Uitvoeringsovereenkomst BI-zone gebruikers en eigenaren binnenstad Gorinchem 2023 t/m 2027
Uitvoeringsovereenkomst BI-zone gebruikers en eigenaren binnenstad Gorinchem 2023 t/m 0000
Xxxxxxxx Xxxxxxxxx, ter zake van deze overeenkomst rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer X.X. xxx xxx Xxxxx, wethouder Economie, daartoe gemachtigd op grond van artikel 171
Gemeentewet door de burgemeester en handelende ter uitvoering van het besluit van burgemeester en wethouders van 26 april 2022, kenmerk Z/22/731724 - D-803422, hierna te noemen ‘de gemeente’
en
Stichting BIZ Xxxxxx Xxxxxx, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar voorzitter de heer R.S.J. Bronkhorst, hierna te noemen ‘de stichting’
hierna gezamenlijk genoemd ‘partijen’ nemen in overweging dat:
• de stichting de intentie heeft de BIZ binnenstad Gorinchem 2018 t/m 2022 te verlengen met een periode van 5 jaar (2023 t/m 2027) en de gemeente heeft gevraagd hieraan medewerking te verlenen;
• de stichting hiertoe het Vijfjaren activiteitenplan Ondernemersfonds Bedrijven Investeringszone Hartje Gorkum 2023 - 2027 heeft opgesteld, waarin zij aangeeft op welke wijze zij de binnenstad van Gorinchem een structurele kwaliteitsimpuls wil geven om daarmee de binnenstad voor inwoners, bezoekers en ondernemers aantrekkelijker te maken;
• de stichting voldoet aan de vereisten zoals gesteld in artikel 7 van de Wet op de bedrijveninvesteringszones;
• er zowel bij de stichting als bij de gemeente draagvlak bestaat om deze gewenste structurele kwaliteitsimpuls samen verder vorm te geven;
• de Wet op de bedrijveninvesteringszones het mogelijk maakt om deze impuls te financieren middels BIZ-bijdragen van gebruikers en eigenaren (niet-woningen) in de BI-zone, waarbij de gemeente die bijdragen als subsidie aan de stichting kan verstrekken;
• de stichting jaarlijks bij de gemeente een subsidieaanvraag zal indienen;
• ondergetekenden mede gelet op de inzet van publieke gelden te allen tijde een transparante en een democratisch verantwoorde werkwijze zullen hanteren;
• de Verordening BI-zone binnenstad Gorinchem 2023 op 25 mei 2022 door de raad wordt vastgesteld.
Komen het volgende overeen:
Artikel 1 Definities
In deze overeenkomst wordt verstaan onder:
• Wet: de Wet op de bedrijveninvesteringszones
• Verordening: de gemeentelijke ‘Verordening op de heffing en de invordering van een BIZ-bijdrage voor de BI-zone gebruikers en eigenaren binnenstad Gorinchem 2023’;
• BI-zone: bedrijveninvesteringszone, het bij verordening aangewezen gebied waarbinnen de BIZ- bijdrage wordt geheven;
• BIZ-bijdrage: hetgeen daaronder in de Wet wordt verstaan;
• BIZ-subsidie: de op basis van de Verordening en de Wet te verlenen subsidie;
• College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gorinchem
Artikel 2 Doel van de overeenkomst
De overeenkomst is gebaseerd op artikel 7, lid 3 van de Wet en heeft tot doel het vastleggen van de afspraken en verplichtingen tussen partijen om te komen tot uitvoering van een BI-zone voor gebruikers en vastgoedeigenaren in de binnenstad van Gorinchem. Verder worden de verantwoordingsvoorwaarden voor de stichting geregeld inzake de bekostiging en realisering van het vijfjaren activiteitenplan alsmede de subsidieverstrekking door de gemeente.
Artikel 3 Omschrijving van het gebied waarop deze overeenkomst betrekking heeft
Het gebied waarvoor de BI-zone wordt ingesteld, is weergegeven op de gebiedskaart die als bijlage bij deze overeenkomst is toegevoegd (bijlage 1). De zone telt naar de stand op 14 april 2022 in totaal circa 450 bijdrageplichtige gebruikers en vastgoedeigenaren.
Artikel 4 Duur van de overeenkomst
1. De uitvoeringsovereenkomst wordt gesloten voor een periode van 5 jaar, ingaande 1 januari 2023 en mitsdien van rechtswege eindigend op 31 december 2027.
2. Voorts eindigt de overeenkomst op de dag dat het college vaststelt, dat blijkens de uitslag van de draagvlakmeting zoals genoemd in artikel 4 van de wet, niet wordt voldaan aan het bepaalde in de wet;
3. Op basis van de wet kan de periode telkens met ten hoogste vijf jaren worden verlengd.
Artikel 5 Prestatieafspraken
De stichting:
• wendt de subsidie aan ter bestrijding van de kosten die zijn verbonden aan activiteiten in de openbare ruimte en op het internet, die zijn gericht op het bevorderen van de leefbaarheid en/of de veiligheid in de BI-zone en/of de ruimtelijke kwaliteit en/of de economische ontwikkeling van de BI-zone;
• stelt voor deze activiteiten een activiteitenplan op zoals bedoeld in artikel 6 van deze overeenkomst en verplicht zich deze activiteiten uit te voeren (een en ander in overeenstemming met artikel 7, lid 3 van de wet);
• zal geen verplichtingen met financiële gevolgen aangaan die hoger zijn dan de verwachte jaarlijkse subsidie van de gemeente of die de looptijd van deze overeenkomst overschrijden, tenzij met schriftelijke toestemming vooraf van de gemeente;
• draagt er zorg voor dat alle bijdrageplichtigen kosteloos kennis kunnen nemen van de begroting, de jaarrekening en de verantwoording.
De gemeente:
• verplicht zich na vaststelling door de gemeenteraad van de verordening tot het houden van het onderzoek naar voldoende steun onder de bijdrageplichtigen als bedoeld in artikel 4 van de wet;
• verplicht zich, na inwerkingtreding van de verordening, tot het verstrekken van een jaarlijkse subsidie als bedoeld in artikel 7 en volgende van deze overeenkomst aan de stichting;
• informeert de stichting jaarlijks vóór 1 maart van het kalenderjaar over de totale, maximaal te verwachten BIZ-opbrengst voor dat kalenderjaar.
• zal het regulier onderhoud en de daarbij behorende monitoring in de openbare ruimte van de BI- zone blijven uitvoeren.
• behoudt zich het recht om de subsidie in te trekken indien de stichting van de prestatieafspraken afwijkt zonder voorafgaande toestemming van de gemeente.
Artikel 6 Subsidieaanvraag, begroting en activiteitenplan
1. De stichting dient jaarlijks, vóór 1 november van het kalenderjaar voorafgaand aan het betreffende subsidiejaar, schriftelijk een verzoek om subsidie in bij het college.
2. Het subsidieverzoek bevat tevens een begroting en een activiteitenplan voor de BI-zone.
Artikel 7 Hoogte BIZ-subsidie
1. De gemeente verstrekt de stichting jaarlijks een BIZ-subsidie. Deze subsidie bedraagt de daadwerkelijk in het kalenderjaar netto ontvangen BIZ-bijdragen. Minder opbrengst als gevolg van oninbaarheid van openstaande vorderingen leidt tot een minderopbrengst van de BIZ- bijdragen en daarmee tot een lager subsidiebedrag. Eventuele minderopbrengsten zijn voor rekening en risico van de stichting.
2. De gemeente brengt geen aan de heffing en invordering verbonden jaarlijkse perceptiekosten in mindering op de opbrengst van de totale BIZ-bijdragen.
3. Het college behoudt zich het recht voor om af te wijken van lid 2. Indien het college hiertoe besluit, brengt zij de stichting vóór 1 augustus in het kalenderjaar voorafgaand aan het subsidiejaar hiervan gemotiveerd op de hoogte.
4. De BIZ-subsidie wordt overgemaakt op de bankrekening van de stichting.
Artikel 8 Bevoorschotting en betaling BIZ-subsidie
1. De gemeente draagt zorg voor de uitbetaling van de BIZ-bijdrage in twee termijnen:
• vóór 1 februari van het kalenderjaar een voorschot van 60% van de totale som van de (werkelijk) opgelegde BIZ-heffing;
• vóór 1 augustus van het kalenderjaar een voorschot van 30% van de totale som van de (werkelijk) opgelegde BIZ-heffing.
• De eindafrekening met de stichting vindt plaats conform artikel 10.
2. Het niet tijdig en/of onvolledig indienen van het schriftelijke subsidieverzoek zoals genoemd in artikel 6, kan tot gevolg hebben dat de uitbetaling van het voorschot wordt opgeschort.
3. Indien de ingediende begroting of het activiteitenplan niet voldoen aan de eisen van de wet of de verordening, kan de gemeente besluiten goedkeuring te onthouden en uitbetaling van het voorschot op te schorten. Na aanpassing wordt binnen twee weken na goedkeuring door de gemeente het voorschot alsnog overgemaakt.
Artikel 9 Jaarverslag, verantwoording na afloop subsidiejaar
1. Uiterlijk op 1 mei van het kalenderjaar na afloop van het subsidiejaar brengt de stichting een financieel en inhoudelijk verslag uit van de door haar gerealiseerde activiteiten.
2. Het financiële deel van het jaarverslag omvat een vastgestelde jaarrekening vergezeld van een door een registeraccountant of een accountant-administratieconsulent afgegeven samenstellingsverklaring en dient eveneens uiterlijk 1 mei van het kalenderjaar na afloop van het subsidiejaar te zijn ingediend.
3. Het inhoudelijke deel van het jaarverslag bevat in ieder geval een verantwoording van de uitvoering van het activiteitenplan en, voor zover van toepassing, van de in deze overeenkomst benoemde prestatieafspraken.
4. De stichting kan het college schriftelijk en met redenen omkleed om uitstel van maximaal 8 weken vragen voor het uitbrengen van de hiervoor genoemde verslagen. Dit verzoek moet uiterlijk een maand voor het verstrijken van de datum van 1 mei bij het college worden ingediend. Uiterlijk 2 weken na ontvangst van het verzoek om uitstel beslist het college of het verzoek wordt ingewilligd.
5. De gemeente toetst de verslagen aan het Activiteiten-plan van de stichting, aan de begroting, aan de wet en aan deze overeenkomst.
6. De gemeente behoudt zich het recht voor om, indien het daartoe aanleiding ziet, voor haar rekening een al dan niet aanvullend accountantsonderzoek te laten verrichten. De stichting verleent in dit geval haar volledige medewerking aan dit onderzoek door het beschikbaar stellen van gegevens en anderszins.
Artikel 10 Vaststelling BIZ-subsidie en eindafrekening
1. Binnen acht weken na ontvangst van het jaarverslag conform het bepaalde in artikel 9 van deze overeenkomst, stelt het college de hoogte van de BIZ-subsidie over het voorgaande subsidiejaar definitief vast.
2. Wanneer een deel van de BIZ-subsidie niet is besteed, wordt dit verschoven naar het volgende subsidiejaar.
3. Wanneer het uiteindelijke bedrag hoger is dan de verstrekte (voorschot) subsidie, zal de gemeente het verschil binnen zes weken na de in lid 1 genoemde termijn aan de stichting uitbetalen.
4. Wanneer (bijvoorbeeld door oninbare posten of gehonoreerde bezwaar- en beroepschriften) het uiteindelijke bedrag van de subsidie lager is dan de reeds verstrekte (voorschot) subsidie, zal dit verschil worden verrekend met de uit te betalen subsidie van het dan lopende subsidiejaar, dan wel verplicht de stichting zich het verschil binnen zes weken aan de gemeente terugbetalen.
5. Wanneer de stichting kennelijk in gebreke blijft bij de uitvoering van het activiteitenplan, kan het college, al dan niet in overleg met de stichting, besluiten het definitief vast te stellen subsidiebedrag daarop aan te passen.
Artikel 11 Beëindiging van de overeenkomst
1. De gemeente kan deze overeenkomst beëindigen, indien de stichting:
• in surseance verkeert dan wel failliet is verklaard;
• niet meer voldoet aan de eisen die ter zake in artikel 7, lid 2 van de wet worden gesteld;
• handelt in strijd met haar statuten;
• zich niet houdt aan haar verplichtingen die voortvloeien uit deze overeenkomst.
2. Bij beëindiging van deze overeenkomst zal de gemeente voor het lopende jaar een subsidiebedrag uitkeren naar rato van de reeds uitgevoerde activiteiten en lopende verplichtingen voor dat jaar.
3. Indien partijen verschillen over de uitleg van de reikwijdte van deze overeenkomst, dan wordt op verzoek van één der partijen tenminste éénmaal overleg gevoerd over het geschil, teneinde
een oplossing te bereiken. Indien geen overeenstemming wordt bereikt, staat het ieder der partijen vrij zijn eigen positie te bepalen.
Artikel 12 Beëindiging BI-zone
1. Wanneer de BI-zone binnenstad Gorinchem op verzoek van de bijdrageplichtigen wordt ingetrokken conform artikel 6 van de wet:
a. stopt de subsidieverstrekking met ingang van de datum van intrekking;
b. zal de eindafrekening plaatsvinden naar deze datum conform artikel 10 van deze overeenkomst.
c. wordt deze overeenkomst na de eindafrekening ontbonden.
2. Indien na de eindafrekening als hiervoor onder lid 1b bedoeld, een batig saldo overblijft, zal de stichting dit niet bestede bedrag, na aftrek van alle door de gemeente goedgekeurde kosten, aan de gemeente overmaken.
De gemeente verplicht zich vervolgens om zich in te spannen dit bedrag in het algemene belang van de bijdrageplichtigen in het BI-zone gebied in te zetten.
3. Indien na eindafrekening als hiervoor onder lid 1b bedoeld, een tekort resteert, blijft dit voor rekening en risico van de stichting.
Artikel 13 Overleg
Partijen overleggen tenminste twee keer per jaar over de voortgang van de uitvoering van het activiteitenplan.
Artikel 14 Opschortende voorwaarde en instemmingsvoorbehoud
Deze overeenkomst komt tot stand onder de opschortende voorwaarden:
1. dat de gemeenteraad instemt met de verordening BI-zone;
2. dat uit de definitieve draagvlakmeting blijkt dat er voldoende bijdrageplichtigen instemmen met de invoering van de BI-zone binnenstad Gorinchem. Dat wil zeggen dat:
• ten minste 50% (de helft) van de bijdrageplichtigen (eigenaren en gebruikers gecombineerd) hun stem heeft uitgebracht;
• ten minste 67% (2/3) van de antwoordende eigenaren en gebruikers vóór heeft gestemd;
• de voorstemmers tezamen een hogere WOZ-waarde aan onroerende zaken vertegenwoordigen dan de tegenstemmers;
• minimaal 50% van alle bijdrageplichtige eigenaren hun stem heeft uitgebracht;
• minimaal 50% van alle bijdrageplichtige gebruikers hun stem heeft uitgebracht;
• ten minste 50% van alle stemmende eigenaren vóór heeft gestemd;
• ten minste 50% van alle stemmende gebruikers vóór heeft gestemd.
Het college maakt in een besluit de resultaten van de draagvlakmeting openbaar.
In tweevoud opgesteld en ondertekend te Gorinchem op 24 mei 2022.
De gemeente Gorinchem, De Stichting BIZ Hartje Gorkum,
X.X. xxx xxx Xxxxx R.S.J. Bronkhorst
wethouder Economie voorzitter
Bijlagen:
1. Vijfjaren Activiteitenplan
2. Kaart BI-zone gebruikers en eigenaren binnenstad Gorinchem