Gebruikershandleiding
Gebruikershandleiding
C C V B U D G E T ( V X 5 2 0 )
Storingen die veroorzaakt worden door het niet naleven van de gebruikershandleiding vallen niet onder de serviceovereenkomst.
Wat onder de door CCV verleende service wordt verstaan en onder welke voorwaarden die verleend wordt, staat beschreven in de 'Algemene Voorwaarden CCV Holland B.V., d.d. oktober 2013' en de serviceleaflet van het betreffende product. Deze documenten zijn bij de offerte reeds meegestuurd.
Alle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van CCV Holland B.V.
INHOUDSOPGAVE
5
1.1 De CCV Budget betaalautomaat 5
1.2 Partijen die het mogelijk maken om transacties uit te voeren 5
2 DE BETAALAUTOMAAT INSTALLEREN
8
2.1 Overzicht van geleverde onderdelen 8
2.2 De betaalautomaat plaatsen 9
2.2.1 Plaatsingsvoorschriften 9
2.2.2 De kaartlezer gebruiken 9
2.2.3 Omgevingsfactoren die de werking van de apparatuur beïnvloeden 9
2.3 De apparatuur aansluiten 10
2.4 De communicatie-instellingen van de betaalautomaat 12
2.4.1 Een abonnement voor een datacommunicatieverbinding afsluiten 12
2.4.2 Communicatie-instellingen bekijken 12
2.4.3 Een vast IP-adres instellen 13
2.4.4 Een dynamisch IP-adres instellen 15
3 WERKEN MET DE BETAALAUTOMAAT
17
3.1 Overzicht van de betaalautomaat 17
3.2 De bediening van de betaalautomaat 17
3.2.1 De toetsen van de betaalautomaat 17
3.2.2 Letters en leestekens invoeren 18
3.3 Het menu van de betaalautomaat 19
3.6 De betaalautomaat opstarten en afsluiten 21
3.6.1 Een dagopening uitvoeren 21
3.6.2 Een dagafsluiting uitvoeren 22
3.7 Betaalkaarten invoeren in de kaartlezers 23
25
4.1 Overzicht van verschillende transactietypen 25
4.2 Typen transacties die u kunt uitvoeren met een betaalkaart 25
4.3 Fooi invoeren tijdens een transactie 27
4.4.2 Handmatige creditcardtransactie 29
4.4.4 Betaling na reservering 32
4.5.1 De laatst uitgevoerde transactie annuleren 34
4.5.2 Een eerder uitgevoerde transactie annuleren 35
37
5.1 Instellingen voor betaalkaarten bekijken 37
5.2 Instellingen voor betaalkaarten wijzigen 39
5.2.1 Een betaalkaart toevoegen 39
5.2.2 Een betaalkaart verwijderen 41
5.2.3 Het aansluitnummer voor een betaalkaart wijzigen 42
5.3 Controleren of wijzigingen voor betaalkaarten succesvol zijn doorgevoerd 44
45
6.1 Overzicht van de verschillende rapporten 45
6.2.1 Een totalenrapport afdrukken 45
6.2.2 Het journaal afdrukken 48
6.3 Instellingen voor rapporten wijzigen 49
6.3.1 Het journaal direct afdrukken 49
6.3.2 Het afdrukken van het journaal uitstellen 51
53
7.1 De apparatuur onderhouden 53
7.1.1 De apparatuur reinigen 53
7.1.2 De chipkaartlezer reinigen 54
7.1.3 De magneetkaartlezer reinigen 54
7.2 Periodieke versiecontrole van de software 55
7.3 Wat te doen bij storingen 55
7.3.1 Een acquirer parametersessie uitvoeren 56
7.3.2 De communicatieverbindingen testen 57
7.3.3 Het TMS Terminal ID en de betaalautomaatcode opzoeken 59
8 SUPPLIES VOOR DE BETAALAUTOMAAT
59
8.2 Printrollen bestellen via de betaalautomaat 60
61
9.3 Algemene adresgegevens CCV 61
9.4 Telefoonnummers acquirers 61
1 INLEIDING
1.1 De CCV Budget betaalautomaat
Met de VX 520 betaalautomaat kunt u transacties verwerken met betaalkaarten en spaar- en klantenkaarten. De betaalautomaat is toekomstvast en voldoet aan de meest recente internationale veiligheidseisen.
1.2 Partijen die het mogelijk maken om transacties uit te voeren
In deze handleiding wordt regelmatig verwezen naar of gesproken over partijen die betrokken zijn bij de uitvoering van transacties. Onderstaand ziet u een overzicht van deze partijen.
Partij | Toelichting |
Leverancier betaalautomaten | U heeft een betaalautomaat aangeschaft bij een leverancier van betaalautomaten (in dit geval CCV). |
Kassier | Als kassier bedient u tijdens het uitvoeren van transacties de betaalautomaat. |
Klant | De klant is degene aan wie u voor een product of dienst een bedrag in rekening brengt. Tijdens het uitvoeren van een transactie bedient de klant ook de betaalautomaat. |
Internetaanbieder | Uw transacties worden via een ethernet- en datacommunicatieverbinding verstuurd naar een transactieverwerker. Voor een datacommunicatieverbinding sluit u een contract af met een internetaanbieder. |
Transactieverwerker | De transactieverwerker stuurt de ontvangen transacties voor verdere verwerking door naar acquirers (banken of creditcardmaatschappijen). |
Acquirer | De acquirer controleert bij de uitgever van de betaalkaart of de transactie met de gebruikte betaalkaart mag worden verwerkt. |
Uitgever betaalkaart | De uitgever van betaalkaarten is meestal een bank of financiële instelling. De betaalkaarten worden door klanten gebruikt tijdens het uitvoeren van transacties. |
Begrip | Betekenis |
Aansluitnummer acquirer | Het aansluitnummer voor een betaalkaart. Dit nummer, ook wel Merchant ID genoemd, heeft u nodig om een betaalkaart op uw betaalautomaat te kunnen accepteren. |
Acquirer | Een betaalinstelling of een bank die transacties ontvangt en afhandelt. Deze partij geeft tevens gegevens uit voor de acceptatie van transacties. |
Acquirer parametersessie | Een communicatiesessie met de acquirer host om acquirer parameters op te halen voor de betaalautomaat. Deze parameters bepalen welke kaartsoorten uw automaat accepteert en hoe de automaat omgaat met deze kaartsoorten. |
Autorisatiecode | Een unieke code die u dient in te voeren tijdens het uitvoeren van de transactietypen: annulering, betaling na reservering, betaling na referentie, extra reservering en geldopname na referentie. |
Betaalvereniging Nederland | Een vereniging die voor haar leden de collectieve taken in het nationale betalingsverkeer organiseert. De leden van de Betaalvereniging zijn aanbieders van betaaldiensten op de Nederlandse markt: banken, betaalinstellingen en elektronisch geldinstellingen. De Betaalvereniging coördineert de gemeenschappelijke taken van de leden op het gebied van infrastructuur, standaarden en gezamenlijke productkenmerken. Deze zijn gericht op een optimaal effectief, veilig, betrouwbaar en efficiënt betalingsverkeer. |
CVC2 code | Een drie- of viercijferige code die voor veiligheidsdoeleinden is aangebracht op de achter- of voorzijde van een betaalkaart. |
Datacommunicatieverbinding | Een communicatieverbinding (bijvoorbeeld kabel of ADSL) waarover data kan worden ontvangen en verstuurd. |
Dynamisch IP-adres | Een IP-adres dat automatisch wordt toegewezen en in de loop van de tijd aan verandering onderhevig kan zijn. |
Ethernetverbinding | Een verbinding waarmee apparaten in een netwerk met elkaar verbonden kunnen worden. Via de ethernetverbinding wordt uw betaalautomaat verbonden met een datacommunicatieverbinding. |
Internetaanbieder | Een organisatie die faciliteiten aanbiedt aan particulieren en/of bedrijven om met een computer of ander apparaat verbinding te maken met het internet. |
Journaal | Een financieel rapport dat kopiebonnen bevat van alle transacties die tijdens een periode zijn uitgevoerd. |
Kaartrelatierapport | Een rapport waarin wordt weergegeven welke typen betaalkaarten u kunt accepteren op uw betaalautomaat en aan welke transactieverwerker(s) deze betaalkaarten zijn gekoppeld. |
Klant | De persoon waaraan u geld in rekening brengt voor een product en/of dienst en die daarvoor betaalt met een betaalkaart. |
Manager wachtwoord | Het wachtwoord dat de toegang tot het manager menu beveiligt en ingevoerd moet worden tijdens het uitvoeren van bepaalde handelingen. |
Terminal Management Systeem | Systeem voor het beheren en onderhouden van betaalautomaten. |
TMS Terminal ID | Een uniek identificatienummer voor een betaalautomaat dat als sleutel dient voor toegang tot ons Terminal Management Systeem. |
Totalenrapport | Een financieel rapport waarin de totaalbedragen van alle uitgevoerde transacties, die tijdens een periode zijn uitgevoerd, zijn gespecificeerd per transactieverwerker, type betaalkaart en transactietype. |
Transactieverwerker | De partij waaraan transacties worden aangeboden volgens het Common Terminal Acquirer Protocol. De transactieverwerker stuurt |
de aangeboden transacties vervolgens door naar de juiste acquirer.
Begrip Betekenis | |
Vast IP-adres | Een IP-adres dat ingesteld wordt en in de loop van de tijd niet aan verandering onderhevig is. |
2 DE BETAALAUTOMAAT INSTALLEREN
2.1 Overzicht van geleverde onderdelen
Is de betaalautomaat als Plug & Play pakket aan u geleverd, dan heeft u de volgende onderdelen ontvangen.
Overzicht van geleverde onderdelen | ||
1 | VX 520 betaalautomaat | De betaalautomaat wordt zowel door u als de klant bediend tijdens het uitvoeren van transacties. |
2 | Voedingskabel | Met de voedingskabel verbindt u de betaalautomaat met een stopcontact. |
3 | Ethernetkabel | De ethernet kabel sluit u aan op de betaalautomaat en een communicatiemodule (ethernet modem of ethernet router). |
Meer informatie over het aansluiten van de apparatuur kunt u vinden u in paragraaf 2.3.
2.2 De betaalautomaat plaatsen
De Betaalvereniging Nederland is een instantie die zich onder meer richt op de veiligheid van het elektronische betalingsverkeer. Om deze veiligheid te vergroten heeft de Betaalvereniging Nederland richtlijnen opgesteld voor het plaatsen van de betaalautomaat en het gebruik van de kaartlezer.
• Plaats de betaalautomaat zodanig dat de klant het invoeren van de pincode kan afschermen met de hand of het lichaam. Voldoe daarom bij de horizontale plaatsing van de betaalautomaat aan de volgende afmetingen:
o Plaats de betaalautomaat op minimaal 80 cm en maximaal 120 cm hoogte. U mag hier alleen van afwijken als het invoeren van de pincode volledig is afgeschermd door een speciale opstelling.
• Het invoeren van de pincode mag niet zichtbaar zijn vanaf een verhoging, via spiegels,
camera’s of op een andere wijze.
• Het toetsenbord van de betaalautomaat moet tijdens de transactie zodanig zijn opgesteld dat de klant voldoende privacy heeft bij het invoeren van de pincode. Hierdoor is het voor derden (redelijkerwijs) onmogelijk om de pincode te zien.
• Op de betaalautomaat zit een privacy shield. Deze afschermkap om het toetsenbord kan de klant gebruiken om het invoeren van de pincode af te schermen. Heeft uw betaalautomaat geen privacy shield, neem dan contact op met ons Service Center.
Zorg dat de betaalkaart altijd zichtbaar blijft voor de klant. De klant dient zelf de betaalkaart in te voeren. Laat zien hoe u de betaalkaart invoert als de klant dit niet zelf kan doen.
2.2.3 Omgevingsfactoren die de werking van de apparatuur beïnvloeden
Omgevingsfactoren kunnen de werking van de apparatuur beïnvloeden. Houd hier rekening mee bij het plaatsen van de apparatuur. Uw betaalautomaat kan werken onder de volgende omgevingsfactoren:
• De omgevingstemperatuur ligt tussen de 0 °C en 40 °C
• De relatieve luchtvochtigheid ligt tussen de 5% en 90%
Vermijd:
• Schokken en trillingen
• Direct zonlicht of voorwerpen die hitte afgeven
• Overmatige hitte en stof
• Olie en vuil
• Water of condensatie
• Plaatsing van de apparatuur dichtbij voorwerpen die overdadige stroomschommelingen en/of elektromagnetische velden veroorzaken. Denk bijvoorbeeld aan anti-diefstalpoortjes en motoren van transportbanden.
1
U dient de apparatuur zelf aan te sluiten als u deze als Plug & Play pakket heeft ontvangen. Sluit de apparatuur aan zoals beschreven in deze paragraaf. U kunt dit ook doen als u de apparatuur wilt herplaatsen.
2
1 Duw het lipje naar achteren en schuif de klep naar achteren om deze te verwijderen.
2 Verbind de ethernetkabel met de betaalautomaat en een communicatiemodule (ethernet modem of ethernet router).
Aansluiten op ethernet modem/ethernet router
3
3 Sluit de voedingskabel aan op de betaalautomaat en een stopcontact.
4
4 Plaats de klep terug.
2.4 De communicatie-instellingen van de betaalautomaat
Uw betaalautomaat dient te kunnen communiceren via een datacommunicatieverbinding. Dit is noodzakelijk om transacties voor verwerking door te sturen naar een acquirer, maar ook om te communiceren met ons Terminal Management Systeem. Via communicatie met het Terminal Management Systeem kan uw betaalautomaat bijvoorbeeld worden voorzien van nieuwe software.
2.4.1 Een abonnement voor een datacommunicatieverbinding afsluiten
Via de ethernetverbinding wordt uw betaalautomaat verbonden met een datacommunicatieverbinding (bijvoorbeeld kabel of ADSL). Voor een datacommunicatieverbinding kunt u een abonnement afsluiten bij een internetaanbieder. U kunt kiezen voor een door de Betaalvereniging Nederland gecertificeerde data- communicatieverbinding (Pin over IP) of een niet-gecertificeerde datacommunicatieverbinding (publiek internet).
Een gecertificeerde datacommunicatieverbinding biedt u de beste garantie op een hoge beschikbaarheid en goede service. Wij adviseren u dan ook om te kiezen voor een gecertificeerde datacommunicatieverbinding. Een actueel overzicht van aanbieders van gecertificeerde datacommunicatieverbindingen kunt u vinden op de website van de Betaalvereniging Nederland (xxx.xxxxxxxxxxxxxxxx.xx).
Neem contact op met ons Service Center om de communicatie van uw betaalautomaat te laten instellen als u gebruik wilt maken van een niet-gecertificeerde datacommunicatieverbinding (publiek internet).
2.4.2 Communicatie-instellingen bekijken
Voer de volgende handelingen uit om de huidige communicatie-instellingen van uw betaalautomaat te bekijken:
Scherm VX 520 Handeling
1 Druk op de paarse functietoets onder het symbool om het menu te openen.
2 Kies DISPLAY INFO.
3 Kies COMMUNICATIE.
4 Het IP-adres, de gateway en het subnet mask, die zijn ingesteld voor de betaalautomaat, worden getoond op het scherm.
5 Druk meerdere keren op <STOP> om terug te keren naar het beginscherm.
2.4.3 Een vast IP-adres instellen
De gegevens voor het instellen van de communicatie ontvangt u van uw internetaanbieder. Neem contact op met uw internetaanbieder als deze gegevens niet bij u bekend zijn.
Voer de volgende handelingen uit om een vast IP-adres in te stellen voor uw betaalautomaat:
Scherm VX 520 Handeling
1 Druk op de paarse functietoets onder het symbool om het menu te openen.
2 Kies MANAGER MENU.
3 Voer het manager wachtwoord in (standaard ingesteld op 99999) en bevestig met <OK>.
4 Kies CONFIGUREREN.
5 Kies TERMINAL.
6 Kies COMMUNICATIE.
7 Kies TCP/IP.
8 Kies IP MODE.
9 Kies VASTE IP ADRESSEN.
Scherm VX 520 Handeling
10 Kies IP ADRESSEN.
Tijdens de volgende handelingen kunt u het IP-adres, subnet mask en gateway invoeren met de numerieke toetsen en de <ALPHA> toets (zie subparagraaf 3.2.2).
11 Kies TERMINAL IP ADRES.
12 Druk op <CORR>.
13 Voer het IP-adres in en bevestig met <OK>.
14 Kies SUBNET MASK.
15 Druk op <CORR>.
16 Voer het subnet mask in en bevestig met <OK>.
17 Kies GATEWAY.
18 Druk op <CORR>.
20 Druk meerdere keren op <STOP> om terug te keren naar het beginscherm.
2.4.4 Een dynamisch IP-adres instellen
Voer de volgende handelingen uit om een dynamisch IP-adres in te stellen:
Scherm VX 520 Handeling
1 Druk op de paarse functietoets onder het symbool om het menu te openen.
2 Kies MANAGER MENU.
3 Voer het manager wachtwoord in (standaard ingesteld op 99999) en bevestig met <OK>.
4 Kies CONFIGUREREN.
5 Kies TERMINAL.
6 Kies COMMUNICATIE.
Scherm VX 520 Handeling
7 Kies TCP/IP.
8 Kies IP MODE.
9 Kies DHCP.
10 Druk op <STOP>.
11 Wacht 10 tot 15 seconden.
12 Druk meerdere keren op <STOP> om terug te keren naar het beginscherm.
3 WERKEN MET DE BETAALAUTOMAAT
3.1 Overzicht van de betaalautomaat
2
1
3
4
5
7
6
Onderdelen VX 520 betaalautomaat | |
1 | Printerklep |
2 | Printer |
3 | Printerknop |
4 | Scherm |
5 | Privacy shield |
6 | Chipkaartlezer |
7 | Magneetkaartlezer |
3.2 De bediening van de betaalautomaat
3.2.1 De toetsen van de betaalautomaat
3
1
2
4
5
6
7
9
8
Onderdelen VX 520 betaalautomaat | |
1 | Grijze functietoetsen Selecteer menuopties. |
2 | Paarse functietoetsen Voer functies uit die boven deze toetsen worden weergegeven (zie paragraaf 3.4). |
3 | <ALPHA> toets Zet ingevoerde cijfers om in letters en leestekens (zie subparagraaf 3.2.2). |
4 | Numerieke toetsen Voer cijfers in, bijvoorbeeld een transactiebedrag. |
5 | <*> toets Onder deze toets zijn leestekens geprogrammeerd (zie subparagraaf 3.2.2). |
6 | <#> toets Onder deze toets zijn leestekens geprogrammeerd (zie subparagraaf 3.2.2). |
7 | <STOP> toets Breek een handeling af, bijvoorbeeld een transactie. Is het menu van de automaat geopend, dan drukt u op <STOP> om terug te keren naar het vorige menu. Druk meerdere keren op <STOP> om terug te keren naar het beginscherm. |
8 | <CORR> toets Corrigeer ingevoerde gegevens. |
9 | OK> toets Bevestig ingevoerde gegevens of een handeling. |
Ten behoeve van blinden en slechtzienden zijn een aantal toetsen van de betaalautomaat voorzien van een teken in reliëf.
Toets | Reliëf teken |
<5> | Een punt (.) |
<STOP> toets | Een kruis (X) |
<CORR> toets | Een staand streepje (|) |
<OK> toets | Een cirkel (O) |
3.2.2 Letters en leestekens invoeren
Onder de numerieke toetsen en de toetsen <*> en <#> zijn letters en leestekens geprogrammeerd. U kunt deze invoeren met de <ALPHA> toets.
Druk eerst op een numerieke toets, de <*> toets of de <#> toets en vervolgens op de <ALPHA> toets. Welke letter of leesteken verschijnt is afhankelijk van hoe vaak u op de <ALPHA> toets drukt (zie onderstaande tabel).
Wacht nadat u een letter of leesteken heeft ingevoerd 2 seconden voordat u het volgende karakter invoert. U voorkomt hiermee een foutieve invoer.
<ALPHA> toets | ||||||||||||||
1x | 2x | 3x | 4x | 5x | 6x | 7x | 8x | 9x | 10x | 11x | 12x | 13x | 14x | |
1 2 3 4 5 6 7 8 9 0 * # | Q | Z | . | q | z | 1 | ||||||||
A | B | C | a | b | c | 2 | ||||||||
D | E | F | d | e | f | 3 | ||||||||
G | H | I | g | h | i | 4 | ||||||||
X | X | X | j | k | l | 5 | ||||||||
M | N | O | m | n | o | 6 | ||||||||
P | R | S | p | r | s | 7 | ||||||||
T | U | V | t | u | v | 8 | ||||||||
W | X | Y | w | x | y | 9 | ||||||||
- | spatie | + | 0 | |||||||||||
, | ‘ | “ | ( | ) | < | > | [ | ] | _ | { | } | ~ | * | |
! | ? | : | ; | @ | = | & | / | \ | % | $ | | | ^ | # |
Wilt u bijvoorbeeld het woord PIN invoeren, dan doet u dat als volgt: P Druk op 7 en eenmaal op de <ALPHA> toets
I Druk op 4 en driemaal op de <ALPHA> toets N Druk op 6 en tweemaal op de <ALPHA> toets
3.3 Het menu van de betaalautomaat
1
2
3
4
5
7
6
8
Toelichting | |
1 | Het TMS Terminal ID van de betaalautomaat. |
2 | |
3 | Druk op de paarse functietoets onder het symbool om het hoofdmenu te openen. |
4 | De naam van het menu. |
5 | Lijst van beschikbare menuopties. |
6 | Als er meer menuopties beschikbaar zijn dan weergegeven kunnen worden, dan verschijnen er scrolpijlen op de onderste regel van het scherm. |
7 | Druk op de grijze functietoets naast een menuoptie om deze te selecteren. |
8 | Druk op de paarse functietoetsen onder de scrolpijlen om door het menu te scrollen. |
Symbool | Functie |
Open het hoofdmenu. | |
Wijzig de weergavetaal naar Engels, Duits of Frans. | |
Druk een kopiebon af van de laatst uitgevoerde transactie. U kunt deze functie gebruiken gedurende 5 minuten nadat de transactie is uitgevoerd. De kopiebon wordt na deze tijd gewist in de betaalautomaat. | |
Voer handmatig kaartgegevens in voor een handmatige creditcardtransactie (zie subparagraaf 4.4.2). | |
Menuopties staan niet op dezelfde hoogte als een functietoets. Deze pijl verwijst naar de grijze functietoets die u moet indrukken om een menuoptie te kiezen. | |
Scrol naar de eerste regel van een menu. | |
Scrol een regel naar boven. | |
Scrol een regel naar beneden. | |
Scrol naar de laatste regel van een menu. |
Het manager wachtwoord
De toegang tot het manager menu van de betaalautomaat is beveiligd met een manager wachtwoord. U dient dit wachtwoord tevens in te voeren bij het uitvoeren van sommige handelingen, bijvoorbeeld bij het uitvoeren van een dagopening. Het manager wachtwoord is standaard ingesteld op 99999.
Wij adviseren u om het manager wachtwoord te wijzigen. U voorkomt hiermee dat derden misbruik kunnen maken van uw betaalautomaat.
Voer de volgende handelingen uit om het manager wachtwoord te wijzigen:
Scherm VX 520 Handeling
1 Druk op de paarse functietoets onder het symbool om het menu te openen.
2 Kies MANAGER MENU.
3 Voer het manager wachtwoord in (standaard ingesteld op 99999) en bevestig met <OK>.
4 Kies CONFIGUREREN.
5 Kies TERMINAL.
6 Kies MANAGER WACHTWOORD.
7 Voer het huidige wachtwoord in en bevestig met <OK>.
Tijdens de volgende handeling voert u het nieuwe wachtwoord in. Het is niet mogelijk om het wachtwoord te wijzigen naar een onveilig wachtwoord zoals 12345 of 11111. Als het wachtwoord eenmaal is gewijzigd, dan kunt u het niet meer instellen op de standaard waarde (99999).
Scherm VX 520 Handeling
8 Voer een nieuw wachtwoord in van vijf cijfers en bevestig met
<OK>.
9 Voer nogmaals het nieuwe wachtwoord in en bevestig met
<OK>.
10 Het wachtwoord is succesvol gewijzigd. Druk meerdere keren op
<STOP> om terug te keren naar het beginscherm.
3.6 De betaalautomaat opstarten en afsluiten
Uw VX 520 betaalautomaat dient altijd voorzien te zijn van stroom en daarom aangesloten te blijven op het stopcontact. De betaalautomaat staat dan automatisch aan en u kunt deze niet uitschakelen.
Aan het begin van een dag dient u een dagopening uit te voeren. Er wordt dan een nieuwe periode geopend voor de financiële rapporten. In deze rapporten worden de transacties geregistreerd die u uitvoert. Aan het einde van een dag dient u een dagafsluiting uit te voeren. De periode voor de financiële rapporten wordt dan gesloten en de rapporten worden afgedrukt. Hoe u een dag opent of sluit is beschreven in de subparagrafen 3.6.1 en 3.6.2.
3.6.1 Een dagopening uitvoeren
Voer de volgende handelingen uit om een dag te openen:
Scherm VX 520 Handeling
1 Druk op de paarse functietoets onder het symbool .
2 Voer het manager wachtwoord in (standaard ingesteld op 99999) en bevestig met <OK>.
3 De dag is geopend.
3.6.2 Een dagafsluiting uitvoeren
Voer de volgende handelingen uit om een dag te sluiten:
Scherm VX 520 Handeling
1 Druk op de paarse functietoets onder het symbool .
2 Voer het manager wachtwoord in (standaard ingesteld op 99999) en bevestig met <OK>.
3 Druk op <STOP> om de dagafsluiting af te ronden. Of druk op
<OK> om het journaal en totalenrapport nogmaals af te drukken.
4 De dag is gesloten.
Het kan voorkomen dat de printrol tijdens het afdrukken van de rapporten opraakt. Vervang in dat geval de printrol en druk de rapporten opnieuw af.
3.7 Betaalkaarten invoeren in de kaartlezers
Hoe een klant een betaalkaart moet invoeren is afhankelijk van het type kaart.
Contactloze betaalkaart
De klant dient een contactloze betaalkaart vlak boven het scherm van de betaalautomaat te houden.
Betaalkaart met EMV-chip
De klant dient een betaalkaart met EMV-chip in de chipkaartlezer te steken. Steek de kaart met de chip naar boven en richting de betaalautomaat in de kaartlezer.
Betaalkaart met magneetstrip
De klant dient een betaalkaart met een magneetstrip door de magneetkaartlezer te halen. Haal de kaart met de magneetstrip naar beneden en naar de betaalautomaat toe door de kaartlezer.
Voer de onderstaande handelingen uit om een printrol te plaatsen:
1 Duw de printerknop naar boven en schuif de printerklep naar achteren. Verwijder indien nodig de oude printrol.
2 Plaats een printrol zoals aangegeven op de foto. Zorg dat een stuk papier van de rol naar buiten komt en sluit de printerklep. Scheur vervolgens het uitstekende stuk papier af langs de afsnijrand.
4 TRANSACTIES UITVOEREN
4.1 Overzicht van verschillende transactietypen
In de onderstaande tabel staan de typen transacties die u kunt uitvoeren. Per transactietype is beschreven in welke situatie u deze uitvoert.
Overzicht transactietypen | |
Betaling | Een klant betaalt met een betaalkaart. |
Annulering | Maak een eerder uitgevoerde transactie ongedaan. |
Geldopname | Een klant neemt geld op bij een verkooppunt. |
Reservering | Reserveer een bepaald bedrag voor een bepaalde tijd. |
Betaling na reservering | Voer een betaling uit met een autorisatiecode. Deze code heeft u verkregen tijdens een eerder uitgevoerde reservering. |
Terugbetaling | Xxxx geld terug aan een klant als u een product retour neemt. |
Betaling na referentie | Dit is een transactie waarbij u een autorisatiecode invoert die u heeft verkregen via een telefonische autorisatie. |
Geldopname na referentie | Een klant neemt geld op bij een verkooppunt. Tijdens deze transactie moet een autorisatiecode worden ingevoerd die u heeft verkregen via een telefonische autorisatie. |
Kaart controle | Controleer bij de kaartuitgever of een betaalkaart nog geldig is. |
Extra reservering | Verhoog een bedrag dat u al eerder heeft gereserveerd. |
4.2 Typen transacties die u kunt uitvoeren met een betaalkaart
Uw betaalautomaat ondersteunt meerdere transactietypen. Welke typen transacties u kunt uitvoeren is afhankelijk van de acquirer en de betaalkaart van de klant.
Neem contact op met uw acquirer als u met een bepaald type betaalkaart niet het door u gewenste transactietype kunt uitvoeren.
Om te controleren welke transacties een acquirer toestaat voor een betaalkaart kunt u een acquirer parameter rapport afdrukken.
Voer de volgende handelingen uit om een acquirer parameter rapport af te drukken:
Scherm VX 520 Handeling
1 Druk op de paarse functietoets onder het symbool om het menu te openen.
2 Kies MANAGER MENU.
Scherm VX 520 Handeling
3 Voer het manager wachtwoord in (standaard ingesteld op 99999) en bevestig met <OK>.
4 Kies RAPPORTEN.
5 Kies C-TAP.
6 Kies PARAMETERS.
7 Kies PER ACQUIRER.
8 Kies de gewenste transactieverwerker. Het acquirer parameter rapport wordt nu afgedrukt.
** C-TAP ACQUIRER ** PARAMETER RAPPORT
** CCV host **
KAARTNAAM:
KAART PARAM ID: MERCHANT ID: MCC:
VOICE REFERAL NR: ACQUIRER ALLOWED SERVICES:
USED SERVICES:
-
-
-
-
-
-
-
MAX % EXTRA:
MAX BEDRAG EXTRA:
VISA
00000007
455600707815
3314
0000021206500600
B480
ANNULERING TERUGBETALING BETALING NA RSV RESERVERING
BETALING BETALING NA REF. ANNULEER LAATSTE
20
10000
ACCOUNT NUMMERS
ACCOUNT LABEL: ACC. NR:
EINDE RAPPORT
TMS TERM-ID: | PKB5 |
DATUM: | 16/01/2014 11:37:45 |
ACQUIRER TERM-ID: | CT370054 |
ACQUIRER ID: | 52600007 |
ACQUIRER PARAM ID: | 52600007 |
C-TAP IP ADRES: | 194.104.96.42 |
C-TAP TCP POORT: | 10000 |
VERBINDINGS TIMEOUT: | 45 SEC. |
ACQUIRER SHOP INFORMATIE | |
• TMS TERM-ID: het TMS Terminal ID van de betaalautomaat.
• DATUM: de datum en tijd waarop het rapport is afgedrukt.
• KAARTNAAM: naam van de betaalkaart.
• MERCHANT ID: het aansluitnummer
• ACQUIRER ALLOWED SERVICES: de typen transacties die de acquirer toestaat voor de betaalkaart.
• MAX % EXTRA: het maximale percentage dat een klant aan fooi mag geven op het transactiebedrag.
• MAX BEDRAG EXTRA: het maximale bedrag dat een klant aan fooi mag geven.
In bovenstaand voorbeeld kunt u zien welke transactietypen u van de acquirer mag uitvoeren met de betaalkaart VISA (als de betaalkaart van de klant deze ondersteunt). Met deze betaalkaart:
• mogen betalingen, annuleringen, terugbetalingen, reserveringen, betalingen na reservering en betalingen na referentie worden uitgevoerd. Tevens mag de laatste transactie geannuleerd worden.
• mag de klant fooi geven tijdens een transactie. Het fooibedrag mag in dit voorbeeld maximaal
20% van het transactiebedrag zijn en niet hoger dan € 10.000,00.
4.3 Fooi invoeren tijdens een transactie
Aan een transactiebedrag kan een fooi worden gekoppeld. Dit is alleen mogelijk als een acquirer dat toestaat. Als een klant een fooi kan invoeren tijdens een transactie, dan verschijnt het hiernaast weergegeven scherm op de betaalautomaat.
In de volgende subparagrafen zijn de verschillende transacties beschreven die u kunt uitvoeren.
U voert een betaling uit als een kaarthouder aan u betaalt met een betaalkaart. Het uitvoeren van een betaling verloopt als volgt:
Scherm VX 520 Handeling
1 Kies BETALING.
2 Voer het bedrag in en bevestig met <OK>. Overhandig de betaalautomaat aan de klant.
3 De klant steekt de betaalkaart in de chipkaartlezer of houdt de kaart boven het scherm van de betaalautomaat.
4 De klant voert de pincode in en bevestigt de transactie met
<OK>.
5 De klant neemt de betaalkaart terug.
6 De klant geeft de automaat aan u terug. Xxxx vervolgens op
<OK>.
7 Scheur de eerste bon af en druk op <OK>.
4.4.2 Handmatige creditcardtransactie
U kunt handmatig een betaling uitvoeren met een creditcard. Tijdens de transactie is geen betaalkaart van de klant nodig, omdat u handmatig de gegevens van de betaalkaart invoert.
Het uitvoeren van een handmatige creditcardtransactie verloopt als volgt:
Scherm VX 520 Handeling
1 Kies BETALING.
2 Voer het bedrag in en bevestig met <OK>.
3 Druk op de paarse functietoets onder het symbool
4 Druk op <OK>.
5 Voer het kaartnummer in en bevestig met <OK>.
6 Voer de vervaldatum in en bevestig met <OK>.
Het kan voorkomen dat u tijdens het uitvoeren van de transactie een CVC2 code nodig heeft. Dit is een code van drie of vier cijfers. De CVC2 staat meestal op de achterkant van de betaalkaart.
7 Voer de CVC2 code in en bevestig met <OK>. Druk op <OK> als er geen CVC2 code op de betaalkaart staat.
8 Druk op <OK> om de handmatige creditcardtransactie te bevestigen.
Scherm VX 520 Handeling
9 De handmatige creditcardtransactie is succesvol uitgevoerd.
10 Druk op <OK>.
11 Scheur de eerste kopiebon af en druk op <OK>.
Laat de tweede kopiebon (voor uw administratie) altijd voor akkoord ondertekenen door de klant.
U voert een reservering uit om een bedrag voor een bepaalde periode te reserveren.
De hoogte van het bedrag en de duur van de periode waarvoor u het bedrag kunt reserveren, kan per acquirer en betaalkaart verschillen.
Het uitvoeren van een reservering verloopt als volgt:
Scherm VX 520 Handeling
1 Kies ANDERE TRX.
2 Kies RESERVERING.
3 Voer het bedrag in en bevestig met <OK>. Overhandig de betaalautomaat aan de klant.
4 De klant steekt de betaalkaart in de chipkaartlezer of houdt de kaart boven het scherm van de betaalautomaat.
Scherm VX 520 Handeling
5 De klant voert de pincode in en bevestigt de transactie met
<OK>.
6 De klant neemt de betaalkaart terug.
7 De klant geeft de automaat aan u terug. Xxxx vervolgens op
<OK>.
8 Scheur de eerste kopiebon af en druk op <OK>.
U heeft een autorisatiecode nodig om op een later tijdstip de betaling voor het gereserveerde bedrag uit te voeren. De autorisatiecode staat op de kopiebon die wordt afgedrukt na het uitvoeren van de reservering (zie onderstaande afbeelding).
Kopie Merchant
CCV Holland B.V. Xxxxxxxxxxxxxxxxx 00
0000 XX Xxxxxx
Terminal: 573201
Periode: 0000
Xxxxxxxx: 0019832
Transactie: 02000473
NAAM KAART (A00000000044571)
NAAM KAARTUITGEVER
Kaart: xxxxxxxxxxxxxxx2317 Kaartnr: 08
BETALING
24/12/2013 16:41
Auth. code: 534960
Totaal:
0,01 EUR
AKKOORD
Auth. code: een autorisatiecode is een unieke code die u dient in te voeren tijdens het uitvoeren van de transactietypen: annulering, betaling na reservering, betaling na referentie, extra reservering en geldopname na referentie.
Als u een reservering heeft uitgevoerd om een bedrag voor een bepaalde periode te reserveren, dan kunt u later de betaling uitvoeren.
Het uitvoeren van een betaling na reservering verloopt als volgt:
Scherm VX 520 Handeling
1 Kies ANDERE TRX.
2 Kies BETALING NA RSV.
3 Voer het bedrag in en bevestig met <OK>.
Tijdens de volgende handeling dient u een autorisatiecode in te voeren. Deze code staat op de kopiebon van de reservering die u eerder heeft uitgevoerd. Een voorbeeld van een kopiebon met een autorisatiecode staat in subparagraaf 4.4.3. De code kan bestaan uit cijfers en letters. In subparagraaf 3.2.2 vindt u meer informatie over het invoeren van letters.
4 Voer de autorisatiecode in en bevestig met <OK>. Overhandig de betaalautomaat aan de klant.
5 De klant steekt de betaalkaart in de chipkaartlezer of houdt de kaart boven het scherm van de betaalautomaat.
6 De klant drukt op <OK> om de transactie te bevestigen.
7 De klant neemt de betaalkaart terug.
8 De klant geeft de automaat aan u terug. Xxxx vervolgens op
<OK>.
Scherm VX 520 Handeling
9 Scheur de eerste kopiebon af en druk op <OK>.
U voert een terugbetaling uit als u een product retour neemt en geld wilt teruggeven aan de klant. Het uitvoeren van een terugbetaling verloopt als volgt:
Scherm VX 520 Handeling
1 Kies ANDERE TRX.
2 Scrol naar beneden tot u de menuoptie TERUGBETALING ziet staan.
3 Kies TERUGBETALING.
4 Voer het manager wachtwoord in (standaard ingesteld op 99999) en bevestig met <OK>.
5 Voer het bedrag in en bevestig met <OK>. Overhandig de betaalautomaat aan de klant.
6 De klant steekt de betaalkaart in de chipkaartlezer of houdt de kaart boven het scherm van de betaalautomaat.
7 De klant drukt op <OK> om de transactie te bevestigen.
8 De klant neemt de betaalkaart terug.
9 De klant geeft de automaat aan u terug. Xxxx vervolgens op
<OK>.
10 De terugbetaling is succesvol uitgevoerd. Scheur de eerste kopiebon af en druk op <OK>.
U voert een annulering uit om een eerder uitgevoerde transactie ongedaan te maken. In de volgende subparagrafen is beschreven hoe u de laatst uitgevoerde of een eerder uitgevoerde transactie annuleert.
4.5.1 De laatst uitgevoerde transactie annuleren
Het annuleren van de laatst uitgevoerde transactie verloopt als volgt:
Scherm VX 520 Handeling
1 Kies ANDERE TRX.
2 Scrol naar beneden tot u de menuoptie ANNULEER LAATSTE
ziet staan.
3 Kies ANNULEER LAATSTE.
4 Voer het manager wachtwoord in (standaard ingesteld op 99999) en bevestig met <OK>.
5 Druk op <OK> om de transactie te bevestigen.
6 De laatste transactie is succesvol geannuleerd.
8 Scheur de eerste kopiebon af en druk op <OK>.
4.5.2 Een eerder uitgevoerde transactie annuleren
Het annuleren van een eerder uitgevoerde transactie verloopt als volgt:
Scherm VX 520 Handeling
1 Kies ANDERE TRX.
2 Kies ANNULERING.
3 Voer het manager wachtwoord in (standaard ingesteld op 99999) en bevestig met <OK>.
4 Voer het bedrag in en bevestig met <OK>.
5 Kies het type transactie dat u wilt annuleren.
Tijdens de volgende handeling dient u een autorisatiecode in te voeren. Deze code staat op de kopiebon van de transactie die u wilt annuleren. Een voorbeeld van een kopiebon met autorisatiecode vindt u in subparagraaf 4.4.3. De code kan bestaan uit cijfers en letters. In subparagraaf 3.2.2 vindt u meer informatie over het invoeren van letters.
6 Voer de autorisatiecode in en bevestig met <OK>. Overhandig de betaalautomaat aan de klant.
Scherm VX 520 Handeling
7 De klant steekt de betaalkaart in de chipkaartlezer of houdt de kaart boven het scherm van de betaalautomaat.
8 De klant drukt op <OK> om de transactie te bevestigen.
9 De klant neemt de betaalkaart terug.
10 De klant geeft de automaat aan u terug. Xxxx vervolgens op
<OK>.
11 De eerder uitgevoerde transactie is succesvol geannuleerd. Scheur de eerste kopiebon af en druk op <OK>.
5 BETAALKAARTEN
U kunt op uw betaalautomaat verschillende betaalkaarten accepteren voor het uitvoeren van transacties. Voor elke betaalkaart die u wilt accepteren, dient u een contract af te sluiten met een acquirer. De acquirer is de partij die het mogelijk maakt dat u op uw betaalautomaat transacties kunt uitvoeren met betaalkaarten.
U kunt zelf kiezen met welke acquirers u een contract afsluit. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk om over te stappen naar een andere acquirer die lagere tarieven hanteert. Dit kan op elk gewenst moment. Hiervoor dient u een kaartsoort, bijvoorbeeld MasterCard, te koppelen aan de transactieverwerker van uw keuze.
5.1 Instellingen voor betaalkaarten bekijken
U drukt een kaartrelatierapport af om te bekijken welke betaalkaarten u op uw betaalautomaat kunt accepteren en aan welke transactieverwerkers de kaarten zijn gekoppeld. Wij adviseren u om altijd een kaartrelatierapport af te drukken en dit rapport te controleren als u instellingen voor betaalkaarten heeft gewijzigd.
Voer de volgende handelingen uit om een kaartrelatierapport af te drukken:
Scherm VX 520 Handeling
1 Druk op de paarse functietoets onder het symbool om het menu te openen.
2 Kies MANAGER MENU.
3 Voer het manager wachtwoord in (standaard ingesteld op 99999) en bevestig met <OK>.
4 Kies RAPPORTEN.
5 Kies C-TAP.
6 Kies PARAMETERS.
7 Kies KAART RELATIES. Het kaartrelatierapport wordt nu afgedrukt. Op de volgende pagina vindt u een voorbeeld van dit rapport.
** C-TAP **
RELATIE RAPPORT
TMS TERM-ID:
DATUM:
1234567890
16/01/2014 11:37:35
APPLICATIE VERSIE:
10.2.0
KAART RELATIE TABEL
** CCV host **
ACQUIRER TERM-ID: CT003298
KAART
MERCHANT ID:
REL.
** Equens host **
ACQUIRER TERM-ID:
** AWL NL host **
ACQUIRER TERM-ID:
EINDE RAPPORT
• TMS TERM-ID: het TMS Terminal ID van de betaalautomaat.
• DATUM: de datum en tijd waarop het rapport is afgedrukt.
Transactieverwerker CCV
NAAM KAART | 20633731 | JA |
NAAM KAART | 20466832 | JA |
NAAM KAART | 1234 | NEE |
NAAM KAART | 1234 | NEE |
De verschillende typen betaalkaarten. Per kaart wordt het aansluitnummer (ook wel Merchant ID genoemd) weergegeven. U kunt tevens zien of de kaart gekoppeld is aan de transactieverwerker.
Transactieverwerker Equens
KAART | MERCHANT ID: | REL. |
NAAM KAART | 4567 | JA |
NAAM KAART | 4567 | JA |
De verschillende typen betaalkaarten. Per kaart wordt het aansluitnummer (ook wel Merchant ID genoemd) weergegeven. U kunt tevens zien of de kaart gekoppeld is aan de transactieverwerker.
Transactieverwerker Atos Worldline
KAART | MERCHANT ID: | REL. |
NAAM KAART | 1234 | NEE |
NAAM KAART | 1234 | NEE |
De verschillende typen betaalkaarten. Per kaart wordt het aansluitnummer (ook wel Merchant ID genoemd) weergegeven. U kunt tevens zien of de kaart gekoppeld is aan de transactieverwerker.
5.2 Instellingen voor betaalkaarten wijzigen
In de onderstaande tabel staan de verschillende wijzigingen die u kunt doorvoeren voor betaalkaarten en de gegevens die u daarvoor nodig heeft. Tevens is de subparagraaf vermeld waarin u een uitgebreide instructie vindt voor het doorvoeren van de wijziging.
Wijziging | Benodigde gegevens | Subparagraaf |
Een betaalkaart toevoegen | • Het aansluitnummer van de acquirer • De transactieverwerker (CCV, Equens of Atos Worldline) | |
Een betaalkaart verwijderen | Voor het doorvoeren van deze wijziging heeft u geen gegevens nodig. | |
Een betaalkaart accepteren via een andere acquirer en de huidige transactieverwerker | • Het aansluitnummer van de acquirer • De huidige transactieverwerker (CCV, Equens of Atos Worldline) | |
Een betaalkaart accepteren via een andere acquirer en transactieverwerker | • Het aansluitnummer van de acquirer • De nieuwe transactieverwerker (CCV, Equens of Atos Worldline) |
5.2.1 Een betaalkaart toevoegen
Voor het doorvoeren van deze wijziging heeft u het aansluitnummer voor de betaalkaart nodig. Tevens dient u te weten welke transactieverwerker de transacties gaat verwerken. Neem contact op met uw acquirer als deze gegevens niet bij u bekend zijn.
Voer de volgende handelingen uit om een betaalkaart toe te voegen:
Scherm VX 520 Handeling
1 Druk op de paarse functietoets onder het symbool om het menu te openen.
2 Kies MANAGER MENU.
3 Voer het manager wachtwoord in (standaard ingesteld op 99999) en bevestig met <OK>.
4 Kies CONFIGUREREN.
5 Kies C-TAP.
Scherm VX 520
Handeling
6 Xxxx AANPASSEN RELATIES.
7 Selecteer de transactieverwerker (CCV, Equens of Atos Worldline) waaraan u de betaalkaart wilt koppelen.
8 Kies KAART TOEVOEGEN.
9 Selecteer de betaalkaart die u wilt toevoegen op de betaalautomaat.
De melding bij handeling 10 verschijnt alleen als de door u geselecteerde betaalkaart al is gekoppeld aan een transactieverwerker.
10 Druk op <OK> om de kaart toe te voegen aan de nieuwe transactieverwerker.
11 Druk op <CORR>.
12 Voer het aansluitnummer in dat u heeft gekregen van de acquirer en bevestig met <OK>.
13 Druk meerdere keren op <STOP> om terug te keren naar het beginscherm. Er wordt nu een acquirer parametersessie gestart.
5.2.2 Een betaalkaart verwijderen
Voer eerst een dagafsluiting uit (zie subparagraaf 3.6.2) voordat u een betaalkaart verwijdert. Voer de volgende handelingen uit om een betaalkaart te verwijderen:
Scherm VX 520 Handeling
1 Druk op de paarse functietoets onder het symbool om het menu te openen.
2 Kies MANAGER MENU.
3 Voer het manager wachtwoord in (standaard ingesteld op 99999) en bevestig met <OK>.
4 Kies CONFIGUREREN.
5 Kies C-TAP.
6 Xxxx AANPASSEN RELATIES.
7 Selecteer de transactieverwerker (CCV, Equens of Atos Worldline) waaraan de kaart, die u wilt verwijderen, is gekoppeld.
8 Kies KAART VERWIJDEREN.
9 Selecteer de betaalkaart die u wilt verwijderen.
Scherm VX 520 Handeling
10 Wacht terwijl de kaart wordt verwijderd.
11 Druk meerdere keren op <STOP> om terug te keren naar het beginscherm.
Als de kaart succesvol is verwijderd dan wordt een bon afgedrukt met de melding: ‘ACQUIRER PARAMETER SESSIE GESLAAGD’. Neem contact op met ons Service Center als op de bon de melding ‘ACQUIRER PARAMETER SESSIE MISLUKT’ staat.
5.2.3 Het aansluitnummer voor een betaalkaart wijzigen
Voer eerst een dagafsluiting uit (zie subparagraaf 3.6.2) voordat u het aansluitnummer voor een betaalkaart wijzigt.
Voer de volgende handelingen uit om het aansluitnummer voor een betaalkaart te wijzigen:
Scherm VX 520 Handeling
1 Druk op de paarse functietoets onder het symbool om het menu te openen.
2 Kies MANAGER MENU.
3 Voer het manager wachtwoord in (standaard ingesteld op 99999) en bevestig met <OK>.
4 Kies CONFIGUREREN.
5 Kies C-TAP.
6 Xxxx AANPASSEN RELATIES.
Scherm VX 520 Handeling
7 Selecteer de transactieverwerker (CCV, Equens of Atos Worldline) waaraan de betaalkaart, die u wilt wijzigen, is gekoppeld.
8 Kies WIJZIG MERCHANT ID.
9 Selecteer de betaalkaart waarvoor u het aansluitnummer wilt wijzigen.
10 Druk op <CORR>.
11 Voer het aansluitnummer in dat u heeft gekregen van de acquirer en bevestig met <OK>.
12 Wacht terwijl het aansluitnummer wordt aangepast.
13 Druk meerdere keren op <STOP> om terug te keren naar het beginscherm. Er wordt nu een acquirer parametersessie gestart.
5.3 Controleren of wijzigingen voor betaalkaarten succesvol zijn doorgevoerd
Na het doorvoeren van een wijziging voor de betaalkaarten wordt één van de onderstaande bonnen afgedrukt. Controleer hierop of de betaalkaart succesvol is toegevoegd of dat het aansluitnummer correct is gewijzigd.
* ACQUIRER *
* PARAMETER SESSIE *
** GESLAAGD **
DATUM:
20/01/2013 11:37:54
ACQUIRER TERM-ID:
ACQUIRER ID:
CT360341
52800009
CCV host
VOLGENDE UPDATE:
06/02/2013 05:22:00
EINDE RAPPORT
Deze bon wordt afgedrukt als de wijziging succesvol is doorgevoerd. In dit voorbeeld kunnen de betaalkaarten VISA en MasterCard verwerkt worden door transactieverwerker CCV.
ACQUIRER PARAMETER ID: ALLOWED TERM. MODE: KAART: | 00000003 FULL-ONLINE VISA (2002) |
MERCHANT ID: | 4556313520 |
ALLOWED SERVICES: | B480 |
KAART PARAMETER ID: | 000000004 |
KAART: | MasterCard (2003) |
MERCHANT ID: | 455600707814 |
ALLOWED SERVICES: | B480 |
KAART PARAMETER ID: | 000000007 |
* ACQUIRER *
* PARAMETER SESSIE *
** GESLAAGD **
DATUM:
20/01/2013 11:37:54
ACQUIRER TERM-ID:
ACQUIRER ID:
CT360341
52800009
CCV host ACQUIRER PARAMETER ID: ALLOWED TERM. MODE: KAART:
KAART NIET ACTIEF CONTROLEER CONTRACT
HOST INCIDENT CODE:
00000003
FULL-ONLINE VISA (2002)
0000
CARD BRAND NIET ONDERSTEUND
KAART: MasterCard (2003)
MERCHANT ID: 455600707814
ALLOWED SERVICES: B480
KAART PARAMETER ID: 000000007
VOLGENDE UPDATE:
06/02/2013 05:22:00
EINDE RAPPORT
Deze bon wordt afgedrukt als de wijziging niet succesvol is doorgevoerd. In dit voorbeeld is de kaart VISA niet correct toegevoegd of het aansluitnummer niet correct gewijzigd. Er staat dan de melding ‘KAART NIET ACTIEF CONTROLEER CONTRACT’.
Informeer bij de transactieverwerker of het aansluitnummer al is geactiveerd als het wijzigen van het aansluitnummer mislukt. Mogelijk is het aansluitnummer nog niet bekend bij de transactieverwerker.
6 FINANCIËLE RAPPORTEN
6.1 Overzicht van de verschillende rapporten
Uw betaalautomaat registreert de transacties die u tijdens een periode (dag of dienst) uitvoert. Deze periode wordt geopend nadat u een dagopening uitvoert. Als u een dagafsluiting uitvoert dan wordt de periode gesloten. De volgende rapporten worden dan automatisch afgedrukt:
Financiële rapporten | |
Journaal | Het journaal bevat een kopiebon van elke transactie die tijdens een periode is uitgevoerd. |
Totalenrapport | Het totalenrapport is een rapport met de totalen van alle transacties die u heeft uitgevoerd tijdens een periode, per transactietype en kaartsoort. |
U kunt rapporten afdrukken voordat een periode is gesloten. In de volgende subparagrafen is per rapport beschreven hoe u het rapport kunt afdrukken.
6.2.1 Een totalenrapport afdrukken
Voer de volgende handelingen uit om een totalenrapport af te drukken:
Scherm VX 520 Handeling
1 Druk op de paarse functietoets onder het symbool om het menu te openen.
2 Kies MANAGER MENU.
3 Voer het manager wachtwoord in (standaard ingesteld op 99999) en bevestig met <OK>.
4 Kies RAPPORTEN.
5 Kies TERMINAL.
Scherm VX 520 Handeling
6 Kies FINANCIEEL.
7 Kies HUIDIGE PERIODE.
8 Kies ALGEMEEN. Het totalenrapport wordt nu afgedrukt.
Op de volgende pagina vindt u een voorbeeld van een totalenrapport.
Xxxxxxxxxxxxxxxxx 00
0000XX Xxxxxx
DATUM: 16/01/2014 11:37:35
TOTALEN RAPPORT
TUSSENTOTALEN
TMS TERM-ID:
PERIODE NR: PERIODE START: PERIODE EINDE:
CSL003
2
16/01/2014 10:01:16
NOG OPEN
DATUM EERSTE TRX:
DATUM LAATSTE TRX:
16/01/2014 10:02:47
16/01/2014 11:32:20
====================================
EFT TOTALEN
====================================
CCV
====================================
EINDE RAPPORT
De datum en tijd waarop u het totalenrapport heeft afgedrukt.
Het TMS Terminal ID van de betaalautomaat en informatie over de periode waarop het rapport betrekking heeft.
#TRX | EUR | ||
BETALING: | 5 | 0,05 | |
ANNULERING BETALING: | 1 | -0,01 | |
TERUGBETALING: | 1 | -0,01 | |
TOTAAL: | 0,03 |
Overzicht van alle uitgevoerde transacties gespecificeerd per transactietype.
Maestro BETALING: | #TRX 2 | EUR 0,02 | |
TOTAAL: | 0,02 | ||
VPAY BETALING: | #TRX 1 | EUR 0,01 | |
TOTAAL: | 0,01 | ||
MasterCard | #TRX | EUR | |
BETALING: | 2 | 0,02 | |
ANNULERING BETALING: | 1 | -0,01 | |
TERUGBETALING: | 1 | -0,01 | |
TOTAAL: | 0,00 |
Overzicht van alle uitgevoerde transacties die worden verwerkt door de transactieverwerker CCV.
Per type betaalkaart worden de verschillende transactietypen gespecificeerd die zijn uitgevoerd.
Het journaal wordt na het afdrukken gewist.
Voer de volgende handelingen uit om het journaal af te drukken:
Scherm VX 520 Handeling
1 Druk op de paarse functietoets onder het symbool om het menu te openen.
2 Kies MANAGER MENU.
3 Voer het manager wachtwoord in (standaard ingesteld op 99999) en bevestig met <OK>.
4 Kies RAPPORTEN.
5 Kies TERMINAL.
6 Kies FINANCIEEL.
7 Kies JOURNAAL. Het journaal wordt nu afgedrukt. Een voorbeeld van het journaal vindt u op de volgende pagina.
8 Druk op <STOP> als het journaal is afgedrukt. Of druk op <OK> om het journaal nogmaals af te drukken.
9 In het scherm verschijnt de melding: ‘JOURNAAL IS LEEG GEMAAKT’.
CCV Holland B.V. Xxxxxxxxxxxxxxxxx 00
0000XX Xxxxxx
JOURNAAL
Datum:
TMS TERM-ID:
16/01/2014 11:37:35
CSL001
=======================================
JOURNAAL:
Terminal: CT380071
Periode: 2166
NAAM KAART (A00002301) NAAM KAARTUITGEVER
Kaart: xxxxxxxxxxxx6015 Kaartnr: 07
BETALING
16/01/2014 10:05:15
Merchant: 423600707814
Transactie: 010000602
Auth. code: 180813
Totaal:
0,01 EUR
AKKOORD
ACUIRER ID: 67300110
TRANSACTION TERMINAL TREATMENT RES. 0000
======================================= EINDE JOURNAAL
De datum en tijd waarop u het journaal heeft afgedrukt en het TMS Terminal ID van de betaalautomaat.
De bon van een uitgevoerde betaling.
6.3 Instellingen voor rapporten wijzigen
Het journaal is standaard geactiveerd op uw betaalautomaat. Hierdoor drukt de betaalautomaat één kopiebon af na een uitgevoerde transactie. De tweede kopiebon (voor uw administratie) wordt tijdelijk opgeslagen in het geheugen van de betaalautomaat. Als u een dagafsluiting uitvoert dan worden alle kopiebonnen automatisch afgedrukt.
Indien gewenst kunt u het journaal zelf instellen op direct afdrukken of afdrukken uitstellen. Raadpleeg hiervoor subparagraaf 6.3.1 en 6.3.2.
6.3.1 Het journaal direct afdrukken
Als u het journaal instelt op direct afdrukken, dan worden na een transactie twee kopiebonnen afgedrukt. Eén voor de klant en één voor uw administratie.
Voer de volgende handelingen uit om het journaal in te stellen op direct afdrukken:
Scherm VX 520 Handeling
1 Druk op de paarse functietoets onder het symbool om het menu te openen.
2 Kies MANAGER MENU.
Scherm VX 520
Handeling
3 Voer het manager wachtwoord in (standaard ingesteld op 99999) en bevestig met <OK>.
4 Kies CONFIGUREREN.
5 Kies TERMINAL.
6 Kies JOURNAAL TICKET.
Als bij de volgende handeling de menuoptie DIRECT PRINTEN niet beschikbaar is dan moeten er instellingen voor uw automaat worden aangepast. Neem hiervoor contact op met ons Service Center.
7 Kies DIRECT PRINTEN.
Als in het journaal transacties zijn opgeslagen, dan verschijnt de melding die u kunt zien bij handeling 8. Zijn er geen transacties opgeslagen in het journaal dan verschijnt de melding die u kunt zien bij handeling 9.
8 Druk eerst het journaal af (zie subparagraaf 6.2.2) of wis eerst het journaal (zie paragraaf 6.4).
9 De printerinstelling is succesvol aangepast naar het journaal direct afdrukken.
6.3.2 Het afdrukken van het journaal uitstellen
Voer de volgende handelingen uit om het journaal in te stellen op afdrukken uitstellen:
Scherm VX 520 Handeling
1 Druk op de paarse functietoets onder het symbool om het menu te openen.
2 Kies MANAGER MENU.
3 Voer het manager wachtwoord in (standaard ingesteld op 99999) en bevestig met <OK>.
4 Kies CONFIGUREREN.
5 Kies TERMINAL.
6 Kies JOURNAAL TICKET.
Als bij de volgende handeling de menuoptie PRINTEN UITSTELLEN niet beschikbaar is dan moeten er instellingen voor uw automaat worden aangepast. Neem hiervoor contact op met ons Service Center.
7 Kies PRINTEN UITSTELLEN.
8 De printerinstelling is succesvol aangepast naar afdrukken van het journaal uitstellen.
Het journaal wissen
U kunt het journaal ook wissen zonder het af te drukken. Voer de volgende handelingen uit om het journaal te wissen:
Scherm VX 520 Handeling
1 Druk op de paarse functietoets onder het symbool om het menu te openen.
2 Kies MANAGER MENU.
3 Voer het manager wachtwoord in (standaard ingesteld op 99999) en bevestig met <OK>.
4 Kies FUNCTIES.
5 Kies TERMINAL.
6 Scrol naar beneden tot u de menuoptie JOURNAAL WISSEN
ziet staan.
7 Kies JOURNAAL WISSEN.
8 Voer het manager wachtwoord in (standaard ingesteld op 99999) en bevestig met <OK>.
9 Het journaal is succesvol gewist.
7 ONDERHOUD EN STORINGEN
Om de levensduur van de apparatuur te verlengen is het raadzaam om de apparatuur periodiek te reinigen. Hoe vaak de apparatuur gereinigd dient te worden is afhankelijk van de hoeveelheid transacties die u uitvoert en de omgeving waarin u de apparatuur gebruikt.
Gebruik de speciale reinigingskaarten om de kaartlezers te reinigen als u merkt dat de kaartlezers de betaalkaarten minder goed lezen.
Voor het reinigen van de apparatuur is een speciale reinigingsset beschikbaar. Deze set bevat:
• antistatische en antibacteriële reinigingspads
• een reinigingskaart voor de chipkaartlezer
• een reinigingskaart voor de magneetkaartlezer
In hoofdstuk 0 is beschreven hoe u de reinigingsset en andere supplies kunt bestellen.
Voer de volgende handelingen uit om de apparatuur te reinigen:
1 Wrijf de behuizing, het toetsenbord en het scherm goed schoon met het reinigingspad. Besteed extra aandacht aan het toetsenbord. Net zoals bijvoorbeeld bij een toetsenbord van een computer of telefoon kunnen de toetsen na verloop van tijd door regelmatig gebruik veel bacteriën bevatten.
7.1.2 De chipkaartlezer reinigen
Voer de volgende handelingen uit om de chipkaartlezer te reinigen:
1 Plaats de reinigingskaart in de chipkaartlezer.
2 Fixeer het grijszwarte gedeelte van de kaart met één hand zoals aangegeven op de foto. Xxxxxx vervolgens de transparante schuiver met uw andere hand een aantal maal heen en weer.
7.1.3 De magneetkaartlezer reinigen
Voer de volgende handelingen uit om de magneetkaartlezer te reinigen:
1 Haal de reinigingskaart recht en met een constante snelheid door de magneetkaartlezer van de betaalautomaat. De reinigingskaart heeft aan beide zijden twee reinigingsstroken. Voor het beste resultaat haalt u de kaart, zonder deze te draaien, tweemaal door de magneetkaartlezer.
7.2 Periodieke versiecontrole van de software
Uw betaalautomaat neemt periodiek contact op met ons Terminal Management Systeem voor een versiecontrole. Dit gebeurt automatisch en in de nachturen. De versie van de software in de betaalautomaat wordt dan gecontroleerd. Als er een nieuwe versie beschikbaar is dan wordt de betaalautomaat voorzien van deze nieuwe versie. Na een succesvolle versiecontrole wordt een bon afgedrukt met de melding ‘CONFIGURATIE GESLAAGD’.
Zorg dat de ethernetverbinding en de kabels van de externe voeding altijd correct zijn aangesloten. Anders kan de versiecontrole niet worden uitgevoerd.
Problemen bij het lezen van betaalkaarten:
• Voer de betaalkaart nogmaals in en druk de kaart zachtjes aan tot u een klikgeluid hoort.
• Voer een acquirer parametersessie uit (zie subparagraaf 7.3.1).
• Voer een transactie uit van € 0,01 met een andere betaalkaart. Als deze transactie slaagt dan is mogelijk de betaalkaart van de klant defect. Slaagt de transactie met de andere kaart niet, dan is er mogelijk een probleem met de kaartlezer van de betaalautomaat.
• Reset de betaalautomaat door de stroomaansluiting te onderbreken voor 15 seconden.
Bij communicatieproblemen:
• Reset de betaalautomaat door de stroomaansluiting te onderbreken voor 15 seconden.
• Controleer of de ethernetkabel goed is aangesloten op de betaalautomaat en het modem of de router.
• Controleer of de poort van de ethernetaansluiting en de connector van de ethernetkabel niet beschadigd zijn.
• Test de communicatieverbindingen (zie subparagraaf 7.3.2).
• Neem contact op met uw internetaanbieder om de verbinding en uw abonnement te laten controleren als u het vermoeden heeft dat de automaat geen verbinding heeft.
Mochten de voorgaande handelingen de storing niet hebben verholpen, neem dan contact op met ons Service Center via 088 228 9849.
Zorg dat u het TMS Terminal ID of de betaalautomaatcode van uw betaalautomaat bij de hand heeft als u ons Service Center belt. Onze medewerkers kunnen u dan sneller helpen.
Raadpleeg subparagraaf 7.3.3. Hierin staat beschreven hoe u deze gegevens opzoekt.
7.3.1 Een acquirer parametersessie uitvoeren
Ondervindt de automaat problemen bij het lezen van betaalkaarten, dan voert u een acquirer parametersessie uit om opnieuw de parameters op te halen.
Voer de volgende handelingen uit om een acquirer parametersessie uit te voeren:
Scherm VX 520 Handeling
1 Druk op de paarse functietoets onder het symbool om het menu te openen.
2 Kies MANAGER MENU.
3 Voer het manager wachtwoord in (standaard ingesteld op 99999) en bevestig met <OK>.
4 Kies FUNCTIES.
5 Kies C-TAP.
6 Kies CONTACT ACQUIRER.
7 Kies de gewenste transactieverwerker.
8 Wacht tot de parametersessie is voltooid.
9 Druk meerdere keren op <STOP> om terug te keren naar het beginscherm.
Scherm VX 520 Handeling
10 Wacht terwijl de sleutels worden geladen.
11 Het laden van de sleutels is voltooid en de automaat keert terug naar het beginscherm.
7.3.2 De communicatieverbindingen testen
Voer de volgende handelingen uit om de communicatieverbindingen te testen:
Scherm VX 520 Handeling
1 Druk op de paarse functietoets onder het symbool om het menu te openen.
2 Kies MANAGER MENU.
3 Voer het manager wachtwoord in (standaard ingesteld op 99999) en bevestig met <OK>.
4 Scrol naar beneden tot u de menuoptie DIAGNOSE ziet staan.
5 Kies DIAGNOSE.
6 Kies COMM TEST.
7 Kies TERMINAL.
Scherm VX 520 Handeling
8 Kies ALLE VERBINDINGEN.
CCV Holland B.V.
Xxxxxxxxxxxxxxxxx 00 0000XX Xxxxxx
COMM TEST
ALLE VERBINDINGEN
DATUM:
24/12/2013 11:37:58
TMS TERM-ID:
IP CONFIGURATIE: TERMINAL IP ADRES: SUBNET MASK: GATEWAY:
DNS CONFIGURATIE IP ADRES DNS1:
IP ADRES DNS2:
CLS052
DYNAMISCH 192.168.214
255.255.255.0
192.168.5.1
DYNAMISCH 192.168.5.1
0.0.0.0
TERMINAL
TMS INSTALLATIE 194.104.96.44:15000
VERBINDING: OK - TCP/IP SESSIE: OK
TMS CONFIGURATIE 194.104.96.44:15001
VERBINDING: OK - TCP/IP SESSIE: OK
ZONTALK SERVER 194.104.96.44:15002
VERBINDING: OK - TCP/IP SESSIE: OK
PING HOST 192.168.5.1:1
VERBINDING: OK - PING HOST OK
C-TAP
CCV host 82.195.48.7:50496
VERBINDING: OK - TCP/IP SESSIE: OK
CTAP Scheme 52800001
82.195.48.7:50496
VERBINDING: OK - TCP/IP SESSIE: OK
EINDE RAPPORT
9 Controleer het rapport dat wordt afgedrukt als alle testen zijn afgerond.
TMS Term-ID: uw betaalautomaat staat onder dit ID op ons Terminal Management Systeem.
Een overzicht van alle verbindingen die getest zijn. Als de verbindingen correct werken, verschijnt het resultaat OK. Is dit niet het geval dan verschijnt het resultaat NOK.
Controleer de datacommunicatieverbinding van de betaalautomaat als de verbindingen niet correct werken. Neem contact op met ons Service Center als u het probleem niet zelf kunt oplossen. Zorg dat u de bon van deze test bij de hand heeft.
7.3.3 Het TMS Terminal ID en de betaalautomaatcode opzoeken
Het TMS Terminal ID staat in het beginscherm van de betaalautomaat (in dit voorbeeld 123456).
Kopie Merchant
CCV Holland B.V. Xxxxxxxxxxxxxxxxx 00
0000 XX Xxxxxx
Terminal: 573201
Periode: 0000
Xxxxxxxx: 0019832
Transactie: 02000473
NAAM KAART (A00000000044571)
NAAM KAARTUITGEVER
Kaart: xxxxxxxxxxxxxxx2317 Kaartnr: 08
BETALING
24/12/2013 11:37
Auth. code: 534960
Totaal:
0,01 EUR
AKKOORD
Is het niet mogelijk om het TMS Terminal ID op te zoeken, dan refereert u aan de betaalautomaatcode van de betaalautomaat. U vindt de betaalautomaatcode op de kopiebonnen van transacties.
Betaalautomaatcode (in dit voorbeeld 573201)
8 SUPPLIES VOOR DE BETAALAUTOMAAT
U kunt op de volgende manieren supplies bestellen voor uw betaalautomaat:
• Bestellen via internet: xxx.xxx.xx
• Telefonisch bestellen: 088 228 9849
• Bestellen via de betaalautomaat (alleen printrollen)
8.2 Printrollen bestellen via de betaalautomaat
Voer de volgende handelingen uit om printrollen te bestellen via uw betaalautomaat:
Scherm VX 520 Handeling
1 Druk op de paarse functietoets onder het symbool om het menu te openen.
2 Scrol naar beneden tot u de menuoptie PAPIER BESTELLEN
ziet staan.
3 Kies PAPIER BESTELLEN.
4 Voer het manager wachtwoord in (standaard ingesteld op 99999) en bevestig met <OK>.
Tijdens de volgende handeling kunt u het aantal printrollen bepalen dat u wilt bestellen. Per bestelling kunt u maximaal 200 printrollen bestellen.
5 Gebruik de paarse functietoetsen onder de symbolen en om het aantal printrollen dat u wilt bestellen aan te passen.
6 Druk op <OK> om uw bestelling te bevestigen. Er wordt nu een bon afgedrukt met de bevestiging van uw bestelling.
Door het bestellen van printrollen via uw betaalautomaat machtigt u CCV om het bedrag van de bestelling automatisch af te schrijven van het rekeningnummer dat bij ons bekend is. Uw bestelling wordt afgeleverd op het adres waarop uw betaalautomaat staat geregistreerd. Controleer op de bon, die wordt afgedrukt na het plaatsen van de bestelling, of de adresgegevens overeenkomen met de werkelijke adresgegevens. Is dit niet het geval, neem dan contact op met ons Service Center via 088 228 9849.
9 CONTACTGEGEVENS
Service Center (voor storingen en bestellen van supplies) 088 228 9849
Supplies bestellen via internet xxx.xxx.xx Sales 088 228 9870
Kantoortijden:
Maandag t/m vrijdag 08.30 – 17.00 uur
Service Center:
Maandag t/m vrijdag 07.00 – 22.00 uur
Zaterdag 08.00 – 18.00 uur
Zondag 09.00 – 17.30 uur
NB. 24-uurs service alleen voor urgente storingen.
9.3 Algemene adresgegevens CCV
CCV Holland B.V.
Xxxxxxx 0000
0000 XX Xxxxxx
T 088 228 9911
F 088 228 9900
European Merchant Services (EMS) 020 66 03 120
B+S Card Service 020 42 88 737
American Express 020 50 48 333
Bank Card Company (BCC) 0032 22 05 85 85
China UnionPay 030 28 37 333
Citibank 0032 27 74 55 55
ConCardis 0049 69 79 22 22 28
Diners Club 020 65 45 524
JCB 030 28 37 333
OmniPay 030 28 37 333
PaySquare 030 28 37 333
YourGift Cards 010 24 09 259