste formaliteiten vervullen teneinde de overdracht te regulariseren en tegenwerpelijk te maken aan derden van de verschillende ingebrachte actiefbestanddelen of rechten, met name diegene bedoeld in de Bijlagen 4 en 5 (bijlagen geactualiseerd op deze datum) en met uitzondering, in voorkomend geval, van deze die zijn overgedragen in het kader van de normale bedrijfsuitoefening of in het kader van de verwezenlijking van de transacties beschreven in afdeling V van hoofdstuk I, waarbij met het oog hierop alle bevoegdheid is verleend aan de houder van een kopie of een uittreksel uit dit Fusieverdrag.
19. Gaz de France zal zich in de plaats stellen van Suez in alle rechten en verplichtingen krachtens het recht van bewoning onder welke vorm ook (huur, verhuur, domicilie…) van onroerende goederen die Suez aanhoudt is en zal kwijting verlenen van de overeenkomstige huurgelden.
20. Gaz de France zal de erfdienstbaarheden dragen, hetzij passieve, zichtbare of verborgen, voortdurende of niet-voortdurende, waarmee de ingebrachte onroerende goederen mogelijks zijn bezwaard, behoudens om zich daartegen te beschermen en om te genieten van deze die actief zijn, zo deze bestaan, zonder verhaalsrecht tegen Suez en zonder dat onderhavige clausule meer rechten zou kunnen bieden aan wie dan ook dan hij zou hebben krachtens niet vastgelegde rechtsgeldige aanspraken of krachtens de toepasselijke wetgeving.
21. De gebouwen van Suez zoals beschreven in Bijlage 4 (bijlage geactualiseerd op deze datum), met uitzondering, in voorkomend geval, van deze die zijn overgedragen in het kader van de normale bedrijfsuitoefening of in het kader van de verwezenlijking van de transacties zoals beschreven in afdeling V van hoofdstuk I, zullen in volledige eigendom overgedragen worden, evenals alle voordelen uit alle verkooppromessen die aan de leasings zijn verbonden, zoals deze bestaan met al hun voorzieningen en aanhorigheden, zonder enige uitzondering noch voorbehoud. Er wordt gepreciseerd dat de onroerende goederen door bestemming van Suez, vervat zijn in het overgedragen vermogen.
Na verwezenlijking van de opschortende voorwaarden hierna bedoeld zal het Fusieverdrag of een uittreksel uit deze akte het voorwerp zijn van een deponering ten kantore van notaris Xxxxx Xxxx (SCP Thibierge) te Parijs, met erkenning van schrift en handtekening opdat dit verdrag alle gevolgen van een authentieke akte zou verkrijgen.
Met het oog op de vervulling van de formaliteiten van grondbezitpublicatie die door het decreet n°55-1350 van 14 oktober 1955 zijn bepaald, zal de meester Xxxxx Xxxx (SCP Thibierge) de aanvullende aktes opstellen die de omschrijving en de oorsprong bevatten van de eigendom van de onroerende goederen die vervat zijn in de inbreng-fusie van Overgenomen partij.
Alle noodzakelijke formaliteiten betreffende de overdracht van de gebouwen van Suez gelegen in het buitenland zullen ten gepaste tijde vervuld worden, conform de wettelijke en reglementaire bepalingen van toepassing in elk van de betrokken landen.
22. Wat de merken en domeinnamen betreft, zoals beschreven in Bijlage 5 (bijlage geactualiseerd op deze datum) evenals de andere intellectuele eigendomsrechten van Suez, zal Gaz de France als enige beschikken over de eigendom en over alle desbetreffende rechten, vanaf de Datum van Verwezenlijking van de Fusie, met uitzondering, in voorkomend geval, van merken, domeinnamen en andere intellectuele eigendomsrechten die zijn overgedragen in het kader van de normale bedrijfsuitoefening of in het kader van de verwezenlijking van de transacties beschreven in afdeling V van hoofdstuk I.
Bijgevolg zal Gaz de France vanaf deze datum het alleenrecht hebben om vrij bovengenoemde merken, domeinnamen en andere intellectuele eigendomsrechten te gebruiken en uit te oefenen zoals het haar goeddunkt over het gehele grondgebied waar deze immateriële elementen zijn of zullen worden beschermd, waarbij moet gepreciseerd worden dat Gaz de France in de plaats zal worden gesteld en zal worden gesubrogeerd in alle rechten en verplichtingen van de overeenkomsten betreffende deze immaterile elementen, die zijn afgesloten met derden.
23. De bepalingen van het decreet n°2007-1790 van 20 december 2007 kennen een specifiek aandeel in het kapitaal van Gaz de France SA toe aan de Staat.
II - Voor deze inbreng-fusie gaat Suez de volgende verplichtingen aan:
1. De Overgenomen partij verplicht er zich toe om tot de Datum van Verwezenlijking van de Fusie de uitoefening van haar activiteiten verder te zetten volgens haar normale bedrijfsuitoefening (met uitzondering van de handelingen en beslissingen die vóór de fusie moeten worden uitgevoerd in het kader van de verwezenlijking van de transacties zoals uiteengezet in hoofdstuk I afdeling V van dit document of van deze die resulteren uit de wettelijke verplichtingen verbonden met de verwezenlijking van de fusie voor wat de schuldeffecten betreft die door Suez zijn uitgegeven).
2. In dit kader en onder dezelfde uitzonderingen als deze bedoeld in 1 hierboven, verbindt Suez er zich in het bijzonder toe om tot de Datum van Verwezenlijking van de Fusie (i) zonder voorafgaande toestemming van de Overnemer geen besluiten te nemen met betrekking tot haar maatschappelijk vermogen voor een bedrag per transactie van meer dan vijf honderd miljoen euro, (ii) geen leningen aan te gaan van een eenmalig of gecumuleerd bedrag hoger dan 1,5 miljard euro zonder gelijkluidende toestemming, welke in alle gevallen zonder rechtvaardige reden niet door de Overnemer geweigerd kan worden, (iii) zonder voorafgaandelijk de Overnemer ervan geïnformeerd te hebben geen besluiten te nemen met betrekking tot haar maatschappelijk vermogen voor een bedrag per transactie hoger dan twee honderd miljoen euro.
3. De Overgenomen partij verbindt er zich toe om, binnen de vereiste termijnen, eventueel in samenwerking met de Overnemer, de noodzakelijke stappen te ondernemen om de contractuele, administratieve of andere toelatingen te verkrijgen die nodig of nuttig zouden kunnen zijn om de overdracht van de ingebrachte goederen rechtsgeldig te verzekeren, en om aan Gaz de France alle inlichtingen te verstrekken die deze laatste zou kunnen nodig hebben, om haar alle handtekeningen te bezorgen en om haar alle nuttige steun te verlenen om voor haar ten aanzien van iedereen de overdracht van de goederen en rechten vervat in deze inbreng-fusie en de volledige uitwerking van onderhavige overeenkomsten te verzekeren. Suez zal, op eerste verzoek van Xxx de France, bijdragen aan de opstelling van alle aktes ter aanvulling, wijziging, herhaling of bevestiging van deze akte en alle verantwoordingen en handtekeningen verstrekken die noodzakelijk zijn voor de rechtsgeldige overdracht van de ingebrachte goederen en rechten, met name van de overgedragen zekerheden en garanties, en zal eveneens alle effecten en stukken in haar bezit overhandigen welke betrekking hebben op deze ingebrachte goederen en rechten.
III - Gaz de France gaat van haar kant de volgende verplichtingen aan:
1. De Overnemer verbindt er zich toe om tot de Datum van Verwezenlijking van de Fusie de uitoefening van haar activiteiten verder te zetten volgens zijn normale bedrijfsuitoefening, met uitzondering van de handelingen die voor de fusie moeten uitgevoerd worden en die gedetailleerd staan beschreven in hoofdstuk I afdeling V van dit document.
2. In dit kader verbindt Gaz de France er zich in het bijzonder toe om tot de Datum van Verwezenlijking van de Fusie (i) zonder voorafgaande toestemming door de Overgenomen partij geen besluiten te nemen met betrekking tot haar maatschappelijk vermogen voor een bedrag per transactie hoger dan vijf honderd miljoen euro, (ii) geen leningen aan te gaan van een eenmalig of gecumuleerd bedrag hoger dan 1,5 miljard euro zonder gelijkluidende toestemming, welke in alle gevallen niet zonder rechtvaardige reden door de Overgenomen partij kan geweigerd worden, (iii) zonder voorafgaandelijk de Overgenomen partij ervan geïnformeerd te hebben geen besluiten te nemen met betrekking tot zijn maatschappelijk vermogen voor een bedrag per transactie hoger dan twee honderd miljoen Euro.
3. De Overnemer verbindt er zich toe om met de Overgenomen partij samen te werken met het oog op het uitvoeren van alle stappen die noodzakelijk of nuttig zijn voor de verwezenlijking van de operatie en, in het algemeen, met het oog op de goede uitvoering van de onderhavige operatie.
HOOFDSTUK IV OPSCHORTENDE VOORWAARDEN
1. Onderhavige fusie is onderworpen aan de volgende opschortende voorwaarden:
– Goedkeuring door de Algemene Vergadering van Suez en verwezenlijking van de fusie door overname van de vennootschap Rivolam;
– Goedkeuring door de Algemene Vergaderingen van Suez en Suez Environnement Company en verwezenlijking van de inbreng van aandelen Suez Environnement in Suez Environnement Company;
– Goedkeuring door de Algemene Vergadering van Suez en verwezenlijking van de uitkering van 65% van de aandelen Suez Environnement Company;
– Ondertekening van de aandeelhoudersovereenkomst met betrekking tot Suez Environnement Company;
– Beslissing van Euronext Parijs waarbij toelating gegeven wordt tot verhandeling van de aandelen van Suez Environnement Company op de markt Euronext Parijs;
– Goedkeuring door de gemengde Algemene Vergadering van Suez van xxxxxxxxxx Xxxxxxxxxxxx, en met name van de daaruit volgende ontbinding zonder vereffening van Suez;
– Goedkeuring van de fusie door de Buitengewone Algemene Vergadering van Gaz de France en van de daarmee verband houdende kapitaalverhoging, zoals in onderhavig van Fusieverdrag is gestipuleerd;
– Goedkeuring door de Buitengewone Algemene Vergadering van Gaz de France van de overname van de verplichtingen van Suez inzake aandelenopties en gratis aandelen, evenals van de afschaffing, in voorkomend geval, van het overeenkomstige voorkeurrecht;
– Inwerkingtreding van het besluit van de Minister van Economie, Industrie en Werkgelegenheid, dat de modaliteiten van de verrichting vastlegt (bepaling van de pariteit en overname van de optieplannen), uitgevaardigd op conform advies van de Commissie voor deelnemingen en overdrachten;
– Publicatie van de doelstellingen van het akkoord inzake industriële, commerciële en financiële samenwerking tussen Gaz de France en Suez.
De verwezenlijking van deze opschortende voorwaarden zal kunnen vastgesteld worden, ten aanzien van eender wie, door alle gepaste middelen en met name voor bepaalde onder hen door de overhandiging van kopieën van of gecertificeerde uittreksels conform aan de notulen van de Algemene Vergadering van Gaz de France of in voorkomend geval, van de Raad van Bestuur van Gaz de France.
2. Datum van Verwezenlijking van de Fusie
Onder voorbehoud van de verwezenlijking van de hierboven beoogde opschortende voorwaarden zal de fusie verwezenlijkt worden om nul uur op de dag van de toelating tot de verhandeling van de aandelen Suez Environnement Company op de markt Euronext Parijs zoals aangegeven in de kennisgeving van toelating van Euronext Parijs (de “Datum van Verwezenlijking van de Fusie”). De verwezenlijking van de fusie zal onmiddellijk na de verwezenlijking van de Xxxxx Xxxxxxx plaatsvinden, die op haar beurt plaatsvindt na de Inbreng-Uitkering, waarbij de toelating tot de verhandeling van de aandelen Suez Environnement Company, wat haar betreft, bij opening van de markt Euronext Parijs op dezelfde dag geschiedt.
Suez zal van rechtswege ontbonden worden op het moment van de verwezenlijking van de fusie. Er zal niet overgegaan worden tot eender welke vereffening van Suez als gevolg van de overdracht van de totaliteit van de activa en passiva van Suez naar Gaz de France.
De feitelijke vaststelling van de definitieve verwezenlijking van onderhavige fusie zal kunnen plaatsvinden met alle gepaste middelen.
Bij gebreke van verwezenlijking van de hierboven vermelde opschortende voorwaarden ten laatste op
31 december 2008, zal, behoudens verlenging van deze termijn, onderhavig verdrag beschouwd worden als nietig en van generlei waarde.
HOOFDSTUK V ALGEMENE VERKLARINGEN
Er wordt uitdrukkelijk overeengekomen tussen de Partijen dat geen enkele vordering tot schadevergoeding, gebaseerd op de onjuistheid van de hieronder vermelde verklaringen, kan uitgeoefend worden na de Datum van Verwezenlijking van de Fusie.
De Overgenomen partij verklaart dat op datum van onderhavig verdrag:
1. Noch zij noch enige van haar in Bijlage 6 vermelde dochterondernemingen (hierna de “Belangrijke Dochterondernemingen van Suez”) in een toestand van staking van betalingen is of dit ooit is geweest en ooit het voorwerp is geweest van een procedure inzake curatele of gerechtelijke ontbinding;
2. Onder voorbehoud van de verrichtingen bedoeld in afdeling V van hoofdstuk I en van hun gevolgen zij de bevoegdheid heeft te beschikken over haar rechten en vermogen met een individuele boekwaarde van meer dan 50 miljoen euro;
3. Geen enkele van de activa geboekt op de balans van haar jaarrekening per 31 december 2007 voor een individueel bedrag hoger dan honderd miljoen euro, bezwaard is door een hypotheek of een inpandgeving;
4. Zij niet het voorwerp uitmaakt van vervolgingen die de uitoefening van haar activiteit, op de manier zoals zij thans wordt uitgeoefend, zouden doen kunnen verbieden of in belangrijke mate belemmeren;
5. Onder voorbehoud van de verrichtingen bedoeld in sectie V van hoofdstuk I en hun gevolgen de deelnemingen ingebracht door Suez met een individuele boekwaarde (per 31 december 2007) hoger dan 50 miljoen euro en opgesomd onder de financiële vaste activa, vrij beschikbaar zijn en niet bezwaard zijn door enige inpandgeving;
6. Haar onroerend goed vermogen evenals dat van de Belangrijke Dochterondernemingen van Suez geen voorwerp is van enige onteigeningsprocedure;
7. Op datum van 29 mei 2008 zij geen zekerheid, aval of pand verleend heeft, noch gehouden is door enige niet in de balans opgenomen verplichting voor een individueel bedrag hoger dan tien miljoen euro dat niet in rekening is genomen in de bijlagen bij haar jaarrekening per 31 december 2007, met uitzondering van wat in Bijlage 7 is opgenomen;
8. de geconsolideerde jaarrekening van Suez Environnement S.A. per 31 december 2006 en de verklarende noot in bijlage B van het protocol dat vandaag tussen Suez en Gaz de France wordt ondertekend, op adequate wijze de activa en passiva weergeven vervat in de Pool Environnement van Suez op datum van vandaag.
9. Suez Environnement Company opgenomen in Bijlage B van het protocol dat vandaag wordt ondertekend tussen Suez en Gaz de France, overgedragen zal worden van Suez S.A. (of haar dochtermaatschappijen) aan Suez Environnement Company en dat geen enkel ander activa- of passivabestanddeel overgedragen zal worden van Suez Environnement Company aan Suez S.A. (of haar dochtermaatschappijen).
De Overnemer verklaart dat op datum van onderhavig verdrag:
1. Noch zij noch enige van haar in Bijlage 8 vermelde dochterondernemingen (hierna de “Belangrijke dochterondernemingen van Gaz de France”) in een toestand van staking van betalingen is of dit ooit is geweest en ooit het voorwerp is geweest van een procedure inzake curatele of gerechtelijke vereffening;
2. Zij de bevoegdheid heeft te beschikken over haar rechten en bezittingen met een individuele boekwaarde die hoger is dan 50 miljoen euro, met uitzondering van de werken in concessie;
3. Geen enkel van de activa, geboekt op de balans van haar jaarrekening per 31 december 2007 voor een individueel bedrag hoger dan honderd miljoen euro, bezwaard is door een hypotheek of een pandgeving;
4. Zij niet het voorwerp uitmaakt van vervolgingen die de uitoefening van haar activiteit, op de manier zoals zij thans wordt uitgeoefend, zouden doen kunnen verbieden of in belangrijke mate belemmeren;
5. Met uitzondering (i) van de deelneming die Gaz de France aanhoudt in GRTgaz, waarvan de beschikking kadert in de bepalingen van artikel 12 van de wet 2004-803 van 9 augustus 2004 zoals gewijzigd door de wet n° 2006-1537 van 7 december 2006 met betrekking tot de energiesector (ii) de bepalingen van het decreet n°2007-1790 van 20 december 2007 tot instelling van een specifiek aandeel van de Staat in het kapitaal van Gaz de France SA, de deelnemingen die Gaz de France aanhoudt en waarvan de individuele balanswaarde (per 31 december 2007) hoger is dan 50 miljoen euro, vrij beschikbaar zijn en niet bezwaard zijn door enige inpandgeving;
6. Het onroerend goed in haar vermogen evenals dat in het vermogen van de Belangrijke Dochterondernemingen van Gaz de France niet het voorwerp uitmaakt van enige onteigeningsprocedure;
7. Op datum van 29 mei 2008 (of op enige andere datum vermeld in bijlage 9), zij geen zekerheid, aval of pand verleend heeft, en dat zij niet gehouden is door enige niet in de balans opgenomen verplichting voor een individueel bedrag hoger dan tien miljoen euro dat niet in rekening genomen is in de bijlagen van haar jaarrekening per 31 december 2007, met uitzondering van wat in Bijlage 9 is vermeld.
I - Algemene bepalingen
HOOFDSTUK VI
SOCIALE EN FISCALE VERKLARINGEN
De vertegenwoordigers van beide ondergetekende vennootschappen verplichten deze om zich te schikken naar alle geldende wettelijke bepalingen met betrekking tot de uit te voeren aangiften voor de betaling van de vennootschapsbelasting en van alle andere belastingen die volgen uit de definitieve verwezenlijking van onderhavige fusie, in het kader van wat hierna zal gesteld worden.
II - Meer specifieke bepalingen
A/ Registratierechten
De fusie, die zich voordoet tussen twee rechtspersonen onderworpen aan de vennootschapsbelasting, zal genieten van de bepalingen van artikel 816 van het algemeen wetboek der belastingen (hierna “CGI”).
De fusie zal dus onderworpen zijn aan een vast recht van 500 euro. B/ Vennootschapsbelasting
De ondergetekenden, in deze hoedanigheid, verklaren ambtshalve onderhavige fusie te willen onderwerpen aan het regime voorzien in artikel 210 A CGI.
De voortgebrachte winstgevende of verlieslatende resultaten, vanaf de Ingangsdatum, door de exploitatie van de Overgenomen partij, zullen opgenomen worden in de belastbare resultaten van de Overnemer.
Bijgevolg verbindt de Overnemer er zich met name toe:
– om op haar passief de reserves over te nemen waarvan de belastingheffing wordt uitgesteld bij de Overgenomen partij en die niet zonder voorwerp worden ten gevolge van de fusie, evenals de gereglementeerde voorzieningen (met name de voorziening voor investering) waarvan de belastingheffing uitgesteld is krachtens een speciale tekst in het algemene wetboek der belastingen (artikel 210 A-3.a. CGI);
– zich in de plaats te stellen van de Overgenomen partij voor het opnemen van de resultaten waarvan het in rekening nemen werd uitgesteld voor de belastingheffing van laatstgenoemde (artikel 210 A-3.b CGI);
– om de later verwezenlijkte meerwaarden ter gelegenheid van de overdracht van niet- afschrijfbare vaste activa verkregen bij wijze van inbreng, te berekenen volgens de waarde die deze goederen, vanuit fiscaal oogpunt, in de boeken van Overgenomen partij hadden (artikel 210 A-3.c van CGI);
– om de bestanddelen andere dan de vaste activa in te schrijven op haar balans voor de waarde die zij, vanuit fiscaal standpunt, in de boeken van Overgenomen partij hadden (artikel 210 A-3.e van CGI);
Ingevolge artikel 145 1.c. 2e alinea worden de deelnemingen van Overgenomen partij geacht verkregen te zijn door Overnemer vanaf de datum van inschrijving of verwerving door Overnemer met het oog op de berekening van de bewaringstermijn voorzien in de eerste alinea van hetzelfde artikel, vereist om te genieten van het regime van moeder- en dochtervennootschappen.
De Overnemer zal bij de aangiften van haar resultaat een staat voegen, zoals voorzien in artikel 54 septies I CGI en zij zal de nodige vermeldingen maken in het activaregister, zoals voorzien in artikel 54 septies II CGI.
De Overgenomen partij zal, binnen 60 dagen vanaf de datum van publicatie van de fusie in een wettelijk aankondigingsblad, de aangifte van stopzetting van werkzaamheid opstellen, zoals voorzien in artikel 201 CGI en zij zal daarbij een staat voegen voorzien in artikel 54 septies I CGI.
In het algemeen en vanaf de Datum van Verwezenlijking van de Fusie zal de Overnemer de plaats innemen van de Overgenomen partij voor de uitvoering van alle verbintenissen en verplichtingen van fiscale aard met betrekking tot de activabestanddelen die haar zijn overgedragen in het kader van onderhavige fusie, conform de bepalingen van artikel 000 X xxx XXX.
Aanvragen tot goedkeuring en opvolgingen van aanvragen tot goedkeuring werden gericht aan de Algemene Directie der Belastingen om haar met name het volgende te verzoeken:
– de overdracht van een deel van de verliezen van Overgenomen partij aan Overnemer op grond van de bepalingen van de artikelen 223 I 5 en 223 I 6 CGI;
– de overdracht van een deel van de verliezen van Overgenomen partij aan Suez Environnement Company op grond van de bepalingen van de artikelen 223 I 5 en 223 I 7 CGI;
– de toepassing van het gunstregime voorzien in de artikelen 210 B en 115-2 CGI voor de verrichting Inbreng-Uitkering en het behoud van haar winst in het kader van de fusie, voorwerp van onderhavig verdrag.
De aflevering van bovenvermelde goedkeuringen en opvolgingen maakten het voorwerp uit van een principieel akkoord vanwege de Algemene Directie der Belastingen vervat in een briefwisseling van 3 juni 2008, onder voorbehoud van het naleven van bepaalde opschortende voorwaarden.
C/ Belasting over de toegevoegde waarde
Ingevolge artikel 257 bis CGI, worden de leveringen van goederen, de dienstverleningen en de transacties vermeld in 6° en 7° van artikel 257, die plaatsvinden in het kader van de fusie verwezenlijkt tussen Overgenomen partij en Overnemer, beide B.T.W.-belastingplichtigen, vrijgesteld van BTW.
De Overnemer wordt geacht de rechtspersoon van Overgenomen partij voort te zetten. Bijgevolg zal zij de herzieningen van de aftrekken onder dezelfde omstandigheden verrichten waartoe Overgenomen partij had moeten overgaan indien zij haar activiteit had voortgezet.
Overgenomen partij en Overnemer zullen het bedrag, exclusief belasting,- van de inbreng voor hun rekening nemen op hun aangifte van omzet van de maand juli 2008.
De Overgenomen partij verklaart aan de Overnemer, die aldus in al haar rechten en verplichtingen gesubrogeerd wordt, het krediet van de belasting over de toegevoegde waarde over te dragen waarover zij zal beschikken op de datum waarop zij juridisch zal ophouden te bestaan. Aldus verbindt zij zich om aan de dienst belastingen, waaronder zij ressorteert, een aangifte te richten in twee exemplaren die verwijst naar onderhavig verdrag, waarin zij het bedrag van het BTW-krediet zal aangeven dat haar zal overgedragen worden.
D/ Belasting voor de financiering van beroepsvoorbereidende vorming en de deelname van de werkgevers aan de continue beroepsopleiding
De Overnemer verbindt zich ertoe om de belasting voor de financiering van beroepsvoorbereidende vorming en de deelname van de werkgevers aan de continue beroepsopleiding welke verschuldigd zou kunnen zijn door Overgenomen partij op de Datum van Verwezenlijking van de Fusie op zich te nemen en over te gaan, voor rekening van de Overgenomen partij, binnen de termijn van 60 dagen voorzien in de artikelen 201, 229 A en 235 ter KD CGI, tot de aangifte van de storting in verband met haar verplichting tot deelname alsmede tot de speciale aangifte voor de financiering van beroepsvoorbereidende vorming.
E/ Participatie van de werknemers
De Overnemer verbindt zich ertoe om op het passief van haar balans, in voorkomend geval, de speciale participatiereserve op te nemen die voorkomt in de boeken van de Overgenomen partij, evenals de overeenkomstige voorziening voor investering, voor het deel van haar bedrag dat op de Datum van Verwezenlijking van de Fusie nog niet de besteding zal gekregen hebben waarvoor deze voorziening is bestemd.
Tegelijkertijd zal de Overnemer alle rechten van de Overgenomen partij genieten.
HOOFDSTUK VII DIVERSE BEPALINGEN
I - Formaliteiten
1. Gaz de France zal, binnen de termijnen voorzien door de wet, alle wettelijke vormvoorschriften vervullen inzake publicatie en wettelijke neerleggingen met betrekking tot de inbrengen.
2. Gaz de France zal zelf de noodzakelijke aangiften en formaliteiten regelen bij alle administraties waaronder zij ressorteert, om de ingebrachte bezittingen op haar naam te zetten.
3. Zij zal, in het algemeen, alle vormvoorschriften vervullen die noodzakelijk zijn om de overdracht van de ingebrachte bezittingen en rechten tegenstelbaar te maken aan derden.
II - Afstand
De vertegenwoordiger van de Overgenomen partij verklaart dat hij afstand doet van alle voorrechten en vorderingen tot ontbinding die bovengenoemde onderneming tot voordeel kunnen zijn, op de hierboven vermelde ingebrachte bezittingen, om de uitvoering van de lasten en voorwaarden opgelegd aan de Overnemer te garanderen, volgens de voorwaarden van onderhavig verdrag.
Bijgevolg doet hij uitdrukkelijk afstand van het nemen van inschrijving ten voordele van de Overgenomen partij, wat ook de reden daarvan moge zijn.
III - Overhandiging van titels
Op de Datum van Verwezenlijking van de Fusie zullen aan Gaz de France de originele oprichtings- en wijzigingsakten van de Overgenomen partij overhandigd worden, evenals de boekhoudingsstukken, de eigendomstitels, de attesten met betrekking tot de roerende waarden, de rechtvaardiging van de eigendom van de aandelen en alle contracten, archieven, stukken of andere documenten die betrekking hebben op de ingebrachte bezittingen en rechten.
IV - Kosten
Alle kosten, rechten en honoraria waartoe de fusie aanleiding geeft, evenals deze die er het gevolg en het resultaat van zullen zijn, zullen door Gaz de France gedragen worden.
V - Keuze van woonplaats
Voor de uitvoering van onderhavig verdrag en deze die erop volgen, en voor alle betekeningen en kennisgevingen, kiezen de vertegenwoordigers van de betrokken vennootschappen, in deze hoedanigheid, woonplaats op de maatschappelijke zetel van de vennootschappen, zoals beschreven in de aanhef van onderhavig verdrag.
VI - Bevoegdheden
Alle bevoegdheden worden vanaf heden uitdrukkelijk gegeven:
– aan de ondergetekenden, in deze hoedanigheid, die de vennootschappen betrokken bij de fusie, vertegenwoordigen met de mogelijkheid om samen of afzonderlijk te handelen, om, in voorkomend geval, om al het nodige te doen door middel van alle complementaire of aanvullende aktes;
– aan de houders van originelen of gecertificeerde uittreksels conform aan onderhavig verdrag en van alle stukken die de definitieve verwezenlijking van de fusie vaststellen, om alle formaliteiten uit te voeren en alle aangiften, betekeningen, kennisgevingen, neerleggingen, inschrijvingen, publicaties en andere te doen.
VII - Verklaring van oprechtheid
De Partijen verklaren, onder de straffen bepaald door artikel 1837 CGI, dat de akte de volledige vergoeding van de inbreng-fusie weergeeft en zij erkennen in kennis gesteld te zijn van de sancties die gelden in geval van onjuistheid van deze verklaring.
Opgemaakt te Parijs, Op 5 juni 2008,
In elf exemplaren, waarvan
één exemplaar voor de registratie,
één exemplaar voor de formaliteiten bij de INPI,
één exemplaar voor de formaliteiten van kadastrale openbaarmaking, één voor elke partij,
vier voor de neerlegging ter griffie.
Gaz de France Vertegenwoordigd door
De Heer Xxxx-Xxxxxxxx Xxxxxxx
Suez Vertegenwoordigd door
De Xxxx Xxxxxx Xxxxxxxxxx
LIJST VAN DE BIJLAGEN
Bijlage 1: Geconsolideerde boekhouding van Gaz de France per 31 december 2007 en vennootschappelijke jaarrekening van Gaz de France per 31 december 2007
Bijlage 2: Geconsolideerde boekhouding van Suez per 31 december 2007 en vennootschappelijke jaarrekening van Suez per 31 december 2007
Bijlage 2bis: Vennootschappelijke jaarrekening van Rivolam per 31 december 2007 Bijlage 3: Modaliteiten voor bepaling van de pariteit
Bijlage 4: Lijst van de onroerende goederen die door Suez worden overgedragen Bijlage 5: Beschrijving van de merken en domeinnamen van Suez
Bijlage 6: Lijst van de Belangrijke Dochterondernemingen van Suez
Bijlage 7: Lijst van de verplichtingen buiten balans voor een individueel bedrag hoger dan tien miljoen euro, niet opgenomen in de bijlagen van de vennootschappelijke jaarrekening van Suez per 31 december 2007
Bijlage 8: Lijst van de Belangrijke Dochterondernemingen van Gaz de France
Bijlage 9: Lijst van de verplichtingen buiten balans voor een individueel bedrag hoger dan tien miljoen euro, niet opgenomen in de bijlagen van de vennootschappelijke jaarrekening van Gaz de France per 31 december 2007
BIJLAGE 1
Geconsolideerde boekhouding van Gaz de France per 31 december 2007 en vennootschappelijke jaarrekening van Gaz de France per 31 december 2007
GECONSOLIDEERDE REKENINGEN PER 31 DECEMBER 2007
Pagina
GECONSOLIDEERDE WINST-EN-VERLIESREKENING ........................................ 5
GECONSOLIDEERDE BALANS ................................................................. 6
GECONSOLIDEERD KASSTROOMOVERZICHT ............................................... 9
OVERZICHT VAN DE OPGENOMEN OPBRENGSTEN EN KOSTEN 10
MUTATIEOVERZICHT VAN HET EIGEN VERMOGEN 11
BIJLAGEN 13
A - GRONDSLAGEN VOOR FINANCIËLE VERSLAGGEVING EN
WAARDERINGSMETHODEN 13
B - VERGELIJKBARE INFORMATIE XXX XX XXXXXXXXX 00
0 - XXXXXXXXXXX TRANSACTIES 41
2 - HERWERKING VAN DE VERGELIJKENDE PERIODEN 49
C - AANVULLENDE INFORMATIE OVER DE BALANS, DE WINST-EN-VERLIESREKENING
EN HET KA SSTROOMOVERZICHT 50
1 - SECTORALE INFORMATIE 50
Toelichting 1 - Informatie volgens bedrijfssegment 50
Toelichting 2 - Informatie volgens geografisch gebied 50
2 - WINST-EN-VERLIESREKENING 63
Toelichting 3 - Omzet 63
Toelichting 4 - Extern verbruik 63
Toelichting 5 - Personeelskosten 63
Toelichting 6 - Andere bedrijfsopbrengsten en -kosten 64
Toelichting 7 - Nettotoevoegingen aan de afschrijvingen en voorzieningen 65
Toelichting 8 - Financieel resultaat 66
Toelichting 9 - Belastingen over het resultaat 67
Toelichting 10 - Resultaat per aandeel 69
3 - BALANS - NIET-FINANCIËLE ACTIVA 70
Toelichting 11 - Goodwill, immateriële activa van het in concessie gegeven domein en
andere immateriële vaste activa 70
Toelichting 12 - Materiële vaste activa 73
Toelichting 13 - Participaties verwerkt volgens de ‘equity’-methode, Vennootschappen die proportioneel zijn geïntegreerd 76
Toelichting 14 - Voorraden en goederen in bewerking 77
4 - EIGEN VERMOGEN 78
Toelichting 15 - Kapitaal - Aandelen in omloop 78
5 - BALANS - NIET-FINANCIËLE VERPLICHTINGEN 80
Toelichting 16 - Voorzieningen (zonder voorzieningen voor personeelsbeloningen) 80
Toelichting 17 - Pensioenverplichtingen en andere verplichtingen ten aanzien van het
personeel 81
6 - BALANS - FINANCIËLE INSTRUMENTEN 90
Toelichting 18 - Niet-afgeleide financiële activa en verplichtingen 90
Toelichting 18.1 - Vaste financiële activa en vaste activa van financiële filialen 96
Toelichting 18.2 - Andere vaste niet-afgeleide financiële activa 98
Toelichting 18.3 - Geldmiddelen en kasequivalenten 98
Toelichting 18.4 - Participatiebewijzen 98
Toelichting 18.5 - Netto financiële schuldenlast 99
Toelichting 19 - Afgeleide financiële instrumenten 101
Toelichting 19.1 - Kwantitatieve informatie over derivatencontracten voor rente 102
Toelichting 19.2 - Kwantitatieve informatie over valutaderivatencontracten 103
Toelichting 19.3 - Kwantitatieve informatie over effectenderivatencontracten 105
Toelichting 19.4 - Kwantitatieve informatie over grondstoffenderivatencontracten 106
Toelichting 20 - Informatie over de risico’s 107
Toelichting 20.1 - Informatie over de risico’s die niet zijn verbonden aan de activiteiten
voor grondstoffen 107
Toelichting 20.2 - Grondstoffenrisico’s 118
Toelichting 20.3 - Gevoeligheid van het resultaat en het eigen vermogen voor de
marktrisico’s 122
7 - KASSTROOMOVERZICHT 126
Toelichting 21 - Xxxxxxxxxxxxxxxxxx 000
0 - XXXXXX INFORMATIE 126
Toelichting 22 - Informatie over verbonden partijen 126
Xxxxxxxxxxx 00 - Xxxxxxxxxxxxxx na balansdatum 128
Toelichting 24 - Consolidatiekring 130
Toelichting 25 - Voornaamste wisselkoersen 134
Opm.: De bedragen in de tabellen zijn doorgaans opgegeven in miljoen euro. De afrondingen kunnen in bepaalde gevallen leiden tot een licht verschil op het niveau van de totalen of de vershillen.
GECONSOLIDEERDE WINST-EN-VERLIESREKENING
(in miljoen euro) | Toelichting | 31.12.2007 | 31.12.2006 | 31.12.2005 |
Verkoop van energie | 23 644 | 23 849 | 19 479 | |
Verkoop van diensten | 3 681 | 3 671 | 3 306 | |
Opbrengst van de activiteiten van financiële filialen | 102 | 122 | 87 | |
Omzet 3 | 27 427 | 27 642 | 22 872 | |
Extern verbruik 4 | - 19 131 | - 19 976 | - 16 294 | |
Personeelskosten 5 | - 2 628 | - 2 581 | - 2 541 | |
Andere bedrijfsopbrengsten 6 | 530 | 626 | 565 | |
Andere bedrijfskosten 6 | - 792 | - 856 | - 741 | |
Afschrijvingen en voorzieningen 7 | - 1 532 | - 1 247 | - 1 040 | |
Bedrijfs-resultaat | 3 874 | 3 608 | 2 821 | |
Opbrengsten van geldmiddelen en kasequivalenten | 102 | 73 | 26 | |
Kosten van de xxxxx financiële schuldenlast | - 272 | - 196 | - 228 | |
Kosten van de netto financiële schuldenlast 8 | - 170 | - 123 | - 202 | |
Andere financiële opbrengsten 8 | 467 | 515 | 488 | |
Andere financiële kosten 8 | - 607 | - 749 | - 724 | |
Aandeel van het nettoresultaat van de ondernemingen verwerkt | ||||
volgens de ‘equity’-methode | 99 | 176 | 189 | |
Resultaat vóór belastingen | 3 663 | 3 427 | 2 572 | |
Belastingen over het resultaat | 9 | - 1 153 | - 1 104 | - 794 |
GECONSOLIDEERD NETTORESULTAAT VAN DE GROEP | 2 510 | 2 323 | 1 778 | |
Aandeel van de Groep | 2 472 | 2 298 | 1 782 | |
Minderheidsbelangen | 38 | 25 | -4 | |
2 510 | 2 323 | 1 778 | ||
Nettoresultaat en verwaterd nettoresultaat per aandeel (in euro) - Aandeel van de Groep 10 | 2,51 | 2,34 | 1,89 |
GECONSOLIDEERDE BALANS
(in miljoen euro) | Toelichting | 31.12.2007 Netto | 31.12.2006* Netto | 31.12.2005 Netto |
ACTIVA | ||||
VASTE ACTIVA | ||||
Goodwill 11 | 1 755 | 1 626 | 1 501 | |
Immateriële activa van het in concessie gegeven domein 11 | 5 612 | 5 704 | 5 677 | |
Andere immateriële vaste activa 11 | 883 | 564 | 473 | |
Materiële vaste activa 12 | 17 705 | 16 660 | 15 153 | |
Participaties gewaardeerd via de ‘equity’-methode 13 | 814 | 718 | 693 | |
Financiële vaste activa 18 | 1 447 | 1 341 | 1 169 | |
Langlopende afgeleide financiële instrumenten 19 | 73 | 17 | - | |
Uitgestelde belastingvorderingen 9 | 79 | 61 | 99 | |
Andere vaste activa 18 | 000 | 000 | 000 | |
Activa van financiële filialen 18 | 165 | 167 | 99 | |
TOTAAL VASTE ACTIVA | I | 29 191 | 27 388 | 25 405 |
VLOTTENDE ACTIVA | ||||
Voorraden en goederen in bewerking 14 | 1 790 | 1 935 | 1 452 | |
Vorderingen | ||||
Handelsvorderingen en andere te ontvangen | ||||
posten 18 | 7 730 | 7 117 | 6 544 | |
Belastingvorderingen | 233 | 84 | 69 | |
Overige vorderingen 18 | 853 | 1 085 | 1 646 | |
Kortlopende afgeleide financiële instrumenten 19 | 2 639 | 2 325 | 1 783 | |
Geldbeleggingen 18 | 000 | 000 | 000 | |
Geldmiddelen en kasequivalenten 18 | 2 973 | 2 196 | 1 897 | |
Activa van financiële filialen 18 | 531 | 431 | 895 | |
TOTAAL VLOTTENDE ACTIVA | II | 16 987 | 15 533 | 14 531 |
TOTAAL ACTIVA | I tot II | 46 178 | 42 921 | 39 936 |
* De wijzigingen die zijn aangebracht aan de vergelijkende informatie die voordien is gepubliceerd, worden beschreven in Bijlage B.2
(in miljoen euro) Toelichting | 31.12.2007 | 31.12.2006* 31.12.2005 |
PASSIVA
EIGEN VERMOGEN - aandeel van de Groep | |||||
Kapitaal 15 | 984 | 984 | 984 | ||
Agio | 1 789 | 1 789 | 1 789 | ||
Reserves en geconsolideerde resultaten | 14 923 | 13 075 | 11 517 | ||
Wisselkoersverschillen 15 | 257 | 349 | 194 | ||
TOTAAL EIGEN VERMOGEN - aandeel van de Groep | I | 17 953 | 16 197 | 14 484 | |
MINDERHEIDSBELANGEN | II | 548 | 466 | 298 | |
TOTAAL EIGEN VERMOGEN | 18 501 | 16 663 | 14 782 | ||
LANGLOPENDE VERPLICHTINGEN | |||||
Voorzieningen voor personeelsbeloningen | 17 | 1 118 | 1 142 | 1 090 | |
Voorzieningen | 16 | 6 088 | 5 750 | 5 537 | |
Uitgestelde belastingverplichtingen | 9 | 2 634 | 2 620 | 2 771 | |
Participatiebewijzen | 18 | 624 | 624 | 623 | |
Financiële schulden | 18 | 3 966 | 3 943 | 3 324 | |
Langlopende afgeleide financiële instrumenten | 19 | 11 | 8 | 13 | |
Verplichtingen van financiële filialen | 18 | 126 | 93 | 19 | |
Andere langlopende verplichtingen | 18 | 000 | 000 | 000 | |
TOTAAL LANGLOPENDE VERPLICHTINGEN | III | 14 728 | 14 323 | 13 517 | |
KORTLOPENDE VERPLICHTINGEN | |||||
Voorzieningen 16 | 159 | 167 | 180 | ||
Schulden aan het personeel | 000 | 000 | 000 | ||
Financiële schulden 18 | 1 355 | 1 461 | 1 165 | ||
Handelsschulden en gerelateerde te betalen posten 18 | 3 696 | 3 623 | 3 202 | ||
Verschuldigde belastingen | 000 | 000 | 000 | ||
Andere belastingschulden | 852 | 724 | 1 170 | ||
Overige schulden 18 | 2 705 | 2 615 | 2 344 | ||
Kortlopende afgeleide financiële instrumenten 19 | 2 529 | 2 189 | 1 788 | ||
Verplichtingen van financiële filialen 18 | 578 | 392 | 1 098 | ||
TOTAAL KORTLOPENDE VERPLICHTINGEN | IV | 12 949 | 11 935 | 11 637 | |
TOTAAL PASSIVA | I tot IV | 46 178 | 42 921 | 39 936 |
* De wijzigingen die zijn aangebracht aan de vergelijkende informatie die voordien is gepubliceerd, worden beschreven in Bijlage B.2
GECONSOLIDEERD KASSTROOMOVERZICHT
(in miljoen euro) | Toelichting 21 | 31.12.2007 | 31.12.2006 | 31.12.2005 |
I – Nettokasstromen uit bedrijfsactiviteiten | ||||
Resultaat vóór belastingen | 3 663 | 3 427 | 2 572 | |
Afschrijvingen, waardevermindering van langlopende activa | 1 529 | 1 478 | 1 318 | |
Voorzieningen | 266 | 63 | -31 | |
Exploratie-uitgaven | 103 | 86 | 44 | |
Andere | 343 | 64 | 351 | |
Kasstromen uit bedrijfsactiviteiten vóór belastingen, | ||||
vervangingsuitgaven en wijziging in de werkkapitaalvereisten | 5 904 | 5 118 | 4 254 | |
Vervangingsuitgaven van de werkzaamheden van het in concessie | ||||
gegeven domein | - 247 | - 294 | - 255 | |
Wijziging in de werkkapitaalvereiste | 232 | - 410 | - 649 | |
Voorraden | 176 | - 461 | - 382 | |
Actieve en passieve handelsvorderingen en andere te ontvangen | ||||
posten | - 569 | 150 | - 1 465 | |
Handelsschulden | 101 | 293 | 1 077 | |
Andere vorderingen en schulden | 524 | - 392 | 121 | |
Betaalde belasting | - 1 111 | - 1 348 | - 562 | |
Nettokasstromen uit bedrijfsactiviteiten | I | 4 778 | 3 066 | 2 788 |
II – Nettokasstromen uit investeringsactiviteiten | ||||
1. Investeringen | ||||
Investeringsuitgaven | - 2 552 | - 2 169 | - 1 749 | |
Exploratie-investeringen die direct als last zijn opgenomen | - 59 | - 41 | - 34 | |
Investeringen in participatiebewijzen en gelijkgesteld | - 275 | - 487 | - 674 | |
Andere investeringen | - 165 | - 519 | - 226 | |
Subtotaal | - 3 051 | - 3 216 | - 2 683 | |
2. Desinvesteringen en andere middelen | ||||
Subsidies en bijdragen van derden | 11 | 8 | 13 | |
Opbrengst uit de verkoop van materiële en immateriële activa en | ||||
participatiebewijzen | 196 | 935 | 479 | |
Vermindering van de andere financiële activa | 85 | 76 | 105 | |
Ontvangen rente | 95 | - 31 | - 52 | |
Ontvangen dividenden | 41 | 54 | 28 | |
Subtotaal | 428 | 1 042 | 573 | |
Nettokasstromen uit investeringsactiviteiten | (1 + 2 ) II | - 2 623 | - 2 174 | - 2 110 |
III – Beschikbaar na financiering van de investeringen | (I + II) III | 2 155 | 892 | 678 |
IV – Nettokasstromen uit financieringsactiviteiten | ||||
Verhoging van het kapitaal en de premies | 47 | 67 | 1 869 | |
Transacties op eigen aandelen | - 49 | 1 | - | |
Betaalde dividenden | - 1 095 | - 669 | - 420 | |
Inschrijvingen op leningen | 903 | 892 | 1 297 | |
Terugbetaling van leningen | - 1 132 | - 619 | - 2 124 | |
Wijziging in geldbeleggingen | 108 | - 110 | - 134 | |
Betaalde rente | - 185 | - 128 | - 189 | |
Nettokasstromen uit financieringsactiviteiten | IV | - 1 403 | - 566 | 299 |
V – Gevolgen van wijzigingen in wisselkoersen, administratieve | ||||
verwerkingsmethoden en diversen V | - | 25 | 10 | |
VI – Kasstroomwijzigingen (toelichting 18.3) (III + IV + V) | 752 | 351 | 987 | |
Geldmiddelen en kasequivalenten aan het begin van de periode | ||||
(toelichting 18.3) | 1 575 | 1 224 | 237 | |
Geldmiddelen en kasequivalenten aan het einde van de periode | ||||
(toelichting 18.3) | 2 327 | 1 575 | 1 224 |
OVERZICHT VAN DE OPGENOMEN OPBRENGSTEN EN KOSTEN
(in miljoen euro) | 31.12.2007 Aandeel van Aandeel minderhe- van de idsbe Groep langen Totaal | Aandeel van de Groep | 31.12.2006 Aandeel van minderhe- idsbe langen | Totaal | 31.12.2005 Aandeel van Aandeel minderhe- van de idsbe Groep langen | Totaal |
Resultaat over de periode | 2 472 | 38 | 2 510 | 2 298 | 25 | 2 323 | 1 782 | - 3 | 1 779 |
Actuariële verschillen op personeelsbeloningen | 260 | - 9 | 251 | - 3 | - | - 3 | - 48 | - | - 48 |
Aanpassingen aan de reële waarde van financiële afdekkingsinstrumenten: - latente winsten of verliezen opgenomen in het eigen vermogen | 141 | - 7 | 134 | 8 | 1 | 9 | 46 | 1 | 47 |
- overdracht naar het resultaat op vervallen of onderbroken afdekkingen | 51 | 6 | 57 | - 7 | 1 | - 6 | - 128 | 1 | - 127 |
Aanpassingen aan de reële waarde van activa beschikbaar voor verkoop: - latente winsten of verliezen opgenomen in het eigen vermogen | 194 | - | 194 | 45 | - | 45 | 62 | - | 62 |
- overdracht naar het resultaat op verkochte effecten | - 1 | - | - 1 | - 120 | - | - 120 | - 119 | - | - 119 |
- overdracht naar het resultaat xxx xxxxxxxx xxxxxxxxxxxxxxxxxxxx | - | - | - | - | - | - | - | - | - |
Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx | - 92 | - 27 | - 119 | 155 | 25 | 180 | 89 | - 2 | 87 |
Uitgestelde belastingen | - 158 | 3 | - 155 | - 3 | - | - 3 | 49 | - | 49 |
Opbrengsten en kosten die direct zijn opgenomen in het eigen vermogen | 395 | - 34 | 361 | 75 | 27 | 102 | - 49 | - | - 49 |
Xxxxxx opgenomen opbrengsten en kosten | 2 867 | 4 | 2 871 | 2 373 | 52 | 2 425 | 1 733 | - 3 | 1 730 |
MUTATIEOVERZICHT VAN HET EIGEN VERMOGEN
Eigen vermogen - Aandeel van de Groep Reële-
waarde
Minder
TOTAAL
Kapi
Eigen
reserves
Resul
Wisselkoers
heidsbe
Eigen
(in miljoen euro)
Eigen vermogen op
taal aandelen Premies en andere Reserves
taat
verschillen TOTAAL
langen
vermogen
01.01.2005 903 25 9 001 1 105 104 11 138 205 11 343
Nettoresultaat 1 782 1 782 - 3 1 779
Opbrengsten en kosten opgenomen in het eigen
vermogen - 139 90 - 49 - 49
Totaal opgenomen opbrengsten en
kosten* - 139 1 782 90 1 733 - 3 1 730
Resultaat toegewezen
aan de reserves Uitgekeerde dividenden (0,46 euro per | 1 105 | - 1 105 | |||||||
aandeel)** | - 418 | - 418 | - 2 | - 420 | |||||
Uitgifte van aandelen | 81 | 1 789 | 1 870 | 1 870 | |||||
Aandeelhouderschap | |||||||||
voor werknemers | 132 | 132 | 132 | ||||||
Wijziging in | |||||||||
consolidatiekring | 100 | 100 | |||||||
Overige wijzigingen | 3 | 26 | 29 | - 2 | 27 | ||||
Eigen vermogen op | |||||||||
31.12.2005 | 984 | 1 789 | - 111 | 9 846 | 1 782 | 194 | 14 484 | 298 | 14 782 |
Nettoresultaat | 2 298 | 2 298 | 25 | 2 323 | |||||
Opbrengsten en kosten | |||||||||
opgenomen in het eigen | |||||||||
vermogen | - 80 | 155 | 75 | 27 | 102 | ||||
Totaal opgenomen | |||||||||
opbrengsten en | |||||||||
kosten* | - 80 | 2 298 | 155 | 2 373 | 52 | 2 425 | |||
Resultaat toegewezen | |||||||||
aan de reserves | 1 782 | - 1 782 | |||||||
Uitgekeerde dividenden | |||||||||
(0,68 euro per aandeel) | - 669 | - 669 | - 1 | - 670 | |||||
Wijziging in consolidatiekring | 52 | 52 | |||||||
Overige wijzigingen | 9 | 9 | 65 | 74 | |||||
Eigen vermogen op | |||||||||
31.12.2006 | 984 | 1 789 | - 191 | 10 968 | 2 298 | 349 | 16 197 | 466 | 16 663 |
Resultaat over de | |||||||||
periode | 2 472 | 2 472 | 38 | 2 510 | |||||
Opbrengsten en kosten | |||||||||
opgenomen in het eigen | |||||||||
vermogen | 487 | - 92 | 395 | - 34 | 361 | ||||
Totaal opgenomen | |||||||||
opbrengsten en | |||||||||
kosten* | 487 | 2 472 | - 92 | 2 867 | 4 | 2 871 | |||
Resultaat toegewezen aan de reserves Uitgekeerde dividenden | 2 298 | - 2 298 | |||||||
(1,10 euro per aandeel) | - 1 082 | - 1 082 | - 12 | - 1 094 | |||||
Overige wijzigingen | - 51 | 22 | - 29 | 90 | 61 | ||||
Eigen vermogen op 31.12.2007 984 - 51 1 789 296 12 206 2 472 257 17 953 548 18 501 |
* Zie het detail in het Overzicht van de opgenomen opbrengsten en kosten - vorige pagina.
** Dividend per aandeel pro forma op basis van een nominaal bedrag van één euro. Het aantal effecten is in het 1e halfjaar van 2005 verdubbeld door de deling van het nominale bedrag door twee. Op basis van het effectieve nominale bedrag (zijnde 2 euro), bedroeg het dividend per aandeel 0,93 euro.
BIJLAGEN
A - GRONDSLAGEN VOOR FINANCIËLE VERSLAGGEVING EN WAARDERINGSMETHODEN
INLEIDING
1. Basis voor de opstelling van de financiële informatie
In toepassing van het Europese reglement nr. 1606/2002 van 19 juli 2002, zijn de geconsolideerde financiële overzichten van de Groep voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2007 opgesteld in overeenstemming met de internationale IAS/IFRS-normen voor financiële verslaggeving die op deze datum van toepassing waren, zoals goedgekeurd door de Europese Unie. Wat het gebied van de concessies betreft, heeft de Groep de grondslagen voor administratieve verwerking gehanteerd van de interpretatie IFRIC 12 ‘Service Concession Arrangements’ (Concessieovereenkomsten op het gebied van dienstverlening), op 30 november 2006 gepubliceerd door de IASB en nog niet goedgekeurd door de Europese Unie, in de overweging dat, in overeenstemming met de aanbeveling van de AMF van december 2006, deze interpretatie het mogelijk maakt een betere financiële informatie te verschaffen. Bijgevolg zijn de geconsolideerde financiële overzichten van de Groep voor het boekjaar afgesloten op
31 december 2007 eveneens in overeenstemming met de internationale IAS/IFRS-normen voor financiële verslaggeving die op deze datum van toepassing waren, zoals goedgekeurd door de IASB.
2. Normen en wijzigingen die zijn goedgekeurd door de Europese Unie en die verplicht moeten worden toegepast voor boekjaren vanaf 1 januari 2007
De volgende normen en wijzigingen moeten verplicht worden toegepast voor boekjaren vanaf 1 januari 2007:
• IFRS 7 “Financiële instrumenten - informatieverschaffing”;
• de wijziging van IAS 1 over de informatieverschaffing over het kapitaal.
De additionele informatie die volgens deze teksten over de financiële informatie moet worden verstrekt is voor het eerst gepresenteerd in de geconsolideerde jaarrekening per 31 december 2007, met vergelijkende informatie.
3. Interpretaties die zijn goedgekeurd door de Europese Unie en die verplicht moeten worden toegepast voor boekjaren vanaf 1 januari 2007
De volgende interpretaties moeten verplicht worden toegepast voor boekjaren vanaf 1 januari 2007:
• IFRIC 7 ‘Toepassing van de aanpassingsmethode in overeenstemming met IAS 29 - Financiële verslaggeving in economieën met hyperinflatie’;
• IFRIC 8 ‘Toepassingsveld van IFRS 2’;
• IFRIC 10 “Tussentijdse financiële verslaggeving en bijzondere waardevermindering”;
• IFRIC 9 ‘Herbeoordeling van in contracten besloten derivaten’.
De eerste twee interpretaties zijn niet van toepassing op Gaz de France voor het boekjaar 2007. IFRIC 9 en IFRIC 10 hebben geen significante invloed gehad op de rekeningen per 31 december 2007.
4. Teksten goedgekeurd door de Europese Unie die optioneel kunnen worden toegepast per 31 december 2007
De interpretatie IFRIC 11 “IFRS 2 - Transacties in groepsaandelen en ingekochte eigen aandelen”, op 1 juni 2007 goedgekeurd door de Europese Commissie en optioneel van toepassing op boekjaren die zijn begonnen vóór 1 maart 2007, is niet van toepassing op Gaz de France.
De norm IFRS 8 ‘Operationele segmenten’ vervangt verplicht de norm IAS 14 voor boekjaren vanaf
1 januari 2009. Gaz de France heeft deze norm niet vervroegd toegepast. Momenteel wordt onderzocht welke gevolgen deze norm heeft voor de waardering en de presentatie van gesegmenteerde informatie.
5. Normen, wijzigingen en interpretaties die door de IASB zijn gepubliceerd, maar die op 31 december 2007 nog niet door de Europese Unie zijn goedgekeurd
• Teksten die vervroegd kunnen worden toegepast per 31 december 2007
De volgende teksten zijn op 31 december 2007 gepubliceerd door de IASB en maken nog geen deel uit van de IFRS-normen die zijn goedgekeurd door de EU.
• IFRIC 12 ‘Service Concession Arrangements’, van toepassing per 1 januari 2008 en vervroegd toegepast door de Groep in de financiële overzichten per 31 december 2006,
• IFRIC 14: ‘IAS 19 - Beperking van de activa uit hoofde van toegezegd- pensioenregelingen, minimale financieringsverplichtingen en de interactie daartussen’, van toepassing op 1 januari 2008. Er wordt momenteel onderzocht welke gevolgen de toepassing van deze tekst heeft voor de opname en waardering.
• Teksten die niet vervroegd kunnen worden toegepast per 31 december 2007
• De herziene norm IAS 23 ‘Financieringskosten’, die bepaalt dat financieringskosten verplicht moeten worden geactiveerd in de boekwaarde van activa die pas na een aanzienlijke tijdsperiode klaar zijn voor het beoogde gebruik, is verplicht van toepassing voor boekjaren vanaf 1 januari 2009. Er wordt momenteel onderzocht welke gevolgen de toepassing van deze tekst heeft op de opname van de betrokken activa.
6. Weerhouden opties voor de opstelling van de financiële informatie bij de overgang naar de internationale normen voor financiële verslaggeving
In overeenstemming met de bepalingen die worden voorzien door IFRS 1 heeft de Groep ervoor gekozen om voor de opstelling van de balans aan het begin van 2004 en de opstelling van de eerste rekeningen volgens de IFRS, de volgende vrijstellingen te weerhouden op het algemene principe van retroactieve toepassing van de IFRS-normen:
• bedrijfscombinaties: de Groep heeft de bedrijfscombinaties die vóór 1 januari 2004 hebben plaatsgevonden niet retroactief herwerkt in overeenstemming met IFRS 3.
• pensioenverplichtingen en gelijkgestelde beloningen: de gecumuleerde actuariële verschillen in verband met de bestaande bandbreedte op de overgangsdatum die niet zijn vastgesteld, zijn integraal als verplichting opgenomen in de balans als tegenpost van het eigen vermogen.
• wisselkoerswijzigingen in verband met een activiteit in het buitenland: de gecumuleerde wisselkoersverschillen op 1 januari 2004 in verband met de omrekening van de financiële overzichten van de activiteiten in het buitenland zijn in de overgangsbalans heringedeeld in de geconsolideerde reserves.
• bestemming van de voordien opgenomen financiële instrumenten: de indeling van bepaalde financiële instrumenten als voor verkoop beschikbare financiële activa of tegen reële waarde in de winst-en-verliesrekening is uitgevoerd op de toepassingsdatum van IAS 39 en niet vanaf de eerste opnemingsdatum.
• betalingen in de vorm van aandelen: de Groep heeft geopteerd voor de toepassing van de norm IFRS 2 op alleen de eigenvermogensinstrumenten die na 7 november 2002 zijn toegekend en waarvan de rechten op 31 december 2004 nog niet waren verworven. De verplichtingen die voortvloeien uit transacties waarvan de betaling gebaseerd is op aandelen die vóór 31 december 2004 zijn betaald, zijn evenmin opnieuw verwerkt.
De groep heeft niet geopteerd voor de toepassing van de volgende vrijstellingen:
• de reële waarde of herwaardering gebruikt als veronderstelde kostprijs: de groep heeft gekozen om de historische kostprijs van de materiële en immateriële vaste activa opnieuw vast te stellen in overeenstemming met IAS 16 en IAS 38, en deze optie niet te gebruiken.
De gevolgen van de toepassing van de IFRS-normen op het eigen vermogen van de Groep per 1 januari 2004 en op het resultaat over 2004 zijn gepubliceerd in het kader van de voorlopige financiële informatie voor 2004 volgens de IFRS, opgenomen in het basisdocument dat op 1 april 2005 door de Franse Autorité des Marchés Financiers is geregistreerd onder nummer I. 05-037.
1 - ALGEMEEN
1 - 1 ONDERZOEK VAN DE REKENINGEN
De geconsolideerde financiële overzichten voor 2007 zijn opgesteld onder de verantwoordelijkheid van de Raad van Bestuur die ze na een beraadslaging op 26 februari 2008 heeft goedgekeurd.
Ze zullen ter goedkeuring worden voorgelegd aan de gewone algemene vergadering van aandeelhouders die op 19.05.08 zal worden gehouden. Deze vergadering heeft de bevoegdheid om de rekeningen te wijzigen die aan de vergadering worden voorgelegd.
1 - 2 Algemene grondslagen voor de opstelling van de financiële overzichten
Het boekjaar met een duur van 12 maanden dekt de periode van 1 januari tot 31 december. Voor de vennootschappen die hun jaarrekening niet afsluiten op 31 december is er geen tussentijds overzicht opgesteld wegens de geringe impact van deze vennootschappen en omdat hun afsluitingsdatum op 31 december niet meer dan 3 maanden eerder heeft plaatsgevonden.
De geconsolideerde rekeningen zijn opgesteld op basis van de historische-kostprijsmethode, met uitzondering van bepaalde financiële instrumenten, die sinds 1 januari 2005 zijn opgenomen op basis van hun reële waarde, namelijk:
• de financiële activa die worden gehouden voor handelsdoeleinden (trading),
• de financiële activa beschikbaar voor verkoop,
• de afgeleide financiële instrumenten,
• en de activa en verplichtingen die het voorwerp uitmaken van een reële-waardeafdekking.
2 - GRONDSLAGEN VOOR FINANCIËLE VERSLAGGEVING
2 - 1 PRESENTATIEPRINCIPES
Structuur van de balans
De vlottende activa omvatten:
• de activa die bedoeld zijn om tijdens de exploitatiecyclus van de Groep te worden verkocht of verbruikt,
• de geldmiddelen en kasequivalenten.
Alle andere activa vormen vaste activa. De kortlopende verplichtingen omvatten:
• de schulden die kunnen worden toegeschreven aan de normale exploitatiecyclus van de Groep,
• evenals diegene die in de loop van de 12 volgende maanden vervallen.
Alle andere schulden vormen langlopende schulden.
Bankoverdisponeringen worden opgenomen in de kortlopende verplichtingen.
Netto financiële schuldenlast: de Groep is van oordeel dat ‘de netto financiële schuldenlast’, een globale post van niet-strikt boekhoudkundige aard, een relevante indicator is voor de maatstaf van de schuldenlast van de groep. Deze post wordt gedefinieerd als de som van de kortlopende en de langlopende financiële schulden met de reële waarde van de afgeleide instrumenten die gebruikt worden voor afdekkingsdoeleinden, verminderd met de geldmiddelen en kasequivalenten en de geldbeleggingen.
Structuur van de winst-en-verliesrekening
De winst-en-verliesrekening wordt gepresenteerd volgens aard en is gestructureerd op basis van de volgende indicatoren.
Bedrijfsresultaat
Het bedrijfsresultaat omvat alle kosten en opbrengsten die direct verband houden met de activiteiten van de Groep, ongeacht of het terugkerende (en gebruikelijke of gewone) elementen van de bedrijfscyclus betreft, of ze voortvloeien uit uitzonderlijke of ongewone gebeurtenissen of beslissingen, inclusief buitengewone gebeurtenissen, waarover de Groep geen controle heeft.
Geconsolideerd nettoresultaat van de Groep
Dit stemt overeen met het bedrijfsresultaat na aftrek van de financiële kosten en opbrengsten en na rekening te hebben gehouden met de (verschuldigde en uitgestelde) belastingen en het aandeel van het resultaat van de ondernemingen die verwerkt zijn volgens de ‘equity’-methode (na aftrek van eventuele daarmee verwante bijzondere-waardeverminderingsverliezen).
Presentatievaluta
De presentatievaluta van de rekeningen is de euro. De euro is tevens de functionele valuta van de moedermaatschappij. De financiële overzichten worden gepresenteerd in miljoen euro.
2 - 2 OORDEEL VAN DE DIRECTIE EN GEBRUIK VAN SCHATTINGEN
Voor de opstelling van de geconsolideerde financiële overzichten moet de Directie van Gaz de France schattingen doen en veronderstellingen formuleren die een invloed hebben op de bedragen die in de financiële overzichten of in de toelichtingen daarbij worden opgenomen als activa, verplichtingen, opbrengsten of kosten.
De financiële overzichten weerspiegelen de beste schattingen waarover de Directie kan beschikken, op basis van de informatie die beschikbaar was op de afsluitingsdatum van de rekeningen. De grondslagen voor financiële verslaggeving die door de Groep worden toegepast, evenals de veronderstellingen of schattingen voor complexe gebieden die een hoge mate van oordeel vereisen of die een aanzienlijke impact hebben op de financiële overzichten, worden door de Directie van de Groep gevalideerd en zijn vooraf goedgekeurd door het Auditcomité.
De definitieve resultaten kunnen echter aanzienlijk afwijken van deze schattingen, op basis van veronderstellingen of situaties die zich anders kunnen voordoen dan gepland, in het bijzonder voor:
• de voorzieningen voor de ontmanteling en sanering van vestigingen (zie § 2.21 en toelichting 16)
De schattingen die in overweging worden genomen voor de vaststelling van het niveau van de voorzieningen zijn gebaseerd op de actuele informatie over de kosten en de technische realisatievoorwaarden. Zo is de waardering van de bedragen die uit hoofde van de verplichting moeten worden betaald, gevoelig voor reglementaire en technologische ontwikkelingen.
De waardering van de voorzieningen voor de ontmanteling en sanering van vestigingen is eveneens gevoelig voor veronderstellingen van de disconteringsvoet en de vervaldatum van de beoogde toekomstige kosten.
De voorziening wordt minstens jaarlijks herzien.
• de voorzieningen voor personeelsbeloningen (zie § 2.20 en toelichting 17)
De pensioenverplichtingen worden berekend in overeenstemming met de norm IAS 19 volgens de actuariële ‘projected unit credit’-methode, waarbij de ontstane actuariële verschillen direct worden opgenomen in het eigen vermogen (‘SORIE’-methode).
De belangrijke schattingsconcepten betreffen in het bijzonder de bepalingen van het stelsel, de looptijd van het stelsel, de kenmerken van de betrokken personeelsleden, de economische veronderstellingen waaronder de inflatieveronderstelling die een invloed heeft op het niveau van alle andere economische veronderstellingen, evenals de veronderstellingen voor het rendement van de activa.
De schatting van de pensioenverplichtingen en andere voordelen na uitdiensttreding is gevoelig voor veronderstellingen van de disconteringsvoet, de verhogingsgraad van de lonen en andere actuariële veronderstellingen.
• de andere voorzieningen voor risico’s (zie § 2.21 en toelichting 16)
Elke wijziging die een invloed heeft op de definitieve oplossingsvoorwaarden van het risico, in het bijzonder inzake geschillen, kan aanzienlijke gevolgen hebben voor het opgenomen bedrag van de voorziening.
Voor voorzieningen op lange termijn kan de waardering van de voorzieningen voor risico’s gevoelig zijn voor veronderstellingen van de disconteringsvoet.
De voorzieningen worden bij elke afsluiting herzien.
• de belastinglasten en de opneming van uitgestelde belastingvorderingen (zie § 2.8 en toelichting 9)
De waardering van de uitgestelde belastingen is afhankelijk van factoren zoals het tijdschema van de terugvordering van de betaalde belastingen. De gebruikte gegevens zijn gevoelig voor de evolutie van de belastingvoet en de toekomstige belastingresultaten, in het bijzonder in het kader van de ontwikkeling van de fiscale situatie van de Groep die voortvloeit uit significante toekomstige transacties.
• de niet-opgenomen en niet-gefactureerde gerealiseerde omzet (zie § 2.22.3)
Het geleverde, niet opgenomen en niet gefactureerde gas, het zogenaamde ‘gas in de meters’, wordt voor Gaz de France SA vastgesteld op basis van een methode die rekening houdt met het historische verbruiksprofiel van de klanten, en gewaardeerd tegen de gemiddelde energieprijs. De gehanteerde gemiddelde prijs houdt rekening met de klantencategorie en de ‘ouderdom’ van het gas in de meters.
Deze schattingen zijn gevoelig voor de veronderstellingen die zijn gemaakt om het aandeel van de niet-gefactureerde omzet op de afsluitingsdatum vast te stellen.
• bijzondere-waardeverminderingstests (zie § 2.12)
Wanneer er bijzondere-waardeverminderingstests worden uitgevoerd, dan wordt de realiseerbare waarde van de kasstroomgenererende eenheid gewaardeerd ofwel op basis van een maatstaf van de toekomstige kasstromen, ofwel op basis van de marktwaarde van de eenheid, als deze hoger ligt. Deze schattingen houden een hoge mate van oordeel in en worden uitgevoerd in overeenstemming met de voorzieningen en regelingen die zijn opgesteld door de directie van de Groep.
De disconteringsvoet is afhankelijk van de gewogen gemiddelde kostprijs van het kapitaal, aangepast om rekening te houden met de specifieke risico’s van de eenheid.
Rekening houdend met de specifieke gevoeligheden en de variabelen die eigen zijn aan de belangrijkste activiteitensectoren van de Groep, de grondstoffenkoersen, en de valutakoersen, kunnen de schattingen van resultaten en toekomstige kasstromen variëren.
• de waardering van afgeleide instrumenten (zie § 2.23)
De reële waarde van afgeleide financiële instrumenten wordt ofwel bepaald op basis van noteringen die worden gepubliceerd op actieve markten, ofwel op basis van waarderingsmodellen die door de Groep zijn ontwikkeld en die gebaseerd zijn op marktgegevens.
Uit hoofde van het boekjaar 2007 hebben de voornaamste wijzigingen in de weerhouden schattingen en veronderstellingen voor de opstelling van de geconsolideerde financiële overzichten per 31 december 2006 en 31 december 2005 betrekking op de disconteringsvoet die gebruikt wordt om het bedrag van bepaalde voorzieningen te berekenen, die is aangepast aan de huidige marktvoorwaarden:
• voorziening voor vervanging: 4,5% op 31 december 2007, 4% op 31 december 2006 en op 31 december 2005 (zie toelichting 16);
• voorziening voor de sanering van sites in de exploratie-productie: 4,5% op 31 december 2007, 4% op 31 december 2006 en op 31 december 2005 (zie toelichting 16);
• pensioenverplichtingen: 5% op 31 december 2007, 4,25% op 31 december 2006 en op 31 december 2005 (zie toelichting 17);
• andere personeelsbeloningen: tussen 4,5% en 5% op 31 december 2007, 4% op 31 december 2006 en op 31 december 2005 (zie toelichting 17).
2 - 3 GRONDSLAGEN VOOR FINANCIËLE VERSLAGGEVING DIE DOOR DE GROEP WORDEN TOEGEPAST BIJ GEBREK AAN SPECIFIEKE BEPALINGEN IN DE NORMEN
Verwervingen van minderheidsbelangen
De administratieve verwerking van minderheidsbelangen wordt niet gedekt door de IFRS die van toepassing zijn op 31 december 2007. Omdat er geen specifieke regels bestaan, heeft de Groep de methode volgens de Franse teksten gekozen. Bijgevolg wordt, in geval van verwerving van additionele belangen in een dochteronderneming, het verschil tussen de betaalde prijs en de boekwaarde van de verworven minderheidbelangen zoals blijkt uit de geconsolideerde rekeningen van de Groep voor de verwerving, administratief verwerkt als goodwill. De administratieve verwerking zal worden herzien wanneer de nieuwe teksten van toepassing zijn.
Verbintenissen om minderheidsbelangen te kopen
De Groep heeft overeenkomsten gesloten met minderheidsaandeelhouders van geconsolideerde dochterondernemingen, krachtens welke de Groep zich ertoe verbindt om vanaf een bepaalde datum, hun participaties te kopen voor een bedrag dat vast kan zijn, of dat op het moment van de aankoop kan worden bepaald.
Volgens de huidige teksten worden deze verbintenissen administratief verwerkt als financiële schulden voor de waarde van de aankoop (die in het geval van een vaste prijs de geactualiseerde waarde van de uitoefenprijs kan zijn) in ruil voor een verlaging van de minderheidsbelangen die betrekking hebben op de betrokken dochterondernemingen. Het positieve verschil tussen het bedrag van de verbintenis en dat van de minderheidsbelangen wordt opgenomen als ‘goodwill’. Deze benadering weerspiegelt de administratieve verwerking die op het moment van de aankoop zou moeten worden toegepast. In de winst-en-verliesrekening blijven de minderheidsbelangen geboekt en wordt de latere wijziging van de waarde van de verbintenis geboekt door een aanpassing van het bedrag van de goodwill.
Hoewel het IFRIC de noodzaak om een financiële schuld op te nemen heeft bevestigd, is er uiteindelijk geen interpretatie gepubliceerd. De weerhouden administratieve verwerkingsmethode zal worden herzien bij de toepassing van de herziene norm IAS 27 en in ieder geval vanaf 1 januari 2010, zodra de norm door de Europese Unie is goedgekeurd.
Administratieve verwerking van de rechten tot uitstoot van broeikasgassen
In het kader van de Europese richtlijn 2003/87/EG waarmee een systeem wordt ingevoerd voor de ruil van quota’s voor de uitstoot van broeikasgassen in de Europese Unie zijn er gratis quota’s voor de uitstoot van gas toegekend aan verschillende industriële vestigingen van de Groep. De betrokken
vestigingen moeten een aantal quota’s restitueren gelijk aan de totale uitstoot van broeikasgassen die in de loop van het afgelopen jaar is waargenomen.
Omdat er geen IFRS-norm of interpretatie bestaat voor de administratieve verwerking van CO2-uitstootquota’s, zijn de volgende bepalingen geïmplementeerd. De quota’s die gratis zijn toegekend, zijn administratief verwerkt voor een waarde van nul. De op de markt verrichte transacties worden administratief verwerkt op basis van hun transactiewaarde. Het eventuele ongunstige verschil tussen de beschikbare quota’s en de restitutieverplichtingen op de vervaldatum wordt opgenomen in de voorzieningen voor risico’s en kosten tegen hun marktwaarde.
2 - 4 FINANCIËLE FILIALEN
De rekeningen van de financiële filialen zijn opgesteld in overeenstemming met de in Frankrijk algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving voor financiële instellingen. Voor de opstelling van de geconsolideerde rekeningen volgens de IFRS zijn de rekeningen als volgt heringedeeld:
• kredieten aan klanten worden opgenomen als vlottende of vaste activa van financiële filialen;
• de herfinanciering van kredieten aan klanten wordt opgenomen als een kortlopende of langlopende verplichting van financiële filialen.
De opbrengsten van de activiteit ‘kredieten aan klanten’ worden opgenomen in de rubriek ‘opbrengsten van de activiteiten van financiële filialen’ en maken deel uit van de omzet.
Wat de activiteiten van Gaselys betreft, wordt alleen de brutomarge uit handelsactiviteiten opgenomen in de rubriek ‘opbrengsten van de activiteiten van financiële filialen’.
2 - 5 OMREKENING
2 - 5.1 Omrekening van transacties uitgedrukt in vreemde valuta’s
Transacties in vreemde valuta’s worden omgerekend in de functionele valuta van de entiteit door de wisselkoers toe te passen die geldt op de transactiedatum. Monetaire activa en verplichtingen die zijn uitgedrukt in vreemde valuta’s worden omgerekend volgens de wisselkoers die geldt op de afsluitingsdatum. De wisselkoersverschillen die voortvloeien uit deze transacties worden in de winst-en-verliesrekening opgenomen als winst of verlies uit wisselkoersverschillen.
Niet-monetaire activa en verplichtingen die zijn uitgedrukt in vreemde valuta’s worden opgenomen tegen de historische wisselkoers die geldt op de transactiedatum. De realiseerbare waarde van de materiële activa die een bijzondere waardevermindering hebben ondergaan, wordt echter bepaald op basis van de wisselkoers op de afsluitingsdatum.
2 - 5.2 Omrekening van de financiële overzichten die zijn uitgedrukt in valuta’s van de dochterondernemingen buiten de eurozone
De financiële overzichten van de ondernemingen van de Groep waarvan de functionele valuta verschillend is van de presentatievaluta van de geconsolideerde rekeningen (euro), worden omgerekend op basis van de wisselkoers die geldt op de afsluitingsdatum.
De activa en verplichtingen van deze ondernemingen, inclusief de goodwill en de aanpassingen in verband met de bepaling van de reële waarde voor consolidatie, worden omgerekend naar euro op basis van de wisselkoers die van kracht was aan het einde van de periode (afsluiting van de rekeningen).
Opbrengsten en kosten worden omgerekend naar euro op basis van de gemiddelde wisselkoers van de periode zolang deze wisselkoers niet ongeschikt wordt door significante koerswijzigingen.
Wisselkoersverschillen die hieruit voortvloeien, worden direct opgenomen in het eigen vermogen.
Voor de autonome dochterondernemingen die een andere functionele valuta hanteren dan de lokale valuta, vindt de omrekening plaats in twee fasen: van de lokale valuta naar de functionele valuta op basis van de historische wisselkoers, en vervolgens van de functionele valuta naar de euro volgens de koers op de afsluitingsdatum.
Voornaamste wisselkoersen
De voornaamste wisselkoersen die in 2007, 2006 en 2005 zijn toegepast buiten de eurozone, zijn opgenomen in Bijlage C Toelichting 25.
2 - 6 Consolidatiekring en consolidatiemethoden Consolidatieprincipes
De ondernemingen waarover de Groep de zeggenschap heeft, d.w.z. waarover de Groep de macht heeft om het financiële en operationele beleid te besturen om er de voordelen van te verkrijgen, worden geconsolideerd volgens de globale-integratiemethode. Exclusieve zeggenschap wordt geacht te bestaan wanneer direct of indirect meer dan 50% van de stemrechten wordt gehouden. Exclusieve zeggenschap heeft eveneens betrekking op ‘special purpose entities’ waarover de Groep de zeggenschap heeft, ongeacht hun juridische vorm, ook wanneer de Groep geen belang heeft in het kapitaal.
De ondernemingen waarover de Groep een gezamenlijke zeggenschap uitoefent met een beperkt aantal gelieerde ondernemingen krachtens een contractuele overeenkomst, worden geconsolideerd volgens de proportionele-consolidatiemethode: de activa, de verplichtingen, de opbrengsten en de kosten worden post per post geconsolideerd en met de vergelijkbare elementen opgenomen in elke rubriek van activa en verplichtingen van de financiële overzichten, naar rato van de participatie.
De gelieerde ondernemingen waarover de Groep een invloed van betekenis uitoefent, worden administratief verwerkt volgens de ‘equity’-methode. Een invloed van betekenis betekent het kunnen deelnemen aan beslissingen inzake financieel en operationeel beleid, zonder evenwel de controle of een gezamenlijke controle over deze beleidsvormen te kunnen uitoefenen. Er wordt geacht sprake te zijn van een invloed van betekenis wanneer de Groep een participatie heeft van meer dan 20%. De goodwill in verband met deze entiteiten wordt opgenomen in de boekwaarde van de participatie.
Met het bestaan en de gevolgen van de potentiële stemrechten die op de afsluitingsdatum kunnen worden uitgeoefend of kunnen worden geconverteerd, wordt rekening gehouden bij de vaststelling van de zeggenschap of de invloed van betekenis die op de entiteit wordt uitgeoefend, behalve in geval van een beperking op de zeggenschap.
De lijst van de dochterondernemingen met de gehanteerde consolidatiemethode is opgenomen in Bijlage C Toelichting 24.
Transacties tussen ondernemingen
Onderlinge transacties tussen ondernemingen die zijn opgenomen in de consolidatiekring, worden geëlimineerd. Deze eliminatie vindt plaats naar rato van het integratiepercentage voor de ondernemingen die proportioneel worden geïntegreerd.
2 - 7 BEDRIJFSCOMBINATIES
Bedrijfscombinaties worden administratief verwerkt volgens de overnamemethode.
Bij toetreding tot de consolidatiekring worden de activa, de verplichtingen en de eventuele identificeerbare verplichtingen van de overgenomen entiteit die voldoen aan de administratieve- verwerkingscriteria volgens de IFRS, administratief verwerkt op basis van hun reële waarde vastgesteld op de overnamedatum, met uitzondering van de vaste activa die zijn ingedeeld als activa die worden gehouden met het oog op verkoop, die administratief worden verwerkt tegen de reële waarde verminderd met de verkoopkosten.
Alleen de identificeerbare activa en verplichtingen die voldoen aan de opnemingscriteria van een actief of een verplichting bij de overgenomen onderneming, worden op het moment van de bedrijfscombinatie opgenomen. Zo wordt een reorganisatieverplichting niet als verplichting van de overgenomen onderneming opgenomen als er op de overnamedatum geen bestaande verplichting is om deze reorganisatie uit te voeren.
De goodwill stemt overeen met het verschil tussen de overnamekosten van de effecten en het deel van het belang van Gaz de France in de reële waarde van de verworven nettoactiva, heringedeeld volgens de normen van de Groep. De goodwill wordt steeds uitgedrukt in de functionele valuta van de overgenomen onderneming. Hij wordt vervolgens geboekt tegen de kostprijs, verminderd met de waardeverminderingen, en wordt niet afgeschreven maar wordt elk jaar onderworpen aan een bijzondere-waardeverminderingstest, of vaker indien er aanwijzingen van geïdentificeerde bijzondere- waardeverminderingsverliezen bestaan.
De waardeaanpassingen van de activa en verplichtingen in verband met overnames die op voorlopige basis worden geboekt (omdat er geen resultaat van expertises of aanvullende analyses zijn), worden geboekt als een retroactieve aanpassing van de goodwill als ze plaatsvinden in de periode van twaalf maanden vanaf de overnamedatum. Na deze termijn worden de effecten direct opgenomen in het resultaat, behalve als het de correctie van fouten betreft.
De onderdelen van het resultaat, de opbrengsten en de kosten van in de loop van het boekjaar overgenomen (of overgedragen) dochterondernemingen worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening vanaf de overnamedatum (of tot de overdrachtsdatum).
Tot slot worden de minderheidsbelangen opgenomen op basis van de reële waarde van de verworven nettoactiva.
2 - 8 Uitgestelde belastingen
De uitgestelde belastingen resulteren uit tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde van de activa en verplichtingen en hun fiscale waarde.
De berekening van de uitgestelde belasting wordt uitgevoerd per fiscale entiteit en volgens de methode van de ‘variabele overdracht’, waarbij rekening wordt gehouden met alle tijdelijke verschillen.
Uitgestelde belastingvorderingen worden in het bijzonder gegenereerd door tijdelijke verschillen die resulteren uit bedrijfscombinaties, voorzieningen en fiscale verliezen waarvan de verrekening waarschijnlijk is. Ze worden slechts opgenomen voor zover het waarschijnlijk is dat er een belastbare winst beschikbaar zal zijn waarmee de tijdelijke verschillen kunnen worden verrekend.
Uitgestelde belastingverplichtingen zijn gedeeltelijk te wijten aan veranderingen in de gebruiksduur van vaste activa, de spreiding van de belasting van de meerwaarden, de gevolgen van bedrijfscombinaties, de tijdelijke verschillen op de participaties die worden verwerkt volgens de ‘equity’-methode en, sinds 2005, de impact van de herwaardering van financiële instrumenten.
Een uitgestelde belastingverplichting wordt opgenomen voor alle belastbare tijdelijke verschillen die verband houden met participaties in dochterondernemingen, gelieerde ondernemingen en belangen in joint ventures, behalve indien de Groep de controle heeft over de terugboeking van het verschil en het waarschijnlijk is dat het tijdelijke verschil niet in een voorzienbare toekomst zal worden teruggeboekt.
Uitgestelde belastingvorderingen en uitgestelde belastingverplichtingen worden gewaardeerd op basis van de belastingtarieven die zijn uitgevaardigd of waarvan het op de afsluitingsdatum zeker is dat ze zullen worden uitgevaardigd. Het effect van een wijziging van belastingtarieven wordt opgenomen in het resultaat over het boekjaar of in het eigen vermogen, al naar gelang het element waarmee het verband houdt.
De uitgestelde belastingen worden ingedeeld als vaste activa en langlopende verplichtingen.
2 - 9 IMMATERIËLE VASTE ACTIVA
Immateriële activa van het in concessie gegeven domein
De IFRIC-interpretatie 12 ‘Service Concession Arrangements’ behandelt overeenkomsten die in principe worden gesloten tussen een onderneming en een overheidsinstelling (Staat, lokale overheidsinstantie, ...), de concessiehouder en de concessiegever, met als doel om aan het publiek openbare diensten te verlenen. Opdat een concessieovereenkomst valt binnen het toepassingsgebied
van de interpretatie, moet de concessiegever de zeggenschap hebben over het gebruik van de infrastructuur. De zeggenschap over het gebruik van de infrastructuur door de concessiegever is verzekerd wanneer de twee volgende voorwaarden zijn vervuld:
• de concessiegever controleert of reguleert de openbare dienst, dat wil zeggen dat hij de diensten controleert of reguleert die moeten worden verstrekt dankzij de infrastructuur die het voorwerp uitmaakt van de concessie, en aan wie en tegen welke prijs ze moeten worden verstrekt;
• de concessiegever controleert, door de eigendom, het recht op de winsten of alle andere middelen, alle resterende belangen indien deze significant zijn in de infrastructuur in het kader van het contract.
De interpretatie IFRIC 12 bepaalt dat, indien de concessiehouder moet overgaan tot de bouw van goederen die de infrastructuur vormen (bouw van oprichtingsgoederen) om het ‘recht om de gebruikers te factureren’ te kunnen genieten, deze bouwprestatie dan valt onder de norm IAS 11 over Onderhanden projecten in opdracht van derden (zie § 2.24.1), en dat de rechten die als tegenprestatie worden ontvangen, een ruil vormen die moet worden opgenomen volgens de norm IAS 38.
In toepassing van deze grondslagen:
• worden de vaste activa die gratis van de concessiegever worden verkregen, niet opgenomen in de balans;
• worden de oprichtingsinvesteringen als volgt opgenomen: vertegenwoordigt de reële waarde van de werken de aankoopprijs van een immaterieel actief dat wordt opgenomen op het moment van de bouw van de werkzaamheden; voor Gaz de France, omdat er geen verschil wordt gemaakt tussen de vergoeding van de bouwfase en die van de exploitatiefase in de vaststelling van de toegangstarieven van derden tot de netwerken, en bij gebrek aan een externe referentie voor de reële waarde van deze twee elementen, wordt de opgenomen omzet uit hoofde van de bouwfase beperkt tot het bedrag van de gemaakte kosten;
• er worden voor de vervangingsuitgaven voorzieningen voor vervanging aangelegd, die in overeenstemming met IFRIC 12 worden opgenomen.
De immateriële activa van het in concessie gegeven domein worden lineair afgeschreven over de resterende duur van de concessie. In geval van vervroegde verlenging van een concessie worden de nettoboekwaarden die op de verlengingsdatum van het contract bestaan, verder afgeschreven volgens de initiële afschrijvingsregeling.
De toevoegingen aan de afschrijvingen worden in het bedrijfsresultaat opgenomen onder ‘Afschrijvingen en voorzieningen’.
Kosten van onderzoek en ontwikkeling
De uitgaven in verband met de onderzoeksactiviteiten worden geboekt als lasten van het boekjaar waarin ze zijn gemaakt.
De ontwikkelingskosten worden opgenomen als last over de periode, tenzij ze voldoen aan de opnemingscriteria van IAS 38. Het betreft uitgaven die gedaan zijn voor ontwikkelingsprojecten die als doel hebben de huidige processen aanzienlijk te verbeteren of nieuwe procédés te ontwikkelen die technisch haalbaar worden geacht, of waarvan het nut is aangetoond in geval van intern gebruik en waarvan het waarschijnlijk is dat ze economische voordelen zullen genereren.
De aldus vastgelegde kosten omvatten de directe personeelskosten en de kosten van materialen en prestaties die nodig zijn voor de verwezenlijking van deze projecten.
Vervolgens worden de aldus geactiveerde bedragen opgenomen tegen de kostprijs verminderd met de gecumuleerde afschrijvingen en waardeverminderingen. De lopende projecten die onbeschikbaar zijn voor onmiddellijk gebruik, worden stelselmatig elk jaar getest op bijzondere waardeverminderingen, of vaker indien er aanwijzingen van bijzondere waardeverminderingen zijn.
Andere immateriële vaste activa
De andere immateriële vaste activa omvatten in het bijzonder de rechten die afzonderlijk of tijdens een bedrijfscombinatie zijn verworven voor de exploitatie van octrooien, licenties, merken, toegangsrechten tot de distributienetwerken (buiten Frankrijk), de verworven klantencontracten, de verworven quota’s voor de uitstoot van CO2, de capaciteitsrechten op de centrales en de verworven of gecreëerde softwareprogramma’s.
De kosten op intern gegenereerde elementen zoals merken en andere vergelijkbare elementen, worden opgenomen als last.
De immateriële activa die van derden zijn verworven, worden opgenomen tegen hun aankoopkosten, verminderd met de bijkomende kosten in verband met hun aankoop en hun ingebruiksstelling. Degene die zijn verworven tijdens bedrijfscombinaties worden opgenomen tegen hun reële waarde op de overnamedatum.
De gecreëerde software wordt als actief opgenomen tegen de productiekostprijs.
De latere uitgaven voor informatiesystemen worden geactiveerd wanneer ze de toekomstige economische voordelen van het specifieke actief waarop ze betrekking hebben, verhogen en deze kosten op betrouwbare manier aan dit actief kunnen worden toegeschreven. Alle andere uitgaven, waaronder degene die verband houden met de ontwikkeling van intern gegenereerde immateriële activa in het kader van de activiteit (merk, klantenbestand, ...) worden niet geactiveerd, maar als last opgenomen in de loop van het boekjaar waarin ze zich voordoen.
Immateriële vaste activa met onbepaalde gebruiksduur worden niet afgeschreven maar worden systematisch ten minste jaarlijks getest op bijzondere waardeverminderingen. Ze omvatten hoofdzakelijk goodwill.
Immateriële vaste activa met bepaalde gebruiksduur worden lineair afgeschreven over hun gebruiksduur die vervat is tussen 5 en 20 jaar, en indien er aanwijzingen zijn van een bijzondere waardevermindering, worden ze aan een bijzondere waardevermindering onderworpen.
2 - 10 MATERIËLE VASTE ACTIVA
Eerste opname
Materiële vaste activa van de Groep worden opgenomen tegen hun aankoop- of productiekosten. Ze omvatten alle kosten die direct aan het materiële vaste actief kunnen worden toegerekend, maar ook alle ontmantelingskosten die nodig zijn aan het einde van de gebruiksperiode van het actief.
De leenkosten die direct kunnen worden toegerekend aan de aankoop, de constructie of de productie van bepaalde activa tot de datum van hun indienststelling worden als financiële kosten opgenomen in het boekjaar waarin ze zijn gemaakt.
Latere beoordeling van materiële vaste activa
Vaste activa worden vervolgens gewaardeerd volgens de historische-kostprijsmethode, d.w.z. tegen de kostprijs min afschrijvingen en waardeverminderingen.
Onderdelen
Indien onderdelen van een actief niet afzonderlijk kunnen worden gebruikt, wordt het actief volledig opgenomen. Als van in het begin een of meer onderdelen elk een verschillende gebruiksduur hebben, wordt elk onderdeel afzonderlijk opgenomen en afzonderlijk afgeschreven.
Deze benadering heeft voornamelijk betrekking op complexe technische installaties (compressie-, warmtekrachtkoppelingsinstallaties, ...).
Geplande uitgaven van terugkerend groot onderhoud of revisie worden opgenomen in het actief als onderdelen en afgeschreven over de duur tussen twee belangrijke revisies.
Afschrijvingsmethode en -duur
De afschrijving die overeenstemt met de wijze waarop de voordelen worden verbruikt, wordt lineair berekend, met uitzondering van de productieactiva van de sector Exploratie-Productie.
De afschrijvingsduur wordt gebaseerd op de gebruiksduur vastgesteld op basis van de verwachte gebruiksduur van de activa. De voornaamste gebruiksduurlengten zijn als volgt:
• Technische installaties
• Distributie-installaties (leidingen, aansluitingen, inrichtingen en meterinstallaties): van 30 tot 45 jaar
• Andere distributie-installaties: van 10 tot 20 jaar
• Transportinstallaties (netwerk, aansluiting, compressie): van 30 tot 50 jaar
• Opslaginstallaties: van 30 tot 50 jaar
• Methaanterminals: van 20 tot 40 jaar
• Gebouwen: van 20 tot 40 jaar
• Andere vaste activa: van 3 tot 15 jaar
Deze duur wordt bij elke afsluiting herzien wanneer de verwachtingen verschillen ten opzichte van de vorige schattingen en de wijzigingen worden voorlopig opgenomen als een schattingswijziging in overeenstemming met IAS 8.
Latere uitgaven voor vaste activa
De latere uitgaven worden als actief opgenomen indien ze voldoen aan de opnemingscriteria van IAS 16, d.w.z. als ze leiden tot een verhoging van de productiecapaciteit, van de waarschijnlijke gebruiksduur of van de waarde van de onderdelen van activa. Deze criteria worden gewaardeerd vóór de verbintenis van de uitgave. Ook worden de uitgaven in verband met veiligheid en milieu vastgelegd wanneer zij nodig zijn opdat andere activa economische voordelen zouden blijven genereren.
De uitgaven die worden gedaan voor het onderhoud van vaste activa worden geboekt als lasten van het boekjaar waarin ze zijn gemaakt.
Ontmantelingsactiva van de sites
Vanaf de indienststelling van het actief waarop de ontmantelingsverplichting rust, stelt Gaz de France in de kosten van het actief (met een voorziening als tegenprestatie) alle toekomstige kosten vast, geactualiseerd op basis van de vervaldatum van de ontmanteling.
Dit actief wordt lineair afgeschreven over de voorziene exploitatieduur van de desbetreffende vestiging.
Investeringssubsidies
De investeringssubsidies die door de Groep worden ontvangen, worden opgenomen als uitgestelde opbrengsten en afgeschreven over dezelfde duur als de materiële vaste activa waarop ze betrekking hebben.
Activa van de exploratie-productievennootschappen
De Groep past de norm IFRS 6 ‘Exploratie en waardering van minerale grondstoffen’ toe om de exploratie- en schattingskosten te boeken:
• geologische en geofysische uitgaven worden als last opgenomen in het boekjaar waarin ze zijn gedaan,
• de kosten van exploratie- en schattingsboringen worden opgenomen in de lopende investeringen, in afwachting van de vaststelling van de technische en commerciële haalbaarheid van de reserves. Indien aan deze voorwaarden is voldaan, worden deze bedragen opgenomen in de materiële vaste activa en worden ze afgeschreven over de productieduur van de reserves; in het andere geval worden ze opgenomen als last.
De groep past de methode van de ‘successful efforts’ toe voor de administratieve verwerking van de ontwikkelingskosten en mijnrechten.
• de mijnrechten die overeenstemmen met niet-bewezen vindplaatsen worden vast opgenomen en in waarde verlaagd indien er geen vondst van verkoopbare reserves wordt gerealiseerd,
• de investeringen zonder succes in de ontwikkeling worden als last opgenomen in het jaar waarin is gebleken dat ze geen succes opleveren.
De berekening van de afschrijving begint vanaf de productiestart van de velden.
De vaste productieactiva, inclusief de kosten voor de sanering van de sites, worden afgeschreven volgens de afschrijvingsmethode op basis van verbruikte werkeenheden, in hetzelfde tempo als het veld wordt uitgeput, op basis van de ontwikkelde bewezen reserves.
Gaskussen
Het ‘kussengas’ wordt opgenomen in de vaste materiële activa en gewaardeerd tegen de gemiddelde aankoopprijs ongeacht de oorsprong, vermeerderd met de kosten voor hervergassing, transport en injectie. Het wordt lineair afgeschreven over dezelfde duur als de duur die wordt toegepast op de oppervlakte-installaties van de ondergrondse reservoirs.
2 - 11 LEASEOVEREENKOMSTEN
Financiële-leaseovereenkomsten
Langlopende leaseovereenkomsten en langlopende dienstverleningsovereenkomsten die het recht verlenen om een actief te gebruiken, worden verwerkt als financiële-leaseovereenkomsten indien zij aan de ontvanger het grootste deel van de risico’s en de voordelen overdragen die inherent zijn aan de eigendom van de geleasde activa, ongeacht of de eigendom van de goederen aan het einde van de overeenkomst wordt overgedragen. Het betreft leaseovereenkomsten en bepaalde charterovereenkomsten voor methaantankers voor het transport van LNG of de reservering van capaciteit.
De goederen die door een financiële-leaseovereenkomst worden gefinancierd, worden opgenomen als materiële vaste activa vanaf het moment waarop de Groep de toestemming heeft om zijn gebruiksrecht uit te oefenen, tegen de laagste waarde van ofwel de reële waarde van de geleasde goederen ofwel de geactualiseerde waarde van de minimumbetalingen die uit hoofde van de lease moeten worden betaald. Deze activa worden afgeschreven over de kortste periode van ofwel de gebruiksduur van de goederen, ofwel de duur van de overeenkomst.
De bijdragen die door de leasingnemer uit hoofde van de lease worden betaald, worden gespreid tussen afschrijving van de schuld en financiële kosten, teneinde een constante periodieke rente te verkrijgen op het verschuldigde bedrag voor elk boekjaar.
Indien de Groep de leasinggever is, worden de geleasde goederen in de balans opgenomen als een handelsvordering voor een bedrag gelijk aan de netto-investering. De vordering wordt afgeschreven volgens de terugbetalingen in kapitaal die van de leasingnemer worden ontvangen.
De leasebetalingen die uit hoofde van de financiële-leaseovereenkomst zijn gefactureerd, kunnen worden opgesplitst in de terugbetaling van de vordering en een opbrengst, teneinde een constante rente te verkrijgen op het bedrag van de resterende vordering.
Operationele leaseovereenkomsten
De leaseovereenkomsten waarvoor een aanzienlijk deel van de risico’s en voordelen die inherent zijn aan de eigendom door de leasinggever worden behouden, worden opgenomen als operationele leaseovereenkomst. De betalingen die uit hoofde van deze overeenkomsten worden verricht, worden over de periode als last opgenomen in de winst-en-verliesrekening.
IFRIC 4 - Bepalen of een overeenkomst een lease bevat
Deze interpretatie behandelt de voorwaarden voor identificatie en opneming van dienstcontracten, aankoop- of verkoopcontracten die, zonder de juridische vorm van een leaseovereenkomst te bekleden, aan de klanten/leveranciers het gebruiksrecht verlenen van een actief of een geheel van activa in ruil voor vaste betalingen. Deze contracten kunnen een lease omvatten en de partijen bij de overeenkomst moeten op het leaseonderdeel van het contract de bepalingen van IAS 17 toepassen, en dit onderdeel bijgevolg indelen als een operationele lease of als een financiële-leaseovereenkomst. In geval van een contract waarmee de Groep transport- of omvormingscapaciteiten toekent, moet Gaz de France een financiële vordering opnemen om de door Gaz de France gedragen financiering te weerspiegelen, aangezien de Groep beschouwd wordt als leasinggever ten aanzien van zijn klanten.
2 - 12 WAARDEVERANDERING VAN IMMATERIËLE EN MATERIËLE VASTE ACTIVA
Bijzondere-waardeverminderingsverlies
Het onderzoek naar bijzondere-waardeverminderingsverliezen voor goodwill en immateriële vaste activa met onbepaalde gebruiksduur wordt systematisch jaarlijks uitgevoerd en vaker indien er aanwijzingen voor bijzondere waardeverminderingen bestaan. Deze test wordt voor materiële en immateriële vaste activa met bepaalde gebruiksduur slechts uitgevoerd indien er aanwijzingen bestaan voor een waardeverandering. Een dergelijke verandering is in het algemeen toe te schrijven aan belangrijke wijzigingen in de omgeving van de exploitatie van de activa, of minder goede economische prestaties dan verwacht.
De voornaamste aanwijzingen voor een bijzondere-waardeverminderingsverlies die door de Groep worden gehanteerd, zijn:
• voor wat betreft externe aanwijzingen:
• belangrijke wijzigingen in de economische, technologische of politieke omgeving of de markt waar de onderneming actief is of waar het actief toe behoort,
• daling van de vraag,
• evolutie van de koers van de energie en de dollar,
• positieve verschil tussen de nettoboekwaarde van het actief ten opzichte van de basis van gereguleerde activa.
• voor wat betreft interne aanwijzingen:
• veroudering of aanzienlijke achteruitgang niet voorzien in de afschrijvingsregeling,
• lager rendement dan de vooruitzichten,
• daling van de reserves voor de Exploratie-Productie.
Er wordt een bijzondere-waardeverminderingsverlies van het actief of de goodwill vastgesteld om de boekwaarde terug te brengen tot de realiseerbare waarde indien deze laatste lager ligt. De realiseerbare waarde is de hoogste waarde van de netto reële waarde van de verkoopkosten en de gebruikswaarde.
De activa waarvan de realiseerbare waarde niet afzonderlijk kan worden geschat, worden gegroepeerd in kasstroomgenererende eenheden. Een kasstroomgenererende eenheid is de kleinste groep van identificeerbare activa waarvan het gebruik autonome kasstromen genereert.
Kasstroomgenererende eenheden vallen doorgaans samen met de juridische structuren, met uitzondering van:
• de sector Exploratie-Productie waar de kasstroomgenererende eenheid het koolwaterstoffenveld is, of zelfs de groepering van meerdere velden, indien ze geografisch dicht bij elkaar liggen of soortgelijke kenmerken vertonen en elk veld van de groepering geen kasstromen genereert die onafhankelijk zijn van die van de andere velden van deze groepering;
• de moedermaatschappij waar de kasstroomgenererende eenheden worden vastgesteld volgens de weerhouden segmentering.
Er wordt een bijzondere-waardeverminderingsverlies vastgesteld indien de boekwaarde van de kasstroomgenererende eenheid waarmee de activa verband houden, hoger is dan de realiseerbare waarde van de kasstroomgenererende eenheid. De realiseerbare waarde wordt doorgaans vastgesteld op basis van de gebruikswaarde van de groep activa, berekend op basis van de som van de verwachte geactualiseerde toekomstige kasstromen van deze activa in het kader van de economische hypothesen en de exploitatievoorwaarden die voorzien zijn door de algemene directie van de Groep, in het bijzonder over de koers van de energie.
In de praktijk wordt de schatting van de kasstromen gebaseerd op:
• ondernemingsplannen die opgesteld zijn over een expliciete duur van vijf jaar. Na deze periode worden de vooruitzichten geëxtrapoleerd tot de verwachte datum waarop het actief of de kasstroomgenererende eenheid niet langer wordt gebruikt, tenzij uitzonderingen gerechtvaardigd zijn op basis van een stabiele of dalende groei.
• de huidige staat van het actief of de kasstroomgenererende eenheid, zonder rekening te houden met verbeteringen door toekomstige investeringen in prestaties of capaciteit.
De gebruikte disconteringsvoet is de gewogen gemiddelde kostprijs van het kapitaal, vastgesteld op basis van de overwogen activiteitensector en aangepast op basis van de specifieke risicofactoren waarmee geen rekening is gehouden bij de vaststelling van de kasstromen, zoals het landrisico of het specifieke risico van de activiteit.
Het bijzondere-waardeverminderingsverlies wordt toegekend aan de activa van de kasstroomgenererende eenheid in de volgende volgorde: in de eerste plaats aan de goodwill die aan de kasstroomgenererende eenheid is toegekend, en vervolgens aan de andere activa van de kasstroomgenererende eenheid, naar rato van hun boekwaarde.
De bijzondere-waardeverminderingsverliezen op goodwill kunnen niet worden teruggeboekt.
De andere bijzondere-waardeverminderingsverliezen worden aangepast in geval van herwaardering van het actief binnen de limiet van de nettoboekwaarde die de post op dezelfde datum zou hebben gehad indien er geen bijzondere-waardevermindering had plaatsgevonden.
2 - 13 Participaties verwerkt volgens de ‘equity’-methode
In deze rubriek worden de participaties gepresenteerd in gelieerde ondernemingen die worden opgenomen volgens de ‘equity’-methode. Volgens deze methode wordt de participatie aanvankelijk opgenomen tegen de kostprijs. Zo wordt de boekwaarde verhoogd of verlaagd voor de administratieve verwerking van het aandeel van de investeerder in de resultaten van de onderneming die na de overnamedatum wordt gehouden. De uitkeringen die worden ontvangen van de gehouden onderneming, verlagen de boekwaarde van de participatie.
Tot slot wordt de goodwill in verband met deze entiteiten opgenomen in de boekwaarde van de participatie.
2 - 14 VOORRADEN
Gas in ondergrondse reservoirs
Gas dat in ondergrondse reservoirs wordt geïnjecteerd, omvat ‘bruikbaar’ gas, dat kan worden onttrokken zonder dat dit nadelige gevolgen heeft voor de latere exploitatie van de reservoirs, en het ‘kussengas’, dat niet uit de ondergrondse reservoirs kan worden onttrokken en dat onmisbaar is voor hun goede werking (zie 2 – 10 Materiële vaste activa).
Bruikbaar gas
‘Bruikbaar’ gas wordt opgenomen in de voorraden. In Frankrijk wordt het gewaardeerd tegen de gemiddelde aankoopprijs wanneer het het Franse transportnetwerk binnenkomt, inclusief de kosten voor hervergassing, ongeacht de oorsprong.
Er wordt een voorziening voor waardevermindering opgenomen indien de waarschijnlijke realisatiewaarde, berekend als de verkoopprijs min de directe en indirecte kosten die moeten worden gemaakt voor de distributie, lager is dan de gewogen gemiddelde kostprijs.
Verwijderingen uit de voorraden van de Groep worden gewaardeerd volgens de methode van de gewogen gemiddelde kostprijs per eenheid.
Andere voorraden
Andere voorraden worden gewaardeerd tegen de aankoop- of productiekosten. De productiekosten omvatten de directe kosten van grondstoffen en personeel en een toewijzing van gemeenschappelijke kosten die de indirecte productiekosten vertegenwoordigen, zonder de algemene administratieve kosten.
Verwijderingen uit de voorraden worden opgenomen volgens de methode van de gewogen gemiddelde kostprijs per eenheid.
Indien de realiseerbare nettowaarde van een voorraadcategorie lager is dan de waarde die is vastgesteld volgens de methode van de gewogen gemiddelde kostprijs per eenheid, wordt voor het verschil een waardevermindering vastgesteld.
Waardeverminderingen van voorraden van reserveonderdelen die geen belangrijke onderdelen vormen en van voorraden van verbruiksgoederen, worden berekend op basis van de netto- opbrengstwaarde, die wordt bepaald op basis van een specifieke analyse van de rotatie en de veroudering van de artikelen in voorraad, rekening houdend met het verloop van de stukken in het kader van onderhoudsactiviteiten.
2 - 15 Belastingvorderingen
Belastingvorderingen worden opgenomen tegen hun nominale waarde.
2 - 16 VASTE ACTIVA BESTEMD VOOR VERKOOP
De vaste activa bestemd voor verkoop stemmen overeen met een geheel van activa die de Groep voornemens is binnen een termijn van twaalf maanden te vervreemden, door een verkoop, een ruil tegen andere activa, of andere middelen, zolang het één transactie betreft.
Alleen de vaste activa die beschikbaar zijn voor onmiddellijke en bijzonder waarschijnlijke verkoop, worden ingedeeld onder de rubriek ‘Vaste activa bestemd voor verkoop’. Volgens de norm IFRS 5 worden deze activa gewaardeerd tegen het laagste bedrag van hun boekwaarde en hun reële waarde, verminderd met de verkoopkosten. De afschrijving van deze activa houdt op vanaf de datum waarop ze in deze categorie worden ingedeeld.
2 - 17 EIGEN VERMOGEN
Reserve voor aanpassingen aan de reële waarde
Deze reserve vertegenwoordigt de herwaardering naar de reële waarde van financiële (vaste) activa beschikbaar voor verkoop en bepaalde afdekkingsinstrumenten (doeltreffend deel van de afdekkingen van kasstromen en van netto-investeringen in het buitenland voor niet-afgewikkelde activiteiten).
Kosten voor kapitaalverhogingen
Externe kosten die direct kunnen worden toegerekend aan kapitaalverhogingen worden na aftrek van belastingen opgenomen als verlaging van het eigen vermogen. De andere kosten worden opgenomen als last over het boekjaar.
Dividenden
Niet-betaalde dividenden worden opgenomen als schuld vanaf de datum waarop ze zijn toegekend.
2 - 18 EIGEN AANDELEN IN EIGEN BEZIT
Eigen aandelen in eigen bezit worden opgenomen als verlaging van het eigen vermogen, op basis van hun aankoopkosten. Na hun verkoop worden de winsten en verliezen direct opgenomen in de geconsolideerde reserves voor hun nettobelastingbedragen, en dragen ze niet bij tot het resultaat over het boekjaar.
2 - 19 BETALINGEN IN DE VORM VAN AANDELEN
Artikel 11 van de privatiseringswet van 1986 bepaalt dat in geval van verkoop van een participatie van de overheid volgens de procedures van de financiële markt, effecten moeten worden aangeboden aan de werknemers en oud-werknemers van de Groep Gaz de France. In het kader van de openstelling van het kapitaal, is de overheid overgegaan tot een voorbehouden aanbod.
In overeenstemming met IFRS 2 worden aanbiedingen voorbehouden voor het personeel en gratis toekenningen van aandelen aan werknemers van de Groep gewaardeerd op hun toekenningsdatum.
De reële waarde van een aandeel dat gratis wordt toegekend, stemt overeen met de marktprijs van het aandeel op de toekenningsdatum, aangepast op basis van het verlies van verwachte dividenden in de loop van de aankoopperiode en veronderstellingen in verband met de voorwaarden die aan het aanbod zijn gekoppeld (aanwezigheid, prestaties).
De voordelen die aan de werknemers worden toegezegd vormen een aanvullende vergoeding, die geleidelijk als last van het boekjaar wordt opgenomen naarmate de werknemer de rechten verwerft, als tegenpost voor een verhoging van het eigen vermogen.
2 - 20 PERSONEELSBELONINGEN
2 - 20.1 Waarderingsgrondslagen voor de verplichtingen van de Groep
Waarderingsmethode en actuariële veronderstellingen (toegezegd-pensioenregelingen)
De gekozen waarderingsmethode is gebaseerd op de ‘projected unit credit’-methode. De contante waarde van de verplichtingen van de Groep wordt bepaald door de onvoorwaardelijk toegezegde rechten aan elke werknemer op de waarderingsdatum, door de toepassing van de formule voor de toekenning van de rechten die voor elk stelsel is vastgesteld. Wanneer in de verwervingsformule van de rechten een tussenfase is opgenomen die als gevolg heeft dat de verplichting pas later ontstaat, vindt de toekenning van de rechten lineair plaats.
Het bedrag van de toekomstige betalingen dat overeenstemt met de voordelen wordt gewaardeerd op basis van veronderstellingen inzake de evolutie van de lonen, de pensioenleeftijd, het sterftecijfer, het verloop van het personeel in elke entiteit.
De disconteringsvoet van de toekomstige betalingen wordt bepaald op basis van de marktrente van vooraanstaande bedrijfsobligaties, die een looptijd hebben die overeenstemt met de duur van de gewaardeerde verplichtingen. In landen waar een dergelijke referentie niet bestaat, wordt de disconteringsvoet bepaald op basis van de rente van staatsobligaties. Deze rentevoeten zijn in de eurozone geharmoniseerd.
De berekeningen van de verplichtingen van Gaz de France SA, GRTgaz en DK6 zijn uitgevoerd door de Franse Caisse Nationale des Industries Electriques et Gazières. De Groep doet een beroep op een kabinet van actuarissen om de coördinatie van de rapportering van de dochterondernemingen en de coherentie van de gegevens te verzekeren.
Vaststelling van de actuariële verschillen
De actuariële winsten of verliezen op alle toegezegd-pensioenregelingen die resulteren uit wijzigingen van actuariële veronderstellingen of ervaringsaanpassingen (verschillen tussen voorgaande actuariële veronderstellingen en daadwerkelijk vastgestelde gebeurtenissen), worden als verplichting opgenomen als tegenpost van het eigen vermogen. Wat de voordelen op lange termijn betreft, worden de actuariële verschillen integraal opgenomen in het resultaat over het boekjaar.
Fondsbeleggingen
Fondsbeleggingen worden gebruikt om pensioenverplichtingen en andere gelijkgestelde verplichtingen te dekken. Ze worden in de balans opgenomen tegen de marktwaarde of, in voorkomend geval, op basis van de waardering die door de beheerder is meegedeeld.
De actuariële winsten of verliezen die voortvloeien uit het verschil tussen het verwachte rendement van de activa en het reële rendement worden opgenomen als activa tegen het eigen vermogen.
De fondsbeleggingen worden voor de presentatie in de balans in mindering gebracht van de actuariële schuld.
Indien het nettobedrag van de actuariële schuld, na aftrek van de reële waarde van de fondsbeleggingen, bij de afsluiting van het boekjaar negatief is, wordt in de balans een actief opgenomen dat echter niet meer mag bedragen dan het totaal van deze uitgestelde elementen en de contante waarde van de bedragen die waarschijnlijk door de onderneming zullen worden gerecupereerd in de vorm van een verlaging van toekomstige bijdragen.
Administratieve verwerking van de afwikkelingskosten van de voorzieningen en de verwachte rendementsopbrengsten van de fondsbeleggingen
De afwikkelingskosten van de voorzieningen voor personeelsbeloningen en de verwachte rendementsopbrengsten van de fondsbeleggingen worden opgenomen in het financieel resultaat.
2 - 20.2 Personeelsbeloningen van Gaz de France SA, GrDF, GRTgaz en DK6
Vergoedingen na uitdiensttreding (toegezegd-pensioenregelingen)
Naast het aanvullend pensioenstelsel, zijn de voordelen na uitdiensttreding voor actieve werknemers en werknemers met pensioen ontslagvergoedingen, uitzonderlijk verlof, energievoordelen in natura, onmiddellijke vergoeding in geval van overlijden en een compensatievergoeding voor studiekosten.
Langetermijnvoordelen (toegezegd-pensioenregelingen)
De verplichtingen uit hoofde van de voordelen op lange termijn hebben betrekking op invaliditeitspensioenen, vergoedingen voor tijdelijke arbeidsongeschiktheid, werkongevallen en beroepsziekten en anciënniteitsvergoedingen.
2 - 20.3 Voordelen voor het personeel van de dochterondernemingen
Pensioenen
De pensioenregelingen van de dochterondernemingen bestaan uit toegezegd-pensioenregelingen en toegezegde-bijdragenregelingen.
Toegezegde-bijdragenregelingen
Het beheer van deze regelingen wordt verzekerd door een externe instelling ten aanzien waarvan de dochteronderneming zich verbindt geregelde bijdragen te storten.
Deze bijdragen, vermeerderd met hun beleggingsinkomsten, worden op termijn teruggestort aan de gepensioneerde werknemers in de vorm van uitkeringen. Het bedrag van de uitkeringen is afhankelijk van het bedrag van de bijdragen die aan de externe instellingen zijn gestort.
De verplichting en de verbintenis van de dochteronderneming zijn beperkt tot de storting van de bijdragen die in de loop van de periode moeten worden betaald. Deze bijdragen vormen bedrijfskosten van de periode.
Toegezegd-pensioenregelingen
De dochteronderneming verbindt zich ertoe om aan gepensioneerde werknemers op termijn een bedrag of een niveau van contractueel vastgestelde bijdragen te garanderen (pensioenuitkeringen, gelijkgestelde uitkeringen zoals ontslagvergoedingen, aanvullende pensioenen, ...).
Deze verplichting ten aanzien van de actieve werknemers die met pensioen zullen gaan en de gepensioneerde werknemers vormt de verbintenis van de dochteronderneming en hiervoor wordt een voorziening aangelegd.
Andere voordelen
Volgens de geldende reglementering en gebruiken in de landen waar de ondernemingen van de Groep actief zijn, kunnen er specifieke voordelen (anciënniteitsvergoeding, voordelen in natura, jubilea, ...) aan het personeel worden toegekend. De verplichtingen die overeenstemmen met deze regelingen worden gewaardeerd op basis van actuariële veronderstellingen.
2 - 21 ANDERE VOORZIENINGEN VOOR RISICO’S EN KOSTEN
Er wordt een voorziening opgebouwd indien de Groep een in rechte afdwingbare of impliciete verplichting heeft die voortvloeit uit een gebeurtenis uit het verleden en waarvan het waarschijnlijk is dat die zal leiden tot een uitstroom van kasmiddelen die economische voordelen vertegenwoordigen, waarvan het bedrag op betrouwbare wijze kan worden vastgesteld.
Het als voorziening opgenomen bedrag vertegenwoordigt de beste schatting van de uitgave die nodig is om de bestaande verplichting op de afsluitingsdatum af te wikkelen. De voorzieningen op lange termijn worden gedisconteerd rekening houdend met de effectieve datum waarop de kosten worden gemaakt. De disconteringsvoet weerspiegelt de voorwaarden van een risicoloze rente van obligaties met dezelfde looptijd, aangepast om de specifieke risico’s van de betreffende verplichting te weerspiegelen.
De toevoegingen aan de voorzieningen, zonder financiële afwikkelingskosten, worden in het bedrijfsresultaat opgenomen onder ‘Afschrijvingen en voorzieningen’. De afwikkelingskosten worden opgenomen in ‘Andere financiële kosten’.
Voorzieningen voor de ontmanteling en sanering van sites
Ze zijn bestemd om de contante waarde te dekken van de kosten voor de sanering van de terreinen waar werken plaatsvinden of hebben plaatsgevonden.
Het bedrag van de voorzieningen weerspiegelt de beste schatting van de toekomstige kosten, vastgesteld op basis van de reglementaire vereisten die op dat moment gelden of waarvan de invoering lopende is, de staat van de technische kennis en de verworven ervaring.
Ze worden aanvankelijk opgenomen tegen een materieel vast actief dat wordt afgeschreven over de voorzienbare exploitatieduur van de desbetreffende vestiging.
Schattingsherzieningen (tijdschema voor ontmanteling, schatting van de te maken kosten, ...) worden opgenomen als een waardeaanpassing van het actief, waarbij vooraf rekening wordt gehouden met de impact op het bedrag van de afschrijving. Indien de waarde van het ontmantelingsactief stijgt, wordt het onderworpen aan een bijzondere-waardeverminderingstest.
De voorziening voor vervanging
In het kader van de concessiecontracten wordt er op progressieve wijze een voorziening voor vervanging aangelegd om de bestaande verplichting te dekken uit hoofde van de goederen die waarschijnlijk zullen worden vervangen vóór de vervaldatum van het concessiecontract dat op de goederen betrekking heeft.
In de meeste gevallen wordt de voorziening opgebouwd vanaf de begindatum van de concessieovereenkomst tot de effectieve vervangingsdatum.
2 - 22 NIET-AFGELEIDE FINANCIËLE ACTIVA EN VERPLICHTINGEN
Niet-afgeleide financiële activa en verplichtingen worden aanvankelijk opgenomen tegen reële waarde, vermeerderd met de transactiekosten die direct toerekenbaar zijn aan de verwerving of de uitgifte van
het financiële actief of de financiële verplichting, behalve niet-afgeleide financiële activa en verplichtingen die tegen reële waarde worden gewaardeerd via de winst-en-verliesrekening, waarvoor deze transactiekosten worden opgenomen in het resultaat.
Deze bepaling betreft effecten beschikbaar voor verkoop (aandelen en obligaties), door de onderneming uitgegeven leningen en vorderingen, effecten die tot de vervaldatum worden gehouden en aangegane leningen en andere uitgegeven financiële schulden.
De andere kortlopende posten (klanten en bedrijfsvorderingen, geldbeleggingen, leveranciers en bedrijfsschulden, bankoverdisponeringen) worden doorgaans gewaardeerd tegen nominale waarde, omdat er tussen de eerste opname van het instrument en de verkoop relatief weinig tijd verstrijkt.
2 - 22.1 FINANCIËLE ACTIVA BESCHIKBAAR VOOR VERKOOP
Deze categorie omvat in het bijzonder de niet-geconsolideerde participatiebewijzen, andere beleggingsinstrumenten, bepaalde roerende waarden…
De latente winsten en verliezen die verband houden met reële-waardeaanpassingen worden direct opgenomen in het eigen vermogen, in de ‘reële-waardereserve’ en worden pas heringedeeld in het resultaat bij de verkoop van de effecten, of wanneer een duurzame waardevermindering wordt vastgesteld.
Eigenvermogenseffecten waarvan de reële waarde niet kan worden vastgesteld, worden opgenomen tegen hun kostprijs.
2 - 22.2 FINANCIËLE ACTIVA GEHOUDEN VOOR HANDELSDOELEINDEN
Deze categorie bestaat uit beleggingen die worden beheerd om op korte termijn winst te genereren.
Ze worden later geherwaardeerd tegen reële waarde, op basis van hun noteringskoers of hun liquidatiewaarde, waarbij de reële-waardeaanpassingen worden opgenomen in het resultaat.
Geldbeleggingen
Geldbeleggingen omvatten beleggingen in effecten die de Groep voornemens is op korte termijn te verkopen, maar die niet als voldoende liquide worden beschouwd om te worden opgenomen in de geldmiddelen of kasequivalenten.
Geldmiddelen en kasequivalenten
De geldmiddelen en kasequivalenten omvatten de tegoeden in kas en de deposito’s op zicht, evenals beleggingen in uiterst liquide effecten die onmiddellijk converteerbaar zijn in contanten voor een bekend bedrag, en waarvan de waarde weinig risico loopt te variëren: effecten van zeer liquide aard (sicav’s en euro-geldmarktfondsen volgens de AMF-indeling voor ICBE’s), en effecten met een resterende looptijd van maximaal 3 maanden na de aankoop ervan.
2 - 22.3 LENINGEN EN VORDERINGEN
Leningen, langlopende vorderingen, deposito’s en waarborgen, andere vaste activa
Deze categorie omvat de vorderingen in verband met participaties, handelsvorderingen op lange termijn, deposito’s en waarborgen en leningen aan de klanten van de financiële filialen. Deze activa worden gewaardeerd tegen hun kostprijs min gecumuleerde afschrijvingen, waarbij de effectieve rente wordt toegepast. Ze worden in de balans opgenomen als ‘financiële vaste activa’ of als ‘financiële vlottende activa’ al naargelang hun aard en hun uiterste terugbetalingstermijn.
Zodra er aanwijzingen ontstaan die erop wijzen dat hun realiseerbare waarde minder zou bedragen dan hun waarde in de balans en ten minste bij de afsluiting van elk boekjaar worden ze getest op bijzondere-waardeverminderingsverliezen. Het bijzondere-waardeverminderingsverlies wordt opgenomen in het resultaat.
Vorderingen
Handelsvorderingen en andere te ontvangen posten
Handelsvorderingen omvatten alle vorderingen in verband met de verkoop van energie, aanverwante diensten en vorderingen die verband houden met de exploitatiecyclus. De vorderingen worden opgenomen tegen hun nominale bedrag gezien hun kortlopende aard. Al naargelang het risico van niet-inning gebaseerd op individuele en statistische analyses, wordt een voorziening voor waardevermindering aangelegd.
Geleverd, niet gefactureerd gas
De vorderingen omvatten eveneens de facturen die moeten worden opgesteld voor geleverde, nog niet gefactureerde energie, ongeacht of de meters zijn opgenomen of niet.
Dit betreft de klanten aan wie niet maandelijks wordt gefactureerd (hoofdzakelijk particuliere klanten), en de klanten voor wie de factureringsperiode niet overeenstemt met de verbruiksperiode van de maand.
Er wordt rekening gehouden met het aandeel van de opnemingskosten van de meters die verband houden met deze potentiële inkomsten maar die in de loop van de volgende periode worden gemaakt, evenals het potentiële risico van niet-inning.
Het geleverde, niet opgenomen en niet gefactureerde gas, het zogenaamde ‘gas in de meters’, wordt vastgesteld op basis van een methode die rekening houdt met het historische verbruiksprofiel van de klanten, en gewaardeerd tegen de gemiddelde energieprijs. De gehanteerde gemiddelde prijs houdt rekening met de klantencategorie en de ‘ouderdom’ van het gas in de meters.
Overige vorderingen
Overige vorderingen, zonder eventuele belastingvorderingen, vooraf vastgestelde lasten, afgedekte vaste toezeggingen en voorschotten betaald aan leveranciers, worden gewaardeerd op basis van de methode van de kostprijs min gecumuleerde afschrijvingen indien de gevolgen van de discontering aanzienlijk zijn.
Afgedekte vaste toezeggingen worden tegen hun reële waarde opgenomen in de winst-en-verliesrekening. De andere onderdelen van deze post worden opgenomen tegen hun nominale waarde gezien hun kortlopende aard.
Participatiebewijzen
Gaz de France is in 1985 en 1986 overgegaan tot de uitgifte van participatiebewijzen, in het kader van de wet nr. 83.1 van 1 januari 1983 en van de wet nr. 85.695 van 11 juli 1985. Deze effecten worden gewaardeerd tegen kostprijs minus gecumuleerde afschrijvingen. Aangezien deze effecten niet voldoen aan de definitiecriteria van een eigenvermogensinstrument, zijn ze opgenomen als schulden.
Sinds augustus 1992 zijn deze participatiebewijzen op elk moment geheel of gedeeltelijk terugbetaalbaar, naar goeddunken van Gaz de France, tegen een prijs die gelijk is aan 130% van hun nominale waarde.
Vergoeding
De vergoeding van de participatiebewijzen omvat, binnen de limiet van een rendement dat binnen het bereik [85%, 130%] valt van de gemiddelde rente van de obligaties, een vast gedeelte gelijk aan 63% van de TMO en een variabel gedeelte dat berust op de stijging van de toegevoegde waarde van het vorige boekjaar van Gaz de France of van de Groep (aandeel van de Groep), indien dit laatste gunstiger is.
De vergoeding van de participatiebewijzen, vastgesteld op basis van de effectieve-rentemethode, wordt opgenomen als financiële kosten.
Financiële schulden
Financiële schulden worden aanvankelijk opgenomen voor het bedrag van de ontvangen middelen, na aftrek van de gemaakte transactiekosten en de uitgiftepremies.
Ze worden gewaardeerd tegen hun kostprijs min gecumuleerde afschrijvingen op basis van de effectieve-rentemethode. Aldus berekende financiële kosten houden rekening met de uitgiftekosten en de uitgifte- of terugbetalingspremies.
Financiële schulden omvatten eveneens het bedrag van de minderheidsbelangen ten aanzien waarvan de Groep terugkoopverbintenissen heeft.
Financiële schulden op meer dan één jaar worden opgenomen als langlopende financiële schulden. Financiële schulden op minder dan één jaar worden opgenomen als kortlopende financiële schulden.
Handelsschulden en andere schulden
De andere schulden bestaan uit de sociale verplichtingen, opbrengsten die vooraf zijn geïnd in verband met het nieuwe boekjaar, kosten die zijn toe te rekenen aan het huidige boekjaar en die pas later zullen worden betaald, en de gedekte vaste toezeggingen voor aankoop of verkoop in het kader van transacties die in aanmerking komen om administratief te worden verwerkt als reële- waardeafdekking. Afgedekte vaste toezeggingen worden tegen hun reële waarde opgenomen in de winst-en-verliesrekening. De andere onderdelen van deze post worden opgenomen tegen hun nominale waarde gezien hun kortlopende aard.
Activa en verplichtingen van financiële filialen
De activa en verplichtingen van financiële filialen omvatten activa en verplichtingen die door geconsolideerde financiële instellingen binnen de Groep worden gebracht:
Kredieten aan klanten van Xxxxxx en hun herfinanciering
Deze activa en verplichtingen worden opgenomen op een manier die vergelijkbaar is met de financiële schulden: ze worden gewaardeerd tegen kostprijs minus gecumuleerde afschrijvingen en in de balans opgenomen als ‘vlottende financiële activa of kortlopende financiële verplichtingen’ voor het gedeelte dat op minder dan één jaar vervalt, en als ‘vaste financiële activa of langlopende financiële verplichtingen’ voor het gedeelte dat op meer dan één jaar vervalt.
Activa en verplichtingen die direct verband houden met de tradingactiviteiten van Gaselys op de energiemarkten
Deze activa en verplichtingen worden opgenomen op een manier die vergelijkbaar is met de handelsvorderingen en -schulden: ze worden gewaardeerd tegen kostprijs minus gecumuleerde afschrijvingen en in de balans opgenomen als ‘vlottende financiële activa of kortlopende financiële verplichtingen’ indien ze verbruikt worden in de loop van de exploitatiecyclus van de Groep, en als ‘vaste financiële activa of langlopende financiële verplichtingen’ in het andere geval.
2 - 23 AFGELEIDE FINANCIËLE INSTRUMENTEN
De Groep maakt hoofdzakelijk gebruik van afgeleide financiële instrumenten om het wisselkoersrisico, het renterisico en het grondstoffenrisico te beheren, waarmee de Groep in het kader van zijn activiteiten wordt geconfronteerd.
Definitie en reikwijdte van de afgeleide financiële instrumenten
Afgeleide financiële instrumenten zijn contracten waarvan de waarde beïnvloed wordt door de wijziging van een of meerdere waarneembare parameters, die geen aanzienlijke belegging vereisen en die een betaling voorzien op een datum in de toekomst. Afgeleide financiële instrumenten dekken zo contracten van het type swaps, opties, futures, maar ook aankoop- of verkoopverbintenissen op termijn van genoteerde of niet-genoteerde effecten, evenals bepaalde vaste of optionele toezeggingen voor de aankoop of verkoop van niet-financiële activa die aanleiding geven tot de materiële levering van het onderliggende actief.
Wat meer in het bijzonder de aankoop- en verkoopcontracten voor elektriciteit en aardgas betreft, voert de Groep systematisch een analyse uit om te bepalen of het contract is onderhandeld in het kader van zijn zogenaamde ‘normale’ activiteiten, en zo uit het toepassingsveld van de norm IAS 39 moet worden uitgesloten. Deze analyse bestaat er in de eerste plaats in om aan te tonen dat het contract is opgesteld en behouden blijft voor de aankoop of verkoop met materiële levering, voor volumes die bestemd zijn om door de Groep te worden gebruikt of verkocht binnen een redelijke termijn, in het kader van zijn exploitatieactiviteiten. Daarnaast moet worden aangetoond dat:
• de Groep geen nettobetalingspraktijk heeft uit hoofde van contracten van dezelfde aard. In het bijzonder worden de aankoop- of verkooptransacties op termijn met materiële levering die strikt worden uitgevoerd om de volumes van de energiesaldi van de Groep te balanceren, door de Groep niet beschouwd als onderdelen van een nettobetalingspraktijk;
• het contract niet is onderhandeld in het kader van arbitrages van financiële aard;
• het contract geen verkochte aankoop- of verkoopoptie vormt van een niet-financieel onderdeel waarvan het nettobedrag contant kan worden betaald.
Alleen de contracten die aan al deze voorwaarden voldoen worden beschouwd als vallende buiten het toepassingsgebied van de norm IAS 39.
Opneming en presentatie
De afgeleide financiële instrumenten die in aanmerking komen als afdekking worden gespreid over vlottende / vaste activa en kortlopende / langlopende verplichtingen al naargelang de aard van de afgedekte onderliggende positie.
Afgeleide financiële instrumenten die niet in aanmerking komen als afdekking worden opgenomen als vlottende activa of kortlopende verplichtingen.
Eerste opname
Afgeleide financiële instrumenten worden aanvankelijk opgenomen tegen reële waarde.
Latere waardering
Afgeleide financiële instrumenten worden geherwaardeerd tegen reële waarde bij elke afsluiting van het boekjaar, behalve degene die in aanmerking komen als instrumenten voor kasstroomafdekking of als nettobelegging waarvan de reële-waardeaanpassingen worden opgenomen in het eigen vermogen.
De reële waarde van beursgenoteerde instrumenten wordt vastgesteld op basis van de beurskoers. Die van de niet-beursgenoteerde financiële instrumenten waarvoor er genoteerde instrumenten bestaan met een vergelijkbare aard en looptijd, wordt bepaald op basis van de beurskoers van deze laatste instrumenten.
Voor de andere niet-beursgenoteerde instrumenten wordt de reële waarde bepaald aan de hand van waarderingstechnieken zoals de waarderingsmodellen die worden gehanteerd voor opties of op basis van de methode van de gedisconteerde kasstromen.
Deze modellen houden rekening met veronderstellingen op basis van de gegevens van de markt:
• De reële waarde van renteswaps wordt berekend op basis van de gedisconteerde toekomstige kasstromen;
• De reële waarde van valutatermijncontracten en valutaswaps wordt berekend op basis van de huidige koersen voor contracten met een vergelijkbare looptijd, waarbij het verschil van toekomstige kasstromen wordt gedisconteerd (verschil tussen de termijnkoers van het contract en de herberekende termijnkoers op basis van de nieuwe marktvoorwaarden die op het nominale bedrag worden toegepast);
• De reële waarde van valutaopties of renteopties wordt bepaald op basis van optiewaarderingsmodellen;
• Derivatencontracten voor grondstoffen worden gewaardeerd volgens de noteringen van de markt op basis van de gedisconteerde toekomstige kasstromen (vaste contracten: commodity swap of commodity forward), en optiewaarderingsmodellen (optionele contracten) waarvoor mogelijk de volatiliteit van de marktprijzen in acht moet worden genomen. Voor contracten die een langere looptijd hebben dan het bereik van de transacties waarvoor de prijzen kunnen worden waargenomen of voor bijzonder complexe contracten, kunnen de waarderingen gebaseerd worden op interne veronderstellingen;
• In geval van complexe contracten die worden afgesloten met onafhankelijke financiële instellingen, hanteert de Groep uitzonderlijk waarderingen die worden uitgevoerd door tegenpartijen.
Afgeleide financiële instrumenten die niet in aanmerking komen als afdekking
Derivaten die niet in aanmerking komen als afdekking omvatten, naast speculatieve derivaten, afgeleide instrumenten die, hoewel ze een economische afdekking vormen, niet voldoen aan de voorwaarden waardoor ze in aanmerking zouden komen voor ‘hedge accounting’. De verschillen die voortvloeien uit de herwaardering tegen reële waarde van deze instrumenten, worden opgenomen in het resultaat van het boekjaar.
Hedge accounting (administratieve verwerking van afdekkingstransacties)
Hedge accounting wordt toegepast indien de afgeleide financiële instrumenten geheel of gedeeltelijk het verschil in reële waarde of kasstromen van een afgedekte positie, actief, verplichting, verbintenis of voorziene toekomstige transactie compenseren, en de doeltreffendheid van deze afdekking in het begin van de transactie en gedurende de volledige looptijd van het instrument is aangetoond.
Bij de afsluiting van een derivatencontract, stelt de Groep het betreffende type afdekking vast en verschaft de Groep, bij het begin van de transactie teneinde de specifieke bepalingen van hedge accounting te kunnen toepassen, informatie over het bestaande verband tussen het afdekkingsinstrument en de onderliggende transactie, waarbij de risico’s, de strategie en het doel van de uitgevoerde afdekking worden verduidelijkt.
De Groep controleert geregeld of de afdekking doeltreffend is om de blootstelling aan wijzigingen in de reële waarde van het instrument en het onderliggende element te compenseren, vanaf de invoering van het instrument tot de vervaldatum van de afdekking.
Reële-waardeafdekkingen
Reële-waardeafdekkingen omvatten derivaten die bestemd zijn om het wisselkoersrisico, het renterisico en bepaalde risico’s in verband met grondstoffentransacties af te dekken.
De winst of het verlies dat resulteert uit de herwaardering van deze reële- waardeafdekkingsinstrumenten wordt onmiddellijk opgenomen in het bedrijfsresultaat of het financiële resultaat, al naargelang de aard van de afgedekte positie.
Wijzigingen in de reële waarde van de onderliggende balanspost worden opgenomen in het resultaat, symmetrisch met de wijzigingen in waarde van het afdekkingsinstrument.
Kasstroomafdekkingen
Kasstroomafdekkingen omvatten afgeleide financiële instrumenten die gebruikt worden om risico’s af te dekken op financiële kasstromen die verband houden met vaststaande of bijzonder waarschijnlijke toekomstige transacties, bepaalde risico’s op grondstoffentransacties en op leningen met variabele rente.
De wijzigingen in waarde van het afdekkingsinstrument worden opgenomen in het eigen vermogen en uitgesteld tot de uitvoeringsdatum van de transactie of de opneming van het actief, de verplichting of de resultaten uit de afgedekte positie.
Alleen het niet-doeltreffende deel van de afdekking wordt onmiddellijk opgenomen in het resultaat. Afdekkingen van netto-investeringen in een buitenlandse entiteit buiten de eurozone
Uitgegeven en aangegane langlopende leningen waarvan de terugbetaling niet gepland of voorzien is, maken deel uit van de netto-investering in een entiteit in het buitenland. Omrekeningsverschillen worden opgenomen in het eigen vermogen onder dezelfde rubriek als de wisselkoersverschillen.
De wijzigingen in waarde van de afdekkingsinstrumenten die gehanteerd worden om de blootstelling te verlagen aan de wisselkoersrisico’s op deze netto-investeringen in een buitenlandse entiteit worden, voor het doeltreffende gedeelte, symmetrisch opgenomen met de omrekeningsverschillen, in de ‘reële- waardereserve’ tot de afwikkeling van de netto-investering.
2 - 24 WINST-EN-VERLIESREKENING
2 - 24.1 OMZET
Verkoop van goederen en geleverde diensten
Opbrengsten uit de verkoop van goederen worden opgenomen wanneer de significante risico’s en voordelen die inherent zijn aan de eigendom van de goederen, aan de koper zijn overgedragen. Opbrengsten uit de levering van diensten worden opgenomen volgens de voortgang van de transactie op de afsluitingsdatum. De voortgang wordt gewaardeerd op basis van de uitgevoerde werkzaamheden. Indien er aanzienlijke onzekerheden bestaan over de inning van de prijs van de transactie, de gerelateerde kosten of de mogelijke terugbezorging van de goederen, worden er geen inkomsten opgenomen.
Prestaties als gevolg van contracten die heringedeeld zijn volgens de interpretatie IFRIC 4 ‘Bepalen of een overeenkomst een lease bevat’
De opbrengsten afkomstig van dienstverleningscontracten die volgens IFRIC 4 opnieuw zijn verwerkt als financiële-leaseovereenkomsten, worden gespreid over de duur van de contracten op basis van een schema dat een constante periodieke rendabiliteit weerspiegelt op de uitstaande netto-investering van de onderneming.
Aansluitingsrechten
Factureringen aan klanten voor hun aansluiting op het transport- en distributienetwerk voor gas, worden eveneens gespreid over de duur van de contracten, met uitzondering van de ondernemingen Gaz de France SA, GrDF en GRTgaz. Voor deze laatste twee ondernemingen bepalen de tariefprincipes voor het gebruik van de transport- en distributienetwerken voor gas volgens een formule, bestemd om enerzijds de bedrijfskosten voor het transport en de distributie van gas te dekken, en anderzijds de kapitaalkosten (afschrijving, vergoedingen), dat de aldus geïnde bedragen in mindering worden gebracht op de vergoedingsbasis van Gaz de France SA, GrDF of GRTgaz in het jaar waarin ze worden gefactureerd, terwijl de kostprijs van de aansluiting is opgenomen in de basis van gereguleerde activa waarvoor een vergoeding geldt over de gebruiksduur van de activa. Deze tariefprincipes leiden tot een spreiding van de opbrengsten over de gebruiksduur van de activa.
Onderhanden projecten in opdracht van derden
Indien het resultaat van een onderhanden project in opdracht van derden op betrouwbare wijze kan worden geraamd, worden de opbrengsten van het project en de gerelateerde kosten respectievelijk opgenomen als opbrengsten en kosten, al naargelang de voortgang van de activiteit van het onderhanden project in opdracht van derden. De voortgang wordt gewaardeerd op basis van een onderzoek van de uitgevoerde werkzaamheden.
De marge na afloop wordt tijdens de duur van het project geregeld herzien. Voor het volledige bedrag van de verwachte eventuele verliezen op onderhanden projecten in opdracht van derden wordt een voorziening aangelegd in de winst-en-verliesrekening.
Een project wordt beschouwd als voltooid op het moment waarop de eigendom van het goed wordt overgedragen. Indien het complexe projecten betreft voor de uitvoering van geïntegreerde installaties waarvoor er een globale resultaatsverplichting bestaat, wordt het project als voltooid beschouwd vanaf de voorlopige oplevering van de gecontracteerde werken.
Bijzonder geval van de omzet opgenomen uit hoofde van ruiltransacties met de concessiegevers in toepassing van IFRIC 12
De interpretatie IFRIC 12 bepaalt dat, indien de operator moet (wat doorgaans het geval is) overgaan tot de bouw van goederen die de infrastructuur vormen (bouw van oprichtingsgoederen) om het ‘recht om de gebruikers te factureren’ te kunnen genieten, deze bouwprestatie valt onder de norm IAS 11 over Onderhanden projecten in opdracht van derden, en dat de rechten die als tegenprestatie worden ontvangen, een ruil vormen die moet worden opgenomen volgens de norm IAS 38 (zie § 2.9).
Praktisch, aangezien het alle concessiecontracten betreft die door de groep Gaz de France worden geëxploiteerd, en omdat er geen verschil wordt gemaakt tussen de vergoeding van de bouwfase en die van de exploitatiefase in de vaststelling van de toegangstarieven van derden tot de netwerken, en bij gebrek aan een externe referentie voor de reële waarde van deze twee elementen, wordt de opgenomen omzet uit hoofde van de bouwfase beperkt tot het bedrag van de gemaakte kosten.
Rentebaten
Rentebaten van financiële filialen worden pro rata temporis opgenomen in de winst-en-verliesrekening, op basis van de effectieve-rentemethode.
2 - 24.2 KOSTEN VAN DE NETTO FINANCIËLE SCHULDENLAST
Het betreft financiële kosten in verband met de netto financiële schuldenlast van de Groep, die bestaan uit de betaalde en ontvangen rente, waardewijzigingen en de resultaten van de afdekkingsinstrumenten en wisselkoersverschillen in verband met de schuldenlast, evenals rentebaten en equivalenten op geldbeleggingen en geldmiddelen.
2 - 24.3 ANDERE FINANCIËLE POSTEN
Het betreft:
• financiële bedrijfsopbrengsten en -kosten;
• afwikkelingskosten van de voorzieningen op lange termijn en van het verwachte rendement op fondsbeleggingen;
• andere opbrengsten en kosten van financiële aard die geen bedrijfsopbrengsten of –kosten zijn en die in het bijzonder het resultaat van de transacties omvatten op alle niet-geconsolideerde effecten, ongeacht of ze gerelateerd zijn aan de activiteiten van de Groep.
2 - 24.4 BELASTINGEN
De belastingen over de winst van het boekjaar omvatten de over de verslagperiode verschuldigde en verrekenbare belastingen en de uitgestelde belastingen. Ze worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening, met uitzondering van de belastingen die verband houden met elementen die direct worden opgenomen in het eigen vermogen, die ook in het eigen vermogen worden opgenomen.
De over de verslagperiode verschuldigde en verrekenbare belastingen omvatten de belastingen die moeten worden betaald over de belastbare winst van de periode, berekend volgens de belastingtarieven die gelden op de afsluitingsdatum.
2 - 24.5 NETTORESULTAAT PER AANDEEL
Het niet–verwaterde nettoresultaat per aandeel wordt bepaald door het Nettoresultaat – aandeel van de Groep te delen door het gewogen gemiddelde aantal uitstaande aandelen in de loop van het boekjaar, aangepast op basis van het gemiddelde aantal gewone aandelen dat in de loop van het boekjaar is teruggekocht of uitgegeven.
Het verwaterde nettoresultaat per aandeel wordt verkregen door het nettoresultaat - aandeel van de Groep te delen door het gemiddelde aantal aandelen waaruit het kapitaal is samengesteld, waarbij rekening wordt gehouden met eventuele verwaterende instrumenten.
2 - 25 KASSTROOMOVERZICHT
In de tabel worden de reële kasstromen gepresenteerd in verband met de activiteit van de ondernemingen die aan het einde van het boekjaar deel uitmaakten van de consolidatiekring.
De bewegingen die een invloed hebben op de balans maar die niet als kasstromen worden beschouwd: investeringen zonder financiering (financiële lease), herindelingen, gevolgen van fusies en gedeeltelijke inbreng, wijziging van administratieve-verwerkingsmethodes,... De belangrijkste hiervan worden in bijlage gepresenteerd.
Het kasstroomoverzicht van de Groep wordt opgesteld volgens de indirecte methode, op basis van het resultaat vóór belastingen.
Kasstromen in verband met de vervangingskosten die worden gemaakt in het kader van concessiecontracten die in de administratie zijn opgenomen volgens de bepalingen van de interpretatie IFRIC 12 worden afzonderlijk gepresenteerd in de post ‘Vervangingsuitgaven’.
De afschrijvingen van vlottende activa worden gelijkgesteld aan definitieve verliezen. Bijgevolg wordt de wijziging van het vlottende actief gepresenteerd zonder waardevermindering.
Kasstromen in verband met de betaling van belasting, de betaling van rentelasten en de inning van financiële opbrengsten, worden afzonderlijk gepresenteerd.
De gevolgen op de kasstromen van de overnames van geconsolideerde vennootschappen, worden vermeld op het niveau van de kasstromen uit investeringsactiviteiten onder de rubriek ‘Investeringen in participatiebewijzen en gelijkgestelde instrumenten’, zonder de verworven kasstromen.
Het netto-effect van de verkochte kasstromen wordt opgenomen onder ‘Verkoopopbrengsten van materiële en immateriële activa en participatiebewijzen’.
Indien ze aanzienlijk zijn, worden de kasstromen uit bedrijfsactiviteiten tussen 1 januari en de verkoopdatum van de ondernemingen die in de loop van het boekjaar uit de consolidatiekring zijn verwijderd, behouden in het kasstroomoverzicht.
De kasstromen van het kasstroomoverzicht omvatten de geldmiddelen en kasequivalenten min de bankoverdisponeringen die terugbetaalbaar zijn op verzoek en die integrerend deel uitmaken van het kasstroombeheer.
2 - 26 GRONDSLAGEN VOOR DE OPSTELLING VAN GESEGMENTEERDE INFORMATIE
De verdeling van de ondernemingen volgens segment wordt beschreven in toelichting 1, 2 en 24.
Primaire segmentatiebasis
De primaire segmentatiebasis wordt vastgesteld op basis van de voornaamste bedrijfssegmenten van de Groep.
Een bedrijfssegment is een duidelijk te onderscheiden onderdeel van de Groep, actief op het vlak van de levering van diensten en producten binnen een specifieke economische omgeving en blootgesteld aan de risico’s en aan een specifieke rendabiliteit ten opzichte van andere bedrijfssegmenten.
Secundaire segmentatiebasis
De secundaire segmentatiebasis berust op een onderverdeling in geografische gebieden waar de Groep zijn activiteiten uitvoert.
Normen voor financiële verslaggeving van de activiteiten
De normen voor financiële verslaggeving zijn degene die door de Groep worden toegepast voor de opstelling van de geconsolideerde rekeningen, gepresenteerd in deze bijlage.
De activa en verplichtingen per bedrijfssegment of geografisch gebied, vertegenwoordigen de toestand aan het einde van de periode.
De aansluiting met de gegevens van de financiële overzichten impliceert dat er rekening moet worden gehouden met de gevolgen van het consolidatieproces (eliminaties).
Prestaties tussen de bedrijfssegmenten
De verkoop en dienstverlening van één bedrijfssegment aan een ander worden uitgevoerd volgens de marktvoorwaarden.
Interne dienstverlening wordt tussen de segmenten gefactureerd tegen de marktprijs. Het betreft voornamelijk de verlening van de volgende diensten:
• tussen Aankoop-Verkoop van energie en Transport-Opslag:
• reservatie en gebruik van vervoerscapaciteit in het gecommercialiseerde netwerk voor het transport van gas. De vergoeding voor deze dienstverlening wordt bepaald op basis van de tarieven voor toegang tot het transportnetwerk door derden, die zijn goedgekeurd door de Franse Commission de Régulation de l’Energie.
• reservatie en gebruik van de opslagcapaciteit die nodig is voor de verkoopcapaciteit.
• tussen Aankoop-Verkoop van energie en Distributie Frankrijk: reservatie en gebruik van vervoerscapaciteit in het gecommercialiseerde netwerk voor de distributie van gas. De vergoeding voor deze dienstverlening wordt bepaald op basis van de tarieven voor toegang tot het distributienetwerk door derden, die zijn goedgekeurd door de Franse Commission de Régulation de l’Energie.
Niet-toegerekende elementen
Niet-toegerekende kosten en opbrengsten omvatten hoofdzakelijk de centrale kosten, de kosten van onderzoek en ontwikkeling en diverse opbrengsten die niet direct kunnen worden toegerekend aan de activiteiten.
De niet-toegerekende vaste activa omvatten de activa van de statutaire zetel, degene die zijn bestemd voor onderzoek en die van de personeelsdirectie.
EBITDA
Deze post omvat alle kosten, zonder afschrijvingen, voorzieningen, betalingen in aandelen en vervangingsuitgaven, en opbrengsten die direct verband houden met de activiteiten van de Groep, ongeacht of deze elementen terugkerende elementen van de exploitatiecyclus zijn, of ze voortvloeien uit afzonderlijke of ongebruikelijke gebeurtenissen of beslissingen, inclusief uitzonderlijke gebeurtenissen waarover de Groep geen controle heeft.
B - VERGELIJKBARE INFORMATIE VAN DE BOEKJAREN
1 - BELANGRIJKE TRANSACTIES 1.1. OVERNAMES | |||
1.1.1. Overnames in 2007 | |||
Naam van de dochteronderneming Land | Activiteit | % overgenomen | Overnamedatum |
Groep Vendite Italië | Internationaal transport en distributie | 20 % | 26.09.2007 |
Erelia Frankrijk | Aankoop – Verkoop van Energie | 95 % | 05.11.2007 |
Société Eolienne de la Haute Lys Frankrijk | Aankoop – Verkoop van energie | 100 % | 11.12.2007 |
Enerci Ivoorkust | Exploratie – Productie | 51 % | 12.04.2007 |
De gevolgen van de bedrijfsovernames op de balans kunnen als volgt worden samengevat:
(in miljoen euro) | 2007 | |
Immateriële vaste activa | 174 | |
Materiële vaste activa | 170 | |
Handelsvorderingen en andere te ontvangen posten | 109 | |
Andere vorderingen | 80 | |
Geldmiddelen en kasequivalenten | 22 | |
Subtotaal | (I) | 555 |
Handelsschulden en gerelateerde te betalen posten | 130 | |
Financiële schulden | 252 | |
Andere verplichtingen | 83 | |
Subtotaal | (II) | 465 |
Minderheidsbelangen | (III) | -7 |
Participaties verwerkt volgens de ‘equity’-methode | (IV) | 3 |
Reële waarde van de overgenomen nettoactiva | (I) – (II) + (III) + (IV) | 86 |
Goodwill | 101 | |
Totale overnamekosten | 187 | |
Overgenomen geldmiddelen en kasequivalenten | - 22 | |
Betalingen van de periode die verband houden met de overnames | 165 |
Gaz de France heeft bij Camfin de optie uitgeoefend waardoor de Vennootschap de mogelijkheid heeft om een extra deel van 20% te verwerven in Energie Investimenti, de holding waarin de groep Vendite is ondergebracht, voor een bedrag van 40 miljoen euro. Dankzij deze transactie houdt Gaz de France vandaag een participatie van 60% in Energie Investimenti; de overige 40% is in handen van Xxxxxx. Door de uitoefening van de aankoopoptie van 20% van de effecten van Camfin in Energie Investimenti heeft de Groep de exclusieve zeggenschap verworven over de groep Vendite, wat de consolidatie op basis van globale integratie rechtvaardigt.
Gaz de France heeft een overeenkomst ondertekend voor de aankoop van een participatie van 95% in ERELIA en 100% in Société Eolienne de la Haute Lys, die actief zijn in de ontwikkeling en exploitatie van windmolenparken in Frankrijk. De bestemming van de prijs van deze twee overnames heeft geleid tot een vaststelling van goodwill voor een bedrag van 69 miljoen euro voor ERELIA en van 18 miljoen euro voor Société Eolienne de la Haute Lys. De Groep heeft de mogelijkheid om de identificatie en waardering van de overgenomen activa en verplichtingen te voltooien in de loop van het boekjaar 2008.
Gaz de France heeft op 12 april 2007 van EDF de participatie overgenomen van 51% die deze laatste hield in Enerci, een exploratie-productieonderneming. Gaz de France heeft nu 100% van Enerci in handen. Enerci houdt 12% van een offshoreafzetting in Ivoorkust.
De voornaamste gevolgen van de bedrijfsovernames voor de winst-en-verliesrekening sinds de overnamedatum zijn de volgende:
(in miljoen euro) | 31.12.2007 |
Omzet | 276 |
Bedrijfs-resultaat | 9 |
Nettoresultaat – aandeel van de Groep | 5 |
1.1.2. Overnames in 2006
Naam van de dochteronderneming | Land | Activiteit | % overgenomen | Overnamedatum |
AES Energia Cartagena | Spanje | Aankoop-Verkoop van energie | 26 % | 01.11.2006 |
Xxxx Xxxxx | Frankrijk | Aankoop-Verkoop van energie | 49 % | 22.12.2006 |
De gevolgen van de bedrijfsovernames op de balans kunnen als volgt worden | samengevat: | |
(in miljoen euro) | 2006 | |
Materiële vaste activa | 732 | |
Handelsvorderingen en andere te ontvangen posten | 19 | |
Andere vorderingen | 11 | |
Geldmiddelen en kasequivalenten | 77 | |
Subtotaal | (I) | 839 |
Handelsschulden en gerelateerde te betalen posten | 38 | |
Financiële schulden | 643 | |
Andere verplichtingen | 75 | |
Subtotaal | (II) | 756 |
Minderheidsbelangen | (III) | -2 |
Reële waarde van de overgenomen nettoactiva | (I) – (II) + (III) | 81 |
Goodwill | 42 | |
Totale overnamekosten | 123 | |
Overgenomen geldmiddelen en kasequivalenten | - 77 | |
Xxxxxxx in een vorig boekjaar | -8 | |
Betalingen van de periode die verband houden met de overnames | 38 |
Op 1 november 2006 is er een overeenkomst ‘Energy Agreement’ tussen de Groep en AES Energia Cartagena van kracht geworden. Dit contract bepaalt dat Gaz de France een exclusief gebruiksrecht heeft voor de 3 turbines waaruit de elektriciteitscentrale is samengesteld, waarbij de risico’s en voordelen in verband met de transacties worden overgedragen aan de onderneming. Bijgevolg is AES Energia Cartagena geconsolideerd op basis van de globale-integratiemethode.
Op 22 december 2006 zijn de overeenkomsten voor de oprichting van de gezamenlijke vennootschap (Xxxx Xxxxx) tussen Gaz de France (49%) en Xxxx Xxxxxxx (51%) voltooid. Deze vennootschap verzekert de ontwikkeling en de exploitatie van windparken in Frankrijk en in Europa. Xxxx Xxxxxxx heeft zijn activiteitenbranche ingebracht, met zijn windparken in exploitatie en in ontwerp, terwijl Gaz de France een inbreng in natura heeft verricht van circa 110 miljoen euro. Deze vennootschap wordt in de rekeningen van de Groep geconsolideerd via proportionele integratie.
De voornaamste gevolgen van de bedrijfsovernames voor de winst-en-verliesrekening sinds de overnamedatum zijn de volgende:
(in miljoen euro) | 31.12.2006 |
Omzet | 7 |
Bedrijfs-resultaat | 2 |
Nettoresultaat – aandeel van de Groep | -1 |
1.1.3. Overnames in 2005 | ||||
Naam van de dochteronderneming | Land | Activiteit | % overgenomen | Overnamedatum |
Distrigaz Sud | Roemenië | Internationaal transport en distributie | 51 % | 31.05.2005 |
Groep SPE | België | Internationaal transport en distributie | 25,5 % | 28.09.2005 |
Groep Savelys (voorheen CGST Save) | Frankrijk | Diensten | 39 % | 23.03.2005 |
AEM** | Italië | Diensten | 100 % | 01.04.2005 |
ADF Normandie | Frankrijk | Diensten | 100 % | 01.03.2005 |
CFM CFMH | Frankrijk | Aankoop-Verkoop van energie | 45 % | 03.01.2005 |
Gaz de France Produktion Exploration Deutschland | Duitsland | Exploratie-Productie | -* | Nov. 2005 |
* Krachtens een overnameovereenkomst van Gaz de France Produktion Exploration Deutschland, ondertekend in 2003, is er een additionele prijs gestort. Deze additionele prijs stemt overeen met extra belangen in een koolwaterstofboring.
** Overname van activa
De gevolgen van de bedrijfsovernames op de balans kunnen als volgt worden | samengevat: | |
(in miljoen euro) | 2005 | |
Immateriële vaste activa | 241 | |
Materiële vaste activa | 749 | |
Financiële activa | 69 | |
Voorraden en goederen in bewerking | 53 | |
Handelsvorderingen en andere te ontvangen posten | 237 | |
Geldmiddelen en kasequivalenten | 278 | |
Subtotaal | (I) | 1 627 |
Handelsschulden en gerelateerde te betalen posten | 209 | |
Fiscale en maatschappelijke schulden | 72 | |
Voorzieningen voor personeelsbeloningen | 29 | |
Financiële schulden | 266 | |
Uitgestelde belastingverplichtingen | 139 | |
Andere voorzieningen | 84 | |
Subtotaal | (II) | 799 |
Minderheidsbelangen* | (III) | - 101 |
Participaties verwerkt volgens de ‘equity’-methode** | (IV) | - 38 |
Reële waarde van de overgenomen nettoactiva | (I) – (II) + (III) + (IV) | 689 |
Goodwill | 252 | |
Totale overnamekosten | 941 | |
Overgenomen geldmiddelen en kasequivalenten | - 278 | |
Betalingen van de periode die verband houden met de overnames | 663 | |
* Ontstaan van minderheidsbelangen bij de overname van Distrigaz Sud (gehouden voor 51 %) ** Groep Savelys (gewaardeerd volgens de ‘equity’-methode in 2004 – globale integratie in 2005) |
Op 1 maart 2005 heeft de Groep 100% van ADF Normandie overgenomen, dat actief is op het gebied van industrieel onderhoud en herstelling.
Op 23 maart 2005 heeft de Groep zijn participatie in het kapitaal van de Groep CGST Save, omgedoopt tot Groep Savelys, verhoogd van 20% tot 59%. Deze onderneming is de grootste Franse groep voor onderhoud van individuele verwarmingsketels. Deze onderneming werd in 2004 administratief verwerkt volgens de ‘equity’-methode, en is in 2005 in de rekeningen van de Groep geconsolideerd volgens globale integratie.
Op 31 mei 2005 heeft de Groep 51% van het kapitaal van Distrigaz Sud overgenomen, een onderneming actief op het vlak van transport en distributie van gas voor particulieren en ondernemingen op de Roemeense markt. Deze vennootschap is in de rekeningen van de Groep geconsolideerd via globale integratie.
Op 28 september 2005 heeft de Groep 25,5% van het kapitaal van de Groep SPE (Société de Production d’Electricité) verworven, actief in de productie van elektriciteit en de verkoop van energie, gas en elektriciteit op de Belgiësche markt.
Als reactie op de ontwikkelingen van de markt voor aardgas in Europa, hebben Gaz de France en Total in november 2003 een intentieverklaring ondertekend voor de ontbinding van hun kruisparticipaties in hun gemeenschappelijke ondernemingen voor transport en levering van aardgas in Frankrijk, Gaz du Sud-Ouest (GSO is voor 30% in handen van Gaz de France) en de Compagnie Française du Méthane (CFM is voor 55% in handen van Gaz de France).
De contractuele en financiële afsluiting van deze transacties heeft plaatsgevonden op 3 januari 2005. Gaz de France is toen enige aandeelhouder geworden van CFM, en Total enige aandeelhouder van GSO. Gaz de France heeft CFM op 1 juli 2005 geabsorbeerd.
De voornaamste gevolgen van de bedrijfsovernames voor de winst-en-verliesrekening sinds de overnamedatum zijn de volgende:
(in miljoen euro) 31.12.2005
Omzet 807
Bedrijfs-resultaat 42
Nettoresultaat – aandeel van de Groep 37
1.2. VERKOPEN
1.2.1. Verkopen in 2007
Er hebben tijdens dit boekjaar geen significante transacties plaatsgevonden.
1.2.2. Verkopen in 2006 | ||||
Naam van de dochteronderneming | Land | Activiteit | % van de verkoop | Verkoopdatum |
Gaseba | Argentinië | Internationaal transport en distributie | 100 % | 01.06.2006 |
Gaseba Uruguay | Uruguay | Internationaal transport en distributie | 51 % | 01.06.2006 |
Distrigaz Sud | Roemenië | Internationaal transport en distributie | 10 % | 02.02.2006 |
Xxxxxxx xx Xxxxxxxx Xxxxxxxxx xx Xxx Xxxxxx | Xxxxxxxxx | Transport – Opslag | 30,3 % | 13.06.2006 |
KGM | Kazachstan | Exploratie en Productie | 17,5 % | 19.07.2006 |
Het aandeel van de activa en de verplichtingen die de waarde uitmaken van de overgedragen effecten wordt op de volgende wijze gepresenteerd:
(in miljoen euro) | 2006 | |
Goodwill en andere immateriële vaste activa | 9 | |
Materiële vaste activa | 48 | |
Voorraden en goederen in bewerking | 2 | |
Handelsvorderingen en andere te ontvangen posten | 38 | |
Geldmiddelen en kasequivalenten | 32 | |
Subtotaal | (I) | 129 |
Handelsschulden en gerelateerde te betalen posten | 2 | |
Fiscale en maatschappelijke schulden | 4 | |
Financiële schulden | 13 | |
Uitgestelde belastingverplichtingen | 3 | |
Andere verplichtingen | 12 | |
Subtotaal | (II) | 00 |
Xxxxxxxxxxxxxxxxxxx | (XXX) | 00 |
Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx | (XX) | 0 |
Xxxxxxxxx xxxxxxxxxxx | (X) – (XX) + (III) + (IV) | 151 |
Winst (verlies) op verkopen | 199 | |
Totale opbrengst van de verkopen | 350 | |
Min: Belasting ingehouden aan de bron | 61 | |
Verkochte nettogeldmiddelen | 24 | |
Inning van de periode die verband houdt met de verkopen | 265 |
Gaz de France heeft in 2005 een akkoord gesloten met de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling en Société Financière Internationale (IFC). Krachtens de voorwaarden van dit akkoord verkoopt de Groep aan elk van beide partijen een participatie van 5% in het kapitaal van de Roemeense aardgasdistributeur Distrigaz Sud. Dit akkoord is uitgevoerd in de loop van het eerste halfjaar van 2006.
In het kader van akkoorden die zijn ondertekend met Total voor de afwikkeling van hun gezamenlijke participaties, wat in 2005 heeft plaatsgevonden, is er een partnerschapsakkoord gesloten waardoor Total de mogelijkheid kreeg om voor 30% toe te treden tot de methaanterminal van Gaz de France in Fos Cavaou. Dit akkoord is uitgevoerd in juni 2006.
Gaz de France heeft in juli 2006 een akkoord gesloten voor de verkoop van zijn participatie van 17,5% in de Kazachse joint venture Kazgermunai LLP (KGM) aan de Kazachse nationale aardoliemaatschappij KazMunaiGas JSC, voor een bedrag van 350 miljoen dollar. De participatie van Gaz de France in KGM werd gehouden via zijn Duitse dochteronderneming EEG-Erdgas Erdöl GmbH. In 2005 heeft KGM twee miljoen ton ruwe aardolie geproduceerd.
Deze transactie, die in juli 2006 concrete vorm heeft gekregen, had een positieve invloed op het bedrijfsresultaat van het tweede halfjaar van 2006 van 187 miljoen euro.
1.2.3. Verkopen in 2005 | ||||
Naam van de dochteronderneming | Land | Activiteit | % van de verkoop | Verkoopdatum |
G.S.O. | Frankrijk | Transport - Opslag | 30 % | 03.01.2005 |
De afstoting van GSO maakte deel uit van de ontbinding van de kruisparticipaties tussen Total en Gaz de France zoals vermeld in paragraaf 1.1.3. Vóór de afstoting was deze vennootschap in de rekeningen van de Groep gewaardeerd volgens de ‘equity’-methode.
De globale positieve impact van de ontbinding van de kruisparticipaties met Total bedroeg 77,1 miljoen euro, opgenomen in de post Andere bedrijfsopbrengsten en -kosten.
Het aandeel van de activa en de verplichtingen die de waarde uitmaken van de overgedragen participaties gewaardeerd volgens de ‘equity’-methode, wordt op de volgende wijze gepresenteerd:
(in miljoen euro) | 2005 | |
Goodwill en andere immateriële vaste activa | 2 | |
Materiële vaste activa | 165 | |
Financiële activa | 1 | |
Voorraden en goederen in bewerking | 30 | |
Handelsvorderingen en andere te ontvangen posten | 47 | |
Geldmiddelen en kasequivalenten | 1 | |
Subtotaal | (I) | 246 |
Handelsschulden en gerelateerde te betalen posten | 30 | |
Fiscale en maatschappelijke schulden | 17 | |
Financiële schulden | 60 | |
Voorzieningen voor personeelsbeloningen | 2 | |
Uitgestelde belastingverplichtingen | 37 | |
Andere voorzieningen | 1 | |
Subtotaal | (II) | 147 |
Verkochte nettoactiva = participaties verwerkt volgens de equity-methode | (I) – (II) | 99 |
Winst (verlies) op verkopen | -4 | |
Totale opbrengst van de verkopen | 95 | |
Min Verkochte nettogeldmiddelen | -1 | |
Inning van de periode die verband houdt met de verkopen | 94 |
1.3. WIJZIGING IN DE CONSOLIDATIEMETHODE
1.3.1. Wijzigingen in de consolidatiemethode in 2007
Door een wijziging van het aandeelhouderspact (zonder aanvullende participatie) met de partner van de Britse exploratie-productieonderneming EFOG, die op 1 februari 2007 heeft plaatsgevonden, heeft Gaz de France de gezamenlijke zeggenschap over de onderneming verworven, wat een consolidatie via proportionele integratie rechtvaardigt. Voorheen werd de onderneming gewaardeerd volgens de ‘equity’-methode.
De vervanging van de door Gaz de France benoemde bestuurders van SPE door een trustee heeft ertoe geleid dat de Groep de aard van de uitgeoefende zeggenschap opnieuw in overweging heeft genomen: sinds 30 november 2007 wordt SPE, voorheen geconsolideerd via proportionele integratie, administratief verwerkt volgens de ‘equity’-methode.
De gevolgen van de wijzigingen in consolidatiemethode voor de geconsolideerde rekeningen kunnen als volgt worden samengevat:
(in miljoen euro) | 2007 | |
Immateriële vaste activa | - 139 | |
Materiële vaste activa | 34 | |
Andere vorderingen | 26 | |
Geldmiddelen en kasequivalenten | 27 | |
Subtotaal | (I) | - 52 |
Financiële schulden | - 43 | |
Voorzieningen | - 19 | |
Langlopende uitgestelde belastingverplichtingen | 15 | |
Andere verplichtingen | 2 | |
Subtotaal | (II) | - 45 |
Waarde van de participaties verwerkt via de ‘equity’-methode | (I) – (II) | - 7 |
Aandeel van de ondernemingen waarop de ‘equity’-methode werd toegepast | 11 |
1.3.2. Wijzigingen in de consolidatiemethode in 2005 | ||
Naam van de dochteronderneming Land Activiteit | % overgenomen | Datum overname |
Groep Italcogim Italië Internationaal transport en distributie | 40,00 % | 05.08.2003 |
Arcalgas Energie Italië Internationaal transport en distributie | 42,65 % | 07.05.2002 |
Arcalgas Progetti Italië Internationaal transport en distributie | 44,17 % | 07.05.2002 |
Deze participaties werden sinds 2002 en 2003 door de Groep gehouden, maar werden niet in de geconsolideerde rekeningen opgenomen aangezien de Italiëaanse reglementering de stemrechten van buitenlandse vennootschappen beperkt tot 2%. Door de notering van Gaz de France sinds 7 juli 2005 is deze beperking van de stemrechten niet langer van toepassing, waardoor deze entiteiten in de consolidatiekring van de Groep kunnen worden geïntegreerd.
Deze vennootschappen werden voorheen verwerkt volgens de ‘equity’-methode aangezien de Italiëaanse reglementering de macht binnen deze entiteiten beperkte.
2. HERWERKING VAN DE VERGELIJKENDE PERIODEN
(in miljoen euro) | 2006 vóór wijzigingen | Aanpassingen volgens IFRS 3 | 2006 na wijzigingen |
Goodwill | 1 649 | - 23 | 1 626 |
Immateriële activa van het in concessie gegeven domein | 5 704 | - | 5 704 |
Andere immateriële vaste activa | 564 | - | 564 |
Materiële vaste activa | 16 625 | + 35 | 16 660 |
Andere vlottende en vaste activa | 18 367 | - | 18 367 |
Totaal activa | 42 909 | + 12 | 42 921 |
Eigen vermogen – aandeel van de Groep | 16 197 | - | 16 197 |
Xxxxxxxxxxxxxxxxxxx | 000 | - | 000 |
Xxxxxxxxxxx belastingverplichtingen | 2 608 | + 12 | 2 620 |
Andere kortlopende en langlopende verplichtingen | 23 638 | - | 23 638 |
Totaal passiva | 42 909 | + 12 | 42 921 |
2.1 - VOLTOOIING VAN DE BESTEMMING VAN DE OVERNAMEKOSTEN VAN XXXX XXXXX Verkorte geconsolideerde balans
De voltooiing binnen de termijn van één jaar, zoals toegestaan door de norm IFRS 3, van de identificatie en waardering van overgenomen activa en verplichtingen in het kader van de overname van de vennootschap Xxxx Xxxxx in 2006, heeft geleid tot een herindeling van een deel van de goodwill naar de materiële activa voor 35 miljoen euro, en van uitgestelde belastingverplichtingen voor 12 miljoen euro.
C - AANVULLENDE INFORMATIE OVER DE BALANS, DE WINST-EN-VERLIESREKENING EN HET KASSTROOMOVERZICHT
1 - SECTORALE INFORMATIE
Toelichting 1 - Informatie volgens bedrijfssegment
Vergelijkbaarheid van de perioden
Als gevolg van de invoering van de nieuwe organisatie van de Groep zijn bepaalde activiteiten heringedeeld over de segmenten voor alle gepresenteerde perioden.
De voornaamste herindelingen betreffen:
• Verkoopactiviteit aan grote accounts van GDF Deutschland (continentaal Europa): sector AVE (voorheen ITD),
• Groep Savelys en DK6: sector AVE (voorheen DIE),
• Transportdochterondernemingen in Europa (Megal GmbH, Segeo): sector TO (voorheen ITD),
• Verkoop van gas in Engeland: sector ITD (voorheen AVE).
Bedrijfssegmenten
De segmentatie berust op de interne beheer- en rapporteringsstructuren: een bedrijfssegment omvat een subgeheel van activiteiten of bedrijfseenheden, waarbij elke eenheid afzonderlijk wordt beheerd en financiële en beheerinformatie verschaft die geregeld beschikbaar is.
De activiteiten van de Groep zijn onderverdeeld in zes bedrijfssegmenten, gegroepeerd in twee polen, Levering van energie en diensten en Infrastructuren.
De pool Levering van energie en diensten (Lev. Ener. Dienst.) omvat de volgende bedrijfssegmenten:
• Exploratie-Productie (E&P)
De Groep Gaz de France beschikt via zijn dochterondernemingen en participaties over een portefeuille van aardolie- en aardgasactiva, voornamelijk productieactiva in de Noordzee en in Duitsland, en velden in exploratie en in ontwikkeling in Algerije en Egypte. Het segment Exploratie-Productie verkoopt een aanzienlijk deel van zijn productie aan het segment Aankoop-Verkoop van energie.
• Aankoop-Verkoop van Energie (AVE)
Dit segment omvat de activiteiten op het vlak van handel, trading en verwante diensten. De verkopen hebben betrekking op alle klanten: residentiële klanten, derden en andere energiebedrijven. In Frankrijk worden ze voornamelijk uitgevoerd door Gaz de France. De verkoop van gas aan grote accounts in Frankrijk, Duitsland en België en van elektriciteit in Engeland worden voornamelijk verzekerd door Gaz de France. De tradingactiviteit wordt uitgevoerd door Gaselys. De verwante diensten worden hoofdzakelijk uitgevoerd door Savelys.
• Diensten (DIE)
Het segment van de diensten bestaat uit het aanbod van aanvullende diensten op de levering van energie, voornamelijk:
• beheer en onderhoud van installaties voor warmte- of koudeproductie, industrieel onderhoud (groep Cofathec),
• installaties binnen gecontroleerde omgeving, beheer van industriële eenheden (groep Cofathec),
• productie van elektriciteit (groep Finergaz),
• aardgas voor voertuigen (GNVert).
De pool Infrastructuren (Infrastr.) omvat alle activiteiten op het gebied van transport en distributie, verdeeld over de segmenten:
• Transport – Opslag (TO)
Het netwerk voor het transport van gas in Frankrijk wordt geëxploiteerd door de dochteronderneming GRTgaz voor rekening van Gaz de France en, in toepassing van de Europese richtlijnen, voor rekening van derden. Dit segment omvat eveneens de netwerken Megal (zuiden van Duitsland) en Segeo (België), en het beheer van de methaanterminals en de opslaginstallaties in Frankrijk.
• Distributie Frankrijk (DIF)
Dit segment omvat het beheer en de exploitatie van de distributienetwerken in Frankrijk – investering, vervanging, onderhoud – in 2007 verzekerd door Gaz de France en op 31/12/2007 overgedragen aan de dochteronderneming GrDF, die voornamelijk bestemd zijn voor het vervoer van gas voor eigen rekening en voor rekening van derden. De distributienetwerken worden geëxploiteerd onder een stelsel van concessies toegekend door de plaatselijke instanties.
• Internationaal transport en distributie (ITD)
De Groep beschikt over participaties in verschillende bedrijven actief in het transport en de distributie van aardgas, voornamelijk in Europa (Duitsland, Hongarije, Slowakije, Portugal, Roemenië) en Mexico. In het algemeen staan deze eenheden eveneens in voor de verkoop van gas. Dit segment omvat ook de verkoop van gas buiten continentaal Europa (in het bijzonder Engeland).
Andere
Dit segment omvat de bijdragen van de holdings en de eenheden die instaan voor de gecentraliseerde financiering van de Groep, evenals vastgoedondernemingen.
Niet-toegerekende elementen
Niet-toegerekende kosten en opbrengsten omvatten hoofdzakelijk centrale kosten, kosten van onderzoek en ontwikkeling en diverse opbrengsten die niet direct kunnen worden toegerekend aan de activiteiten.
De niet-toegerekende vaste activa omvatten de activa van de statutaire zetel, degene die zijn bestemd voor onderzoek en die van de personeelsdirectie.
Toelichting 1 - 1 - Winst-en-verliesrekening
• Groep Gaz de France
(herwerkte vergelijkende informatie – zie hierboven)
a) Omzet
Omzet | Externe omzet | 31.12.2007 Interne verkopen | Totaal | Externe omzet | 31.12.2006 Interne verkopen | Totaal | Externe omzet | 31.12.2005 Interne verkopen | Totaal |
Lev. Ener. Dienst. | 21 178 | 1 823 23 001 | 21 344 | 1 924 | 23 268 | 18 161 | 1 514 | 19 675 |
Infrastr. | 6 145 | 4 546 10 691 | 6 178 | 4 610 | 10 788 | 4 654 | 4 564 | 9 218 |
Andere | 79 | 282 361 | 72 | 198 | 270 | 14 | 57 | 71 |
Niet toegekend | 25 | 504 529 | 48 | 466 | 514 | 43 | 662 | 705 |
Eliminaties | - | - 7 155 - 7 155 | - | - 7 198 | - 7 198 | - | - 6 797 | - 6 797 |
Totaal | 27 427 | - 27 427 | 27 642 | - | 27 642 | 22 872 | - | 22 872 |
b) Andere indicatoren
EBITDA**
31.12.2007 | 31.12.2006 | 31.12.2005 | |
Lev. Ener. Dienst. | 2 331 | 1 916 | 1 156 |
Infrastr. | 3 316 | 3 267 | 3 002 |
Andere | 65 | -2 | -5 |
Niet toegekend | - 46 | - 32 | 95 |
Totaal | 5 666 | 5 149 | 4 248 |
** vóór vervangingsuitgaven en betalingen in aandelen, zie toelichting 1-2
Bedrijfsresultaat
31.12.2007 | 31.12.2006 | 31.12.2005 | |
Lev. Ener. Dienst. | 1 777 | 1 449 | 767 |
Infrastr. | 2 118 | 2 087 | 2 125 |
Andere | 47 | 115 | - |
Niet toegekend | - 68 | - 43 | - 71 |
Totaal | 3 874 | 3 608 | 2 821 |
Aandeel van de ondernemingen waarop de ‘equity’-methode werd toegepast
31.12.2007 | 31.12.2006 | 31.12.2005 | |
Lev. Ener. Dienst. | 68 | 152 | 155 |
Infrastr. | 31 | 24 | 34 |
Andere | - | - | - |
Niet toegekend | - | - | - |
Totaal | 99 | 176 | 189 |
c) Onderdelen opgenomen in het bedrijfsresultaat
Personeelskosten
31.12.2007 | 31.12.2006 | 31.12.2005 | |
Lev. Ener. Dienst. | 977 | 890 | 832 |
Infrastr. | 1 290 | 1 341 | 1 252 |
Andere | 45 | 24 | 12 |
Niet toegekend | 316 | 326 | 445 |
Totaal | 2 628 | 2 581 | 2 541 |
Afschrijving van materiële en immateriële vaste activa
31.12.2007 | 31.12.2006 | 31.12.2005 | |
Lev. Ener. Dienst. | 548 | 428 | 379 |
Infrastr. | 931 | 967 | 919 |
Andere | 27 | 28 | 10 |
Niet toegekend | 7 | 7 | 10 |
Totaal | 1 513 | 1 430 | 1 318 |
Bijzondere waardevermindering van materiële en immateriële vaste activa
31.12.2007 | 31.12.2006 | 31.12.2005 | |
Lev. Ener. Dienst. | 18 | 49 | 7 |
Infrastr. | -2 | 1 | - 36 |
Andere | -2 | -2 | - |
Niet toegekend | - | - | - |
Totaal | 14 | 48 | - 29 |
• Pool Levering van energie en diensten
(herwerkte vergelijkende informatie – zie hierboven)
a) Omzet
Omzet | Externe omzet | 31.12.2007 Interne verkopen | Totaal | Externe omzet | 31.12.2006 Interne verkopen | Totaal | Externe omzet | 31.12.2005 Interne verkopen | Totaal |
E&P | 1 293 | 424 | 1 717 | 1 230 | 429 | 1 659 | 932 | 207 | 1 139 |
AVE | 18 184 | 1 857 | 20 041 | 18 432 | 2 023 | 20 455 | 15 731 | 1 615 | 17 346 |
DIE | 1 701 | 106 | 1 807 | 1 682 | 119 | 1 801 | 1 498 | 70 | 1 568 |
Eliminaties | - | - 564 | - 564 | - | - 647 | - 647 | - | - 378 | - 378 |
Totaal | 21 178 | 1 823 | 23 001 | 21 344 | 1 924 | 23 268 | 18 161 | 1 514 | 19 675 |
b) Andere indicatoren
EBITDA**
31.12.2007 | 31.12.2006 | 31.12.2005 | |
E&P | 1 127 | 1 270 | 726 |
AVE | 1 075 | 529 | 325 |
DIE | 129 | 117 | 105 |
Totaal | 2 331 | 1 916 | 1 156 |
** vóór vervangingsuitgaven en betalingen in aandelen, zie toelichting 1-2
Bedrijfsresultaat
31.12.2007 | 31.12.2006 | 31.12.2005 | |
E&P | 755 | 935 | 457 |
AVE | 940 | 443 | 251 |
DIE | 82 | 71 | 59 |
Totaal | 1 777 | 1 449 | 767 |
Aandeel van de ondernemingen waarop de ‘equity’-methode werd toegepast
31.12.2007 | 31.12.2006 | 31.12.2005 | |
E&P | 11 | 114 | 128 |
AVE | 57 | 37 | 24 |
DIE | - | 1 | 3 |
Totaal | 68 | 152 | 155 |
c) Onderdelen opgenomen in het bedrijfsresultaat
Personeelskosten
31.12.2007 | 31.12.2006 | 31.12.2005 | |
E&P | 103 | 97 | 88 |
AVE | 469 | 383 | 372 |
DIE | 405 | 410 | 372 |
Totaal | 977 | 890 | 832 |
Afschrijving van materiële en immateriële vaste activa
31.12.2007 | 31.12.2006 | 31.12.2005 | |
E&P | 377 | 298 | 267 |
AVE | 127 | 89 | 71 |
DIE | 44 | 41 | 41 |
Totaal | 548 | 428 | 379 |
Bijzondere waardevermindering van materiële en immateriële vaste activa
31.12.2007 | 31.12.2006 31.12.2005 | |
E&P AVE DIE | 11 7 - | 49 7 - - - - |
Totaal | 18 | 49 7 |
• Pool Infrastructuren
(herwerkte vergelijkende informatie – zie hierboven)
a) Omzet
Omzet | Externe omzet | 31.12.2007 Interne verkopen | Totaal | Externe omzet | 31.12.2006 Interne verkopen | Totaal | Externe omzet | 31.12.2005 Interne verkopen | Totaal |
TS | 488 | 2 006 | 2 494 | 384 | 1 971 | 2 355 | 228 | 1 910 | 2 138 |
DIF | 517 | 2 559 | 3 076 | 642 | 2 647 | 3 289 | 774 | 2 652 | 3 426 |
ITD | 5 140 | 62 | 5 202 | 5 152 | 26 | 5 178 | 3 652 | 17 | 3 669 |
Eliminaties | - | - 81 | - 81 | - | - 34 | - 34 | - | - 15 | - 15 |
Totaal | 6 145 | 4 546 | 10 691 | 6 178 | 4 610 | 10 788 | 4 654 | 4 564 | 9 218 |
b) Andere indicatoren |
EBITDA**
31.12.2007 | 31.12.2006 | 31.12.2005 | |
TS | 1 534 | 1 357 | 1 265 |
DIF | 1 291 | 1 412 | 1 358 |
ITD | 491 | 498 | 379 |
Totaal | 3 316 | 3 267 | 3 002 |
** vóór vervangingsuitgaven – en betalingen in aandelen, zie toelichting 1-2
Bedrijfsresultaat
31.12.2007 | 31.12.2006 | 31.12.2005 | |
TS | 1 185 | 1 013 | 934 |
DIF | 552 | 726 | 900 |
ITD | 381 | 348 | 291 |
Totaal | 2 118 | 2 087 | 2 125 |
Aandeel van de ondernemingen waarop de ‘equity’-methode werd toegepast
31.12.2007 | 31.12.2006 | 31.12.2005 | |
TS | 1 | 2 | - |
DIF | 1 | 2 | - |
ITD | 29 | 20 | 34 |
Totaal | 31 | 24 | 34 |
c) Onderdelen opgenomen in het bedrijfsresultaat
Personeelskosten
31.12.2007 | 31.12.2006 | 31.12.2005 | |
TS | 296 | 289 | 284 |
DIF | 711 | 801 | 802 |
ITD | 284 | 251 | 166 |
Totaal | 1 291 | 1 341 | 1 252 |
Afschrijving van materiële en immateriële vaste activa
31.12.2007 | 31.12.2006 | 31.12.2005 | |
TS | 353 | 344 | 343 |
DIF | 453 | 444 | 441 |
ITD | 125 | 179 | 135 |
Totaal | 931 | 967 | 919 |
Bijzondere waardevermindering van materiële en immateriële vaste activa
31.12.2007 | 31.12.2006 31.12.2005 | |
TS DIF ITD | - - -2 | - - - - 1 - 36 |
Totaal | -2 | 1 - 36 |
Toelichting 1 - 2 - Aansluiting van de EBITDA op de financiële overzichten
(in miljoen euro) | 31.12.2007 | 31.12.2006 | 31.12.2005 |
Kasstromen uit bedrijfsactiviteiten vóór belastingen, vervangingsuitgaven en | |||
wijziging in BFR | 5 904 | 5 118 | 4 254 |
Meerwaarden of minderwaarden op verkopen | 71 | 218 | 31 |
Exploratie-uitgaven | - 103 | - 86 | - 44 |
Pensioenkosten | - 4 | 31 | 141 |
MtM op financiële instrumenten van operationele aard | - 145 | 38 | - 44 |
Ontvangen dividenden van de ondernemingen verwerkt via de ‘equity’-methode | - 65 | - 217 | - 128 |
Andere | 8 | 47 | 38 |
EBITDA vóór vervangingsuitgaven | 5 666 | 5 149 | 4 248 |
31.12.2007 | 31.12.2006 | 31.12.2005 | |
Bedrijfs-resultaat | 3 874 | 3 608 | 2 821 |
Afschrijvingen en voorzieningen | 1 532 | 1 247 | 1 040 |
Betalingen in aandelen | 13 | - | 132 |
Vervangingsuitgaven | 247 | 294 | 255 |
EBITDA vóór vervangingsuitgaven | 5 666 | 5 149 | 4 248 |
Toelichting 1 - 3 - Balans
• Groep Gaz de France
a) Sectorale activa
Goodwill
2007 | 2006 | 2005 | |
Lev. Ener. Dienst. | 623 | 551 | 492 |
Infrastr. | 1 132 | 1 075 | 1 009 |
Andere | - | - | - |
Niet toegekend | - | - | - |
Totaal | 1 755 | 1 626 | 1 501 |
Immateriële activa van het in concessie gegeven domein
2007 | 2006 | 2005 | |
Lev. Ener. Dienst. | 000 | 000 | 000 |
Infrastr. | 5 448 | 5 537 | 5 514 |
Andere | - | - | - |
Niet toegekend | - | - | - |
Totaal | 5 612 | 5 704 | 5 677 |
Andere immateriële vaste activa
2007 | 2006 | 2005 | |
Lev. Ener. Dienst. | 255 | 181 | 125 |
Infrastr. | 000 | 000 | 000 |
Andere | 38 | 29 | 19 |
Niet toegekend | 6 | 5 | 9 |
Totaal | 883 | 564 | 473 |
Materiële vaste activa
2007 | 2006 | 2005 | |
Lev. Ener. Dienst. | 5 999 | 5 211 | 4 017 |
Infrastr. | 11 359 | 11 079 | 10 910 |
Andere | 311 | 331 | 226 |
Niet toegekend | 36 | 39 | - |
Totaal | 17 705 | 16 660 | 15 153 |
Participaties gewaardeerd via de ‘equity’-methode
2007 | 2006 | 2005 | |
Lev. Ener. Dienst. | 75 | 311 | 332 |
Infrastr. | 739 | 407 | 361 |
Andere | - | - | - |
Niet toegekend | - | - | - |
Totaal | 814 | 718 | 693 |
Actieve afgeleide financiële instrumenten
2007 | 2006 | 2005 | |
Lev. Ener. Dienst. | 2 548 | 2 319 | 1 725 |
Infrastr. | 79 | 2 | 44 |
Andere | 85 | 21 | 14 |
Niet toegekend | - | - | - |
Totaal | 2 712 | 2 342 | 1 783 |
b) Sectorale verplichtingen
Voorziening voor vervanging
2007 | 2006 | 2005 | |
Lev. Ener. Dienst. | 54 | 49 | 46 |
Infrastr. | 4 095 | 3 825 | 3 637 |
Andere | - | - | - |
Niet toegekend | - | - | - |
Totaal | 4 149 | 3 874 | 3 683 |
Voorziening voor de sanering van vestigingen
2007 | 2006 | 2005 | |
Lev. Ener. Dienst. | 447 | 397 | 326 |
Infrastr. | 1 327 | 1 261 | 1 156 |
Andere | 34 | 43 | 164 |
Niet toegekend | - | - | - |
Totaal | 1 808 | 1 701 | 1 646 |
Passieve afgeleide financiële instrumenten
2007 | 2006 | 2005 | |
Lev. Ener. Dienst. | 2 510 | 2 180 | 1 711 |
Infrastr. | 6 | 8 | 11 |
Andere | 24 | 9 | 79 |
Niet toegekend | - | - | - |
Totaal | 2 540 | 2 197 | 1 801 |
• Pool Levering van energie en diensten
a) Sectorale activa
Goodwill
2007 | 2006 | 2005 | |
E&P | 65 | 65 | 38 |
AVE | 384 | 300 | 284 |
DIE | 174 | 186 | 170 |
Totaal | 623 | 551 | 492 |
Immateriële activa van het in concessie gegeven domein
2007 | 2006 | 2005 | |
E&P | - | - | - |
AVE | 28 | 35 | 32 |
DIE | 136 | 132 | 131 |
Totaal | 000 | 000 | 000 |
Andere immateriële vaste activa
2007 | 2006 | 2005 | |
E&P | 4 | 5 | 6 |
AVE | 237 | 171 | 117 |
DIE | 14 | 5 | 2 |
Totaal | 255 | 181 | 125 |
Materiële vaste activa
2007 | 2006 | 2005 | |
E&P | 3 542 | 3 088 | 2 923 |
AVE | 2 268 | 1 939 | 920 |
DIE | 189 | 184 | 174 |
Totaal | 5 999 | 5 211 | 4 017 |
Participaties gewaardeerd via de ‘equity’-methode
2007 | 2006 | 2005 | |
E&P | - | 247 | 279 |
AVE | 61 | 41 | 30 |
DIE | 14 | 23 | 23 |
Totaal | 75 | 311 | 332 |
Actieve afgeleide financiële instrumenten
2007 | 2006 | 2005 | |
E&P | - | - | - |
AVE | 2 547 | 2 319 | 1 725 |
DIE | 1 | - | - |
Totaal | 2 548 | 2 319 | 1 725 |
b) Sectorale verplichtingen
Voorziening voor vervanging
2007 | 2006 | 2005 | |
E&P | - | - | - |
AVE | 33 | 33 | 33 |
DIE | 21 | 16 | 13 |
Totaal | 54 | 49 | 46 |
Voorziening voor de sanering van vestigingen
2007 | 2006 | 2005 | |
E&P | 440 | 387 | 323 |
AVE | 7 | 10 | 3 |
DIE | - | - | - |
Totaal | 447 | 397 | 326 |
Passieve afgeleide financiële instrumenten
2007 | 2006 | 2005 | |
E&P | - | - | - |
AVE | 2 508 | 2 178 | 1 708 |
DIE | 1 | 2 | 3 |
Totaal | 2 509 | 2 180 | 1 711 |
• Pool Infrastructuren
a) Sectorale activa
Goodwill
2007 | 2006 | 2005 | |
TS | - | - | - |
DIF | - | - | - |
ITD | 1 132 | 1 075 | 1 009 |
Totaal | 1 132 | 1 075 | 1 009 |
Immateriële activa van het in concessie gegeven domein
2007 | 2006 | 2005 | |
TS | - | - | - |
DIF | 5 448 | 5 537 | 5 514 |
ITD | - | - | - |
Totaal | 5 448 | 5 537 | 5 514 |
Andere immateriële vaste activa
2007 | 2006 | 2005 | |
TS | 140 | 10 | 3 |
DIF | 185 | 101 | 47 |
ITD | 259 | 238 | 270 |
Totaal | 000 | 000 | 000 |
Materiële vaste activa
2007 | 2006 | 2005 | |
TS | 7 913 | 7 535 | 7 293 |
DIF | 1 012 | 973 | 1 138 |
ITD | 2 434 | 2 571 | 2 479 |
Totaal | 11 359 | 11 079 | 10 910 |
Participaties gewaardeerd via de ‘equity’-methode
2007 | 2006 | 2005 | |
TS | 3 | 13 | 13 |
DIF | 15 | 16 | 15 |
ITD | 721 | 378 | 333 |
Totaal | 739 | 407 | 361 |
Actieve afgeleide financiële instrumenten
2007 | 2006 2005 | |
TS DIF ITD | - - 79 | - - - - 2 44 |
Totaal | 79 | 2 44 |
b) Sectorale verplichtingen
Voorziening voor vervanging
2007 | 2006 | 2005 | |
TS | - | - | - |
DIF | 4 095 | 3 825 | 3 637 |
ITD | - | - | - |
Totaal | 4 095 | 3 825 | 3 637 |
Voorziening voor de sanering van vestigingen
2007 | 2006 | 2005 | |
TS | 209 | 196 | 167 |
DIF | 1 098 | 1 032 | 960 |
ITD | 20 | 33 | 29 |
Totaal | 1 327 | 1 261 | 1 156 |
Passieve afgeleide financiële instrumenten
2007 | 2006 2005 | |
TS DIF ITD | - - 6 | - - - - 8 11 |
Totaal | 6 | 8 11 |
Toelichting 1 - 4 - Andere indicatoren
• Groep Gaz de France
Investeringsuitgaven
(incl. vervangingsuitgaven en leases) Personeelsbestand
2007 | 2006 | 2005 | 2007 | 2006 | 2005 | |
Lev. Ener. Dienst. | 1 064 | 998 | 608 | 17 364 | 17 009 | 16 551 |
Infrastr. | 1 704 | 1 584 | 1 366 | 28 059 | 30 985 | 34 147 |
Andere | 30 | 15 | 18 | 346 | 186 | 147 |
Niet toegekend | 12 | 9 | 12 | 1 791 | 2 064 | 2 113 |
Totaal | 2 810 | 2 606 | 2 004 | 47 560 | 50 244 | 52 958 |
• Pool Levering van energie en diensten
Investeringsuitgaven
(incl. vervangingsuitgaven en leases) Personeelsbestand
2007 | 2006 | 2005 | 2007 | 2006 | 2005 | |
E&P | 630 | 581 | 499 | 1 131 | 1 115 | 1 205 |
AVE | 391 | 382 | 76 | 8 818 | 7 180 | 6 985 |
DIE | 43 | 35 | 33 | 7 415 | 8 714 | 8 361 |
Totaal | 1 064 | 998 | 608 | 17 364 | 17 009 | 16 551 |
• Pool Infrastructuren
Investeringsuitgaven
(incl. vervangingsuitgaven en leases) Personeelsbestand
2007 | 2006 | 2005 | 2007 | 2006 | 2005 | |
TS | 000 | 000 | 000 | 4 505 | 4 417 | 4 407 |
DIF | 724 | 787 | 793 | 12 202 | 14 712 | 15 110 |
ITD | 184 | 168 | 122 | 11 352 | 11 856 | 14 630 |
Totaal | 1 704 | 1 584 | 1 366 | 28 059 | 30 985 | 34 147 |
Toelichting 2 – Informatie volgens geografisch gebied
De secundaire segmentatiebasis berust op een onderverdeling in geografische gebieden waar de Groep zijn activiteiten uitvoert:
• Frankrijk,
• Europa zonder Frankrijk,
• Rest van de wereld.
De omzet wordt opgesplitst:
• volgens oorsprong, al naargelang het geografische gebied van waaruit de verkopen plaatsvinden;
• volgens bestemming, door toewijzing aan het geografische gebied waarmee de locatie van de begunstigde van de verkoop of de prestatie overeenstemt.
De andere indicatoren van de Groep worden opgesplitst volgens de oorspronkelijke locatie.
Toelichting 2 - 1 - Geografisch gebied van oorsprong
Omzet Bedrijfs-resultaat
2007 | 2006 | 2005 | 2007 | 2006 | 2005 | |
Frankrijk | 21 659 | 21 920 | 18 234 | 2 548 | 2 173 | 2 010 |
Europa zonder Frankrijk | 8 570 | 8 082 | 5 739 | 1 232 | 1 373 | 731 |
Rest van de wereld | 000 | 000 | 000 | 94 | 62 | 80 |
Eliminaties | - 3 075 | - 2 597 | - 1 313 | - | - | - |
Totaal | 27 427 | 27 642 | 22 872 | 3 874 | 3 608 | 2 821 |
Activa van het segment
Investeringsuitgaven
(incl. vervangingsuitgaven en leases)
2007 | 2006* | 2005 | 2007 | 2006 | 2005 | |
Frankrijk | 20 221 | 18 916 | 17 658 | 1 916 | 1 809 | 1 367 |
Europa zonder Frankrijk | 8 893 | 8 397 | 7 276 | 871 | 778 | 611 |
Rest van de wereld | 366 | 300 | 346 | 23 | 19 | 26 |
Eliminaties | - | - | - | - | - | - |
Totaal | 29 480 | 27 613 | 25 280 | 2 810 | 2 606 | 2 004 |
* Zie toelichting B – Vergelijkbare informatie van de boekjaren, § 2 Herwerking van de vergelijkende perioden.
Toelichting 2 - 2 - Omzet per geografisch gebied van bestemming
Omzet
2007 | 2006 | 2005 | |
Frankrijk | 16 066 | 16 802 | 14 733 |
Groot-Brittanni | 2 725 | 3 094 | 2 516 |
Xxxxxxx | 0 000 | 0 000 | 0 000 |
Xxxxxx | 1 548 | 1 165 | 1 108 |
Xxxxxxxxx | 000 | 000 | 000 |
Xxxxxxxxx | 1 156 | 1 211 | 944 |
Andere landen van Europa | 2 604 | 2 074 | 1 351 |
Rest van de wereld | 562 | 751 | 489 |
Totaal | 27 427 | 27 642 | 22 872 |
2 - WINST-EN-VERLIESREKENING
Toelichting 3 - Omzet
(in miljoen euro) | 31.12.2007 | 31.12.2006 31.12.2005 |
Verkoop van energie Levering van diensten en andere Opbrengst van de activiteiten van financiële filialen | 23 644 3 681 102 | 23 849 19 479 3 671 3 306 122 87 |
Omzet | 27 427 | 27 642 22 872 |
De omzet opgenomen uit hoofde van de interpretatie IFRIC 12 bedroeg 302 miljoen euro in 2007, 397 miljoen euro in 2006 en 487 miljoen euro in 2005.
Toelichting 4 - Extern verbruik
(in miljoen euro) | 31.12.2007 | 31.12.2006 | 31.12.2005 |
Aankoop van energie | 14 753 | 15 810 | 12 569 |
Andere aankopen | 4 631 | 4 390 | 3 856 |
Geproduceerde vaste activa | - 253 | - 224 | - 131 |
Extern verbruik | 19 131 | 19 976 | 16 294 |
Toelichting 5 - Personeelskosten
(in miljoen euro) | 31.12.2007 | 31.12.2006 | 31.12.2005 |
Lonen en salarissen, incl. participatie en winstdeling | 1 712 | 1 669 | 1 566 |
Sociale lasten | 000 | 000 | 000 |
Kosten van de pensioenverplichtingen en andere verplichtingen ten aanzien van het | |||
personeel in het kader van toegezegd-pensioenregelingen | 181 | 184 | 106 |
Betaling op basis van aandelen | 13 | - | 132 |
Andere kosten | 215 | 229 | 270 |
Totaal Personeelskosten | 2 628 | 2 581 | 2 541 |
Personeelsbestand
Het personeelsbestand van de Groep bestond uit 47 560 personen op 31 december 2007, tegen 50 244 personen op 31 december 2006 en 52 958 personen eind 2005.
Toelichting 6 - Andere bedrijfsopbrengsten en -kosten
(in miljoen euro) | 31.12.2007 | 31.12.2006 | 31.12.2005 |
Terugnamen van de voorzieningen op vlottende activa | 94 | 66 | 80 |
Exploitatiesubsidies | 31 | 10 | 11 |
Winsten op afgeleide financiële instrumenten(1) | 102 | 54 | 162 |
Resultaat uit de verkoop van materiële en immateriële activa(2) | 70 | - | 1 |
Resultaat uit de verkoop van dochterondernemingen(3) | - | 243 | - |
Negatieve goodwill | 5 | - | 44 |
Andere | 228 | 253 | 267 |
Totaal andere bedrijfsopbrengsten | 530 | 626 | 565 |
Toevoegingen aan de voorzieningen op vlottende activa | 110 | 173 | 70 |
Belastingen en taksen | 000 | 000 | 000 |
Verliezen op afgeleide financiële instrumenten(1) | 188 | 138 | 187 |
Resultaat uit de verkoop van materiële en immateriële activa(2) | - | 25 | - |
Resultaat uit de verkoop van dochterondernemingen(3) | 6 | - | - |
Andere | 195 | 225 | 221 |
Totaal andere bedrijfskosten | 792 | 856 | 741 |
Andere netto bedrijfsopbrengsten en -kosten | - 262 | - 230 | - 176 |
(1) De nettowinsten en – verliezen op afgeleide financiële instrumenten zijn het gevolg van de impact die enerzijds gepaard gaat met de vastgestelde inefficiëntie in de afdekkingsrelaties van de energieaankopen of – verkopen, en anderzijds met de reële-waardeaanpassingen van de derivatencontracten die deel uitmaken van risicobeheerstrategieën die niet in aanmerking komen voor hedge accounting of arbitragestrategieën.
Nettowinst of – verlies op afgeleide financiële instrumenten
(in miljoen euro) | 31.12.2007 | 31.12.2006 | 31.12.2005 |
Netto-effect van het ineffici te gedeelte van de afdekkingen op aankopen of | |||
verkopen van energie | - 6 | - 32 | - 7 |
Andere nettowinsten en – verliezen op derivatencontracten | - 80 | - 52 | - 18 |
Totale nettowinst of – verlies op afgeleide financiële instrumenten | - 86 | - 84 | - 25 |
(2) De voornaamste verkopen van de periode hebben betrekking op activa uit de Exploratie-Productie, vaste en immateriële activa, en de effecten van een overeenkomst over de inbreng van het filiaal van Gaz de France gespecialiseerd in de verkoop van gas aan grote industriële Italiëaanse klanten.
Resultaat uit de verkoop van materiële en immateriële vaste activa | ||
Op 31.12.07 (in miljoen euro) | Kosten | Opbrengsten |
Verkopen van materiële en immateriële activa | 84 | 154 |
Resultaat uit de verkoop van materiële en immateriële vaste activa | 70 |
De belasting over de nettoverkoopkosten van materiële en immateriële activa bedroeg 16 miljoen euro.
(3) Op 31 december 2006 was het nettoresultaat uit de verkoop van dochterondernemingen voornamelijk afkomstig van de verkoop van de effecten van de onderneming KGM, die een meerwaarde van 187 miljoen euro heeft gegenereerd.
Toelichting 7 - Nettotoevoegingen aan de afschrijvingen en voorzieningen
Afschrijvingen
(in miljoen euro) | 31.12.2007 | 31.12.2006 | 31.12.2005 | |
Toevoeging aan de afschrijvingen van immateriële activa van het in concessie gegeven domein | 392 | 394 | 381 | |
Toevoeging aan de afschrijvingen van andere immateriële activa | 73 | 66 | 40 | |
Toevoeging aan de afschrijvingen van materiële activa | 1 049 | 970 | 897 | |
Nettotoevoegingen aan afschrijvingen | (I) | 1 514 | 1 430 | 1 318 |
Waardeverminderingen van activa
(in miljoen euro) | 31.12.2007 | 31.12.2006 | 31.12.2005 | |
Waardevermindering van de goodwill | - | - | 2 | |
Waardevermindering van de andere immateriële vaste activa (zonder terugnamen) | - | - | - 28 | |
Waardevermindering van de andere materiële vaste activa (zonder terugnamen) | 14 | 48 | - 1 | |
Nettotoevoegingen aan de voorzieningen op vaste activa | (II) | 14 | 48 | - 27 |
Er zijn bijzondere-waardeverminderingstests op activa uitgevoerd op basis van waarderingsmodellen die berusten op de specifieke kenmerken van elke activiteit en, wanneer de methode van de gedisconteerde toekomstige kasstromen is gebruikt, op regelingen op middellange of lange termijn, al naargelang het geval, zoals die gebruikt worden voor interne rapporteringsdoeleinden.
De activa zijn voornamelijk getest volgens de methode van de gedisconteerde toekomstige kasstromen. De weerhouden percentages tijdens het jaarlijks onderzoek in 2007 van de gebruikswaarde van de activa voor de discontering van de kasstromen, zijn vervat tussen 8% en 12% voor het segment Exploratie-Productie, 5,5% en 8,5% voor het segment Internationaal transport en distributie, en tussen 6,5% en 8% voor het segment Diensten.
Bijzondere-waardeverminderingstests die in 2006 zijn uitgevoerd, hebben in het bijzonder geleid tot de vaststelling van een bijzondere waardevermindering van het exploratieveld in Engeland (49 miljoen euro op 31 december 2006).
Voorzieningen voor risico’s en kosten
(in miljoen euro) | 31.12.2007 | 31.12.2006 | 31.12.2005 | |
Toevoegingen aan de voorzieningen voor risico’s en kosten | 461 | 479 | 294 | |
Terugnamen van voorzieningen voor risico’s en kosten | - 457 | - 710 | - 545 | |
Netto toevoegingen aan de voorzieningen voor risico’s en kosten | (III) | 4 | - 231 | - 251 |
De voornaamste bewegingen van de periode hebben betrekking op toevoegingen aan en terugnamen van de voorziening voor vervanging.
In december 2007 is de toevoeging (zonder terugname) aan de voorziening voor vervanging verlaagd met een terugname van 89 miljoen euro, na de aanpassing van de disconteringsvoet (van 4% naar 4,5% – zie Bijlage A). De terugnamen van voorzieningen in december 2006 omvatten een eenmalig bedrag van 111 miljoen euro in verband met een herbeoordeling van de verplichtingen van de onderneming uit hoofde van de sanering van ‘terreinen van oude gasfabrieken’.
(in miljoen euro)
Totaal van de netto toevoegingen aan de afschrijvingen en voorzieningen (I) + (II) + (III) | 1 532 | 1 247 1 040 |