MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID


Drogisterijbranche 2000/2002 Verbindendverklaring CAO-bepalingen


MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

AI Nr. 9428

Bijvoegsel Stcrt. d.d. 23-11-2000, nr. 228


ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR PERSONEEL WERKZAAM IN DE DROGISTERIJBRANCHE

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,


Gelezen het verzoek van de Sociale Commissie Drogisterijen namens de Vereniging van Drogisterij parfumerie Bedrijven als partij te ener zijde mede namens de FNV Bondgenoten en de Dienstenbond CNV als par- tijen te anderer zijde bij de collectieve arbeidsovereenkomst voor perso- neel werkzaam in de drogisterijbranche, strekkende tot algemeen verbin- dendverklaring van bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst;

Overwegende,

dat genoemde collectieve arbeidsovereenkomst in werking is getreden;


dat van het verzoek tot algemeen verbindendverklaring mededeling is gedaan in de Staatscourant;


dat naar aanleiding van dit verzoek geen schriftelijke bedenkingen zijn ingebracht;


dat de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst gelden voor een belangrijke meerderheid van de in de bedrijfstak werkzame perso- nen;


Gelet op de artikelen 2, 4 en 5 van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeids- overeenkomsten;

Besluit:


Sdu Uitgevers, ’s-Gravenhage 2000 CAO94282000

CAO1803 1


I. Verklaart algemeen verbindend tot en met 31 maart 2002 de navol- gende bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst voor perso- neel werkzaam in de drogisterij branche, zulks met inachtneming van hetgeen onder II, III, IV, en V is bepaald:

Artikel 1

Werkingssfeer


1. a. Deze overeenkomst geldt, met inachtneming van de in dit artikel en de in artikel 2 genoemde beperkingen, alsmede de beperkin- gen die in een artikel specifiek zijn vermeld, voor alle werkne- mers in dienst van een werkgever, met uitzondering van perso- nen, uitsluitend werkzaam in een kantoor of magazijn van de werkgever, waarvoor:

1. met vakbonden of met de Ondernemingsraad is afgesproken dat op hen de VGL-cao van toepassing is,

2. met vakbonden voor hen een eigen cao wordt afgesloten, of

3. met vakbonden of Ondernemingsraad een bindende regeling wordt afgesproken van minimaal een gelijk niveau als deze cao, hetgeen vooraf wordt getoetst door de Vaste Commissie (zie artikel 19).

b. Deze overeenkomst geldt in combinatiebedrijven (drogist/ apotheek) met uitzondering voor de functie apothekersassistente (waarop de cao apothekersassistenten van toepassing is) indien de omzet in receptgeneesmiddelen minder dan of gelijk is aan 50% van de totale omzet. De cao apothekersassistenten is op alle werknemers van een combinatiebedrijf van toepassing indien meer dan 50% van de omzet wordt gemaakt in recept- geneesmiddelen.


2. Voor hulpkrachten geldt deze overeenkomst met uitzondering van de bepalingen 8 lid 4 en 6.


3. Voor oproepkrachten geldt, in afwijking van het in het eerste lid bepaalde, alleen het bepaalde in de artikelen 1, 2, 3 met uitzondering van artikel 3 lid 5, artikel 4, artikel 11, artikel 16, 19, 21, artikel 22 met uitzondering van lid 8, artikel 24 t/m 28.


4. Voor vakantiewerkers geldt, in afwijking van het in het eerste lid bepaalde, alleen het bepaalde in de artikelen 1, 2, 3, met uitzonde- ring van artikel 3 lid 5, artikel 4, artikelen 8 t/m 14, 17, 19, artikelen 21 t/m 23.


2


Drogisterijbranche 2000/2002 Verbindendverklaring CAO-bepalingen



Artikel 2

Definities

Deze overeenkomst verstaat onder:

Drogisterij: het uitoefenen van de detailhandel in geneesmiddelen, zoals dit in het kader van de wettelijke bepalingen is toegestaan, telkens gepaard gaande met het uitoefenen van de detailhandel in producten op het gebied van gezondheid, schoonheid en lichaamsverzorging van de mens, eventueel in combinatie met de detailhandel in huishoudelijke artikelen, verfartikelen en dierengeneesmiddelen.

Werkgever: iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die zich uitslui- tend of in belangrijke mate (meer dan 50% van de omzet) bezig houdt met het exploiteren van een of meerdere drogisterijen.

Werknemer: iedere man of vrouw in dienst van een werkgever. Werknemer in volledige dienst (full-timer): iedere werknemer die in de regel gedurende 4/5 van 37 uur of meer per week voor een werkge- ver werkzaam is; voor het vaststellen van deze norm worden de als gevolg van de partiële leerplicht niet gewerkte uren als arbeidstijd aan- gemerkt, ongeacht of voor deze uren al dan niet loon wordt betaald.

Werknemer in onvolledige dienst (part-timer): iedere werknemer die in de regel meer dan 12 uur maar minder dan 4/5 van 37 uur per week voor een werkgever werkzaam is; voor het vaststellen van deze norm worden de als gevolg van de partiële leerplicht niet gewerkte uren als arbeidstijd aangemerkt, ongeacht of voor deze uren al dan niet loon wordt betaald.

Hulpkracht: ieder die in de regel minimaal 2 en maximaal 12 uur per week voor een werkgever werkzaam is.

Vakantiewerker: iedere scholier of student die tijdens een aaneengeslo- ten vakantiesluiting van onderwijsinstellingen als werknemer gedurende ten hoogste acht weken arbeid verricht voor een werkgever.

Oproepkracht: ieder die wegens tijdelijke drukte of andere redenen na oproep werkzaam is.

Loon: het totale door een werknemer in een betalingsperiode verdiende bruto loon (met inbegrip van eventuele provisie) doch met uitzondering van overwerkvergoedingen, vakantiebijslagen, winstuitkeringen en an- dere uitkeringen, hoe dan ook genaamd.

Filiaalbeheerder: de werknemer, die de gehele dagelijkse leiding heeft over een drogisterij-filiaal/vestiging.

Kaderlid: Kaderlid is een in de onderneming werkzame persoon die activiteiten uitoefent in het kader van zijn vakvereniging.


3


Full-time equivalent (fte): Rekeneenheid die gelijk staat met de arbeids- tijd van een werknemer met een maximale aanstelling van gemiddeld 37 uur per week.

Artikel 3

Verplichtingen van de werkgever


1. De werkgever verplicht zich al datgene te doen en na te laten wat een goed werkgever in gelijke omstandigheden behoort te doen en na te laten.


2. De werkgever mag geen arbeidsvoorwaarden overeenkomen, die in strijd zijn met de bepalingen van deze overeenkomst, tenzij er sprake is van afwijking in voor de werknemer gunstige zin.


4. De werknemer ontvangt een schriftelijke, door de werkgever onder- tekende, arbeidsovereenkomst, waarin tenminste wordt vermeld:

a. naam en woonplaats van werkgever en werknemer;

b. de plaats of plaatsen waar het werk wordt verricht;

x. xx xxxxxxx, of de aard van de werkzaamheden van de werknemer;

d. de datum van indiensttreding;

e. bij tijdelijk werk, de periode waar het om gaat;

f. de aanspraak op vakantie;

x. xx xxxxxxxxxxxx van de werkgever en de werknemer of de wijze van berekenen;

h. het loon en wanneer dit wordt uitbetaald;

i. het aantal uren dat gemiddeld per dag of per week wordt ge- werkt;

j. of de werknemer gaat deelnemen aan een pensioenregeling;

l. indien van toepassing, dat het diploma ,,Verkoop in de drogiste- rij’’ behaald dient te worden;

m. of er een proeftijd overeengekomen is, met in achtneming van het bepaalde in lid 9 van dit artikel;

n. eventuele andere bijzondere voorwaarden.

Het is de werkgever niet toegestaan een concurrentiebeding in een arbeidsovereenkomst met een werknemer op te nemen.

De werknemer retourneert een kopie voor akkoord getekend.


5. Indien lid 4 sub l van dit artikel van toepassing is, is de werkgever verplicht uiterlijk direct aansluitend aan de proeftijd de cursus ,,Ver- koop in de drogisterij’’ op zijn kosten aan de werknemer aan te bie- den. Het niet nakomen van deze verplichting, belet de werkgever gebruik te maken van de uitzonderingsmogelijkheid bedoeld in arti- kel 6 lid 2.


6. De werkgever is verplicht de werknemer (verko(o)p(st)er) in functie- groep 2 de cursus Assistent Drogist op zijn kosten aan te bieden.


4


Drogisterijbranche 2000/2002 Verbindendverklaring CAO-bepalingen



7. Wijzigingen van de voorwaarden als vermeld in de schriftelijke aan- stelling worden tijdig schriftelijk bevestigd onder vermelding van de datum van ingang.


8. De werkgever heeft het recht om voor een partieel leerplichtige werknemer een afzonderlijke arbeidsovereenkomst af te sluiten, re- gelend de arbeidsduur, een loon naar evenredigheid daarvan, een aangepaste vakantieregeling en het loon over die dagen waarop de betreffende werknemer vrijwillig arbeid verricht.


9. a. Voor ieder nieuw dienstverband geldt een proeftijd van twee maanden mits schriftelijk overeengekomen, tenzij de werkgever en de werknemer schriftelijk overeenkomen dat een kortere proef- tijd geldt.

Vanaf 1 januari 2001 geldt het volgende:

Voor ieder nieuw dienstverband voor onbepaalde tijd of voor bepaalde tijd van meer dan twee jaar geldt een proeftijd van twee maanden. Voor een nieuw dienstverband voor bepaalde tijd van maximaal twee jaar geldt een proeftijd van een maand. Voor- gaande geldt uitsluitend in die gevallen dat de proeftijd schrifte- lijk overeen gekomen wordt. Het staat de werkgever en werkne- mer vrij een kortere proeftijd overeen te komen.

b. Met de werknemer die bij werkgever werkzaamheden heeft ver- richt op grond van een uitzendcontract, detacheringsovereenkomst of een contract voor bepaalde tijd en aansluitend (binnen 31 dagen na beëindiging van de voorgaande arbeidsrelatie) een nieuw arbeidscontract krijgt aangeboden voor dezelfde werkzaamheden zal geen proeftijd worden overeengekomen.


10. In geval er sprake is van een structurele situatie dat een parttimer meer uren werkt dan is overeengekomen in de onderliggende ar- beidsovereenkomst, zal de werkgever deze arbeidsovereenkomst aan- passen aan de feitelijke situatie.


11. Aan een uitzendkracht, die een halfjaar via een uitzendorganisatie werkzaam is geweest, zal door de werkgever een arbeidsovereen- komst worden aangeboden.


12. De werkgever zet zich in voor een beleid, gericht op gelijke kansen in de arbeidsorganisatie voor gelijkwaardige werknemers, ongeacht leeftijd, sekse, sexuele geaardheid, burgerlijke staat, levens- of ge- loofsovertuiging, huidskleur, ras of etnische afkomst, nationaliteit en


5


politieke keuze, één en ander op zodanige wijze toegepast dat er geen strijdigheid ontstaat met de objectieve vereisten van de functie.


13. a. De werkgever zal in iedere drogisterij voldoen aan de veiligheids- eisen zoals vermeld in bijlage 3.

b. De werkgever is verplicht om voor zijn drogisterij deel te nemen aan een gezamenlijk veiligheidsproject in het winkelcentrum of de winkelstraat waar de drogisterij gevestigd is.

c. De werkgever is verplicht om, vanaf 1 januari 1996 in geval van nieuwe investeringen, maar in ieder geval uiterlijk 2 jaar na de verplichte veiligheids-risico-inventarisatie te voldoen aan de veiligheidseisen met betrekking tot een kluis met tijdvertraging of tijdslot.

d. De werkgever zal een beleid voeren gericht op het voorkomen van en het bestrijden van ongewenste intimiteiten in de werk- organisatie. De werkgever erkent het recht van iedere werknemer op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer en onaantast- baarheid van lichaam en geest. In dat kader zullen opmerkingen en/of gedragingen van sexuele aard danwel met een sexuele ondertoon, die voor de werknemer vernederend of belastend kan zijn, niet voorkomen.


14. De werkgever kan de werknemer niet verplichten om tijdens onbe- taalde pauzes in het bedrijf te verblijven.


15. Van 1 juli 2001 zullen de bedragen van het bruto- en nettoloon op de salarisstroken zowel in guldens als in euro’s vermeld worden.


16. Per 1 januari 2001 geldt dat het loon voor maand- en periodeloners minimaal vijf dagen voor het einde van de loonperiode op de bank- rekening van de werknemer moet zijn bijgeschreven.

Noot: Flexibele bestanddelen in het loon (bijv. boven contracturen en toeslagen) die niet tijdig kunnen worden verwerkt, kunnen in de vol- gende loonperiode worden verwerkt en betaald.

Artikel 4

Verplichtingen van de werknemer


1. De werknemer is verplicht al datgene te doen en na te laten wat een goed werknemer in gelijke omstandigheden behoort te doen en na te laten; daaronder valt in ieder geval het zich houden aan reglementen en voorschriften en het stipt opvolgen van redelijke orders en in- structies van leidinggevenden.

2. De werknemer is onder meer verplicht:

a. geen geld of zaken van de werkgever eigenmachtig of als voor- schot ten eigen bate op te nemen of in te houden;


6


Drogisterijbranche 2000/2002 Verbindendverklaring CAO-bepalingen



b. zich geen zaken van de werkgever buiten de geldende verkoop- voorwaarden toe te eigenen;

c. zonder schriftelijke toestemming van de werkgever geen andere zaken te (doen) verkopen of ten verkoop in voorraad te hebben dan die van de werkgever;

d. zowel gedurende de dienstbetrekking als na de beëindiging daar- van strikte geheimhouding te betrachten ten aanzien van goede- ren en personen betreffende het bedrijf van de werkgever, waar- van openbaarmaking in strijd zou zijn met de zorgvuldigheid en het fatsoen, die in het maatschappelijk verkeer betamelijk is;

e. zich niet schuldig te maken aan ongewenste intimiteiten. In dit kader zullen opmerkingen en/of gedragingen van sexuele aard danwel met een sexuele ondertoon, die voor de wederpartij ver- nederend of belastend zijn, binnen de arbeidsverhoudingen tus- sen werknemers onderling niet worden getolereerd.

Artikel 6

Functie-indeling


1. De werknemer wordt uitsluitend op grond van de door hem te ver- richten werkzaamheden ingedeeld in één van de in lid 3 van dit arti- kel genoemde functiegroepen.


2. De werknemer die bij indiensttreding wordt ingedeeld in functie- groep 1, wordt uiterlijk 12 maanden na indiensttreding ingedeeld in functiegroep 2. De werkgever kan slechts in twee gevallen van deze verplichting afwijken, te weten:

– indien de werknemer onvoldoende functioneert. In dit geval zal de werkgever dit grondig gemotiveerd schriftelijk aan werknemer mededelen;

– indien en voor zolang de werknemer niet beschikt over het diploma ,,Verkoop in de Drogisterij’’.

Geschillen die op grond van deze twee uitzonderingsmogelijkheden ontstaan, kunnen worden voorgelegd aan de Vaste Commissie (zie artikel 19).

3. Functiegroepen:

Functiegroep 1

Werkzaamheden van eenvoudige aard welke volgens nauwkeurige in- structies op aanwijzing en/of onder directe leiding worden verricht.


7


Voorbeelden van functiebenamingen in deze groep:

– aankomend verkoopmedewerk(st)er

– leerling verko(o)p(st)er

– aankomend magazijnmedewerk(st)er

– aankomend administratief medewerk(st)er

Functiegroep 2

Werkzaamheden van eenvoudige aard waarvoor een zekere mate van vak- en bedrijfskennis nodig is en die – hoewel onder directe leiding – toch met enige mate van zelfstandigheid worden verricht. Het bezit van het diploma ,,Verkoop in de Drogisterij’’ is een vereiste.

Voorbeelden van functiebenamingen in deze groep:

– verko(o)p(st)er

– magazijnmedewerk(st)er

– administratief medewerk(st)er

Functiegroep 3

Zelfstandige werkzaamheden waarvoor in ruime mate vak- en bedrijfs- kennis nodig is en waarbij incidenteel leiding wordt gegeven aan enkele medewerk(st)ers ingedeeld in de functiegroepen 1 en 2. Met ingang van 1 januari 1999 is het bezit van het diploma Assistent Drogist een ver- eiste om voor de functie van eerste verko(o)p(st)er in aanmerking te komen. De werknemer die voor 1 januari 1999 de functie van eerste ver- ko(o)p(st)er vervulde, kan niet worden verplicht dit diploma alsnog te halen.

Voorbeelden van functiebenamingen in deze groep:

– eerste verko(o)p(st)er

– eerste magazijnmedewerk(st)er

– eerste administratief medewerk(st)er

Functiegroep 4

Zelfstandige werkzaamheden waarvoor in ruime mate vak- en bedrijfs- kennis nodig is en waarbij leiding wordt gegeven aan enkele medewerk- (st)ers in de functiegroepen 1, 2 en 3. Het bezit van het Vakdiploma Dro- gist of het diploma Assistent Drogist is een vereiste om voor de functie van waarnemend bedrijfsleid(st)er of assistent filiaalmanager in aanmer- king te komen.

Voorbeelden van functiebenamingen in deze groep:

– waarnemend bedrijfsleid(st)er

– assistent filiaalmanager

– assistent magazijnchef

– assistent afdelingshoofd


8


Drogisterijbranche 2000/2002 Verbindendverklaring CAO-bepalingen



Functiegroep 5

Zelfstandige werkzaamheden waarvoor bijzondere vak- en bedrijfskennis nodig is, alsmede het volledige beheer van een drogisterij waarin maxi- maal 5 full-time equivalenten (fte’s) werkzaam zijn. Het bezit van het Vakdiploma Drogist is een vereiste om voor de functie van bedrijfsleid- (st)er, filiaalmanager of filiaalbeheerder in aanmerking te komen.

Voorbeelden van functiebenamingen in deze groep:

– bedrijfsleid(st)er

– filiaalmanager

– filiaalbeheerder

– magazijnchef

– afdelingshoofd

Functiegroep 6

Zelfstandige werkzaamheden waarvoor bijzondere vak- en bedrijfskennis nodig is, alsmede het volledige beheer van een drogisterij waarin meer dan 5 full-time equivalenten (fte’s) werkzaam zijn. Het bezit van het Vakdiploma Drogist is een vereiste om voor de functie van bedrijfsleid- (st)er, filiaalmanager of filiaalbeheerder in aanmerking te komen.

Voorbeelden van functiebenamingen in deze groep:

– bedrijfsleid(st)er

– filiaalmanager

– filiaalbeheerder

– magazijnchef

– afdelingshoofd

Artikel 7

Loon en loonaanpassingen


1. Het loon van de werknemer ingedeeld in één van de functiegroepen is ten minste gelijk aan het voor zijn leeftijd, dan wel voor zijn functiejaren, vastgestelde bedrag genoemd in de loonschalen (zie bij- lage 1).


2. a. Behoudens de situatie zoals bedoeld in lid 5 worden aan de werk- nemer in de functiegroepen 2 t/m 5 die na het bereiken van de 23-jarige leeftijd respectievelijk 1, 2, 3, 4, of 5 jaren in de functiegroep heeft doorgebracht, respectievelijk 1, 2, 3, 4, of 5 functiejaren toegekend. De toekenning geschiedt steeds per 1 januari van enig jaar. Een onderneming die op structurele basis


9


van de datum van 1 januari wil afwijken is hiertoe na melding bij de Vaste Commissie (zie artikel 19) gerechtigd. De datum van toekenning mag dan niet later vallen dan 1 april van enig jaar.

b. De werknemer in de functiegroep 6 heeft na 5 functiejaren ten- minste aanspraak op het in de loonschalen bij 5 functiejaren ver- melde bedrag.

c. Per 1 januari 2002 wordt aan de functiegroepen 2 t/m 6 een 6e functiejaar toegevoegd, dat vanaf die datum voor het eerst kan worden toegekend. Vanaf die datum dienen sub a en b zo gele- zen te worden dat er 6 jaren te gaan zijn om het 6e functiejaar te bereiken.


3. Aan de werknemer in de functiegroepen 4 of 5 kan eenmaal per functiejaar de toekenning van een functiejaar worden onthouden indien de werknemer aantoonbaar onvoldoende functioneert. In dat geval zal de werkgever dit grondig gemotiveerd schriftelijk aan de werknemer mededelen.

Aan de werknemer in de functiegroepen 2 of 3 kan eenmalig een functiejaar worden geweigerd, mits grondig en schriftelijk gemoti- veerd, uiterlijk één maand voor het toekenningsmoment. Een beroep bij de Vaste Commissie is daarbij mogelijk.

Geschillen inzake, en naar aanleiding van, toepassing van deze uitzonderingsmogelijkheid, kunnen worden voorgelegd aan de Vaste Commissie (zie artikel 19).

Indien de werkgever voor een tweede achtereenvolgende maal de toekenning van een functiejaar in de functiegroepen 4 of 5 wil ont- houden kan dit uitsluitend na voorafgaande toestemming van de Vaste Commissie (zie artikel 19).


4. Betaalperiode: week-, vierweken- en maandloon. In de loonschalen is steeds het loon per uur, per week, per vier weken en per maand vermeld. Het loon per week en per 4 weken is berekend door het uurloon met respectievelijk 37 en 148 te vermenigvuldigen. Het maandloon is berekend door het bedrag per vier weken te vermenig- vuldigen met factor dertien alsmede te delen door factor twaalf (maandloon = vier-wekenloon x 13/12).


5. Bij een kortere dan de normale arbeidstijd is het loon naar evenre- digheid lager.


6. Het is de werkgever toegestaan het loon afhankelijk te stellen van de behaalde omzet, mits het premie- of provisiestelsel zodanig wordt opgesteld, dat, maximaal over een tijdvak van een jaar genomen, gemiddeld de in dit artikel genoemde lonen worden bereikt.


7. In verband met het vervallen van de overhevelingstoeslag worden per 1 januari 2001 de bedragen in de loonschalen en de brutolonen met 1,9% verhoogd met een maximum van f 1.746,– op jaarbasis.


10


Drogisterijbranche 2000/2002 Verbindendverklaring CAO-bepalingen



8. a. De bedragen in de loonschalen in deze CAO en de feitelijke lonen worden op onderstaande momenten met de bijbehorende percentages verhoogd:

Per 1 juli 2000 met 1.75%

Per 1 januari 2001 met 1.7%

Per 1 juli 2001 met 1.75%

Per 1 januari 2002 met 1.7%

b. Bij loonbetalingen per periode kan in afwijking van de data genoemd in sub a gekozen worden voor loonaanpassing op de volgende vier data:

Per de eerste van de 8e loonperiode 2000 met 1,75% Per de eerste van de 1e loonperiode 2001 met 1,7% Per de eerste van de 7e loonperiode 2001 met 1,75% Per de eerste van de 1e loonperiode 2002 met 1,7%

9. De bedragen vermeld in de loonschalen voor de werknemer van 16 tot en met 22 jaar in de functiegroepen 2 t/m 6 worden per 1 april 2001 verhoogd met 7,5%.


10. De werknemer die een vakgebonden diploma haalt dat niet voor zijn huidige functie vereist is ontvangt per 1 januari 2001 hiervoor een diplomatoeslag:

De werknemer in de functiegroepen 1 of 2 krijgt voor:

– Assistent Drogist f 25,– bruto per maand;

– Vakdiploma Drogist f 50,– bruto per maand.

De werknemer in de functiegroepen 3 of 4 krijgt voor:

– Vakdiploma Drogist f 50,– bruto per maand.

Bovenstaande bedragen gelden bij een maximale aanstelling van gemiddeld 37 uur per week en worden naar rato van het aantal contracturen herberekend.

Artikel 8

Arbeidstijd


1. a. Bij de indeling van de arbeidstijd wordt rekening gehouden met het bepaalde in dit artikel, de artikelen 9 t/m 12 van deze CAO en de desbetreffende voorschriften.

b. De roosterschema’s worden in overleg met de Ondernemingsraad vastgesteld. Indien er geen Ondernemingsraad bestaat geschiedt vaststelling in overleg met de gezamenlijke werknemers.

c. De individuele inroostering geschiedt in overleg met de betrok- ken werknemers.


11


d. Wijziging van de structurele individuele afspraken over werktij- den vinden alleen plaats met instemming van de werknemer.

e. Een verzoek tot structurele wijziging van de individuele afspra- ken over werktijden van de werknemer wordt gehonoreerd zodra dit redelijkerwijs mogelijk is.

f. Werkroosters zullen minimaal 2 weken voor ze ingaan aan de werknemer bekend worden gemaakt.


2. De werknemer, ongeacht de functie, heeft recht om in deeltijd te werken. De werknemer zal een verzoek om in deeltijd te gaan wer- ken schriftelijk aan de werkgever kenbaar moeten maken.

Een verzoek van de werknemer zal in beginsel worden gehonoreerd tenzij dit redelijkerwijs op grond van zwaarwichtige bedrijfsbelangen niet of niet op dat moment van de werkgever kan worden gevergd. Een afwijzing van een verzoek dient schriftelijk en gemotiveerd aan de werknemer medegedeeld te worden. Bij verschil van mening kan de kwestie worden voorgelegd aan de Vaste Commissie (zie artikel 19).

3. De normale arbeidstijden liggen op:

– maandag t/m vrijdag tussen 07.00 en 18.00 uur en maximaal op 2 van deze dagen tot 21.00 uur.

– zaterdag tussen 07.00 en 18.00 uur.


4. Indien de werkgever noodgedwongen gebruik maakt van de avond- openstelling zullen deze uren voornamelijk ingevuld worden door full-timers en parttimers. In die situatie kunnen werknemers niet ver- plicht worden meer dan 2 avonden per week te werken, uitgezonderd maximaal 6 (nader in te vullen) weken per jaar waar in men 3 avon- den verplicht kan worden om te werken.


5. De werknemer van 55 jaar of ouder kan – tenzij hij verantwoorde- lijk is voor het beheer van een winkel – niet tot het werken op de avonduren worden verplicht.

6. Werknemers kunnen niet worden verplicht om gemiddeld meer dan

2 zaterdagen per 3 weken te werken. Voor de werknemer in de functiegroepen 5 en 6 geldt dat hij niet kan worden verplicht om gemiddeld meer dan 3 zaterdagen per 4 weken te werken.

De hardheidsclausule, bedoeld in lid 9 van dit artikel, is van over- eenkomstige toepassing.

Een en ander betekent dat de werknemer in de functiegroepen 1 t/m 4 recht heeft op minimaal 21 vrije zaterdagen. De werknemer in de functiegroepen 5 en 6 heeft recht op minimaal 17 vrije zaterdagen per jaar. De zaterdagen die in de vakantie van betreffende werkne- mer vallen zijn hierbij inbegrepen.

Uitsluitend op basis van vrijwilligheid kan op meer zaterdagen ge- werkt worden.


12


Drogisterijbranche 2000/2002 Verbindendverklaring CAO-bepalingen



7. De werknemer kan niet verplicht worden tot het verrichten van gesplitste arbeid op dezelfde dag, waarvan sprake is wanneer de arbeidstijd wordt onderbroken met een pauze van meer dan 1 uur.


8. De werknemer in onvolledige dienst met een vast maand- of week- loon heeft een garantie aan te werken uren van minimaal 60% van zijn aantal contracturen per week en kan verplicht worden tot het werken van maximaal 130% van het aantal contracturen per week. Verschillen worden in een voortschrijdend urensaldo bijgehouden. Het negatieve saldo aan gewerkte uren mag op elk moment maxi- maal het aantal contracturen per week bedragen en het positieve saldo maximaal 4 maal het aantal contracturen op weekbasis.

Op 1 januari van elk jaar worden de saldi afgerekend. Bij een nega- tief saldo van meer dan 25% van de contracturen op weekbasis wor- den de uren waarmee die grens van 25% wordt overschreden, kwijt- gescholden. Bij een positief saldo van meer dan 50% van de contracturen op weekbasis worden de uren waarmee die grens van 50% wordt overschreden, in geld uitbetaald.


9. Voor de werknemer voor wie wijzigingen van werktijden tot ingrij- pende tijdelijke of blijvende problemen leidt, geldt een hardheids- clausule. Deze houdt in dat per individueel geval in redelijkheid en billijkheid een oplossing wordt gezocht, rekening houdend met be- langen van de werkgever en de werknemer. Bij het uitblijven van een oplossing kan van de Vaste Commissie (zie artikel 19) een uitspraak worden gevraagd.


10. Voor de werknemer die gebruik maakt van kinderopvang zullen de uren waarop kinderopvang van toepassing is als structurele arbeids- uren worden vastgelegd.


13


Artikel 9

Toeslagenregeling


1. De werknemer ontvangt, afhankelijk van het tijdstip waarop hij werkt, een toeslag op het uurloon volgens onderstaand schema (tijdschalenmodel):




00.00–05.00


5.00–07.00


07.00–18.00


18.00–21.00


21.00–24.00


Ma


75%


25%


0%


25%


50%

Di

75%

25%

0%

25%

50%

Wo

75%

25%

0%

25%

50%

Do

75%

25%

0%

25%

50%

Vr

75%

25%

0%

25%

50%

Za

75%

25%

0%

25%

50%

Zo

175%

125%

100%

125%

150%

2. Indien werkzaamheden volgens het werkrooster eindigen op de tijd- grens van het tijdschalenmodel, geldt voor aansluitende werktijd in verband met het afmaken of overdragen van werkzaamheden het toeslagpercentage van het voorafgaande tijdsblok. Dit geldt alleen indien de werkzaamheden binnen een halfuur zijn afgerond en een incidenteel karakter dragen.


3. De toeslagen worden gecompenseerd in vrije tijd, op te nemen bin- nen 26 weken na het ontstaan van de compensatie. Indien compen- satie in vrije tijd binnen deze 26 weken niet mogelijk is, wordt de toeslag in geld uitgekeerd.


4. De werkgever verstrekt aan de werknemer die zijn werkdag begon- nen is voor of op 14.00 uur en die doorwerkt na 19.00 uur een warme maaltijd van redelijke kwaliteit danwel een maaltijdvergoeding. Met ingang van 1 augustus 1997 geldt als sprake is van een vergoeding een bedrag van f 10,– netto op declaratiebasis.

Artikel 10

Vijfdaagse werkweek


1. Ter verwezenlijking van een vijfdaagse werkweek wordt door de werknemer op 52 dagen per kalenderjaar geen arbeid verricht, los van de overige vrije dagen bedoeld in de artikelen 11, 12, 15 en 17.


2. De werkgever stelt na overleg met de werknemer de in het voor- gaande lid genoemde 52 vrije dagen vast, waarbij hij rekening houdt met de wensen van de werknemer. De vrije dagen worden in ieder


14


Drogisterijbranche 2000/2002 Verbindendverklaring CAO-bepalingen



geval zodanig vastgesteld, dat deze zoveel mogelijk als hele vrije dagen en over het hele jaar verspreid kunnen worden genoten.


3. Het werken op een zesde dag in de week is voor een periode van maximaal twee weken achtereen toegestaan. De zesde dag dient gecompenseerd te worden in vrije tijd in de periode van twee weken voorafgaand of volgend op de we(e)k(en) waarin zes dagen is ge- werkt.

4. Het werken op méér dan zes aaneengesloten dagen is niet toegestaan.


5. a. De werknemer in volledige dienst die de leeftijd van 58 jaar heeft bereikt kan op zijn verzoek 20% van zijn arbeidstijd korter gaan werken. Het nieuwe loon bedraagt in dat geval 90% van het tot dan toe verdiende loon. Overige rechten zoals opgenomen in deze CAO en of arbeidscontract worden naar rato aangepast. Op de voor de betrokkene geldende pensioen- en VUT-aanspraken heeft deze vermindering van arbeidstijd geen invloed.

b. Per 1 januari 2001 kan de werknemer in volledige dienst die de leeftijd van 58 jaar heeft bereikt op zijn verzoek korter gaan wer- ken. Het gewijzigde loon is als percentage van het tot dan toe verdiende salaris bepaald volgens onderstaande regeling.

58 jaar 80% werken tegen 90% van het loon

59 jaar 70% werken tegen 85% van het loon

60 jaar 60% werken tegen 80% van het loon

61 jaar 50% werken tegen 75% van het loon

62 jaar 40% werken tegen 70% van het loon

Deze verlaging van het loon heeft geen invloed op de opbouw van pensioen en VUT, uitgaande van de omvang van de aanstel- ling op 57 jarige leeftijd. Werknemer en werkgever blijven de nominale premie betalen.

Artikel 11

Overwerk


1. Van overwerk is alleen sprake indien de werknemer, na overleg tus- sen de werkgever en de werknemer, opdracht heeft gekregen buiten de voor hem geldende normale arbeidstijd arbeid te verrichten. Over- werk zal zo min mogelijk worden opgedragen.

2. Onder overwerk wordt in ieder geval verstaan

– de meer dan 9 uur per dag gewerkte uren, waarbij maximaal een-


15


maal per week een overschrijding met maximaal een half uur, in aansluiting op de ingeroosterde werktijd niet als overwerk geldt.

– de meer dan 45 uur per week gewerkte uren, of meer dan gemid- deld 40 uur per week gewerkte uren berekend per periode van 4 aansluitende weken, waarbij de perioden elkaar niet mogen over- lappen.

– de meer dan gemiddeld 37 uur per week gewerkte uren, berekend over een periode van 26 weken, met als peildata 1 april en 1 oktober.

– de uren gewerkt op een zesde dag in de week, tenzij deze uren binnen een periode van 4 weken (te rekenen over een periode twee weken voorafgaand aan of volgend op de week dat zes dagen gewerkt is) zijn gecompenseerd door gelijkwaardige vrije tijd.


3. Wanneer overuren vallen in een tijdsperiode waarop volgens het tijdschalenmodel reeds een toeslag van toepassing is, dan cumuleren de toeslagen.


4. Voor elk uur overwerk wordt het loon uitbetaald vermeerderd met de volgende toeslagen:

a. 25% voor de eerste twee overuren per dag;

b. 50% voor de daarop volgende overuren per dag.

Per 1 januari 2001 geldt voor alle overuren een toeslag van 30%.


5. Werkgever en werknemer kunnen overeenkomen dat in plaats van uitbetaling van de overwerkvergoeding extra vrije tijd wordt gege- ven, overeenkomende het loonbedrag dat voor het overwerk zou zijn betaald, mits binnen een maand nadat het overwerk is verricht.


6. Het bepaalde in dit artikel is niet van toepassing op de werknemer ingedeeld in de functiegroepen 5 of 6, alsmede op de werknemer die niet ingedeeld is in functiegroepen.


7. Een werknemer in onvolledige dienst, die in één week meer dan 37 uur werkt, komt, indien aan de overige voorwaarden in dit artikel wordt voldaan, voor die week in aanmerking voor een overwerk- toeslag.


8. Een werknemer van 55 jaar of ouder kan niet tot overwerk worden verplicht.

Artikel 12

Arbeid op zon- en feestdagen


1. Op zondagen en algemeen erkende feestdagen, te weten: Nieuwjaarsdag, Tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, Tweede Pinkster-


16


Drogisterijbranche 2000/2002 Verbindendverklaring CAO-bepalingen



dag en de beide Kerstdagen, de dag waarop de verjaardag van X.X. xx Xxxxxxxx wordt gevierd, alsmede 5 mei in de lustrumjaren wordt geen arbeid verricht, tenzij bijzondere omstandigheden zulks nood- zakelijk maken en de desbetreffende wettelijke bepalingen zich daar- tegen niet verzetten. Als vergoeding voor de op deze dagen verrichte arbeid wordt voor ieder gewerkt uur het uurloon betaald, vermeer- derd met een toeslag van 100%.


2. a. Voor de week waarin één van de hierboven omschreven feestda- gen valt geldt dat de werknemer met een volledige werkweek (37 uur) 7,4 uur doorbetaalde vrije uren krijgt. Voor de overige werk- nemers geldt het aantal doorbetaalde vrije uren naar evenredig- heid (contracturen gedeeld door 37 x 7,4 uur), los van het feit of de medewerker wel of niet zou hebben gewerkt als het geen feestdag betrof.

b. In afwijking van lid a kan de werkgever, in overleg met de Ondernemingsraad danwel indien er geen Ondernemingsraad be- staat in overleg met zijn gezamenlijke werknemers besluiten de volgende regeling toe te passen.

De werknemer, die gedurende het hele vakantiejaar wekelijks een vaste vrije dag heeft, wordt geacht zijn vrije dag genoten te heb- ben, indien deze dag samenvalt met een feestdag als bedoeld in artikel 12 lid 1, echter hij krijgt de derde en iedere volgende feestdag die in één kalenderjaar samenvalt met die vaste vrije dag, gecompenseerd in de vorm van een vervangende vrije dag. Dit besluit moet schriftelijk vastgelegd worden.


3. De werknemer kan niet tot het werken op zondagen en erkende christelijke feestdagen worden verplicht.

Artikel 13

Uitkering bij ziekte of ongeval


1. Xxxxxxx van arbeidsongeschiktheid door ziekte of ongeval, is de werknemer verplicht hiervan zo spoedig mogelijk, uiterlijk om 09.00 uur voor middag kennis te geven aan zijn werkgever.


2. De werknemer, die door ziekte of ongeval niet kan werken, is ver- plicht zich te houden aan de voorschriften, waaronder de medische en lekencontrole, die op grond van de sociale verzekeringswetgeving of daarvan afgeleide regelgeving zijn vastgesteld.

Indien de werknemer zich niet aan de voorschriften houdt kan de


17


werkgever besluiten (een gedeelte van) het loon niet te betalen. De werkgever moet een dergelijk besluit schriftelijk en gemotiveerd aan de werknemer meedelen.


3. Nadat de werknemer is hersteld, dient hij de werkgever hierover onverwijld in te lichten, waarna de werknemer op de voor hem gebruikelijke eerstvolgende werkdag zijn werkzaamheden hervat. Wanneer de werknemer niet in staat is op de door de controlerende instantie bepaalde datum zijn werkzaamheden te hervatten, is hij eveneens verplicht dit vroegtijdig mede te delen.


4. a. De werkgever zal, in afwijking van artikel 7:629 van het Burger- lijk Wetboek, vanaf de tweede dag van arbeidsongeschiktheid, doch ten hoogste gedurende 52 weken gerekend van de eerste dag van arbeidsongeschiktheid, de werknemer het netto bedrag uitkeren waarop hij bij normale functie-uitoefening aanspraak zou hebben gehad. Een mogelijke uitkering krachtens de Ziekte- wet wordt hiermee verrekend (vangnet bepaling).

b. Bij zwangerschapsverlof of bij aan zwangerschap en bevalling gerelateerde arbeidsongeschiktheid alsmede wanneer sprake is van arbeidsongeschiktheid vanwege een chronische aandoening (doktersverklaring vereist) geldt het gestelde in sub a van dit lid vanaf de eerste dag van arbeidsongeschiktheid.

c. Het niet uitkeren van het netto bedrag als bedoeld in sub a over de eerste dag van arbeidsongeschiktheid, mag niet gerealiseerd worden door vermindering van het vakantietegoed van de werk- nemer.

d. Ten aanzien van de werknemer die nog geen twee maanden in dienst is geldt het hiervoor onder artikel 13 lid 4 sub a bepaalde niet.

5. Aanvulling op WAO

Indien de arbeidsongeschiktheid van een werknemer voortduurt na- dat de 52 weken uitkering krachtens de Ziektewet verstreken zijn, zal de werkgever op de te ontvangen uitkering krachtens de W.A.O./

A.A.W. gedurende het eerste jaar dat de werknemer deze uitkering ontvangt een aanvulling verstrekken van 25% van het verschil tus- sen het oude brutoloon en het eventuele resterende brutoloon. De regeling wordt op 1 juli 2000 als volgt gewijzigd:

Per 1 juli 2000 is de aanvulling op het eerste WAO-jaar vastgesteld op 20%. Deze aanvullingsregeling is met één jaar verlengd, waarbij het aanvullingspercentage voor dit tweede jaar is vastgesteld op 10%. Bij een werknemer die op 1 juli 2000 reeds een aanvulling op het eerste WAO-jaar ontvangt, wordt het aanvullingspercentage per die datum teruggebracht van 25% naar 20%. Voor het tweede jaar geldt ook voor die werknemer een aanvulling van 10%. Indien en zolang de WAO-uitkering voortduurt behoudt de werknemer recht op


18


Drogisterijbranche 2000/2002 Verbindendverklaring CAO-bepalingen



maximaal twee jaar aanvulling ongeacht de vraag of het dienstver- band bij de werkgever is gecontinueerd.

Deze aanvulling geldt niet voor degenen die bij aanvang van de arbeidsongeschiktheid nog geen 2 jaar in dienst bij werkgever waren.

6. De in dit artikel bepaalde aanvullingen zijn niet verschuldigd:

a. indien de ziekte of ongeval door opzet van de werknemer is ver- oorzaakt;

b. over de periode, waarover door de bedrijfsvereniging of door de werkgever krachtens de Ziektewet of aanverwante wetgeving, de wettelijke uitkering geheel of gedeeltelijk wordt geweigerd;

c. indien de werknemer jegens derden een vordering tot schadever- goeding wegens loonderving kan doen gelden. In dat geval zal de werkgever niettemin de in leden 4 en 5 voorziene betaling aan de werknemer doen, doch alleen bij wijze van voorschot op deze schadevergoeding.


7. Indien de werkgever krachtens de wet of krachtens individuele of collectieve arbeidsovereenkomst verplicht is tijdens ziekte of arbeids- ongeschiktheid van de werknemer het loon door te betalen, heeft hij, indien de ongeschiktheid tot werken van de werknemer het gevolg is van een gebeurtenis waarvoor een ander aansprakelijk is, jegens de ander recht op schadevergoeding ten bedrage van het door hem betaalde loon.

Artikel 14

Uitkering bij overlijden


Bij overlijden van de werknemer ontvangen zijn nagelaten betrekkingen van de werkgever het loon over de week waarin het overlijden plaats vindt, los van de uitkering waarop de betrokken personen krachtens de wet recht hebben.

Artikel 15

Vakantie


1. De werkgever stelt het vakantiejaar voor zijn onderneming vast en geeft nadere regels voor het opnemen van de vakantie; met name kunnen hierbij regels worden gesteld ter voorkoming van het bijeen- tellen van vakantiedagen verkregen in opeenvolgende vakantiejaren, alsmede ten aanzien van het doen samenvallen van de aaneengeslo-


19


ten vakantie met eventueel verplichte sluitingsperioden. Bij een en ander zal zoveel mogelijk rekening worden gehouden met het ver- langen van de werknemer. Indien geen vakantiejaar door de werkge- ver is vastgesteld loopt het vakantiejaar van 1 juli t/m 30 juni.


2. a. De werknemer met een maximale aanstelling van gemiddeld 37 uur per week heeft recht op 24 werkdagen vakantie per jaar met behoud van loon. Per 1 januari 2002 wordt dit aantal vakantie- dagen verhoogd naar 25 werkdagen per jaar, is gelijk aan 185 uur.

De werknemer die minder dan de normale wekelijkse arbeidstijd werkzaam is en/of die gedurende het jaar in of uit dienst treedt, heeft recht op een vakantieopbouw naar rato.

b. De werknemer heeft in een vakantiejaar recht op een aaneenge- sloten vakantie van tenminste 3 weken, mits zijn vakantierecht daartoe toereikend is, tenzij dit op grond van zwaarwichtige bedrijfsbelangen redelijkerwijs niet uitvoerbaar is. In dat laatste geval heeft de werknemer in het daaropvolgende vakantiejaar een onvoorwaardelijk recht op drie weken aaneengesloten vakantie.


3. De aaneengesloten vakantie zal zoveel mogelijk in de maanden mei tot en met september worden genoten.


4. a. Voor aanspraak op extra vakantiedagen op grond van dienstjaren of leeftijd van de werknemer is zijn situatie bij de aanvang van het vakantiejaar bepalend.

b. De dienstjarenvakantie bedraagt bij:

25 tot 40 dienstjaren: 3 extra vakantiedagen per vakantiejaar; 40 of meer dienstjaren: 5 extra vakantiedagen per vakantiejaar.

c. De leeftijdsvakantie bedraagt bij een leeftijd van: 50 tot 55 jaar: 1 extra vakantiedag per vakantiejaar;

55 tot 60 jaar: 2 extra vakantiedagen per vakantiejaar; 60 jaar of meer: 4 extra vakantiedagen per vakantiejaar.

d. De in b en c genoemde vakantiedagen worden niet bij elkaar opgeteld, het hoogste aantal geldt.


5. Een dag waarop de werknemer arbeidsongeschikt is, geldt niet als vakantiedag.


6. Bij volledige arbeidsongeschiktheid die langer duurt dan zes maan- den ontstaat er alleen recht op vakantiedagen gedurende de laatste zes maanden van arbeidsongeschiktheid onverminderd het bepaalde in artikel 7:635 lid 4 van het Burgerlijk Wetboek.

Bij arbeidsongeschiktheid wegens zwangerschap worden normaal vakantierechten opgebouwd.


7. Vervanging van vakantiedagen door uitbetaling van een geldbedrag is slechts geoorloofd bij of in verband met het einde van de dienst-


20


Drogisterijbranche 2000/2002 Verbindendverklaring CAO-bepalingen



betrekking. Uitbetaling in geld is echter in dit laatste geval verplicht, indien de werknemer dit wenst.

Artikel 16

Vakantiebijslag


1. Een werknemer heeft recht op vakantiebijslag van 8% van het door hem in een vakantiejaar bij de werkgever verdiende loon.

2. De vakantiebijslag wordt uitbetaald (uiterlijk) in de maand juni.


3. Onverminderd het bepaalde in lid 1 behoudt de werknemer gedu- rende de tijdvakken, waarop hij geen recht op loon maar wel aan- spraak op zijn vakantie heeft, niettemin zijn recht op vakantiebijslag, welke in dat geval 8% bedraagt van het loon dat hij zou hebben ver- diend indien de bedongen arbeid wel was verricht. Dit recht vervalt niet indien ingevolge artikel 7:635 lid 4 van het Burgerlijk Wetboek, de aanspraak op vakantie vervalt (bijv. ingeval van de wachtdag).

Artikel 17

Buitengewoon verlof


1. Wanneer een werknemer daarbij anders niet aanwezig kan zijn, heeft hij in de volgende gevallen recht op buitengewoon verlof met be- houd van loon gedurende de daarbij aangegeven tijd:

a. bij eigen ondertrouw: halve dag;

b. bij eigen huwelijk: twee dagen;

c. bij eigen 25-, 40- en 50-jarig huwelijksfeest danwel dienstjaren: één dag;

x. bij bevalling van zijn echtgenote: twee dagen;

e. voor het bijwonen van een huwelijk van een van zijn kinderen, ouders, broers of zusters: één dag;

f. bij het overlijden van de echtgenote/echtgenoot; de sterfdag tot en met de dag van de begrafenis;

g. bij het overlijden van een van zijn/haar ouders, schoonouders, eigen of aangehuwde kinderen: één dag alsmede voor het bijwo- nen van de begrafenis: één dag;

h. voor het bijwonen van de begrafenis van zijn/haar grootouders, kleinkinderen, broers, zusters, zwagers of schoonzusters: één dag.


21


2. Bovendien wordt aan de werknemer buitengewoon verlof met be- houd van loon verleend:

a. voor het op uitnodiging bijwonen als kaderlid of afgevaardigde van vergaderingen en andere activiteiten van werknemers- organisaties gedurende ten hoogste in totaal 5 dagen per jaar;

b. voor het afleggen van examens ter verkrijging van een voor de beroepsuitoefening noodzakelijke opleiding: gedurende de daar- voor noodzakelijke tijd;

c. na opzegging van de dienstbetrekking door de werkgever voor het solliciteren of voor het op uitnodiging mondeling toelichten van een sollicitatie: de daarvoor benodigde tijd;

d. voor het eenmaal in de periode van 3 jaar voor zijn pensionering deelnemen aan een cursus ter voorbereiding op de pensionering: gedurende ten hoogste vijf dagen;

e. vakbondsleden kunnen deelnemen aan cursussen van werk- nemersorganisaties gedurende ten hoogste 3 dagen per jaar, mits door de werknemersorganisatie bij de werkgever aangevraagd en mits verenigbaar met het bedrijfsbelang;

f. voor de uitoefening van het actief kiesrecht.

3. Onder ouders, kinderen, broers en zusters, bedoeld in het eerste lid, worden mede begrepen stiefouders, stiefkinderen, stiefbroers en stief- zusters, alsmede pleegouders, pleegkinderen, pleegbroers en pleeg- zusters. Duurzame samenlevingsvormen, die van te voren aan de werkgever kenbaar zijn gemaakt, worden voor de toepassing van lid 1 met huwelijk gelijkgesteld.


4. Aan een werknemer wordt buitengewoon verlof verleend voor het deelnemen aan vergaderingen van besturen of commissies van licha- men, als bedoeld in de Wet op de Bedrijfsorganisatie, voor zover de werknemer van dat bestuur of die commissie deel uitmaakt. In dit geval kan de werknemer geen aanspraak doen gelden op loon.


5. De werkgever treft in overleg met de werknemer een verlofregeling wanneer de werknemer wordt getroffen door een calamiteit. Deze regeling is bedoeld voor het geven van eerste opvang en/of het tref- fen van noodzakelijke maatregelen voor een structurele oplossing. Onder calamiteit wordt verstaan een plotselinge, ernstige gebeurte- nis, anders dan in dit artikel genoemd, die niet te voorzien is en waarin het niet redelijk is van de werknemer te verlangen dat hij het werk bij de werkgever verricht.


6. Voor bezoek aan arts en andere medische beroepsbeoefenaren zal buitengewoon verlof met behoud van loon worden gegeven gedu- rende de daarvoor benodigde tijd, voor zover dit bezoek redelijker- wijs niet buiten arbeidstijd kan plaatsvinden.


22


Drogisterijbranche 2000/2002 Verbindendverklaring CAO-bepalingen



Artikel 18

Partieel leerplichtige werknemers


1. De arbeidsovereenkomst met de werknemer, die partieel leerplichtig is, heeft betrekking op het aantal dagen per week dat hij krachtens de Arbeidswet werkzaam mag zijn.


2. Over de dagen waarop een werknemer ter aanvulling van zijn wet- telijke leerplicht een school, vormingsinstituut of cursus moet bezoe- ken, of zou hebben moeten bezoeken indien de onderwijsinstelling niet wegens vakantie gesloten zou zijn, is geen loon verschuldigd.


3. Voor een werknemer, die ter vervulling van zijn wettelijke leerplicht op één of meer dagen per week een school, vormingsinstituut of cur- sus moet bezoeken, wordt het aantal vakantiedagen opgebouwd naar evenredigheid van het aantal dagen waarop de werknemer per week in de onderneming werkzaam is. Op dagen waarop deze werknemer een school, vormingsinstituut of cursus zou moeten bezoeken, indien de onderwijsinstelling niet wegens vakantie gesloten zou zijn, kan hij niet worden verplicht in de onderneming werkzaam te zijn.

Artikel 19

Vaste commissie


1. Partijen stellen een Vaste Commissie in, bestaande uit 4 leden en plaatsvervangende leden, waarvan 2 leden en 2 plaatsvervangende leden door de in deze overeenkomst participerende werkgeversorga- nisaties, en 2 leden en 2 plaatsvervangende leden door de in deze overeenkomst participerende werknemersorganisaties benoemd zijn.


2. De commissie kiest uit haar midden een voorzitter en een secretaris, zodanig dat deze functies over beide partijen worden verdeeld.

3. De taak van de commissie bestaat uit:

a. het op verzoek van een werkgever en/of werknemer verlenen van dispensatie van het in deze CAO bepaalde, mits een dergelijk verzoek schriftelijk en gemotiveerd wordt ingediend;

b. het geven van een beslissing over alle zaken die haar in deze CAO ter behandeling zijn of zullen worden opgedragen, zoals in artikel 6 lid 2, artikel 7 lid 3 en artikel 8 lid 6 en 9;

c. het desgewenst geven van advies omtrent de uitleg en/of toepas-


23


sing van deze CAO aan de participerende organisaties, alsmede aan iedere werkgever of werknemer op wie deze CAO van toe- passing is. Een verzoek om advies dient schriftelijk bij de com- missie te worden gedaan;

d. het behandelen bij wijze van advies van geschillen omtrent de uitleg en/of de toepassing van deze CAO, indien beide partijen daarom schriftelijk verzoeken.

Artikel 20

Plaatsvervanging


1. De werknemer, die in een hogere functie vervangt, heeft gedurende de tijd van vervanging recht op een toeslag van 15% van het bedrag bij 0 functiejaren in de schaal waarin de te vervangen functie is inge- deeld; loon plus toeslag mogen echter niet meer bedragen dan het bedrag bij 0 functiejaren in de schaal waarin de te vervangen functie is ingedeeld. Deze toeslag geldt alleen bij vervanging die langer dan 4 weken duurt.

Artikel 21

Schorsing


1. De werkgever mag in afwijking van artikel 7:628 van het Burgerlijk Wetboek een werknemer schorsen met inhouding van loon bij:

c. aanwezigheid van een dringende reden tot ontslag, als bedoeld in artikel 7:678 van het Burgerlijk Wetboek, indien de werkgever nog niet tot ontslag wil overgaan;


3. In het in lid 1 sub c bedoelde geval mag de schorsing niet langer duren dan twee weken.


5. De schorsing dient schriftelijk te worden bevestigd met vermelding van de reden en de duur van de schorsing.

Artikel 22

Einde dienstbetrekking

1. De dienstbetrekking eindigt:

a. door opzegging met een daarvoor in acht te nemen opzegtermijn. Indien werkgever of werknemer met de opzegging en/of opzeg- termijn niet akkoord gaat, is vooraf toestemming van de Direc- teur van het Regionaal Bureau voor de Arbeidsvoorziening no- dig.

b. zonder opzegging en daarom zonder opzegtermijn:


24


Drogisterijbranche 2000/2002 Verbindendverklaring CAO-bepalingen



– tijdens een overeengekomen proeftijd indien de werkgever of de werknemer dit verlangt;

– bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd;

– bij afloop van een niet verlengde arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd;

– wegens een dringende reden in de zin van artikel 7:677 het Burgerlijk Wetboek (ontslag op staande voet);

– krachtens een rechterlijke uitspraak;

– in andere gevallen waarin geen opzegging is voorgeschreven, zoals bij overlijden van de werknemer.

2. a. Opzegging geschiedt bij voorkeur schriftelijk.

b. Opzegging geschiedt tegen het einde van een loonbetalings- periode, tenzij in de onderneming een ander moment gebruike- lijk is.


4. Bij ongeschiktheid van de werknemer zal de opzegging eerst ge- schieden, nadat hij door of namens de werkgever in gebreke is gesteld met de mededeling van de termijn, waarbinnen verbetering moet zijn ingetreden.


5. De door de werkgever in acht te nemen opzegtermijn bedraagt bij een arbeidsovereenkomst die op de dag van opzegging heeft ge- duurd:

– korter dan vijf jaar: een maand

– vijf tot 10 jaar: twee maanden

– 10 tot 15 jaar: drie maanden

– 15 jaar of langer: vier maanden

De door de werknemer in acht te nemen opzegtermijn bedraagt één maand.


6. Los van het bepaalde in lid 5, blijft voor werknemers die op 1 januari 1999 45 jaar of ouder waren de oude opzegtermijn gelden, d.w.z. de opzegtermijn die voor hen gold voor 1 januari 1999.


7. Bij opheffing, verkoop of overdracht, inkrimping, fusie of reorgani- satie zal een beslissing tot ontslag niet worden genomen dan nadat hierover en over de verder te treffen regelingen overleg is gevoerd tussen de werkgever en de werknemersorganisaties. In deze gevallen zal de door de werkgever in acht te nemen opzegtermijn tenminste

2 weken per vol dienstjaar bedragen met een maximum van 26 weken. Deze opzegtermijn mag verminderd worden met het aantal weken dat ligt tussen de datum van indiening van de ontslagaanvraag


25


bij het Regionaal Bureau voor de Arbeidsvoorziening en de datum waarop de ontslagvergunning wordt verleend. Echter onverminderd het bepaalde in de leden 5 en 6 van dit artikel.

Artikel 23

Vakantiewerkers


1. De beloning van de vakantiewerker wordt vastgesteld op het voor hem geldende wettelijk minimum(jeugd)loon.


2. Het wettelijk recht1) van de vakantiewerker op vakantie (gesteld op 20 dagen per jaar bij een volledig dienstverband) en vakantiebijslag (8%) wordt aan het eind van het dienstverband verrekend door mid- del van betaling van 15,7% van het genoten loon.

Artikel 24

Oproepkrachten


1. Oproepkrachten zullen door de werkgever bij oproep voor tenminste drie aaneengesloten uren te werk worden gesteld. Per 1 januari 1999 gelden de wettelijke bepalingen ten opzichte van de minimale oproep- duur.


2. Oproepkrachten met een 0-urencontract zijn niet verplicht om aan de oproep van de werkgever gehoor te geven.


3. Oproepkrachten ontvangen tenminste het voor hen geldende wette- lijk minimum(jeugd)loon, met dien verstande dat dit minimum wordt herleid tot uurloon door deling door 37.

Artikel 25

Hulpkrachten


De uren die vrijkomen door de invoering van de 37-urige werkweek zul- len worden aangeboden aan hulpkrachten die bereid zijn om op kosten van hun werkgever het diploma ,,Verkoop in de Drogisterij’’ te behalen en die een arbeidsovereenkomst als parttimer krijgen aangeboden.


1) Artikel 7:634 van het Burgerlijk Wetboek resp. artikel 15 van de Wet Minimumloon en Minimum Vakantiebijslag.


26


Drogisterijbranche 2000/2002 Verbindendverklaring CAO-bepalingen



Artikel 29

Tijdsparen


Per 1 januari 2001 wordt een tijdspaarregeling van kracht. De werkne- mer krijgt de gelegenheid om tijd te sparen tot een maximum van zes maanden verlof. Dit kan worden opgebouwd van:

– bovenwettelijke vakantiedagen (het aantal boven 20 dagen per jaar bij een werknemer met een maximale aanstelling van gemiddeld 37 uur per week);

– meer gewerkte uren;

– overwerk;

– toeslagen tijdschalenmodel.

De aanvraagtermijn voor het opnemen van gespaard verlof is minimaal even lang als de gewenste verlofperiode, met een minimum van drie maanden. De aanvraag dient schriftelijk bij de werkgever te worden ingediend.

Uitbetaling van het gespaarde saldo is mogelijk, met uitzondering van de bovenwettelijke vakantiedagen (alleen bij einde dienstverband). Uit- betaling vindt plaats op basis van het loonniveau in de dan geldende functie.

Artikel 30


4. Rechtens geldende bepalingen, welke voor de werknemer gunstiger zijn dan het bepaalde in deze overeenkomst, behouden hun kracht.

PROTOCOL II ARBEIDSMARKT

De werkgever neemt op zich gelijke kansen van gehandicapte en niet- gehandicapte werknemers voor wat betreft de deelname aan het arbeids- proces te bevorderen en de nodige voorzieningen te treffen, gericht op het behoud, herstel of de bevordering van de arbeidsgeschiktheid van de werknemers.

Definitie:

Onder gehandicapte werknemer wordt verstaan de gehandicapte werk- nemer in de zin van art. I van de Wet Arbeid Gehandicapte Werknemers (WAGW).


1. De werkgever zal trachten de gehandicapte werknemer in staat te stellen om arbeid te verrichten welke door zijn krachten en be- kwaamheid is berekend en die hem met het oog op zijn opleiding, arbeidsverleden en mogelijkheden kan worden opgedragen, zulks


27


tenzij op grond van omstandigheden dit van de werkgever niet kan worden gevergd.


2. De werkgever zal zonodig in overleg met deskundigen (zoals be- drijfsarts, BGD, Uvi), een beleid voeren ter voorkoming van langdu- rig ziekteverzuim en van uitstroom naar de WAO en AAW van de werknemers.


3. Met eventuele gebruikmaking van door de overheid daarvoor beschik- baar te stellen faciliteiten, zal de werkgever in overleg met deskun- digen (zoals bedrijfsarts, BGD, Uvi) met behulp van de instrumenten uit de WAGW een beleid ontwikkelen op grond waarvan gekomen kan worden tot concrete aanpassingen van het werk en de werk- omstandigheden voor zowel nieuwe als reeds in dienst zijnde gehan- dicapte werknemers.

PROTOCOL III POSITIE VAN VROUWEN

De doorstroom van vrouwen naar die functies waar sprake is van een onevenwichtige situatie zal worden bevorderd.


PROTOCOL VII PENSIOENOPBOUW TIJDENS OUDER- SCHAPSVERLOF

De werknemer krijgt de mogelijkheid om via de werkgever de pensioen- opbouw tijdens ouderschapsverlof vrijwillig voort te zetten. De premie- consequenties zijn voor rekening van de werknemer.

PROTOCOL VIII VERRUIMDE OPENINGSTIJDEN

Werkgevers in de drogisterijbranche zijn geen voorstander van de ver- ruimde openingstijden in de avonduren en zullen er daarom alleen nood- gedwongen gebruik van maken.


28


Drogisterijbranche 2000/2002 Verbindendverklaring CAO-bepalingen



BIJLAGE 1

LOONSCHALEN

LOONSCHALEN PER 1-7-2000 PER UUR (IN FL.)


Groep

1

2

3

4

5

6

Leeftijd/functiejr.







16

5,92

6,40





17

6,73

7,23





18

7,70

8,23

8,88

9,77



19

8,83

9,38

10,08

11,00



20

10,30

10,87

11,62

12,59

14,10


21

12,07

12,68

13,46

14,49

15,94


22

14,10

14,72

15,55

16,61

17,93

19,72

23/0

16,53

17,16

18,02

19,10

20,25

21,87

1


17,42

18,29

19,39

20,55


2


17,68

18,56

19,67

20,86


3


17,95

18,84

19,97

21,17


4


18,22

19,13

20,27

21,49


5


18,49

19,41

20,57

21,81

23,56

LOONSCHALEN PER 1-7-2000 PER WEEK (IN FL.)

Groep

1

2

3

4

5

6

Leeftijd/functiejr.







16

219,04

236,80





17

249,01

267,51





18

284,90

304,51

328,56

361,49



19

326,71

347,06

372,96

407,00



20

381,10

402,19

429,94

465,83

521,70


21

446,59

469,16

498,02

536,13

589,78


22

521,70

544,64

575,35

614,57

663,41

729,64

23/0

611,61

634,92

666,74

706,70

749,25

809,19

1


644,54

676,73

717,43

760,35


2


654,16

686,72

727,79

771,82


3


664,15

697,08

738,89

783,29


4


674,14

707,81

749,99

795,13


5


684,13

718,17

761,09

806,97

871,72


29


LOONSCHALEN PER 1-7-2000 PER 4 WEKEN (IN FL.)


Groep

1

2

3

4

5

6

Leeftijd/functiejr.







16

876,16

947,20





17

996,04

1070,04





18

1139,60

1218,04

1314,24

1445,96



19

1306,84

1388,24

1491,84

1628,00



20

1524,40

1608,76

1719,76

1863,32

2086,80


21

1786,36

1876,64

1992,08

2144,52

2359,12


22

2086,80

2178,56

2301,40

2458,28

2653,64

2918,56

23/0

2446,44

2539,68

2666,96

2826,80

2997,00

3236,76

1


2578,16

2706,92

2869,72

3041,40


2


2616,64

2746,88

2911,16

3087,28


3


2656,60

2788,32

2955,56

3133,16


4


2696,56

2831,24

2999,96

3180,52


5


2736,52

2872,68

3044,36

3227,88

3486,88

LOONSCHALEN PER 1-7-2000 PER MAAND (IN FL.)

Groep

1

2

3

4

5

6

Leeftijd/functiejr.







16

949,17

1026,13





17

1079,04

1159,21





18

1234,57

1319,54

1423,76

1566,46



19

1415,74

1503,93

1616,16

1763,67



20

1651,43

1742,82

1863,07

2018,60

2260,70


21

1935,22

2033,03

2158,09

2323,23

2555,71


22

2260,70

2360,11

2493,18

2663,14

2874,78

3161,77

23/0

2650,31

2751,32

2889,21

3062,37

3246,75

3506,49

1


2793,01

2932,50

3108,86

3294,85


2


2834,69

2975,79

3153,76

3344,55


3


2877,98

3020,68

3201,86

3394,26


4


2921,27

3067,18

3249,96

3445,56


5


2964,56

3112,07

3298,06

3496,87

3777,45


30


Drogisterijbranche 2000/2002 Verbindendverklaring CAO-bepalingen



LOONSCHALEN PER 1-1-2001 PER UUR (IN FL.)


Groep

1

2

3

4

5

6

Leeftijd/functiejr.







16

6,14

6,63





17

6,97

7,49





18

7,98

8,53

9,20

10,13



19

9,15

9,72

10,44

11,40



20

10,67

11,27

12,04

13,05

14,61


21

12,51

13,14

13,95

15,01

16,51


22

14,61

15,26

16,12

17,21

18,58

20,44

23/0

17,13

17,79

18,68

19,80

20,98

22,66

1


18,05

18,96

20,09

21,30


2


18,32

19,24

20,39

21,62


3


18,60

19,52

20,69

21,94


4


18,88

19,82

21,01

22,27


5


19,16

20,12

21,32

22,60

24,42

LOONSCHALEN PER 1-1-2001 PER UUR (IN EURO)

Groep

1

2

3

4

5

6

Leeftijd/functiejr.







16

2,79

3,01





17

3,17

3,40





18

3,63

3,87

4,18

4,60



19

4,16

4,41

4,74

5,18



20

4,85

5,11

5,46

5,92

6,63


21

5,68

5,97

6,33

6,82

7,50


22

6,63

6,93

7,32

7,81

8,44

9,28

23/0

7,78

8,07

8,48

8,99

9,52

10,29

1


8,19

8,60

9,12

9,67


2


8,32

8,73

9,25

9,81


3


8,44

8,86

9,39

9,96


4


8,57

9,00

9,54

10,11


5


8,70

9,13

9,68

10,26

11,08


31


LOONSCHALEN PER 1-1-2001 PER WEEK (IN FL.)


Groep

1

2

3

4

5

6

Leeftijd/functiejr.







16

227,18

245,31





17

257,89

277,13





18

295,26

315,61

340,40

374,81



19

338,55

359,64

386,28

421,80



20

394,79

416,99

445,48

482,85

540,57


21

462,87

486,18

516,15

555,37

610,87


22

540,57

564,62

596,44

636,77

687,46

756,28

23/0

633,81

658,23

691,16

732,60

776,26

838,42

1


667,85

701,52

743,33

788,10


2


677,84

711,88

754,43

799,94


3


688,20

722,24

765,53

811,78


4


698,56

733,34

777,37

823,99


5


708,92

744,44

788,84

836,20

903,54

LOONSCHALEN PER 1-1-2001 PER WEEK (IN EURO)

Groep

1

2

3

4

5

6

Leeftijd/functiejr.







16

103,23

111,37





17

117,29

125,80





18

134,31

143,19

154,66

170,20



19

153,92

163,17

175,38

191,66



20

179,45

189,07

202,02

219,04

245,31


21

210,16

220,89

234,21

252,34

277,50


22

245,31

256,41

270,84

288,97

312,28

343,36

23/0

287,86

298,59

313,76

332,63

352,24

380,73

1


303,03

318,20

337,44

357,79


2


307,84

323,01

342,25

362,97


3


312,28

327,82

347,43

368,52


4


317,09

333,00

352,98

374,07


5


321,90

337,81

358,16

379,62

409,96


32


Drogisterijbranche 2000/2002 Verbindendverklaring CAO-bepalingen



LOONSCHALEN PER 1-1-2001 PER 4 WEKEN (IN FL.)


Groep

1

2

3

4

5

6

Leeftijd/functiejr.







16

908,72

981,24





17

1031,56

1108,52





18

1181,04

1262,44

1361,60

1499,24



19

1354,20

1438,56

1545,12

1687,20



20

1579,16

1667,96

1781,92

1931,40

2162,28


21

1851,48

1944,72

2064,60

2221,48

2443,48


22

2162,28

2258,48

2385,76

2547,08

2749,84

3025,12

23/0

2535,24

2632,92

2764,64

2930,40

3105,04

3353,68

1


2671,40

2806,08

2973,32

3152,40


2


2711,36

2847,52

3017,72

3199,76


3


2752,80

2888,96

3062,12

3247,12


4


2794,24

2933,36

3109,48

3295,96


5


2835,68

2977,76

3155,36

3344,80

3614,16

LOONSCHALEN PER 1-1-2001 PER 4 WEKEN (IN EURO)

Groep

1

2

3

4

5

6

Leeftijd/functiejr.







16

412,92

445,48





17

469,16

503,20





18

537,24

572,76

618,64

680,80



19

615,68

652,68

701,52

766,64



20

717,80

756,28

808,08

876,16

981,24


21

840,64

883,56

936,84

1009,36

1110,00


22

981,24

1025,64

1083,36

1155,88

1249,12

1373,44

23/0

1151,44

1194,36

1255,04

1330,52

1408,96

1522,92

1


1212,12

1272,80

1349,76

1431,16


2


1231,36

1292,04

1369,00

1451,88


3


1249,12

1311,28

1389,72

1474,08


4


1268,36

1332,00

1411,92

1496,28


5


1287,60

1351,24

1432,64

1518,48

1639,84


33


LOONSCHALEN PER 1-1-2001 PER MAAND (IN FL.)


Groep

1

2

3

4

5

6

Leeftijd/functiejr.







16

984,45

1063,01





17

1117,52

1200,90





18

1279,46

1367,64

1475,07

1624,18



19

1467,05

1558,44

1673,88

1827,80



20

1710,76

1806,96

1930,41

2092,35

2342,47


21

2005,77

2106,78

2236,65

2406,60

2647,10


22

2342,47

2446,69

2584,57

2759,34

2978,99

3277,21

23/0

2746,51

2852,33

2995,03

3174,60

3363,79

3633,15

1


2894,02

3039,92

3221,10

3415,10


2


2937,31

3084,81

3269,20

3466,41


3


2982,20

3129,71

3317,30

3517,71


4


3027,09

3177,81

3368,60

3570,62


5


3071,99

3225,91

3418,31

3623,53

3915,34

LOONSCHALEN PER 1-1-2001 PER MAAND (IN EURO)

Groep

1

2

3

4

5

6

Leeftijd/functiejr.







16

447,33

482,60





17

508,26

545,13





18

582,01

620,49

670,19

737,53



19

666,99

707,07

759,98

830,53



20

777,62

819,30

875,42

949,17

1063,01


21

910,69

957,19

1014,91

1093,47

1202,50


22

1063,01

1111,11

1173,64

1252,20

1353,21

1487,89

23/0

1247,39

1293,89

1359,63

1441,40

1526,37

1649,83

1


1313,13

1378,87

1462,24

1550,42


2


1333,97

1399,71

1483,08

1572,87


3


1353,21

1420,55

1505,53

1596,92


4


1374,06

1443,00

1529,58

1620,97


5


1394,90

1463,84

1552,03

1645,02

1776,49


34


Drogisterijbranche 2000/2002 Verbindendverklaring CAO-bepalingen



LOONSCHALEN PER 1-4-2001 PER UUR (IN FL.)


Groep

1

2

3

4

5

6

Leeftijd/functiejr.







16

6,14

7,12





17

6,97

8,05





18

7,98

9,17

9,89

10,89



19

9,15

10,45

11,23

12,26



20

10,67

12,11

12,94

14,02

15,71


21

12,51

14,12

15,00

16,14

17,75


22

14,61

16,40

17,32

18,50

19,98

21,97

23/0

17,13

17,79

18,68

19,80

20,98

22,66

1


18,05

18,96

20,09

21,30


2


18,32

19,24

20,39

21,62


3


18,60

19,52

20,69

21,94


4


18,88

19,82

21,01

22,27


5


19,16

20,12

21,32

22,60

24,42

LOONSCHALEN PER 1-4-2001 PER UUR (IN EURO)

Groep

1

2

3

4

5

6

Leeftijd/functiejr.







16

2,79

3,24





17

3,17

3,66





18

3,63

4,16

4,49

4,94



19

4,16

4,75

5,10

5,56



20

4,85

5,50

5,87

6,37

7,13


21

5,68

6,41

6,81

7,33

8,06


22

6,63

7,45

7,86

8,40

9,07

9,97

23/0

7,78

8,07

8,48

8,99

9,52

10,29

1


8,19

8,60

9,12

9,67


2


8,32

8,73

9,25

9,81


3


8,44

8,86

9,39

9,96


4


8,57

9,00

9,54

10,11


5


8,70

9,13

9,68

10,26

11,08


35


LOONSCHALEN PER 1-4-2001 PER WEEK (IN FL.)


Groep

1

2

3

4

5

6

Leeftijd/functiejr.







16

227,18

263,44





17

257,89

297,85





18

295,26

339,29

365,93

402,93



19

338,55

386,65

415,51

453,62



20

394,79

448,07

478,78

518,74

581,27


21

462,87

522,44

555,00

597,18

656,75


22

540,57

606,80

640,84

684,50

739,26

812,89

23/0

633,81

658,23

691,16

732,60

776,26

838,42

1


667,85

701,52

743,33

788,10


2


677,84

711,88

754,43

799,94


3


688,20

722,24

765,53

811,78


4


698,56

733,34

777,37

823,99


5


708,92

744,44

788,84

836,20

903,54

LOONSCHALEN PER 1-4-2001 PER WEEK (IN EURO)

Groep

1

2

3

4

5

6

Leeftijd/functiejr.







16

103,23

119,88





17

117,29

135,42





18

134,31

153,92

166,13

182,78



19

153,92

175,75

188,70

205,72



20

179,45

203,50

217,19

235,69

263,81


21

210,16

237,17

251,97

271,21

298,22


22

245,31

275,65

290,82

310,80

335,59

368,89

23/0

287,86

298,59

313,76

332,63

352,24

380,73

1


303,03

318,20

337,44

357,79


2


307,84

323,01

342,25

362,97


3


312,28

327,82

347,43

368,52


4


317,09

333,00

352,98

374,07


5


321,90

337,81

358,16

379,62

409,96


36


Drogisterijbranche 2000/2002 Verbindendverklaring CAO-bepalingen



LOONSCHALEN PER 1-4-2001 PER 4 WEKEN (IN FL.)


Groep

1

2

3

4

5

6

Leeftijd/functiejr.







16

908,72

1053,76





17

1031,56

1191,40





18

1181,04

1357,16

1463,72

1611,72



19

1354,20

1546,60

1662,04

1814,48



20

1579,16

1792,28

1915,12

2074,96

2325,08


21

1851,48

2089,76

2220,00

2388,72

2627,00


22

2162,28

2427,20

2563,36

2738,00

2957,04

3251,56

23/0

2535,24

2632,92

2764,64

2930,40

3105,04

3353,68

1


2671,40

2806,08

2973,32

3152,40


2


2711,36

2847,52

3017,72

3199,76


3


2752,80

2888,96

3062,12

3247,12


4


2794,24

2933,36

3109,48

3295,96


5


2835,68

2977,76

3155,36

3344,80

3614,16

LOONSCHALEN PER 1-4-2001 PER 4 WEKEN (IN EURO)

Groep

1

2

3

4

5

6

Leeftijd/functiejr.







16

412,92

479,52





17

469,16

541,68





18

537,24

615,68

664,52

731,12



19

615,68

703,00

754,80

822,88



20

717,80

814,00

868,76

942,76

1055,24


21

840,64

948,68

1007,88

1084,84

1192,88


22

981,24

1102,60

1163,28

1243,20

1342,36

1475,56

23/0

1151,44

1194,36

1255,04

1330,52

1408,96

1522,92

1


1212,12

1272,80

1349,76

1431,16


2


1231,36

1292,04

1369,00

1451,88


3


1249,12

1311,28

1389,72

1474,08


4


1268,36

1332,00

1411,92

1496,28


5


1287,60

1351,24

1432,64

1518,48

1639,84


37


LOONSCHALEN PER 1-4-2001 PER MAAND (IN FL.)


Groep

1

2

3

4

5

6

Leeftijd/functiejr.







16

984,45

1141,57





17

1117,52

1290,68





18

1279,46

1470,26

1585,70

1746,03



19

1467,05

1675,48

1800,54

1965,69



20

1710,76

1941,64

2074,71

2247,87

2518,84


21

2005,77

2263,91

2405,00

2587,78

2845,92


22

2342,47

2629,47

2776,97

2966,17

3203,46

3522,52

23/0

2746,51

2852,33

2995,03

3174,60

3363,79

3633,15

1


2894,02

3039,92

3221,10

3415,10


2


2937,31

3084,81

3269,20

3466,41


3


2982,20

3129,71

3317,30

3517,71


4


3027,09

3177,81

3368,60

3570,62


5


3071,99

3225,91

3418,31

3623,53

3915,34

LOONSCHALEN PER 1-4-2001 PER MAAND (IN EURO)

Groep

1

2

3

4

5

6

Leeftijd/functiejr.







16

447,33

519,48





17

508,26

586,82





18

582,01

666,99

719,90

792,05



19

666,99

761,58

817,70

891,45



20

777,62

881,83

941,16

1021,32

1143,18


21

910,69

1027,74

1091,87

1175,24

1292,29


22

1063,01

1194,48

1260,22

1346,80

1454,22

1598,52

23/0

1247,39

1293,89

1359,63

1441,40

1526,37

1649,83

1


1313,13

1378,87

1462,24

1550,42


2


1333,97

1399,71

1483,08

1572,87


3


1353,21

1420,55

1505,53

1596,92


4


1374,06

1443,00

1529,58

1620,97


5


1394,90

1463,84

1552,03

1645,02

1776,49


38


Drogisterijbranche 2000/2002 Verbindendverklaring CAO-bepalingen



LOONSCHALEN PER 1-7-2001 PER UUR (IN FL.)


Groep

1

2

3

4

5

6

Leeftijd/functiejr.







16

6,24

7,25





17

7,10

8,19





18

8,12

9,33

10,07

11,08



19

9,31

10,63

11,42

12,47



20

10,86

12,32

13,17

14,27

15,99


21

12,73

14,37

15,26

16,42

18,06


22

14,87

16,69

17,63

18,82

20,33

22,36

23/0

17,43

18,10

19,00

20,14

21,35

23,06

1


18,36

19,29

20,44

21,67


2


18,64

19,57

20,75

22,00


3


18,93

19,87

21,06

22,32


4


19,21

20,17

21,38

22,66


5


19,49

20,47

21,69

23,00

24,84

LOONSCHALEN PER 1-7-2001 PER UUR (IN EURO)

Groep

1

2

3

4

5

6

Leeftijd/functiejr.







16

2,84

3,29





17

3,22

3,72





18

3,69

4,23

4,57

5,03



19

4,23

4,83

5,19

5,66



20

4,93

5,59

5,98

6,48

7,26


21

5,78

6,52

6,93

7,45

8,20


22

6,75

7,58

8,00

8,54

9,23

10,15

23/0

7,91

8,21

8,63

9,14

9,69

10,47

1


8,34

8,75

9,28

9,84


2


8,46

8,88

9,42

9,98


3


8,59

9,02

9,56

10,13


4


8,72

9,15

9,70

10,29


5


8,85

9,29

9,85

10,44

11,28


39


LOONSCHALEN PER 1-7-2001 PER WEEK (IN FL.)


Groep

1

2

3

4

5

6

Leeftijd/functiejr.







16

230,88

268,25





17

262,70

303,03





18

300,44

345,21

372,59

409,96



19

344,47

393,31

422,54

461,39



20

401,82

455,84

487,29

527,99

591,63


21

471,01

531,69

564,62

607,54

668,22


22

550,19

617,53

652,31

696,34

752,21

827,32

23/0

644,91

669,70

703,00

745,18

789,95

853,22

1


679,32

713,73

756,28

801,79


2


689,68

724,09

767,75

814,00


3


700,41

735,19

779,22

825,84


4


710,77

746,29

791,06

838,42


5


721,13

757,39

802,53

851,00

919,08

LOONSCHALEN PER 1-7-2001 PER WEEK (IN EURO)

Groep

1

2

3

4

5

6

Leeftijd/functiejr.







16

105,08

121,73





17

119,14

137,64





18

136,53

156,51

169,09

186,11



19

156,51

178,71

192,03

209,42



20

182,41

206,83

221,26

239,76

268,62


21

213,86

241,24

256,41

275,65

303,40


22

249,75

280,46

296,00

315,98

341,51

375,55

23/0

292,67

303,77

319,31

338,18

358,53

387,39

1


308,58

323,75

343,36

364,08


2


313,02

328,56

348,54

369,26


3


317,83

333,74

353,72

374,81


4


322,64

338,55

358,90

380,73


5


327,45

343,73

364,45

386,28

417,36


40


Drogisterijbranche 2000/2002 Verbindendverklaring CAO-bepalingen



LOONSCHALEN PER 1-7-2001 PER 4 WEKEN (IN FL.)


Groep

1

2

3

4

5

6

Leeftijd/functiejr.







16

923,52

1073,00





17

1050,80

1212,12





18

1201,76

1380,84

1490,36

1639,84



19

1377,88

1573,24

1690,16

1845,56



20

1607,28

1823,36

1949,16

2111,96

2366,52


21

1884,04

2126,76

2258,48

2430,16

2672,88


22

2200,76

2470,12

2609,24

2785,36

3008,84

3309,28

23/0

2579,64

2678,80

2812,00

2980,72

3159,80

3412,88

1


2717,28

2854,92

3025,12

3207,16


2


2758,72

2896,36

3071,00

3256,00


3


2801,64

2940,76

3116,88

3303,36


4


2843,08

2985,16

3164,24

3353,68


5


2884,52

3029,56

3210,12

3404,00

3676,32

LOONSCHALEN PER 1-7-2001 PER 4 WEKEN (IN EURO)

Groep

1

2

3

4

5

6

Leeftijd/functiejr.







16

420,32

486,92





17

476,56

550,56





18

546,12

626,04

676,36

744,44



19

626,04

714,84

768,12

837,68



20

729,64

827,32

885,04

959,04

1074,48


21

855,44

964,96

1025,64

1102,60

1213,60


22

999,00

1121,84

1184,00

1263,92

1366,04

1502,20

23/0

1170,68

1215,08

1277,24

1352,72

1434,12

1549,56

1


1234,32

1295,00

1373,44

1456,32


2


1252,08

1314,24

1394,16

1477,04


3


1271,32

1334,96

1414,88

1499,24


4


1290,56

1354,20

1435,60

1522,92


5


1309,80

1374,92

1457,80

1545,12

1669,44


41


LOONSCHALEN PER 1-7-2001 PER MAAND (IN FL.)


Groep

1

2

3

4

5

6

Leeftijd/functiejr.







16

1000,48

1162,42





17

1138,37

1313,13





18

1301,91

1495,91

1614,56

1776,49



19

1492,70

1704,34

1831,01

1999,36



20

1741,22

1975,31

2111,59

2287,96

2563,73


21

2041,04

2303,99

2446,69

2632,67

2895,62


22

2384,16

2675,96

2826,68

3017,47

3259,58

3585,05

23/0

2794,61

2902,03

3046,33

3229,11

3423,12

3697,29

1


2943,72

3092,83

3277,21

3474,42


2


2988,61

3137,72

3326,92

3527,33


3


3035,11

3185,82

3376,62

3578,64


4


3080,00

3233,92

3427,93

3633,15


5


3124,90

3282,02

3477,63

3687,67

3982,68

LOONSCHALEN PER 1-7-2001 PER MAAND (IN EURO)

Groep

1

2

3

4

5

6

Leeftijd/functiejr.







16

455,35

527,50





17

516,27

596,44





18

591,63

678,21

732,72

806,48



19

678,21

774,41

832,13

907,49



20

790,44

896,26

958,79

1038,96

1164,02


21

926,73

1045,37

1111,11

1194,48

1314,73


22

1082,25

1215,33

1282,67

1369,25

1479,88

1627,38

23/0

1268,24

1316,34

1383,68

1465,45

1553,63

1678,69

1


1337,18

1402,92

1487,89

1577,68


2


1356,42

1423,76

1510,34

1600,13


3


1377,26

1446,21

1532,79

1624,18


4


1398,11

1467,05

1555,23

1649,83


5


1418,95

1489,50

1579,28

1673,88

1808,56


42


Drogisterijbranche 2000/2002 Verbindendverklaring CAO-bepalingen



LOONSCHALEN PER 1-1-2002 PER UUR (IN FL.)


Groep

1

2

3

4

5

6

Leeftijd/functiejr.







16

6,35

7,37





17

7,22

8,33





18

8,26

9,48

10,24

11,27



19

9,47

10,81

11,62

12,68



20

11,04

12,53

13,39

14,51

16,26


21

12,95

14,62

15,52

16,70

18,37


22

15,12

16,97

17,93

19,14

20,67

22,74

23/0

17,73

18,40

19,33

20,48

21,71

23,45

1


18,68

19,62

20,79

22,04


2


18,96

19,90

21,10

22,37


3


19,25

20,20

21,41

22,70


4


19,54

20,51

21,74

23,05


5


19,83

20,82

22,06

23,39


6


20,12

21,13

22,39

23,74

25,64

LOONSCHALEN PER 1-1-2002 PER UUR (IN EURO)

Groep

1

2

3

4

5

6

Leeftijd/functiejr.







16

2,88

3,35





17

3,28

3,78





18

3,75

4,31

4,65

5,12



19

4,30

4,91

5,27

5,76



20

5,01

5,69

6,08

6,59

7,38


21

5,88

6,63

7,05

7,58

8,34


22

6,87

7,71

8,14

8,69

9,38

10,32

23/0

8,05

8,35

8,77

9,30

9,86

10,64

1


8,48

8,90

9,44

10,00


2


8,61

9,04

9,58

10,15


3


8,74

9,17

9,72

10,31


4


8,87

9,31

9,87

10,46


5


9,00

9,45

10,01

10,62


6


9,13

9,59

10,16

10,77

11,64


43


LOONSCHALEN PER 1-1-2002 PER WEEK (IN FL.)


Groep

1

2

3

4

5

6

Leeftijd/functiejr.







16

234,95

272,69





17

267,14

308,21





18

305,62

350,76

378,88

416,99



19

350,39

399,97

429,94

469,16



20

408,48

463,61

495,43

536,87

601,62


21

479,15

540,94

574,24

617,90

679,69


22

559,44

627,89

663,41

708,18

764,79

841,38

23/0

656,01

680,80

715,21

757,76

803,27

867,65

1


691,16

725,94

769,23

815,48


2


701,52

736,30

780,70

827,69


3


712,25

747,40

792,17

839,90


4


722,98

758,87

804,38

852,85


5


733,71

770,34

816,22

865,43


6


744,44

781,81

828,43

878,38

948,68

LOONSCHALEN PER 1-1-2002 PER WEEK (IN EURO)

Groep

1

2

3

4

5

6

Leeftijd/functiejr.







16

106,56

123,95





17

121,36

139,86





18

138,75

159,47

172,05

189,44



19

159,10

181,67

194,99

213,12



20

185,37

210,53

224,96

243,83

273,06


21

217,56

245,31

260,85

280,46

308,58


22

254,19

285,27

301,18

321,53

347,06

381,84

23/0

297,85

308,95

324,49

344,10

364,82

393,68

1


313,76

329,30

349,28

370,00


2


318,57

334,48

354,46

375,55


3


323,38

339,29

359,64

381,47


4


328,19

344,47

365,19

387,02


5


333,00

349,65

370,37

392,94


6


337,81

354,83

375,92

398,49

430,68


44


Drogisterijbranche 2000/2002 Verbindendverklaring CAO-bepalingen



LOONSCHALEN PER 1-1-2002 PER 4 WEKEN (IN FL.)


Groep

1

2

3

4

5

6

Leeftijd/functiejr.







16

939,80

1090,76





17

1068,56

1232,84





18

1222,48

1403,04

1515,52

1667,96



19

1401,56

1599,88

1719,76

1876,64



20

1633,92

1854,44

1981,72

2147,48

2406,48


21

1916,60

2163,76

2296,96

2471,60

2718,76


22

2237,76

2511,56

2653,64

2832,72

3059,16

3365,52

23/0

2624,04

2723,20

2860,84

3031,04

3213,08

3470,60

1


2764,64

2903,76

3076,92

3261,92


2


2806,08

2945,20

3122,80

3310,76


3


2849,00

2989,60

3168,68

3359,60


4


2891,92

3035,48

3217,52

3411,40


5


2934,84

3081,36

3264,88

3461,72


6


2977,76

3127,24

3313,72

3513,52

3794,72

LOONSCHALEN PER 1-1-2002 PER 4 WEKEN (IN EURO)

Groep

1

2

3

4

5

6

Leeftijd/functiejr.







16

426,24

495,80





17

485,44

559,44





18

555,00

637,88

688,20

757,76



19

636,40

726,68

779,96

852,48



20

741,48

842,12

899,84

975,32

1092,24


21

870,24

981,24

1043,40

1121,84

1234,32


22

1016,76

1141,08

1204,72

1286,12

1388,24

1527,36

23/0

1191,40

1235,80

1297,96

1376,40

1459,28

1574,72

1


1255,04

1317,20

1397,12

1480,00


2


1274,28

1337,92

1417,84

1502,20


3


1293,52

1357,16

1438,56

1525,88


4


1312,76

1377,88

1460,76

1548,08


5


1332,00

1398,60

1481,48

1571,76


6


1351,24

1419,32

1503,68

1593,96

1722,72


45


LOONSCHALEN PER 1-1-2002 PER MAAND (IN FL.)


Groep

1

2

3

4

5

6

Leeftijd/functiejr.







16

1018,12

1181,66





17

1157,61

1335,58





18

1324,35

1519,96

1641,81

1806,96



19

1518,36

1733,20

1863,07

2033,03



20

1770,08

2008,98

2146,86

2326,44

2607,02


21

2076,32

2344,07

2488,37

2677,57

2945,32


22

2424,24

2720,86

2874,78

3068,78

3314,09

3645,98

23/0

2842,71

2950,13

3099,24

3283,63

3480,84

3759,82

1


2995,03

3145,74

3333,33

3533,75


2


3039,92

3190,63

3383,03

3586,66


3


3086,42

3238,73

3432,74

3639,57


4


3132,91

3288,44

3485,65

3695,68


5


3179,41

3338,14

3536,95

3750,20


6


3225,91

3387,84

3589,86

3806,31

4110,95

LOONSCHALEN PER 1-1-2002 PER MAAND (IN EURO)

Groep

1

2

3

4

5

6

Leeftijd/functiejr.







16

461,76

537,12





17

525,89

606,06





18

601,25

691,04

745,55

820,91



19

689,43

787,24

844,96

923,52



20

803,27

912,30

974,83

1056,60

1183,26


21

942,76

1063,01

1130,35

1215,33

1337,18


22

1101,49

1236,17

1305,11

1393,30

1503,93

1654,64

23/0

1290,68

1338,78

1406,12

1491,10

1580,89

1705,95

1


1359,63

1426,97

1513,55

1603,33


2


1380,47

1449,41

1535,99

1627,38


3


1401,31

1470,26

1558,44

1653,04


4


1422,16

1492,70

1582,49

1677,09


5


1443,00

1515,15

1604,94

1702,74


6


1463,84

1537,60

1628,99

1726,79

1866,28

NB: Aanpassing van de loonschalen in deze CAO geschiedt door verho- ging van de niet-afgeronde bedragen, zoals die sinds de 1e CAO in de drogisterijbranche (1 januari 1993) zijn ontstaan, waarna opnieuw afron- ding (op hele centen naar boven van het uurloon) plaatsvindt. Dit ver- klaart de kleine verschillen die ontstaan, wanneer men de (afgeronde) schaalbedragen met het aanpassingspercentage verhoogt.


46


Drogisterijbranche 2000/2002 Verbindendverklaring CAO-bepalingen



BIJLAGE 2

ENKELE NORMEN UIT DE ARBEIDSTIJDENWET


Dit schema geeft een overzicht van een selectie van de voor drogiste- rijen meest relevante normen in de Arbeidstijdenwet. Meer informatie kan worden opgevraagd bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werk- gelegenheid, directie voorlichting, telefoon: 070-3334455.



werknemers van 18 jaar en ouder


werknemers van 16 of 17 jaar


11 uur per 24


Minimale dagelijkse rusttijden

uur

12 uur per 24 uur

Maximale arbeidstijden (structureel)



– arbeidstijd per dienst

9 uur


– arbeidstijd per week

45 uur




gemiddeld 40 uur



per week (160

– arbeidstijd per 4 weken


uur)


gemiddeld 40



uur per week


– arbeidstijd per 13 weken

(520 uur)


Pauze



(tijdruimte van minimaal 1⁄4 uur)



– arbeidstijd per dienst > 4 1⁄4 uur

1/2 uur


– arbeidstijd per dienst > 5 1/2 uur

1/2 uur



3/4 uur,



waarvan 1/2

3/4 uur, waarvan


uur aaneenge-

1/2 uur

– arbeidstijd per dienst > 8 uur

sloten

aaneengesloten


1 uur, waarvan



1/2 uur


– arbeidstijd per dienst > 10 uur

aaneengesloten


Bovengenoemde normen zijn volgens de standaardregeling van de Arbeidstijdenwet. Naast de standaardregeling kent de Xxxxxxxxxxxxxxxx


00


ook een overlegregeling die ruimere normen stelt. Er zal tussentijds overleg plaatsvinden indien een van de partijen op een of meer elemen- ten de overlegregeling wil toepassen.


48


Drogisterijbranche 2000/2002 Verbindendverklaring CAO-bepalingen



BIJLAGE 3

VEILIGHEID


Per 1 april 1996 dient aan onderstaande veiligheidseisen worden vol- daan.

1. Geldbehandeling:

Vanaf het moment dat de klant betaalt tot de aflevering van het geld bij de bank, wordt het als volgt beveiligd:

– groot geld wordt bij de kassa afgeroomd in een afroombox of afroomkluis, conform een daartoe opgestelde instructie;

– er wordt geen geld uitbetaald op (hogere) cheques;

– intern geldtransport (legen van afroomboxen en -kluizen, etc.) vindt buiten openingstijd plaats. Aanvullen van wisselgeld is wel toegestaan;

– geld tellen gebeurt op een veilige plaats;

– opslag van geld vindt in een kluis plaats. Indien nieuwe kluizen na 1 januari 1996 worden geplaatst dient minstens één

– het externe geldtransport voldoet aan de nodige veiligheidseisen;

– van werknemers wordt niet verlangd dat zij na 18.00 uur geld afstorten in een bankkluis.

2. Openen en sluiten

– Dringend wordt aanbevolen het openen en sluiten van de winkel met minimaal twee personen te laten plaatsvinden.

– Werknemers kunnen niet verplicht worden om na 19.00 uur alleen in de winkel te staan.

3. Overvallen

Overvallen zijn helaas niet helemaal te voorkomen, maar met de vol- gende maatregelen wordt het risico verkleind:

– de ,,buit’’ minimaliseren, groot geld onbereikbaar maken (zie geldbehandeling);

– kenbaar maken dat zaak beveiligd is;

– kassa’s worden zó geplaatst dat de medewerker de ingang kan zien;

– overvalinstructie van personeel, zeker voor leidinggevenden en werknemers in volledige of onvolledige dienst;

– alle werknemers weten de plaats van de kluis te wijzen.

4. Winkeldiefstal

Bij winkeldiefstal komt agressie steeds vaker voor, daarom:


49


– de winkel wordt overzichtelijk ingericht, zodat klanten altijd zichtbaar zijn voor het personeel (geen dode hoeken);

– tegen- of aanhouden van winkeldieven is alleen een taak voor daarin getrainde werknemers;

– de medewerker neemt bij deze taak de beslissingen over wel of niet aanhouden/tegenhouden;

– instructie is: ,,Je eigen veiligheid gaat voor’’.

5. Overige eisen

– In iedere winkel is een telefoon aanwezig die in noodgevallen gebruikt kan worden om hulp in te roepen.

– Waar een werknemer alleen in de winkel staat, is een alarmsys- teem aangebracht.

– Alle medewerkers krijgen een instructie over veilig werken, in het belang van de eigen veiligheid, die van collega’s en die van klanten.

– Alle werknemers in volledige of onvolledige dienst krijgen een training in het omgaan met allerlei vormen van winkel- criminaliteit.

– Een eventuele personeels- en/of goedereningang wordt beveiligd en goed verlicht.

– De winkel beschikt over een behoorlijke inbraakbeveiliging.

– Er wordt een jaarlijkse risico-inventarisatie gemaakt.

– Drogisterijen nemen deel aan gezamenlijke veiligheidsactiviteiten in winkelcentra.

– Voor zover een werkgever niet binnen zes maanden na indienst- treding van de werknemer voor een veiligheidstraining heeft gezorgd, worden de initiatieven van een werknemer om zo’n cur- sus te volgen gehonoreerd, tenzij een training binnen zes maan- den staat gepland, waarbij de kosten voor rekening van de werk- gever komen. Deze regeling gaat in per 1 januari 2001.


50


Drogisterijbranche 2000/2002 Verbindendverklaring CAO-bepalingen



BIJLAGE 5

OUDERSCHAPSVERLOF


Recht op ouderschapsverlof bestaat als de arbeidsovereenkomst mini- maal één jaar heeft geduurd en kan worden opgenomen in de vorm van onbetaald deeltijdverlof van maximaal zes maanden. Het aantal uren ouderschapsverlof per week bedraagt ten hoogste de helft van de arbeids- duur per week. Daarnaast geldt dat het ouderschapsverlof ononderbro- ken opgenomen moet worden. Ouderschapsverlof moet minimaal twee maanden van te voren schriftelijk bij de werkgever aangevraagd worden. Met een dergelijk verzoek dient de werkgever, behoudens wanneer gewichtige redenen zich daartegen zouden verzetten, in te stemmen. Het verlof moet opgenomen worden voor het kind acht jaar is.


51


BIJLAGE 6


OVERGANGSREGELING VGL–CAO DROGISTERIJ- BRANCHE


Met ingang van 1 januari 1996 zullen de werknemers die op 31 decem- ber 1992 in dienst waren en onder de VGL-CAO vielen en op 1 januari 1996 nog in dezelfde functiegroep zitten als op 31 december 1992, als- mede die werknemers waarvan bij een functiegroepwijziging voor 1 januari 1996 de historische rechten niet zijn vervallen, integraal onder deze CAO vallen. Ter compensatie van de op die datum vervallende his- torische rechten wordt een persoonlijke toeslag toegekend van 0,5% van het loon. Deze toeslag vervalt als de werknemer in een hogere functie- groep wordt geplaatst maar uiterlijk op de datum van loonaanpassing op of na 1 januari 2001 waarbij de dan plaatsvindende loonaanpassing de persoonlijke toeslag compenseert.


52


Drogisterijbranche 2000/2002 Verbindendverklaring CAO-bepalingen



II. Het is de werkgever toegestaan om in het kader van een verzoek om ontheffing als bedoeld in artikel 8, derde lid, van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945, af te wijken van de onder I opgeno- men bepaling(en) houdende een mutatie van het loon voorzover de onverkorte toepassing van die bepaling(en) de verlening van een onthef- fing in de weg zou staan om reden dat de personeelskosten van de betrokken onderneming onvoldoende zijn gematigd.


III. Indien en voor zover de onder I opgenomen bepalingen strijdig zijn met bij of krachtens de wet gestelde of te stellen regelen, prevaleren deze regelen.


IV. Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van publicatie in de Staatscourant en heeft geen terugwerkende kracht.


V. Dit besluit wordt gepubliceerd door plaatsing in een bijvoegsel bij de Staatscourant.

’s-Gravenhage, 20 november 2000


De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Namens de Minister:


De Directeur van het Centraal kantoor

van de Arbeidsinspectie,

C. J. Meerhof.


53

Document Metadata

Filed: November 15th, 2023