Bijlage 4b
Bijlage 4b
Voorwaarden vrijstelling na eerder aan vorige werkgever verleende vrijstelling
Pensioenfonds Recreatie is bereid tegemoet te komen aan een verzoek tot vrijstelling, indien voldaan wordt aan onderstaande voorwaarden. Onderaan dit document staat in het kort opgesomd welke documenten in eerste instantie moeten worden aangeleverd bij de administrateur van het fonds.
1. Er is sprake van een verzoek tot vrijstelling:
- in verband met de overgang van een exploitatie van een zwembad, van de vorige naar de nieuwe werkgever;
- bij deze overgang neemt de nieuwe werkgever, contractueel verplicht, de arbeidsovereenkomst – inclusief de bestaande pensioenregeling - met de werknemers van de vorige werkgever over en is deze contractueel verplicht de bestaande pensioenregeling voort te zetten;
- de vorige werkgever had vrijstelling voor de werknemers voor wie de nieuwe werkgever om vrijstelling verzoekt;
- deze vrijstelling is eerder verleend op grond van artikel 2 (wegens een bestaande, eigen pensioenregeling) of op grond van artikel 6 (in geval van een afwikkelingsvrijstelling) van het Vrijstellings- en boetebesluit Wet Bpf 2000 (VBB).
Sociaal plan / overeenkomst of soortgelijk document
2. De werkgever verstrekt aan het fonds – bij voorkeur - een gedateerd en door de betrokken vakbonden ondertekend sociaal plan, dan wel een door werkgever en vakbonden gesloten overeenkomst, een door de betrokken gemeente opgesteld beleidsdocument, waarin is opgenomen dat de werknemers die op het moment van overgang naar de nieuwe werkgever bij de vorige werkgever in dienst waren, in beginsel blijven deelnemen aan de bestaande pensioenregeling. Ook een ander document (zoals een besluit van de (G)OR) kan volstaan, zo lang de voortzetting van de deelneming aan de bestaande pensioenregeling niet eenzijdig voor de werkgever is bepaald.
Keuze voor ABP of andere pensioenuitvoerder door deelnemers Onderdeel 3 is van overeenkomstige toepassing, als aan de vorige werkgever een vrijstelling op basis van artikel 2 VBB is verleend en deelname aan een andere regeling dan de ABP-regeling wordt voortgezet.
3. De werkgever geeft de werknemers die voldoen aan de gestelde voorwaarden de mogelijkheid zich aan te sluiten bij Pensioenfonds Recreatie. De werkgever doet dat door de desbetreffende medewerkers het door Pensioenfonds Recreatie ontwikkelde Formulier Keuze werknemers (zie bijlage) te laten ondertekenen. Hierbij maken zij een keuze tussen ABP en Pensioenfonds Recreatie. De werkgever informeert Xxxxxxxxxxxxx Recreatie door het indienen van dit door alle betrokken werknemers ondertekende formulier waaruit blijkt welke werknemers kiezen voor voortzetting bij ABP en welke zich wensen aan te sluiten bij Pensioenfonds Recreatie. Deze laatste werknemers worden vervolgens geacht niet te zijn vrijgesteld.
Toelichting
De werkgever informeert de werknemers door hen het document ‘Formulier keuze werknemers’ voor te leggen, waarop zij kunnen kiezen tussen blijven deelnemen aan de ABP-regeling en gaan deelnemen aan de regeling van het fonds. In dit formulier is vermeld dat de werknemers door ondertekening verklaren op de hoogte te zijn van beide regelingen en de gevolgen van de keuze voor ABP dan wel Pensioenfonds Recreatie.
Kosten
4. Pensioenfonds Recreatie brengt geen verzekeringstechnisch nadeel in rekening. De werkgever neemt de kosten die met de behandeling van het verzoek tot vrijstelling gepaard gaan voor zijn rekening. De kosten voor de administratieve afhandeling bedraagt ad € 950,- (niveau 2020).
Relatie werkgever met ABP of andere pensioenuitvoerder
De onderdelen 5, 6, 7 en 8 zijn van overeenkomstige toepassing, als aan de vorige werkgever een vrijstelling op basis van artikel 2 VBB is verleend en deelname aan een andere regeling dan de ABP-regeling wordt voortgezet.
5. De werkgever zet voor de werknemers voor wie een afwikkelingsvrijstelling is verleend de pensioenregeling van ABP voort. ABP dient zich bereid te verklaren, door middel van het afgeven van een intentieverklaring, de regeling voort te zetten voor de betrokken werknemers.
Toelichting
De werkgever vraagt aan ABP een verklaring dat ABP de werknemers voor wie de vrijstelling zal gelden, via een vrijwillige aansluiting als deelnemer toelaat tot de regeling van ABP.
6. De werkgever stelt de werknemers en het bestuur van ABP in kennis van de verleende vrijstelling en de daaraan verbonden voorwaarden.
Toelichting
ABP zal alleen een vrijwillige aansluiting toestaan, als de werkgever een besluit tot afwikkelingsvrijstelling van het fonds kan tonen.
7. Over een wijziging van de regeling van ABP dient de werkgever Pensioenfonds Recreatie binnen één maand na de wijziging te informeren.
Indien de werkgever zijn plicht tot het verstrekken van inlichtingen op grond van het bovenstaande niet, niet volledig of niet tijdig nakomt, is het fonds bevoegd om aan de werkgever een boete op te leggen, naast het eventuele recht op schadevergoeding. Deze boete bedraagt maximaal € 5.000 per kwartaal.
8. De regeling van ABP dient volgens de berekening van bijlage 3 van het Vrijstellings- en boetebesluit Wet Bpf 2000 (VBB) te allen tijde ten minste actuarieel en financieel gelijkwaardig te zijn aan de regeling van Pensioenfonds Recreatie. De gelijkwaardigheid wordt door de uitvoeringsorganisatie van Pensioenfonds Recreatie beoordeeld. Deze gelijkwaardigheid wordt vervolgens periodiek beoordeeld overeenkomstig bijlage 3 van het VBB en bij iedere wijziging van de regeling van ABP.
Toelichting
Het fonds verzoekt ABP eenmaal per vijf jaar of zijn pensioenregeling (ten minste) gelijkwaardig is aan de regeling van Pensioenfonds Recreatie. Deze verklaring heeft betrekking op alle vrijstellingen van werkgevers van wie de werknemers de deelname aan ABP-regeling voortzetten. Bij tussentijdse wijziging van een van beide regelingen vindt ook een tussentijdse toets plaats. De individuele werkgever hoeft bij het indienen van de aanvraag tot vrijstelling niet zelf de gelijkwaardigheid door ABP te laten aantonen.
Nieuwe werknemers
9. Werknemers die na de datum van overgang naar de nieuwe werkgever op basis van een arbeidsovereenkomst bij die werkgever in dienst komen, gaan verplicht deelnemen aan de pensioenregeling van Pensioenfonds Recreatie.
10. De werkgever meldt alle nieuwe en bestaande werknemers voor wie geen vrijstelling geldt per ommegaande aan bij Pensioenfonds Recreatie.
Toelichting
Dit betreft uiteraard dan alleen werknemers die niet onder de vrijstelling, maar wel onder de verplichtstelling vallen. De werkgever heeft daarnaast de mogelijkheid nieuwe werknemers die niet onder de verplichtstelling vallen, vrijwillig te laten deelnemen.
Overige voorwaarden
11. De werkgever verstrekt aan De Nederlandsche Bank en aan het bestuur van Pensioenfonds Recreatie, alle inlichtingen die De Nederlandsche Bank of Pensioenfonds Recreatie ter verzekering van een goede uitvoering van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 verlangt.
12. Indien de werkgever zijn plicht tot het verstrekken van inlichtingen op grond van het bovenstaande niet, niet volledig of niet tijdig nakomt, is het fonds bevoegd om aan de werkgever een boete op te leggen, naast het eventuele recht op schadevergoeding Deze boete bedraagt maximaal € 5.000,- per kwartaal.
13. Indien niet (langer) voldaan wordt aan de hierboven genoemde voorwaarden voor vrijstelling of de grond voor vrijstelling is vervallen, zal Pensioenfonds Recreatie de vrijstelling intrekken.
14. Er zijn geen juridische bezwaren tegen de voortzetting van de bestaande pensioenregeling door de nieuwe werkgever.
Benodigde documenten
• Schriftelijk verzoek van de nieuwe werkgever
• Sociaal Plan of daarmee gelijk te stellen document:
gedateerd sociaal plan dat is ondertekend door gemeente en sociale partners, dan wel een door werkgever en vakbonden gesloten overeenkomst of een ander document zoals aangegeven in voorwaarde 2.
• Kopie van de contractuele bepaling waaruit blijkt dat de nieuwe werkgever verplicht is de bestaande pensioenregeling voort te zetten.
• Kopie van het pensioenreglement en het uitvoeringsreglement van de bestaande pensioenregeling (geldt niet indien bestaande regeling van ABP is).
• Verklaring van de pensioenuitvoerder van de bestaande pensioenregeling dat die regeling ten minste actuarieel en financieel gelijkwaardig is aan de pensioenregeling van het fonds (geldt niet indien bestaande regeling van ABP is).
• Verklaring van de nieuwe werkgever dat hij de activiteiten van de oude werkgever ongewijzigd voortzet.
• Lijst van werknemers die in dienst zijn op het moment van overname van de arbeidsovereenkomsten door de nieuwe werkgever.
• Als de bestaande pensioenregeling de regeling van ABP is: Intentieverklaring van ABP dat de vrijwillige aansluiting die door de vorige werkgever met ABP is overeengekomen, door de nieuwe werkgever kan worden voortgezet.
• Als de bestaande pensioenregeling is ondergebracht bij een andere pensioenuitvoerder dan ABP:
een verklaring van die uitvoerder dat de uitvoeringsovereenkomst inzake de bestaande pensioenregeling door de nieuwe werkgever wordt voortgezet.
Termijnen afhandeling vrijstellingsaanvraag
Pensioenfonds Recreatie is gehouden de volgende termijnen in acht te nemen:
• Binnen twee weken wordt beoordeeld of het verzoek in behandeling genomen kan worden;
• Zo nodig krijgt de werkgever vier weken de tijd om aanvullende informatie aan te leveren (het fonds gaat hier doorgaans soepel mee om);
• Zodra het dossier compleet is, beslist het bestuur binnen zes weken.
Klachten- en geschillenprocedure
Op de procedure van de aanvraag voor afwikkelingsvrijstelling is de Klachten- en geschillenregeling van het fonds van toepassing. Het Klachten- en Geschillenreglement is te vinden op de website van het fonds.
Klachten worden behandeld door de administrateur, TKP, waarna de werkgever eventueel in beroep kan bij het bestuur van het fonds.