OVEREENKOMST
OVEREENKOMST
inzake de uitvoering van het Samenwerkingsprogramma Europese Territoriale Samenwerking 2014-2020 (Interreg V-A)
Grensregio Vlaanderen-Nederland
concept
OVEREENKOMST
inzake de uitvoering van het Samenwerkingsprogramma Europese Territoriale Samenwerking 2014-2020 (Interreg V-A) Grensregio Vlaanderen-Nederland
Tussen:
het Vlaamse Gewest en de Vlaamse Gemeenschap, vertegenwoordigd door hun regering in de persoon van de xxxx Xxxxxxxx Xxxxxxx, Vlaams minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport;
het Koninkrijk der Nederlanden, vertegenwoordigd door de staatssecretaris van Economische Zaken;
de provincie Antwerpen, vertegenwoordigd door de gedeputeerde van de provincie Antwerpen en de provinciegriffier;
de provincie Limburg (B), vertegenwoordigd door de gedeputeerde van de provincie Limburg (B) en de provinciegriffier;
de provincie Limburg (NL), vertegenwoordigd door de gedeputeerde van de provincie Limburg (NL);
de provincie Noord-Brabant, vertegenwoordigd door de gedeputeerde van de provincie Noord-Brabant;
de provincie Oost-Vlaanderen, vertegenwoordigd door de gedeputeerde van de provincie Oost-Vlaanderen en de provinciegriffier;
de provincie Vlaams-Brabant, vertegenwoordigd door de gedeputeerde van de provincie Vlaams-Brabant en de provinciegriffier;
de provincie West-Vlaanderen, vertegenwoordigd door de gedeputeerde van de provincie West-Vlaanderen en de provinciegriffier;
de provincie Zeeland, vertegenwoordigd door de gedeputeerde van de provincie Zeeland,
hierna te noemen ‘de partners’,
wordt het volgende betreffende de uitvoering van het Samenwerkingsprogramma van het Europese programma in het kader van Doelstelling Europese Territoriale Samenwerking: Interreg V-A Grensregio Vlaanderen-Nederland afgesproken:
Opdracht
De ministers als vertegenwoordigers van de partners wijzen:
- het Provinciebestuur van Antwerpen aan als beheersautoriteit in de zin van artikel 23 van Verordening (EU) Nr. 1299/2013 en artikel 125 van Verordening (EU) Nr.1303/2013
- het Provinciebestuur van Oost-Vlaanderen aan als certificeringsautoriteit in de zin van artikel 24 van Verordening (EU) Nr.1299/2013 en artikel 126 van Verordening (EU) Nr.1303/2013
- de Vlaamse Auditautoriteit Europese Structuurfondsen aan als auditautoriteit in de zin van artikel 25 van Verordening (EU) Nr.1299/2013 en artikel 127 van Verordening (EU) Nr. 1303/2013
Deze aanwijzing is vastgelegd in een beslissing van de Vlaamse Regering dd. dag maand 2014 (VR/2014/xx.xx/xxx.xxx)
De Vlaamse Gemeenschap / het Vlaams Gewest stellen met het oog op artikels 123 tot en met 127 van Verordening (EU) Nr.1303/2013 en artikel 21 van Verordening (EU) Nr. 1299/2013 schriftelijke voorschriften vast met het provinciebestuur van Antwerpen, het provinciebestuur van Oost-Vlaanderen en de Vlaamse Auditautoriteit Europese
Structuurfondsen voor de relaties tussen die autoriteiten onderling en voor de relaties van die autoriteiten met de Europese Commissie. Die voorschriften worden aan alle partners genotificeerd.
Voor zover overeenkomstig artikel 143 van Verordening (EU) Nr.1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad ten onrechte betaalde bedragen worden teruggevorderd, dan zal de lidstaat op wiens grondgebied de eerstverantwoordelijke begunstigde is gevestigd, de certificeringsautoriteit ondersteunen om de ten onrechte betaalde bedragen terug te vorderen. Dit geldt eveneens voor terugvorderingen bij projectpartners van buiten het programmagebied maar nog op het grondgebied van Vlaanderen of Nederland. Voor wat betreft financiële correcties bij projectpartners buiten Vlaanderen of Nederland, wordt voorafgaand aan de goedkeuring van projecten met betrokkenheid van dergelijke projectpartners in samenspraak met de programmapartners bepaald welke partij de certificeringsautoriteit ondersteunt bij de eventuele terugvordering van ten onrechte betaalde bedragen aan deze projectpartners.
Uitvoeringsbepalingen
Het Samenwerkingsprogramma wordt uitgevoerd overeenkomstig:
- Verordening (EU) Nr.1299/2013
- Verordening (EU) Nr.1301/2013
- Verordening (EU) Nr.1303/2013
- de gedelegeerde- en uitvoeringshandelingen m.b.t. de vermelde Verordeningen
- de uitvoeringsmodaliteiten die werden opgenomen in het Samenwerkingsprogramma Binnen dit kader bevestigen de partners de volgende afspraken:
1. Doelstellingen
Het Samenwerkingsprogramma heeft tot doel de grensoverschrijdende samenwerking tussen Vlaanderen en Nederland te bevorderen en de duurzame, sociaaleconomische ontwikkeling van de grensregio te versterken, door te investeren in projecten gericht op innovatie, energie, milieu en arbeidsmobiliteit.
2. Het Comité van Toezicht
Overeenkomstig artikel 47 van Verordening (EU) Nr.1303/2013 is er een Comité van Toezicht ingesteld binnen drie maanden na de datum van kennisgeving van de goedkeuring van het Samenwerkingsprogramma door de Europese Commissie.
2.1 Samenstelling
Het Comité van Toezicht is samengesteld uit telkens één stemgerechtigde vertegenwoordiger van:
- de Vlaamse Gemeenschap / het Vlaams Gewest
- het Ministerie van Economische Zaken (NL)
- de Provincie Antwerpen
- de Provincie Limburg (B)
- de Provincie Limburg (NL)
- de Provincie Noord-Brabant
- de Provincie Oost-Vlaanderen
- de Provincie Vlaams-Brabant
- de Provincie West-Vlaanderen
- de Provincie Zeeland
Eén vertegenwoordiger van de Europese Commissie (DG regio) neemt met raadgevende stem deel.
Als waarnemer met adviesrecht, mogen vertegenwoordigers deelnemen namens:
- de sociale partners
- milieuorganisaties
- de gemeenten
- maatschappelijk middenveld
- gelijke kansen instanties
Van voornoemde adviserende organisaties wordt telkens één vertegenwoordiger aangezocht in elke aan het Samenwerkingsprogramma deelnemende lidstaat.
Eveneens als waarnemer, met adviesrecht maar zonder stemrecht, zal één vertegenwoordiger deelnemen van:
- het Gemeenschappelijk Secretariaat, de algemeen directeur
- de beheersautoriteit
- de certificeringsautoriteit
- de auditautoriteit
2.2. Besluitvorming
Het Comité van Toezicht beslist bij consensus, uitgezonderd in specifieke omstandigheden zoals beschreven in zijn reglement van orde.
Indien het Comité van Toezicht niet de beslissingen neemt die noodzakelijk zijn om haar taken uit de Verordeningen en het Samenwerkingsprogramma na te komen, zal de Vlaamse minister van Economie een beslissing nemen, nadat het Comité van Toezicht in de gelegenheid is gesteld zich ter zake uit te spreken en werd gehoord, en na overleg met het Nederlandse Ministerie van Economische Zaken en de beheersautoriteit.
2.3. Voorzitterschap
Het voorzitterschap van het Comité van Toezicht wisselt per jaar tussen de Vlaamse Gemeenschap / het Vlaams Gewest en het Nederlands Ministerie van Economische Zaken.
2.4. Secretariaat
Het secretariaat van het Comité van Toezicht wordt door het Gemeenschappelijk Secretariaat vervuld. Voorafgaand overleg met de beheersautoriteit en de certificeringsautoriteit moet leiden tot een vergaderingsagenda die voldoet aan de vereisten vanuit de Europese regelgeving en de criteria vastgesteld door het Comité van Toezicht.
2.5. Reglement van orde
Het Comité van Toezicht stelt een eigen reglement van orde vast.
2.6. Taken
Overeenkomstig artikel 49 van Verordening (EU) Nr.1303/2013 heeft het Comité van Toezicht de volgende functies:
- evaluatie van de uitvoering van het programma en de vooruitgang die geboekt is met de verwezenlijking van de doelstellingen ervan;
- onderzoek naar alle vraagstukken die van invloed zijn op de prestaties van het programma;
- raadpleging, en mogelijk adviesverstrekking, over door de managementautoriteit voorgestelde wijzigingen van het programma.
- opmerkingen maken ten behoeve van de managementautoriteit over de uitvoering en evaluatie van het programma.
In aanvulling op artikel 49 van Verordening (EU) Nr.1303/2013 heeft het Comité van Toezicht ook de volgende taken:
- vaststellen van het beheers- en controlesysteem, evenals eventuele wijzigingen ervan;
- vaststellen van aanvullende regels betreffende de subsidiabiliteit van de uitgaven voor het programma (artikel 18 van Verordening (EU) 1299/2013)
- beslissingen te nemen met betrekking tot de projectoproepen en de selectie van projecten die door het programma worden gefinancierd (artikel 12 van Verordening (EU) 1299/2013), belangrijke wijzigingen aan deze projecten en de opvolging van het project Technische Bijstand.
- Kennis nemen van de controleverslagen van de auditautoriteit;
3. Het Gemeenschappelijk Secretariaat
Ter ondersteuning van de autoriteiten en het Comité van Toezicht wordt een Gemeenschappelijk Secretariaat ingericht, in lijn met artikel 23 van Verordening (EU) Nr. 1299/2013 en hoofdstuk 5 van het Samenwerkingsprogramma.
3.1 Situering
Het Gemeenschappelijk Secretariaat zal ingebed worden in de structuren van de provincie Antwerpen als beheersautoriteit, met name in het Autonoom Provinciebedrijf - Provinciaal Secretariaat voor de Europese Structuurfondsen (APB PSES). Het Gemeenschappelijk Secretariaat is gevestigd op het grondgebied van de stad Antwerpen.
3.2 Aansturing
Het toezicht op het functioneren van het Gemeenschappelijk Secretariaat, de aansturing en de evaluatie ervan gebeurt door het Comité van Toezicht.
Het Comité van Toezicht kan wat betreft het functioneren van het Gemeenschappelijk Secretariaat uitzonderingen aanvragen op de reguliere werking van het APB PSES.
Jaarlijks legt de algemeen directeur van het Gemeenschappelijk Secretariaat een functioneringsverslag met een werkplan neer, waarin het inhoudelijk, beheersmatig en financieel functioneren van het Gemeenschappelijk Secretariaat van het afgelopen jaar wordt toegelicht, alsook een planning wordt gegeven van het volgende werkjaar.
3.3 Personeel
Het personeel met het Gemeenschappelijk Secretariaat te Antwerpen als vaste werkplek is tewerkgesteld via een contract met APB PSES; het personeel met zowel het Gemeenschappelijk Secretariaat te Antwerpen, als een andere locatie als werkplek, is tewerkgesteld via een contract met de partner, conform de afspraken binnen het project Technische Bijstand.
3.3 Taken
In lijn met artikel 23 van Verordening (EU) Nr. 1299/2013 heeft het Gemeenschappelijk Secretariaat de volgende taken:
- bijstand en advies verlenen aan de autoriteiten en het Comité van Toezicht bij de uitvoering van hun respectieve functies;
- verstrekken van informatie aan potentiële begunstigden over financierings- mogelijkheden in het kader van het samenwerkingsprogramma
- bijstand verlenen aan de begunstigden bij de uitvoering van concrete acties.
4. Bijkomende structuren
4.1. Coördinatorenoverleg Grensregio
Er is een Coördinatorenoverleg Grensregio (COG) dat het Comité van Toezicht kan adviseren en als doel heeft ambtelijk overleg te plegen over de praktische voortgang van het programma en het functioneren van het Gemeenschappelijk Secretariaat.
Het COG vergadert in functie van noodzaak. De algemeen directeur van het Gemeenschappelijk Secretariaat is voorzitter van het COG. Er wordt een reglement van orde vastgesteld.
4.2. Bijkomende structuren
Door het Comité van Toezicht kunnen bijkomende structuren opgericht worden ter ondersteuning van een goede werking van het Gemeenschappelijk Secretariaat en het Samenwerkingsprogramma.
5. Aansprakelijkheid
Ingeval de Vlaamse Gemeenschap / het Vlaams Gewest aansprakelijk wordt gesteld door een instelling van de Europese Gemeenschappen voor een verzuim in het nakomen van het toepasselijk recht, met name de in Verordening (EU) Nr.1299/2013, Verordening (EU) Nr.1301/2013 en Verordening (EU) Nr.1303/2013 opgelegde verplichtingen inzake de rechtmatige en doelmatige aanwending van de EU-middelen of de controle daarop, en conform artikel 85 van Verordening (EU) Nr. 1303/2013 verplicht wordt tot een financiële correctie, kunnen deze bedragen door de Vlaamse Gemeenschap / het Vlaams Gewest worden verhaald op het provinciebestuur Antwerpen in zijn hoedanigheid van beheersautoriteit of het provinciebestuur Oost-Vlaanderen in zijn hoedanigheid van certificeringsautoriteit, op voorwaarde dat het verzuim aan respectievelijke provinciebesturen kan worden toegerekend.
Uitgangspunt is dat het betrokken Provinciebestuur aansprakelijk is bij toerekenbare onrechtmatige of ondoelmatige besteding van middelen. In die gevallen waar geen sprake is van duidelijke toerekenbaarheid aan het Provinciebestuur Antwerpen als beheersautoriteit, of het Provinciebestuur Oost-Vlaanderen als certificeringsautoriteit, zal de Vlaamse Gemeenschap / het Vlaams Gewest in overleg met de partners besluiten op welke wijze deze financiële correctie tussen de partners verdeeld zal worden.
6. Interpretatieverschillen
Indien er meningsverschillen over deze uitvoeringsovereenkomst ontstaan, moeten de partners die deze overeenkomst sluiten een voor iedereen aanvaardbare oplossing zoeken. Hierin kan de beheersautoriteit een bemiddelende rol spelen. Wanneer er geen consensus bereikt kan worden, wordt het geschil geagendeerd op het Comité van Toezicht.
7. Wijzigingen
Veranderingen in deze overeenkomst kunnen alleen schriftelijk in overeenstemming tussen de partners overeengekomen worden.
Slotbepalingen
Deze overeenkomst geeft de verbindende politieke en bestuurlijke afspraken weer in het kader van de uitvoering van het Samenwerkingsprogramma. Deze overeenkomst is geen verdrag in volkenrechtelijke zin en is geen overeenkomst naar privaatrecht.
Deze overeenkomst werd opgemaakt en ondertekend in 11-voud en is van toepassing met ingang van (datum) en geldt voor de duur van de afwikkeling van het Samenwerkingsprogramma.
(Locatie), (datum)
Voor akkoord namens de partners:
+ namen
de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaams Gewest, vertegenwoordigd door hun regering in de persoon van de xxxx Xxxxxxxx Xxxxxxx, Vlaams minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport;
het Koninkrijk der Nederlanden, vertegenwoordigd door de staatssecretaris van Economische Zaken;
de provincie Antwerpen, vertegenwoordigd door de gedeputeerde van de provincie Antwerpen en de provinciegriffier;
de provincie Limburg (B), vertegenwoordigd door de gedeputeerde van de provincie Limburg (B) en de provinciegriffier;
de provincie Limburg (NL), vertegenwoordigd door de gedeputeerde van de provincie Limburg (NL);
de provincie Noord-Brabant, vertegenwoordigd door de gedeputeerde van de provincie Noord-Brabant;
de provincie Oost-Vlaanderen, vertegenwoordigd door de gedeputeerde van de provincie Oost-Vlaanderen en de provinciegriffier;
de provincie Vlaams-Brabant, vertegenwoordigd door de gedeputeerde van de provincie Vlaams-Brabant en de provinciegriffier;
de provincie West-Vlaanderen, vertegenwoordigd door de gedeputeerde van de provincie West-Vlaanderen en de provinciegriffier;
de provincie Zeeland, vertegenwoordigd door de gedeputeerde van de provincie Zeeland,