Subsidieregeling Verkavelen voor een landschap met kwaliteit – Midden-Delfland 2019-2022
Registratienummer | : | 2019-06958 / 19Z.001111 |
Onderwerp | : | Subsidieregeling Verkavelen voor een landschap met kwaliteit - Midden-Delfland 2019-2022 |
Subsidieregeling Verkavelen voor een landschap met kwaliteit – Midden-Delfland 2019-2022
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Midden-Delfland;
gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening gemeente Midden-Delfland 2016; overwegende dat de gemeente Midden-Delfland:
- Verantwoordelijk is voor de uitvoering van het IODS-kwaliteitsproject ‘Groen Ondernemen,
een nieuwe landbouw’, bestaande uit de projectonderdelen ‘Duurzaam Boer Blijven’ en ‘Grondinstrument’;
- Door middel van deze regeling uitvoering wil geven aan het IODS-kwaliteitsproject en het uitvoeringsprogramma Midden-Delfland® 2025, conform de reeds opgestelde notities welke zijn voorgelegd aan de gemeenteraad van Midden-Delfland.
B E S L U I T:
vast te stellen de subsidieregeling ‘Verkavelen voor een landschap met kwaliteit – Midden-Delfland 2019-2022’.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
- agrarisch bedrijf: een bedrijfsmatig uitgeoefend bedrijf met vlees- of melkrundveehouderij of schapen;
- agrarisch bouwperceel: bouwvlak van de agrarische bestemming;
- agrarische grond: grond die agrarisch wordt gebruikt. Dat wil zeggen grond die in gebruik is als gras- of maïsland en waar wordt beweid met vee of waar voedergewassen worden geoogst. Dit kan zijn grond met een (conform het vigerende bestemmingsplan) agrarische bestemming, maar ook grond met een natuur- of recreatiebestemming die agrarisch wordt gebruikt;
- college: het college van burgemeester en wethouders van Midden-Delfland;
- deelnemer: partij die agrarische grond of een agrarisch bouwperceel in het ruilplan inbrengt of krijgt toebedeeld;
- grondgebonden: een agrarisch bedrijf waarvan de productie geheel of hoofdzakelijk afhankelijk is van het voortbrengend vermogen van onbebouwde grond in de directe omgeving van het bedrijf;
- kavelaanvaardingswerken: werkzaamheden die noodzakelijk zijn om de toegedeelde kavels qua grootte, vorm, ontsluiting, ligging van het maaiveld en ontwateringstoestand in redelijke mate vergelijkbaar te maken met de ingebrachte kavels.
- kavelruil: een ruilverkaveling bij overeenkomst;
- kavelruilcoördinator: persoon of organisatie met de geformaliseerde taak om ruilplannen te ontwikkelen;
- kavelruilovereenkomst: een overeenkomst als bedoeld in hoofdstuk 9 van de Wet inrichting landelijk gebied (WILG), dan wel een vergelijkbaar hoofdstuk in de Omgevingswet, waarin de WILG binnenkort wordt opgenomen;
- landbouwvrijstellingsverordening (LVV): verordening (EU) 702/2014 van de Europese Commissie van 25 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikel 107 en 108 van het Verdrag
*2019-06958*
betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard, zoals gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie op 1 juli 2014 (L193/1);
- overige grond: uitsluitend onbebouwde grond die niet valt onder de begripsomschrijving ‘agrarische grond’;
- pacht, verpachter en pachter: de definitie zoals opgenomen in Burgerlijk Wetboek (hierna: BW), Boek 7, artikel 311, met uitzondering van pacht zoals bedoeld in titel 5, afdeling 12 van BW Boek 7;
- ruilplan: plan dat het voorstel voor vrijwillige kavelruil in een gebied beschrijft;
- werkingsgebied: het gebied van de voormalige Reconstructiewet Midden-Delfland en de Groeneveldse polder, voor zover agrarische grond en overige grond binnen deze polder ook gelegen is in de gemeente Midden-Delfland;
Artikel 2 Doelstelling
Deze subsidieregeling heeft als doelstelling:
a. het versterken van de structuur van de grondgebonden agrarische bedrijven binnen het werkingsgebied door huiskavelvergroting en/of het verminderen van het aantal veldkavels en/of het verkorten van rijafstanden naar veldkavels;
b. het tenminste behouden en waar mogelijk versterken van landschappelijke, ecologische en cultuurhistorische waarden van het werkingsgebied.
Artikel 3 Reikwijdte
Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 4 bedoelde activiteiten.
Artikel 4 Activiteiten
1. Het college verstrekt uitsluitend subsidie voor activiteiten die een bijdrage leveren aan het realiseren van de in artikel 2 genoemde doelstelling.
2. De genoemde activiteiten onder het eerste lid hebben betrekking op:
a. uitvoering van vrijwillige kavelruil;
b. kavelaanvaardingswerken.
Artikel 5 Doelgroep
1. Het college verstrekt uitsluitend subsidie aan eigenaren of pachters van in het ruilplan opgenomen agrarische grond of agrarisch bouwperceel, mits in het ruilplan minimaal één grondgebonden agrarisch bedrijf uit het werkingsgebied van de regeling betrokken is.
2. Onder deze subsidieregeling is de pacht uitgesloten in de vorm van een bijzondere pachtovereenkomst zoals bedoeld in titel 5, afdeling 12 van boek 7 van het BW, bijvoorbeeld pacht van geringe oppervlakten, teeltpacht en geliberaliseerde pacht.
Artikel 6 Staatssteun
1. Het college verstrekt uitsluitend subsidie indien dit in overeenstemming met de bepalingen van de LVV is geoorloofd. Deze bepalingen zijn met name:
a. de algemene en procedurele bepalingen in hoofdstuk I en II,
b. de bepalingen in artikel 14 lid 3 onder c ten aanzien van kavelaanvaardingswerken,
c. de bepalingen in artikel 15 ten aanzien van vrijwillige ruilverkaveling.
2. Subsidie wordt niet verstrekt aan:
a. een onderneming ten aanzien waarvan een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerder besluit van de Europese Commissie waarbij steun onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt is verklaard;
b. een onderneming in moeilijkheden, zoals bepaald in artikel 2 onder (14) LVV.
3. Subsidie wordt uitsluitend verstrekt indien deze een stimulerend effect heeft. Het stimulerend effect wordt aangenomen indien de aanvraag wordt ingediend voordat de werkzaamheden in het kader van het project zijn gestart.
Artikel 7 Aanvragen van subsidie
1. Een aanvrager vraagt subsidie conform deze regeling aan bij het college door gebruik te maken van de bij de subsidieregeling als bijlage 1 bijgevoegde aanvraagformulieren.
2. De aanvraag wordt ingediend voordat de werkzaamheden daadwerkelijk tot eigendomsoverdracht hebben geleid en voordat kavelaanvaardingswerken zijn gestart.
3. Het aanvraagformulier wordt vergezeld van een ruilplan en bevat tenminste de volgende onderdelen:
a. een kaart met de huidige verkaveling van de eigenaren en pachters;
b. een kaart met de nieuwe verkaveling van de eigenaren en de pachters;
c. per deelnemer een overzicht van de in te brengen grond en van de toe te bedelen grond;
d. een beschrijving en weergave op kaart van de benodigde kavelaanvaardingswerken;
e. een overzicht van de maatschappelijke baten;
f. een zo nauwkeurig mogelijke raming van de kosten;
g. een verklaring van de deelnemende partijen dat zij akkoord gaan met de ruil en de met elkaar overeengekomen voorwaarden.
4. Indien er agrarische grond of een agrarisch bouwperceel van buiten het werkingsgebied is opgenomen in het ruilplan, dient de aanvrager te motiveren waarom de geruilde grond van buiten het werkingsgebied bijdraagt aan de doelstellingen van artikel 2.
Artikel 8 Subsidiabele kosten vrijwillige kavelruil
1. Voor subsidie komen de volgende juridische en administratieve kosten in aanmerking:
a. de inzet van experts, zoals een taxateur, notaris, opmeting;
b. het opstellen van de kavelruilovereenkomst door een notaris;
c. de legeskosten van noodzakelijke vergunningenprocedures ten behoeve van kavelaanvaardingswerken;
d. de kosten van inschrijving van een kavelruilovereenkomst in de openbare registers alsmede de kosten van de notaris en van het kadaster voor het verlijden van een notariële akte ter uitvoering van een kavelruilovereenkomst.
2. De onder het eerste lid genoemde kosten worden bepaald in overeenstemming met artikel 15 LVV.
3. De onder het eerste lid genoemde kosten dienen in een redelijke verhouding te staan tot de prestatie, te beoordelen aan de hand van het ruilplan.
4. Zijn er kosten voor experts, zoals genoemd in het eerste lid, sub a, gemaakt en wordt de aanvraag afgewezen, dan zijn die kosten voor rekening van de gemeente als het ruilplan is akkoord bevonden door de kavelruilcoördinator.
5. De volgende kosten komen in elk geval niet voor subsidie in aanmerking:
a. coördinatiekosten voor de voorbereiding, ondersteuning en uitvoering van kavelruil;
b. persoonlijke adviseurs van de deelnemers;
c. de kosten van overdracht van toeslagrechten;
d. geldelijke verrekeningen tussen eigenaren als gevolg van waardeverschillen van de te verdelen onroerende zaken;
e. kosten verbonden aan de volgende typen transacties:
o overdracht van gronden die bestemd zijn voor woningbouw of industrie- c.q. bedrijventerreinen, of terreinen die in hoofdzaak bedoeld zijn voor recreatie;
o overdracht van onverdeelde boedel / erfenisdeling;
o overdracht van gronden van een maatschap aan een vennoot.
Artikel 9 Subsidiabele kosten kavelaanvaardingswerken
1. Voor subsidie komen in aanmerking:
a. kavelaanvaardingswerken zoals genoemd in bijlage 2 en die zijn genoemd in het ruilplan;
b. werkzaamheden die plaatsvinden op agrarische grond en buiten het agrarisch bouwperceel;
2. De onder het eerste lid genoemde kosten worden bepaald in overeenstemming met artikel 14 lid 6 en lid 7 LVV.
3. Niet subsidiabel zijn de kosten voor werken, die een verdere verbetering van de percelen
opleveren dan noodzakelijk is om de ingebrachte en toegedeelde kavels van vergelijkbare kwaliteit te laten zijn. Hieronder niet begrepen werkzaamheden die naar het oordeel van de kavelruilcoördinator en de gemeente gezamenlijk een significante invloed hebben op de taxatiewaarde van het betreffende perceel.
Artikel 10 Toetsingscriteria
1. Het college toetst de aanvraag – zo nodig met hulp van extern advies – op basis van:
a. de hoeveelheid huiskavelvergroting en/of de vermindering van het aantal veldkavels en/of afstandsverkorting naar de veldkavels;
b. bijdrage (in termen van instandhouding of verbetering) van de landschappelijke, ecologische, cultuurhistorische en/of recreatieve betekenis van het landschap van Midden- Delfland en/of van de betrokken percelen. Bijvoorbeeld in termen van:
o een afname van het aantal rijbewegingen (minder milieubelasting, meer rust) en van het landbouwverkeer op de openbare weg (toename veiligheid, minder concurrentie met overig verkeer);
o een verbeterde toegankelijkheid van percelen voor recreatief medegebruik;
o een toename van de xxxxxxxxx xxx xxxxxxx;
o behoud en/of verbetering van natuur en landschap, bijvoorbeeld in de vorm van een versterking van het weidevogelbeheer.
Artikel 11 Hoogte subsidiebijdrage en voorschot
1. De hoogte van subsidie voor vrijwillige kavelruil, zoals genoemd onder artikel 8 van deze regeling, bedraagt maximaal 90% van de subsidiabele kosten.
2. De hoogte van subsidie voor kavelaanvaardingswerken, zoals genoemd onder artikel 9 van deze regeling, bedraagt maximaal 40% van de subsidiabele kosten en ten hoogste € 32.000,- per eigenaar of pachter, zoals bedoeld in artikel 5.
3. De aanvrager kan een voorschot aanvragen van maximaal 80% van subsidiabele kosten, zoals benoemd in artikelen 8 en 9 van deze regeling.
4. De bedragen die in dit artikel zijn genoemd, zijn exclusief BTW.
5. De subsidie is nooit hoger dan met inachtneming van de cumulatiebepalingen, zoals opgenomen in artikel 8 LVV, is toegestaan.
Artikel 12 Subsidieplafond en wijze van verdeling subsidie
1. Het college stelt de hoogte van het subsidieplafond vast op € 250.000,- voor de looptijd van deze regeling.
2. Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie geschiedt in volgorde van indiening bij het college, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.
3. Indien het college op de dag dat het subsidieplafond wordt bereikt, meer dan één aanvraag ontvangt, stelt het college de onderlinge rangschikking van die aanvragen vast door middel van een gelijke verdeling van het nog beschikbare bedrag over de aanvragen.
Artikel 13 Verplichtingen en verantwoordelijkheid van de subsidieontvanger
1. Naast de algemene verplichtingen, zoals vastgelegd in de Algemene subsidieverordening Midden-Delfland 2016, gelden de volgende bijzondere verplichtingen:
a. De subsidieontvanger verleent medewerking aan door het college ingestelde controles,
zowel fysiek (in het veld) als administratief. Hij verleent daartoe toegang tot de betrokken percelen, verstrekt inzage in zijn administratie en verstrekt desgewenst nadere inlichtingen;
b. Bij het verzoek tot subsidievaststelling toont de subsidieontvanger met een beknopt activiteitenverslag, facturen van de werkzaamheden en beeldmateriaal aan dat de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt, ook daadwerkelijk en op de juiste wijze zijn verricht;
c. Een verzoek tot vaststelling van de subsidie moet uiterlijk 1 jaar na toekenning van de subsidie worden ingediend.
d. Indien een subsidieontvanger meer dan € 60.000,- subsidie onder deze regeling ontvangt, verleent hij medewerking aan de publicatieverplichtingen zoals bepaald in artikel 9 LVV.
2. De aanvrager is verantwoordelijk voor het tijdig verkrijgen van eventueel benodigde vergunningen voor het uitvoeren van kavelaanvaardingswerken en voor eventuele schade voortvloeiend uit het niet of niet tijdig verkrijgen daarvan.
Artikel 14 Hardheidsclausule
Het college kan één of meer bepalingen uit deze regeling in individuele gevallen buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover de toepassing van die bepalingen voor de subsidieaanvrager of - ontvanger gevolgen zou hebben die onevenredig zijn in verhouding tot de met de betrokken bepalingen te dienen doelen.
Artikel 15 Slotbepalingen
1. Deze regeling treedt in werking per 15 juli 2019 en vervalt op 1 juni 2022.
2. De volgende documenten maken integraal onderdeel uit van deze regeling:
– Toelichting op de subsidieregeling ‘Verkavelen voor een landschap met kwaliteit – Midden- Delfland 2019-2022’;
– Bijlage 1: Aanvraagformulieren subsidie verkavelen voor een landschap met kwaliteit
i. Bijlage 1a aanvraagformulier voor subsidie kavelaanvaardingswerken;
ii. Bijlage 1b aanvraagformulier voor subsidie kavelruilproces.
– Bijlage 2: Uitgangspunten kavelaanvaardingswerken.
3. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling ‘Verkavelen voor een landschap met kwaliteit – Midden-Delfland 2019-2022’.
Aldus besloten in de collegevergadering van 21 mei 2019.
Martien Born Xxxxxx Xxxxxxxxx
Gemeentesecretaris burgemeester