VERDELINGSREGLEMENT
VERDELINGSREGLEMENT
HOOFDSTUK EEN
Reikwijdte van de verdelingsregels en verdelingstypes
Artikel 1: Reikwijdte van deze verdelingsregels / begripsomschrijving
Deze regels zijn van toepassing op de royalty’s die door AEB in België worden geïnd voor de doorgifte van televisieprogramma’s voor rekening van de producenten van audiovisuele werken. Hoofdstuk drie van deze regels geeft een lijst met de voornaamste gebruikte termen.
Artikel 2: Verdelingstypes
Deze regels bevatten specifieke bepalingen voor verschillende types verdeling, meer bepaald de zogenaamde gewone verdeling (zie artikel 3), waarbij het kan gaan om een eerste verdeling (zie artikel 12) en een finale verdeling (zie artikel 20).
HOOFDSTUK TWEE
Gewone verdeling
Artikel 3: Types gewone verdeling
Er bestaan twee types zogenaamde gewone verdeling: de eerste verdeling en de finale verdeling.
Artikel 4: Kalender gewone verdeling
(1) Tot eerste verdeling van de geïnde rechten gaat AEB zo snel mogelijk over na volledige ontvangst van de rechten voor een gegeven kalenderjaar. Zonder ertoe wettelijk te kunnen worden verplicht, stelt AEB zich tot doel om over te gaan tot eerste verdeling binnen de 12 maanden die volgen op de afloop van een gegeven jaar van doorgifte.
(2) De eindverdeling gebeurt na afloop van de in artikel 17(2) vastgelegde termijn.
Artikel 5: Meerdere licentiecontracten / verdeling per jaar van doorgifte
(1) Wanneer AEB rechten int voor de doorgifte van audiovisuele werken in België door middel van meerdere licentiecontracten, kan het beslissen om de geïnde bedragen al dan niet te groeperen en deze in één keer te verdelen, dan wel om deze te spreiden over meerdere verdelingen. De beslissing van AEB hangt af van de bedragen in kwestie en van de al dan niet specifieke aard van de verschillende contracten.
(2) In elk geval worden de geïnde rechten verdeeld per jaar van doorgifte.
Artikel 6: Bedrag
Het bedrag dat in aanmerking komt voor verdeling is het totaal van rechten die door AEB werden geïnd voor één doorgiftejaar, vermeerderd met de intresten die werden gegenereerd op die bedragen tot het moment van de eerste verdeling.
Artikel 7: Beheerskosten / andere inhoudingen
(1) Het binnen de AGICOA-groep geldende tarief van de beheerskosten voor het lopende jaar wordt vastgesteld door de Raad van Bestuur en in mindering gebracht van de te verdelen bedragen. Verder wordt tevens de bijdrage van AEB aan de financiering van de controledienst voor de beheersvennootschappen in mindering gebracht.
(2) AEB kan beslissen om bepaalde andere bedragen tevens in mindering te brengen van de te verdelen bedragen tot aanvulling van speciale reserves die noodzakelijk worden krachtens de wet, hetzij bij rechterlijke beslissing of tot dekking van een rechtsonzekerheid.
(3) AEB kan beslissen om bepaalde voorzieningen aan te leggen tot dekking van de vergoeding voor programma’s van bepaalde doorgegeven televisieomroepprogramma’s die niet voldoen aan alle in artikel 11 vastgelegde criteria.
Artikel 8: Uitbetaling van royalty’s per categorie
(1) AEB kan overgaan tot uitbetaling per categorie indien individuele registratie van de werken en identificatie van de uitgezonden werken hetzij onmogelijk is, hetzij zou leiden tot buitensporige onkosten.
(2) Uitbetaling per categorie gebeurt overeenkomstig de contractuele voorwaarden die werden overeengekomen tussen AEB en de organisatie die de betreffende rechthebbenden vertegenwoordigt.
(3) Een uitbetaling per categorie wordt berekend op de in artikel 9 uiteengezette basis na de aftrek van de bedragen voorzien in artikel 7.
Artikel 9: Eerste verdeling
Het bedrag dat voor verdeling in aanmerking komt (zie artikel 6) wordt, na aftrek (zie artikel 7) en gebeurlijke uitbetalingen per categorie (zie artikel 8), verdeeld onder de individuele programma’s die deel uitmaken van het repertoire van AEB.
Artikel 10: Verdeling van gelden onder de uitgezonden programma’s
(1) Het bedrag dat in aanmerking komt voor eerste verdeling wordt verdeeld onder de uitgezonden programma’s die voldoen aan elke van de volgende vier voorwaarden:
- de programma’s werden uitgezonden op een televiseomroepprogramma die onder de verdeling valt (zie artikel 11);
- de programma’s maken deel uit van het door AEB vertegenwoordigde repertoire (zie artikel 12)
- de programma’s duren minstens één minuut (zie artikel 13)
- voor de programma’s worden geen royalty’s per categorie uitbetaald (zie artikel 8)
(2) Het royaltybedrag dat aan uitgezonden programma’s wordt toegekend, is afhankelijk van de duur van de programma’s, alsook van andere wegingscriteria, zoals omschreven in artikel 14.
Artikel 11: Televisieomroepprogramma’s waarvan de programma’s in aanmerking komen voor gewone verdeling
(1) Programma’s die gedurende een jaar van doorgifte worden uitgezonden, worden bij een verdeling gerekend wanneer het televisieomroepprogramma waarop de programma’s werden uitgezonden, voldoen aan elk van volgende voorwaarden:
- de programma’s van het betreffende televisieomroepprogramma waren gedurende het betreffende jaar gedekt door licentiecontracten en hebben bijgedragen aan de inning van rechten door AEB
- de rechten die werden ontvangen voor de programma’s van dit televisieomroepprogramma vertegenwoordigden minstens 1 % van de totale inning die werd verricht in toepassing van deze licentieovereenkomst
of
- Indien de gegevens die nodig zijn voor de in de paragraaf hierboven vermelde weging niet beschikbaar zijn, worden de programma’s van een televisieomroepprogramma bij de verdeling gerekend indien het aantal gezinnen dat het signaal van deze zender ontvangt, minstens 1% vertegenwoordigt van de door het licentiecontract gedekte aansluitingen.
(2) Programma’s die worden uitgezonden door televisieomroepprogramma’s die niet voldoen aan de hierboven vermelde voorwaarden, worden niet gerekend bij de verdeling voor het betreffende jaar van doorgifte.
(3) De bepalingen van punten 1 en 2 zijn van toepassing op licentiecontracten van het type RTD die beperkt zijn tot een selectie van televisieomroepprogramma’s van het basisaanbod van de operatoren.
(4) De bedragen die uit hoofde van andere contracten worden geïnd, worden verdeeld overeenkomstig volgende bepalingen:
Voor de berekening van de vergoedingen worden de televisieomroepprogramma’s meegerekend die het voorwerp uitmaken van licentiecontracten en die op één van de markten, zijnde België Noord of België Zuid, een marktaandeel realiseren van ten minste 1% gedurende het betreffende jaar.
Artikel 12: Repertoire van AEB
(1) Als algemene regel geldt dat het repertoire van AEB alle audiovisuele werken omvat die geacht worden te zijn geproduceerd door een onafhankelijke producent van de doorgegeven omroep en waarvoor het eraan verbonden doorgifterecht en het recht op vergoeding niet in handen zijn van de doorgegeven omroep. Door de omroep
geproduceerde programma’s, informatieve programma’s, rechtstreekse doorgifte van sportevenementen of andere evenementen, “infomercials” en reclamespots behoren hier niet toe uit hoofde van hun aard.
(2) Aan deze algemene omschrijving kunnen gedetailleerde aanpassingen worden aangebracht die verband houden met de Belgische wetgeving en de omschrijving van dit repertoire in de door AEB afgesloten licentieovereenkomsten.
Artikel 13: Duur van een programma
(1) De duur van een programma wordt uitgedrukt in minuten.
(2) Programma’s met een duur van minder dan één minuut komen niet in aanmerking voor de toewijzing en verdeling van gelden.
Artikel 14: Wegingsfactor
(1) De verdeling van de gelden onder de programma’s is afhankelijk van hun duur, alsook van volgende wegingscriteria:
(2) AEB kan als wegingsfactor gebruik maken van kijkcijfers per programma, wegingsschalen of gemiddelde marktaandelen. Bovendien wordt een minimumcoëfficiënt toegepast voor elk programma dat deel uitmaakt van het AEB- repertoire teneinde een minimumvergoeding te verzekeren voor elk uitgezonden programma.
(3) De kijkcijfers, wegingsschalen of gemiddelde marktaandelen worden geleverd door externe bronnen die in het beroepsmilieu erkend en aanvaard zijn. De keuze tussen de verschillende wegingscriteria is afhankelijk van het al dan niet voorhanden zijn van gegevens en van de kostprijs van die gegevens in verhouding tot de te verdelen bedragen.
Artikel 15: Identificatie
(1) De zoals in artikel 10 (1) omschreven uitgezonden programma’s worden vergeleken met de werken die zijn opgenomen in de gegevensbank van audiovisuele werken.
(2) Deze programma-identificatie op basis van de werken waarvoor aangifte van rechten werd gedaan, staat toe om de betreffende rechthebbenden te identificeren.
Artikel 16: Specifieke behandeling van bepaalde programma’s
(1) Indien uit het identificatieproces een tegenstrijdige aangifte van rechten zou blijken vanwege verschillende rechthebbenden, worden de voor het programma toegekende bedragen bevroren totdat het conflict van rechten is geregeld. De modaliteiten voor de regeling van zulke conflicten zijn vastgelegd in het protocol voor het oplossen van conflicten van de AGICOA-groep en werden bekrachtigd door AEB.
(2) De gelden die werden toegewezen aan programma’s waarvoor op het moment van de eerste verdeling geen overeenkomst kan worden gevonden bij de werken waarvoor aangifte van rechten is gedaan, blijven beschikbaar tot op het moment van
de finale verdeling. Indien er een aangifte van werken en van de ermee overeenstemmende rechten wordt gedaan tussen het moment van de eerste verdeling en het moment van de finale verdeling, worden de aan dit programma toegewezen gelden betaalbaar.
(3) De gelden die zijn toegewezen aan programma’s waarvan de identificatie of de identificatie van de rechthebbenden onzeker is, blijven beschikbaar voor uitbetaling tot op het moment van de finale verdeling. Deze vormen dus het voorwerp van een specifieke analyse. De gelden worden uitbetaald indien de onzekerheid kan worden weggenomen vóór de finale verdeling.
Artikel 17: Uiterste datum voor de aangifte van werken en rechten
(1) Om in aanmerking te kunnen komen in het kader van de eerste verdeling, moeten de werken en de rechten worden aangegeven vóór 31 december van het jaar van doorgifte. Voor wat de aangiften betreft die gebeuren door middel van het elektronisch WRI-formaat, betekent dit dat de WRI in laadbaar formaat moet zijn geweest voor deze einddatum. In het geval van massale aangifte binnen een zeer korte termijn voor deze uiterste datum, kan AEB de betreffende programma’s verwijzen naar een “inhaalproces” na de eerste verdeling.
(2) Om auteursrechten toegewezen te kunnen krijgen voor een bepaald jaar van doorgifte, moet een werk en de eraan verbonden doorgifterechten voor het Belgisch grondgebied worden aangegeven binnen drie jaar volgend op 31 december van het betreffende jaar van doorgifte.
Artikel 18: Aangifte van werken en rechten na de eerste verdeling
(1) Indien een werk of de eraan verbonden rechten worden aangegeven na de eerste verdeling, maar vóór de in artikel 17 (2) vermelde uiterste datum, verloopt de identificatie van de programma’s en de rechthebbenden zoals beschreven in artikel 15.
(2) De rechthebbenden ontvangen hetzelfde bedrag dat ze zouden hebben ontvangen indien hun aangifte was verricht vóór de eerste verdeling. De betalingen maken het voorwerp uit van een ad hoc opgesteld tijdschema.
Artikel 19: Finale verdeling
(1) Na afloop van de in artikel 17 (2) vastgestelde termijn, gaat AEB over tot de finale verdeling van de rechten die werden geïnd voor het betreffende jaar van doorgifte.
(2) In dit kader worden de gelden die werden toegekend aan niet-geïdentificeerde programma’s of aan programma’s waaraan voor België geen geldige rechten verbonden zijn, opnieuw toegewezen. Dit geldt niet voor de gelden die zijn toegewezen aan programma’s die het voorwerp uitmaken van een conflict.
(3) Krachtens specifieke beslissing van zijn Raad van Bestuur kan AEB beslissen om aan de opnieuw toe te wijzen bedragen diverse intresten toe te voegen die het heeft kunnen innen gedurende het voorafgaande kalenderjaar (“aan de rechthebbenden terug te geven intresten”).
(4) AEB kan beslissen om een deel van de voor de finale verdeling beschikbare bedragen toe te voegen aan de reserve ter dekking van bepaalde bijzondere uit te klaren gevallen. Deze reserve wordt bewaard totdat het probleem dat aanleiding heeft gegeven tot vorming van de reserve is opgelost. Indien om het probleem op te lossen niet het volledige aan de reserve toegevoegde bedrag nodig is, worden de resterende gelden toegevoegd aan de bedragen die dienen teruggegeven te worden aan de rechthebbenden.
(5) Het na deze eventuele aftrek beschikbare bedrag wordt volgens dezelfde criteria als bij de eerste verdeling toegewezen aan de programma’s van het betreffende jaar van doorgifte die op het moment van de eindverdeling geïdentificeerd zijn en geldige rechten hebben.
Artikel 20: Afbouw van de reserves
(1) De overeenkomstig artikel 7 (2) en (3) afgetrokken reserves worden in principe afgebouwd op het moment van de finale verdeling. De niet-gebruikte reserves worden toegevoegd aan het bedrag van de finale verdeling.
(2) Indien de feiten die aanleiding hebben gegeven tot het aanleggen van een reserve evenwel aanhouden na de finale verdeling voor het betreffende jaar van doorgifte, wordt de reserve bewaard totdat de kwestie is opgelost.
Artikel 21 Beslissing tot verdeling en betalingen
(1) Eens de gelden zijn verdeeld overeenkomstig artikels 4 tot 20 hierboven, hetzij bij wijze van een eerste verdeling, hetzij bij wijze van finale verdeling, neemt AEB een beslissing tot verdeling voor elk van de betreffende rechthebbenden. AEB bezorgt aan elk van hen een lijst met programma’s/werken die hen zijn toegekend met opgave van het overeenstemmende bedrag aan royalty’s. Elke rechthebbende wordt dan verzocht om AEB te factureren voor het totaalbedrag dat hem werd toegekend.
(2) Bij ontvangst van de factuur gaat AEB over tot overeenkomstige betaling met aftrek van eventuele, aan de bron geheven, belastingen, indien van toepassing.
HOOFDSTUK DRIE
WOORDENLIJST
De woordenlijst hieronder verduidelijkt de betekenis van de technische termen die worden gebruikt in deze verdelingsregels.
De bedoeling van deze woordenlijst is het begrip van deze regels te vergemakkelijken, maar aan de erin opgenomen beschrijvingen kan geen juridische waarde worden ontleend. De termen worden uitgelegd binnen de context van het verdelingsproces zoals uitgevoerd door AEB, waarbij deze in andere contexten een andere betekenis kunnen hebben.
Aansluitingen: aantal gezinnen dat een televisieomroepprogramma ontvangt die wordt doorgegeven door een operator.
Audiovisueel werk: opeenvolging van bewegende beelden, beschermd door het auteursrecht.
Beheerskosten: bedrag dat door een rechthebbende aan AEB wordt betaald op de royalty’s waarop hij recht heeft tot dekking van de kosten verbonden aan de inning en de verdeling van de doorgifterechten.
Beslissing tot verdeling: beslissing waarmee AEB een rechthebbende een royaltybedrag toewijst, zoals bepaald door de berekening van het verdelingsproces.
Conflict: situatie die tot stand komt door het feit dat twee rechthebbenden aangifte hebben gedaan van dezelfde rechten op eenzelfde werk.
Doorgifte: overbrenging aan het publiek van audiovisuele werken per draad of via draadloze weg door overname van programma’s van televisieomroepprogramma’s door een entiteit die niet de oorspronkelijke omroep is. De doorgiftes die gebeuren met tussenkomst van AEB zijn doorgiftes zoals omschreven in artikel 11 bis van de Conventie van Bern, dus simultaan, integraal en zonder wijziging.
Doorgifteoperator: entiteit die televisieomroepprogramma’s en programma’s doorgeeft, dewelke deze simultaan, integraal en zonder wijziging uitzendt in de zin van artikel 11bis van de Conventie van Bern. De doorgifteoperator moet een derde entiteit zijn ten opzichte van de oorspronkelijke omroeporganisatie.
Eerste verdeling: eerste uitbetaling aan rechthebbenden van royalty’s die werden geïnd voor een jaar van doorgifte.
Finale verdeling: verdeling die het verdelingsproces voor een jaar van doorgifte afsluit. Hierbij worden alle geïnde gelden verdeeld die niet konden worden toegewezen aan geïdentificeerde rechthebbenden, met uitzondering van bepaalde als reserve aangehouden bedragen.
Gewone verdelingen: eerste verdelingen en finale verdelingen.
Inning: incassering van royalty’s van een doorgifteoperator voor het gebruik van audiovisuele werken.
Jaar van doorgifte: jaar gedurende welk de uitzending en de doorgifte van een audiovisueel werk gebeurt, gewoonlijk een kalenderjaar.
Licentiecontract: contract tussen een doorgifteoperator en AEB volgens hetwelk deze laatste toestemming geeft tot gebruik van audiovisuele werken door middel van doorgifte, en dit in ruil voor de betaling van rechten.
Marktaandeel: gemiddeld percentage kijkers voor een gegeven televisieomroepprogramma in verhouding tot het gemiddeld totaal aantal kijkers van alle televisieomroepprogramma’s in een gegeven markt.
Niet-geïdentificeerde programma’s: programma’s die niet overeenkomen met een werk dat werd aangegeven en opgenomen in de bank met werken en rechten van de AGICOA-groep.
Programma: uitgezonden en doorgegeven audiovisueel werk.
Rechthebbende: Natuurlijk persoon of rechtspersoon die het doorgifterecht op audiovisuele werken aanhoudt.
Register met werken en rechten: gegevensbank bestaande uit de aangiften van werken en rechten die werden verricht door de rechthebbenden bij de AGICOA- groep.
Repertoire: geheel van doorgegeven programma’s waarvoor AEB rechten int.
Reserve: royaltybedrag dat bij het verdelingsproces niet wordt verdeeld onder de rechthebbenden maar wordt bewaard met een bepaald doel.
Xxxxxxx’x: rechten die de gebruiker van audiovisuele werken, hier de doorgifteoperator, verschuldigd is aan de rechthebbenden.
Te verdelen bedrag: bedrag aan auteursrechten dat door AEB werd geïnd in België voor een jaar van doorgifte, vermeerderd met op deze bedragen geïnde intresten.
Toewijzing van royalty’s per categorie: Globale toewijzing van royalty’s aan een specifieke groep rechthebbenden voor het gebruik van hun werken.
Verdeling: geheel van processen door middel van dewelke royalty’s kunnen worden toegewezen aan rechthebbenden voor het gebruik van hun werken.
Wegingscriteria: factoren die een rol spelen bij de vaststelling van bedragen die aan elk programma moeten worden toegewezen, bijvoorbeeld de duur van een programma.
WRI: elektronisch formaat dat ter beschikking wordt gesteld aan rechthebbenden voor massale aangifte van werken en rechten.