CONTRACT MET BETREKKING TOT DE OPLEIDING INZAKE BORSTVOEDING VAN HET MEDISCH EN VERZORGEND PERSONEEL VAN DE MATERNITEITEN
CONTRACT MET BETREKKING TOT DE OPLEIDING INZAKE BORSTVOEDING VAN HET MEDISCH EN VERZORGEND PERSONEEL VAN DE MATERNITEITEN
Tussen de ondergetekenden,
Enerzijds, de Belgische Staat, vertegenwoordigd door Xxxxxxx Xxxxxxxx XXXXXXXX, Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Xxxxxxxxxxxxx 00-00, 0000 Xxxxxxx, hierna « de Staat » genoemd,
en
Anderzijds, het ziekenhuis ……………., adres……., vertegenwoordigd door de Heer ……., Algemeen Directeur, hierna « de contractant » genoemd,
Xxxxx, gelet op het koninklijk besluit van 25 april 2002 betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen, en overwegende dat de ontwikkeling van het project dat het voorwerp uitmaakt van deze overeenkomst beantwoordt aan de criteria die vermeld staan in artikel 63§1 van voornoemd koninklijk besluit,
Wordt overeengekomen wat volgt:
Artikel 1: Voorwerp van het contract
Deze overeenkomst heeft tot doel om bij te dragen tot de opleiding inzake borstvoeding van het personeel dat in contact komt met zwangere vrouwen, moeders en pasgeborenen in de kraamafdeling, en om een beleid in te voeren ter ondersteuning van borstvoeding in die diensten.
Het opleidingsaanbod wil de kennis ontwikkelen of bijwerken van de vroedvrouwen, verpleegkundigen, artsen (pediaters, gynaecologen,…), zorgkundigen, kinderverzorgsters… op het gebied van borstvoeding aan de hand van specifieke opleidingen met een vooraf bepaalde, verifieerbare en relevante inhoud en met een verifieerbaar aantal uren.
De opleidingen die in aanmerking komen in het kader van deze overeenkomst zullen erkend moeten worden door de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, volgens de in bijlage voorziene modaliteiten.
De contractant moet instaan voor:
1. De samenstelling van een borstvoedingscomité dat minstens bestaat uit een pediater, een gynaecoloog, een vroedvrouw en/of een verpleegkundige die werkzaam is op de kraamafdeling of in de verschillende functies van de moeder-kind-afdeling (N*, NIC, prenatale raadpleging…).
Dit comité komt minstens 4 keer per jaar samen en heeft tot doel:
- de planning van de opleidingen vast te stellen,
- protocollen op te stellen in overeenstemming met dit beleid,
Xxxxxx Xxxxxxxxxx 40, bus 10 ● 0000 Xxxxxxx ● xxx.xxxxxx.xxxx.xx
- toe te zien op de toepassing ervan.
2. De organisatie van opleidingen of de gelegenheid voor zijn personeel om elders opleidingen te volgen inzake borstvoeding, ten belope van minstens 400 uur per jaar waarvan minstens 200 uur basis- of voortgezette opleiding. Die opleidingen moeten vooraf erkend zijn door de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu volgens de voorziene modaliteiten (zie bijlage). Het opleidingsaanbod zal bestaan uit:
- basisopleidingen van minstens 20u (waarvan 3u praktische opleiding) waarin de in bijlage vermelde thema’s aan bod komen,
- specifiekere opleidingen tot lactatiekundige, bestaande uit minimum 150u theoretisch onderricht, 70u stage, het schrijven en presenteren van een onderzoeksopdracht (zie bijlage),
- specifieke opleidingen inzake borstvoeding in het kader van het interuniversitair diploma (IUD) inzake menselijke lactatie en borstvoeding, bestaande uit minimum 100u theoretisch onderricht en het schrijven van een thesis (zie bijlage),
- e-learning-opleidingen inzake borstvoeding gericht op artsen,
- bijscholingen van minstens 8u/jaar bestemd voor verzorgend personeel dat voordien een basis- en/of een specifieke of e-learning-opleiding heeft gevolgd en die betrekking hebben op de aspecten van borstvoeding die rechtstreeks verband houden met de activiteiten van de beroepsbeoefenaars (zie bijlage).
3. De jaarlijkse communicatie aan de FOD Volksgezondheid van:
- het overzicht van de opleidingen die werden gevolgd door alle betrokken personeelsleden, met vermelding van het erkenningsnummer van de opleidingen door de FOD Volksgezondheid en van het gevolgde aantal uren,
- de jaarlijkse statistieken omtrent borstvoeding in de instelling volgens het model dat werd opgesteld door de FOD Volksgezondheid,
- een activiteitenrapport van het borstvoedingscomité volgens het model dat werd bezorgd door FOD Volksgezondheid.
4. De deelname, minstens 2 keer per jaar, van de vertegenwoordigers van de instelling aan de interziekenhuisvergaderingen georganiseerd door de FOD Volksgezondheid voor vroedvrouwen, verpleegkundigen, artsen (pediaters, gynaecologen, anestesisten…), zorgkundigen, kinderverzorgsters…
5. De naleving en de toepassing van de Internationale Gedragscode voor het op de markt brengen van vervangingsmiddelen voor moedermelk en de integrale WGO-resoluties die daaruit voortvloeien, en in het bijzonder:
- erop toezien dat er objectieve en coherente informatie aangaande de voeding voor zuigelingen en jonge kinderen wordt verstrekt aan gezinnen en aan iedereen die een rol speelt op het vlak van voeding van zuigelingen en jonge kinderen,
- ervoor zorgen dat het informatief en het voorlichtingsmateriaal bestemd voor zwangere vrouwen en moeders van zuigelingen, en dat ingaat op de voeding van zuigelingen, duidelijke informatie bevat over:
a. de voordelen en de meerwaarde van borstvoeding;
b. de voeding van de moeder en hoe zich voor te bereiden op borstvoeding en dat in de praktijk te brengen;
c. de negatieve invloed van een gedeeltelijke voeding per fles op borstvoeding;
d. de moeilijkheid om terug te komen op de beslissing om zijn kind geen borstvoeding te geven en,
e. in geval van nood, het correcte gebruik van zuigelingenvoeding, zowel industriële als thuis bereide.
Wanneer het informatie bevat over het gebruik van zuigelingenvoeding, moet dat materiaal de sociale en financiële gevolgen vermelden van dat gebruik, en wijzen op de gevaren voor de gezondheid van het gebruik van ongeschikte voedingsmiddelen of –methodes, en in het bijzonder van het onnodige of niet-correcte gebruik van zuigelingenvoeding en andere vervangingsmiddelen voor moedermelk.
- alle vormen van reclame en het uitdelen van gratis stalen van zuigelingenvoeding verbieden, met inbegrip van kinderverzorgingsartikelen zoals zuigflessen, fopspenen,… aan alle moeders die borstvoeding geven of aan hun gezinsleden.
De volledige Internationale Gedragscode voor het op de markt brengen van vervangingsmiddelen voor moedermelk is beschikbaar op de site van de WGO op volgend adres: xxxx://xxx.xxx.xxx/xxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxx/xxxx_xxxxxxx.xxx
6. Als de contractant kandidaat is voor het label « Babyvriendelijk ziekenhuis (BFHI) » of reeds in het bezit is van het label, zal hij bovendien gebruik kunnen maken van de begeleiding door de coördinatrices van de FOD: bezoek ter plaatse, pre-evaluatie van de huidige werking, organisatie van de externe evaluaties met het oog op het behalen of het hernieuwen van het label.
Artikel 2: Duur van het contract
De uitvoeringstermijn van dit contract bedraagt 12 maanden, van 1 januari 2012 tot 31 december 2012.
Dit contract wordt jaarlijks verlengd, op voorwaarde dat de budgettaire middelen die nodig zijn voor de financiering ervan ter beschikking worden gesteld, en dat de in artikel 1 beschreven doelstellingen worden gehaald.
Als dat niet het geval is, kan er een einde worden gemaakt aan het contract via een opzegtermijn die een maand voor het einde van het contract moet worden betekend aan de contractant per aangetekende brief.
Artikel 3: Financiering
De contractant vervult de in artikel 1 vermelde doelstellingen tegen de forfaitaire prijs van 4.000 euros per jaar.
Dat bedrag wordt toegekend aan de contractant door middel van onderdeel B4 van het budget van financiële middelen.
Artikel 4: Opvolging en evaluatie
De kritische evaluatie van het project zal worden uitgevoerd door een begeleidingscomité.
Het begeleidingscomité zal worden samengesteld door de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. Het zal bestaan uit:
- een vertegenwoordiger van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid;
- vertegenwoordigers van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu;
- een vertegenwoordiger van het Federaal Borstvoedingscomité (FBVC), en een vertegenwoordiger van administratie van het FBVC
Het begeleidingscomité zal instaan voor de opvolging van het project. Het zal in het bijzonder instaan voor:
- het vaststellen van het template voor verslag van de geviseerde informatie bedoeld in artikel 1, 3.
- het evalueren van de impact van het project op de praktijken inzake borstvoeding in de ziekenhuizen;
- het faciliteren van de relaties en de informatiedoorstroming tussen de ziekenhuizen en de FOD Volksgezondheid;
- het overmaken van de richtlijnen van de minister die een invloed hebben op het onderzoek of op zijn doelstellingen.
- het verzekeren van de coördinatie met andere soortgelijke projecten die ondernomen worden in het land.
- het formuleren van aanbevelingen betreffende de valorisatie van de resultaten van het pilootproject
Het zal minstens 4 keer per jaar samenkomen.
Artikel 5: Sancties
In het geval van een totale of gedeeltelijke niet-uitvoering van de doelstellingen en taken die in artikel 1 worden bepaald, behoudt de Staat zich het recht om de bedragen, totaal of gedeeltelijk, terug te vorderen die werden toegekend in het kader van deze overeenkomst.
De beslissing om de toegestane bedragen, of een deel ervan, terug te vorderen wordt door het begeleidingscomité genomen. De beslissing wordt schriftelijk aan de contractant medegedeeld. De teruggevorderde bedragen zullen bij de contractant, via het onderdeel C2 van de begroting van de financiële middelen verrekend worden.
Artikel 6: Bescherming van de gegevens
De contractant dient de wet van 8 december 1992 op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer te respecteren.
“Om de veiligheid van de persoongegevens te waarborgen moeten de verantwoordelijke van de verwerking, en in voorkomend geval zijn vertegenwoordiger in België, alsmede de verwerker, de gepaste technische en organisatorische maatregelen treffen die nodig zijn voor de bescherming van de
persoonsgegevens tegen toevallige of ongeoorloofde vernietiging, tegen toevallig verlies, evenals tegen de wijziging van of de toegang tot, en iedere andere niet toegelaten verwerking van persoonsgegevens. Die maatregelen moeten een passend beveiligingsniveau verzekeren, rekening houdend, enerzijds, met de stand van de techniek ter zake en de kosten voor het toepassen van de maatregelen, anderzijds, met de aard van de te beveiligen gegevens en de potentiële risico’s”. » (Art. 16, § 4 van voornoemde wet tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer).
De resultaten van het project mogen enkel worden gepubliceerd, verspreid of in het openbaar gepresenteerd en voor andere studies worden gebruikt mits de uitdrukkelijke toestemming van de Staat. Nadat de bevoegde dienst van de FOD Volksgezondheid kennis heeft genomen van de resultaten van het project, zal eventueel toestemming worden gegeven om ze geheel of gedeeltelijk te verspreiden.
Artikel 7: Geschillen
Elk geschil dat uit de uitvoering van deze overeenkomst mocht ontstaan, behoort tot de bevoegdheid van de Brusselse rechtbanken.
Opgemaakt te Brussel in twee exemplaren,
Voor de contractant,
Voor de Staat
Xxxxxxxx Xxxxxxxx
De Minister van sociale Zaken en Volksgezondheid
De bijlage zijnde een integrerend onderdeel van dit contract:
Contract met betrekking tot de opleiding inzake borstvoeding van het medisch en verzorgend personeel van de materniteiten
BIJLAGE AAN HET CONTRACT MET BETREKKING TOT DE OPLEIDING INZAKE BORSTVOEDING VAN HET MEDISCH EN VERZORGEND PERSONEEL VAN DE MATERNITEITEN
Voorwaarden voor de erkenning van de opleidingen door de FOD Volksgezondheid
I. Administratieve voorwaarden en procedure:
De opleidingen die in aanmerking worden genomen in het kader van de « overeenkomst met betrekking tot de specifieke opleiding inzake borstvoedingvan het medisch en verzorgend personeel van de materniteiten » moeten worden erkend door de FOD Volksgezondheid die, binnen de 60 dagen, zal nagaan of ze voldoen aan de minimumvereisten die hieronder beschreven staan. Als er geen antwoord komt binnen de 60 dagen volgend op de datum waarop de aanvraag werd ingediend, wordt het opleidingsprogramma als goedgekeurd beschouwd.
De aanvragen tot erkenning door de FOD Volksgezondheid moeten verstuurd worden via het ad-hocformulier waarvan u het model vindt op de site van de FOD Volksgezondheid (xxxx://xxx.xxxx-xxxxxxxx.xx).
Wanneer een opleidingsprogramma erkend wordt door de FOD Volksgezondheid, kent die een erkenningsnummer toe. De geldigheidsduur van die erkenning bedraagt 5 jaar, behalve als uit een controle blijkt dat het effectief gevolgde programma niet overeenstemt met het programma waarvoor de erkenning werd toegekend. Elke aanpassing die een impact heeft op de informatie die werd bezorgd in het elektronisch aanvraagdossier moet aanleiding geven tot een nieuwe goedkeuring door de FOD Volksgezondheid. Er zal een daartoe bestemd formulier ter beschikking worden gesteld op de website van de FOD Volksgezondheid.
Na afloop van de opleiding wordt er een attest uitgereikt aan elke deelnemer die de volledige cyclus heeft gevolgd, volgens het model dat op de website van de FOD staat.
II. Erkenningscriteria van toepassing op alle types opleidingen:
De erkenningsaanvragen moeten worden gericht aan de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu ten minste twee maanden voor het begin van de opleiding (behalve indien de opleiding reeds liep op de datum van deze omzendbrief), per e-mail aan volgend adres: xxxxx-xxxxxxxx@xxxxxxxxxx.xxxxxx.xx.
Om de informatie te verspreiden, moeten de opleiders een opleiding hebben van hoger of universitair onderwijs en zowel beschikken over voldoende kennis als over ervaring op het vlak van de gegeven module.
III. Specifieke voorwaarden van toepassing op de verschillende soorten opleidingen:
A/ OPLEIDINGEN OVER DE BASISBEGRIPPEN
Het opleidingsprogramma moet in België gegeven worden.
Het aanvraagformulier voor de erkenning van de opleiding moet worden ingevuld door de organen of instellingen die de opleiding organiseren en alle details over het voorgestelde programma zullen erbij gevoegd moeten worden.
Het maximum toegestane aantal leerlingen per opleidingsmodule is 20.
Het opleidingsprogramma zal een globaal volume tellen van minstens 20 uur, waarvan 3u praktijk inzake borstvoeding.
De opleiding zal minstens ingaan op de volgende thema’s:
• Fysiologie van de lactatie
• Neonatale aanpassing
• Huid-op-huid
• Fysiologie van de pasgeborene
• Specifieke kenmerken van moedermelk
• Voordelen van borstvoeding en nadelen van kunstvoeding
• Aanleggen van de baby (aan de borst) en aanhappen
• Voorkomen en/of oplossen van complicaties bij borstvoeding
• Medisch verantwoord gebruik van bijvoeding
• Baby’s met een laag geboortegewicht en/of prematuren/tweelingen
• Afkolven
• Co-rooming/co-sleeping
• De rol van de vader
• Geneesmiddelen/voeding/roken en borstvoeding
• Prenatale informatie
• Doeltreffend begeleiden van en actief luisteren naar zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven
• Internationale Gedragscode voor het op de markt brengen van vervangingsmiddelen voor moedermelk
• Kennismaking met het BFHI-label – de 10 vuistregels en de 5 richtlijnen Mother Friendly
• De balans bij het verlaten van het ziekenhuis
• Casuistiek
B/ OPLEIDING LACTATIEKUNDIGE
Het opleidingsprogramma moet in België gegeven worden.
De opleidingen die erkend zijn door Federale Raad voor Vroedvrouwen dienen geen nieuwe erkenningsaanvraag in te dienen
Het aanvraagformulier voor de erkenning van de opleiding moet worden ingevuld door de organen of instellingen die de opleiding organiseren en alle details over het voorgestelde programma zullen erbij gevoegd moeten worden.
Het maximum toegestane aantal leerlingen per opleidingsmodule is 30.
Het opleidingsprogramma zal een globaal volume tellen van minstens 220 uur (26ST), met zowel theoretisch als praktisch onderricht.
De opleiding zal minstens ingaan op de volgende thema’s:
• Anatomie van de borst en van de mond van de baby
• Fysiologie en endocrinologie bij de moeder en bij het kind
• Fysiologie van de lactatie, neonatale aanpassingen van het metabolisme
• Voeding en biochemie bij moeder en kind
• Immunologie, infectieziekten en allergieën
• Pathologie van de moeder en van het kind, en borstvoeding
• Borstvoeding in bijzondere omstandigheden
• Farmacologie en toxicologie
• Psychologie, sociologie en antropologie
• Groei en ontwikkeling van de pasgeborene
• Interpretatie van het onderzoek, opleiding inzake EBM
• Ethische en juridische kwesties
• Materiaal, uitrusting voor borstvoeding en technologie
• Praktische aspecten en evaluatie van borstvoeding
• Volksgezondheid: code van de WGO, BFHI (Baby Friendly Hospital Initiative) en Mother Friendly, internationale programma’s
C/ INTERUNIVERSITAIR DIPLOMA (IUD) INZAKE MENSELIJKE LACTATIE EN BORSTVOEDING
Het aanvraagformulier voor de erkenning van de opleiding moet worden ingevuld door de organen of instellingen die de opleiding organiseren of, in geval van opleidingen die in het buitenland worden gegeven, door de zorginstelling waar de kandidaten voor de opleiding aan deelnemen. Alle details over het voorgestelde programma zullen bij het formulier gevoegd moeten worden.
Het opleidingsprogramma zal een globaal volume tellen van minstens 100 uur theoretisch onderricht en 15 dagen praktische seminaries, en zal voorzien in het schrijven en het presenteren van een onderzoeksopdracht (thesis) op het vlak van borstvoeding.
De opleiding zal minstens ingaan op de volgende thema’s:
• Epidemiologische toestand en determinanten van borstvoeding
• Anatomie van de lacterende borst
• Fysiologie van de lactatie
• Anatomie en fysiologie van het zuigen-slikken
• Klinische evaluatie van de zuigeling
• Sensitiviteit en gedrag
• Praktische aanpak voor een goede start van de borstvoeding
• Klinische evaluatie van de borstvoeding
• Ritme en slaapgedrag van pasgeborenen en zuigelingen
• Psychologische aspecten
• Samenstelling van de moedermelk
• Immunologische aspecten
• Moedermelk en de gezondheid van het kind
• Borstvoeding en de gezondheid van de moeder
• Vruchtbaarheid, contraceptie
• Artificiële melk
• Pathologieën van de lacterende borst
• Ziektes bij moeder en kind
• Geneesmiddelen, planten, giftige stoffen en borstvoeding
• Internationale instellingen. Baby Friendly Hospital Initiative (BFHI) – Mother Friendly
• Groei - spijsverteringsproblemen - diversificatie
• Tweelingen en borstvoeding
• Relactatie, geïnduceerde lactatie, stopzetten van borstvoeding, blokkering van lactatie
• Langdurige borstvoeding, werkhervatting
• Uitrusting voor borstvoeding
• Borstvoeding bij prematuren
• Afkolven en bewaren van melk, melkbank
• Een luisterend oor bieden en communiceren omtrent borstvoeding
• Etnologische aspecten
• Historische aspecten
• Klinische gevallen – de raadpleging inzake borstvoeding
• Benadering van ontwikkelingszorg en NIDCAP
D/ BIJSCHOLING
Het aanvraagformulier voor de erkenning van de opleiding moet worden ingevuld door de organen of instellingen die de opleiding organiseren en alle details over het voorgestelde programma zullen erbij gevoegd moeten worden.
De volgende activiteiten dragen bij tot de permanente vorming van de beroepsbeoefenaars, op voorwaarde dat ze betrekking hebben op het advies en de ondersteuning omtrent borstvoeding.
1° Seminaries, studiedagen georganiseerd door:
• De universiteiten en erkende onderwijsinstellingen in België of in het buitenland;
• De erkende opleidingscentra in België en in het buitenland;
• De lactatiekundigen en de experts inzake borstvoeding, ofwel binnen de ziekenhuisinstellingen ofwel als zelfstandige;
• De ziekenhuisinstellingen;
• De nationale en internationale BFHI-coördinatie;
• De nationale en internationale verenigingen voor borstvoeding en beroepsverenigingen;
• De LOK’s
2° de opleidingscycli voor het behalen van een certificaat, die de basiscompetenties van de gezondheidswerker inzake borstvoeding versterken;
Het globaal volume van het opleidingsprogramma zal minstens 8 uur bedragen.
De opleiding zal ingaan op een of meerdere thema’s die vermeld staan onder bovenstaande punten A tot C.
E/ E-LEARNING
Het e-learning-programma zal multidisciplinair zijn en in overeenstemming met de internationale « best practices » inzake e-learning.
Het aanvraagformulier voor de erkenning van de opleiding moet worden ingevuld door de instelling of de dienstverlener die deel wil uitmaken van het e-learning-programma en het volledige programma zal erbij gevoegd moeten worden.
Het e-learning-programma moet « user friendly » zijn wat betreft de leesbaarheid en de gebruiksvriendelijkheid.
Bij het overlopen van de e-learning-module kan de dienstverlener desgevallend klikken op bijkomende medisch-technische informatie en toegang krijgen tot de aanbevelingen inzake goede praktijken die beschikbaar zijn op de platforms EBM en Digital Library.
Na de volledige e-testing-module te hebben doorlopen, ontvangt de individuele dienstverlener feedback over zijn deelname aan de e-learning en de e-testing.
Technische kenmerken: de technische basis-IT-infrastructuur zal draaien op een platform dat de bescherming garandeert van de privé-gegevens en de permanente beschikbaarheid.
De opleiding zal ten minste ingaan op de thema’s die vermeld staan onder punt A hierboven (« basisopleidingen »).
Deze omzendbrief, alsook het aanvraagformulier voor erkenning, het modelattest en het model van de deelnemerslijst worden ter beschikking gesteld van de opleidingsinstellingen op de website van de FOD Volksgezondheid op pagina: xxxx://xxx.xxxx-xxxxxxxx.xx.
Opgemaakt te Brussel in twee exemplaren,
Voor de contractant,
Voor de Staat
Xxxxxxxx Xxxxxxxx
de Minister van sociale Xxxxx en Volksgezondheid