Voorwaarden 2020
Rabo PinBox Koop &
Rabo SmartPin Koop
Voorwaarden 2020
In deze Voorwaarden maakt Rabobank met de Klant aanvullende afspraken op de - ook tussen Rabobank en Klant geldende - Algemene voorwaarden Rabobank Omnikassa 2019 of daarvoor in de plaats komende voorwaarden (Algemene voorwaarden). Voor zover een bepaling in deze Voorwaarden afwijkt van een bepaling in de Algemene voorwaarden gaat de bepaling in deze Voorwaarden voor.
Deel 1 van deze Voorwaarden gaat over de koop van een of meerdere Betaalautomaten en/of Rabo SmartPins door de Klant. Deel 2 van deze Voorwaarden gaat over de door de Klant met Rabobank afgesloten Onderhouds- en serviceovereenkomst. Bij de koop van een Betaalautomaat en/of Rabo SmartPin is het afsluiten van een Onderhouds- en service overeenkomst met Rabobank verplicht.
Deel 1: Koop
1. Definities
(Deze definities zijn een aanvulling op de in de Algemene voorwaarden opgenomen definities)
Algemene voorwaarden: de toepasselijke Algemene voorwaarden Rabobank OmniKassa 2019 of daarvoor in de plaats komende voorwaarden.
Voorwaarden: Voorwaarden Rabo PinBox en Rabo SmartPin Koop 2020.
Onderhouds- en serviceovereenkomst: de tussen Rabobank en Klant in het Rabobank Omnikassa Dashboard gesloten overeenkomst inzake het onderhoud en service van de Betaalautomaat en/of Rabo SmartPin. Een Onderhouds- en serviceovereenkomst is een Contract zoals opgenomen en bedoeld in de definities (artikel 1) in de Algemene voorwaarden.
Creditcardbetaling: een Omnikassabetaling met een Creditcard.
Creditcard: een creditcard van MasterCard, Debit MasterCard, VISA en/of VISA Debit.
Debetkaartbetaling: een OmniKassabetaling met een Debetkaart.
Debetkaart: een Maestro of V PAY debetkaart.
2. Koop, aflevering en eigendomsoverdracht Betaalautomaat en/of Rabo SmartPin
2.1 Op basis van een daartoe met Rabobank gesloten Contract kan de Klant een Betaalautomaat en/of Rabo SmartPin van
Rabobank kopen. De koopprijs is opgenomen in het Contract. De betaling daarvan vindt plaats op de wijze zoals opgenomen in de bepaling over tarieven (thans artikel 20) in de Algemene voorwaarden. De Klant heeft niet het recht op ontbinding van het Contract in de zin van artikel 6:265 van het Burgerlijk Wetboek.
2.2 Op de van Rabobank gekochte Betaalautomaat en/of Rabo SmartPin is standaardsoftware geïnstalleerd.
2.3 De Klant kiest het afleveradres in het Rabo Omnikassa Dashboard. Rabobank informeert de Klant over de geplande afleverdatum. Rabobank mag de afgesproken afleverdatum wijzigen. De Klant zorgt ervoor dat hij de Betaalautomaat en/of Rabo SmartPin dan in ontvangst kan nemen.
2.4 De Betaalautomaat en/of Rabo SmartPin is en blijft na aflevering eigendom van Rabobank tot het moment dat Rabobank de koopprijs en al hetgeen Rabobank nog meer van de Klant te goed heeft of te goed zal hebben door Rabobank is ontvangen. Pas op dat moment verkrijgt de Klant de eigendom van de Betaalautomaat en/of Rabo SmartPin.
2.5 De Klant wordt geacht de Betaalautomaat en/of Rabo SmartPin compleet en zonder waarneembare gebreken of beschadigingen te hebben ontvangen, tenzij de Klant Rabobank binnen 24 uur na ontvangst van de Betaalautomaat en/of Rabo SmartPin met inachtneming van de Handleiding informeert over zulke gebreken.
2.6 Het risico van verlies (waaronder diefstal, kwijtraken, roof, etc.), beschadiging en tenietgaan van de Betaalautomaat en/of Rabo SmartPin berust bij Rabobank tot het moment waarop de Klant de Betaalautomaat en/of Rabo SmartPin in ontvangst heeft genomen. De Klant zal desgevraagd een ontvangstbewijs tekenen.
3. Specificaties, installatie en gebruik Betaalautomaat en/of Rabo SmartPin
3.1 De Betaalautomaat en/of Rabo SmartPin heeft bij aflevering de technische en functionele specificaties zoals opgenomen in de Handleiding.
3.2 De Klant zal de Betaalautomaat en/of Rabo SmartPin volgens de aanwijzingen in de Handleiding installeren en gebruiken.
3.3 De Klant is verplicht om telkens de meest recente versie van de voor het goed gebruik van de Betaalautomaat en/of Rabo SmartPin noodzakelijke software te installeren, zoals die ter beschikking wordt gesteld in het kader van de Onderhouds- en serviceovereenkomst.
3.4 De Klant moet zich houden aan de veiligheids- en/of gebruiksvoorschriften van de fabrikant van de Betaalautomaat en/of Rabo SmartPin. Deze voorschriften zijn opgenomen in de Handleiding.
4. Aansprakelijkheid en vrijwaring
4.1 Rabobank is niet aansprakelijk voor schade en/of kosten veroorzaakt door of met de Betaalautomaat en/of Rabo SmartPin, tenzij ontstaan als direct gevolg van haar opzet of bewuste roekeloosheid.
4.2 In geen geval is Rabobank aansprakelijk voor indirecte schade, daaronder mede begrepen gederfde winst, schade als gevolg van bedrijfsstagnatie en/of gevolgschade.
4.3 De aansprakelijkheid van Rabobank is ook beperkt tot maximaal het totaalbedrag van de op grond van het Contract, de Onderhouds- en serviceovereenkomst en/of deze Voorwaarden aan Rabobank verschuldigde bedragen in een periode
van 12 maanden voorafgaande aan de schadeveroorzakende gebeurtenis, verminderd met het totaalbedrag van door Rabobank in die periode van 12 maanden al aan de Klant verschuldigde schadevergoedingen in verband met het Contract, de Onderhouds- en serviceovereenkomsten/of deze Voorwaarden.
4.4 Klant vrijwaart Rabobank voor schade als gevolg van vorderingen van derden die samenhangen met (het gebruik van) de Betaalautomaat en/of Rabo SmartPin.
5. Datacommunicatie bij Mobiele Betaalautomaat
5.1 Bij koop van een mobiele Betaalautomaat levert Rabobank ook de SIM-kaart voor de datacommunicatie van en naar de
mobiele Betaalautomaat.
5.2 De Klant is bij het gebruik van de SIM-kaart gebonden aan de Handleiding.
5.3 De Klant zal storingen van de SIM-kaart steeds zo spoedig mogelijk aan Rabobank mededelen.
5.4 Rabobank is niet verantwoordelijk voor het continu functioneren of beschikbaar zijn van de datacommunicatie via de SIM-kaart.
5.5 De Klant is niet bevoegd om de SIM-kaart uit de Betaalautomaat te verwijderen. Alleen Rabobank of een door Rabobank ingeschakelde derde is bevoegd de SIM-kaart te vervangen. De Klant zal op verzoek en conform de instructies van Rabobank zijn medewerking verlenen aan vervanging van de SIM-kaart.
5.6 De Klant is niet bevoegd om de bij de mobiele Betaalautomaat geleverde SIM-kaart voor draadloze datacommunicatie te gebruiken voor enig ander doel dan draadloze datacommunicatie ten behoeve van Debetkaartbetalingen en/of Creditcardbetalingen met behulp van die Mobiele Betaalautomaat.
Deel 2: Onderhouds- en serviceovereenkomst
6. Definities
(Deze definities zijn een aanvulling op de in de Algemene voorwaarden en hiervoor in deze Voorwaarden opgenomen definities) Gebrek: het toerekenbaar en aantoonbaar niet (volledig) voldoen van de technische en functionele onderdelen van de Betaalautomaat en/of Rabo SmartPin aan de specificaties zoals opgenomen in de Handleiding, waardoor het gebruik van de Betaalautomaat en/of Rabo SmartPin substantieel wordt beperkt.
Reparatie: het herstel van een Gebrek van een Betaalautomaat door Rabobank.
Vervanging: het vervangen door Rabobank van de Betaalautomaat en/of Rabo SmartPin van de Klant door een nieuw of een “als nieuw” exemplaar. Een “als nieuw” Betaalautomaat en/of Rabo SmartPin is een maximaal 1 jaar oud gebruikte Betaalautomaat en/of Rabo SmartPin die de volledige diagnose procedure ondergaan heeft inclusief het testen van alle functies.
7. Onderhoud en service
7.1 Bij de koop van een Betaalautomaat en/of Rabo SmartPin moet de Klant een Onderhouds- en serviceovereenkomst met Rabobank sluiten. Op basis van de Onderhouds- en serviceovereenkomst neemt de Klant onderhouds- en servicediensten ten aanzien van de Betaalautomaat en/of Rabo SmartPin af. De onderhouds- en servicediensten zullen door Rabobank of een door Rabobank aangewezen derde worden verricht.
7.2 De Klant is gehouden tot betaling van het maandelijkse tarief Dit tarief is opgenomen in de brochure ‘Tarieven Zakelijk Betalingsverkeer’. Rabobank mag het tarief wijzigen zoals bepaald (thans artikel 20) in de Algemene voorwaarden.
7.3 Onder onderhouds- en servicediensten wordt verstaan:
- de Klant heeft 24 uur per dag 7 dagen per week toegang tot de technische helpdesk – zie voor contactgegevens de Handleiding - om een Gebrek aan de Betaalautomaat en/of Rabo SmartPin te melden. Reparatie en/of Vervanging zal dan plaatsvinden zoals bepaald in artikel 9 hierna.
- de Klant krijgt de beschikking over nieuwe software versies. Deze dient hij direct nadat deze aan de Klant ter beschikking zijn gesteld, te installeren conform de instructies zoals die zijn opgenomen in de Handleiding.
8. Duur en beëindiging
8.1 De Onderhouds- en serviceovereenkomst wordt gesloten voor onbepaalde tijd. De Klant kan de Onderhouds- en serviceovereenkomst schriftelijk opzeggen met een opzegtermijn van 30 dagen. Daarna heeft de Klant geen recht meer op de Onderhouds- en servicediensten en kan de Klant de Betaalautomaat en/of Rabo SmartPin niet meer gebruiken voor het ontvangen van Debetkaartbetalingen en/of Creditcardbetalingen.
8.2 Rabobank heeft het recht de Onderhouds- en serviceovereenkomst per direct te beëindigen en zonder schadeplichtig te zijn in geval de Klant handelt in strijd met de Overeenkomst, het Contract, de Onderhouds- en serviceovereenkomst, de Algemene voorwaarden, deze Voorwaarden of de Handleiding. De Klant heeft niet het recht op ontbinding van de Onderhouds- en serviceovereenkomst in de zin van artikel 6:265 van het Burgerlijk Wetboek.
9. Reparatie en/of Vervanging
9.1 De Klant zal Gebreken aan de Betaalautomaat en/of Rabo SmartPin zo spoedig mogelijk melden bij Rabobank, zoals beschreven in de Handleiding.
9.2 Bij een Betaalautomaat zal Rabobank of een door haar aangewezen derde na melding van het Gebrek conform artikel 9.1 ter plaatse overgaan tot Reparatie. Als Reparatie ter plaatse niet mogelijk is, zal Rabobank of een door haar aangewezen derde tot Vervanging van de Betaalautomaat overgaan. Rabobank bepaalt of de Betaalautomaat wordt gerepareerd of wordt vervangen.
9.3 Op verzoek van Rabobank of de door Rabobank bij reparatiewerkzaamheden aangewezen derde zal de Klant Rabobank en/of die derde conform de Handleiding in staat stellen om de Betaalautomaat met gebruikmaking van (telefonische) datacommunicatie te onderzoeken en/of onderhoudswerkzaamheden daaraan uit te voeren.
9.4 Op verzoek van Rabobank zal de Klant de Betaalautomaat bij Vervanging verzenden met inachtneming van de instructies zoals opgenomen in de Handleiding. Als de Klant de Betaalautomaat bij Vervanging niet terugstuurt, mag Rabobank hiervoor kosten aan de Klant in rekening brengen.
9.5 Bij een Rabo SmartPin zal Rabobank direct na de melding van het Gebrek tot Vervanging - per post -van de Rabo SmartPin overgaan. De Klant moet de Rabo SmartPin met het Gebrek conform de instructies in de Handleiding aan Rabobank terug sturen. Als de Klant de Rabo SmartPin bij Vervanging niet terugstuurt, mag Rabobank hiervoor kosten aan de Klant in rekening brengen.
9.6 Rabobank zal overgaan tot Reparatie of tot Vervanging van de Betaalautomaat en/of Rabo SmartPin voor haar rekening. In artikel 10 is beschreven wanneer Reparatie of Vervanging niet voor rekening van Rabobank plaatsvindt.
9.7 Rabobank zorgt er voor dat de vervangende Betaalautomaat en/of Rabo SmartPin ten minste geschikt is voor de afhandeling van Debetkaartbetalingen en/of Creditcardbetalingen.
9.8 Deze Voorwaarden zijn onverkort van toepassing op een vervangende Betaalautomaat en/of Rabo SmartPin.
9.9 Bij Vervanging geldt dat de resterende periode van 3 jaar respectievelijk 1 jaar -zoals genoemd in artikel 10.1 van deze Voorwaarden- geldt voor de vervangende Betaalautomaat en/of Rabo SmartPin.
10. Uitzonderingen op Reparatie en/of Vervanging voor rekening van Rabobank
10.1 Reparatie en/of Vervanging is niet voor rekening van Rabobank als het gaat om Gebreken aan de Betaalautomaat en/of Rabo SmartPin die:
- geheel of gedeeltelijk het gevolg zijn van niet toegestaan of onzorgvuldig gebruik van de Betaalautomaat en/of Rabo SmartPin (bijvoorbeeld permanente marker/ballpen afdrukken op de voorzijde die niet kunnen worden verwijderd, barst(en) op de voorkant of achterkant van de behuizing of vloeistof of gelplekken op de behuizing die niet gereinigd kunnen worden) of;
- geheel of gedeeltelijk het gevolg zijn van het verrichten van niet toegestane (onderhouds)werkzaamheden aan de Betaalautomaat en/of Rabo SmartPin of;
- na 3 jaar na de koop van de betreffende Betaalautomaat en in het geval van een Rabo SmartPin na 1 jaar na de koop conform artikel 9 worden gemeld of;
- na 1 jaar na de koop van de betreffende Betaalautomaat en/of Rabo SmartPin conform artikel 9 worden gemeld in het geval van een Gebrek aan de batterij van de Betaalautomaat en/of Rabo SmartPin of;
- geheel of gedeeltelijk het gevolg zijn van het niet naleven van het bepaalde in het Contract, de Onderhouds- en Serviceovereenkomst, de Algemene voorwaarden, deze Voorwaarden of de Handleiding, waaronder het niet tijdig updaten van de
voor de Betaalautomaat en/of Rabo SmartPin bedoelde software.
10.2 Rabobank en/of een door haar voor reparatiewerkzaamheden aangewezen derde bepaalt of er sprake is van een situatie onder artikel 10.1
10.3 Als de Klant in de onder 10.1 beschreven gevallen kiest voor Reparatie of Vervanging is dit voor zijn rekening. De kosten voor Reparatie worden dan bij de (poging tot) Reparatie ter plaatse door Rabobank of een door haar aangewezen derde aan de Klant meegedeeld. Als de Betaalautomaat en/of Rabo SmartPin wordt Vervangen betaalt de klant de op dat moment geldende aanschafprijs van de Betaalautomaat en/of Rabo SmartPin. Deze aanschafprijs is opgenomen in de brochure ‘Tarieven Zakelijk Betalingsverkeer’.
10.4 In het geval van Vervanging zoals bedoeld onder 10.3 geldt artikel 9.9 niet en gaat er een nieuwe termijn van 3 jaar respectievelijk 1 jaar lopen vanaf het moment van de koop van de vervangende Betaalautomaat en/of Rabo SmartPin.
11. Aanvullende bepalingen Rabo Smartpin
In aanvulling op hetgeen hiervoor in deze Voorwaarden is bepaald gelden voor de koop van Rabo SmartPin ook de volgende bepalingen.
Device en (mobiel) internet
11.1 De Klant kan de Rabo SmartPin uitsluitend in combinatie met een device gebruiken voor het accepteren van OmniKassabetalingen en contante betalingen.
Een device is een apparaat, bijvoorbeeld een smartphone of tablet, dat de Klant voor eigen rekening en risico moet inzetten bij het gebruik van Rabo SmartPin.
11.2 De Klant zorgt ervoor dat het device voldoet aan de eisen in de Handleiding. De eisen gelden voor de hardware van het device en de (operating) software die op het device is geïnstalleerd. Rabobank mag altijd deze eisen wijzigen, en zal de Klant informeren over zulke wijzigingen, dan wel de Klant via de Site in gelegenheid stellen daarvan kennis te nemen.
11.3 De Klant moet er zelf voor zorgen dat een device ongestoord beschikbaar is voor het accepteren van OmniKassabetalingen met de Rabo SmartPin. Fouten en storingen in het device moet de Klant zelf voor eigen rekening en risico oplossen.
11.4 De Klant moet het device conform de Handleiding gebruiken in combinatie met de Rabo XxxxxXxx.Xx Klant moet het device conform de Handleiding beveiligen tegen onder meer onbevoegd gebruik daarvan.
11.5 De Klant moet er zelf, en voor eigen rekening en risico, voor zorgen dat een ongestoorde verbinding met (mobiel) internet, welke verbinding voldoet aan de in de Handleiding beschreven eisen, beschikbaar is voor het device bij het accepteren van OmniKassabetalingen met de Xxxx XxxxxXxx. Fouten en storingen in die verbinding moet de Klant zelf voor eigen rekening en risico oplossen.
11.6 Alle kosten die verband houden met (het gebruik van) het device, daaronder maar niet alleen abonnementskosten, kosten van het gebruik van (mobiel) internet met het device en onderhoudskosten, zijn voor rekening van de Klant.
Rabo SmartPin App
11.7 De Klant mag de Rabo SmartPin uitsluitend gebruiken in combinatie met de door Rabobank aangewezen versie(s) van de Rabo SmartPin App. De kenmerken en gebruiksmogelijkheden van de Rabo SmartPin App zijn beschreven in de Handleiding.
11.8 In de Handleiding is beschreven op welke wijze Rabobank de Rabo SmartPin App ter beschikking stelt en hoe de Klant de juiste versie van de Rabo SmartPin App kan herkennen. De Klant moet vóór installatie van de Rabo SmartPin App op het device conform de Handleiding controleren of de Rabo SmartPin App afkomstig is van Rabobank. De Klant is verantwoordelijk voor correcte installatie van de Rabo SmartPin App op het device.
11.9 De Klant mag een device uitsluitend gebruiken in combinatie met de Rabo SmartPin als de in de Handleiding beschreven
Rabo SmartPin App conform de Handleiding op het device is geïnstalleerd.
11.10 Rabobank mag altijd de door de Klant te gebruiken (versie van de) Rabo SmartPin App wijzigen, en zal de Klant informeren over zulke wijzigingen, of de Klant via de Site in de gelegenheid stellen daarvan kennis te nemen. De Klant is verplicht de door Rabobank aangewezen versie van de Rabo SmartPin App te gebruiken met ingang van uiterlijk de door Rabobank in de Handleiding opgenomen uiterste datum van ingebruikneming van die (versie van de) Rabo SmartPin App.
11.11 De Klant moet de Rabo SmartPin App conform de Handleiding xxxxxxxxx.Xx Klant mag de Rabo SmartPin App alleen gebruiken voor het doel waarvoor deze bestemd is en niet kopiëren of onderzoeken.
11.12 De Klant moet de Rabo SmartPin App conform de Handleiding beveiligen tegen onder meer onbevoegd gebruik daarvan.
11.13 Rabobank is niet aansprakelijk voor schade die direct of indirect ontstaat door storingen of fouten in de Rabo SmartPin App. Ook niet voor schade die direct of indirect ontstaat doordat de Rabo SmartPin App niet (goed) werkt in combinatie met het device. Bijvoorbeeld omdat het geheugen van het device vol is. Artikel 4 van deze Voorwaarden geldt ook.
11.14 Rabobank blijft eigenaar van de SmartPin App.
Accepteren OmniKassabetalingen met Rabo SmartPin
11.15 De Klant kan met de Rabo SmartPin, de Rabo SmartPin App en het device OmniKassabetalingen accepteren conform het bepaalde in de Handleiding.
11.16 In afwijking van het bepaalde in de Algemene voorwaarden die van toepassing zijn op de Betaalmethoden Rabo Europees Pinnen en/of de Betaalmethoden Rabobank: MasterCard (winkel), Visa (winkel), Debit MasterCard (winkel) en/of Visa Debit (winkel), kan de Klant kiezen op welke wijze de Klant de Kaarthouder op diens verzoek een transactiebon verstrekt na afronding van een OmniKassabetaling. De voor OmniKassabetalingen met de Rabo SmartPin toegestane wijzen waarop de Klant de Kaarthouder een transactiebon kan verstrekken na afronding van die OmniKassabetaling, zijn beschreven in de Handleiding.
Toegangscode Rabo SmartPin App
11.17 Op verzoek van de Klant stuurt Rabobank de Klant een gebruiksnaam en wachtwoord toe, waarmee de Klant voor het eerst kan inloggen op de Rabo SmartPin App. Nadat de Klant met gebruiksnaam en wachtwoord is ingelogd op de Rabo SmartPin App, moet hij zonder uitstel de toegangscode aanmaken met inachtneming van de Handleiding en de instructies op de Rabo SmartPin App. De toegangscode is de code die nodig is om de Rabo SmartPin App te kunnen gebruiken en is beschreven in de Handleiding.
11.18 De Klant is onherroepelijk en onvoorwaardelijk gebonden aan alle (rechts)handelingen die met gebruikmaking van de toegangscode zijn verricht. De Klant draagt het risico van onbevoegd gebruik van de toegangscode.
11.19 De Klant is verantwoordelijk en aansprakelijk voor het gebruik van de toegangscode. De Klant zorgt er voor dat toegangscodes uitsluitend worden uitgereikt aan en gebruikt door personen die bevoegd zijn daarmee namens de Klant (rechts)handelingen te verrichten.
11.20 De Klant zorgt ervoor dat de toegangscode veilig wordt gebruikt en bewaard, en uitsluitend bekend is bij personen die bevoegd zijn daarmee namens de Klant (rechts)handelingen te verrichten. De Klant zal de Handleiding op dit punt zorgvuldig naleven.
11.21 De Klant zorgt er voor dat de toegangscode uitsluitend wordt gebruikt voor het verrichten van (rechts)handelingen met de Rabo SmartPin App.
11.22 De Klant moet voortdurend nauwgezet controleren of de toegangscode uitsluitend door daartoe bevoegden en met stipte inachtneming van zijn instructies wordt gebruikt en veilig wordt bewaard.
11.23 De Klant zal elke mededeling van Rabobank aan de Klant over het gebruik van de toegangscode of wijziging van daaraan gekoppelde bevoegdheden onmiddellijk op juistheid controleren. Als de Klant van mening is dat zo’n mededeling van Rabobank onjuistheden bevat, moet de Klant Rabobank daarover onmiddellijk informeren met inachtneming van de Handleiding.
11.24 De Klant is verplicht Rabobank conform de Handleiding onmiddellijk te verzoeken een toegangscode te blokkeren zodra de Klant weet of vermoedt dat:
- een toegangscode verloren of gestolen is, of
- een toegangscode door een onbevoegde persoon wordt gebruikt of kan worden gebruikt, of
- een toegangscode in strijd met instructies van de Klant wordt gebruikt of kan worden gebruikt.
Rabobank zal de mogelijkheid voor de Klant om (rechts)handelingen te verrichten met de toegangscode blokkeren zo spoedig als dat redelijkerwijs mogelijk is nadat de Klant de Rabobank conform het hiervoor bepaalde om blokkering heeft verzocht.