Convenant Proces van signalering, toeleiding en plaatsing voor- en vroegschoolse educatie
Convenant Proces van signalering, toeleiding en plaatsing voor- en vroegschoolse educatie
De ondergetekenden:
1. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten
2. De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
3. De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
4. Het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid (NCJ)
5. De Gemeentelijke Gezondheidsdienst Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio Nederland (GGD GHOR Nederland)
6. ActiZ, organisatie voor zorgondernemers Hierna te noemen: partijen.
Overwegende dat:
- Het besluit basisvoorwaarden voor de kwaliteit van voorschoolse educatie (hierna: vve) (Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie, 7 juli 2010) als doel heeft om jonge kinderen met een taalachterstand alle kansen te bieden om deze achterstand in te halen.
- Van gemeenten wordt verwacht dat zij een kwalitatief goed aanbod van vve hebben voor kinderen die tot de doelgroep behoren.
- Om dit aanbod te realiseren gemeenten op grond van de WPO (art. 167; afspraken voor- en vroegschoolse educatie) afspraken moeten maken met onder meer peuterspeelzalen, kinderdagverblijven en organisaties voor de jeugdgezondheidszorg over:
o het vaststellen welke kinderen met een risico op een achterstand in de Nederlandse taal in aanmerking komen voor vve,
o indicering van die doelgroepkinderen,
o de wijze waarop die kinderen worden toegeleid naar vve en de organisatie van een doorlopende leerlijn van vve, en de resultaten van vve.
- In het Regeerakkoord van 29 oktober 2012 is opgenomen dat consultatiebureaus doelgroepkinderen voor wat betreft risico op taalachterstand toetsen en zo nodig doorverwijzen naar vve (zie regeerakkoord, hoofdstuk VI. Van goed naar excellent onderwijs en hoofdstuk VII Zorg dichtbij).1
- De Inspectie van het Onderwijs een bestandsopname heeft gemaakt van de kwaliteit van zowel de vve-locaties (voor- en vroegscholen) als het gemeentelijke vve-beleid. Deze bestandsopname is te beschouwen als nulmeting.
- Uit de resultaten van de bestandsopname blijkt dat er nog veel te verbeteren valt ten aanzien van vve.
- Met name de toeleiding van doelgroepkinderen naar vve, het bereik, het maken van afspraken met de schoolbesturen over de organisatie van de doorlopende lijn en de resultaten van vroegschoolse educatie verbeterd moeten worden.
- De staatssecretaris van OCW in zijn brief van 20 augustus 2013 aan de Tweede Kamer enkele maatregelen heeft aangekondigd voor het maken van een kwaliteitsslag in alle gemeenten en het organiseren van een effectieve toeleiding. Het doel van de Staatsecretaris van OCW (en VWS) is dat in 2015 alle doelgroepkinderen worden gesignaleerd en doorverwezen naar vve en vervolgens deelnemen aan vve.
- Gemeenten willen voldoen aan de wettelijke verplichtingen, maar dat op dit moment niet in alle gemeenten voldoende expertise aanwezig is om de verbeteringen door te voeren.
- Er beter gebruik gemaakt kan worden van de aanwezige informatie over de vve- programma’s en met het oog op de kwaliteit het nodig is om te werken vanuit professionele standaarden.
- Partijen zich ervoor willen inspannen dat de beschikbare vve-kennis en standaarden beter beschikbaar komen voor gemeenten. Een standaardopzet met een beschrijving van de
1 Toeleiden naar vve is geen wettelijke taak van de JGZ organisaties. Gemeenten maken daar apart afspraken over. Gemeenten verstrekken op basis van hun regietaak aan een of meerdere instanties de verantwoordelijkheid voor indicering, toeleiding en monitoring.
kenmerken van het vve-proces voor signaleren, indiceren, toeleiden en monitoren vormt hiervan een onderdeel.
- Partijen dat willen realiseren in de vorm van een professionele en eenduidige handreiking: een zogenaamde ‘vve-toolbox’ voor gemeenten. Deze beoogt een digitale bundeling en centrale ontsluiting van het wettelijke en financiële kader, het vve-proces en bijbehorende stappen, professionele standaarden, waardevolle praktijkervaringen (do’s en dont’s) voor gemeenten. Ook worden al ontwikkelde producten op het terrein van de vve daarin beschikbaar gemaakt2.
- Een van de maatregelen die de staatsecretaris van OCW wil nemen om de kwaliteitsslag in vve te maken is het beschikbaar stellen aan VNG van een subsidie voor de kosten van de ontwikkeling van de toolbox en het trainen van gemeenten in de toepassing van de toolbox.
- Partijen er via hun inspanningen naar streven dat in 2015 het proces van signaleren, indiceren, toeleiden en monitoren in gemeenten op orde is zodat alle doelgroepkinderen worden gesignaleerd, geïndiceerd en vervolgens deelnemen aan vve.
Partijen komen het volgende overeen:
Zich in te spannen de kwaliteit van het gemeentelijke vve-beleid eind 2015 te verbeteren met het oog op de volgende resultaten:
Artikel 1. Beoogde resultaten
1.1 Aanbod
De gemeenten nemen in hun beleid op hoeveel kindplaatsen er op de voorscholen gerealiseerd moeten worden volgens de gewichtenregeling en hun eigen doelgroepdefinitie en realiseren voldoende vve-kindplaatsen (aanbod) volgens deze gewichtenregeling en hun eigen doelgroepdefinitie.
1.2 Signalering en indicering
De gemeenten wijzen in hun lokale situatie een of meer instanties aan die, op basis van hun doelgroepdefinitie, kinderen signaleren en indiceren die voor vve in aanmerking komen.
1.3 Monitoring
De gemeenten zetten een monitoringssysteem op voor hun vve-beleid waarmee bij wordt gehouden hoeveel doelgroeppeuters - volgens hun doelgroepdefinitie – zijn geïndiceerd en hoeveel gebruik maken van een vve-kindplaats. Ze spannen zich in om 100% van de doelgroepkinderen op een vve-plaats te krijgen.
1.4 Toeleiding en bereik VVE
De gemeenten maken afspraken over wie er wanneer verantwoordelijk is voor de (actieve) toeleiding van doelgroepkinderen naar vve. Via haar monitoringssysteem heeft de gemeente zicht op de hoeveelheid kinderen met een vve-indicatie en het non-bereik. Deze informatie wordt gebruikt bij de toeleidingsactiviteiten, voor de evaluatie van vve-bereik en in de aansturing van de vve-toeleiding.
Artikel 2. Activiteiten en inspanningen
2.1 Opdrachtgever
VNG treedt op als opdrachtgever voor de ontwikkeling van de ‘vve tool box’ (opdracht als bijlage bij dit convenant).
2 Aanvullend op dit initiatief zal in opdracht van OCW Oberon gemeenten ondersteunen bij vve, met een focus op taalniveau, ouderbetrokkenheid, doorgaande leerlijn en resultaten. De resultaten daarvan zijn, zodra beschikbaar, input voor de ‘vve-tool’. Oberon zal (in regionale bijeenkomsten) ook ingaan op individuele vve- vragen van gemeenten en/of verwijzen naar vve-informatie en helpdesks.
2.2 ‘vve-toolbox’
De ‘vve-toolbox’ is een vertaling van het vve-proces naar een processchema, waarin op basis van de gehanteerde lokale beleidsoverwegingen het uitvoeringsproces en de bijbehorende implementatiestappen in beeld worden gebracht. De toolbox geeft antwoord op gangbare praktische vragen, maar ook op latente vragen. Het schetst een leidraad voor de activiteiten en rollen. Ook wordt erin uiteengezet welke besluiten, acties en afspraken op welke momenten aan de orde komen. Daarbij is met name aandacht voor de regierol van gemeenten. De toolbox geeft een duidelijke richting aan wat er nodig is in de inrichting zodat de organisatie direct aan de slag kan met de verbetering van de uitvoering en het maken van proces- en resultaatafspraken. Dit alles met als doel een effectieve en kwalitatief hoogwaardige signalering, indicering, toeleiding en monitoring.
2.3 Bijdrage OCW
Het ministerie van OCW stelt een subsidie beschikbaar aan VNG voor de kosten van de ontwikkeling van de toolbox en het trainen van gemeenten in de toepassing van de toolbox. Partijen nemen deel aan de klankbordgroep die de ontwikkeling van een ‘vve-toolbox’ ondersteunt. De voor de ‘vve-toolbox’ noodzakelijke kennis, standaard vve-subsidiebeschikkingen, vve- overeenkomsten en vve-convenanten worden door de partijen verzameld via hun netwerk en in de vve-klankbordgroep verder ontwikkeld. De toolbox wordt (zodra gereed) beschikbaar gesteld aan alle gemeenten. Gemeenten gebruiken de toolbox bij het maken van afspraken met onder meer peuterspeelzalen, kinderdagverblijven en organisaties voor de jeugdgezondheidszorg.
2.4 Communicatie en training
De VNG spant zich in voor een optimale verspreiding en een optimaal gebruik van de toolbox door gemeenten.
De VNG zorgt voor het organiseren van voorlichtingsbijeenkomsten die als doel hebben de toolbox onder de aandacht te brengen en de uitvoerige mogelijkheden te belichten.
De VNG zorgt voor het organiseren van instructietrainingen voor het gebruik van de toolbox. Partijen zorgen voor communicatie met hun leden of hun netwerk over het gebruik van de gemeentelijke vve-toolbox.
Artikel 3. Duur en evaluatie
3.1 Duur
Dit convenant wordt aangegaan voor de duur van twee jaren, tenzij partijen overeenkomen dit convenant te verlengen en gaat in op de datum van ondertekening van dit convenant. Een verlenging dient schriftelijk te worden vastgelegd.
3.2 Evaluatie
Uiterlijk twee maanden voordat het convenant afloopt, vindt er op basis van de meest actuele stand van zaken van het toezicht op vve op gemeentelijk niveau van de Inspectie van het Onderwijs en alle overige beschikbare informatie, een evaluatie plaats naar het gebruik van de ‘vve-toolbox’ en het effect van inspanningen op signaleren, indiceren, toeleiden en monitoren bij gemeenten. Er kan dan besloten worden tot verlenging van dit convenant.
Artikel 4. Wijzigingen
Wijzigingen voor dit convenant kunnen door partijen op elk moment wederzijds worden ingediend. Na instemming door alle partijen wordt de wijziging schriftelijk vastgelegd en in dit convenant verwerkt.
Aldus overeengekomen te Den Haag op 10 september 2014.
1. Vereniging van Nederlandse Gemeenten, xx. X. Xxxxxxxxx (namens bestuur VNG),
R.H.M. Xxxxxxx XXX (namens bestuur VNG),
X. Xxxxxx (voorzitter directieraad VNG).
2. De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, xxx. X. Xxxxxx.
3. De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, drs. X.X. xxx Xxxx.
4. Nederlands Centrum Jeugdgezondheid, mr. F.H.J. Xxxxxxxxxxx (directeur).
5. De Gemeentelijke Gezondheidsdienst Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio Nederland (GGD GHOR Nederland),
dr. H.A.M. Backx (directeur).
6. ActiZ, organisatie van zorgondernemers, xxx. X. Xxxxxx (directeur).