Concept Basisovereenkomst
Concept Basisovereenkomst
Verbeteren van de glooiingsconstructie ter plaatse van Borrendamme Polder Schouwen, Cauwersinlaag, Havenkanaal West tussen dp 161+10m en dp 198+50m met bijkomende werken in de gemeente Schouwen-Duiveland.
Zaaknummer: 31052560
WERKBESTEK
1e Nota van Inlichtingen 2e Nota van Inlichtingen
Colofon 3.3
Uitgegeven door Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Rijkswaterstaat Zeeland Postbus 5014
0000 XX Xxxxxxxxxx
Informatie Telefoon Fax Datum Status
Versienummer
0000-000 000
23 oktober 2012 Definitief
1.0
Inhoud
Artikel 1 Rechtskarakter van de Overeenkomst, toepasselijke voorwaarden 4 Artikel 2 Opdracht, Werk, Meerjarig Onderhoud, prijs, datum van oplevering 4 Artikel 3 Contractdocumenten 5
Artikel 4 Betekenis van het begrip 'dag' 6 Artikel 5 Ontwerpwerkzaamheden 7
Artikel 6 Vergunningen, ontheffingen, beschikkingen en toestemmingen 7
Artikel 7 Informatie en goederen die aan de Opdrachtnemer ter beschikking worden gesteld 7
Artikel 8 Vrijkomende materialen 7 Artikel 9 Verband met andere werken 8
Artikel 10 Verrekening van wijzigingen van lonen, sociale lasten, prijzen, huren en vrachten 8
Artikel 11 Toetsingsplan Ontwerpwerkzaamheden 8
Artikel 12 Acceptatieplan 8
Artikel 13 Bewijslast ingeval van gebreken of tekortkomingen 8 Artikel 14 Betalingsregeling 9
Artikel 15 Stelposten 9
Artikel 16 Boetebeding en bonus 9
Artikel 17 Zekerheidstelling 10
Artikel 18 Raad van Deskundigen 10
Artikel 19 Stimuleringsregeling Bewuste Bouwers 10
BASISOVEREENKOMST
Ondergetekenden:
de Staat der Nederlanden, gevestigd te 's-Gravenhage,
Ministerie van Infrastructuur en Milieu, vertegenwoordigd door de hoofdingenieur- directeur van Rijkswaterstaat, dienst Zeeland, de heer
hierna te noemen: de Opdrachtgever en
Naam contractant, gevestigd te Woonplaats contractant, vertegenwoordigd door
, de heer/mevrouw hierna te noemen: de Opdrachtnemer
overwegende dat
(a) de Opdrachtgever voornemens is het verbeteren van de glooiingsconstructie ter plaatse van Borrendamme Polder Schouwen, Cauwersinlaag, Havenkanaal West tussen dp 161+10m en dp 198+50m met bijkomende werken in de gemeente Schouwen-Duiveland, te doen realiseren;
(b) de Opdrachtgever deswege de Vraagspecificatie 31052560, 23 oktober 2012 heeft opgesteld;
(c) de Opdrachtgever een Europese aanbesteding volgens de openbare procedure heeft gevolgd conform ARW 2005;
(d) dat middels publicatie geïnteresseerde ondernemers, die voldoen aan de gestelde criteria, zijn uitgenodigd een inschrijving te doen gebaseerd op het door Opdrachtgever gestelde in de Vraagspecificatie;
(e) de Opdrachtnemer in het kader van de aanbestedingsprocedure een Aanbieding aan de Opdrachtgever heeft gedaan voor de realisatie van het verbeteren van de glooiingsconstructie ter plaatse van Borrendamme Xxxxxx Xxxxxxxx, Cauwersinlaag, Havenkanaal West tussen dp 161+10m en dp 198+50m met bijkomende werken in de gemeente Schouwen-Duiveland;
(f) de Opdrachtgever gelet op de Aanbieding van de Opdrachtnemer thans voornemens is die realisatie op te dragen aan de Opdrachtnemer.
verklaren het volgende te zijn overeengekomen:
Artikel 1 Rechtskarakter van de Overeenkomst, toepasselijke voorwaarden
1. Partijen verklaren deze Overeenkomst te beschouwen als een overeenkomst van aanneming van werk in de zin van Boek 7 Titel 12 Afdeling 1 Burgerlijk Wetboek.
2. Op de Overeenkomst zijn van toepassing de UAV-GC 2005. Partijen verklaren met de inhoud van de UAV-GC 2005 bekend te zijn.
Artikel 2 Opdracht, Werk, Meerjarig Onderhoud, prijs, datum van oplevering
1. De Opdrachtgever draagt hierbij aan de Opdrachtnemer op, die verklaart deze opdracht te aanvaarden, het op basis van de Vraagspecificatie en de
Aanbieding door middel van Uitvoeringswerkzaamheden realiseren van het verbeteren van de glooiingsconstructie ter plaatse van Borrendamme Xxxxxx Xxxxxxxx, Cauwersinlaag, Havenkanaal West tussen dp 161+10m en dp 198+50m met bijkomende werken in de gemeente Schouwen-Duiveland, hierna te noemen: het Werk, conform hetgeen in deze Overeenkomst is bepaald.
2. Partijen komen overeen dat de Opdrachtgever geen Meerjarig Onderhoud aan de Opdrachtnemer opdraagt.
3. Met betrekking tot de in § 4 lid 3 UAV-GC 2005 bedoelde eisen die voortvloeien uit het bijzonder gebruik dat van het Werk zal worden gemaakt, stellen partijen vast dat zij deze eisen voldoende met elkaar hebben besproken voorafgaande aan de ondertekening van deze Basisovereenkomst en dat deze eisen uitputtend in de Vraagspecificatie zijn vastgelegd.
4. Met inachtneming van het bepaalde in § 3 lid 9 UAV-GC 2005, betaalt de Opdrachtgever voor de realisatie van het Werk aan de Opdrachtnemer een totaalbedrag van Initiële contractwaarde euro exclusief BTW, zegge
euro.
Het voorgaande bedrag is opgebouwd uit de volgende componenten:
5. Het Werk dient met inachtneming van de in een bij de Vraagspecificatie gevoegde annex opgenomen planning door de Opdrachtnemer te worden gerealiseerd, en wel zodanig dat het conform het bepaalde in § 24 UAV-GC 2005 gereed is voor aanvaarding door de Opdrachtgever op uiterlijk 1 november 2013. Deze datum wordt door partijen aangemerkt als de in de Basisovereenkomst vastgelegde uiterste datum van oplevering.
Artikel 3 Contractdocumenten
1. De volgende contractdocumenten omschrijven in onderlinge samenhang de rechten en verplichtingen die voor partijen uit de Overeenkomst voortvloeien:
(a) de door partijen ingevulde en ondertekende Basisovereenkomst met inbegrip van de nota's van inlichtingen en het proces-verbaal van aanwijzing;
(b) de Vraagspecificatie, bestaande uit Algemeen, Eisen en Proces;
(c) de door partijen geparafeerde, bij de Vraagspecificatie gevoegde annexen met betrekking tot:
(I) de vergunningen, ontheffingen, beschikkingen en toestemmingen die door de Opdrachtgever moeten worden verkregen;
(II) de planning;
(III) het acceptatieplan;
(IV) het toetsingsplan Ontwerpwerkzaamheden;
(V) de vrijkomende materialen;
(VI) het overzicht van werkzaamheden die door nevenopdrachtnemers worden verricht alsmede van de tijdstippen waarop zij worden uitgevoerd en coördinatieovereenkomst;
(VII) de verrekening van wijzigingen van lonen, sociale lasten, prijzen, huren en vrachten;
(VIII) de stelposten;
(IX) de bankgarantie; (X) de verzekeringen;
(XI) de geschillenregeling Raad van Deskundigen;
(XII) wijzigingen UAV-GC 2005;
(XIII) informatie;
(XIV) verkeersmanagement; (XV) de garanties.
(XVI) prestatiemeten.
(d) de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor geïntegreerde contractvormen (UAV-GC 2005);
(e) de Aanbieding;
(f) de Documenten als bedoeld in § 1 sub d UAV-GC 2005, voor zover die door de Opdrachtnemer ter kennis zijn gebracht van de Opdrachtgever.
2. Indien contractdocumenten onderling tegenstrijdig zijn, geldt, tenzij een andere bedoeling uit de Overeenkomst voortvloeit, de volgende rangorde:
(a) de Basisovereenkomst;
(b) de Vraagspecificatie;
(c) de bij de Vraagspecificatie gevoegde annexen;
(d) de UAV-GC 2005;
(e) de Aanbieding;
(f) de Documenten als bedoeld in § 1 sub d UAV-GC 2005, voor zover die door de Opdrachtnemer ter kennis zijn gebracht van de Opdrachtgever.
Wanneer echter de kwaliteit van het aangebodene uitgaat boven de in de Vraagspecificatie geëiste kwaliteit of de Opdrachtnemer aanbiedt het Werk op een eerder tijdstip op te leveren dan door de Vraagspecificatie wordt geëist, prevaleert de Aanbieding boven alle andere contractdocumenten met uitzondering van de Basisovereenkomst.
3. De Opdrachtnemer is verantwoordelijk voor de inhoud van Documenten, voor onderlinge tegenstrijdigheden tussen twee of meer Documenten, alsmede voor onderlinge tegenstrijdigheden tussen verschillende onderdelen van één Document.
4. De Opdrachtgever is verantwoordelijk voor onderlinge tegenstrijdigheden tussen eisen in de Vraagspecificatie, alsmede voor de strijdigheden in de door hem verstrekte informatie. Het in dit lid bepaalde geldt ook voor onderlinge tegenstrijdigheden tussen de bij de Vraagspecificatie gevoegde annexen.
5. Het in lid 4 bepaalde laat onverlet de verplichting van de Opdrachtnemer om de Opdrachtgever te waarschuwen in geval van een in dat lid bedoelde klaarblijkelijke tegenstrijdigheid.
Artikel 4 Betekenis van het begrip 'dag'
Partijen verstaan onder ‘dag’ in de zin van deze Overeenkomst: kalenderdag.
Artikel 5 Ontwerpwerkzaamheden
De ontwerpwerkzaamheden betreffen het maken van een uitvoeringsontwerp, op basis van het definitieve ontwerp van de Opdrachtgever.
Artikel 6 Vergunningen, ontheffingen, beschikkingen en toestemmingen
1. Bij de Vraagspecificatie is door middel van een annex een overzicht gevoegd van de vergunningen, ontheffingen, beschikkingen en toestemmingen die de Opdrachtgever verkregen moet hebben voor de opzet en het gebruik van het Werk of die overigens nodig zijn voor het Werk en, indien overeengekomen, voor de realisatie van het Meerjarig Onderhoud.
2. De in lid 1 bedoelde annex bepaalt voor elke afzonderlijke vergunning, ontheffing, beschikking en toestemming de uiterste datum waarop de Opdrachtgever ze moet hebben verkregen.
3. De in § 10 lid 1 UAV-GC 2005 bedoelde vergunningen, ontheffingen, beschikkingen en toestemmingen, die niet vermeld staan in de in lid 1 bedoelde annex, moeten tijdig door de Opdrachtnemer zijn verkregen.
Artikel 7 Informatie en goederen die aan de Opdrachtnemer ter beschikking worden gesteld
1. Voor zover informatie niet reeds in de Vraagspecificatie is opgenomen, en gelet op het bepaalde in § 3 lid 1 sub a UAV-GC 2005, verplicht de Opdrachtgever zich de volgende informatie aan de Opdrachtnemer ter beschikking te stellen:
(a) geen
2. Voor zover een en ander niet reeds in de Vraagspecificatie is vastgelegd, en gelet op het bepaalde in § 3 lid 1 sub c UAV-GC 2005, verplicht de Opdrachtgever zich de volgende goederen aan de Opdrachtnemer ter beschikking te stellen:
(a) geen
Artikel 8 Vrijkomende materialen
Voor zover de Opdrachtgever op de hoogte is van de aanwezigheid van materialen die zullen vrijkomen in het kader van de Uitvoerings- en Onderhoudswerkzaamheden, vermeldt hij in een bij de Vraagspecificatie gevoegde annex wat er met die materialen moet gebeuren, als onderdeel van die Werkzaamheden. Indien er materialen tijdens die Werkzaamheden vrijkomen waaromtrent niets is bepaald in de bedoelde annex, bepaalt de Opdrachtgever binnen een redelijke termijn alsnog wat daar mee moet gebeuren. De Opdrachtnemer heeft in dat geval recht op kostenvergoeding en/of termijnsverlenging, met inachtneming van het bepaalde in § 44 lid 1 sub a UAV-GC 2005.
Artikel 9 Verband met andere werken
De aard van de in § 8 lid 1 UAV-GC 2005 bedoelde Werkzaamheden, alsmede het voorziene tijdstip waarop zij worden verricht, staan omschreven in een bij de Vraagspecificatie gevoegde annex. Deze Werkzaamheden worden gecoördineerd:
• door de Opdrachtnemer.
Artikel 10 Verrekening van wijzigingen van lonen, sociale lasten, prijzen, huren en vrachten
Verrekening van de in § 11 lid 3 UAV-GC 2005 bedoelde wijzigingen van lonen, sociale lasten, prijzen, huren en vrachten, vindt plaats conform de regeling die is opgenomen in een bij de Vraagspecificatie gevoegde annex.
Artikel 11 Toetsingsplan Ontwerpwerkzaamheden
Niet van toepassing.
Artikel 12 Acceptatieplan
Bij de Vraagspecificatie is door middel van een annex een acceptatieplan gevoegd. In dit acceptatieplan zijn vastgelegd:
(a) een opsomming van de door de Opdrachtnemer ter Acceptatie voor te leggen Documenten, gemachtigden en zelfstandige hulppersonen die de Opdrachtnemer voornemens is aan te wijzen of in te schakelen in het kader van de Overeenkomst, alsmede van specifieke Werkzaamheden of resultaten van Werkzaamheden,
(b) de tijdstippen waarop de Opdrachtnemer de sub a bedoelde Documenten, zelfstandige hulppersonen, Werkzaamheden en resultaten van Werkzaamheden ter Acceptatie moet voorleggen,
(c) de Documenten die de Opdrachtnemer moet overleggen telkens wanneer een verzoek tot Acceptatie wordt ingediend,
(d) de geobjectiveerde criteria waaraan de Documenten, gemachtigden, zelfstandige hulppersonen, Werkzaamheden en resultaten van Werkzaamheden moeten voldoen om voor Acceptatie in aanmerking te komen en
(e) de termijn waarbinnen de Opdrachtgever aan de Opdrachtnemer moet meedelen of de hier bedoelde Documenten, gemachtigden, zelfstandige hulppersonen, Werkzaamheden of resultaten van Werkzaamheden als geaccepteerd worden beschouwd.
Artikel 13 Bewijslast ingeval van gebreken of tekortkomingen
1. Indien na de feitelijke datum van oplevering een gebrek in een of meer van de volgende onderdelen van het Werk aan het licht komt, dient de Opdrachtnemer in afwijking van het bepaalde in § 28 lid 1 sub (a) UAV-GC 2005 te bewijzen dat die gebreken niet te wijten zijn aan zijn schuld, en dat zij evenmin krachtens wet, rechtshandeling of de in het verkeer geldende opvattingen voor zijn rekening komen:
betreffende alle onderdelen van het Werk.
Artikel 14 Betalingsregeling
1. Het in § 33 lid 6 UAV-GC 2005 bedoelde adres luidt: Rijkswaterstaat Zeeland
T.a.v. de crediteurenadministratie Postbus 8185
0000 XX XXXXXXX
2. De in § 33 lid 6 UAV-GC 2005 bedoelde gegevens betreffen:
(a) het zaaknummer: 31052560
(b) het bestelnummer:
Artikel 15 Stelposten
Met betrekking tot het bepaalde in § 34 lid 1 UAV-GC 2005 komen partijen overeen dat
• de stelposten vermeld staan in het overzicht dat is opgenomen in een bij de Vraagspecificatie gevoegde annex.
Artikel 16 Boetebeding en bonus
1. Het bedrag aan boetes dat door de Opdrachtgever aan de Opdrachtnemer kan worden opgelegd uit hoofde van deze Overeenkomst is in totaal beperkt tot 10% van het in artikel 2, lid 4 van deze Basisovereenkomst genoemde totaalbedrag, zoals dit geldt op de datum van opdrachtverlening.
Indien het totaalbedrag aan boetes dat door de Opdrachtgever aan de Opdrachtnemer is opgelegd het genoemde maximum heeft bereikt, is de Opdrachtgever gerechtigd deze Overeenkomst met onmiddellijke ingang te ontbinden, zonder dat ter zake een ingebrekestelling noodzakelijk is.
De Opdrachtgever is na ontbinding gerechtigd het Werk en/of het Meerjarig Onderhoud te voltooien of te doen voltooien en heeft recht op schadevergoeding, waaronder vergoeding van eventuele extra kosten die de Opdrachtgever moet maken om het Werk en/of het Meerjarig Onderhoud te voltooien of te doen voltooien.
Het bepaalde in § 16 lid 9 UAV-GC 2005 is van toepassing.
Voor de toepassing van § 40 lid 4 UAV-GC 2005 wordt het bereiken van het maximum van 10% aangemerkt als een toerekenbare tekortkoming aan de zijde van de Opdrachtnemer.
2. Het bepaalde in lid 1 is uitdrukkelijk niet van toepassing op de EMVI-sancties genoemd in lid 3.
3. Indien de Opdrachtnemer op (onderdelen van) kwaliteit- of prestatiecriteria die zijn gesteld in het kader van de aanbesteding van deze opdracht (EMVI- beoordeling), minder realiseert dan wel naar vermoeden minder zal realiseren, dan hij bij inschrijving heeft aangeboden, zal hij schriftelijk in gebreke worden gesteld. Indien de Opdrachtnemer ten aanzien van die criteria desondanks uiteindelijk minder realiseert dan hij heeft aangeboden, zal een EMVI-sanctie worden opgelegd. Deze EMVI-sanctie is een inhouding op het totaalbedrag als genoemd in artikel 2 lid 4 van deze Basisovereenkomst ter grootte van anderhalf (1,5) maal het verschil tussen de bij de EMVI-beoordeling behaalde kwaliteitswaarde en de gerealiseerde kwaliteitswaarde, berekend conform de EMVI-beoordelingsmethodiek.
4. De in § 36 lid 3 UAV-GC 2005 bedoelde boetebedragen luiden als volgt:
(a) Mijlpaaldatum: artikel 2 lid 5 (Werk gereed voor aanvaarding door Opdrachtgever) € 2.500,- per dag dat de overschrijding voortduurt.
(b) Mijlpaaldata: zie Xxxxx XX. € 2.500,- per dag dat de overschrijding voortduurt.
(c) Tekortkoming: Indien door de Opdrachtgever een tekortkoming in het naleven van de contractuele verplichtingen wordt geconstateerd € 5.000,- per tekortkoming.
(d) Transportroutes: indien wordt afgeweken van de in dit contract voorgeschreven transportroutes € 1.000,- per geconstateerde overtreding.
5. Minderkosten voortvloeiend uit het minder aanbrengen van waterremmende onderlaag worden als wijziging verrekend tegen de tarieven in bijlage H van het Inschrijvings- en beoordelingsdocument. De Opdrachtnemer mag op deze minderkosten 25% in mindering brengen.
Artikel 17 Zekerheidstelling
1. Partijen komen overeen dat de Opdrachtnemer verplicht is de in § 38 lid 1 UAV-GC 2005 bedoelde zekerheid te stellen voor de nakoming van zijn verplichtingen met betrekking tot de realisatie van het Werk als bedoeld in artikel 2 lid 1, conform de bankgarantie die is opgenomen in de bij de Vraagspecificatie gevoegde annex.
De waarde van de te stellen zekerheid is gelijk aan 5% van het in artikel 2 lid 4 vastgelegde totaalbedrag.
Artikel 18 Raad van Deskundigen
Partijen leggen hun geschillen zoals omschreven in § 47 lid 2 UAV-GC 2005 niet ter beslechting voor aan de Raad van Deskundigen.
Artikel 19 Stimuleringsregeling Bewuste Bouwers
1. In het kader van maatschappelijk verantwoord ondernemen stimuleert de Opdrachtgever dat de Opdrachtnemer bij de realisatie van het Werk zich gedraagt als ‘Bewuste Xxxxxx’ in relatie tot de omgang met omwonenden, de omgevingsveiligheid, de verzorging van de bouwplaats en het milieu.
2. De Opdrachtnemer maakt voor ieder jaar waarin hem een ‘certificaat Bewuste Bouwers’ is toegekend zoals afgegeven door de Stichting Bewuste Bouwers (xxx.xxxxxxxxxxxxxx.xx), tot aan de datum van oplevering, aanspraak op een vergoeding conform onderstaande tabel:
In artikel 2 lid 4 bedoelde totaalbedrag (in miljoen euro) | Vergoeding in het eerste jaar van toekenning (excl. BTW) | Vergoeding per daarop volgend jaar van toekenning (excl. BTW) |
0 tot 1 | € 500,00 | € 500,00 |
1 tot 6 | € 750,00 | € 500,00 |
6 tot 12 | € 1.000,00 | € 750,00 |
12 tot 21 | € 1.250,00 | € 1.000,00 |
21 tot 33 | € 1.500,00 | € 1.250,00 |
33 tot 45 | € 1.750,00 | € 1.500,00 |
45 tot 75 | € 2.000,00 | € 1.750,00 |
75 tot 100 | € 2.250,00 | € 2.000,00 |
≥ 100 | € 2.500,00 | € 2.250,00 |
3. Betaling van de in lid 2 genoemde vergoeding geschiedt op afzonderlijke factuur, onafhankelijk van termijnen, tegen overlegging van een kopie van het aan hem toegekende certificaat, alsmede een kopie van de factuur voor het betreffende certificaat van de Stichting Bewuste Bouwers.
Aldus opgemaakt en in twee-voud ondertekend, te Middelburg
op
de Opdrachtgever
DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU
namens deze,
DE HOOFDINGENIEUR-DIRECTEUR RIJKSWATERSTAAT DIENST ZEELAND,
te op
de Opdrachtnemer
naam:
Vraagspecificatie Algemeen (Engineering en Construct)
Verbeteren van de glooiingsconstructie ter plaatse van Borrendamme Polder Schouwen, Cauwersinlaag, Havenkanaal West tussen dp 161+10m en dp 198+50m met bijkomende werken in de gemeente Schouwen-Duiveland.
Zaaknummer: 31052560
WERKBESTEK
1e Nota van Inlichtingen 2e Nota van Inlichtingen
Rijkswaterstaat 2012
Toonaangevend Opdrachtgever
In het ondernemingsplan 2012 stelt Rijkswaterstaat zich ten doel een Toonaangevend Opdrachtgever (TOG) te zijn. Dit betekent dat Rijkswaterstaat de markt maximaal laat bijdragen aan het realiseren van de publieke doelen, dat Rijkswaterstaat de kennis in de markt optimaal gebruikt, stimuleert tot vernieuwing en de interne werkprocessen efficiënt heeft georganiseerd. TOG gaat om bewustwording in de eigen organisatie om de samenwerking met marktpartijen te verbeteren.
Colofon 1.0
Uitgegeven door Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Rijkswaterstaat Zeeland Postbus 5014
0000 XX Xxxxxxxxxx
Datum 23 oktober 2012
Status Definitief
Versienummer 1.0
Inhoud
1 Inleiding 4
1.1 Doel van de Vraagspecificatie 4
1.2 Documentstructuur van de Vraagspecificatie 4
1.3 Uitgangspunten van de Overeenkomst 4
1.4 Basisprincipes van de Overeenkomst 5
1.4.1 De Overeenkomst 5
1.4.2 Relatie Opdrachtgever – Opdrachtnemer 5
1.4.3 Projectorganisatie van de Opdrachtgever 5
1.5 Contractbeheersingsfilosofie 5
2 Missie en doelstellingen 7
2.1 Missie van Rijkswaterstaat 7
2.2 Doelstellingen voor het waterkeringsysteem 7
2.2.1 Doel 1: Waterveiligheid 7
2.2.2 Doel 2: Minimale verkeershinder / maximale doorstroming 7
2.2.3 Doel 3: Publieksgericht handelen 7
2.2.4 Doel 4: Duurzaamheid 7
2.2.5 Doel 5: Behoud ecologische waarden 7
3 Scope en Werkzaamheden volgens de Overeenkomst 8
3.1 De Scope 8
3.2 Soort Werkzaamheden 8
4 Begripsbepalingen en afkortingen 9
4.1 Begripsbepalingen 9
4.2 Afkortingen 9
5 Van toepassing zijnde documenten 10
5.1 Versies 10
5.2 Bekendheid van de Opdrachtnemer met wetten, regelgeving c.a. 10
5.3 Verkrijgbaarheid RWS-normen, richtlijnen en publicaties 10
5.4 Rangorde 10
5.5 Lijst met informatieve documenten 10
5.5.1 Toelichting 10
5.5.2 Verantwoordelijkheid interpretatie informatieve documenten 11
1 Inleiding
1.1 Doel van de Vraagspecificatie
De Vraagspecificatie maakt onderdeel uit van de Overeenkomst (zaaknr. 31052560) voor het verbeteren van de glooiingsconstructie ter plaatse van Borrendamme Polder Schouwen, Cauwersinlaag, Havenkanaal West tussen dp 161+10m en dp 198+50m met bijkomende werken in de gemeente Schouwen-Duiveland.
De Vraagspecificatie beschrijft de eisen die de Opdrachtgever stelt aan de Werkzaamheden en de resultaten daarvan.
1.2 Documentstructuur van de Vraagspecificatie
Vraagspecificatie
Vraagspecificatie Proces
Vraagspecificatie Eisen
Annexen
Vraagspecificatie Algemeen
De Vraagspecificatie bestaat uit drie documenten, annexen en bijlagen bij de documenten:
• Vraagspecificatie Algemeen: dit document beschrijft de opzet van de contractdocumenten, de contractbeheersingsfilosofie en de geest van de Overeenkomst. Tevens worden de documenten genoemd die informatie geven over de bestaande situatie en wordt een overzicht gegeven van de afkortingen die in de verschillende tot de Vraagspecificatie behorende documenten worden gebruikt.
• Vraagspecificatie Eisen: dit document beschrijft aan welke eisen de onderdelen van het object gedurende de looptijd van de Overeenkomst dienen te voldoen;
• Vraagspecificatie Proces: dit document beschrijft de eisen die worden gesteld aan diverse processen. Tevens wordt in dit deel aangegeven aan welke processen de Opdrachtnemer in elk geval invulling moet geven in zijn projectmanagementplan.
Daarnaast zijn er een aantal annexen, tekeningen en bijlagen bij de Vraagspecificatie.
1.3 Uitgangspunten van de Overeenkomst
De Opdrachtgever beoogt de in de scope aangegeven locaties in het areaal van de Dienst Zeeland die onvoldoende functioneren tot dat niveau te brengen dat het
integrale systeem weer goed functioneert. In de Overeenkomst worden maatregelen voorgeschreven die de Opdrachtnemer moet uitvoeren. In sommige gevallen is de Opdrachtnemer vrij zelf te bepalen welke maatregelen genomen moeten worden om aan de eisen te voldoen.
In het kader van de Overeenkomst wordt van de Opdrachtnemer verwacht dat hij
• publieksgericht werkt waarbij de beschikbaarheid van het systeem zo groot mogelijk en de hinder voor het (vaar)wegverkeer zo minimaal mogelijk is;
• de processen binnen de Overeenkomst beheersbaar tot stand brengt met gebruikmaking van kwaliteitsborging en zelf aantoont dat voldaan wordt aan de uit de Overeenkomst voortvloeiende eisen;
• zich tot doel stelt de kwaliteit te toetsen en, indien nodig, te verbeteren door invulling te geven aan een zelflerende organisatie.
1.4 Basisprincipes van de Overeenkomst
1.4.1 De Overeenkomst
De Opdrachtgever stelt zich tot doel om infrastructuur en waterkeringen op een doelmatige, efficiënte en gebruikersvriendelijke manier te beheren. In dat kader omvat de Overeenkomst eisen waaraan de objecten moeten voldoen en aan de processen om het Werk te kunnen uitvoeren.
1.4.2 Relatie Opdrachtgever – Opdrachtnemer
De Overeenkomst beoogt een andere relatie tussen de Opdrachtgever en de Opdrachtnemer dan bij traditionele contracten. Er is geen sprake meer van een ‘aannemer’ die vrijwel uitsluitend uitvoert, maar van de Opdrachtnemer die uitvoert. De Overeenkomst gaat (meer) uit van gelijkwaardigheid tussen de Opdrachtnemer en de Opdrachtgever en richt zich meer op een positieve samenwerking tussen de contractpartijen.
1.4.3 Projectorganisatie van de Opdrachtgever
Bij de voorbereiding en de uitvoering van de Overeenkomst, is door de Opdrachtgever een projectorganisatie ingericht die is gebaseerd op het zogeheten IPM-model (IPM = Integraal Projectmanagement). Hierin worden vijf rollen onderscheiden:
1. Projectmanager: geeft leiding aan het projectteam en is verantwoordelijk voor het bereiken van het projectresultaat;
2. Contractmanager: is verantwoordelijk voor de inkoop en beheersing van de uitvoeringswerkzaamheden;
3. Technisch Manager: is verantwoordelijk voor de technisch inhoudelijke inbreng in het project;
4. Omgevingsmanager: is verantwoordelijk voor de interactie met de omgeving en voert regie over vergunningen, milieu en schadeafhandeling;
5. Manager projectbeheersing: is verantwoordelijk voor de beheersing van het project waaronder de planning, de financiën, de kwaliteit en het documentenbeheer.
De contractmanager is de gemachtigde van de Opdrachtgever.
1.5 Contractbeheersingsfilosofie
Voor de onderhavige Overeenkomst is gekozen voor een aanpak van systeemgerichte contractbeheersing door de Opdrachtgever. De Opdrachtgever
wenst zoveel mogelijk op afstand te blijven staan van het proces en product van de Opdrachtnemer. Desondanks heeft de Opdrachtgever een maatschappelijke verantwoordelijkheid bij de realisatie van het Werk. Met het oog daarop wordt van de Opdrachtnemer een beheerste werkwijze en borging geëist. De eisen die gesteld worden aan de beheerste werkwijze zijn nader uitgewerkt in de Vraagspecificatie Proces. Indien de Opdrachtnemer een werkwijze implementeert die voldoet aan de eisen uit de Vraagspecificatie Proces, hetgeen hij aan de Opdrachtgever inzichtelijk moet maken, geeft dit de Opdrachtgever in beginsel het vertrouwen dat het eindresultaat aan de gestelde eisen zal gaan voldoen.
Om dit vertrouwen te onderbouwen toetst de Opdrachtgever. De toetsen worden op basis van het risicoregister ingepland. Gegeven de wens om op afstand te blijven toetst de Opdrachtgever met name of de Opdrachtnemer werkt volgens zijn kwaliteitsmanagementsysteem en of de registraties van de Opdrachtnemer betrouwbaar zijn. Om tot dit oordeel te kunnen komen maakt de Opdrachtgever gebruik van een mix van systeem-, proces- en producttoetsen.
Het toetsresultaat van de toetsen door de Opdrachtgever kan zijn een:
- positieve bevinding;
- negatieve bevinding;
- tekortkoming (zwaarwegende negatieve bevinding);
- aandachtspunt.
2 Missie en doelstellingen
2.1 Missie van Rijkswaterstaat
Rijkswaterstaat is de uitvoeringsorganisatie die in opdracht van de Minister en Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu de nationale infrastructurele netwerken beheert en ontwikkelt.
Rijkswaterstaat vervult daartoe de rollen van:
• de beheerder die de waterveiligheid bewaakt;
• de infraprovider die ervoor zorgt dat de netwerken worden beheerd en ontwikkeld;
• de verkeersmanager die er voor zorgt dat het verkeer op hoofd(vaar)wegen soepel en veilig verloopt;
• de netwerkmanager die aansluiting zoekt bij het geheel van wegen en vaarwegen en daardoor intensief samenwerkt met andere netwerkbeheerders, regionale partners en gebruikers en belanghebbenden om een goede afweging te maken tussen beheer en verkeer;
• de watermanager die de hoofdstromen in de hand houdt.
Vanuit haar rollen beschikt Rijkswaterstaat over veel informatie over water in Nederland en het verkeer over weg en water. Die informatie deelt Rijkswaterstaat met een ieder die daar belang bij heeft.
2.2 Doelstellingen voor het waterkeringsysteem
De Opdrachtgever streeft met de Overeenkomst en de in de Vraagspecificatie opgenomen eisen de onderstaande doelstellingen na.
2.2.1 Doel 1: Waterveiligheid
Werkzaamheden aan het waterkeringsysteem worden zodanig uitgevoerd dat na gereedkomen van het Werk het waterkeringsysteem een storm met een overschrijdingskans van 1 : 4000 kan weerstaan.
2.2.2 Doel 2: Minimale verkeershinder / maximale doorstroming
De Werkzaamheden aan het waterkeringsysteem wordt op zodanige wijze uitgevoerd dat zo min mogelijk (vaarweg)verkeershinder ontstaat en de doorstroming van het (vaarweg)verkeer zo min mogelijk wordt beperkt.
2.2.3 Doel 3: Publieksgericht handelen
Bij het uitvoeren van de Werkzaamheden aan het waterkeringsysteem wordt rekening gehouden met de wensen van het publiek en de weggebruikers.
2.2.4 Doel 4: Duurzaamheid
Werkzaamheden aan het waterkeringsysteem vinden op een zodanige wijze plaats dat het milieu niet, of indien dit onontkoombaar is, zo min mogelijk wordt belast.
2.2.5 Doel 5: Behoud ecologische waarden
Werkzaamheden aan het waterkeringsysteem worden zodanig uitgevoerd dat natuurwaarden in (weg)bermen, oevers en andere groene terreinen worden behouden en waar mogelijk worden bevorderd.
3 Scope en Werkzaamheden volgens de Overeenkomst
3.1 De Scope
De opdracht voor het project Zeeweringen is als volgt geformuleerd: Het, waar nodig, (doen) verbeteren van de gezette steenbekledingen op het buitentalud van de zeeweringen in Zeeland.
Alle onderdelen van het buitentalud van de beschouwde dijkvakken worden door het project aan nader onderzoek onderworpen. De onderdelen van het buitentalud die hierbij ‘onvoldoende’ scoren worden vervolgens verbeterd.
Het project moet leiden tot een verbetering van de dijkvakken langs de Westerschelde en Oosterschelde, zodanig dat bij een toetsing aan de randvoorwaarden op grond van de Waterwet deze de beoordeling ‘goed’ krijgen en de levensduur ten minste 50 jaar bedraagt.
3.2 Soort Werkzaamheden
De Overeenkomst omvat:
1. het aanpassen van onderdelen van het object dan wel het verwijderen en vervangen van onderdelen van het object.
2. Het uitvoeren van bijkomende werkzaamheden omschreven in deze overeenkomst.
4 Begripsbepalingen en afkortingen
4.1 Begripsbepalingen
In de Vraagspecificatie wordt door partijen de bijbehorende betekenis toegekend aan de volgende gebezigde woorden:
Waterkering: Constructie die oppervlaktewater begrenst en tegenhoudt zodat het achtergelegen gebied niet kan overstromen.
Glooiing: Deel van de buitenzijde van de dijk wat voorzien is van een steenbekleding voor het weerstaan van de golfbelasting.
Bekleding: De constructie waarmee de waterkering wordt bekleed om de golfbelasting te kunnen weerstaan. Deze kan bestaan uit steen, beton, asfalt, klei, gras of andere golfbestendige materialen.
Bouwstoffen: de in het Werk te brengen materialen, voorwerpen, onderdelen, installaties, grond van allerlei soort en dergelijke.
4.2 Afkortingen
Afkorting | Betekenis |
PMP | Projectmanagementplan |
PSU | Project Startup bijeenkomst |
RWS | Rijkswaterstaat |
SCB | Systeemgerichte contractbeheersing |
Dp / dp | Dijkpaal |
5 Van toepassing zijnde documenten
5.1 Versies
Daar waar in de Vraagspecificatie een reglement, norm, praktijkrichtlijn, aanbeveling, beoordelingsrichtlijn of een andere publicatie is vermeld, is deze geheel van toepassing op de Werkzaamheden, zoals deze twee maanden voor de dag van aanbesteding van deze Overeenkomst luidt, tenzij daarvan in deze Overeenkomst wordt afgeweken.
5.2 Bekendheid van de Opdrachtnemer met wetten, regelgeving c.a. De Opdrachtnemer wordt geacht bekend te zijn met alle in de Vraagspecificatie genoemde reglementen, normen, praktijkrichtlijnen, aanbevelingen, beoordelingsrichtlijnen en andere publicaties.
De Opdrachtnemer wordt tevens geacht bekend te zijn met wetten, reglementen, normen, praktijkrichtlijnen, aanbevelingen, beoordelingsrichtlijnen of andere publicaties die niet zijn opgenomen in de Vraagspecificatie, maar van belang zijn of van toepassing zijn op de door hem te verrichten Werkzaamheden en/of resultaten daarvan.
5.3 Verkrijgbaarheid RWS-normen, richtlijnen en publicaties
Normen, richtlijnen en overige publicaties waarvan RWS de auteur is, kunnen kosteloos worden opgevraagd bij:
Rijkswaterstaat Zeeland Afdeling Inkooporganisatie
Postbus 5014, 4330 KA Middelburg Tel.
Fax. 0000-000 000
5.4 Rangorde
Indien tegenstrijdigheid bestaat tussen de eisen in de Vraagspecificatie, reglementen, normen, praktijkrichtlijnen, aanbevelingen, beoordelingsrichtlijnen of andere publicaties, dan geldt onderstaande rangorde, in aanvulling op de rangorde die reeds in de Basisovereenkomst (artikel 3 lid 2) is aangebracht:
1. Eisen uit de Vraagspecificatie
2. Eisen volgend uit de Documenten
5.5 Lijst met informatieve documenten
5.5.1 Toelichting
In het kader van deze Overeenkomst wordt de volgende informatie aan de Opdrachtnemer ter beschikking gesteld.
Titel Datum/ Mee- Versie gele- verd | ||
Rijkswaterstaat Brede Afspraak Duurzaam inkopen xxx.xxx.xx/xxxxxxxxxxxxxxx | Datum aanbesteding | Nee |
Gedragscode Flora- en Faunawet voor waterschappen http://xxx.xxx.xx/files_content/studiemateriaal/Gedragscode% 20Flora-%20en%20Faunawet%20voor%20Waterschappen.pdf | 2005 | Nee |
Waterstanden xxx.xxxxx.xx en xxx.xxxxxxxxxxxxxxxx.xx | Nee | |
Kaart dieptelijnen, mosselpercelen en visvakken | Ja | |
Profielen peilraaien in DWG | Ja | |
Sonderingen dijkvak Borrendamme Polder Schouwen Havenkanaal Zierikzee | Ja | |
Foto’s dijkvak | Xx | |
DWG-bestanden | Ja | |
Richtlijnen Vaarwegen RVW 2005 | Nee | |
Verkeerskundige Afspraken Scheepvaart | Nee | |
Bovenaanzicht contourlijnen Vooroeverbestorting Cauwersinlaag (paarse contour) met daarin aangebrachte kunstriffen | Ja |
5.5.2 Verantwoordelijkheid interpretatie informatieve documenten
De Opdrachtnemer is verantwoordelijk voor de interpretatie van de informatie en dient die informatie voor zover nodig zelf aan te vullen. De Opdrachtgever is niet aansprakelijk voor op de informatieve documenten gebaseerde conclusies of gekozen uitgangspunten.
Voor onjuistheden in de verstrekte informatie die de Opdrachtnemer redelijkerwijs had moeten ontdekken, is de Opdrachtgever evenmin aansprakelijk. Voor het overige mag de Opdrachtnemer uitgaan van de juistheid van de feitelijke informatie indien en voorzover noch door de Opdrachtgever noch door de opsteller een voorbehoud ten aanzien van de juistheid is gemaakt.
Annexen bij de Vraagspecificatie
Verbeteren van de glooiingsconstructie
ter plaatse van Borrendamme Polder Schouwen, Cauwersinlaag, Havenkanaal West tussen dp 161+10m en dp 198+50m met bijkomende werken in de gemeente Schouwen-Duiveland.
ID 31052560
Datum 23 oktober 2012
Status Definitief
WERKBESTEK
1e Nota van Inlichtingen 2e Nota van Inlichtingen 3e Nota van Inlichtingen
Colofon 1.0
Uitgegeven door Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Rijkswaterstaat Zeeland Postbus 5014
0000 XX Xxxxxxxxxx
Informatie Telefoon Fax Datum Status
Versienummer
0118 – 622 999
23 oktober 2012 Definitief
1.0
Inhoud
ANNEX I De vergunningen, ontheffingen, beschikkingen en toestemmingen die door de Opdrachtgever moeten worden verkregen 4
ANNEX II De Planning 5
XXXXX XXX Het acceptatieplan 6
XXXXX XX Het toetsingsplan Ontwerpwerkzaamheden 8
ANNEX V De vrijkomende materialen 9
ANNEX VI Het overzicht van werkzaamheden die door Nevenopdrachtnemers worden verricht alsmede van de tijdstippen waarop zij worden uitgevoerd en coördinatieovereenkomst 11
XXXXX XXX De verrekening van wijzigingen van lonen, sociale lasten, prijzen, huren en vrachten 12
XXXXX XXXX De stelposten 14
ANNEX IX De bankgarantie 15
ANNEX X De verzekeringen 18
XXXXX XX De geschillenregeling Raad van Deskundigen 19
ANNEX XII Wijzigingen UAV-GC 2005 20
ANNEX XIII Informatie 22
ANNEX XIV Verkeersmanagement 23
ANNEX XV De garanties 25
ANNEX XVI Prestatiemeten 26
ANNEX I De vergunningen, ontheffingen, beschikkingen en toestemmingen die door de Opdrachtgever moeten worden verkregen
Artikel 1 Vergunningen, ontheffingen, beschikkingen en toestemmingen
De volgende vergunningen zijn door de Opdrachtgever reeds aangevraagd en/of aan Opdrachtgever verleend:
Besluit/ Instrument | Wet | Activiteit | Bevoegd gezag | Opmerking |
Vergunning | Natuur- beschermings wet 1998 | Grenzen werkterrein binnen Natura 2000 gebied. Grenzen werkterrein binnen beschermingszones volgens de Europese Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn. | Provincie Zeeland / Ministerie van ELI | Met de uitvoering niet starten voordat een vergunning is verleend. |
Beoordelings- besluit | MER- beoordeling | Beoordeling of een MER- procedure al dan niet noodzakelijk is. | Waterschap Scheldestromen | Met de uitvoering niet starten voordat een brief met de uitkomst van deze beoordeling binnen is. |
Vergunning | Waterwet | - Goedkeuring in het kader van de Waterwet. (Voorheen Wet op de Waterkering) - Vergunning t.b.v. activiteiten voorgeschreven in de overeenkomst in, op, nabij waterkeringen (zoals het ophogen van strandjes, het vestigen van een tijdelijk depot op een waterkering en het aanbrengen van een tijdelijke loslocatie). | Provincie Zeeland Beheerder | Met de uitvoering niet starten voordat een goedkeuring of vergunning is verleend. |
Melding | Melding Activiteiten- besluit | Xxxxxxx van het in gebruik nemen van een tijdelijk depot (type B). | Gemeente | Met de uitvoering niet starten voordat een melding is gedaan. |
Verkeersbesluit | Wegenverkeer swet 1994 RVV 1990 | Gesloten verklaringen, parkeerverboden, snelheidsbeperkingen, etc. | Wegbeheerders | Met de uitvoering niet starten voordat het besluit is vastgesteld. |
Daarnaast zal de Opdrachtgever de volgende procedures doorlopen:
Besluit/Instrument | Activiteit | Bevoegd gezag | Opmerking | |
Niet van toepassing |
Artikel 2 Kabels en leidingen
Niet van toepassing
ANNEX II De Planning
In overeenstemming met artikel 2 lid 5 van de Basisovereenkomst en met inachtneming van het gestelde in §7 UAV-GC 2005 dient de Opdrachtnemer bij de uitvoering van de Overeenkomst de volgende data en de eventueel in de Vraagspecificatie daarop betrekking hebbende eisen in acht te nemen:
Nr. | Raakvlak | Toelichting | Datum | Datum gereed |
1 | Verwijderen van bestaande steenbekledingen en het verrichten van ontgravingen in de primaire waterkering | Wettelijke bepaling met betrekking tot werkzaamheden aan de primaire waterkering in relatie tot stormseizoen | 1 april 2013 | 1 oktober 2013 |
2 | Starten met maaiwerk, inclusief binnenbeloop tussen dp 161+10m en dp 198+50m | Tijdig starten, om zo te voorkomen dat vogels in het hoge gras gaan broeden | Voor 1 maart 2013 | |
3 | Starten met uitvoeringswerkzaamheden | Verwachte zettingen en wateroverspanningen bij ophogingen Transportroute vóór 1 februari 2013 nog niet gereed (realisatie door derden | 1 februari 2013 | |
4 | Starten met Uitvoeringswerkzaamheden | Tijdig starten, om zo te voorkomen dat vogels in de nabijheid van het werk gaan broeden | Voor 1 maart 2013 | |
5 | Uitvoeren werkzaamheden tussen dp 161+10m en dp 182 Gebruik depot binnendijks bij dp 162 Transporten via Boerenweg/Klerksweg | Maatregel met betrekking tot vogels | 12 juli 2013 |
Met betrekking tot de uiterste datum van oplevering van het Werk wordt verwezen naar artikel 2 lid 5 van de Basisovereenkomst. Voor eventuele tussentijdse aanvaarding van onderdelen van het Werk wordt verwezen naar artikel 2 lid 6 van de Basisovereenkomst.
ANNEX III Het acceptatieplan
Document(en) ter Acceptatie | Moment van indienen | Aantal exemplaren | Acceptatie- termijn (dagen) | Document waarin eisen zijn verwoord |
Een en ander conform Basisovereenkomst | ||||
art. 12 sub a | art. 12 sub b | art 12 sub c | art 12 sub d | art.12 sub e |
Projectmanagement | ||||
Projectmanagementplan (inclusief eventuele onderliggende plannen per deelproces) | 28 dagen na opdrachtverlening | 2x analoog 1x digitaal | 14 dagen | Vraagspecificatie Proces |
Voortgangsrapport | 7 dagen voor het te houden voortgangsoverleg | 2x analoog 1x digitaal | 7 dagen | Vraagspecificatie Proces |
Werkplan Duurzaamheid | Bij PMP | 2x analoog 1x digitaal | 14 dagen | Vraagspecificatie Proces |
Omgevingsmanagement | ||||
Bewegwijzeringsplan | 14 dagen vóór aanvang transportbewegingen | 1x analoog 1x digitaal | 7 dagen | Annex XIV |
Technisch management | ||||
Freesplan (onderdeel van Plan vrijkomende materialen) | Bij PMP | 2x analoog 1x digitaal | 14 dagen | Vraagspecificatie Proces |
Monitorings- en actieplan ophoging | Bij PMP | 2x analoog 1x digitaal | 14 dagen | Vraagspecificatie Proces |
Verificatieplan | Bij PMP | 2x analoog 1x digitaal | 21 dagen | Vraagspecificatie Proces |
Keuringsplan | Bij PMP | 2x analoog 1x digitaal | 14 dagen | Vraagspecificatie Proces |
Opleverdossier | 28 dagen na oplevering | Zie Vraag- specificatie Proces | 28 dagen | Vraagspecificatie Proces |
Plan vrijkomende materialen | 21 dagen vóór start Uitvoerings- werkzaamheden | 2x analoog 1x digitaal | 14 dagen | Vraagspecificatie Proces |
Werktekeningen | 21 dagen vóór start Uitvoerings- werkzaamheden | 2x analoog 1x digitaal | 14 dagen | Vraagspecificatie Proces |
Projectbeheersing | ||||
Overall planning | Bij PMP | 4x analoog 1x digitaal | 14 dagen | Vraagspecificatie Proces |
Financieel management | ||||
Verzoek tot aanvraag Prestatieverklaring | 2x analoog 1xdigitaal | 14 dagen | Vraagspecificatie Proces | |
Bankgarantie | Vóór de opdracht- verlening | 1x analoog | 7 dagen | Vraagspecificatie Proces |
Projectondersteuning | ||||
Integraal Veiligheidsplan | 28 dagen na | 2x analoog | 14 dagen | Vraagspecificatie |
opdrachtverlening | 1xdigitaal | Proces | ||
Eigen Verklaring (Zelfstandige Hulppersoon) conform Vraagspecificatie Proces | 7 dagen vóór Start Werkzaamheden zelfstandig hulppersoon | 2x analoog 1xdigitaal | 7 dagen | Vraagspecificatie Proces |
XXXXX XX Het toetsingsplan Ontwerpwerkzaamheden
Niet van toepassing.
ANNEX V De vrijkomende materialen
Deze annex V Vrijkomende materialen dient gelezen te worden in samenhang met de bepalingen over vrijkomende materialen in Vraagspecificatie Proces.
Artikel 1 Vrijkomende materialen
1 Onder vrijkomende materialen worden verstaan alle materialen die bij het verrichten van de Werkzaamheden uit hun uitgangspositie worden verplaatst (b.v door ontgraven, breken, slopen, frezen, opnemen enz.). Ook vrijkomende grond en baggerspecie wordt beschouwd als vrijkomend materiaal.
2 Vrijkomende materialen dienen zoveel mogelijk nuttig binnen het Werk, dan wel elders te worden toegepast.
3 Vrijkomende materialen die wettelijk niet mogen worden toegepast of in het Werk niet nuttig kunnen worden toegepast, worden, tenzij anders in deze Overeenkomst is vastgelegd, eigendom van de Opdrachtnemer.
4 De vrijkomende materialen die eigendom worden van de Opdrachtnemer dienen, tenzij anders in deze Overeenkomst is vastgelegd, direct van het werkterrein te worden afgevoerd door een erkende vervoerder die voorkomt op de VIHB lijst van nationaal erkende afvalvervoerders.
5 Op het moment dat de vrijkomende materialen van het werkterrein worden verwijderd, worden deze vrijkomende materialen geacht te zijn geleverd, zoals bedoeld in artikel 3:84 BW.
Artikel 2 Uitzonderingen
1 De volgende vrijkomende materialen die van het werkterrein worden verwijderd, worden geen eigendom van de Opdrachtnemer:
1 Teerhoudende verhardingen dienen conform de vigerende richtlijnen te worden verwijderd en voor thermische verwerking afgevoerd te worden van het werkterrein naar een door het bevoegd gezag erkende thermische verwerkingsinrichting.
2 Baggerspecie afkomstig uit Rijksoppervlaktewateren, indien deze wordt gestort in een Rijksbaggerdepot.
3 5000 m2 gesorteerde basaltzuilen, vrij van asfalt en beton, met een hoogte van minimaal 31 cm. Deze dienen grondrestvrij gemaakt te worden en te worden vervoerd naar een door de directie aan te wijzen depot op een enkele reisafstand van ca. 38 kilometer ten opzichte van het Werk.
4 7000 m2 gesorteerde basaltzuilen, vrij van asfalt en beton, met een hoogte van minimaal 25 cm. Deze dienen grondrestvrij gemaakt te worden en te worden vervoerd naar een door de directie aan te wijzen depot op een enkele reisafstand van ca. 20 kilometer ten opzichte van het Werk.
Artikel 3 Afdragen domeinrechten
Indien de Opdrachtnemer vrijkomend bodemmateriaal afkomstig van Rijksbodem in eigendom verkrijgt, dat niet elders in een Rijkswerk nuttig wordt toegepast, dient hij
een overeenkomst te sluiten met het Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf (RVOB), directie Vastgoed, regionale directie Zuid te Breda, voor het vaststellen van een domeinvergoeding. Over de betreffende domeinvergoeding is omzetbelasting verschuldigd. De door de Opdrachtnemer verschuldigde domeinvergoeding, inclusief omzetbelasting, is voor zijn rekening.
.
Artikel 4 Controle op winning bodemmaterialen
Tijdens het verrichten van Werkzaamheden in den natte (verwijderen specie onder water door baggeren / zuigen) dient zich aan boord van elk (bagger)werktuig een verklaring te bevinden, waaruit blijkt dat door het met name te noemen materieel op de plaats en het tijdstip waarop gebaggerd of gezogen wordt, mag worden gewerkt ter uitvoering van de Overeenkomst. Deze verklaring wordt door de Opdrachtgever afgegeven aan de Opdrachtnemer na een daartoe ontvangen verzoek.
De Opdrachtnemer dient deze verklaring op eerste aanvraag van medewerkers van Rijkswaterstaat, het Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf en het Korps Landelijke Politiediensten te tonen.
.
ANNEX VI Het overzicht van werkzaamheden die door Nevenopdrachtnemers worden verricht alsmede van de tijdstippen waarop zij worden uitgevoerd en coördinatieovereenkomst
Gedurende de uitvoeringsperiode van het Werk voert de gemeente Schouwen- Duiveland werkzaamheden uit aan een onderdeel van de transportroute: het betreft de verbetering van de rotonde Laan van Sint Hilaire – Haringvlietstraat. Een exacte planning voor de uitvoering van deze werkzaamheden is op het moment van publicatie van dit contract niet beschikbaar. De Opdrachtnemer dient er rekening mee te houden dat tengevolge van asfaltwerkzaamheden aan de rotonde de transportroute via de Laan van Sint Hilaire maximaal één werkdag niet beschikbaar is voor transporten.
Voorafgaand aan de uitvoeringsperiode van het Werk voert Dienst Landelijk Gebied in opdracht van provincie Zeeland werkzaamheden uit aan een onderdeel van de transportroute: het betreft de aanleg van een nieuwe weg tussen de Havenweg en de Levensstrijdweg. Een definitieve planning voor de uitvoering van deze werkzaamheden is op het moment van publicatie van deze 3e Nota van Inlichtingen nog niet bekend, al dient rekening gehouden te worden dat deze werkzaamheden tot eind februari 2013 kunnen doorlopen. Indien dit onderdeel van de transportroute vanwege de werkzaamheden door derden niet gebruikt kan worden, wordt op aanwijzing en na goedkeuring van de Opdrachtgever een alternatieve route via de Weldamseweg ingesteld, als aangegeven op de bij deze 3e Nota van Inlichtingen bijgevoegde tekening.
XXXXX XXX De verrekening van wijzigingen van lonen, sociale lasten, prijzen, huren en vrachten
Artikel 1 Algemeen
1. Indien in vergelijking met de lonen en/of prijzen op de datum van aanbesteding van de Overeenkomst gedurende de realisatie van het Werk en, indien overeengekomen, gedurende de Meerjarige Onderhoudsperiode wijzigingen optreden zullen de uit deze wijzigingen voortvloeiende hogere of lagere kosten met de Opdrachtnemer worden verrekend conform deze annex.
2. Het in deze annex bepaalde geldt uitsluitend ten aanzien van Werkzaamheden waarvoor bij de aanbesteding een prijs is ingediend.
Het in deze annex bepaalde is niet van toepassing op aanvullende Werkzaamheden.
Artikel 2 Verrekeningsgrondslag
1. Voor de berekening van het voor verrekening in aanmerking komende bedrag dient de volgende formule te worden gehanteerd:
V = Ln - La · Lb ·Tb
La
waarin: | ||
V | = | het bedrag dat voor een productgroep per termijn verrekend |
wordt; | ||
Ln | = | het definitief vastgestelde indexcijfer voor de betreffende |
productgroep geldend op de einddatum van de termijn | ||
waarover verrekening plaats vindt; | ||
La | = | het definitief vastgestelde indexcijfer voor de betreffende |
productgroep geldend op de datum van aanbesteding; | ||
Lb | = | het vaste kostenbestanddeel in % per productgroep, zoals |
aangegeven in lid 2; | ||
Tb | = | het termijnbedrag gebaseerd op de na opdrachtverlening als |
eerste geaccepteerde termijnstaat en planning, hierna: het | ||
initiële termijnbedrag, waarover de verrekening van de loon- | ||
en/of prijswijziging plaatsvindt. |
2. Voor het verrekenen van loon- en/of prijswijzigingen komen uitsluitend in aanmerking de productgroepen en bijbehorende percentages die hieronder staan weergegeven. Voor de bepaling van de indexcijfers Ln en La dienen de door de Raadscommissie Risicoregeling GWW vastgestelde productgroepen te worden gehanteerd.
Tot de uiterste datum van oplevering van het Werk conform artikel 2 lid 5 van de Basisovereenkomst gelden de volgende kostenbestanddelen en percentages:
• productgroep 01 gasolie hoog accijnstarief Lb = 8%;
• productgroep 14 betonproducten Lb = 40%;
• productgroep 16 breuksteen Lb = 8 %;
• productgroep 20 wegenbouwbitumen Lb = 3 %;
3. De in lid 2 genoemde kostenbestanddelen zijn vast tot aan de uiterste datum van oplevering van het Werk conform artikel 2 lid 5 van de Basisovereenkomst.
4. De verrekening vindt plaats over de initiële termijnbedragen, zoals beschreven in Vraagspecificatie Proces § 6.3. Financiële risico’s van prijswijzigingen die samenhangen met Wijzigingen worden geacht in de (financiële) consequenties van die Wijzigingen te zijn verdisconteerd.
Artikel 3 Verrekening
1. Er vindt geen verrekening van loon- en/of prijswijzigingen plaats op initiële termijnbedragen die verschijnen binnen de periode van één (1) jaar na de datum van aanbesteding van de Overeenkomst.
2. Loon- en/of prijswijzigingen na de uiterste datum van oplevering van het Werk conform artikel 2 lid 5 van de Basisovereenkomst worden niet verrekend.
3. De verrekening vindt plaats in perioden van twaalf weken, waarbij de eerste periode aanvangt op de eerste maandag één (1) jaar na de datum van aanbesteding van de Overeenkomst.
4. Verrekening geschiedt uitsluitend op basis van de door de Opdrachtnemer opgestelde en door de Opdrachtgever geaccepteerde onderbouwing van het bedrag.
Artikel 4 Facturering
1. Het verrekenbare bedrag dient op een afzonderlijke debet- dan wel creditfactuur te worden ingediend conform § 33 UAV-GC 2005.
2. Het verzoek van de Opdrachtnemer om afgifte van een prestatieverklaring conform § 33-3 UAV-GC 2005 dient vergezeld te gaan van een onderbouwing waaruit blijkt hoe het te verrekenen bedrag conform artikel 2 lid 1 van deze annex is berekend.
3. Het verzoek als bedoeld in lid 2 moet zijn ingediend binnen 12 weken na verschijnen van de definitief vastgestelde indexcijfers voor de productgroepen die van toepassing zijn verklaard in deze Overeenkomst.
4. Aanvullend op artikel 14 van de Basisovereenkomst dienen de facturen voorzien te zijn van de tekst “risicoregeling”, alsmede de termijnen en de initiële termijnbedragen waarop de verrekening betrekking heeft.
XXXXX XXXX De stelposten
Met inachtneming van hetgeen is gesteld in §34 UAV-GC 2005 is bij de Overeenkomst en in het daarop betrekking hebbende totaalbedrag als genoemd in de Basisovereenkomst artikel 2 lid 4 een stelpost opgenomen van €40.000,= (veertigduizend euro) exclusief BTW.
Op deze stelpost kunnen worden verrekend de uitgaven ter zake van:
Stelpostnummer | Omschrijving Werkzaamheden | Bedrag (euro) excl. BTW |
1 | Nader door de Opdrachtgever op te dragen kleine leveringen en werkzaamheden, welke niet zijn voorzien in dit contract en die niet de functionele specificatie van de Overeenkomst beïnvloeden. | 40.000,= |
ANNEX IX De bankgarantie
De ondergetekende 1)
gevestigd te 2)
hierna te noemen ‘de borg’,
stelt zich hierbij, onder afstanddoening van alle bij de wet aan borgen toegekende verweermiddelen,
tegenover De Staat der Nederlanden, Ministerie van
Infrastructuur en Milieu,
gevestigd te ’s –Gravenhage hierna te noemen ‘de Opdrachtgever’
tot borg voor de richtige nakoming
Door 3)
gevestigd te 4)
door 3)
gevestigd te 4)
door 3)
gevestigd te 4)
door 3)
gevestigd te 4)
hierna te noemen ‘de Opdrachtnemer’
31052560
van diens verplichtingen, voortvloeiend uit de Overeenkomst met zaaknummer betreffende het navolgende door de Opdrachtgever opgedragen en door
de Opdrachtnemer te realiseren:
Werk, te weten, Borrendamme Xxxxxx Xxxxxxxx, Cauwersinlaag, Havenkanaal West ID 31052560
zulks tot een bedrag van € , zegge 5).
Op grond van deze bankgarantie verbindt de borg zich op eerste schriftelijk verzoek van de Opdrachtgever, onder mededeling dat de Opdrachtnemer in gebreke is gebleven met de richtige nakoming van de in de Overeenkomst omschreven verplichtingen, ten hoogste bovengenoemd bedrag aan de Opdrachtgever te voldoen, indien de borg van de Opdrachtgever een afschrift heeft ontvangen van een door de Opdrachtgever aan de Opdrachtnemer gerichte aangetekende brief waarin de Opdrachtgever de Opdrachtnemer kennis geeft van zijn voornemen de bankgarantie in te roepen en waarvan de verzenddatum ten minste 14 dagen is verstreken
en
indien door de Opdrachtnemer voorafgaand aan het verstrijken van de hiervoor genoemde termijn van 14 dagen geen bewijs, bijvoorbeeld in de vorm van een ontvangstbevestiging van de Raad van Arbitrage voor de Bouw, aan de borg is overgelegd dat door hem een spoedgeschil bij de Raad van Arbitrage aanhangig is gemaakt.
Indien de Opdrachtnemer voorafgaand aan het verstrijken van de meergenoemde termijn een bewijs aan de borg heeft overgelegd dat hij een spoedgeschil als eerder bedoeld aanhangig heeft gemaakt, is de Opdrachtgever slechts gerechtigd de bankgarantie in te roepen nadat de Raad van Arbitrage in eerste aanleg dienovereenkomstig heeft beslist.
Deze zekerheidstelling blijft overeenkomstig het bepaalde in §38 UAV-GC 2005 van kracht totdat de Opdrachtnemer aan zijn verplichtingen voortvloeiend uit de Overeenkomst heeft voldaan.
Indien de Opdrachtgever nalaat de ten behoeve van deze zekerheidstelling overgelegde bescheiden aan de Opdrachtnemer te retourneren, is de Opdrachtnemer gerechtigd de borg schriftelijk te verzoeken deze zekerheidstelling te beëindigen.
De borg is gerechtigd deze zekerheidstelling te beëindigen, indien de Opdrachtnemer een afschrift van dit verzoek per aangetekende brief heeft gezonden aan de Opdrachtgever en laatstgenoemde niet binnen een maand na dagtekening van de aangetekende brief aan de borg schriftelijk heeft meegedeeld daarmee niet in te stemmen.
Aldus opgemaakt en ondertekend,
Plaats 6)
Datum 7)
Borg 8)
Handtekening 9)
1) Naam van de borg
2) Volledig adres van de Borg
3) Naam van de Opdrachtnemer
4) Volledig adres van de Opdrachtnemer
5) Waarde van de zekerheidstelling m.b.t. het Meerjarig Onderhoud (zie artikel 17 Basisovereenkomst)
6) Plaats van ondertekening
7) Datum van ondertekening
8) Naam van de Borg
9) Handtekening van de Borg
ANNEX X De verzekeringen
Niet van toepassing.
XXXXX XX De geschillenregeling Raad van Deskundigen
Niet van toepassing.
ANNEX XII Wijzigingen UAV-GC 2005
De UAV-GC 2005 is van toepassing met inachtneming van het volgende:
§33 Betaling.
33-7 De tekst “4 weken” wordt vervangen door “30 kalenderdagen”.
§38 Zekerheidstelling.
§38 lid 7 en lid 8 zijn niet van toepassing.
§40 Intellectuele eigendomsrechten.
In §40 lid 2, wordt “wetgeving” vervangen door “wet- en regelgeving”
Het bepaalde in §40 lid 3, vervalt en wordt vervangen door:
“Het is de Opdrachtgever toegestaan het Werk, zoals dat conform de Ontwerpdocumenten is uitgevoerd, al dan niet ingeval van uitbreiding, geheel of in onderdelen daarvan in herhaling te realiseren.”
Het bepaalde in §40 lid 13, vervalt en wordt vervangen door:
“Indien de Opdrachtnemer een octrooi als bedoeld in lid 12 verkrijgt, verleent hij om niet aan de Opdrachtgever een vrij overdraagbare licentie voor toepassing in werken van de Opdrachtgever.”
§40 wordt aangevuld met lid 15 met de navolgende tekst:
“De Opdrachtgever is bevoegd wijzigingen in het Werk aan te brengen, respectievelijk het Werk geheel of gedeeltelijk te slopen, indien eisen van veiligheid, arbeidsomstandigheden, wet- en regelgeving, of bedrijfseconomische aard dit meebrengen.”
§42 In gebreke blijven, onvermogen, of overlijden van de Opdrachtgever
42-1 de tekst in regel 4 en 5 : “… aanspraak op vergoeding van rente tegen het wettelijk percentage …” wordt gewijzigd in: “… aanspraak op vergoeding van rente overeenkomstig artikel 6:119a Burgerlijk Wetboek en tegen het wettelijk percentage bedoeld in artikel 6:120, tweede lid, Burgerlijk Wetboek …”.
De laatste zin ‘De rentevordering………rente’ vervalt.
42-2 de tekst in regel 6 en 7: “… wordt het in lid 1 bepaalde percentage na het verstrijken van die 14 dagen met 2 verhoogd en …” vervalt.
§ 44 Kostenvergoeding en/of termijnsverlenging
44-5 wordt aangevuld met de volgende tekst:
"Kosten ten gevolge van wijzigingen in de Overeenkomst worden, ongeacht de hoeveelheid van de wijziging, tot € 2.500.000,-- verrekend tegen de prijzen welke de Opdrachtnemer op de bij inschrijving ingediende Bijlage H "Staat van prijzen per eenheid" heeft weergegeven.
Indien lopende de Overeenkomst per saldo op een onderdeel minder werkzaamheden worden uitgevoerd, mag voor deze hoeveelheid minder werk op de bovengenoemde prijzen 15% in mindering worden gebracht. Op prijzen verband houdend met het minder aanbrengen van waterremmende onderlagen zoals omschreven in eis 3.2.4.3.4 van de Vraagspecificatie deel Eisen mag 25% in mindering worden gebracht.”
§47 Beslechting van geschillen
Aan §47-2 UAV-GC 2005 wordt toegevoegd:
Indien één der partijen zulks verlangt, wordt één der leden van het scheidsgerecht gekozen uit de buitengewone leden van de in dit lid bedoelde Raad, dan wel door de Voorzitter van de Raad benoemd. In deze gevallen bestaat het scheidsgerecht steeds uit drie leden.
Aan §47 UAV-GC 2005 worden twee nieuwe leden toegevoegd, luidende:
47-6 In geval van een geschil is de Opdrachtnemer gehouden de Werkzaamheden op vordering van de Opdrachtgever volgens zijn aanwijzingen voort te zetten, tenzij de Raad van Arbitrage voor de Bouw in spoedgeschil anders beslist en onverminderd zijn rechten, die uit bedoelde uitspraak voor hem mochten voortvloeien.
47-7 Voor zover de uitkering van enige termijn van betaling vertraging zou ondervinden in verband met een aanhangig geschil, zal de Opdrachtgever tot zodanige betaling overgaan als in verband met de stand van de Werkzaamheden en de wederzijdse vorderingen toelaatbaar is. Zodanig betaling zal niet in het geding kunnen worden gebruikt als bewijs van de erkenning door de Opdrachtgever van enig recht van de Opdrachtnemer.
Toelichting op de UAV-GC 2005
Daar waar een paragraaf in de UAV-GC 2005 geheel of gedeeltelijk is gewijzigd, dient de toelichting op die paragraaf met inachtneming van die wijziging te worden gelezen. Daar waar een paragraaf niet van toepassing is verklaard, is ook de toelichting niet van toepassing.
Aansprakelijkheid
Voor wat betreft de aansprakelijkheid van de Opdrachtnemer gelden de regelingen als opgenomen in de UAV-GC 2005, met dien verstande dat:
a) de Opdrachtnemer niet aansprakelijk is voor omvangrijke maatschappelijke gevolgschade;
b) de Opdrachtnemer onderdelen van het Werk garandeert als vermeld in een bij de Vraagspecificatie gevoegde annex XV De garanties.
ANNEX XIII Informatie
Een opsomming van informatieve documenten is weergegeven in Vraagspecificatie Algemeen.
ANNEX XIV Verkeersmanagement
Xxxxxx Xxxxxx (weg)werkzaamheden
1. Algemeen
1.1 Doelstelling
Het verrichten van (weg)werkzaamheden op een veilige manier met minimale hinder voor de weggebruiker.
1.2 Topeis
De Opdrachtnemer dient hinder voor de weggebruikers als gevolg van de Werkzaamheden tot een minimum te beperken, de Werkzaamheden die hinder voor de weggebruikers opleveren in een zo kort mogelijk tijdsbestek te verrichten en de veiligheid bij de afhandeling van het wegverkeer in de gewijzigde situatie te waarborgen.
2. Bebordingsplan
2.1 Beschrijven verkeersmaatregelen
De Opdrachtnemer dient de verkeersmaatregelen te beschrijven, waarmee de Opdrachtnemer bewerkstelligt dat met de voorgenomen verkeersmaatregelen de veiligheid en minimale verkeershinder zijn gewaarborgd.
2.2 Documenteisen bebordingsplan
De Opdrachtnemer dient per maatregel het volgende te beschrijven:
a. een beschrijving van de toe te passen verkeersmaatregel;
b. een duidelijke situatietekening in kleur, inclusief alle relevante te plaatsen, aan te passen en/of te verwijderen bebording, bebakening en markering;
c. de locaties van de te plaatsen routenummer- en pijlborden;
d. schriftelijke goedkeuringen of verklaringen van geen bezwaar van de betrokken wegbeheerders voor het toepassen van de verkeersmaatregel.
Minder Hinder vaarwegwerkzaamheden
3. Algemeen
3.1 Doelstelling
Het verrichten van vaarwegwerkzaamheden op een veilige manier op en nabij de vaarweg met minimale hinder voor de vaarweggebruiker.
3.2 Topeis
De Opdrachtnemer dient hinder voor de vaarweggebruikers als gevolg van de Werkzaamheden tot een minimum te beperken en de Werkzaamheden die hinder voor de vaarweggebruikers opleveren tijdig te melden bij de Verkeerspost Wemeldinge alsmede gemeente Schouwen-Duiveland (Havenkanaal) en in een zo kort mogelijk tijdsbestek te verrichten.
ANNEX XV De garanties
Niet van toepassing.
ANNEX XVI Prestatiemeten
Artikel 1 Prestatiemeten
Onder prestatiemeten wordt verstaan het meten van de kwaliteit van de onderlinge samenwerking tussen Opdrachtgever en Opdrachtnemer. Prestatiemeten is niet gericht op het meten van contractuele prestaties.
Artikel 2 Toepassen van prestatiemeten
De context en toelichting van prestatiemeten is opgenomen in de Handreiking prestatiemeten. Deze Handreiking is openbaar gemaakt op de website van Rijkswaterstaat.
Artikel 3 Vragenlijst
Minimaal éénmaal per kwartaal beantwoorden zowel Opdrachtnemer als Opdrachtgever, ieder afzonderlijk een vragenlijst zoals opgenomen in bijlage B van de Handreiking prestatiemeten d.d. 1 juli 2012. Hiervoor zal door de Opdrachtgever een hulpmiddel ter beschikking worden gesteld.
Artikel 4 Voortgangsgesprek
Minimaal éénmaal per kwartaal voeren Opdrachtgever en Opdrachtnemer op basis van de resultaten van de van beide zijden ingevulde vragenlijst een gesprek over de samenwerking.
Artikel 5 Verslag
De afspraken die in het voortgangsgesprek gemaakt zijn, worden in een verslag vastgelegd. Tevens wordt in het verslag vastgelegd de motivering behorend bij de waardering op basis van de vragenlijst. Het verslag met de motivering wordt door Opdrachtgever en Opdrachtnemer ondertekend.
Artikel 6 Uitvoeringsperformance
Op basis van de ingevulde vragenlijsten wordt een score per Opdrachtnemer berekend de zgn. uitvoeringsperformance. Op termijn zal de samenwerking tussen Rijkswaterstaat, de Rijksgebouwendienst en Prorail zo ver gevorderd zijn dat de gegevens van deze diensten kunnen worden samengevoegd.
Artikel 7 Gebruik van deze uitvoeringsperformance
1) Jaarlijks publiceert Rijkswaterstaat een ranglijst met de scores van de best presterende opdrachtnemers, voor zover er voldoende gegevens voorhanden zijn en de betreffende Opdrachtnemer hier geen bezwaar tegen heeft gemaakt.
2) De uitvoeringsperformance van de Opdrachtnemer kan gebruikt worden in het aanbestedingstraject van toekomstige overheidsopdrachten.
Artikel 8 Rechtsbescherming.
Tijdens de uitvoering
Voor geschillen tijdens de uitvoering is de Raad van Arbitrage voor de Bouw
bevoegd. Daarom is zij ook geschikt om geschillen ten aanzien van prestatiemeten
te beslechten voor zover deze geschillen betrekking hebben op bijvoorbeeld de totstandkoming van de contractmeting, de wijze van uitvoering en de toepassing van prestatiemeten bij contractverlenging.
Voordat een geschil aan de Raad van Arbitrage voor de Bouw wordt voorgelegd heeft het op te richten Steunpunt prestatiemeten een advies hierover gegeven, na eerst hoor en wederhoor te hebben toegepast bij de Opdrachtnemer en de Opdrachtgever, inzake het betreffende geschil. Hiervoor is een aparte afdeling bij het steunpunt ingericht en deze beschikt over een aparte procedure.
Vraagspecificatie Eisen
Verbeteren van de glooiingsconstructie
ter plaatse van Borrendamme Polder Schouwen, Cauwersinlaag, Havenkanaal West tussen dp 161+10m en dp 198+50m met bijkomende werken in de gemeente Schouwen-Duiveland.
Zaaknummer: 31052560
WERKBESTEK
1e Nota van Inlichtingen 2e Nota van Inlichtingen 3e Nota van Inlichtingen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Colofon
Uitgegeven door: Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Rijkswaterstaat Zeeland
Informatie:
Telefoon:
Fax: 0000-000 000
Uitgevoerd door:
Datum: 23 oktober 2012
Status: Definitief
Versienummer: 1.0
Inhoudsopgave
1 INLEIDING 3
1.1 Objectoverview 3
2 VAN TOEPASSING ZIJNDE DOCUMENTEN 5
2.1 Bindende documenten 5
2.1.1 Normen en richtlijnen 5
2.1.2 Object- en projectspecifieke tekeningen/documenten 5
3 EISEN 7
3.1 Inleiding 7
3.2 Object eisen 8
3.2.1 Waterkering 8
3.2.2 Kruin, bovenbeloop en buitenberm 8
3.2.3 Onderhoudsstrook. 9
3.2.4 Glooiingsconstructie 9
3.2.4.1 Algemeen 9
3.2.4.2 Steenzetting 10
3.2.4.3 Waterremmende onderlaag 10
3.2.4.4 Asfaltbekleding 11
3.2.4.5 Geotextiel 12
3.2.4.6 Kreukelberm 12
3.2.5 Voorland 13
3.2.6 Dijkmeubilair en overige constructies 13
3.2.7 Verzwaring dijklichaam Havenkanaal 15
3.3 Aspecteisen 16
3.3.1 Veiligheid 16
3.3.2 Gezondheid. 16
3.3.3 Beschikbaarheid 16
3.3.4 Betrouwbaarheid 16
3.3.5 Vormgeving. 16
3.3.6 Omgevingshinder 16
3.3.7 Uitvoering 18
3.3.8 Beheer en onderhoud 20
3.3.9 Toekomstvastheid 20
3.3.10 Sloop 20
3.4 Externe raakvlakeisen 20
3.5 Interne raakvlakeisen 20
4 INFORMATIE 20
4.1 Verificatiemethoden 20
1 INLEIDING
1.1 Objectoverview
Het Werk omvat het verbeteren van de glooiingconstructie ter plaatse van Borrendamme Polder Schouwen, Cauwersinlaag, Havenkanaal West tussen dp 161+10m en dp 198+50m met bijkomende werken in de gemeente Schouwen-Duiveland. De lengte van het dijkvak is circa 3940 meter.
De beschrijving van de huidige situatie van de projectlocaties is opgenomen in de Vraagspecificatie Algemeen. Overzichtstekeningen zijn opgenomen in paragraaf 2.1.2.
In de onderstaande figuur 1.1 is de objectenboom opgenomen. In voorliggend document worden de eisen beschreven waaraan het object, in dit geval de waterkering, dient te voldoen.
Waterkering
Buitenzijde dijklichaam
Binnenzijde dijklichaam
Kruin, bovenbeloop en buitenberm
Onderhoudsstrook
Glooiingsconstructie
Voorland
Dijkmeubilair en overige constructies
Figuur 1.1 Objectenboom waterkering
2 VAN TOEPASSING ZIJNDE DOCUMENTEN
2.1 Bindende documenten
2.1.1 Normen en richtlijnen
Normen en richtlijnen met betrekking tot de Vraagspecificatie Eisen staan in de Technische bijsluiter.
2.1.2 Object- en projectspecifieke tekeningen/documenten
Type | Code | Titel | Datum/ Versie | organi- satie |
Tekening | ZLRW-2012-01431 | Situatie (1) bestaand en nieuw van dp161+10m tot dp167+80m | 22 november 2012 | RWS Zeeland |
Tekening | ZLRW-2012-01432 | Situatie (2) bestaand en nieuw van dp167+80m tot dp177+10m | 22 november 2012 | RWS Zeeland |
Tekening | ZLRW-2012-01433 | Situatie (3) bestaand en nieuw van dp177+10m tot dp186+20m | 23 oktober 2012 | RWS Zeeland |
Tekening | ZLRW-2012-01434 | Situatie (4) bestaand en nieuw van dp186+20m tot dp190+80m | 22 november 2012 | RWS Zeeland |
Tekening | ZLRW-2012-01435 | Situatie (5) bestaand en nieuw van dp190+80m tot dp198+52m | 23 oktober 2012 | RWS Zeeland |
Tekening | ZLRW-2012-01436 | Situatie verborgen glooiïng bestaand en nieuw van dp169+46m tot dp170+16m | 22 november 2012 | RWS Zeeland |
Tekening | ZLRW-2012-01437 | Dwarsprofiel 1 bestaand en nieuw van dp161+10m tot dp162+1m | 23 oktober 2012 | RWS Zeeland |
Tekening | ZLRW-2012-01438 | Dwarsprofiel 2 bestaand en nieuw van dp162+1m tot dp164+30m | 23 oktober 2012 | RWS Zeeland |
Tekening | ZLRW-2012-01439 | Dwarsprofiel 3 bestaand en nieuw van dp164+30m tot dp168+8m | 23 oktober 2012 | RWS Zeeland |
Tekening | ZLRW-2012-01440 | Dwarsprofiel 4 bestaand en nieuw van dp168+8m tot dp169+46m | 23 oktober 2012 | RWS Zeeland |
Tekening | ZLRW-2012-01441 | Dwarsprofiel 5 bestaand en nieuw van dp169+46m tot dp170+16m | 23 oktober 2012 | RWS Zeeland |
Tekening | ZLRW-2012-01442 | Dwarsprofiel 6 bestaand en nieuw van dp170+16m tot dp176+3m | 23 oktober 2012 | RWS Zeeland |
Tekening | ZLRW-2012-01443 | Dwarsprofiel 7 bestaand en nieuw van dp176+3m tot dp187+53m m.u.v. dp 186+41m tot dp dp187+15m | 23 oktober 2012 | RWS Zeeland |
Tekening | ZLRW-2012-01444 | Dwarsprofiel 8 bestaand en nieuw van dp186+41m tot dp187+15m | 23 oktober 2012 | RWS Zeeland |
Tekening | ZLRW-2012-01445 | Dwarsprofiel 9 bestaand en nieuw van dp187+53m tot dp187+205m | 23 oktober 2012 | RWS Zeeland |
Tekening | ZLRW-2012-01446 | Dwarsprofiel 10 bestaand en nieuw van dp187+205m tot einde havendam | 23 oktober 2012 | RWS Zeeland |
Tekening | ZLRW-2012-01447 | Dwarsprofiel 11 bestaand en nieuw van dp187+56m tot dp192+23m | 23 oktober 2012 | RWS Zeeland |
Tekening | ZLRW-2012-01448 | Dwarsprofiel 12 bestaand en nieuw van dp192+23m tot dp195+79m | 23 oktober 2012 | RWS Zeeland |
Tekening | ZLRW-2012-01449 | Dwarsprofiel 13 bestaand en nieuw van dp195+79m tot dp198+52m | 23 oktober 2012 | RWS Zeeland |
Tekening | ZLRW-2012-01450 | Detail 1 tot en met 12 en detail A-A' tot en met G | 22 november 2012 | RWS Zeeland |
Tekening | ZLRW-2012-01451 | Transportroute | 4 december 2012 | RWS Zeeland |
Type | Code | Titel | Datum/ Versie | organi- satie |
Tekening | ZLRW-2012-01452 | Dwarsprofielen 100m, bestaand en ontwerp (basis) van dp161+50m tot en met dp169 | 23 oktober 2012 | RWS Zeeland |
Tekening | ZLRW-2012-01453 | Dwarsprofielen 100m, bestaand en ontwerp (basis) van verborgen glooiïng; bd9 tot en met bd1 | 23 oktober 2012 | RWS Zeeland |
Tekening | ZLRW-2012-01454 | Dwarsprofielen 100m, bestaand en ontwerp (basis) van dp171 tot en met dp179 | 23 oktober 2012 | RWS Zeeland |
Tekening | ZLRW-2012-01455 | Dwarsprofielen 100m, bestaand en ontwerp (basis) van dp180 tot en met dp187+20m | 23 oktober 2012 | RWS Zeeland |
Tekening | ZLRW-2012-01456 | Dwarsprofielen 100m, bestaand en ontwerp (basis) van havendam; dp187-5 tot en met dp187-4 | 23 oktober 2012 | RWS Zeeland |
Tekening | ZLRW-2012-01457 | Dwarsprofielen 100m, bestaand en ontwerp (basis) van dp189 tot en met dp193 | 23 oktober 2012 | RWS Zeeland |
Tekening | ZLRW-2012-01458 | Dwarsprofielen 100m, bestaand en ontwerp (basis) van dp194 tot en met dp198 | 23 oktober 2012 | RWS Zeeland |
Tekening | ZLRW-2012-01459 | Aansluitend dwarsprofiel; profiel 6 Kisters of Xxxxxxx,s inlaag | 23 oktober 2012 | RWS Zeeland |
Tekening | ZLRW-2012-01460 | Bouwbord | 23 oktober 2012 | RWS Zeeland |
Tekening | ZLRW-2012-01461 | Omleiding fietsroute's / bordenplan tot en met 12 juli 2013 | 23 oktober 2012 | RWS Zeeland |
Tekening | ZLRW-2012-01462 | Omleiding fietsroute's / bordenplan na 12 juli 2013 | 23 oktober 2012 | RWS Zeeland |
Tekening | ZLRW-2012-01463 | Indicatieve dieptelijnen en schelpdierpercelen | 23 oktober 2012 | RWS Zeeland |
Tekening | ZLRW-2012-01464 | Principe details duiktrap | 23 oktober 2012 | RWS Zeeland |
Tekening | ZLRW-2012-01465 | Inrichting depot nabij dp162 na werkzaamheden | 22 november 2012 | RWS Zeeland |
Tekening | ZLRW-2012-01466 | Detail fietsenstalling t.p.v. depot nabij dp162 | 22 november 2012 | RWS Zeeland |
Risicolijst | 120926 | Risicolijst Borrendamme 2013 | v0.2 | RWS Zeeland |
Rapport | 20120834/rap01 | Diverse milieutechnische (bodem)onderzoeken | Versie 1 22 oktober 2012 | atkb |
Rapport | 0000-0000-000 | Geotechnisch advies Havenkanaal Zierikzee - Ophoogad- vies | 11 oktober 2012 | Fugro Geo- services B.V. Waterbouw |
De Opdrachtnemer dient zich vóór inschrijving op de hoogte te stellen van de meest actuele situa- tie van het werkgebied. Het werkgebied betreft een dynamisch tijgebied waardoor de aanwezig- heid van slib/sediment/zand/begroeiing/zwerfvuil op de glooiingconstructie en/of de vooroever ten opzichte van de bestaande situatie zoals aangegeven op de tekeningen kan afwijken. Als ten op- zichte van de tekeningen het werkgebied gewijzigd is door invloed van getij en/of wind en/of de natuur, dan zijn deze afwijkingen voor rekening en risico van de Opdrachtnemer.
Bestaande situatie
3 EISEN
3.1 Inleiding
In deze paragraaf wordt toegelicht hoe de specificatie is opgesteld. Kenmerkend voor deze specifica- tie is de indeling naar diverse soorten eisen en de samenhang tussen de eisen. De eisen vallen uit- een in de volgende typen eisen:
• Objecteisen;
• Aspecteisen;
• Externe en interne raakvlakeisen.
Naast de objecteisen en raakvlakeisen worden aspecteisen geïdentificeerd. Deze beschrijven speci- fieke eigenschappen van het te ontwikkelen systeem, die geen directe bijdrage leveren aan de pri- maire functie.
Aspect | Toelichting | Rele- vant |
Veiligheid | Xxxxx met betrekking tot veiligheid tijdens realisatie en veiligheid in de gebruiksfase van gerealiseerde objecten, voor zowel de gebruiker als de omgeving. | Ja |
Gezondheid | Nee | |
Beschikbaarheid | Nee | |
Betrouwbaarheid | Nee | |
Vormgeving | Nee | |
Omgevingshinder | Eisen aan stof, geluid, trillingen, en stank tijdens de realisatie en gebruiksfase. Hieronder valt ook duurzaam bouwen. | Ja |
Uitvoering | Eisen aan de uitvoering van nieuw te bouwen en de aanpassing van bestaande objecten. | Ja |
Xxxxxx en onderhoud | Xxxxx met betrekking tot de beheerbaarheid van objecten en met betrekking tot de benodigde instandhoudingsvoorzieningen en relatie met onderhoudsprocessen (onderhoudbaarheid). | Ja |
Toekomstvastheid | Nee | |
Sloop | Nee |
3.2 Object eisen
Overzicht objecten: zie figuur 1.1
3.2.1 Waterkering
3.2.1.1 | Algemeen |
1. | Het te realiseren Werk moet voldoen aan de bij dit contract behorende tekeningen. |
2. | Alle materialen welke zijn benodigd om het Werk uit te kunnen voeren dienen te vol- doen aan de eisen gesteld in de Technische Bijsluiter. |
3. | Nieuwe bekleding niet afdekken voordat deze zijn ingemeten door de Opdrachtgever. Deze worden uiterlijk binnen 5 werkdagen na gereedmelding, door de Opdrachtgever ingemeten. |
Verificatiemethode: M |
3.2.1.2 | Verwijderen bestaande bekleding |
1. | De functie van de waterkering dient tijdens de uitvoering te allen tijde te worden ge- waarborgd. |
2. | Het verwijderen van de bestaande bekleding en het verrichten van ontgravingen in de waterkering zijn alleen toegestaan in de periode van 1 april tot 1 oktober. De water- kering moet op 1 oktober weer bekleed zijn. |
3. | De bekleding mag maximaal op twee locaties tegelijk verwijderd worden. |
4. | Tijdens het Werk mag, onder het niveau van Gemiddeld Hoog Water +1,00 meter, de waterkering over een lengte van totaal maximaal 400 meter onbekleed zijn. |
5. | Er dient voldoende materiaal en materieel op het Werk aanwezig te zijn om in geval van calamiteiten onbeschermde delen van de waterkering te kunnen verdedigen. |
Verificatiemethode: M |
3.2.2 Kruin, bovenbeloop en buitenberm
3.2.2.1 | Dijklichaam |
1. | Tijdens het verrichten van de Werkzaamheden mag geen ingraving in het object ge- schieden anders dan aangegeven op tekening. |
2. | Het object dient vrij van puin, steen(slag), asfaltresten, geotextiel en dergelijke te worden opgeleverd. |
3. | Alle onverharde delen van het object waar geen gesloten grasmat aanwezig is inzaai- en met graszaadmengsel. |
Verificatiemethode: I |
3.2.2.2 | Grasbekleding |
1. | De grasbekleding op het object en op het binnenbeloop tussen dp 161+10m en dp |
198+50m vanaf 1 maart tot aan het eind van de uitvoeringsperiode kort houden door regelmatig te maaien. | |
2. | Indien een bestaande grasbekleding definitief wordt bedekt met grond dient de Op- drachtnemer deze, tenzij anders aangegeven op tekening, voorafgaand aan de Werk- zaamheden te maaien en te frezen met een diepte van 0,15 m. |
3. | Op de ingezaaide delen dient aan het eind van de onderhoudsperiode een gesloten grasbekleding aanwezig te zijn. |
Verificatiemethode: I |
3.2.3 Onderhoudsstrook
3.2.3.1 | Definitie |
1. | De constructie bestaat uit een asfaltverharding op een funderingslaag. |
Verificatiemethode: M |
3.2.3.2 | Asfaltverharding |
1. | Bestaand asfalt dat voorzien wordt van een nieuwe oppervlakbehandeling dient vrij te zijn van verontreinigingen en markeringen. |
2. | Er mag geen los steenslag achterblijven na aanbrengen oppervlakbehandeling. |
3. | Tussen twee asfaltlagen een kleeflaag aanbrengen. |
Verificatiemethode: I |
3.2.3.3 | Fundering |
1. | De funderingslaag van de onderhoudsstrook dient te bestaan uit één van de volgende materialen: a. Hydraulische fosforslak; b. Hydraulisch hoogovenslak; c. Hydraulisch granulaat van open steenasfalt (OSA). |
2. | Het materiaal dient aangebracht en verdicht te worden in lagen van maximaal 0,40 m dikte. |
3. | De gemiddelde verdichtingsgraad moet ten minste 101% van de éénpuntsproctor- dichtheid bedragen. De verdichtingsgraad per meetpunt moet ten minste 97% van de éénpuntsproctordichtheid bedragen. |
Verificatiemethode: M |
3.2.4 Glooiingsconstructie
3.2.4.1 Algemeen
3.2.4.1.1 | Tonrondte |
1. | Voorzover aangegeven op de bij dit contract horende tekeningen, moeten alle taluds waarop een nieuwe bekleding wordt aangebracht op 2/3 van de taludhoogte worden |
voorzien van een tonrondte van 1/100 van de horizontale lengte van het talud. | |
2. | De tonrondte heeft alleen betrekking op het taluddeel met nieuwe bekleding. Als de bestaande ondertafel bijvoorbeeld wordt overlaagd, wordt de tonrondte alleen bere- kend en aangelegd over de boventafel. |
Verificatiemethode: M |
3.2.4.2 Steenzetting
3.2.4.2.1 | Inwassen zuilenbekleding |
1. | De zuilen worden ingewassen met steenslag. De openingen tussen de zuilen dienen hierbij gevuld te worden conform de specificaties van de leverancier en de wijze zoals is beproefd in de golfgoot. Voordat begonnen wordt met inwassen dienen de openin- gen tussen de zuilen geheel schoon (gemaakt) te zijn. |
2. | Na het inwassen van beton- of basaltzuilen mag geen overtollige steenslag achterblij- ven. |
3. | Aan het eind van de onderhoudsperiode de uitgespoelde steenslag verwijderen van schor, slik en strand. |
Verificatiemethode: I |
3.2.4.2.2 | Betonzuilen |
1. | De constructie bestaat uit betonzuilen met een open oppervlak van minimaal 7% en maximaal 17%. Dit percentage wordt gemeten op de plaats waar de zuilen de groot- ste doorsnede hebben. |
2. | Voor de ruimte tussen de betonzuilen geldt dat de middellijn van een cirkel die juist past boven in de openingen tussen de zuilen kleiner moet zijn dan 0,05 m. Bij ongelij- ke openingsvorm van onderzijde en bovenzijde van het type betonzuilen is de onder- zijde hierbij maatgevend. |
Verificatiemethode: M |
3.2.4.3 Waterremmende onderlaag
3.2.4.3.1 | Materialen |
1. | Een waterremmende onderlaag dient te bestaan uit één van de volgende materialen: a. Klei, erosiebestendigheid 1; b. Mijnsteen; c. Hydraulische fosforslak; d. Hydraulische hoogovenslak; e. Hydraulisch granulaat van open steenasfalt (OSA). |
Verificatiemethode: A |
3.2.4.3.2 | Verdichting |
1. | Mijnsteen, hydraulische fosforslak, hydraulische hoogovenslak en hydraulisch granu- laat van open steenasfalt (OSA) dienen aangebracht en verdicht te worden in lagen van maximaal 0,40 m dikte. De verdichtingsgraad per meetpunt moet ten minste 97% van de éénpuntsproctordichtheid bedragen. |
Verificatiemethode: M |
3.2.4.3.3 | Blootstelling aan getij |
1. | De aan te brengen waterremende onderlaag niet blootstellen aan opkomend getijde- water voordat de hele waterremmende onderlaag is aangebracht, verdicht en afge- dekt. |
Verificatiemethode: I |
3.2.4.3.4 | Aanbrengen waterremmende onderlaag |
1. | Nieuwe waterremmende onderlaag aanbrengen conform tekeningen, ook waar in de bestaande situatie reeds een kleilaag aanwezig is. |
2. | Het materiaal uit de bestaande waterremmende onderlaag, ook klei, is niet geschikt voor hergebruik binnen het werk en dient te worden afgevoerd van het werk. |
Verificatiemethode: I + M | |
Toelichting: Ad 1: Uit vooronderzoek is gebleken dat de aanwezige onderlaag slecht draagkrachtig is. Uit- gangspunt voor de overeenkomst is dan ook dat deze moet worden verwijderd en vervangen door een waterremmende onderlaag van nieuw materiaal. Indien tijdens de uitvoering blijkt dat de bestaande klei toch over voldoende draagkracht beschikt en de laagdikte in de nieuwe situatie nog ten minste 0,80m bedraagt, kan deze met instemming van de Opdrachtgever worden ge- handhaafd. Dit wordt gezien als een wijziging op het contract met inachtneming van paragraaf 44-5 van Xxxxx XXX. Ad 2: Uitgangspunt voor deze overeenkomst is dat het vrijkomende materiaal / klei ongeschikt is voor hergebruik binnen het werk en moet worden afgevoerd van het werk. Indien tijdens de uit- voering blijkt dat vrijkomende klei voldoet aan de eisen volgens de Technische Bijsluiter kan deze met instemming van de Opdrachtgever worden hergebruikt binnen het Werk. Dit wordt gezien als wijziging op het contract met inachtneming van paragraaf 44-5 van Xxxxx XXX. |
3.2.4.4 Asfaltbekleding
3.2.4.4.1 | Gepenetreerde breuksteen |
1. | Een constructie van gepenetreerde breuksteen bestaat uit een vol- en zat of volledig gepenetreerde laag breuksteen waarvan de holle ruimten tussen de breuksteen tot de onderliggende laag volledig gevuld is met gietasfalt. |
2. | Bestaande constructies welke met gepenetreerde breuksteen worden overlaagd die- nen te worden schoon gemaakt. |
3. | Indien op tekening staat voorgeschreven dat de gepenetreerde breuksteen moet wor- den afgestrooid met lavasteen, moet de gepenetreerde breuksteen volledig worden ingegoten en de toplaag van lavasteen zodanig worden aangebracht dat deze toplaag 60% van het oppervlak bedekt en voor 50% in de gietasfalt is ingebed en gehecht. |
Verificatiemethode: M |
3.2.4.4.2 | Waterslot en overgangsconstructie |
1. | Het waterslot bestaat uit een volledig gepenetreerde breuksteenconstructie die tot 10 cm in de waterremmende ondergrond is aangebracht. De overgangsconstructie bestaat uit een palenrij en betonbanden. De overgangscon- structie moet aan weerszijden volledig gepenetreerd zijn met gietasfalt of asfaltmas- |
tiek. | |
2. | Ten behoeven van het creëren van palenrijen dienen 900 stuks palen van de over- gangsconstructie te worden uitgevoerd in diam. 100mm en lang 2,5m waarvan de bovenste 0,7m boven de betonband uitsteekt. Exacte locaties van deze palenrijen worden nader door de Opdrachtgever vastgesteld. |
Verificatiemethode: M |
3.2.4.4.3 | Open steenasfalt (OSA) |
1. | De constructie bestaat uit OSA die in één laag is aangebracht, zonder naden evenwij- dig aan de dijk. Naden loodrecht op de dijk moeten uitgevoerd zijn als rechte las. |
2. | Voor de OSA-constructie op het plateau ter plaatse van dp 169+46m tot dp 170+16m gelden de aangepaste eisen voor toepassing van OSA in de golfklapzone. |
Verificatiemethode: I |
3.2.4.4.4 | Waterbouwasfaltbeton |
1. | Waterbouwasfaltbeton dient te worden voorzien van een bitumineuze oppervlakbe- handeling. |
2. | Het afdekmateriaal ten behoeve van de oppervlakbehandeling dient te bestaan uit steenslag 4/8 mm. |
3. | De kleur van de toe te passen steenslag moet lichtgrijs zijn. |
Verificatiemethode: I |
3.2.4.5 Geotextiel
3.2.4.5.1 | Geotextiel |
1. | De afzonderlijke banen geotextiel mogen evenwijdig aan of haaks op de kruinlijn van het dijklichaam worden aangebracht. Bij een evenwijdige ligging de onderliggende baan over de bovenliggende baan gelegd wordt. |
2. | Onderliggende grond moet vrij zijn van materialen welke het doek kunnen beschadi- gen. |
Verificatiemethode: I |
3.2.4.5.2 | Overlap geotextiel |
1. | De overlap tussen twee banen geotextiel dient minimaal 0,50 m te zijn. |
Verificatiemethode: M |
3.2.4.6 Kreukelberm
3.2.4.6.1 | Kreukelberm |
1. | Vrijkomende steen uit te verwijderen glooiingconstructies welke conform dit contract mag worden verwerkt in de kreukelberm, verwerken onder de nieuw aan te brengen breuksteen. |
2. | De breuksteen van de bestaande kreukelberm mag worden hergebruikt in de nieuw aan te leggen kreukelberm, aangegeven op de bij het contract behorende tekeningen. |
3. | De te hergebruiken breuksteen uit de bestaande kreukelberm mag alleen ter plaatse van het wingebied worden hergebruikt in de nieuwe kreukelberm. Er mag geen transport van bestaande breuksteen binnen het werkgebied plaatsvin- den. Breuksteen mag alleen loodrecht op de as van de dijk worden verplaatst. |
Verificatiemethode: I |
3.2.5 Voorland
3.2.5.1 | Slikken en schorren |
n.v.t. | |
Verificatiemethode: - |
3.2.5.2 | Begrenzing werkstrook |
1. | De Opdrachtnemer dient de begrenzing van de werkstrook duidelijk te markeren. |
Verificatiemethode: I |
3.2.5.3 | Strand |
1. | Strand in de werkstrook dient minimaal op de oorspronkelijke hoogte te worden te- ruggebracht. Hiervoor dient zand gebruikt te worden dat ter plaatse van het strand vrijkomt. |
2. | Voor de Werkzaamheden te gebruiken strand moet bij oplevering vrij zijn van steen en overige gebiedsvreemde materialen. |
3. | Nieuw aan te brengen zand dient te voldoen aan de NEN 5104, zandmediaan minimaal 210 mm en maximaal 300 mm (matig grof zand). |
4. | Het strand van circa dp 160 tot circa dp 161 dient tot op de dijk aangevuld te worden met een te leveren hoeveelheid zand. De te leveren en aan te vullen laagdikte is 1,00m over het volledige oppervlak overeenkomstig de bij het contract behorende tekeningen. |
5. | Het strand nabij circa dp 169+50m dient tot op de dijk aangevuld te worden met een te leveren hoeveelheid zand. De te leveren en aan te vullen laagdikte is 0,50m over het volledige oppervlak overeenkomstig de bij het contract behorende tekeningen. |
6. | De toplaag, dik 0,5 meter, van het oorspronkelijke strand nabij circa dp 169+50m dient gezeefd te worden en in de nieuwe situatie onder de nieuwe toplaag verwerkt te zijn. |
Verificatiemethode: M |
3.2.6 Dijkmeubilair en overige constructies
3.2.6.1 | Algemeen |
1. | De positie van het aanwezige dijkmeubilair aan de nieuwe constructies aanpassen. |
2. | De Opdrachtnemer dient 8 bestaande dijkpalen, te weten nrs. 188 t/m 192 en nrs. 196 t/m 198 voorafgaand aan de werkzaamheden op te nemen en na de werk- zaamheden te herplaatsen binnen het profiel waar zij vrijkomen, op de nieuwe bui- tenkruinlijn. |
3. | De aanwezige trappen tussen de kruin en de onderhoudsstrook aanpassen aan het nieuwe constructieniveau. Ontbrekende/tekortkomende materialen bijleveren. |
4. | Schapenhekken worden ter beschikking gesteld door de Opdrachtgever. |
5. | De Opdrachtnemer dient 3 stuks zitbankjes met tafels te plaatsen. De zitbankjes met tafels worden ter beschikking gesteld door de Opdrachtgever, de exacte locaties van deze objecten worden nader door de Opdrachtgever vastgesteld. De zitbankjes met tafels ondertegelen, totaal 10 m2. |
6. | De Opdrachtnemer dient een permanent informatiebord op 2 palen te plaatsen. Benodigde materialen worden ter beschikking gesteld door de Opdrachtgever, de exacte locatie van deze te plaatsen constructie wordt nader door de Opdrachtgever vastgesteld. |
7. | Na gebruik als depotlocatie, dient het terrein binnendijks bij dp 162 te worden opge- leverd conform tekening Eindsituatie inrichting depot nabij dp 162 na werkzaamhe- den. Hierbij dient een fietsenstalling geplaatst te worden volgens de bij het contract gevoegde tekening. |
8. | Het sectorlicht en het havenlicht op het Westelijk Havenhoofd bij dp 187+50m die- nen te allen tijde functioneel en bereikbaar gehouden te worden. |
9. | Bestaande peilbuizen binnen de werkgrenzen dienen voorafgaand aan het aanbren- gen van de constructie verwijderd te worden, de gaten die hierbij in het dijklichaam ontstaan tot 1 m onder maaiveldniveau opvullen met zand en vervolgens aanvullen met hydraulische fosforslakken. |
Verificatiemethode: I |
3.2.6.2 | Trappen op de glooiing |
1. | De Opdrachtnemer dient nieuwe betonnen trappen aan te brengen conform de bij dit contact behorende tekeningen. Per trap dient de Opdrachtnemer een ontwerp te maken en ter acceptatie bij de Opdrachtgever in te dienen. |
2. | Voor wat betreft de te gebruiken materialen en afmetingen wordt verwezen naar de bij het contract gevoegde tekening Principe details duiktrap. Voor de bestaande situatie wordt verwezen naar de bij het contract gevoegde tekeningen en foto’s. |
3. | De Opdrachtnemer dient de lengte van de trappen aan te passen aan de situatie ter plaatse. Hierbij dient ook rekening gehouden te worden met de hoogte van het voorland. |
4. | Alle trappen dienen te worden voorzien van een wapeningsnet, met voldoende dek- king, afgestemd op het zoute milieu. |
5. | Onder gemiddeld hoogwater dienen op de betonnen duiktrap nabij dp 178 glasve- zelversterkte kunststof roosters, met een maaswijdte van 38 x 38 mm, openingen 31 x31 mm, met bezand oppervlak, aangebracht te worden. |
6. | Na ontkisten de zijkanten van alle trappen voorzien van een steunrug van beton. |
Verificatiemethode: I |
3.2.6.3 | Aanbrengen dijkovergang nabij dp 195 en aanvullen binnendijks terrein nabij dp 196+50m met grond |
1. | De Opdrachtnemer dient een dijkovergang aan te brengen nabij dp 195 volgens bijgevoegde tekeningen. Voor het realiseren van de afrit van deze dijkovergang aan de binnenzijde, dient vrijkomende grond gebruikt te worden uit de ontgraving ten behoeve van het inrichten van de depotlocatie binnendijks bij dp 197. |
2. | De resterende vrijkomende grond uit de ontgraving ten behoeve van het inrichten van de depotlocatie binnendijks bij dp 197 dient verwerkt te worden in de aanvulling van het binnendijks nabij dp 196+50m als aangegeven op bijgevoegde tekeningen. |
3. | De grondaanvulling binnendijks nabij dp 196+50m bedraagt 75 cm ten opzichte van het bestaande maaiveld, als aangegeven op tekening. |
4. | Zowel de depotlocatie bij dp 197 als de ontvangende bodem voor de grondaanvul- ling binnendijks bij dp 196+50m voor 1 maart kort klepelen/maaien en kort houden tot de inrichting van het tijdelijk depot gerealiseerd is cq. de grondaanvulling defini- tief is afgewerkt. Voor de toepassingslocatie binnendijks bij dp 196+50m geldt te- vens dat de aangrenzende slootoevers voor 1 maart kort geklepeld dienen te wor- den. |
Verificatiemethode: I + M |
3.2.7 Verzwaring dijklichaam Havenkanaal
3.2.7.1 | Algemeen |
1. | Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden moet minimaal het huidige kruinni- veau met een kruinbreedte van tenminste 2,0 m behouden blijven. Daar waar op tekening is aangegeven dat er ontgravingen ter plaatse van de kruin uitgevoerd dienen te worden, mag de huidige kruin van de dijk pas afgegraven worden als de ophoging binnen hetzelfde profiel tenminste het bestaande kruinniveau bereikt heeft en voorzien is van het voorgeschreven pakket klei. |
2. | De aanleghoogte van het nieuwe dijklichaam volgens de bij dit contract behorende tekeningen mag gecorrigeerd worden met zettingen die reeds zijn opgetreden tij- dens de uitvoering van het werk en die zijn gemeten conform het Monitoringsplan. |
3. | Na de werkzaamheden dienen de zakbaken en waterspanningsmeters verwijderd te worden. |
4. | De Opdrachtnemer dient een ter zake kundig geotechnisch medewerker in te scha- kelen voor de begeleiding van de ophogingen langs het havenkanaal. |
5. | Ten behoeve van de ophoging mag geen tijdelijke verbreding van het dijklichaam buiten de werkgrenzen optreden. |
6. | Teneinde een gesloten grasbekleding op nieuwe kleitaluds te realiseren dient in ge- val van toepassing van klei met een erosiebestendigheid cat. c1 de bovenste laag van 25 cm uitgevoerd te worden met klei met een erosiebestendigheid cat. c2. |
3.3 Aspecteisen
3.3.1 Veiligheid
3.3.1.1 | Afzetten werkterrein |
1. | De Opdrachtnemer dient het werkterrein op een dusdanige manier af te zetten dat een eenvoudige toegang van het werkterrein door onbevoegden bemoeilijkt wordt. De wijze van afzetten is ter keuze van de Opdrachtnemer. |
2. | Er mag geen geluidsapparatuur of geluid producerende apparatuur gebruikt worden, anders dan strikt noodzakelijk is voor de uitvoering en in verband met communica- tie en veiligheid. |
Verificatiemethode: I |
3.3.1.2 | Belasting ondertafel |
1. | Tussen dp 182 en dp 186+22m is direct voor de dijk een steile vooroever aanwezig, welke na de uitvoering van het Werk zal worden bestort. Tengevolge van de huidige conditie van de vooroever mag de ondertafel hier niet worden betreden met materi- eel. Ook is het niet toegestaan hier materiaal tijdelijk op te slaan. |
Verificatiemethode: I |
3.3.2 Gezondheid
Niet van toepassing.
3.3.3 Beschikbaarheid
Niet van toepassing.
3.3.4 Betrouwbaarheid
Niet van toepassing.
3.3.5 Vormgeving
Niet van toepassing.
3.3.6 Omgevingshinder
3.3.6.1 | Transportroute |
1. | Het materieel en materialen aan- en afvoeren over de transportroutes welke zijn aangegeven op de bij dit contract behorende tekeningen. Behalve de op tekening aangegeven transportroute, provinciale wegen en Rijkswegen zijn alle wegen binnen de gemeente (plaats van het werk) verboden voor transporten ten behoeve van het Werk. |
2. | De transportroute blijft open voor alle verkeer. Om de veiligheid van de weggebrui- kers op deze route te waarborgen zal de Opdrachtnemer maatregelen moeten tref- fen. |
3. | De wijze van transport dient afgestemd te worden op de aanwezige infrastructuur en bebouwing om schade voortvloeiend uit transporten te voorkomen. |
4. | De Opdrachtnemer dient stofvorming en verstuiving door Uitvoeringswerkzaamhe- den te voorkomen. |
5. | De Opdrachtnemer dient vervuiling van de openbare wegen door bouwverkeer te voorkomen. |
6. | Behoudens met voorafgaande schriftelijke toestemming van de Opdrachtgever mo- gen op de volgende dagen c.q. tijdstippen geen transporten over de toegangsweg van de transportroute via Laan van Sint Hilaire - Eerste Weegje - Havenweg tot nabij dp 203 (beide richtingen) en afvoerroute van het Werk vanaf dp 161+10m via Boerenweg - Klerksweg plaatsvinden: - op werkdagen tussen 20.00 uur en 8.00 uur; - op zaterdagen, zondagen en feestdagen; - op goede vrijdag 29 maart 2013; - op woensdag 8 mei 2013 en vrijdag 10 mei 2013; - op vrijdag 28 juni 2013 i.v.m. Concert at Sea; - tussen 10.00 uur en 16.00 uur op de volgende dagen: 3 juli 2013, 10 juli 2013, 17 juli 2013, 24 juli 2013, 31 juli 2013, 7 augustus 2013, 14 augus- tus 2013, 21 augustus 2013 en 28 augustus 2013. |
Verificatiemethode: I |
3.3.6.2 | Tijdelijke fietsroutes |
1. | Voor aanvang van de Werkzaamheden dient de fietsroute overeenkomstig de bij het contract gevoegde tekening ZLRW-2012-01461 en na 12 juli dient de fietsroute overeenkomstig de bij het contract gevoegde tekening ZLRW-2012-01462 te wor- den ingesteld. De Werkzaamheden omvatten tevens het verwijderen en opslaan van bebording, het plaatsen van tijdelijke bebording en het afsluiten van de binnendijk- se transportroute voor het fietsverkeer. |
2. | Na het verrichten van de Werkzaamheden dient de oorspronkelijke fietsroute te worden hersteld. |
3. | Een deel van de transportroute via Boerenweg – Klerksweg dient op de dagen dat hier geen transporten toegestaan zijn beschikbaar te zijn als fietsroute. Onderdeel van deze fietsroute is de dijkovergang bij dp 160. De Opdrachtnemer dient ervoor te zorgen dat fietsers de dijkovergang veilig kunnen gebruiken op de dagen dat hier geen transporten toegestaan. |
Verificatiemethode: I |
3.3.6.3 | Transport over water |
1. | Transportbewegingen over in gebruik zijnde schelpdierpercelen en visvakken zijn niet toegestaan tenzij de Opdrachtnemer daar schriftelijk toestemming voor heeft van de betreffende perceel eigenaren. |
2. | De Opdrachtnemer dient maatregelen te nemen om schades aan schelpdierpercelen of visvakken en overlast voor vissers te voorkomen. Voor een overzicht van schelp- dierpercelen en visvakken wordt verwezen naar de bij het contract behorende teke- ning met indicatieve dieptelijnen en schelpdierpercelen. |
3. | Het lossen (deponeren) van materialen dient plaats te vinden binnen de werkstrook, zoals aangegeven op de bij dit contract behorende tekeningen. |
4. | Na de werkzaamheden dient het bodemprofiel ter plaatse van de loslocaties in oor- spronkelijke staat te worden achtergelaten, zowel met betrekking tot het bodemni- veau als het materiaal waarmee de huidige bodem is afgewerkt. |
5. | De vaarweg dient te allen tijde toegankelijk en functioneel te zijn en blijven voor alle scheepvaart. |
6. | Het is niet toegestaan schepen ten behoeve van transporten voor het Werk af te meren in de gemeentehaven (voorbij de keersluis) van Zierikzee. |
Verificatiemethode: I + M |
3.3.6.4 | Werktijden |
1. | Behoudens met voorafgaande schriftelijke toestemming van de Opdrachtgever mo- gen op de volgende dagen c.q. tijdstippen geen Werkzaamheden ter plaatse van het object worden verricht: tussen 19.00 uur en 7.00 uur en op zaterdagen, zondagen en feestdagen. |
Verificatiemethode: I |
3.3.6.5 | Warm asfalt |
1. | De Opdrachtnemer dient maatregelen te treffen om te voorkomen dat vogels in warm gietasfalt of asfaltmastiek terecht komen. |
Verificatiemethode: E |
3.3.6.6 | Schelpdierpercelen en visvakken |
1. | De fasering in de werkzaamheden aan de kreukelberm en bijbehorende planning van de uitvoeringswerkzaamheden van het Werk dienen afgestemd te worden met eigena- ren en gebruikers van aangrenzende schelpdierpercelen en visvakken. Hiertoe dient de Opdrachtnemer voorafgaande aan het Werk een overleg te organiseren met alle betrokken eigenaren en gebruikers van de aan het Object grenzende schelpdierperce- len en visvakken. Een lijst met contactgegevens van deze doelgroep kan desgewenst door Opdrachtgever aan Opdrachtnemer worden verstrekt. |
Verificatiemethode: E |
3.3.7 Uitvoering
3.3.7.1 | Gebruik Depots |
1. | Voor opslag van materialen komen de door de Opdrachtgever toegewezen depots en locaties in aanmerking. Deze depots en locaties zijn vanaf 1 februari 2013 be- schikbaar voor de opslag van materialen. |
2. | De aan de Opdrachtnemer vervallen en af te voeren materialen dienen na afloop van de Werkzaamheden doch uiterlijk voor 1 november 2013 uit de ter beschikking gestelde depots te zijn verwijderd. Uitzondering hierop is het depot binnendijks bij dp 162: deze dient uiterlijk 12 juli vrij te zijn van tijdelijke opslag en te worden opgeleverd volgens bijgevoegde tekening. |
3. | Indien de Opdrachtnemer voornemens is om tijdelijke depot(s) in te richten, dan dient de locatie in overleg met de Opdrachtgever te worden vastgesteld. |
4. | Voorafgaand aan gebruik van de depots dient de Opdrachtnemer de situatie vast te leggen en deze bij oplevering in oorspronkelijk staat hersteld te hebben, waarbij |
geldt: • Depot binnendijks bij dp 162: uiterlijk 12 juli opleveren volgens bijgevoegde tekening; • Depot binnendijks bij dp 177: na gebruik herstellen en overlagen met asfalt volgens bijgevoegde tekeningen; • Depot binnendijks bij dp 197: ten behoeve van het geschikt maken van het terrein voor gebruik als depot 40 cm van de bestaande bodem afgraven en vervolgens geotextiel en tijdelijke verhardingen aanbrengen. Na gebruik ontdoen van tijdelijke verhardingen en geotextiel. De grond op het nieuwe niveau, 40 cm onder oorspronkelijk maaiveldniveau, schoon opleveren. | |
5. | De door de Opdrachtgever toegewezen depots worden in het kader van het activi- teitenbesluit aangemerkt als categorie B inrichtingen. (Alleen geschikt voor de op- slag van bouwmaterialen) |
6. | Nabij het depot binnendijks bij dp 177 is een populatie moeraswespenorichis aan- wezig. Deze locatie valt buiten het werkgebied en de depotlocatie, maar dient mid- dels lint gemarkeerd te worden. Deze markering dient voorafgaand aan de uitvoe- ringswerkzaamheden te worden aangebracht en tot het eind van de uitvoerings- werkzaamheden in stand te worden gehouden. De exacte locatie wordt door een terzake deskundig ecoloog van de Opdrachtgever aangewezen. |
Verificatiemethode: I + M |
3.3.7.2 | Verblijfsruimte Opdrachtgever |
1. | Beschikbaar stellen van een verblijfsruimte vanaf 1 februari 2013 tot 15 november 2013 op een in overleg met de Opdrachtgever te bepalen locatie. De verblijfsruimte heeft een minimale grootte van ca. 30 m2, inclusief een keuken (warm en koud stromend water) en een wc met waterspoeling. |
2. | Kantoorinrichting: • Stoelen en tafels voor 8 personen; • 2 in hoogte verstelbare bureaus met afsluitbare laden en 2 bureaustoelen; • 1 afsluitbare brandveilige archiefkast; • Internetverbinding, ADSL breedband, snelheid minimaal 12 Mbps, met ten- minste 2 vaste aansluitingen en voorzien van WIFI (draadloos internet); • 1 kleurenprinter met scanfunctie, geschikt voor A4 en A3 papier, inclusief benodigd papier (in overleg met de Opdrachtgever); • brandblusmiddelen; • ruimten voorzien van airconditioning, koeling, type splitsysteem. Het verblijf inclusief de inrichting dient te voldoen aan de vigerende Arbo regelge- ving. |
3. | Normale invorderbare lasten zoals bijvoorbeeld precario en waterschapslasten wor- den geacht bij het gebruik te zijn inbegrepen. De keet aansluiten op de riolering, dan wel opvangen in een tank en deze regelma- tig legen. De aansluitkosten en abonnementskosten, kosten voor de internetverbinding, elek- triciteit en water zijn voor rekening van de Opdrachtnemer. |
4. | De Opdrachtnemer draagt zorg voor het verstrekken van koude en warme dranken, het schoonhouden, het verwarmen en elektrisch verlichten, het nodige drink- en waswater, zeep en schone handdoeken. |
Verificatiemethode: E |
3.3.8 Beheer en onderhoud
3.3.8.1 | Onderhoudstermijn |
1. | De onderhoudstermijn als bedoeld in paragraaf 27 van de UAV-GC 2005 eindigt op 1 juli 2014. |
Verificatiemethode: I |
3.3.9 Toekomstvastheid
Niet van toepassing.
3.3.10 Sloop
Niet van toepassing.
3.4 Externe raakvlakeisen
3.4.1 | Schade |
1. | Schades aan bestaande constructies, ontstaan ten gevolge van activiteiten die ver- band houden met de te verrichten Werkzaamheden volgens deze Overeenkomst, dienen door en voor rekening van de Opdrachtnemer voor de oplevering van het Werk hersteld te zijn. |
Verificatiemethode: I |
3.5 Interne raakvlakeisen
Niet van toepassing.
4 INFORMATIE
4.1 Verificatiemethoden
Type | ||
A | Analyse | Berekening, historische gegevens, voorgaande testen, analyse rapporten, datasheets van componenten …etc |
D | Demonstratie | Functionele werking aantonen |
I | Inspectie | Visuele controle, kleur, type, ontwerp, constructie, goed vakmanschap |
M | Meting | Test, evaluatie van de resultaten, prestatie |
E | Eigen keuze | Eigen keuze van de Opdrachtnemer |
Vraagspecificatie Proces (Engineering en Construct)
Verbeteren van de glooiingsconstructie
ter plaatse van Borrendamme Polder Schouwen, Cauwersinlaag, Havenkanaal West tussen dp 161+10m en dp 198+50m met bijkomende werken in de gemeente Schouwen-Duiveland.
Zaaknummer: 31052560
Datum 23 oktober 2012
WERKBESTEK
1e Nota van Inlichtingen 2e Nota van Inlichtingen
Rijkswaterstaat 2012
Toonaangevend Opdrachtgever
In het ondernemingsplan 2012 stelt Rijkswaterstaat zich ten doel een Toonaangevend Opdrachtgever (TOG) te zijn. Dit betekent dat Rijkswaterstaat de markt maximaal laat bijdragen aan het realiseren van de publieke doelen, dat Rijkswaterstaat de kennis in de markt optimaal gebruikt, stimuleert tot vernieuwing en de interne werkprocessen efficiënt heeft georganiseerd. TOG gaat om bewustwording in de eigen organisatie om de samenwerking met marktpartijen te verbeteren.
Colofon 1.0a
Uitgegeven door Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Rijkswaterstaat Zeeland Postbus 5014
0000 XX Xxxxxxxxxx
Datum 23 oktober 2012
Status Definitief
Versienummer 1.0
Inhoud
1 INLEIDING 7
1.1 Doelstelling Vraagspecificatie Proces 7
1.2 Plaats in de documentenstructuur 7
2 PROJECTMANAGEMENT 8
2.1 Plannen van de Werkzaamheden 8
2.1.1 Doelstelling 8
2.1.2 Werkzaamheden 8
2.1.3 Proceseisen 8
2.1.3.1. Aantoonbaar beheerst, expliciet en transparant werken 8
2.1.3.2. Opstellen PMP 8
2.1.3.3. Opstellen werkpakketten 8
2.1.3.4. Opstellen werkplan “duurzaamheid” 8
2.1.3.5. Opstellen werkplan “Flora en fauna” 8
2.1.4 Producteisen 8
2.1.4.1. Projectmanagementplan 8
2.1.4.2. Opstellen werkpakketten 9
2.1.4.3. Werkplan “Duurzaamheid” 9
2.1.4.4. Werkplan “Flora en fauna” 10
2.2 Interactie met de Opdrachtgever 10
2.2.1 Doelstelling 10
2.2.2 Werkzaamheden 10
2.2.3 Proceseisen 10
2.2.3.1. Opstellen van voortgangsrapporten 10
2.2.3.2. Overleggen met de Opdrachtgever 10
2.2.4 Producteisen 10
3 OMGEVINGSMANAGEMENT 12
3.1 Verkrijgen vergunningen, ontheffingen, beschikkingen en/of toestemmingen 12
3.1.1 Doelstelling 12
3.1.2 Werkzaamheden 12
3.1.3 Proceseisen 12
3.1.3.1. Aanvragen en verkrijgen van vergunningen 12
3.1.3.2. Resultaatsverplichting vergunningen 13
3.1.4 Producteisen 13
3.1.4.1. Opstellen vergunningenregister 13
3.2 Communiceren met derden 14
3.2.1 Doelstelling 14
3.2.2 Werkzaamheden 14
3.2.3 Eisen aan Werkzaamheden 14
3.2.3.1. Bouwcommunicatie 14
3.2.3.2. Publiekscommunicatie 16
3.2.3.3. Overige 17
3.3 Kabels en leidingen 17
3.3.1 Doelstelling 17
3.3.2 Definities 17
3.3.3 Werkzaamheden 18
3.3.4 Proceseisen 18
3.3.4.1. Zorgvuldig graven 18
3.3.4.2. Instandhouding en tijdelijke bescherming 18
3.3.4.3. Gegevens verstrekking Kabels en Leidingen RWS 19
3.3.4.4. Inventariseren Kabels en Leidingen Derden 19
3.3.4.5. Handhaven Kabels en leidingen Derden Categorie 1 19
3.3.4.6. Afstemmen Kabels en Leidingen Derden Categorie 2 19
3.3.4.7. Aanpassen Kabels en Leidingen Derden Categorie 3 19
3.4 Overbelading motorvoertuigen 20
3.4.1 Doelstelling 20
3.4.2 Werkzaamheden 20
3.4.3 Proceseisen 21
3.4.4 Producteisen 21
4 TECHNISCH MANAGEMENT 22
4.1 Ontwerpen 22
4.1.1 Specificeren 22
4.1.1.1. Doelstelling 22
4.1.1.2. Werkzaamheden 22
4.1.1.3. Proceseisen 22
4.1.1.4. Xxxxx werktekeningen 22
4.1.2 Verifiëren 23
4.1.2.1. Doel 23
4.1.2.2. Werkzaamheden 23
4.1.2.3. Proceseisen 23
4.1.2.4. Producteisen 23
4.2 Uitvoeren 24
4.2.1 Objecten laten voldoen aan de gestelde eisen 24
4.2.1.1. Doelstelling 24
4.2.1.2. Werkzaamheden 24
4.2.1.3. Proces- en producteisen 24
4.2.2 Uitvoeren maatregelen in het kader van vrijkomende materialen en bouwstoffen 25
4.2.2.1. Doelstelling 26
4.2.2.2. Informatie 26
4.2.2.3. Werkzaamheden 26
4.2.2.4. Proceseisen 26
4.2.2.5. Producteisen 27
4.2.3 Opslaan van materialen, bouwstoffen, materieel en xxxxxxxxxxxx 00
4.2.4 Uitvoering asfaltwerkzaamheden 28
4.2.4.1. Doelstelling 28
4.2.4.2. Werkzaamheden 28
4.2.4.3. Proceseisen 29
4.2.4.4. Producteisen 29
4.2.5 Keuren en Testen 29
4.2.5.1. Doelstelling 29
4.2.5.2. Werkzaamheden 30
4.2.5.3. Proceseisen 30
4.2.5.4. Producteisen 30
4.2.6 Opleveren 31
4.2.6.1. Doelstelling 31
4.2.6.2. Werkzaamheden 31
4.2.6.3. Proceseisen 31
4.2.6.4. Producteisen 31
5 INKOOPMANAGEMENT 33
5.1.1 Doelstelling 33
5.1.2 Werkzaamheden 33
5.1.3 Proceseisen 33
5.1.3.1. Zelfstandige hulppersonen en BIBOB-eisen 33
5.1.3.2. Inschakelen zelfstandige hulppersoon voor DTB, Kerngis en garantiebank 34
5.1.3.3. Inschakelen Zelfstandige hulppersonen xxxxxxxxxxxxxx 00
5.1.4 Producteisen 34
6 PROJECTBEHEERSING 35
6.1 Risicomanagement 35
6.1.1 Doelstelling 35
6.1.2 Werkzaamheden 35
6.1.3 Proceseisen 35
6.1.3.1. Algemeen 35
6.1.3.2. Inventariseren, analyseren en kwantificeren van risico’s 35
6.1.3.3. Beheersen van risico’s 35
6.1.3.4. Opstellen en bijhouden van een risicoregister 35
6.1.4 Producteisen 35
6.1.4.1. Risicoregister 35
6.2 Planningsmanagement 36
6.2.1 Doelstelling 36
6.2.2 Werkzaamheden 36
6.2.3 Proceseisen 36
6.2.3.1. Opstellen overall planning 36
6.2.3.2. Opstellen detailplanning 36
6.2.3.3. Registreren en bijsturen van de voortgang 36
6.2.4 Producteisen 36
6.2.4.1. Planning algemeen 36
6.2.4.2. Overall planning 36
6.2.4.3. Detailplanning 37
6.3 Financieel management 37
6.3.1 Doelstelling 37
6.3.2 Werkzaamheden 37
6.3.3 Proces- en producteisen 37
6.3.3.1. Algemeen 37
6.3.3.2. Onderbouwing opdrachtsom 37
6.3.3.3. Termijnstaat 37
6.3.3.4. Betaling 38
6.3.3.5. Opschorting van de betaling 38
7 PROJECTONDERSTEUNING 40
7.1 Kwaliteitsmanagement 40
7.1.1 Doelstelling 40
7.1.2 Werkzaamheden 40
7.1.3 Proceseisen 40
7.1.3.1. Hanteren kwaliteitsmanagementsysteem 40
7.1.3.2. Medewerking verlenen aan audits en toetsen van de Opdrachtgever 40
7.1.3.3. Plannen, uitvoeren en registreren audits 40
7.1.3.4. Identificeren en registeren van afwijkingen 41
7.1.3.5. Verbeteringen doorvoeren en bewaken 41
7.1.4 Producteisen 41
7.1.4.1. Auditregister 41
7.1.4.2. Afwijkingenregister 41
7.2 Integraal veiligheidsmanagement 41
7.2.1 Doelstelling 41
7.2.2 Informatief 42
7.2.3 Werkzaamheden 42
7.2.4 Proceseisen 42
7.2.4.1. | Integraal veiligheidsmanagement | 42 | |
7.2.4.2. | Bijhouden integraal veiligheidsdossier | 42 | |
7.2.4.3. | Bestratingswerkzaamheden | 42 | |
7.2.4.4. | Opruimen materialen | 43 | |
7.2.5 | Producteisen | 43 | |
7.2.5.1. | Deel-/Projectmanagementplan integrale veiligheid | 43 | |
7.2.5.3. | Xxxxxxxxxxxxxxxx | 00 | |
7.3 | CO2-ambitie | 44 | |
7.4 | Organisatiemanagement | 44 | |
7.4.1 | Doelstelling | 44 | |
7.4.2 | Werkzaamheden | 44 | |
7.4.3 | Proceseisen | 44 | |
7.4.3.1. | Opstellen OBS en functieprofielen | 44 | |
7.4.3.2. | Naleven Wet arbeid vreemdelingen | 45 | |
7.4.4 | Eisen aan producten en personen | 46 | |
7.4.4.1. | Functieprofiel | 46 | |
7.4.4.2. | Aanwijzen V&G-coördinator ontwerpfase | 46 | |
Bijlage | A | Definitie integrale veiligheid | 47 |
Bijlage | B | Revisie- c.q. as-built-tekeningen | 51 |
Bijlage | C | Regelingenschema Kabels en Leidingen Derden | 52 |
Bijlage | D | Persprotocol | 55 |
1 Inleiding
1.1 Doelstelling Vraagspecificatie Proces
Het voorliggende document is Vraagspecificatie Proces. Deze Vraagspecificatie geeft, als onderdeel van de Overeenkomst, de eisen die de Opdrachtgever stelt aan de Werkzaamheden en de resultaten daarvan, die de Opdrachtgever minimaal noodzakelijk acht voor een succesvolle realisatie van het Werk. Vraagspecificatie Xxxxx beschrijft aan welke eisen het Werk gedurende zijn life-cycle dient te voldoen.
1.2 Plaats in de documentenstructuur
Vraagspecificatie Proces maakt deel uit van de documenten behorende tot de vraagspecificatie, conform onderstaand schema:
Vraagspecificatie
Basisovereenkomst
Vraagspecificatie Proces
Vraagspecificatie Eisen
Annexen
Vraagspecificatie Algemeen
2 Projectmanagement
2.1 Plannen van de Werkzaamheden
2.1.1 Doelstelling
De Opdrachtnemer dient de Werkzaamheden zodanig in te richten en bij te sturen dat de Werkzaamheden beheerst, expliciet en transparant verlopen en resultaten worden gerealiseerd binnen de kaders van de Overeenkomst.
2.1.2 Werkzaamheden
• Aantoonbaar beheerst, expliciet en transparant werken;
• Opstellen Projectmanagementplan (PMP);
• Opstellen werkpakketten;
• Opstellen werkplan “duurzaamheid”;
• Opstellen werkplan “Flora en fauna”.
2.1.3 Proceseisen
2.1.3.1. Aantoonbaar beheerst, expliciet en transparant werken
De Opdrachtnemer dient aantoonbaar beheerst, expliciet en transparant te werken door:
a) PMP op te stellen en bij de Opdrachtgever ter Acceptatie in te dienen;
b) pas te starten met de Werkzaamheden zoals beschreven in het PMP nadat het betreffende PMP is geaccepteerd door de Opdrachtgever;
c) het PMP gedurende de Overeenkomst in acht te nemen.
2.1.3.2. Opstellen PMP
Het PMP mag worden onderverdeeld in onderliggende plannen.
2.1.3.3. Opstellen werkpakketten
Niet van toepassing.
2.1.3.4. Opstellen werkplan “duurzaamheid”
De Opdrachtnemer dient te voldoen aan de Rijkswaterstaat Brede Afspraak Duurzaam inkopen te vinden op xxx.xxx.xx/xxxxxxxxxxxxxxx.
De Minister van VROM heeft duurzaamheideisen vastgesteld. Van de Opdrachtnemer wordt verlangd, dat hij bij de uitvoering van de Werkzaamheden mede invulling geeft aan deze eisen.
2.1.3.5. Opstellen werkplan “Flora en fauna”
Niet van toepassing.
2.1.4 Producteisen
2.1.4.1. Projectmanagementplan
Een PMP en onderliggende plannen wordt beschouwd als een Kwaliteitsplan in de zin van §19-2 UAV-GC 2005.
In het Projectmanagementplan dienen minimaal de volgende onderwerpen specifiek voor het Werk volledig te zijn of worden uitgewerkt:
1. een beschrijving van de Uitvoeringswerkzaamheden waaruit blijkt hoe de Opdrachtnemer rekening houdt met:
• Het aantoonbaar voldoen aan de eisen;
• De verkeershinder;
• De mijlpalen;
• De risico’s en raakvlakken;
• De conditionerende Werkzaamheden (o.a. vergunningen, K&L).
2. de wijze van informatieoverdracht richting Opdrachtgever en andere externe betrokkenen;
3. een beschrijving van de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de integrale veiligheid, waarbij het begrip integrale veiligheid nader wordt toegelicht in bijlage A bij deze Vraagspecificatie;
4. niet van toepassing;
5. beschrijving van de voor zijn Werkzaamheden te hanteren kwaliteitsmanagementsysteem waaronder:
• een beschrijving van de integratie van het(de) gecertificeerde kwaliteitsmanagementsysteem(systemen) die de basis vormen voor zijn kwaliteitsmanagementsysteem;
• een beschrijving van, of een verwijzing naar de van toepassing zijnde procedures en werkinstructies die deel uitmaken van het (de) gecertificeerde kwaliteitsmanagementsysteem(en);
• de van toepassing zijnde procedures en werkinstructies die geen deel uitmaken van het gecertificeerde kwaliteitsmanagementsysteem.
6. beschrijving van de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de implementatie en de evaluatie van de doeltreffendheid van het kwaliteitsmanagementsysteem;
7. in geval van een combinatie een opgave van de partijen die participeren in de combinatie en de wijze waarop de combinatie is georganiseerd;
8. een organogram van de projectorganisatie van de Opdrachtnemer, waarin alle betrokken leidinggevende functies en sleutelfuncties zijn weergegeven;
9. de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de leidinggevende functies en de sleutelfuncties. Bij deze functies tevens aangeven de minimale kwalificaties voor deze functies en aan welke functionaris verantwoording wordt afgelegd;
10. een beschrijving hoe met V&G wordt omgegaan;
11. een lijst van (hulp)personen die deze functies vervullen en de bijbehorende vervangingsregeling;
12. een beschrijving van de positie van zelfstandige hulppersonen (van producten en diensten) in de organisatie.
Het PMP mag worden onderverdeeld in onderliggende plannen.
2.1.4.2. Opstellen werkpakketten
Niet van toepassing.
2.1.4.3. Werkplan “Duurzaamheid”
In het werkplan “Duurzaamheid” moet zijn uitgewerkt:
• de van toepassing zijnde minimumeisen behorende tot de Werkzaamheden;
• de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de minimumeisen en de duurzaamheiddoelstellingen van de Opdrachtgever en/of Opdrachtnemer.
2.1.4.4. Werkplan “Flora en fauna”
Niet van Toepassing.
2.2 Interactie met de Opdrachtgever
2.2.1 Doelstelling
Tijdig informatie uitwisselen over de voortgang en geplande Werkzaamheden om bij eventuele risico’s tijdig beheersmaatregelen te kunnen treffen.
2.2.2 Werkzaamheden
• Opstellen van voortgangsrapporten;
• Overleggen met Opdrachtgever.
2.2.3 Proceseisen
2.2.3.1. Opstellen van voortgangsrapporten
De Opdrachtnemer dient
• 4 wekelijks een voortgangsrapport op te stellen en te verstrekken aan de Opdrachtgever.
2.2.3.2. Overleggen met de Opdrachtgever
De Opdrachtgever organiseert:
• direct na gunning een project start up bijeenkomst (PSU);
• direct na gunning een projectoverleg waarin veiligheidsdocumenten formeel worden overgedragen en integrale veiligheidsrisico’s en beheersmaatregelen worden besproken;
• zo vaak als noodzakelijk wordt geacht een projectoverleg waarvoor de Opdrachtnemer wordt uitgenodigd.
• periodiek besprekingen met de Opdrachtnemer in het kader van en ten behoeve van prestatiemeten als opgenomen in de bij de Vraagspecificatie gevoegde Xxxxx XXX.
De Opdrachtnemer dient bij deze overleggen aanwezig te zijn.
De Opdrachtgever verzorgt de verslaglegging van de verschillende overleggen.
2.2.4 Producteisen Voortgangsrapport
Het voortgangsrapport dient ten minste de volgende informatie te bevatten:
I. Projectmanagement
• Actueel afwijkingenregister;
II. Omgevingsmanagement
• Alle klachten en maatregelen van de voorgaande periode;
III. Technisch management
• Realisatie;
• Overzicht van xxxxxxxxxxx (motor)voertuigen op basis van registratie;
IV. Projectbeheersing
• planning;
• Risico’s;
V. Projectondersteuning
• Interne audits;
• Stand van zaken integrale veiligheid: alle relevante ontwikkelingen met betrekking tot integrale veiligheidsrisico’s en de beheersing daarvan, inclusief de veiligheidsincidenten en bijna-ongevallen van de voorgaande periode;
• Status van initiatieven op het gebied van energieverbruik, energiereductie, communicatie en CO2-reductie in het kader van de bij inschrijving aangeboden CO2-reductieambitie.
• Stand van zaken met betrekking tot overige EMVI-criteria
3 Omgevingsmanagement
Het proces Omgevingsmanagement is opgesplitst in de deelprocessen:
• Verkrijgen vergunningen, ontheffingen, beschikkingen en/of toestemmingen;
• Communiceren met derden;
• Verleggen kabels en leidingen derden.
3.1 Verkrijgen vergunningen, ontheffingen, beschikkingen en/of toestemmingen
3.1.1 Doelstelling
Het verkrijgen van alle voor het Werk relevante vergunningen, ontheffingen, beschikkingen en toestemmingen (hierna te noemen: vergunningen) welke niet zijn vermeld in annex I.
3.1.2 Werkzaamheden
• Aanvragen en verkrijgen van vergunningen;
• Resultaatsverplichting vergunningen;
• Opstellen vergunningenregister.
3.1.3 Proceseisen
3.1.3.1. Aanvragen en verkrijgen van vergunningen
De Opdrachtnemer dient de vergunningen op eigen naam aan te vragen en draagt er zorg voor dat hij zelf vergunninghouder wordt. Indien een vergunning op grond van de geldende wet- en regelgeving niet op naam van de Opdrachtnemer aangevraagd kan worden zal de Opdrachtnemer de aanvraag na verkregen machtiging van Opdrachtgever op naam van laatstgenoemde indienen. De Opdrachtgever verleent in dat geval schriftelijk, binnen veertien dagen na ontvangst van een daartoe strekkend verzoek van de Opdrachtnemer, de gevraagde machtiging.
De Opdrachtgever heeft het recht om bij een overleg tussen de Opdrachtnemer en de vergunningverlenende instantie over een vergunningaanvraag aanwezig te zijn. De Opdrachtnemer informeert de Opdrachtgever desgevraagd tijdig omtrent de plaats en het tijdstip van het te voeren overleg.
De Opdrachtnemer dient voor de vertegenwoordiging in en buiten rechte te zorgen bij eventuele bedenkingen, bezwaren en/of beroepen alsmede bij voorlopige voorzieningen die door derden of door hemzelf worden ingediend tegen door hem aangevraagde vergunningen. De Opdrachtnemer dient in dit kader alles te doen wat in zijn macht ligt om instandhouding van door hem aangevraagde vergunningen te bewerkstelligen, tenzij de Opdrachtnemer, in het belang van het Werk, zelf bedenkingen, bezwaar of beroep heeft ingediend tegen de (voorschriften, nadere eisen of voorwaarden van) de betreffende vergunning.
De Opdrachtnemer dient een afschrift van een ontwerpbesluit als bedoeld in artikel 3:11 van de Algemene wet bestuursrecht (verder te noemen: ontwerpvergunning) alsmede een afschrift van de verleende vergunning, onmiddellijk na verkrijging ter kennis te brengen van, dan wel ter Acceptatie voor te leggen aan de Opdrachtgever.
Alle kosten samenhangende met het aanvragen en verkrijgen van vergunningen, ontheffingen, beschikkingen en/of toestemmingen, komen voor rekening en risico van de Opdrachtnemer, tenzij deze zijn vermeld in annex I, als zijnde de vergunningen die door de Opdrachtgever moeten worden verkregen.
Alle kosten samenhangende met het naleven van vergunningen, ook van de vergunningen vermeld in annex I, komen voor rekening en risico van de Opdrachtnemer.
3.1.3.2. Resultaatsverplichting vergunningen
De Opdrachtnemer heeft - in afwijking van §10-1 UAV-GC 2005 - voor vergunningen die nodig zijn voor de opzet of het gebruik van het Werk of voor de realisatie van het Meerjarig Onderhoud, een resultaatverplichting. Voor deze vergunningen geldt het volgende:
Indien een vergunning niet tijdig verkregen is en daardoor een in de Basisovereenkomst genoemde termijn niet gehaald wordt, komt de schade die het gevolg is van deze vertraging volledig voor rekening van de Opdrachtnemer (onverminderd de verschuldigdheid door de Opdrachtnemer van eventuele boetes bij overschrijding van een termijn), tenzij de Opdrachtnemer aantoont dat het niet tijdig beschikbaar zijn van de vergunning niet te wijten is aan onvolledigheden of onjuistheden in de aanvraag of in het daaraan ten grondslag liggende ontwerp, noch anderszins het gevolg is van handelen of nalaten van de Opdrachtnemer.
Slaagt de Opdrachtnemer erin conform het gestelde in de voorgaande zin aan te tonen dat hem geen verwijt treft, dan komt alleen de schade die het gevolg is van de eerste 6 weken van deze vertraging voor rekening van de Opdrachtnemer, onverminderd de verschuldigdheid door de Opdrachtnemer van eventuele boetes bij overschrijding van een termijn. De vertragingsschade die ontstaat na die betreffende periode komt in dat geval voor rekening van de Opdrachtgever.
3.1.4 Producteisen
3.1.4.1. Opstellen vergunningenregister
Het vergunningenregister dient ten minste te bestaan uit:
• Een overzicht van alle voor het Werk benodigde vergunningen.
• Per vergunning:
▪ De naam en het adres van het bevoegd gezag;
▪ Het doel van de vergunning;
▪ Op welk werkpakket de betreffende vergunning betrekking heeft;
▪ Verwijzing naar een Document waarin de vergunningvoorwaarden zijn verwoord;
▪ De status van de vergunning;
▪ De geplande datum waarop de vergunning verleend zal worden;
▪ De vergunningvoorwaarden;
▪ De uiterlijke datum waarop de vergunning benodigd is;
▪ De wijze waarop wordt gewaarborgd dat de voorschriften en voorwaarden van de vergunning worden nageleefd;
▪ De (eventuele) verloopdatum van de geldigheid van de vergunning.
3.2 Communiceren met derden
3.2.1 Doelstelling
Het waarborgen van een beheerste communicatie met derden.
3.2.2 Werkzaamheden
Bouwcommunicatie
• Communiceren met belanghebbenden
• Indelen Werkzaamheden naar hinderklassen en hindercategorieën
• Plaatsen van bouwborden
• Afhandelen klachten
Publiekscommunicatie
• Verstrekken van informatie
• Communiceren bij Werkzaamheden aan een rijksweg/rijksvaarweg
• Onderhouden contacten met media
• Organiseren van evenementen
Overige
• Publicatie en reclame-uitingen
3.2.3 Eisen aan Werkzaamheden
3.2.3.1. Bouwcommunicatie
3.2.3.1.1. Communiceren met belanghebbenden
De Opdrachtnemer is verantwoordelijk voor bouwcommunicatie en moet daarbij de volgende doelen nastreven:
• Een zo publieksvriendelijk mogelijke invulling van de Werkzaamheden en communicatie;
• Een zo goed mogelijke (lange termijn) relatie met de betreffende belanghebbenden;
• Een zo effectief en efficiënt mogelijke verrichting van de Werkzaamheden.
De Opdrachtnemer moet hiertoe tijdig met belanghebbenden afstemmen en deze informeren over zaken die de Opdrachtnemer nodig heeft om zijn Werkzaamheden te kunnen verrichten, c.q. over de directe gevolgen van zijn Werkzaamheden voor die belanghebbenden. Hiertoe moet de Opdrachtnemer communiceren met ten minste de volgende belanghebbenden: direct aanwonenden, hulpdiensten, gemeenten, provincies, (vaar)wegbeheerders, brandstofverkooppunten, bedrijven en instellingen van direct aanliggende percelen, die direct met de gevolgen van de Werkzaamheden worden geconfronteerd.
Daar waar de bereikbaarheid, leefbaarheid, bedrijfsvoering of veiligheid van direct aangrenzende belanghebbenden, zoals direct aanwonenden en aangrenzende
bedrijven, wordt beïnvloed, moet de Opdrachtnemer dit voorafgaand aan het verrichten van de Werkzaamheden melden aan de Opdrachtgever en de Werkzaamheden afstemmen met de betreffende belanghebbenden.
De Opdrachtnemer wijst een vaste functionaris (inclusief vervanger) aan, die namens de Opdrachtnemer integraal verantwoordelijk is voor:
a. Het afstemmen met de Opdrachtgever ten aanzien van het communicatieplan van de Opdrachtgever en de planning van de Werkzaamheden;
b. Het verstrekken van informatie ten behoeve van de publiekscommunicatie door de Opdrachtgever;
c. Het beantwoorden van vragen betreffende de Werkzaamheden, welke worden gesteld tijdens informatiebijeenkomsten zoals door de Opdrachtgever zullen worden georganiseerd. De functionaris moet hiertoe op verzoek van de Opdrachtgever bij de informatiebijeenkomsten aanwezig zijn;
d. Het begeleiden van excursies welke worden geïnitieerd door de Opdrachtgever, het geven van technische toelichtingen over de Werkzaamheden en het aanbrengen van voorzieningen om excursies mogelijk te maken inclusief het verstrekken van de voor bezoekers benodigde Persoonlijke Beschermings Middelen (PBM’s);
e. Het verstrekken van informatie over elders genoemde communicatieaspecten zoals klachtenafhandeling, informatievoorziening etc.
Deze functionaris van de Opdrachtnemer moet tijdens de Werkzaamheden op kantooruren bereikbaar zijn voor de Opdrachtgever.
De Opdrachtnemer dient tijdig en accuraat voor de uitvoering van (vaar)wegwerkzaamheden de noodzakelijke informatie aan te leveren aan de Opdrachtgever conform hetgeen bepaald is in Annex XIV Verkeersmanagement.
De Opdrachtnemer moet te allen tijde actuele informatie communiceren met belanghebbenden. Bij een Wijziging in de aan de Opdrachtgever, (vaar)wegbeheerder(s) of hulppersonen van de Opdrachtgever verstrekte informatie of geplaatste informatiedragers (o.a. bouwborden, tekstwagens, omleidingborden, vooraankondigingborden), moet de Opdrachtnemer terstond de Wijziging melden aan deze partij(en) en hen terstond voorzien van de actuele informatie. In alle gevallen informeert de Opdrachtnemer ook de Opdrachtgever over gewijzigde informatie.
3.2.3.1.2. Plaatsen van bouwborden
De Opdrachtnemer moet bouwborden leveren, voorafgaande aan de Uitvoeringswerkzaamheden plaatsen en binnen 4 weken na afloop van de Werkzaamheden verwijderen en afvoeren.
Het bouwbord moet geleverd worden conform de specificaties weergegeven op de bij deze Overeenkomst geleverde bouwbordtekening, inclusief de benodigde houten stellage.
De Opdrachtnemer moet de tekst alsmede de voorgenomen locatie van plaatsing van bouwborden ter Acceptatie voorleggen aan de Opdrachtgever.
3.2.3.1.3. Afhandelen klachten
Klachten van derden die, direct of via de Opdrachtgever worden geuit aan de Opdrachtnemer, betreffende de Werkzaamheden, moeten door de Opdrachtnemer zo snel als redelijkerwijs mogelijk worden afgehandeld.
De Opdrachtnemer moet klachten van derden, welke direct zijn geuit aan de Opdrachtnemer, binnen 1 werkdag melden aan Opdrachtgever via xxxx@xxxxxxxxxxx.xx.
De Opdrachtnemer meldt aan de Opdrachtgever zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen 2 werkdagen, na het uiten van een klacht, welke maatregelen hij zal treffen ten einde de oorzaak van de klacht te verhelpen. De Opdrachtnemer voorziet de Opdrachtgever terstond van informatie omtrent actuele vorderingen/verandering omtrent het afhandelen van de klacht. De Opdrachtgever zorgt voor terugkoppeling richting de melder, waarbij de Opdrachtnemer de Opdrachtgever voorziet van benodigde informatie.
3.2.3.2. Publiekscommunicatie
De Opdrachtgever is verantwoordelijk voor publiekscommunicatie. Hiertoe is de Opdrachtgever verantwoordelijk voor de eenduidige beeldvorming, profilering, positionering en voorlichting over de Werkzaamheden. Deze publiekscommunicatie richt zich op de doelgroepen: (vaar)weggebruikers, omwonenden (inwoners aanliggende wijken, dorpen en gemeenten), bedrijven en bedrijven terreinen die niet via bouwcommunicatie worden geïnformeerd.
3.2.3.2.1. Indelen Werkzaamheden naar hinderklassen en hindercategorieën Niet van toepassing.
3.2.3.2.2. Verstrekken van informatie
De Opdrachtnemer moet op verzoek van de Opdrachtgever ten behoeve van publiekscommunicatie door de Opdrachtgever, tijdig alle benodigde informatie verstrekken. Dit betreft informatie die nodig is voor onder andere het opstellen van mailings, nieuwsbrieven, advertenties, beantwoorden van vragen, informatiebijeenkomsten en voor informatieverstrekking over de Werkzaamheden via xxx.xxxxxxxxxxx.xx
Daar waar de bereikbaarheid, leefbaarheid, bedrijfsvoering of veiligheid van de doelgroepen van publiekscommunicatie wordt beïnvloed, moet de Opdrachtnemer dit ten minste 6 weken voorafgaand aan de betreffende Werkzaamheden melden aan de Opdrachtgever. Deze verplichting geldt niet voor die gevallen waar dit reeds is gemeld, of moet worden gemeld, via de (vaar)wegbeheerder in het kader van een aanvraag voor een verkeersmaatregel. De Opdrachtnemer moet bij de melding de benodigde informatie ten behoeve van de publiekscommunicatie aanleveren.
3.2.3.2.3. Communiceren bij Werkzaamheden aan een rijksweg/rijksvaarweg Niet van toepassing.
3.2.3.2.4. Onderhouden contacten met media
Alle (pers)contacten met de media aangaande de Werkzaamheden worden verzorgd door de Opdrachtgever. Vragen van de media over het Werk, de Werkzaamheden,
of algemene vragen over het primaire waterkeringsstelsel moet de Opdrachtnemer doorspelen aan de Opdrachtgever. De Opdrachtgever zorgt voor de verdere afhandeling. Op verzoek van de Opdrachtgever moet de Opdrachtnemer hierbij assisteren. De Opdrachtnemer is bekend met het bij Opdrachtgever geldende ‘Persprotocol’ en dient zich, net als medewerkers van Projectbureau Zeeweringen, te conformeren aan dit persprotocol.
3.2.3.2.5. Organiseren van evenementen
Het organiseren van evenementen inclusief officiële handelingen is voorbehouden aan de Opdrachtgever. Op verzoek van de Opdrachtgever moet de Opdrachtnemer hierbij assisteren. Het organiseren van evenementen door de Opdrachtnemer is niet toegestaan, tenzij hiervoor vooraf schriftelijk een voorstel is ingediend en geaccepteerd door de Opdrachtgever.
3.2.3.3. Overige
3.2.3.3.1. Publicatie en reclame-uitingen
• Het is de Opdrachtnemer niet toegestaan zelf communicatiemiddelen of andersoortige informatie (inclusief publicaties in vakbladen, beeldmateriaal zoals foto's etc.) betreffende de Werkzaamheden alsmede de binnen het werkterrein gelegen objecten te verspreiden en/of te publiceren, tenzij hiervoor vooraf schriftelijk een voorstel is ingediend en geaccepteerd door de Opdrachtgever.
• Het is de Opdrachtnemer niet toegestaan om reclame-uitingen binnen het werkterrein te plaatsen, tenzij hiervoor voorafgaand aan de plaatsing schriftelijk een voorstel is ingediend en geaccepteerd door de Opdrachtgever.
3.3 Kabels en leidingen
3.3.1 Doelstelling
Waarborgen dat de Werkzaamheden met betrekking tot kabels en leidingen van Rijkswaterstaat en derden op beheerste, expliciete en transparante wijze worden uitgevoerd.
3.3.2 Definities
Kabels en Leidingen RWS
Alle kabels en leidingen die in beheer zijn of komen bij Rijkswaterstaat.
Kabels en Leidingen Derden
Alle kabels en leidingen die niet in beheer zijn bij Rijkswaterstaat.
Kabels en Leidingen Derden Categorie 1
Deze kabels en leidingen zijn reeds aangepast vóór de datum van opdracht of mogen niet worden aangepast.
Kabels en Leidingen Derden Categorie 2
Hiervoor heeft de Opdrachtgever met de kabel- en leidingbeheerders vóór de datum van opdracht afspraken gemaakt over minimaal de technische oplossing en doorgaans ook over de kosten en doorlooptijden (al dan niet vastgelegd in
projectovereenstemmingen). Tijdens de uitvoering van de Werkzaamheden zullen deze kabels en leidingen moeten worden aangepast.
Kabels en Leidingen Derden Categorie 3
De Kabels en Leidingen Derden die niet behoren tot de Kabels en Leidingen Derden Categorie 1 of 2. Hiervoor dient de Opdrachtnemer alle afspraken met de kabel- en leidingbeheerders te maken.
Projectovereenstemming
Een overeenkomst tussen de Opdrachtgever en een kabel- of leidingbeheerder over de verlegging, de verwijdering of de permanente bescherming van een Kabel of Leiding Derden Categorie 2 of 3, conform het toepasselijke model ingevolge bijlage C Regelingenschema Kabels en Leidingen Derden.
Regelingen inzake Kabels en Leidingen Derden
De toepasselijke regeling(en) ingevolge bijlage C Regelingenschema Kabels en Leidingen Derden.
Verzoek tot Aanpassing
Een verzoek van de Opdrachtgever aan een kabel- of leidingbeheerder om over te gaan tot de verlegging, verwijdering of permanente bescherming van een Kabel of Leiding Derden Categorie 3.
3.3.3 Werkzaamheden
• Zorgvuldig graven
• In stand houden en tijdelijk beschermen
• Gegevens verstrekking Kabels en Leidingen RWS
• Inventariseren Kabels en Leidingen Derden
• Handhaven Kabels en Leidingen Derden Categorie 1
• Afstemmen Kabels en Leidingen Derden Categorie 2
• Aanpassing Kabels en Leidingen Derden Categorie 3
• Opstellen Deelkwaliteitsplan Kabels en Leidingen Derden
3.3.4 Proceseisen
3.3.4.1. Zorgvuldig graven
De Opdrachtnemer dient te werken conform de richtlijn zorgvuldig graafproces, CROW-publicatie 250 van januari 2008. In het bijzonder dient Opdrachtnemer de volgende activiteiten uit te voeren:
• Het verzoeken om gebiedsinformatie
• Het beoordelen van ontvangen gebiedsinformatie
• Het afstemmen van het ontwerp op de netten
3.3.4.2. Instandhouding en tijdelijke bescherming
a. De Opdrachtnemer moet zorgen voor de ongestoorde instandhouding van alle kabels en leidingen tijdens de uitvoering van de Werkzaamheden, behoudens voor zover met kabel- en leidingbeheerders anders is overeengekomen. Hiertoe behoort het in acht nemen van de (veiligheids)voorschriften van de kabel- en leidingbeheerders.
b. Als de Opdrachtnemer bij de uitvoering van de Werkzaamheden een kabel of leiding beschadigt, moet de Opdrachtnemer dit onmiddellijk melden aan de betrokken kabel- of leidingbeheerder en hierover zo spoedig mogelijk schriftelijk berichten aan de Opdrachtgever.
c. Als tijdelijke bescherming van een kabel of leiding noodzakelijk is in verband met de Werkzaamheden, moet de Opdrachtnemer de maatregelen nemen die nodig zijn om de kabel of leiding tijdelijk te beschermen. De Opdrachtnemer moet de instemming van de kabel- of leidingbeheerder met de te nemen maatregelen verkrijgen. De Opdrachtnemer moet zo spoedig mogelijk een afschrift van het document waaruit die instemming blijkt aan de Opdrachtgever sturen.
3.3.4.3. Gegevens verstrekking Kabels en Leidingen RWS
Indien kabels en leidingen waarvan Rijkswaterstaat beheerder wordt of is, worden gelegd of verlegd, geldt het volgende:
a. Uiterlijk 30 werkdagen voor de geplande datum waarop het leggen of verleggen van kabels of leidingen, in (toekomstig) beheer van Rijkswaterstaat, wordt aangevangen, verstrekt de Opdrachtnemer aan het betreffende district van Rijkswaterstaat de geplande legginggegevens m.b.t. de betreffende kabels en leidingen.
b. Uiterlijk 15 Werkdagen na voltooiing van Werkzaamheden m.b.t. het verleggen van kabels en leidingen, in beheer bij Rijkswaterstaat, verstrekt de Opdrachtnemer ligginggegevens aan het district van Rijkswaterstaat dat met het beheer is of wordt belast.
3.3.4.4. Inventariseren Kabels en Leidingen Derden
a. De door de Opdrachtgever beschikbaar gestelde gegevens over de Kabels en Leidingen Derden zijn indicatief en pretenderen geen juistheid of volledigheid.
b. De Opdrachtnemer is verantwoordelijk voor de inventarisatie van aanwezigheid en ligging van alle de Kabels en Leidingen Derden, die in verband met de Werkzaamheden of de daaruit resulterende beheersituatie moeten worden verlegd, verwijderd, beschermd of in stand gehouden.
3.3.4.5. Handhaven Kabels en leidingen Derden Categorie 1
De ligging van de Kabels en Leidingen Derden Categorie 1 moet gehandhaafd blijven.
3.3.4.6. Afstemmen Kabels en Leidingen Derden Categorie 2
a. De Opdrachtnemer moet bij de uitvoering van de Werkzaamheden de afspraken in acht nemen die de Opdrachtgever heeft gemaakt met betrekking tot de verlegging, verwijdering of permanente bescherming van de Kabels en Leidingen Derden Categorie 2. Voor zover nodig moet de Opdrachtnemer nadere afspraken maken met de kabel- en leidingbeheerders.
b. De Opdrachtnemer moet de uitvoering van de Werkzaamheden voor zover nodig afstemmen met degenen die de Kabels en Leidingen Derden Categorie 2 feitelijk verleggen, verwijderen of permanent beschermen.
c. De vergoedingen aan de kabel- en leidingbeheerders voor de verlegging, verwijdering en permanente bescherming van de Kabels en Leidingen Derden Categorie 2 komen voor rekening van de Opdrachtgever.
3.3.4.7. Aanpassen Kabels en Leidingen Derden Categorie 3
a. Als verlegging, verwijdering of permanente bescherming van een Kabel of Leiding Derden Categorie 3 noodzakelijk is in verband met de Werkzaamheden
of de daaruit resulterende beheersituatie, moet de Opdrachtnemer tijdig een Verzoek tot Aanpassing opstellen en ter ondertekening aan de Opdrachtgever voorleggen. Binnen 15 Werkdagen na ontvangst kan de Opdrachtgever aan de Opdrachtnemer laten weten dat hij het Verzoek tot Aanpassing weigert te ondertekenen. Dit echter alleen indien het niet voldoet aan de sub (b) gestelde voorwaarden.
b. Het Verzoek tot Aanpassing en de Projectovereenstemming dienen te voldoen aan de volgende voorwaarden:
• Ze zijn duidelijk en volledig (inclusief bijlagen);
• Ze zijn in overeenstemming met de Regelingen inzake Kabels en Leidingen Derden;
• De vermelde technische oplossing is in overeenstemming met de vigerende NEN-normen;
• De vermelde technische oplossing doet geen afbreuk aan de in de Wet beheer rijkswaterstaatswerken genoemde belangen (bescherming, doelmatig en veilig gebruik, verruiming en wijziging van de waterstaatswerken).
c. Na het Verzoek tot Aanpassing moet de Opdrachtnemer met de kabel- of leidingbeheerder tijdig overeenstemming bereiken over de inhoud van de Projectovereenstemming. Dit dient te geschieden namens de Opdrachtgever, onder het voorbehoud van diens goedkeuring. Mocht de Opdrachtnemer ondanks voldoende inspanningen niet tot een akkoord kunnen komen met de kabel- of leidingbeheerder, dan kan hij om assistentie van de Opdrachtgever vragen.
d. De bereikte Projectovereenstemming moet ter ondertekening aan de Opdrachtgever worden voorgelegd. Binnen 15 Werkdagen na ontvangst kan de Opdrachtgever aan de Opdrachtnemer laten weten dat hij de Projectovereenstemming weigert te ondertekenen. Dit echter alleen indien deze niet voldoet aan de sub (b) gestelde voorwaarden.
e. De vergoedingen aan de kabel- en leidingbeheerders voor de verlegging, verwijdering en permanente bescherming van de Kabels en Leidingen Derden Categorie 3 komen voor rekening van de Opdrachtgever.
f. De Opdrachtnemer mag niet eerder met Werkzaamheden waarvoor een verlegging, verwijdering of permanente bescherming van een Kabel of Leiding Derden Categorie 3 noodzakelijk is, beginnen dan nadat daarvoor een Projectovereenstemming is gesloten. De Opdrachtnemer moet bij de uitvoering van deze Werkzaamheden de afspraken in acht nemen die zijn vastgelegd in de desbetreffende Projectovereenstemming.
g. De Opdrachtnemer moet de uitvoering van de Werkzaamheden voor zover nodig afstemmen met diegenen die de Kabels en Leidingen Derden Categorie 3 feitelijk verleggen, verwijderen of permanent beschermen.
3.4 Overbelading motorvoertuigen
3.4.1 Doelstelling
De massa van een beladen (motor)voertuig, dat ten behoeve van de Werkzaamheden wordt ingezet, mag de toegestane maximummassa, als vermeld op het kentekenbewijs en/of kentekenregister, niet overschrijden.
3.4.2 Werkzaamheden
Het controleren van beladen (motor)voertuigen om vast te stellen dat of de toegestane maximummassa niet wordt overschreden.
3.4.3 Proceseisen
• De Opdrachtnemer dient een registratie bij te (laten) houden van (motor)voertuigen, met een volgens het kenteken maximummassa > 12 ton, die in het kader van de Werkzaamheden worden ingezet voor het vervoer over de openbare weg van bouwmaterialen, afvalstoffen en materieel. Dit geldt zowel voor (motor)voertuigen van de Opdrachtnemer zelf als van diens zelfstandige hulppersonen.
• Voor verkeersbewegingen depot naar dijkvak en dijkvak naar depot hoeft geen registratie bij te worden gehouden. Wel blijft gelden dat de as-lasten niet mogen worden overschreden.
• De Opdrachtnemer dient in het voortgangsrapport een overzicht van overbeladen (motor)voertuigen op basis van registratie op te nemen.
Indien de Opdrachtgever constateert dat de toegestane maximummassa is overschreden, verbeurt de Opdrachtnemer, per (motor)voertuig, een onmiddellijk opeisbaar en niet voor matiging vatbare boete die bij overtreding wordt opgelegd. Het bedrag van de boete bedraagt:
105% ≤ X < 110% | € 350,00 |
110% ≤ X < 115% | € 525,00 |
115% ≤ X < 120% | € 700,00 |
120% ≤ X < 125% | € 875,00 |
125% ≤ X < 130% | € 1050,00 |
130% ≤ X < 135% | € 1225,00 |
135% ≤ X < 140% | € 1400,00 |
X ≥ 140% | € 5000,00 |
waarbij X = percentage overschrijding
• Indien bij herhaling een overschrijding wordt geconstateerd, is er tevens sprake van een tekortkoming als bedoeld in het kader van financieel management.
• De Opdrachtgever zal bij elke geconstateerde overschrijding waarbij boetes zijn opgelegd de met handhaving belaste autoriteiten inlichten.
3.4.4 Producteisen
In de administratie dienen ten minste te zijn vastgelegd:
• De kentekens van de (motor)voertuigen;
• De toegestane maximummassa per (motor)voertuig;
• De datum, tijdstip en locatie van de weging;
• De totale massa na laden;
• De overschrijding van de toelaatbare maximummassa in massa en percentage.
4 Technisch management
Het proces technisch management is op te splitsen in de deelprocessen:
• Ontwerpen
• Uitvoeren
4.1 Ontwerpen
Het opstellen van een uitvoeringsontwerp in de vorm van werktekeningen valt uiteen in de volgende deelprocessen.
• Specificeren
• Verifiëren
4.1.1 Specificeren
4.1.1.1. Doelstelling
Het opstellen van een uitvoeringsontwerp in de vorm van werktekeningen.
4.1.1.2. Werkzaamheden
Het nader uitwerken van de eisen uit de Vraagspecificatie Eisen en de tekeningen in een uitvoeringsontwerp in de vorm van werktekeningen.
4.1.1.3. Proceseisen
• De Opdrachtnemer dient voorafgaand aan de Uitvoeringswerkzaamheden de gehele bestaande glooiing, inclusief de werkstrook, in te meten en op basis van deze opname, de tekeningen behorende bij dit contract en eisen uit de Vraagspecificatie Eisen werktekeningen te vervaardigen;
• De Opdrachtnemer dient pas te starten met de Uitvoeringswerkzaamheden zoals beschreven in het PMP nadat het betreffende uitvoeringsontwerp is geaccepteerd door de Opdrachtgever.
4.1.1.4. Xxxxx werktekeningen
In de 100m-profielen behorende bij dit contract zijn de bestaande situatie (hoogtelijn) in combinatie met alleen de contouren van de nieuw aan te brengen (steen)bekleding(en) weergegeven. Gegevens over opbouw van de bestaande bekleding, de nieuw aan te brengen bekledingen en de aan te brengen overige constructies zoals de kreukelberm, waterremmende onderlaag etc. zijn weergegeven op de dwarsprofiel- en situatietekeningen behorende bij dit contract.
• De werktekeningen bestaan uit een situatietekening in x,y,z-coördinaten (in DWG-formaat) en dwarsprofielen (hardcopy, PDF en DWG-formaat).
• De situatietekening dient gebaseerd te zijn op de inmeting en op de tekeningen behorende bij het contract.
• De dwarsprofielen zijn gegenereerd uit de situatietekening en herleidbaar tot de exacte locatie in de situatietekening.
• Het vervaardigen van werktekeningen is er op gericht de nieuwe constructie in te passen in de inmeting, conform de dwarsprofielen en 100m-profielen behorende bij dit contract.
• Op de werktekeningen moeten alle relevante gegevens worden weergegeven, welke nodig zijn om het werk conform de eisen en tekeningen te kunnen maken.
• Op de te vervaardigen werktekeningen dienen in de dwarsprofielen minimaal de bestaande situatie, de nieuwe situatie en het op de tekeningen behorende bij dit contract weergegeven ontwerp te zijn weergegeven.
• De maximale afstand tussen de te vervaardigen dwarsprofielen bedraagt 100 meter. Bij bochten en constructiewijzigingen dienen extra werkprofielen opgesteld te worden.
De Opdrachtnemer blijft verantwoordelijk voor de uitvoerbaarheid van de volgens dit artikel ingediende werktekeningen. Eventuele fouten en/of onvolledigheden in de geaccepteerde werktekeningen geven de Opdrachtnemer geen recht op bijbetaling.
4.1.2 Verifiëren
4.1.2.1. Doel
Het aantonen dat wordt voldaan aan de eisen in de Overeenkomst.
4.1.2.2. Werkzaamheden
• Opstellen verificatieplannen;
• Verifiëren en in verificatierapporten vastleggen of de objecten voldoen aan alle daaraan gestelde eisen.
4.1.2.3. Proceseisen
De Opdrachtnemer dient verificatieplannen en verificatierapporten op te stellen.
4.1.2.4. Producteisen
4.1.2.4.1. Verificatieplan
Voor elke verificatiemethode dient de geldigheid te worden vastgesteld, tenzij:
• een gestandaardiseerde verificatiemethode wordt toegepast die door de Opdrachtgever wordt erkend of
• een binnen de Overeenkomst van toepassing verklaard document wordt toegepast of
• een verificatiemethode zich in de praktijk heeft bewezen en de referentie door de Opdrachtgever wordt aanvaard.
Bij elke eis uit de specificatie wordt, indien relevant, aangegeven:
• wanneer wordt aangetoond dat is voldaan aan de eis;
• wie verificatie uitvoert;
• validatie van de verificatie methode.
4.1.2.4.2. Verificatierapport
In het verificatierapport dient ten minste het volgende te zijn vastgelegd:
• Eis (met eisnummer);
• Van toepassing zijnde bindende, informatieve en overige documenten;
• Bewijsdocument of verwijzing naar bewijsdocument, waarin is aangetoond dat wordt voldaan aan de gestelde eis;
• Dat is aangetoond dat is voldaan aan de eisen.
De validatie van de verificatiemethode dient te worden uitgewerkt in het verificatierapport. In het rapport dient voor een verificatiemethode ten minste het volgende te zijn geïdentificeerd en vastgelegd:
• De verificatiemethode;
• Bewijsdocument of verwijzing naar bewijsdocument, waarin de geldigheid van de verificatiemethode is aangetoond.
4.2 Uitvoeren
Uitvoeren valt uiteen in de volgende deelprocessen:
• Objecten laten voldoen aan de gestelde eisen
• Uitvoeren maatregelen in het kader van vrijkomende materialen en bouwstoffen
• Keuren en testen
• Opleveren
4.2.1 Objecten laten voldoen aan de gestelde eisen
4.2.1.1. Doelstelling
Waarborgen dat het Werk op beheerste, expliciete en transparante wijze wordt gerealiseerd op zodanige wijze dat objecten weer voldoen aan de gestelde eisen.
4.2.1.2. Werkzaamheden
• Geodetische Werkzaamheden;;
• Plan voor monitoring en acties ophoging;
• Starten met de uitvoeringswerkzaamheden;
• Veilig verrichten van de Uitvoeringswerkzaamheden;
• Herstellen schades tijdens de realisatie.
4.2.1.3. Proces- en producteisen
4.2.1.3.1. Geodetische Werkzaamheden en areaalgegevens Niet van toepassing.
4.2.1.3.2. Monitorings- en actieplan ophoging
Doelstelling
Op een beheerste wijze ophogen van de dijk langs het havenkanaal van Zierikzee.
Informatie
De Opdrachtgever heeft een onderzoek laten uitvoeren naar de gewenste ophoging van de dijk in relatie tot de stabiliteit en veiligheid van de waterkering. Het onderzoek "Geotechnisch advies havenkanaal Zierikzee, ophoogadvies" is opgenomen in de lijst met documenten in Vraagspecificatie Eisen.
Werkzaamheden
• Onderzoeken uitvoeringsmethode voor de ophoging van de dijk langs het havenkanaal.
• Opstellen en naleven van een Monitorings- en actieplan voor het op een beheerste wijze uitvoeren van de ophogingen.
• Het vastleggen en rapporteren van waterspanningen, zettingen en ophoogslagen.
Proces- en produkteisen
De Opdrachtnemer dient een Monitorings- en actieplan op te stellen voor de ophoging van de dijk conform NEN 9997-1. Hierbij dient naast de eisen uit de NEN minimaal invulling te worden gegeven aan de volgende onderdelen:
• Alle genoemde punten en aanbevelingen in hoofdstuk 5, aanbevelingen monitoringsplan, van het document "Geotechnisch advies havenkanaal Zierikzee, ophoogadvies" zoals opgenomen in de tabel met bindende documenten in Vraagspecificatie Eisen;
• Stabiliteit dijklichaam tijdens de uitvoering van de werkzaamheden;
• Kruinhoogte dijklichaam tijdens de uitvoering van de werkzaamheden;
• Verkeersbelastingen ten gevolge van materieel in relatie tot de ophogingen;
• Planning ophoogslagen.
4.2.1.3.3. Starten met de Uitvoeringsfase
a) De Opdrachtnemer vangt niet aan met de Uitvoeringswerkzaamheden, indien in verband met die Uitvoeringswerkzaamheden een verlegging, verwijdering en/of aanpassing van kabels of leidingen noodzakelijk is, voordat er een projectovereenstemming is afgesloten voor de verlegging, verwijdering en/of aanpassen van de betreffende kabels en leidingen;
b) De Opdrachtnemer mag niet starten met de Uitvoeringswerkzaamheden op de bouwplaats voordat de benodigde vergunningen c.q. ontheffingen zijn verleend;
c) De Opdrachtnemer mag niet starten met de Uitvoeringswerkzaamheden op de bouwplaats vóór de genoemde datum in Xxxxx XX;
4.2.1.3.4. Herstellen schades
De Opdrachtnemer dient door hem veroorzaakte schades aan bestaande infrastructuur terstond te herstellen.
4.2.1.3.5. Veilig verrichten van de Uitvoeringswerkzaamheden De Opdrachtnemer dient:
• tijdens de uitvoering de integrale veiligheidsrisico’s verbonden aan de realisatie van de objecten te inventariseren, analyseren en evalueren overeenkomstig de eisen als gesteld in § 6.1 van deze vraagspecificatie proces;
• de Opdrachtgever schriftelijk te informeren over het aanstellen van een V&G- coördinator uitvoeringsfase;
• de voorlichting van werknemers van de Opdrachtgever, door Opdrachtgever ingeschakelde personen en derden op de bouwplaats te coördineren en verzorgen;
• de verplichtingen m.b.t. de kennisgeving conform artikel 2.27 van het Arbeidsomstandighedenbesluit te verzorgen.
4.2.2 Uitvoeren maatregelen in het kader van vrijkomende materialen en bouwstoffen
Deze subparagraaf dient gelezen te worden in samenhang met annex V, Vrijkomende materialen.
4.2.2.1. Doelstelling
Het beheerst omgaan met vrijkomende materialen waaronder afvalstoffen.
4.2.2.2. Informatie
De Opdrachtgever heeft een deel van de in het Werk aanwezige materialen onderzocht. De onderzoeken zijn opgenomen in de lijst met documenten in Vraagspecificatie Eisen.
4.2.2.3. Werkzaamheden
• Onderzoeken milieukundige kwaliteit van vrijkomende materialen.
• Opstellen en naleven van een plan voor het omgaan met vrijgekomen materialen waaronder afvalstoffen
• Meldingen in het kader Besluit bodemkwaliteit
• Het vastleggen en rapporteren van afgevoerde afvalstoffen in een afvalstoffenregistratie
4.2.2.4. Proceseisen
4.2.2.4.1. Algemeen
De Opdrachtnemer dient voor adequate en wetconforme verwerking en/of afvoer van vrijkomende materialen waaronder afvalstoffen zorg te dragen, met in achtneming van alle ter zake geldende (wettelijke en bestuursrechtelijke) voorschriften. De Opdrachtnemer vertegenwoordigt met betrekking tot afvalstoffen de Opdrachtgever als ontdoener in de zin van de Wet milieubeheer. De Opdrachtnemer informeert de Opdrachtgever direct schriftelijk over de gemaakte afspraken met het bevoegd gezag.
4.2.2.4.2. Onderzoeken milieukundige kwaliteit
• De Opdrachtnemer dient van de vrijkomende materialen, waarvan de milieukundige kwaliteit niet of onvoldoende bekend is, voorafgaand aan het vrijkomen van de materialen de milieukundige kwaliteit vast te stellen door middel van een milieukundig onderzoek. Milieukundige onderzoeken dienen conform de geldende onderzoeksnormen te worden uitgevoerd. De kosten voor dit onderzoek zijn voor rekening van de Opdrachtnemer.
• Bij vrijkomen van asfalt is hoofdstuk 4 van CROW Publicatie 210 “Richtlijn omgaan met vrijkomend asfalt” van toepassing.
• Tevens dient, indien geen gegevens door de Opdrachtgever beschikbaar zijn gesteld voor de locaties waar de Opdrachtnemer grondwerk gaat uitvoeren, de Opdrachtnemer voor aanvang van deze werkzaamheden een verkennend (water)bodemonderzoek conform de Wet Bodembescherming te laten uitvoeren door een instelling die voor het betreffende onderzoek is gecertificeerd door een certificatie-instelling die daartoe is erkend door een Nationale accreditatie- instelling (in Nederland de Raad voor Accreditatie). De kosten voor dit (water)bodemonderzoek zijn voor rekening van de Opdrachtnemer. Voor aanvang van de werkzaamheden op de betreffende locatie moet de Opdrachtnemer een afschrift van de onderzoeksresultaten verstrekken aan de Opdrachtgever.
4.2.2.4.3. Opstellen plan vrijkomende materialen
• De Opdrachtnemer dient voor de start van de Uitvoeringswerkzaamheden een plan “vrijkomende materialen” in dat betrekking heeft op het Werk.
• De Opdrachtnemer dient het plan, vóór verstrekking aan de Opdrachtgever, af te stemmen met het bevoegd gezag besluit bodemkwaliteit, Wet bodembescherming en Wet milieubeheer.
• Indien het milieukundig onderzoek de aanwezigheid van teerhoudend asfalt aantoont, dient de Opdrachtnemer als onderdeel van het plan vrijkomende materialen een freesplan op te stellen en de hoeveelheid af te voeren teerhoudende verharding te bepalen en ter schriftelijke Acceptatie aan de Opdrachtgever aan te bieden. De kosten voor het gescheiden vrijmaken, afvoeren en afleveren van die hoeveelheid worden vergoed tegen een bedrag van 50 euro per ton exclusief omzetbelasting.
• Indien het milieukundig onderzoek blijkt dat vrijkomende grond valt in het gebiedsspecifiek kader/normstelling nooit toepasbare/nooit verspreidbare grond, dient de Opdrachtnemer als onderdeel van het plan vrijkomende materialen een grondstromenplan op te stellen en de hoeveelheid af te voeren nooit toepasbare/nooit verspreidbare grond te bepalen en ter schriftelijke Acceptatie aan de Opdrachtgever aan te bieden. De kosten voor het gescheiden vrijmaken, afvoeren en afleveren van die hoeveelheid worden vergoed tegen een bedrag van 65 euro per ton exclusief omzetbelasting.
• Bovenstaande verrekenprijzen zijn alleen van toepassing op materialen die niet genoemd zijn in de onderzoeken uitgevoerd en/of aangegeven zijn op tekening door de Opdrachtgever.
4.2.2.4.4. Meldingen in het kader van het Besluit bodemkwaliteit De Opdrachtnemer verricht de meldingen in het kader van het Besluit
bodemkwaliteit. Hiertoe dient de Opdrachtnemer een procedure te volgen die door het Besluit bodemkwaliteit wordt voorgeschreven. Daarnaast informeert hij de Opdrachtgever terstond schriftelijk over gemaakte afspraken met het bevoegd gezag.
4.2.2.5. Producteisen
4.2.2.5.1. Plan vrijkomende materialen
• Het plan vrijkomende materialen dient te beschrijven hoe wordt omgegaan met vrijkomende materialen. Het plan dient minimaal uit de volgende onderdelen te bestaan:
– te nemen veiligheidsvoorzieningen en veiligheidsmaatregelen;
– aard, kwaliteit en hoeveelheden van vrijkomende materialen;
– wijze en locatie van afvoer, verwerking of toepassing van de vrijkomende materialen;
– wijze van laden en vervoeren van vrijgekomen materialen en de plaats van bestemming ervan;
– wijze waarop wordt omgegaan met onbekende vrijkomende materialen, b.v. bodemverontreiniging;
– de te volgen procedures, inclusief aan te vragen of aangevraagde vergunningen, meldingen, afvalstroomnummers.
• In het plan dient onderscheid gemaakt te worden tussen afvalstoffen en niet- afvalstoffen.
• Het plan vrijkomende materialen dient betrekking te hebben op het gehele Werk.
• De Opdrachtnemer kan ervoor kiezen om deelplannen vrijkomende materialen op te stellen, per gedeelte van het Werk (b.v. op basis van tijd, geografie, materiaal). De eisen voor het plan vrijkomende materialen zijn overeenkomstig van toepassing op het deelplan vrijkomende materialen. Het totaal aan deelplannen dient het gehele Werk te omvatten.
4.2.2.5.2. Afvalstoffenregistratie
• De Opdrachtnemer houdt een op het plan vrijkomende materialen afgestemde administratie bij van de bewijzen van acceptatie van de naar een bewerkings-, verwerkings- of eindverwerkingsinrichting vervoerde afvalstoffen, in welke bewijzen de naam en het adres van de inrichting, het afvalstroomnummer, de aard, de hoeveelheid, de herkomst en de vervoerder van de materialen zijn vermeld.
• Na elke periode van 4 weken levert de Opdrachtnemer een overzicht van de in de afgelopen periode afgevoerde afvalstoffen: aard, hoeveelheid, herkomst, bestemming, afvalstroomnummer (indien van toepassing).
• Bij oplevering van het Werk draagt de Opdrachtnemer de afvalstoffenregistratie over aan de Opdrachtgever.
4.2.3 Opslaan van materialen, bouwstoffen, materieel en hulpmiddelen
Bij de Werkzaamheden vrijkomende (organische) materialen, alsmede bouwstoffen, materieel en hulpmiddelen die niet in gebruik zijn voor het uitvoeren van werkzaamheden, ten minste tot de volgende afstand buiten de verharding, gemeten uit de kantstreep, van een voor het openbaar verkeer opengestelde rijbaan plaatsen of opslaan:
• op autosnelwegen 13,00 m
• op autowegen 6,00 m
• op wegen met een snelheidsbeperking van 80 km/h 4,50 m
• op wegen met een snelheidsbeperking lager dan 80 km/h 3,00 m
• achter de voertuigkering 1,50 m
met dien verstande dat een eventueel aanwezige voertuigkering hierdoor niet aan haar functie mag worden onttrokken en het zicht op verkeersborden en andere voor de weggebruiker bedoelde signaalgevers en/of aanduidingen niet mag worden belemmerd.
4.2.4 Uitvoering asfaltwerkzaamheden
4.2.4.1. Doelstelling
Tijdens de uitvoering van de Werkzaamheden dient de veiligheid van de weggebruiker geborgd te blijven.
4.2.4.2. Werkzaamheden
• Plaatsen van verkeersborden;
• Verwijderen van verkeersborden;
• Verwijderen van split e.d.;
• Obstakels tijdelijk verplaatsen.
4.2.4.3. Proceseisen
4.2.4.3.1. Plaatsen van verkeersborden
De Opdrachtnemer dient er zorg voor te dragen dat tijdens de uitvoering van de Werkzaamheden de aanvullende bebording voor openstelling aan het openbaar verkeer wordt geplaatst.
Een aantal veel voorkomende maatregelen zijn:
• Asfalteren tijdens regen bord J37 (gevaar) van het RVV 1990 met een wit onderbord stoomvorming plaatsen;
• Voor asfaltbeton opengesteld aan het verkeer wat is afgestrooid bord J25 (losliggende stenen) en J20 (slipgevaar) van het RVV 1990 plaatsen;
• Tijdelijke aansluitingen oude op nieuwe deklaag of bij doorsteken bord J01 (slecht wegdek) van het RVV 1990 plaatsen;
• Gedurende de periode dat een rijstrook, met een oude en een nieuwe deklaag naast elkaar, opengesteld is voor het openbaar verkeer, dient een snelheidsbeperking tot 90 km/h (borden A01) te worden ingesteld. Tevens dient het bord J16 (werk in uitvoering) en bord J20 (slipgevaar) van het RVV 1990 bij het betreffende wegvak te worden geplaatst;
• Indien de remvertraging < 6,5 m/s² is, bord J37 van het RVV 1990 met een wit onderbord langere remweg nieuw wegdek inclusief lengte van het vak plaatsen
4.2.4.3.2. Verwijderen van verkeersborden
• De borden J20 en J25 mogen worden verwijderd nadat al het losliggend materiaal is verwijderd doch niet eerder dan zeven dagen na openstelling van het betreffende wegvak voor het openbaar verkeer.
• Bord J37 met onderbord langere remweg nieuw wegdek pas verwijderen nadat de Opdrachtnemer heeft aangetoond, middels een keuringsrapport, dat de remvertraging ≥ 6,5 m/s² is.
4.2.4.3.3. Verwijderen van split e.d.
Gedurende 10 Werkdagen na openstelling van een wegvak aan het openbaar verkeer loskomend split e.d. (materiaalverlies) zo spoedig mogelijk verwijderen.
4.2.4.3.4. Obstakels
• Reeds aanwezige obstakels zoals bebording, lichtmasten en dergelijke mogen, indien nodig, tijdelijk worden verplaatst en moeten naderhand weer worden teruggeplaatst.
• Indien reeds aanwezige obstakels worden verplaatst, moet de Opdrachtnemer zorg dragen voor de verlegging van eventueel aanwezige kabels en leidingen en indien van toepassing de obstakels wederom aansluiten op het elektriciteitsnet.
4.2.4.4. Producteisen
Geen.
4.2.5 Keuren en Testen
4.2.5.1. Doelstelling