Verpachting van jachtrechten in domeinen van Natuur en Bos
Verpachting van jachtrechten in domeinen van Natuur en Bos
Domeinen Natuur en Bos in de gemeenten Holsbeek en Tielt-Winge
Tieltse Motte, Walenbos, Troostembergbos, omgeving Horst en Chartreuzenbos
Verpachtingsvoorwaarden
Nummer: ANB/OTB/HD/2019/1
Hoofdstuk I : Algemene bepalingen
Artikel 1. Doel en voorwerp van de jachtverpachting
§1. Voor de toepassing van deze verpachtingsvoorwaarden wordt verstaan onder:
- Agentschap: het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB), opgericht bij het Besluit van de Vlaamse Regering tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid van 23 december 2005;
- De regiobeheerder: de ambtenaar van het Agentschap voor Natuur en Bos die verantwoordelijk is voor de beheerregio waarin de verpachte gronden gelegen zijn;
- De boswachter: de ambtenaar van het Agentschap voor Natuur en Bos die verantwoordelijk is voor de boswachterij waarin de verpachte gronden gelegen zijn;
- ANB-domein: een terrein in eigendom en beheer van het Agentschap voor Natuur en Bos;
- Ontvanger: personeelslid van Natuurinvest, belast met het ontvangen van de pachtgelden;
- Voorzitter: de ambtenaar van het Agentschap voor Natuur en Bos die de verpachtingszitting voorzit en de voorlopige toewijzing doet van de jachtrechten.
§2. Op deze aanbesteding (verder de ‘jachtverpachting’ genoemd) zijn, naast de in onderhavig document opgenomen bepalingen, van toepassing:
- Het Jachtdecreet van 24 juli 1991 en haar uitvoeringsbesluiten zoals tot op heden gewijzigd en de jachtwet van 28 februari 1882 voor zover nog van toepassing.
- Het Decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijke milieu en haar uitvoeringsbesluiten zoals tot op heden gewijzigd.
- Het Bosdecreet van 13 juni 1990 en haar uitvoeringsbesluiten zoals tot op heden gewijzigd en de boswet van 19 december 1854 voor zover nog van toepassing.
Indien wijziging van decreten en uitvoeringsbesluiten tijdens de duur van de jachtverpachting een versoepeling betekenen ten opzichte van deze aanbestedingsvoorwaarden, kunnen die worden toegepast zolang ze niet in strijd zijn met de beheerdoelstellingen voor het gebied. De regiobeheerder zal hierover desgevallend beslissen.
§3. Het betrokken ANB-domein moet prioritair de functies vervullen die eraan zijn toegekend krachtens het Bosdecreet van 13 juni 1990 en het Decreet voor natuurbehoud van 21 oktober 1997, waarvoor de jachtbeoefening geen belemmering mag zijn.
Het Agentschap kan gedurende de periode van de jachtverpachting het beheer van de verpachte gronden vrij bepalen. Bosexploitatie, natuurinrichtingswerken of andere beheerwerken zijn mogelijk, zonder dat dit aanleiding kan geven tot schadeclaims vanwege de jachtrechthouder.
De jachtrechthouder zorgt ervoor dat personen die desgevallend met hem jagen de noodzakelijke kennis hebben over de beheerdoelstellingen en het door het ANB gevoerde beheer. Hij is ervoor verantwoordelijk dat deze personen, als belangrijke gebruikers van het openbaar domein, in hun communicatie en handelen, correct, respect- en tactvol omgaan met andere gebruikers, het brede publiek en de media.
§4. De jachtverpachting heeft in de eerste plaats tot doel het mogelijk te maken dat de doelstellingen in verband met het beheer van everzwijnenpopulaties, zoals die bepaald worden in het kader van het faunabeheeroverleg, gerealiseerd kunnen worden. De jachtverpachting heeft mede tot doel schade aan de omliggende landbouwpercelen binnen aanvaardbare perken te houden, het risico op verkeersongevallen te beperken en de populaties van invasieve exotische soorten te beperken. In het lot waar jacht op reeën wordt toegestaan, gebeurt dit met het oog op het realiseren en instandhouden van
een gezonde reewildpopulatie in het ANB-domein en de ruimere omgeving ervan en het vermijden van een wilddruk die natuurlijke bosverjonging zou verhinderen.
§5. Door zijn deelname aan de verpachting bevestigt de kandidaat-jachtpachter akkoord te gaan met de voorwaarden vermeld in dit document
Artikel 2. Terreinen begrepen in de jachtverpachting – beschrijving van de loten
§1. De verpachting heeft betrekking op 1 lot.
De begrenzing van het lot is aangegeven op het liggingsplan in bijlage 3. De grenzen van het lot kunnen vóór de verpachting op vraag aangewezen worden door de boswachter. Een oplijsting van alle kadastrale percelen die volledig of gedeeltelijk begrepen zijn in de verpachting, is opgenomen in bijlage 4.
§2. Beknopt overzicht en oppervlakte van het lot
De oppervlakte en samenstelling van het lot is als volgt:
• Lot 1 – enig lot: ANB-percelen behorende tot de domeinen Walenbos, Vallei van de Tieltse Motte, Xxxxxxxxxxxxxxx, Xxxxx en Chartreuzenbos, op het grondgebied van de gemeenten Holsbeek en Tielt-Winge.
De totale oppervlakte van de percelen in dit lot bedraagt benaderend (GIS-oppervlakte) 656,79 ha, waarvan 350,63 ha in het kader van deze verpachting als rustgebied beschouwd wordt (zie verder).
§3. Rekening houdend met het gegeven dat het Agentschap in de omgeving van de in deze verpachting begrepen percelen, eventueel in de toekomst nog bijkomende percelen kan verwerven of in beheer kan nemen, wordt uitdrukkelijk voorzien dat het Agentschap in de toekomst extra percelen onder de vorm van een bijakte in de verpachting kan opnemen. De regiobeheerder beslist aan welk lot ze worden toegevoegd op basis van de coherentie tussen het betrokken perceel en de percelen in de bestaande loten. In voorkomend geval wordt de pachtprijs evenredig verhoogd met de toename aan bejaagbare oppervlakte.
Eventuele bijzondere voorwaarden die specifiek van toepassing zijn op slechts één of enkele loten, worden vermeld onder Hoofdstuk V – bijzondere voorwaarden per lot.
Artikel 3. Looptijd van de verpachting
De pacht zal lopen, voor een termijn van 9 opeenvolgende jachtseizoenen, van 1 juli 2019 tot en met 30 juni 2028.
Het Agentschap en de pachter hebben elk het recht om na het derde en zesde jaar en zonder daarvoor verder een reden te moeten opgeven, de pacht te doen eindigen bij het einde van het jachtseizoen, mits de pacht zes maanden vooraf bij aangetekende brief op te zeggen. Aan deze opzeg zijn geen kosten of schadevergoedingen verbonden.
Stilzwijgende verlenging van de pacht is niet mogelijk.
Op schriftelijk verzoek van de jachtrechthouder kan de regiobeheerder de jachtpacht éénmalig voor een periode van drie jaar verlengen, voor zover de aanvraag daartoe uiterlijk 6 maanden voor de hierboven vermelde einddatum per aangetekende brief aan de regiobeheerder bezorgd wordt.
Hoofdstuk II : Gunningsprocedure - betalingsvoorwaarden
Artikel 4: Gunningsprocedure - Verloop van de aanbesteding
§1. De jachtverpachting gebeurt in een openbare zitting die doorgaat op maandag 18 maart 2019 in het regiokantoor van de ANB-regio Hageland & Demervallei, Xxxxxxxxxx 00/x xx 0000 Xxxxxxxxx (Xxxxxxxx). De zitting wordt geopend om 14.00uur.
De aanbesteding zal plaatsvinden bij middel van mondelinge en schriftelijke bieding.
Schriftelijke biedingen dienen per aangetekende zending of per drager tegen afgiftebewijs toe te komen op bovenvermeld regiokantoor en dit ten laatste op maandag 18 maart 2019 om 12u00. Deze schriftelijke biedingen moeten bezorgd worden onder dubbele omslag, de binnenste gesloten, met het opschrift "Inschrijving verpachting jacht – ANB/OTB/HD/2019/1”,.
Schriftelijke biedingen kunnen ook ter zitting aan de voorzitter worden afgegeven vóór de opening van de zitting. Alleen schriftelijke biedingen die vergezeld gaan van het volledig ingevulde formulier 1 en 2 (zie bijlagen) kunnen worden aanvaard.
De openbare verpachting geschiedt lot per lot, volgens de volgorde opgegeven in deze verpachtingsvoorwaarden. Er is eerst mogelijkheid om mondeling op te bieden. Na het afsluiten van de mondelinge biedingen worden de schriftelijke biedingen geopend. De voorzitter bepaalt de schijven waarin het opbod gebeurt.
De bieding betreft het jaarlijks te betalen bedrag. Op dit bedrag is geen BTW van toepassing.
§2.. De biedingen moeten verplicht worden uitgedrukt in Euro en in het Nederlands.
§3. Eenieder die tijdens de zitting mondeling wenst te bieden, dient zich vóór de opening van de zitting en ter zitting te registreren.
§4. Indien er bij de biedingen geen bod bekomen wordt dat voldoet aan de raming van het ANB, kan de voorzitter het lot inhouden. Dergelijke loten kunnen eventueel opnieuw opgeroepen worden na de biedingen voor de andere loten,.
§5. Het jachtrecht wordt tijdens de zitting voorlopig toegekend aan de hoogste bieder. Het recht van hoger bod kan slechts uitgeoefend worden conform artikel 11 van het jachtdecreet. Slechts na goedkeuring door het hoofd van het Agentschap of diens gedelegeerde, zal het jachtrecht definitief toegekend worden.
§6. Alle geschillen tijdens de zitting zullen geregeld worden door de ambtenaar van het ANB die de verpachting voorzit.
§7. Het ANB kan beslissen om het lot die in de zitting definitief ingehouden werden, nadien via een onderhandelingsprocedure met één of meerdere van de bij de zitting geregistreerde kandidaten, toe te wijzen, onverminderd de toepassing van artikel 11, 2e lid van het jachtdecreet.
Artikel 5. Toegang tot de gunningsprocedure - houders van het jachtrecht
§1. Het jachtrecht kan uitsluitend toegewezen worden aan natuurlijke personen of WBE’s.
§2. De bieder voldoet aan minstens één van volgende voorwaarden:
• in het bezit zijn van een geldig xxxxxxxxxxx;
• gemandateerd zijn door een erkende WBE, op voorwaarde dat dit mandaat ter zitting kan worden voorgelegd;
• in het bezit zijn van een volmacht, op voorwaarde dat deze ter zitting kan worden voorgelegd én de volmachtgever in het bezit is van een geldig jachtverlof of gemandateerd is door een erkende WBE.
Een kopie van de bovengenoemde documenten (volmachten en mandaten) wordt bij de registratie vóór de opening van de zitting aan de voorzitter overhandigd of, bij een gesloten inschrijving, op straf van nietigheid van het bod, bij de bieding gevoegd.
§3. Voor de personen die ten persoonlijke titel een bod willen doen geldt de volgende regeling:
De hoofdjachtrechthouder moet zijn medejachtrechthouders aanwijzen in het daartoe bestemde formulier in bijlage 2. De kandidaat-medejagers moeten op het ogenblik van de jachtverpachting in het bezit zijn van een geldig jachtverlof. Een kopie van die jachtverloven moet als bijlage gevoegd worden bij vermeld formulier.
De hoofdjachtrechthouder en medejachtrechthouders kunnen het jachtrecht enkel ten persoonlijke titel uitoefenen, behoudens de gevallen vermeld onder artikel 8 ‘gemeenschappelijke aanzit en drukjacht’.
Mits akkoord van de regiobeheerder, kunnen er tijdens de looptijd van het contract, wijzigingen aangebracht worden aan de lijst van medejachtrechthouders.
§4. In het geval de jachtrechten toegewezen worden aan een wildbeheereenheid, geldt de volgende regeling:
De WBE bezorgt binnen de maand na definitieve toewijzing van de jachtrechten en verder jaarlijks vóór 1 april, aan de regiobeheerder een overzicht van de jachtrechthouders van de WBE. aan wie de uitoefening van de jachtrechten door de WBE per gebied of deelgebied toegewezen werd.
§5. Alleen jagers met een geldig jachtverlof komen in aanmerking voor de jachtverpachting en voor deelname aan de jacht op het ANB-domein. Het ANB kan in dit verband in elke fase van de gunning en tijdens de looptijd van het contract, de nodige informatie inwinnen of opvragen. De jachtrechthouder is verplicht om elke veroordeling voor een jachtmisdrijf van zichzelf of van zijn genodigden onverwijld aan de regiobeheerder te signaleren en betrokkene uit te sluiten van deelname aan de jacht. Overtreding van deze bepaling leidt, afhankelijk van het ogenblik van vaststelling, ofwel tot niet-gunning van de jachtverpachting of tot ontbinding van de lopende pachtovereenkomst.
§6. Met het oog op de effectieve realisatie van de onder artikel 1 vermelde doelstellingen, kan het ANB de definitieve toewijzing van de jachtrechten weigeren aan elke kandidaat die niet kan aantonen dat hij op grond van art. 18 van het Jachtvoorwaardenbesluit, effectief kan jagen op de in de verpachting begrepen percelen en wildsoorten.
Het ANB kan in dit verband na de voorlopige toewijzing, alle nodige bewijzen opvragen bij de kandidaat- pachter, die verplicht is deze informatie voor te leggen binnen de 15 kalenderdagen volgend op dit verzoek, op straffe van nietigheid van zijn kandidatuur. Het niet-gunnen van de jachtverpachting op grond van deze voorziening, kan leiden tot een gunning via een onderhandelingsprocedure zoals voorzien in art. 4 §7.
§7. Onderverhuring is niet toegestaan.
Artikel 6: Betalingsvoorwaarden
§1. De basispachtprijs volgt de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen en wordt ieder jaar voor de verjaardag van de inwerkingtreding van deze overeenkomst aangepast volgens de formule:
Nieuwe prijs = basispachtprijs x nieuw indexcijfer/aanvangsindexcijfer
Het aanvangsindexcijfer is het ‘consumptieprijsindexcijfer’, daartoe berekend en benoemd van de maand voorafgaand aan de maand van de betekening van deze overeenkomst. Het nieuwe indexcijfer is het
‘consumptieprijsindexcijfer’ van de maand voorafgaand aan die van de verjaardag van de inwerkingtreding van deze overeenkomst.
§2. De pachtprijs wordt betaald aan Natuurinvest en is te storten op rekening: (IBAN)
BE 03 3751 1174 4584 (BIC: XXXXXXXX) met vermelding: ‘Jachtpacht domein xxx - overeenkomstnr. ANB/OTB/HD/2019/1 – naam pachter.’
De betalingen dienen jaarlijks voldaan te worden tegen uiterlijk 30 juni.
§3. Het eerste jaar stort de pachter, naast de jaarlijkse pachtprijs, een bedrag van 10% van de jaarlijkse pachtprijs als waarborg. Deze som is verschuldigd binnen dezelfde termijn als het pachtgeld en wordt op dezelfde rekening gestort met de vermeldingen:
Waarborg Jachtverpachting Overeenkomstnummer: ANB/OTB/HD/2019/1 Naam pachter: XXX
Het Agentschap kan van ambtswege de sommen die haar toekomen van de waarborg afhouden. Dit kan onder meer gebeuren ingeval van opzegging van het contract (zie art. 14 hieronder), bij toegebrachte schade of ingeval de pachthouder niet of niet tijdig voldoet aan de vorderingen die ingesteld werden op basis van de verleende pacht.
§4. Het jachtrecht kan pas uitgeoefend worden na betaling van de pachtprijs en van de waarborg.
§5. Indien de betalingen niet op de vastgestelde vervaldag gedaan worden, zullen de verschuldigde sommen van rechtswege en zonder aanmaning een intrest gelijk aan de wettelijke intrest opleveren vanaf de vervaldag. Voor het berekenen van de intrest zal elke maand voor dertig dagen geteld worden. De interest wordt per maand berekend; met een gedeelte van een maand wordt geen rekening gehouden. De basissom zal afgerond worden tot de hogere euro en de slotsom tot de hogere euro.
Na afloop van dit contract kan de jachtpachter de waarborg of in voorkomend geval het saldo ervan, bij Natuurinvest terugvorderen. Na verklaring van de regiobeheerder dat de opdrachthouder al zijn verplichtingen nakwam, wordt de borg teruggestort.
Hoofdstuk III : Algemene bepalingen i.v.m. de uitoefening van het jachtrecht
Artikel 7: Bejaagbare soorten, zonering, tijdstip van de jacht Het jachtrecht is beperkt tot de volgende wildsoorten:
• grof wild: alle soorten
• overig wild: uitsluitend in opdracht van of na goedkeuring door de regiobeheerder
Onverminderd de vigerende wettelijke bepalingen, kunnen bijzondere jacht op wild, bestrijding, de activiteiten bedoeld in artikel 57 van het Jachtvoorwaardenbesluit en het vangen en/of doden van
dieren die niet als wild gerangschikt zijn, aan de pachter worden toegelaten of opgedragen door middel van een schriftelijke machtiging of opdracht door de regiobeheerder. De machtiging/opdracht kan voorwaardelijk zijn en vermeldt steeds om welke diersoorten het gaat. De pachter is zelf verantwoordelijk voor alle administratie (meldingen, enz…) die de wet voorziet om de voorgenomen/opgedragen activiteiten te mogen uitvoeren. Met het oog op een snelle communicatie met de domeinbeheerders, doet de jachtrechthouder de meldingen voorzien in art.8, 2°, en art. 57 en 58 van het Jachtvoorwaardenbesluit, tevens en gelijktijdig bij de regiobeheerder.
Onverminderd voorgaande is Natuur en Bos steeds gemachtigd om bij onvoldoende afschot van soorten waarvoor eerder de bestrijding of verdelging opgedragen werd en na ingebrekestelling van de pachter, zelf tot de bestrijding over te gaan of externe jagers daarmee te belasten.
Met het oog op een evenwichtig samengaan van natuurbehoudsdoelstellingen, toegankelijkheid en
faunabeheer, kunnen in het verpachte domein zogenaamde ‘rustzones’ aangeduid worden. Deze zones worden aangeduid op het plan in bijlage 3.
In de rustzones wordt normalerwijze niet gejaagd. Jacht is in deze zones slechts uitzonderlijk en tijdelijk mogelijk op door de regiobeheerder toe te stane soorten en ogenblikken. Jacht in deze zones kan uitsluitend vanop tijdelijke verplaatsbare jachtkansels. De toegang met het geweer tot deze zones is beperkt tot de periodes waarin er jacht gemachtigd werd.
Toegelaten tijdstip van de jacht: zie bijzondere bepalingen
De regiobeheerder kan om natuurbehoudsredenen (bv. naar aanleiding van bijzondere broedgevallen) bijzondere tijdelijke rustzones afbakenen. De omvang en duur ervan wordt beperkt tot het strikt noodzakelijke.
Artikel 8: Toegestane jachtvormen
Binnen de perken van door de wet toegestane jachtvormen voor de verschillende wildsoorten, worden in het kader van deze verpachting de volgende jachtvormen toegestaan:
- Aanzitjacht
- het staat de jachtrechthouders vrij om op alle toegelaten dagen gebruik te maken van de goedgekeurde jachtkansels.
- bij een gemeenschappelijke aanzit kunnen de jachtrechthouder(s), in afwijking van art. 5 §3 en §4 van deze voorwaarden, externe jagers (‘genodigden’) uitnodigen. De jachtrechthouder bezorgt de lijst met genodigden (naam, nr jachtverlof) tenminste 24u voor de jachtactiviteit aan de regiobeheerder en de boswachters. De regiobeheerder kan het aantal gemeenschappelijke aanzitdagen beperken of, bij onvoldoende afschot, verhogen en eventueel zelfs bijkomend externe jagers aanduiden voor deelname aan de gemeenschappelijke aanzitjacht. De gemeenschappelijke aanzitdagen worden tenminste een week van tevoren afgesproken met de regiobeheerder.
- Drukjacht:
Drukjachten kunnen mits goedkeuring door de regiobeheerder georganiseerd worden op initiatief van de jachtrechthouder of opgelegd worden door de regiobeheerder.
De jachtrechthouder treft zelf, in nauwe samenwerking met de plaatselijke boswachter, de nodige wettelijk bepaalde en praktische voorbereidingen (o.a. draaiboek) om te zorgen voor een efficiënt en veilig verloop. De data worden bepaald in nauw overleg met de jachtrechthouder, die zich engageert dat op elke drukjacht een voldoende aantal kansels bemand zijn en tevens zal instaan voor een voldoende aantal ‘stille drijvers’. In afwijking van art. 5 §3 en §4 van deze voorwaarden, kunnen daarbij externe jagers uitgenodigd worden. De jachtrechthouder bezorgt
de lijst met genodigden (naam, nr jachtverlof) tenminste 24u voor de jachtactiviteit aan de regiobeheerder.
- Vangkooien:
Het ANB kan het gebruik van vangkooien opleggen aan de jachtrechthouder (bij bijzondere jacht).
De jachtrechthouder engageert zich dat de vangkooien tijdens de periode waarin ze op scherp staan dagelijks gecontroleerd worden. De periode waarin de vangkooien op scherp staan wordt opgelegd door ANB en kan maximaal 60 dagen per jaar bedragen. Op eigen initiatief kan de jachtrechthouder de periode waarin de kooi op scherp staat uitbreiden. Everzwijnen die worden gevangen in de kooi worden eigendom van de jachtrechthouder en onder zijn toezicht afgeschoten.
Artikel 9: Jachtkansels
§1. De jacht met het geweer zal, uit veiligheidsoverwegingen t.o.v. de andere bosgebruikers en met het oog op een passend afschot, uitsluitend gebeuren vanop een door de regiobeheerder goedgekeurde jachtkansel.
§2. Deze jachtkansels worden door de jagers zelf geplaatst of verplaatst. Het ontwerp (afmetingen, materialen) van de kansels wordt voorafgaandelijk aan de plaatsing door de jachtrechthouder ter goedkeuring voorgelegd aan de regiobeheerder. Iedere jachtkansel dient een nummer te dragen.
De jachtrechthouder bezorgt jaarlijks vóór 1 januari aan de regiobeheerder een kaart waarop de locatie van de kansels met nummer is aangegeven. De regiobeheerder kan in overleg met de jachtrechthouder richtlijnen geven m.b.t. de exacte (ver-)plaatsing van de jachtkansels of kan jachtkansels op bepaalde locaties weigeren.
§3. Het is de jagers niet toegelaten om maai-, kap- of andere beheerwerken uit te voeren in de omgeving van de jachtkansels of elders, tenzij met schriftelijke machtiging afgeleverd door de regiobeheerder.
De jachtrechthouder stelt desgevallend aan de regiobeheerder voor bij welke jachtkansels zal worden aangekorreld voor het everzwijn.
§4. Het bijvoederen en aanleggen van wildweides is uitsluitend toegelaten na voorafgaandelijk akkoord van de regiobeheerder.
Artikel 10: Verantwoordelijkheid, aansprakelijkheid
§1. Het ANB is niet verantwoordelijk voor ongevallen die kunnen gebeuren ten gevolge van de jacht. De jagers zijn verantwoordelijk voor schade aan derden veroorzaakt door de uitoefening van hun jachtactiviteit.
§2. De jachtrechthouder is aansprakelijk voor schade veroorzaakt door het wild in zoverre het afkomstig is uit de gebieden waarin hij het jachtrecht heeft en voor de soorten waarop hij de jacht of bestrijding heeft mogen uitoefenen.
Dit geldt evenzeer voor schade, aangebracht door schadelijke dieren die niet als wild gerangschikt zijn, en waarvoor de pachter schriftelijk machtiging of opdracht gekregen heeft om deze te vangen en/of te doden.
§3. De jachtrechthouder is eveneens aansprakelijk als naar recht tegenover het Vlaamse Gewest voor de schade, veroorzaakt in haar domeinen door een teveel aan jaagbaar wild of een teveel aan soorten vermeld onder artikel 57 van het Jachtvoorwaardenbesluit en niet als wild gerangschikte soorten.
Artikel 11. Overige bepalingen
§1. Het gebruik van wildcamera’s/cameravallen is binnen de wettelijke normen toegelaten.
De jachtrechthouder houdt een lijst bij van gebruikte wildcamera’s en van de locaties en tijdstippen waarop ze worden ingezet. Deze lijst met bijhorende kaart en alle gemaakte opnames worden aan de regiobeheerder bezorgd wanneer hij er om vraagt en hij kan er vrij over beschikken. De regiobeheerder kan bepaalde locaties voor wildcamera’s verbieden.
De jachtrechthouder mag geen enkel bord of aanduiding betreffende het jachtrecht aanbrengen zonder de voorafgaande toestemming van de regiobeheerder, behalve voor de berichten die worden voorzien in de jachtwetgeving. Het aanbrengen van dergelijke borden of aanduidingen aan bomen, mag niet op een wijze gebeuren die schade toebrengt aan de boom. Het gebruik van nagels, vijzen, verf en dergelijke is dan ook uitgesloten. Tijdelijke aanduidingen en alle andere sporen van jachtactiviteiten, zijn na de jachtactiviteit onmiddellijk te verwijderen.
§2. De jachtrechtouders engageren zich om te allen tijde uitsluitend te (laten) jagen met een goed ingeschoten geweer. Jachtrechthouders en genodigden moeten bij drukjachten op vraag van het Agentschap een bewijs kunnen voorleggen dat zij een oefening hebben gedaan in een schietcinema met bewegende beelden. Dit bewijs mag maximaal 12 maanden oud zijn.
§3. Met uitzondering van beperkingen i.v.m. de veiligheid die opgelegd worden tijdens een drukjacht, mag de beoefening van de jacht onder geen beding het vrije verkeer belemmeren van bosexploitanten, wandelaars, fietsers of ruiters op de boswegen of in gedeelten van het bos waar hun aanwezigheid door het Agentschap voor Natuur en Bos wordt geduld, welke ook de redenen daarvan zijn.
§4. In afwijking van de bepalingen van art. 25, §2, art. 39, §2 en art. 51 §2 van het Jachtvoorwaardenbesluit, is het gebruik van dode en kunstmatige lokdieren uitsluitend toegestaan na akkoord door de regiobeheerder.
§5. De jachtjachtrechthouder staat in overleg met de regiobeheerder in voor het nemen van de preventieve handelingen bedoeld in het Ministerieel besluit van 12 mei 2014 (code van goede praktijk).
§6. In afwijking van art. 45 van het Jachtvoorwaardenbesluit, dient ook de bestrijding (inclusief bestrijding uitgevoerd conform art. 57 van het Jachtvoorwaardenbesluit en de bestrijding van exoten) door bijzondere veldwachters aangesteld door de jachtrechthouder, gemeld te worden bij de regiobeheerder.
Hoofdstuk IV - Rapportage, staalnames, meldingen en maatregelen bij niet- naleven van de aanbestedingsvoorwaarden
Artikel 12. Schotregistratie en nazoeken
§1. De jachtrechthouder dient ervoor te zorgen dat de boswachter een sms-bericht ontvangt:
- Bij elke aanzitjacht: minimaal één uur op voorhand en met vermelding van wie op welke kansel zal aanzitten.
- Bij afvuren van elk schot, onmiddellijk na het schot (binnen de 15 minuten) met melding vanop welke hoogzit werd geschoten, op welk dier werd geschoten en of het ter plaatse ligt
o Indien niet het dier ter plaatse ligt, maar wel binnen de 50 meter wordt gevonden, wordt van zodra het dier gevonden wordt een melding daarvan gestuurd naar de boswachter.
o Indien het dier niet ter plaatse ligt en ook niet binnen de 50 meter wordt gevonden, wordt beslist om te laten nazoeken. Daarvan wordt een melding gestuurd naar de boswachter. Na afloop van de nazoek wordt ook het resultaat ervan gemeld.
§2. Bij elk gemist schot en/of bij ieder vermoedelijk gekwetst dier zal worden nagezocht met behulp van een gekwalificeerde zweethond. De jager -of een medejager- neemt zelf deel aan het nazoekwerk.
Artikel 13. Overleg
Aanvullend bij de bepalingen van art. 19 en 20 van het Jachtvoorwaardenbesluit, geldt de volgende regeling:
§1. Jaarlijks worden de jachtactiviteiten en de resultaten van het voorbije jaar (o.a. wildrapport) en de strategie voor het komende jaar besproken op een overleg waaraan de jachtrechthouder, de regiobeheerder en de betrokken boswachter deelnemen.
De jachtrechthouder bezorgt ten laatste 1 week voor dit overleg de resultaten van het voorbije jaar en een ontwerp voor de strategie voor het volgende jaar, ter voorbereiding aan
de regiobeheerder. De regiobeheerder kan er eventueel mee instemmen dat dit overleg samenvalt met het lokaal faunabeheeroverleg.
Artikel 14. Maatregelen bij niet-naleving van de aanbestedingsvoorwaarden
Het niet-naleven van de jachtwetgeving, het niet-naleven van één van de bepalingen van deze aanbestedingsvoorwaarden of onveilig/onaanvaardbaar gedrag, kan de onmiddellijke opzegging van de jachtpacht tot gevolg hebben zonder dat zal worden overgegaan tot welke terugbetaling dan ook door het ANB. De uitsluiting gebeurt door het hoofd van ANB of diens gedelegeerde, op basis van een gemotiveerd advies van de regiobeheerder.
In het geval van een dergelijke opzeg, wordt de onder art. 6, §3 vermelde borg volledig ingehouden als vergoeding voor administratieve onkosten bij het ANB.
De regiobeheerder zelf kan om dezelfde reden en onder de vorm van een met redenen omklede beslissing die betekend wordt aan de jachtrechthouder, medejachtrechthouders of genodigden tijdelijk of voor de rest van de lopende jachtperiode, uitsluiten van de jacht.
Artikel 15. - Elke rechtsvordering van de jachtrechthouder wordt ingesteld bij een Nederlandstalige Belgische rechtbank te Brussel, behoudens ingeval van een vordering tot tussenkomst in een bestaand geding.
Hoofdstuk V Bijzondere voorwaarden
Art. 16. Medejagers
In de gevallen vermeld onder art.5 §3 gelden de volgende regels met betrekking tot het aantal medejagers:
§1. Het aantal medejagers is beperkt tot maximaal 4.
Art 17. Bepalingen in verband met tijdstip van de jacht
§1. De gewone jacht is toegestaan op alle dagen dat er wettelijk kan gejaagd worden, uitgezonderd op zon- en feestdagen.
§2. In het Chartreuzenbos is het echter, behoudens afwijking door de regiobeheerder, niet toegestaan om te jagen op zaterdagen en op de officiële schoolvakantiedagen.
Art. 18. Bepalingen in verband met de toegankelijkheid
§1.. De in deze verpachting begrepen gronden mogen slechts gewapend betreden worden tijdens de periodes dat de jacht toegelaten is en om een effectieve jachtdaad te stellen. Loslopende honden mogen slechts op het terrein gebracht worden om effectief te jagen. Observatie of telling van het wild gebeurt ongewapend en zonder honden.
§2. Op het verpachte terrein is geen gemotoriseerd verkeer toegelaten, behoudens op de in de toegankelijkheidsregelingen aangeduide parkings en toegangswegen en op eventuele buurtwegen die over de ANB-eigendommen lopen en effectief opengesteld zijn voor gemotoriseerd verkeer, behoudens eventuele afwijkingen toegestaan door de regiobeheerder.
Art. 19. Bijzondere voorwaarden in verband met de jacht in de omgeving van het Vlaams Natuurreservaat Walenbos
§1. Het Vlaams natuurreservaat Walenbos en zijn omgeving, vertegenwoordigt op Vlaams en zelfs Europees niveau een uitzonderlijke natuurwaarde, die bepaald wordt door de aanwezigheid van zeer soortenrijke en kwetsbare schrale graslanden, onverstoorde spontaan evoluerende broekbostypes en een zeer gevarieerde fauna. Voor de instandhouding van de uitzonderlijke fauna is het noodzakelijk dat elke vorm van verstoring zoveel mogelijk beperkt blijft en dat het reservaat gevrijwaard blijft van de introductie van exoten of van andere niet in het ecosysteem thuishorende soorten.
Door de verpachting van de ANB-percelen worden een aantal private enclaves in het reservaat, die door toepassing van art. 8 van het Decreet niet meer met het geweer bejaagbaar waren, opnieuw bejaagbaar. Met het oog op het behoud van de noodzakelijke rust en het garanderen van een faunabeheer dat gunstig is voor de instandhouding van de faunistische waarde van het reservaat en het Habitatrichtlijngebied, worden de jachtrechten op de ANB-percelen verpacht onder de voorwaarde dat de pachter zich ertoe verbindt om ook op de enclaves binnen de ‘wildbeheerzone Walenbos’ een faunabeheer te voeren dat zoveel mogelijk in lijn is met het faunabeheer op de verpachte ANB-percelen en zeker niet nadelig of hinderlijk is voor het beheer van het reservaat.
§2. De verpachting gebeurt daarom op voorwaarde dat:
1. Er op de enclaves slechts gejaagd en bestreden wordt op de soorten, tijdstippen, jachtwijzen en met de jachtmiddelen die ook op de omringende ANB-percelen toegestaan zijn;
2. Voor de toegang tot de enclaves in het kader van de uitoefening van het jachtrecht, dezelfde beperkingen in acht genomen worden als voor de omringende ANB-percelen;
3. Het faunabeheer op deze enclaves het voorwerp vormt van een consensus binnen het onder artikel 13 vermelde overleg.
§3. Het niet naleven van deze voorwaarde, kan leiden tot de opzegmaatregelen vermeld onder artikel 14.
Art. 20; Overige bepalingen
§1. Op de in deze verpachting begrepen percelen worden uitsluitend verplaatsbare jachtkansels (hoogzitten) toegestaan.
§2. De jachtrechthouder is in het kader van de verhoogde waakzaamheid voor Afrikaanse varkenspest verantwoordelijk voor de ophaling en destructie van xxxxxxxxxx en kadavers van everzwijn door Xxxxxx.
Bijlagen:
1. Biedingsformulier
2. Formulier samenstelling jachtgroep
3. Plan met aanduiding van de in de verpachting begrepen gronden
4. Lijst van de in de verpachting opgenomen kadasterpercelen
Xxxxx Xxxx (Signature)
Digitaal ondertekend door Xxxxx Xxxx (Signature) Datum: 2019.02.26
09:47:56 +01'00'
Xxxxx Xxxx
Regiobeheerder Xxxxxxxx & Demervallei