EVALUATIE VAN HET PRINCIPE VAN DE ERKENNING VAN DE OPLEIDINGEN VOOR RESIDENTIEEL CERTIFICATEUR EN EPB- ADVISEUR-2019F0406
EVALUATIE VAN HET PRINCIPE VAN DE ERKENNING VAN DE OPLEIDINGEN VOOR RESIDENTIEEL CERTIFICATEUR EN EPB- ADVISEUR-2019F0406
I.1 Beschrijving van de opdracht
Voorwerp van deze diensten: Evaluatie van het principe van de erkenning van de opleidingen voor residentieel certificateur en EPB-adviseur.
I.2 Overheidsopdracht van beperkte waarde
Overeenkomstig artikel 92 (de geraamde waarde excl. btw bereikt de drempel van 30.000,00 € niet) van de wet van 17 juni 2016, komt de opdracht tot stand bij wijze van de aanvaarde factuur (overheidsopdracht van beperkte waarde).
I.3 Prijsvaststelling
De opdracht wordt beschouwd als een opdracht tegen globale prijs.
De opdracht tegen een globale prijs is een opdracht waarbij een forfaitaire prijs het geheel van de prestaties van de opdracht of van elke post dekt.
I.4 Indienen van de offerte
De offerte wordt per email opgestuurd naar Xxxxx X'XX (xxxx@xxxxxxxxxxxxx.xxxxxxxx) of per post naar volgend adres :
Leefmilieu Brussel Xxxxx X'XX Xxxxxxxxx 00X/0000 0000 Xxxxxxx
I.5 Looptijd
De opdracht wordt idealiter gespreid tussen januari 2020 en juli 2020. Of maximum 6 maanden vanaf het begin van de opdracht.
I.6 Betalingstermijn
De aanbestedende overheid beschikt over een verificatietermijn van 30 kalenderdagen vanaf de datum van de volledige of gedeeltelijke beëindiging van de diensten, om de formaliteiten betreffende de oplevering te vervullen en aan de dienstverlener kennis te geven van het resultaat daarvan.
De betaling van het aan de dienstverlener verschuldigde bedrag vindt plaats binnen de betalingstermijn van
30 kalenderdagen vanaf de datum van beëindiging van de verificatie, voor zover de aanbestedende overheid tegelijk over de regelmatig opgestelde factuur beschikt, alsook over de andere, eventueel vereiste documenten.
I.7 Algemene uitvoeringscondities
Voor overheidsopdrachten van beperkte waarde (waarvan het totaalbedrag de 30.000 EUR excl. BTW niet overschrijdt met uitzondering van dienstopdrachten en de verwerving van rollend en wetenschappelijk materieel waarvan het bedrag groter is dan of gelijk is aan 10.000 EUR excl. BTW), zijn de volgende teksten van toepassing op het contract :
- de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten en meer bepaald de artikelen 16 en 92 alsook de uitvoeringsbesluiten van die wet en inzonderheid artikelen 4 § 3, 6, 7 en 124 van het Koninklijk Besluit (KB) plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren van 18 april 2017 en de artikelen 5 en 6 § 5 van het KB van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, zoals gewijzigd op heden ;
- het KB van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van overheidsopdrachten zoals gewijzigd op heden, enkel voor zijn artikels 18, 24 § 1, 38/1,38/2, 38/3, 38/4, 38/5, 38/6, 38/13, 44, 45, 46, 47, 48, 49 et 66, zijn artikels 84, 91, 92, 95 (werken), zijn artikel 122 (leveringen), zijn artikels 152
en 153 (diensten);
- het samenwerkingsprotocol tussen Leefmilieu Brussel en de Directie Arbeidsinspectie van het Brussels Gewest, in het kader van de strijd tegen illegale tewerkstelling, sociale fraude en sociale dumping;
- In geval van geschillen, verbieden de partijen elkaar een juridische dagvaarding zonder voorafgaande ingebrekestelling. Elke betwisting tussende partijen die niet in de minne kan worden geregeld door middel van een vrijwillige verzoening, zal worden voorgedragen voor de rechtbanken van het Juridisch Arrondissement van het Brussels Gewest.
I.8 Facturatiegegevens
De facturen dienen opgesteld en geadresseerd te worden aan de hoofdzetel van Leefmilieu Brussel, t.a.v. de boekhouding, Havenlaan 86C/3000, X-0000 XXXXXXX en ons ondernemingsnummer BE 0236.916.956 te vermelden.
Het versturen dient te gebeuren hetzij:
- per post
- via het Mercuriusplatform voor elektronische facturering
II. Technische bepalingen
en EPB-adviseur
Evaluatie van het principe van de erkenning van de opleidingen voor residentieel certificateur
De energiecertificering van residentiële gebouwen is sinds 2010 van kracht in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het doel van de certificering is om voor elk gebouw te beschikken over het energieprestatieniveau, zowel voor de eigenaars en gebruikers als voor de overheid. Het prestatieniveau wordt genormaliseerd door een gemeenschappelijke berekeningsmethode en protocol voor alle gebouwen binnen elk van de drie bepaalde bestemmingen (residentieel, tertiair en openbaar gebouw).
Deze doelstelling is o.a. afhankelijk van de kwaliteit van de prestatie van de certificateurs.
Onder kwaliteit van de prestatie wordt voornamelijk verstaan de follow-up van het protocol, maar ook de beheersing van de belangrijkste competenties (zie de lijst met competenties van de EPB-certificateur in het volgende document: xxxxx://xxx.xxxxxxxx.xx/xxx/xxx_xxxxxxxxxx/xxxx_xxxxxxxxx/xxxx_0000_xxxxxxxxx/Xxxxxxxxxxx- indicatoren_en_voorbeelden_van_examenvragen.pdf).
De certificateurs zijn professionelen die beschikken over een erkenning die is afgeleverd door het Gewest. Een van de voorwaarden om deze erkenning te krijgen, is “met vrucht” een “erkende opleiding” te hebben gevolgd.
- De “erkende opleidingen” (zoals bedoeld door Leefmilieu Brussel) zijn opleidingen die worden georganiseerd door onafhankelijke opleidingsoperatoren van Leefmilieu Brussel, maar die de voorwaarden die in de besluiten zijn vermeld en een opleidingsprotocol naleven.
- Het slagen “met vrucht” wordt bepaald door een evaluatiemodule.
Van 2010 tot 2016 werd deze module geïntegreerd in de opleiding en gegeven door de opleidingsoperatoren. Dit principe is gemeenschappelijk voor alle EPB-erkenningen, ongeacht of het om EPB-adviseurs, certificateurs of verwarmings- of klimaatregelingstechnici gaat.
Wat de residentiële certificering betreft, hebben de kwaliteitscontroles aangetoond dat te veel certificaten het protocol niet naleven. Tijdens de hoorzittingen van de certificateurs en een overleg met hen werden verschillende oorzaken aangehaald, waaronder de kwaliteit van de opleidingen.
Meerdere verbeteringspistes werden geopperd, zoals:
- de versterking van de vereiste voorkennis om te worden erkend;
- de wijziging van het protocol;
- de organisatie van een gecentraliseerd examen.
We merken op dat deze kwestie des te belangrijker is omdat het certificaat de basis van de diagnose van elk gebouw zal worden met het oog op performante en ambitieuze renovaties om de klimaatdoelstellingen in 2050 te bereiken (cfr. renovatiestrategie).
In de opdracht die in dit bestek wordt beschreven, moet het principe van de erkenning worden beoordeeld,
d.w.z. men moet zich afvragen in welke mate de toepassing ervan (organisatie van opleidingen bepaald door de besluiten en voorgesteld door de onafhankelijke operatoren op basis van reglementaire inhoud bepaald door de administratie) op een gunstige of ongunstige manier bijdraagt tot de kwaliteit van de prestatie van de certificateurs en daardoor tot de bovenvermelde einddoelstelling.
De dienstverlener mag geen rechter in eigen zaak zijn om elk belangenconflict te vermijden.
Er wordt aan de dienstverlener gevraagd om:
⮚ na afloop van de opdracht het opleidingssysteem dat het best overeenkomt met de verwachtingen van de overheid en erkende professionelen (certificateurs, EPB-adviseurs,...) te beschrijven.
• Deze verwachtingen zijn in het bijzonder een antwoord op de eisen zoals bepaald in de besluiten en die een milieudoelstelling nastreven, een werkwijze om ze te bereiken die is aangepast aan de professionele praktijken (kwaliteitsvolle opleidingen, verwerven van competenties,...). Onder opleidingssysteem verstaat men zowel het pedagogisch format (“ex-cathedra” lessen, bezoeken, praktische oefeningen, ...) als het reglementair kader (erkenning van het opleidingscentrum, internalisering van de opleiding in de administratie, overige).
• Bovendien zullen de elementen van de analyse van de situatie worden voorgesteld volgens verschillende parameters en in het bijzonder het aantal personen dat moet worden opgeleid, het technische karakter van de opleiding, een al dan niet gecentraliseerd examen, de kostprijs,... Deze studie zal Leefmilieu Brussel de mogelijkheid bieden de resultaten van andere gelijkaardige situaties te extrapoleren (bv. andere reglementaire opleidingen).
⮚ in zijn offerte de methodologie, waarmee hij deze doelstelling wil bereiken, voor te stellen. Om zijn methodologie op te stellen, zal de dienstverlener worden gevraagd:
• kennis te nemen van de context via:
- de medewerkers van LB die verantwoordelijk zijn voor de certificering en de opleidingen, aan de hand van gesprekken;
- de certificateurs, aan de hand van het lezen van representatieve verslagen van hoorzittingen en notulen van overlegvergaderingen;
- de opleidingsoperatoren, aan de hand van gesprekken.
• een objectivering van de context voor te stellen (elke deelnemende partij heeft een andere realiteit). Wat dit luik betreft, mag een zekere vertrouwelijkheid van de dienstverlener in zijn studie geschikt kunnen zijn.
• de “matching” tussen de huidige situatie en de bovenvermelde einddoelstelling te evalueren.
• in het geval van “no-matching” de rol en de impact van de opleidingen in deze “no- matching” af te bakenen.
Indien de rol en impact aanzienlijk zijn, veerkrachtige alternatieven bepalen, zowel:
- op structureel niveau (internalisering, totale delegatie,...)
- als op pedagogisch niveau (vernieuwende opleidingsformats, online video’s, pedagogische verschuiving naar workshops in plaats van “ex-cathedra” lessen,...).
Indien de rol en de impact niet aanzienlijk zijn en er wordt voorgesteld het huidige erkenningssysteem te behouden, de relevantie van hefbomen bepalen die zouden toelaten de kwaliteit van de huidige situatie te verhogen, zoals:
- observatieopdrachten;
- meer contacten met de opleiders via rondetafelgesprekken;
- vermindering van het aantal operatoren om de rendabiliteit van de centra te bevorderen en dus hun investering in de kwaliteit van de opleidingen te verhogen;
- …