De veldafspraken zijn in december 2021 ondertekend door de volgende partijen
Veldafspraken
Zorgprestatiemodel GGZ & FZ
definitief, december 2021
De veldafspraken zijn in december 2021 ondertekend door de volgende partijen
1
INHOUD
2.1 Partijen die deelnemen aan deze veldafspraken 7
2.2 Partijen die deze veldafspraken ondersteunen 7
2.3 Overwegingen veldafspraken 8
2.4 Verhouding met andere regels en afspraken 8
3.1.1 Algemene bepalingen veldafspraken 9
3.1.2 Nakoming, doorontwikkeling en onderhoud 9
3.3.3 Setting hoogspecialistisch 11
3.4.2 Overgang Jeugdwet naar Zvw 13
3.5.2 Registreren van zorgvraagtype 13
3.5.3 Indeling zorgvraagtypering ggz 14
3.5.4 Vaststelling van typering: ggz 14
3.5.5 Hertypering in de ggz 14
3.5.6 Indeling zorgvraagtypering fz 15
3.5.7 Vaststellen van typering: fz 15
3.5.9 Doorontwikkeling en onderhoud 15
2 2
2
Lijst met beroepen die declarabele consulten kunnen registreren | ||
Contouren alternatieve zorgvraagtypering voor de Forensisch Zorg | ||
3
1
INLEIDING
In deze veldafspraken gebruiken wij de volgende definities:
a. Instelling: een instelling zoals bedoeld in sectie III van het Landelijk Kwa- liteitsstatuut ggz.
β’ betrekking heeft op het gehele zorgproces of een deel van een zorg- proces;
β’ vastlegt wat noodzakelijk is om vanuit het perspectief van de cliΓ«nt goede zorg te verlenen;
β’ ingeschreven staat in het openbaar register bij Zorginstituut Neder- land.
d. Partijen: de betrokken organisaties die onder de veldafspraken hun handtekening zetten.
e. PatiΓ«nt: betrokkene die zorg ontvangt.
g. Spelregel: dwingende vertaling van een veldafspraak naar de praktijk.
h. Vrijgevestigden: zorgaanbieders zoals bedoeld in sectie II van het Model Kwaliteitsstatuut ggz.
β’ de natuurlijke persoon of rechtspersoon die beroeps- of bedrijfsmatig zorg verleent;
n. Zorgverlener: natuurlijk persoon die beroepsmatig zorg verleent.
OVER DEZE VELDAFSPRAKEN
2.1 Partijen die deelnemen aan deze veldafspraken
Dienst JustitiΓ«le Inrichtingen
Landelijke Vereniging van Vrijgevestigde Psychologen & psychotherapeuten MeerGGZ
Hierna genoemd: βPartijenβ of βWijβ
2.2 Partijen die deze veldafspraken ondersteunen
2.3 Overwegingen veldafspraken
2.4 Verhouding met andere regels en afspraken
INHOUD VELDAFSPRAKEN
3.1.1 Algemene bepalingen veldafspraken
3.1.2 Nakoming, doorontwikkeling en onderhoud
β’ Partijen bevorderen dat hun leden deze veldafspraken naleven;
⒠Partijen spreken minimaal één keer per jaar over de nakoming en door- ontwikkeling van de veldafspraken.
⒠Partijen passen de veldafspraken in dit document aan indien daarvoor een aanleiding is en maximaal één keer per jaar, behalve als hierna in specifieke bepalingen een andere termijn of procedure staat. Bij aanpas- sing van de veldafspraken worden actuele inzichten, onderzoeken en rapporten betrokken.
β’ In 2022 vindt de aanpassing voor 2023 uiterlijk 1 juli 2022 plaats, de jaren daarna steeds uiterlijk 1 april jaar t-1 voor het jaar t.
β’ Concepten van aanpassingen in veldafspraken zullen een maand voor vaststelling worden gepubliceerd. Het is mogelijk om als belanghebben- de een reactie te geven op concept veldafspraken. Reacties zullen zorg- vuldig worden afgewogen in verdere besluitvorming.
β’ Partijen organiseren gezamenlijk publiciteit over de inhoud van deze af- spraken, om draagvlak te vergroten en om naleving door niet-deelne- mende partijen te stimuleren.
β’ Het is mogelijk om als nieuwe partij deel te nemen aan de veldafspraken, als de al deelnemende partijen daarvoor hun akkoord geven.
3.2 VERWIJSAFSPRAKEN
Partijen houden zich aan de verwijsafspraken Geestelijke gezondheidszorg. Deze zijn opgenomen als bijlage A. VWS ziet deze afspraken als de juiste invulling van de wettelijke verplichting. Zorgverzekeraars verwijzen in hun polisvoorwaarden naar de verwijsafspraken. XXX doet dat in de addenda bij hun overeenkomsten voor forensische zorg. Zorgaanbieders gebruiken in het declaratieverkeer de verwijstypen die zijn opgenomen in de βNotitie Verwijstypen en zorglabelsβ in bijlage B. Zorgaanbieders en zorgverzekeraars gebruiken de verwijstypen overeenkomstig de uitleg in de notitie.
3.3 PRESTATIES EN SETTING
3.3.1 Zorgtrajectnummer
De NZa schrijft het gebruik van een zorgtrajectnummer in het declarati- everkeer voor in de Regeling geestelijke gezondheidszorg en forensische zorg. De veldafspraken over de verdere uitwerking van het zorgtraject- nummer zijn opgenomen in de βfactsheet Zorgtrajectnummerβ in bijlage C. De NZa vindt dat deze veldafspraken in lijn zijn met de verplichting in de nadere regel. Zorgaanbieders en zorgverzekeraars gebruiken het zorgtra- jectnummer overeenkomstig de uitleg in de factsheet.
De veldafspraken over het toepassen van verwijstypen en private zorglabels zijn opgenomen in de βNotitie Verwijstypen en zorglabelsβ in bijlage B. Zorg- aanbieders en zorgverzekeraars gebruiken de zorglabels overeenkomstig de uitleg in de notitie. De borging volgt uit het wederzijdse belang bij een juis- te toepassing; declaraties zonder relevant label kunnen worden afgewezen.
3.3.3 Setting hoogspecialistisch
De setting βhoogspecialistisch (ambulant en klinisch, met contractvoorwaar- de)β kan alleen in rekening worden gebracht als zorgaanbieder en zorgver- zekeraar dit in een contract hebben afgesproken. Bij het maken van deze afspraken houden zij zich aan de βHandreiking contractering setting Hoogs- pecialistische ggzβ, zoals opgenomen in bijlage D.
De Nederlandse ggz, NFU, NVZ en ZN zullen bij de eerstvolgende aanpas- sing van de veldafspraken (uiterlijk 1 juli 2022) de inhoudelijke bepalingen uit de handreiking en de samenstelling van de limitatieve lijst evalueren. Aanpassingen kunnen dan worden verwerkt in de update van de veldafspra- ken die per 2023 van kracht worden.
Voor het aanpassen van criteria waaraan een afdeling moet voldoen om te worden opgenomen op de limitatieve lijst ligt het primaat bij de professio- nals in het betreffende segment (umc, algemeen ziekenhuis, ggz-instelling). Zij consulteren daarbij partijen van belanghebbenden zoals te doen gebrui- kelijk bij de ontwikkeling van normen in de sector.
Uiterlijk 31 mei van ieder jaar publiceren Stichting TOPGGz, NFU, NVZ en ZN gezamenlijk een overzicht van afdelingen die voldoen aan de criteria uit de handreiking, inclusief specialisatie en klinische capaciteit (bedden). Het is een limitatieve lijst met aanbieders die aan de inhoudelijke criteria van
de handreiking voldoen en die in aanmerking komen voor een contract over het toepassen van de setting hoogspecialistisch. Deze lijst is het richtingge- vende referentiekader voor de contractering van hoogspecialistische ggz tussen zorgverzekeraar en zorgaanbieder.
Op basis van een initiΓ«le beoordeling door de werkgroep βHandreiking Hoogspecialistischβ zijn voor het jaar 2022 de volgende (afdelingen van) zorgaanbieders op de lijst geplaatst:
β’ Psychiatrische Universitaire Klinieken (PUKβen) als geheel;
β’ De Medisch Psychiatrische Units (MPUβs) van Psychiatrische Afdelingen van Algemene Ziekenhuizen (PAAZ);
β’ Afdelingen van ggz-instellingen met het label TOPGGz (als onderdelen van zorgaanbieders).
3.3.4 Inzet tolken
De veldafspraken over de inzet van tolken voor anderstaligen zijn opgeno- men in het βInhoudelijk kader inzet tolken anderstaligen GGZβ in bijlage F. Zorgaanbieders en zorgverzekeraars gebruiken de toeslag βinzet tolkβ over- eenkomstig de veldafspraak. De NZa verwijst naar dit kader in haar regelge- ving.
3.4 BEROEPEN
3.4.1 Beroepenlijst
β’ Volgens de afspraak in het Bestuurlijk akkoord ggz hebben partijen de inzet van specifieke beroepen in de curatieve ggz onderbouwd vanuit het oogpunt van kwaliteit van zorg. Het programma Zorgprestatiemodel heeft deze opdracht uitgevoerd voor de beroepen die niet vallen onder de zeven Big-beroepscategorieΓ«n van het zorgprestatiemodel. Het pro- ces en de toetsingscriteria staan beschreven in de βFactsheet Beroepen- lijst Zorgprestatiemodel: het procesβ (bijlage G). De beroepen waarvan de inzet onderbouwd kan worden, staan in de βLijst overige beroepenβ (bijlage H).
β’ Partijen spreken af om een hardheidsclausule toe te passen voor:
β’ de beroepen waarover geen overeenstemming bestaat en waarvoor geldt dat het niet opnemen in de lijst onevenredige gevolgen zou hebben voor de continuering van de feitelijke zorglevering
β’ de beroepen waarvoor geldt dat ze naar verwachting van partijen op relatief korte termijn alsnog voor opname in aanmerking zal komen.
Met toepassing van deze hardheidsclausule kunnen deze beroepen als- nog (tijdelijk) worden opgenomen op de βlijst overige beroepenβ.
β’ Opname via de hardheidsclausule geldt voor 3 jaar (2022 t/m 2024) en kan worden verlengd. De criteria voor het al dan niet verlengen van de hardheidsclausule zullen partijen als onderdeel van de update van de veldafspraken in 2022 vaststellen. Als dit onverhoopt niet lukt, zal de looptijd van de hardheidsclausule worden verlengd.
β’ Partijen verklaren de hardheidsclausule t/m 2024 van toepassing voor de beroepen WO-orthopedagoog, WO-psycholoog en Ervaringsdeskundige werker NLQF 5/NLQF6.
β’ Partijen betrekken de beroepenlijsten in de jaarlijkse evaluatie van de veldafspraken volgens artikel 3.1.2.
β’ Zorgaanbieders zorgen ervoor dat alleen beroepen die vermeld zijn op de βLijst met beroepen die declarabele consulten kunnen registrerenβ (bijlage I), declarabele consulten kunnen registreren. De financiΓ«le dek- king voor de inzet van niet op deze lijst vermelde beroepen wordt ge- acht opgenomen te zijn in de (wel) declarabele zorgprestaties.
β’ Partijen spannen zich gezamenlijk in om deze veldafspraak uiterlijk
1 januari 2022 te hebben omgezet in een veldnorm die wordt ingediend bij het registratie van Zorginstituut Nederland.
3.4.2 Overgang Jeugdwet naar Zvw
Voor patiΓ«nten die bij het bereiken van de 18-jarige leeftijd overgaan van Jeugdwet naar Zorgverzekeringswet, passen partijen de βRegeling overgang Jeugdwet naar Zvw bij bereiken 18 jaarβ toe, opgenomen in bijlage J.
3.5 ZORGVRAAGTYPERING
3.5.1 Uitgangspunten
Partijen hebben de kenmerken en gebruiksdoelen van zorgvraagtypering voor de ggz vastgelegd in de βStartnotitie doelen Zorgvraagtyperingβ (bijlage K). Deze blijven onverkort gelden.
Partijen hebben de hoofdlijnen van de zorgvraagtypering voor de fz uitge- werkt in de notitie βContouren alternatieve zorgvraagtypering voor de Fo- rensisch Zorg, versie 1.4 (bijlage L). Deze notitie is de basis voor de ontwik- keling van zorgvraagtypering voor de fz.
3.5.2 Registreren van zorgvraagtype
In 2022 en 2023 is de registratie van het zorgvraagtype bedoeld om infor- matie verzamelen voor de validatie en doorontwikkeling van zorgvraagtype- ring. Vanaf 2024 gaat zorgvraagtypering ondersteunen bij afspraken tussen zorgverzekeraars en zorgaanbieders over wat voor specifieke patiΓ«nten- groepen een reΓ«le vergoeding is, gegeven de voor die groep gepaste zorg. Zowel in de ggz als fz wordt ook de DSM-5 classificatie geregistreerd. Voor gespecialiseerde GGZ wordt voor de periode waarin wordt toegewerkt naar een stabiele zorgvraagtypering de diagnose hoofdgroep op de factuur vermeld. Voor de gb-ggz wordt het profiel (type product) op de factuur ver- meld. In ieder geval na 2 jaar zal worden geΓ«valueerd of zorgvraagtypering voldoende is ontwikkeld. De verplichte vermelding van de DSM-5 diagnose en van het gb-ggz profiel vervalt op dat moment, tenzij uit de evaluatie blijkt dat vermelding nog steeds noodzakelijk is en ook voldoet aan de wet- telijk vereisten rondom privacy.
3.5.3 Indeling zorgvraagtypering ggz
De zorgvraagtypering ggz bestaat uit zorgvraagtypen 1 t/m 21, ingedeeld in drie hoofdgroepen (X, Y, Z). De hoofdgroepen en de zorgvraagtypen zijn beschreven in het document βBeschrijving zorgvraagtypen ggzβ (bijlage M).
Partijen onderzoeken of het verbijzonderen van zorgvraagtypen met
sub-zorgvraagtypen leidt tot verbetering van de klinische herkenbaarheid, verklaarde variantie en homogeniteit.
3.5.4 Vaststelling van typering: ggz
De regiebehandelaar is verantwoordelijk voor de vastlegging van het juiste zorgvraagtype. Hij gaat daarbij uit van de omschrijvingen in het document βBeschrijving Zorgvraagtypen ggzβ.
De HoNOS+ is het verplichte methodisch hulpmiddel voor zorgvraagtype- ring in de ggz. Partijen hanteren de in het programma vastgestelde omschrij- vingen in het document βHoNOS+, instructie voor het invullenβ (bijlage N).
Er zijn twee werkwijzen om het zorgvraagtype met de HoNOS+ te bepalen:
1. Invullen van de volledige HoNOS+ en de scores toetsen aan kleursche- maβs en omschrijvingen in het document βBeschrijving Zorgvraagtypenβ.
2. Invullen van een gedeeltelijke HoNOS+ (dynamische route), waarbij de ICT de relevante vragen aanwijst. Er moeten dan altijd voldoende vragen worden doorlopen om een 95% zekerheid te hebben dat de uitkomst hetzelfde is als bij het volledig doorlopen van de HoNOS+. In 5% van de (aselect gekozen) typeringsmomenten moet ook bij de keuze voor werk- wijze 2 de volledige HoNOS+ worden ingevuld.
Voor zowel werkwijze 1 als 2 geldt dat de regiebehandelaar van het voor- stel kan afwijken.
Partijen stelden samen een βHandleiding zorgvraagtypering ggzβ (bijlage O) op voor behandelaren en zullen deze onderhouden. Partijen houden zich aan de meest recente versie van de handleiding.
De borging hiervan is geregeld in de regeling Geestelijke gezondheidszorg en forensische zorg van de NZa. Daarin staat dat de zorgvraagtypering con- form de veldafspraak wordt gedaan, door de regiebehandelaar.
3.5.5 Hertypering in de ggz
Hertypering vindt plaats op logische (evaluatie)momenten in het behandel- proces. Elk zorgvraagtype heeft een termijn die richtinggevend is voor het moment van hertyperen. Deze βreviewtermijnenβ staan in de βBeschrijving Zorgvraagtypen ggzβ. Op het eerste contactmoment na 1 jaar waarin niet is ge-hertypeerd, zal altijd moeten worden getypeerd.
3.5.6 Indeling zorgvraagtypering fz
Voor elke forensische patiΓ«nt bepaalt de hoofdbehandelaar met bestaande risicotaxatie instrumenten het recidive risico (niveau 1 t/m 5 volgens de gestandaardiseerde risk levels, Xxxxxx et al., 2017). De ernst van het delict kan ervoor zorgen dat een patiΓ«nt maximaal met 1 niveau opschuift, om- hoog of omlaag. Exceptionele problemen met betrekking tot de responsi- viteit kan leiden tot 1 categorie hoger. Dit leidt tot een score in de range 0 t/m 7.
3.5.7 Vaststellen van typering: fz
In het βImplementatieplan zorgvraagtypering fzβ (bijlage P) is vastgelegd hoe zorgvraagtypering in de forensische zorg door partijen wordt toegepast.
3.5.8 Hertypering in de fz
Hertypering in de forensische zorg vindt plaats als er opnieuw een risico- taxatie moet worden afgenomen. Afhankelijk van het gehanteerde instru- ment is dit minimaal eens per 365 dagen.
3.5.9 Doorontwikkeling en onderhoud
In de komende jaren zullen de partijen werken aan de doorontwikkeling van de zorgvraagtypering in de ggz en fz.
Partijen onderzoeken in de doorontwikkeling in ieder geval hoe meer gebruik gemaakt kan worden van informatie die al wordt vastgelegd, bij- voorbeeld in andere gestandaardiseerde vragenlijst of in ZIBβs. Ook wordt onderzocht hoe specifieke patiΓ«ntgroepen een plaats kunnen krijgen in het model, zoals patiΓ«nten met somatische comorbiditeit, verslavingen, LVB of SOLK. Deze en andere onderwerpen agenderen partijen in de doorontwik- kelagenda.
Partijen nemen de handleiding zorgvraagtypering ggz, de HoNOS+, zorg- vraagtypen ggz en het implementatieplan zorgvraagtypering fz mee in het jaarlijkse onderhoud van de veldafspraken volgens artikel 3.1.2.
3.6 VERANTWOORDING EN CONTROLE
3.6.1 Uitgangspunten
β’ Zorgaanbieders en zorgverzekeraars hebben een gezamenlijke maat- schappelijke verantwoordelijkheid voor de juiste besteding juiste zorguit- gaven. Zorgaanbieders en zorgverzekeraars hebben daarin elk hun eigen wettelijke taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden.
β’ Partijen streven naar proces- en systeemgerichte beheersing aan de voorkant van het zorgproces en naar het voorkomen van controles ach- teraf.
β’ Partijen zoeken naar efficiency in de verantwoordingsketen en streven ernaar dat de verantwoording voor meerdere doeleinden (bijvoorbeeld jaarrekening) kan worden ingezet. We automatiseren regels en de veldaf- spraken over verantwoording en controle waar het kan.
β’ Partijen professionaliseren de verantwoordingsketen en stimuleren zorg- aanbieders waar nodig om hun verantwoordelijkheid voor een goede bedrijfsvoering te nemen en om registraties βfirst-time-rightβ te laten plaatsvinden. Partijen zien de invoering van Horizontaal Toezicht bij zor- ginstellingen als een passende werkwijze hiervoor.
β’ Zorgaanbieders werken aan efficiΓ«ntere en effectievere administratieve processen die borgen dat facturen in één keer goed zijn. Partijen zorgen voor een efficiΓ«nt correctieproces en zorgen voor een tijdige afwikkeling van correcties volgens de notitie βFoutcorrectie in het declaratieverkeerβ (bijlage Q).
β’ De V&C-lijst is een hulpmiddel voor het inrichten van processen en sys- temen. De lijst is een van de middelen die partijen kunnen inzetten in hun streven naar βFirst Time Rightβ en naar het zoveel mogelijk voorko- men van correcties achteraf.
β’ Zorgaanbieders en zorgverzekeraars houden zich aan de afspraken in deze paragraaf. De andere partijen bevorderen de naleving.
3.6.2 Reikwijdte
De afspraken in deze paragraaf gaan over correct registreren en declareren van zorg, over hoe zorgaanbieder zich hierover kunnen verantwoorden en over de manier waarop zorgverzekeraars en DJI hier uitvoering aan geven in hun controleplannen. Ze gaan niet over de inhoud en naleving van afspra- ken in het concurrentiele deel van overeenkomsten tussen zorgverzekeraar en zorgaanbieder en ook niet over afhandeling van (verzekerden)signalen en fraude(onderzoek).
3.6.3 Inrichting van interne processen
β’ Zorgaanbieders en zorgverzekeraars spannen zich zo veel als mogelijk in om hun interne processen of (voor zover van toepassing) hun praktijk- voering conform veldafspraak verantwoording en controle in te richten.
β’ Zorgaanbieders en zorgverzekeraars zorgen voor een optimale inrichting van de ICT, zodat die de uitvoering van deze afspraken zo goed als mo- gelijk ondersteunt.
β’ Zorgaanbieders dragen zorg voor transparante processen en kunnen la- ten zien hoe registraties, declaraties uitgevoerd zijn.
β’ Zorgverzekeraars zorgen voor een transparant betalings- en correctiepro- ces.
3.6.4 Correct registreren en declareren
β’ Zorgaanbieders en zorgverzekeraars houden zich aan de βSpelregels cor- rect registreren en declarerenβ in bijlage R:
β’ De spelregel minimale betrokkenheid regiebehandelaar is een opera- tionalisering van het Landelijk Kwaliteitsstatuut als het gaat om cor- rect registreren en declareren;
β’ De spelregel Diagnostiek voorafgaand aan onverzekerde zorg is een operationalisering van de aanspraak op verzekerde zorg als het gaat om niet verzekerde diagnostiek;
β’ Spelregels Planning = realisatie, Groepsconsulten en Reistijd zijn een operationalisering van afspraken over de registratie waarnaar wordt verwezen in de regelgeving van de NZa.
β’ Zorgaanbieders en zorgverzekeraars gebruiken de beschrijvingen in de V&C-lijst (bijlage S) over correct registreren en declareren als hulpmiddel om systemen en registratie- en declaratieprocessen in te richten en risi- coβs op onjuiste registraties en declaraties te voorkomen.
β’ Zorgaanbieders spannen zich in om gebruik te maken van EPDβs die on- dersteuning bieden bij:
β’ het inrichten van registratie- en declaratieprocessen conform regelge- ving en gemaakte veldafspraken, en;
β’ het aantonen van de in het EPD ingebouwde beheersmaatregelen. Partijen onderzoeken de mogelijkheid om EPDβs hiervoor te certificeren.
3.6.5 Afspraken over onderhoud en doorontwikkeling
β’ Partijen spreken minimaal twee keer per jaar over de implementatie van de veldafspraken over verantwoording en controle.
β’ Partijen nemen de spelregels correct registreren en declareren en de V&C-lijst mee in het jaarlijkse onderhoud van de veldafspraken volgens artikel 3.1.2.
β’ Nieuwe spelregels over correct registreren en declareren en omschrijvin- gen in de V&C-lijst leggen partijen zoveel mogelijk vast in βgoed of foutβ bepalingen.
β’ Partijen hebben hierbij nadrukkelijk oog voor het beperken van adminis- tratieve lasten.
3.7.1 Achtergrond
EΓ©n van de ontwerpcriteria van het zorgprestatiemodel is dat het gepast gebruik moet bevorderen. Om binnen het zorgprestatiemodel een verdere invulling te geven aan Gepast Gebruik is door het programma Zorgprestatie- model een werkgroep Gepast Gebruik ingesteld. De hiernavolgende defini- tie en uitgangspunten zijn het startpunt van de inhoudelijke gesprekken die we op landelijk niveau over dit onderwerp gaan voeren in de periode tot aan de eerstvolgende update van de veldafspraken. Eerder heeft de task- force Gepast Gebruik een inhoudelijk advies opgesteld over de mogelijkhe- den om als gecontracteerde zorginstelling procesgericht te verantwoorden over Gepast Gebruik. De in deze veldafspraak geformuleerde definitie en uitgangspunten zijn in lijn met dit door het bestuurlijk overleg hoofdlijnen- akkoord ggz vastgestelde advies.
3.7.2 Definitie Gepast Gebruik
In de nog te voeren gesprekken gaan we voor de geestelijke gezondheids- zorg en forensische zorg uit van de volgende definitie van Gepast Gebruik. Onder gepast gebruik verstaan we dat de zorg die wordt geleverd voldoen- de bewezen effectief zijn en dat alleen zorg wordt geleverd aan patiΓ«nten die deze zorg ook echt nodig hebben. Met bewezen effectief bedoelen we dat de zorg voldoet aan de stand van wetenschap en praktijk. Met βecht no- dig hebbenβ bedoelen we dat de patiΓ«nt redelijkerwijs is aangewezen op de zorg gezien zijn gezondheidssituatie (medische noodzaak) en, voor forensi- sche zorg, gezien het voorkomen van recidive.
3.7.3 Uitgangspunten Gepast Gebruik
In de nog te voeren inhoudelijke gesprekken zijn de volgende uitgangs- punten het startpunt. Bij het maken van inhoudelijke afspraken kunnen uit- gangspunten worden herzien.
1. Zorgaanbieders en zorgverleners zorgen samen voor een continue cyclus van reflecteren en leren over Gepast Gebruik, ze stimuleren de dialoog hierover en borgen dit in het (zorg)proces en/of de praktijkvoering.
2. Zorgaanbieders, zorgverleners en zorgverzekeraars kunnen onderwerpen aandragen voor het gesprek (landelijk of lokaal) over Gepast Gebruik, bijvoorbeeld naar aanleiding van (benchmark) analyses, landelijk uitge- werkte casussen of eigen inzichten. Deze onderwerpen kunnen bijdragen aan het reflecterend en lerend vermogen en kunnen als basis dienen voor te maken afspraken.
3. Zorgaanbieders, zorgverleners en zorgverzekeraars maken op basis van gelijkwaardigheid afspraken over Gepast Gebruik op groepsniveau (niet op het niveau van individuele patiΓ«nten) met als doel Gepast Gebruik te bevorderen. Onder het bevorderen van Gepast Gebruik, wordt zowel het voorkomen van overbehandeling als het voorkomen van onderbehande- ling verstaan. Deze afspraken richten zich op het continue verbeteren naar de toekomst en niet het corrigeren van het verleden. Vooraf wor- den afspraken gemaakt over de eventuele consequenties van het niet halen van verbeterafspraken.
4. De onderbouwing van wat op groepsniveau Gepast Gebruik is en of zorg bij groepen patiΓ«nten effectief en medisch noodzakelijk is, is voorbehou- den aan beroepsgroepen en moet uitlegbaar en transparant zijn.
5. Bij afwegingen over Gepast Gebruik op individueel niveau wordt door de behandelaar waar mogelijk de patiΓ«nt en diens naasten betrokken (sa- men beslissen).
6. Bij het maken van afspraken over Gepast Gebruik kunnen de informa- tie-elementen van het zorgprestatiemodel worden ingezet, zoals zorg- vraagtypering, beveiligingsniveaus, settings, beroepen, type consulten (diagnostiek, behandeling, groep), duur behandeling (in tijd), aantal con- sulten en verblijf.
7. Gepast Gebruik gaat ook over het voldoen aan wet- en regelgeving (rechtmatigheid) en daarmee is Gepast Gebruik een niet-concurrentieel onderwerp.
De werkgroep Gepast Gebruik van het programma Zorgprestatiemodel werkt verder aan de volgende opdracht:
β’ Doe een voorstel voor hoe het zorgprestatiemodel en zorgvraagtypering worden ingezet om gepast gebruik van zorg inzichtelijk te maken en praktisch toepasbaar. Betrek hierbij ook de startnotitie zorgvraagtype- ring.
β’ Doe een voorstel voor hoe we het goede gesprek over gepast gebruik van zorg organiseren en faciliteren, zowel op landelijk niveau, als tussen individuele zorgaanbieder en zorgverzekeraar, als op het niveau van de zorgaanbieder.
β’ Formuleer de veldafspraken die moeten worden gemaakt om uitvoering te geven aan de twee bovengenoemde bullets. Ga na hoe daarin gediffe- rentieerd moet worden (bijvoorbeeld op basis van setting).
β’ Werk een aantal voorbeelden uit van inhoudelijke afspraken, waaronder in ieder geval een voorstel voor afspraken over gepast gebruik van gene- ralistische basis-ggz dat in 2022 toepasbaar kan zijn voor de setting am- bulant kwaliteitsstatuut sectie II.
De uitkomst van dit vervolg zal worden verwerkt in een volgende versie van de veldafspraken.
3.8.1 Inrichting generalistische basis-ggz
Het echelon generalistische basis-ggz blijft zichtbaar via het door de NZa in de nadere regel verplichte informatie-element βbasis-ggz profielβ, dat gekop- peld wordt aan de betreffende zorgprestaties. Partijen hadden al afgespro- ken dat dit zo blijft tot het moment dat de verbeterde zorgvraagtypering
is gerealiseerd. Partijen gaan ervan uit dat per 2024 het zorgvraagtype een passende vervanging zal zijn van het informatie-element. De inhoudelijke afspraken over het zichtbaar houden van de generalistische basis-ggz staan in de βfactsheet Basis-ggz in het zorgprestatiemodelβ in bijlage T.
3.8.2 Voorfinanciering wanneer niet gefactureerd kan worden
Partijen spreken de intentie uit dat zorgaanbieders niet door de invoering van het zorgprestatiemodel in een nadelige financiΓ«le positie komen. Par- tijen bespreken op de landelijke tafel de voortgang van de implementatie van het zorgprestatiemodel, inclusief het tijdig gereed hebben van de EPDβs. Wanneer er sprake is van collectieve problemen bij de implementatie (bij- voorbeeld één EPD die meerdere aanbieders bedient is veel later gereed of ICT problemen bij een of meerder zorgverzekeraars), waardoor groepen van zorgaanbieders lange tijd niet kunnen declareren en daardoor in de fi- nanciΓ«le problemen geraken, zullen deze problemen op de programmatafel worden besproken en wordt gekeken naar een oplossing. Partijen dragen
zorg voor een terugkoppeling van deze bespreking richting de groep aanbie- ders om wie dit gaat.
Zorgverzekeraars en zorgaanbieders houden elkaar op de hoogte van de voortgang van de implementatie. Wanneer vanwege de invoering van het zorgprestatiemodel declaraties van een individuele zorgaanbieder lange tijd niet via de gebruikelijke route kunnen worden ingediend, kunnen zorgver- zekeraars en zorgaanbieders lokaal afspraken maken over financiering van reeds geleverde zorg.
3.8.3 Toepassing transitieprestatie
Volgens de beleidsregel van de NZa kunnen een zorgverzekeraar en zorg- aanbieder samen schriftelijk het gebruik van een transitieprestatie over- eenkomen om bedoelde/gewenste effecten of onvoorziene, en door hen gezamenlijk als ongewenst benoemde, effecten van de overgang naar het zorgprestatiemodel op te vangen als die niet redelijkerwijs binnen de max- max tarieven kunnen worden opgevangen. Zorgaanbieder en zorgverzeke- raar kunnen dit ook doen als dit effect komt door een tekortkoming in het zorgprestatiemodel. Van een tekortkoming is sprake als een onderwerp dat zorgverzekeraar en zorgaanbieder daarvoor (gezamenlijk) aandragen bij het programma zorgprestatiemodel, door het programma op de landelijke door- ontwikkelagenda worden opgenomen.
3.8.4 Overgangsafspraken zorgvraagtypering
PatiΓ«nten die in 2022 in de ggz in behandeling komen, worden bij de start van de behandeling door de regiebehandelaar getypeerd. Bij alle behandel- consulten van deze nieuwe patiΓ«nten wordt het zorgvraagtype vermeld op de factuur.
PatiΓ«nten die al in behandeling zijn op 1 januari 2022 (deze zijn herkenbaar aan het zorglabel βovergang uit oude bekostigingβ), worden in de loop van dat jaar door de regiebehandelaar getypeerd. De behandelconsulten van deze patiΓ«nten worden vanaf het eerste logische moment in het behandel- proces, maar uiterlijk 1 januari 2023 voorzien zijn van een zorgvraagtype.
Dit eerste logische moment is doorgaans het moment waarop de (voortgang van de) behandeling wordt geΓ«valueerd.
Voor bestaande cliΓ«nten in de forensische zorg spreken partijen af dat de vastlegging van het zorgvraagtype zal plaatsvinden vanaf het eerstvolgende moment dat er weer een risicotaxatie moet worden afgenomen. Afhankelijk van het gehanteerde instrument is dit maximaal 365 dagen later. Dit bete- kent dat voor alle bestaande fz cliΓ«nten voor 1 januari 2023 een zorgvraag- type is geregistreerd.
ONDERTEKENING VELDAFSPRAKEN
Deze veldafspraken gaan in op 1 januari 2022 en blijven gelden totdat partijen anders overeenkomen.
w.g. 16 december 2021
Naam: Xxxxxxxxx xxx Xxxx De Nederlandse ggz
w.g. 13 december 2021
Naam: Xxxx Xxxxxx
Landelijke Vereniging van Vrijgevestigde Psychologen & psychotherapeuten
w.g. 16 december 2021
Naam: Xxxxxxxx Xxxxxxxxx Nederlandse Federatie van UMCβs
w.g. 16 december 2021
Naam: Xxxx Xxxx Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen
w.g. 16 december 2021
Naam: Xxxxxxxxx Xxxx Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland
w.g. 13 december 2021
Naam: Xxxx-Xxxx xxx Xxxxxxx Zorgverzekeraars Nederland
w.g. 17 december 2021
Naam: Xxxxxx Xxxxxxxx Dienst JustitiΓ«le Inrichtingen
w.g. 10 december 2021
Naam: Xxx xxx Xxxxxx MIND
w.g. 16 december 2021
Naam: Xxx xxx Xxxx
Nederlands Instituut van Psychologen
w.g. 14 december 2021
Naam: Xxxxxxxx Xxxxxxx
Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie
w.g. 13 december 2021
Naam: Xxxx Xxxxxxx Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland
w.g. 14 december 2021
Naam: Xxxx xx Xxxx XxxxXXX
BIJLAGEN BIJ VELDAFSPRAKEN
B. Notitie verwijstypen en zorglabels
C. Factsheet zorgtrajectnummer
D. Handreiking contractering setting Hoogspecialistische ggz
E. Limitatieve lijst Hoogspecialistische ggz 2022
F. Inhoudelijk kader inzet tolken anderstaligen GGZ
G. Factsheet Beroepenlijst Zorgprestatiemodel: het proces
I. Lijst met beroepen die declarabele consulten kunnen registreren
J. Regeling overgang Jeugdwet naar Zvw bij bereiken 18 jaar
K. Startnotitie doelen zorgvraagtypering
L. Contouren alternatieve zorgvraagtypering voor de Forensisch Zorg
M. Beschrijving zorgvraagtypen ggz
N. HoNOS+, instructie voor het invullen
O. Handleiding zorgvraagtypering ggz
P. Handleiding zorgvraagtypering fz
Q. Foutcorrectie in het declaratieverkeer
R. Spelregels correct registreren en declareren
T. Factsheet Basis-ggz in het zorgprestatiemodel
xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx