Contract
Vrij Aanvullend Pensioen Riziv
Sociaal Vrij Aanvullend Pensioen voor geconventioneerde zorgverstrekkers
Algemene Voorwaarden
VIVIUM is een merk van P&V Verzekeringen CVBA | Maatschappelijke Zetel | Zetel Antwerpen | |
Verzekeringsonderneming toegelaten onder code 0058 KBO/BTW BE 0402 236 531 – RPR Xxxxxxx | Xxxxxxxxxxxxx 000 – 0000 Xxxxxxx TEL x00 (0)0 000 00 00 | Xxxxxxxxxx 00 – 0000 Xxxxxxxxx TEL x00 (0)0 000 00 00 |
Klachten
Voor elke klacht m.b.t. onderhavig contract kan de inrichter zich richten tot:
- In eerste instantie: de dienst Klachtenmanagement van VIVIUM, Xxxxxxxxxxxxx 000, 0000 Xxxxxxx, tel: 02/000.00.00, E-mail: xxxxxx@xxxxxx.xx
- In beroep: de Ombudsman v/d Verzekeringen,
de Xxxxxxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxx, xxx.xxxxxxxxx.xx.
Dergelijke klacht sluit de mogelijkheid om een gerechtelijke procedure te starten niet uit.
Alle oplichting of poging tot oplichting van de verzekeringsmaatschappij brengt niet alleen de opzegging van de verzekeringsovereenkomst mee, maar wordt ook strafrechtelijk vervolgd op grond van artikel 496 van het Strafwetboek. De betrokkene zal bovendien opgenomen worden in het bestand van het Economisch Samenwerkingsverband Datassur, dat de speciaal op te volgen verzekeringsrisico’s ter herinnering brengt aan de aangesloten leden- verzekeraars.
De verzekerde stemt er bij deze mee in dat de verzekeringsonderneming P&V Verzekeringen CVBA. het ESV Datassur persoonsgegevens meedeelt die relevant zijn in het exclusieve kader van de beoordeling van de risico’s en van het beheer van de contracten en desbetreffende schadegevallen. Iedere persoon die zijn identiteit aantoont, heeft het recht zich tot Datassur te richten om de gegevens die op hem betrekking hebben in te zien en, in voorkomend geval, te laten rechtzetten. Om dat recht uit te oefenen moet de persoon in kwestie een gedateerd en ondertekend verzoek, samen met een kopie van zijn identiteitskaart, sturen naar het volgende adres: Datassur, dienst Bestanden, de Xxxxxxxxxxx, 00 xx 0000 Xxxxxxx.
INHOUDSTAFEL
Hoofdstuk 1. Definities en begrippen 4
Hoofdstuk 2. Bestanddelen van deze overeenkomst 4
Hoofdstuk 3. Werking van deze verzekeringsovereenkomst 5
1. WAARBORG VAN DE VERZEKERING 5
2. DATUM VAN INWERKINGTREDING EN EINDDATUM 6
3. PREMIEBETALING 6
4. BEGUNSTIGDEN 6
5. BEDENKTIJD 6
6. WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST 7
7. STOPZETTING VAN DE PREMIEBETALING 7
8. OVERDRACHT VAN RESERVES 7
9. TERUG IN VOEGE STELLING 8
10. UITKERING VAN DE VERZEKERDE PRESTATIES 8
11. SPECIFIEKE BEPALINGEN BETREFFENDE DE TAK 23-BELEGGINGSFONDSEN 10
Hoofdstuk 4. Omvang van de waarborg in geval van overlijden 12
12. WERELDWIJDE WAARBORG 12
13. UITGESLOTEN RISICO’S 12
14. TERRORISME 13
Hoofdstuk 5. Speciale clausules 13
15. AANVULLENDE VERZEKERING ARBEIDSONGESCHIKTHEID I2 13
16. ALGEMENE BEPALINGEN AANVULLENDE VERZEKERINGEN 19
Hoofdstuk 6. Solidariteitsreglement 20
HOOFDSTUK 7. KENNISGEVINGEN - RECHTSMACHT 20
17. KENNISGEVINGEN 20
18. RECHTSMACHT 20
19. TOEPASSELIJK RECHT EN FISCALE BEPALINGEN 20
Hoofdstuk 1. Definities en begrippen
Pensioeninstelling (= de maatschappij)
VIVIUM is een merk van P&V Verzekeringen CVBA, gevestigd te België, 1210 BRUSSEL, Koningsstraat,
151. De pensioeninstelling wordt in de pensioenovereenkomst en andere documenten en briefwisseling ook de maatschappij of de verzekeraar genoemd.
Verzekeringsnemer (= de aangeslotene)
De zelfstandige of loontrekkende zorgverstrekker die overeenkomstig de wetgeving betreffende de Aanvullende Pensioenen voor Zelfstandigen de pensioenovereenkomst aangaat alsook de gewezen zorgverstrekker die nog steeds actuele of uitgestelde rechten geniet overeenkomstig de pensioenovereenkomst.
De verzekeringsnemer wordt in de pensioenovereenkomst en andere documenten en briefwisseling ook de aangeslotene genoemd.
Pensioenovereenkomst
De overeenkomst betreffende het aanvullend pensioen waarin de rechten en de verplichtingen van de aangeslotene, van zijn rechthebbenden en van de pensioeninstelling worden bepaald.
Hiertoe onderschrijft de verzekeringsnemer een verzekeringsovereenkomst bij de pensioeninstelling waarvan hij zelf de verzekerde en de begunstigde bij leven is.
Verzekerde
De persoon op wiens hoofd het risico van het zich voordoen van het verzekerde voorval ligt.
Begunstigde bij leven
De persoon die recht heeft op de verzekerde prestaties in geval van leven van de verzekerde op de einddatum van de pensioenovereenkomst.
Begunstigde(n) bij overlijden
De persoon (personen) die recht heeft (hebben) op de verzekerde prestaties in geval van overlijden van de verzekerde vóór de einddatum van de pensioenovereenkomst.
Pensioenleeftijd
De leeftijd van de aangeslotene (= verzekeringsnemer) op de einddatum van de pensioenovereenkomst zoals bepaald in de Bijzondere Voorwaarden.
Verworven reserves
De opgebouwde reserves waarop de aangeslotene (= verzekeringsnemer) op een bepaald ogenblik recht heeft overeenkomstig de pensioenovereenkomst.
Verworven prestaties
De prestaties waarop de aangeslotene (= verzekeringsnemer) aanspraak kan maken op de pensioenleeftijd overeenkomstig de pensioenovereenkomst wanneer hij zijn verworven reserves bij de pensioeninstelling laat zonder verdere premiebetaling.
Hoofdstuk 2. Bestanddelen van deze overeenkomst
Deze verzekeringsovereenkomst is een levensverzekering die voorziet in de financiering van een aanvullend pensioen.
De premies gestort in de verzekeringsovereenkomst worden belegd in tak 21.
De toegekende winstdeelname kan volgens de keuze van de verzekeringsnemer belegd worden in tak 21 of in een tak-23 beleggingsfonds.
Daarnaast kan de verzekeringsovereenkomst voorzien in een bijkomende waarborg bij overlijden en een aanvullende waarborg bij arbeidsongeschiktheid.
De gekozen waarborgen worden vastgelegd in de Bijzondere Voorwaarden.
De verzekeringsovereenkomst bestaat uit deze Algemene voorwaarden, de Bijzondere Voorwaarden, het Solidariteitsreglement en indien beschikbaar de financiële infofiche.
De beheeraspecten van de beleggingsfondsen worden toegelicht in het Beheersreglement. Het Beheersreglement van de beleggingsfondsen omvat, onder andere, een beschrijving van het beleggingsbeleid van deze fondsen, de bepaling en de aanwending van de inkomsten, de waarderingsregels van de activa, de wijze van bepaling van de eenheidswaarde, de wijze van berekening van de kosten en informatie over de risicoklasse van deze fondsen.
In de loop van het contract kan de inhoud van het Beheersreglement van de interne beleggingsfondsen onderhevig zijn aan aanpassingen. Dat is de reden waarom wij, indien de verzekeringsnemer op een gegeven ogenblik informatie wenst over de beschikbare fondsen in het kader van de belegging van de winstdeelname in een tak 23-beleggingsfonds of over een ander onderwerp dat in dit reglement wordt behandeld, de verzekeringsnemer uitnodigen om op de website xxx.xxxxxx.xx het Beheersreglement te raadplegen van de fondsen dat op dat ogenblik van kracht is, of te informeren bij de verzekeringstussenpersoon. Dit Beheersreglement is ook beschikbaar op onze maatschappelijke zetel.
Hoofdstuk 3. Werking van deze verzekeringsovereenkomst
1. WAARBORG VAN DE VERZEKERING
1.1. Opbouw van de reserve
De opgebouwde reserve wordt gevormd door de kapitalisatie van de netto premies tegen de gewaarborgde rentevoet die van toepassing is op het ogenblik van ontvangst van de storting.
De netto premies komen overeen met de betaalde premies na aftrek van de instapkosten (exclusief de premies voor de aanvullende verzekeringen en exclusief het gedeelte bestemd voor de financiering van het solidariteitsstelsel).
De verzekeringsnemer kan in de loop van de overeenkomst kiezen om de toekomstige netto premies volledig te investeren in een andere gewaarborgde rentevoet uit het op dat moment geldende aanbod.
1.2. Winstdeelname
De opgebouwde reserve geeft recht op winstdeelname indien voldaan werd aan de minimumvoorwaarden zoals bepaald in het winstdossier van de pensioeninstelling, meegedeeld aan de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten. Deze voorwaarden kunnen worden gewijzigd tijdens de looptijd van het contract. Het percentage van de winstdeelname is variabel van jaar tot jaar en is niet gegarandeerd.
Voor contracten waarop een voorschot werd toegekend of die in pand gegeven werden bij de pensioeninstelling vervalt het recht op winstdeelname voor de reserve overeenstemmend met het bedrag van het voorschot of de inpandgeving.
De verzekeringsnemer kan kiezen tussen volgende tarieven:
- Capiplan: de toegekende winstdeelname wordt gekapitaliseerd aan de gewaarborgde rentevoet geldig op moment van de toekenning van deze winstdeelname.
- Capi 23: de toegekende winstdeelname wordt belegd in één van de tak 23-beleggingsfondsen die door de pensioeninstelling worden aangeboden, volgens de keuze van de verzekeringsnemer.
De inventariswaarde voor de omzetting van deze winstdeelname in eenheden van het gekozen fonds wordt bepaald op 1 februari of op de eerstvolgende bankwerkdag.
1.3. Waarborg bij leven
Bij leven van de verzekerde bij het bereiken van de pensioenleeftijd, ontvangt de begunstigde bij leven de verworven prestaties, met inbegrip van de toegekende winstdeelname.
1.4. Xxxxxxxx bij overlijden
Bij overlijden van de verzekerde voor het bereiken van de pensioenleeftijd, ontvangt de begunstigde bij overlijden de opgebouwde reserves op het ogenblik van overlijden, met inbegrip van de toegekende winstdeelname.
Indien in de Bijzondere Voorwaarden een bijkomende overlijdenswaarborg is voorzien, ontvangt de begunstigde bij overlijden het kapitaal overlijden zoals vermeld in de Bijzondere Voorwaarden of, indien deze hoger zijn, de opgebouwde reserves op het ogenblik van overlijden, met inbegrip van de toegekende winstdeelname.
In dit geval wordt de kost van de bijkomende waarborg bij overlijden maandelijks vooraf van de opgebouwde reserves afgehouden. Deze kost wordt berekend op basis van het verzekerd kapitaal overlijden verminderd met de opgebouwde reserves.
De opgebouwde reserves worden bepaald zoals vermeld in punt 10.2.
1.5. Verworven reserves en verworven prestaties
De verworven reserves zijn op ieder ogenblik gelijk aan het bedrag gevormd door de kapitalisatie van de netto premies (eventuele overdrachten van reserves inbegrepen) die op het ogenblik van de berekeningsdatum gestort zijn, tegen de toepasselijke gewaarborgde rentevoet(en), verhoogd met de winstdeelname en verminderd met de kost voor de overlijdenswaarborg, onder aftrek van de jaarlijkse beheerskosten die de pensioeninstelling aanrekent.
De verworven prestaties zijn op ieder ogenblik gelijk aan de prestaties die overeenstemmen met de kapitalisatie van de verworven reserves tot op de einddatum, volgens de toepasselijke gewaarborgde rentevoet(en).
2. DATUM VAN INWERKINGTREDING EN EINDDATUM
De overeenkomst gaat in op de inwerkingtredingsdatum zoals vermeld in de Bijzondere Voorwaarden, maar niet vóór de ondertekening van de overeenkomst door de betrokken partijen en de ontvangst van de eerste premie.
Behalve in geval van fraude, is de overeenkomst onbetwistbaar vanaf haar inwerkingtreding, onder voorbehoud van de bepalingen voor de aanvullende verzekering arbeidsongeschiktheid I2 betreffende de mededeling van het risico door de verzekeringsnemer en de verzekerde (zie punt 14.14).
De verzekering eindigt
- op de pensioenleeftijd van de verzekeringsnemer (de aangeslotene) zoals vermeld in de Bijzondere Voorwaarden
- bij opzegging, vernietiging of afkoop of bij overlijden van de verzekeringsnemer (xx xxxxxxxxxxxx).
3. PREMIEBETALING
De verzekeringsnemer kan op geen enkel moment verplicht worden om stortingen uit te voeren. De storting gebeurt op één van de financiële rekeningen van de pensioeninstelling. De netto premie wordt gekapitaliseerd vanaf de registratie ervan op een financiële rekening van de pensioeninstelling, maar niet vóór de ingangsdatum van het contract. De pensioeninstelling behoudt zich het recht voor zowel voor de premies als voor de bijkomende stortingen een minimumbedrag te bepalen.
4. BEGUNSTIGDEN
De verzekeringsnemer wijst vrij de begunstigde(n) van het contract aan, met uitzondering van de begunstigde bij leven. De begunstigde bij leven is steeds de verzekeringsnemer. Hij kan zolang de begunstiging niet werd aanvaard die aanstelling op elk ogenblik wijzigen, via een gedateerde en ondertekende brief.
Elke begunstigde mag het voordeel van dit contract aanvaarden. Om tegenstelbaar te zijn, moet een aanhangsel opgemaakt worden, ondertekend door de begunstigde die het voordeel aanvaardt, de verzekeringsnemer en de pensioeninstelling. Vanaf dat moment kan de verzekeringsnemer het contract niet meer wijzigen en de rechten die voor hem uit het contract voortvloeien niet meer uitoefenen zonder de uitdrukkelijke toestemming van de begunstigde die het voordeel van het contract heeft aanvaard.
5. BEDENKTIJD
De verzekeringsnemer heeft het recht om zijn contract op te zeggen binnen een termijn van 30 dagen vanaf de inwerkingtreding ervan. Indien het contract dient tot waarborg van een krediet, dan heeft de verzekeringsnemer het recht de overeenkomst, binnen de 30 dagen nadat hij vernomen heeft dat het krediet hem niet wordt toegekend, op te zeggen.
In beide gevallen moet de opzegging geschieden via een aangetekende brief, door een deurwaardersexploot of door afgifte van de opzeggingsbrief tegen ontvangstbewijs. De datum van afgifte aan de post, de datum van de betekening of de datum vermeld op het ontvangstbewijs geldt als opzeggingsdatum. In voorkomend geval moet de verzekeringsnemer het exemplaar van de verzekeringsovereenkomst in zijn bezit naar de pensioeninstelling opsturen of, bij gebrek hieraan, een ondertekende verklaring van verlies.
In beide gevallen stort de pensioeninstelling de betaalde premies terug verminderd met de bedragen die werden verbruikt om het risico te dekken.
6. WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST
De verzekeringsnemer kan op elk ogenblik schriftelijk een aanpassing van het contract vragen. Elke aangevraagde aanpassing zal worden bevestigd via de opmaak van nieuwe Bijzondere Voorwaarden.
De verzekeringsnemer kan te allen tijde aan de pensioeninstelling vragen om de verzekerde voordelen van zijn overlijdensdekking aan te passen. Een verhoging van het kapitaal overlijden kan afhankelijk worden gesteld van het gunstige resultaat van een nieuw onderzoek van het risico. Als een akkoord wordt bereikt, neemt de pensioeninstelling akte van deze aanpassing door middel van de opmaak van een aanhangsel.
De aanpassing treedt in voege vanaf de datum vermeld in het aanhangsel en de ontvangst van de aangepaste premie. De verhoging van de verzekerde prestaties kan worden onderworpen aan de voorwaarden van toepassing op het moment van de aanpassing.
7. STOPZETTING VAN DE PREMIEBETALING
Wanneer er geen enkele betaling meer wordt geregistreerd gedurende een periode die overeenkomt met één kalenderjaar of wanneer de verzekeringsnemer heeft verklaard de premiebetaling stop te zetten, zal de pensioeninstelling overgaan tot de reductie van de overeenkomst.
De overeenkomst wordt gereduceerd door het minimum kapitaal bij overlijden en de aanvullende verzekeringen te handhaven en hiervoor de in het contract beschikbare reserve aan te wenden tot die is uitgeput. De beschikbare reserve bedraagt nooit meer dan de reserve die in het contract opgebouwd werd door de kapitalisatie van de betaalde premies, rekening houdend met de verbruikte sommen. Op het moment van reductie wordt deze beschikbare reserve verminderd met een reductievergoeding en een forfait van 75 EUR. Dit forfaitaire bedrag wordt in functie van het gezondheidsindexcijfer der consumptieprijzen (basis 1988 = 100) geïndexeerd. Het indexcijfer dat in aanmerking moet worden genomen is dat van de tweede maand van het trimester dat de datum van reductie voorafgaat.
De reductievergoeding stemt overeen met de actuele waarde van de jaarlijkse kosten voor het algemeen beheer van het contract tot de oorspronkelijk voorziene einddatum, met een maximum van 0,5% van de actuele waarde van de reductiepremies. De reductiepremie is de contractueel voorziene premie verminderd met kosten voor productie, promotie en beheer.
De eventuele aanvullende waarborgen kunnen worden stopgezet, 30 dagen na een aangetekende brief verstuurd door de pensioeninstelling aan de verzekeringsnemer. In dat geval, vervalt ieder recht op vergoeding in geval van het opnieuw optreden van een vroegere arbeidsongeschiktheid.
Indien de totale aanwezige reserve niet volstaat om het minimum kapitaal overlijden te behouden, zal het contract automatisch worden afgekocht. Deze afkoop wordt slechts van kracht na afloop van een periode van 30 dagen, te rekenen vanaf de verzending van een aangetekend schrijven met vermelding van de gevolgen van de stopzetting van de premiebetaling. Indien de verzekeringsnemer intussen schriftelijk de afkoop heeft aangevraagd, zullen de bepalingen betreffende de afkoop van toepassing zijn.
8. OVERDRACHT VAN RESERVES
Als hij een verzekeringsovereenkomst heeft afgesloten bij een andere pensioeninstelling, heeft de verzekeringsnemer het recht om de verworven reserves over te dragen naar die nieuwe verzekeringsovereenkomst. Nochtans is die overdracht beperkt tot het deel van de reserves dat niet het voorwerp uitmaakt van een voorschot of inpandgeving of dat niet werd toegewezen aan de wedersamenstelling van een hypothecair krediet
De pensioeninstelling deelt in dat geval uiterlijk binnen dertig dagen na de vraag het bedrag van de verworven reserves mee.
9. TERUG IN VOEGE STELLING
Na de afkoop van het contract en de betaling van de afkoopwaarde, kan de verzekeringsnemer het contract opnieuw in werking stellen door een gedateerde en getekende brief te zenden naar de pensioeninstelling, en dit binnen de 3 maanden volgend op de betaling van de afkoopwaarde en mits terugbetaling van de afkoopwaarde.
Ingeval van reductie van de overeenkomst kan de verzekeringsnemer de overeenkomst terug in voege stellen binnen de drie jaar na de reductie en dit voor de op de datum van de reductie verzekerde bedragen. Deze terug in voege stelling gebeurt door de betaling van de onbetaalde premies, eventueel verhoogd met de bijkomende premie, die berekend wordt op grond van de tarifaire grondslagen, zoals die gelden op het ogenblik van de terug in voege stelling, en welke noodzakelijk is om eventuele tekorten aan te zuiveren.
Bij contracten in het tarief Capi 23 kan de terug in voege stelling enkel gebeuren voor het gedeelte van de reserve gevormd door de kapitalisatie van de netto premies tegen de gewaarborgde rentevoet. Het gedeelte opgebouwd door winstdotatie kan niet terug in voege gesteld worden.
De pensioeninstelling kan de mogelijkheid tot terug in voege stelling van het contract laten afhangen van de op dat moment geldende risicoselectie. De kosten van een eventueel geneeskundig onderzoek zijn ten laste van de verzekeringsnemer.
10. UITKERING VAN DE VERZEKERDE PRESTATIES
10.1. In geval van leven bij het bereiken van de pensioenleeftijd
Even voor de einddatum van het contract zal de pensioeninstelling de begunstigde bij leven verzoeken om haar de volgende documenten te bezorgen:
1. het originele contract en eventuele aanhangsels, of bij gebreke hieraan, een verklaring van verlies van deze documenten, ondertekend door de begunstigde van de verzekerde prestatie;
2. een kopie van de identiteitskaart van de begunstigde bij leven;
3. ieder ander document waarvan de pensioeninstelling de voorlegging noodzakelijk acht voor de afhandeling van het dossier;
4. een getekende uitkeringskwijting.
Het nettobedrag dat vermeld is op de uitkeringskwijting zal betaald worden binnen de 30 dagen volgend op de ontvangst van deze documenten door de pensioeninstelling, doch niet vóór de einddatum van het contract.
Bij contracten in het tarief Capi 23 zal de waarde van de eenheden verkregen door winstdotatie, bepaald worden tegen de eerste waardebepaling die bekend gemaakt wordt vanaf ten vroegste één bankwerkdag na ontvangst bij de pensioeninstelling van de getekende uitkeringskwijting, maar niet voor de einddatum van de overeenkomst. De pensioeninstelling kan door uitzonderlijke omstandigheden (zoals vermeld in het Beheersreglement) de waardebepaling van de eenheden opschorten.
10.2. In geval van overlijden vóór het bereiken van de pensioenleeftijd
Na de aangifte van het overlijden, wordt/worden de begunstigde(n) verzocht om de volgende documenten aan de pensioeninstelling te bezorgen:
1. het originele contract en eventuele aanhangsels, of bij gebreke hieraan, een verklaring van verlies van deze documenten, ondertekend door de begunstigde van de verzekerde prestatie;
2. een officieel uittreksel van de akte van overlijden;
3. een kopie van de identiteitskaart van de begunstigde(n) bij overlijden, wanneer zij bij naam zijn aangeduid in het contract
OF een akte van bekendheid wanneer de begunstigde(n) in geval van overlijden niet bij naam zijn aangeduid in het contract;
4. ieder ander document waarvan de pensioeninstelling de voorlegging noodzakelijk acht voor de afhandeling van het dossier, zoals bijvoorbeeld, een formulier opgesteld door de pensioeninstelling en ingevuld door de geneesheer die de verzekerde heeft behandeld gedurende zijn laatste ziekte en/of bij zijn overlijden, met de vaststelling van de doodsoorzaak.
Na ontvangst van deze documenten door de pensioeninstelling, zal een uitkeringskwijting worden opgesteld en verzonden naar de begunstigde(n). De pensioeninstelling stort het nettobedrag dat vermeld is op de uitkeringskwijting binnen de 30 dagen volgend op de ontvangst van de getekende uitkeringskwijting door de pensioeninstelling.
Bij contracten in het tarief Capi 23 zal de waarde van de eenheden verkregen door winstdotatie, bepaald worden tegen de eerste waardebepaling die bekend gemaakt wordt vanaf ten vroegste één bankwerkdag na de kennisgeving aan de pensioeninstelling van het overlijden, tenzij de waarde van de eenheden volgend op de dag van het overlijden lager is, in welk geval deze lagere waarde uitgekeerd wordt.
Er is geen verwijlintrest voorzien in geval van laattijdige betaling door de pensioeninstelling ten gevolge van omstandigheden buiten haar wil om.
10.3. In geval van afkoop
De verzekeringsnemer kan het recht op afkoop van zijn reserves slechts uitoefenen op het moment van zijn pensionering of van zodra hij de leeftijd van 60 jaar heeft bereikt. In geval van afkoop wordt het contract stopgezet door de betaling van de afkoopwaarde. Deze afkoopwaarde wordt berekend op de datum van de geschreven aanvraag. De afkoopwaarde bedraagt 95% van de opgebouwde reserve. Dit percentage groeit jaarlijks met 1% gedurende de vijf laatste jaren en bedraagt 100% op het einde van het laatste verzekeringsjaar.
De afkoopwaarde bedraagt echter nooit meer dan de opgebouwde reserve verminderd met 75 EUR. Dit forfaitaire bedrag wordt in functie van het gezondheidsindexcijfer der consumptieprijzen (basis 1988 = 100) geïndexeerd. Het indexcijfer dat in aanmerking moet worden genomen is dat van de tweede maand van het trimester dat de datum van afkoop voorafgaat.
Indien het contract al minimum 15 jaar in voege is, bedraagt de afkoopwaarde tijdens de laatste 5 jaar 100% van de reserve, op voorwaarde dat aan het verzoek tot afkoop een bewijs van pensionering wordt gevoegd.
Indien een voorschot is toegestaan dat nog niet is terugbetaald op het ogenblik van de aanvraag tot afkoop, wordt het nog niet terug betaalde bedrag van het voorschot in mindering gebracht van de afkoopwaarde.
Bij contracten in het tarief Capi 23 zal de waarde van de eenheden verkregen door winstdotatie, bepaald worden tegen de eerste waardebepaling die bekend gemaakt wordt vanaf ten vroegste één bankwerkdag na ontvangst bij de pensioeninstelling van de aanvraag tot afkoop. De aanvraag tot afkoop moet in euro worden uitgedrukt. De pensioeninstelling kan door uitzonderlijke omstandigheden (zoals vermeld in het Beheersreglement) de opname van de waarde van de eenheden opschorten.
Bij contracten in het tarief Capi 23 worden er geen kosten ingehouden op het gedeelte winstdeelname dat vervat zit in de opgebouwde reserve. De verzekeringsnemer vraagt de afkoop door middel van een door hem gedateerde en getekende brief. Na ontvangst van deze aanvraag zal de pensioeninstelling de verzekeringsnemer verzoeken om haar de volgende documenten te bezorgen:
1. het originele contract en eventuele aanhangsels, of bij gebreke hieraan, een verklaring van verlies van deze documenten, ondertekend door de begunstigde van de verzekerde prestatie;
2. een kopie van de identiteitskaart van de verzekeringsnemer;
3. ieder ander document waarvan de pensioeninstelling de voorlegging noodzakelijk acht;
4. een getekende uitkeringskwijting.
Binnen de 30 dagen na ontvangst van deze documenten door de pensioeninstelling, zal zij het nettobedrag storten dat vermeld staat op de uitkeringskwijting. Het contract wordt beëindigd door de betaling van deze volledige som.
10.4. In geval van een voorschot of inpandgeving van de pensioenrechten
Een voorschot of inpandgeving van de pensioenrechten is enkel toegestaan voor het verwerven, het bouwen, het verbeteren, het herstellen of het verbouwen van in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte gelegen onroerende goederen die in België of in een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte belastbare inkomsten opbrengen. Voorschotten en leningen moeten zijn terugbetaald van zodra deze goederen het patrimonium van de verzekeringsnemer verlaten.
De verzekeringsnemer kan te allen tijde een voorschot krijgen volgens de modaliteiten vermeld in het contract van voorschot en tegen indiening van het originele contract.
Het maximum toegekende voorschot mag niet groter zijn dan het gedeelte van de afkoopwaarde dat onmiddellijk zou kunnen worden gestort in geval van afkoop van het contract, rekening houdend met de eventuele wettelijke inhoudingen en na aftrek van het bedrag dat overeenstemt met één jaar intrest.
Bij contracten in het tarief Capi 23 kan op het gedeelte van de reserve opgebouwd met winstdotatie geen voorschot genomen worden.
Na ontvangst van de aanvraag tot afhouding van een voorschot, zal de pensioeninstelling de verzekeringsnemer verzoeken haar de volgende documenten te bezorgen:
1. het originele contract;
2. een kopie van de identiteitskaart van de verzekeringsnemer;
3. ieder ander document waarvan de pensioeninstelling de voorlegging noodzakelijk acht;
4. het getekende contract van het voorschot.
Het nettobedrag van het voorschot zal worden gestort binnen de 30 dagen volgend op de ontvangst van deze documenten door de pensioeninstelling.
10.5. Algemene bepalingen bij uitkering
Geen enkele intrest zal worden voorzien voor een vertraging van betaling, wanneer deze vertraging te wijten is aan een omstandigheid buiten de wil van de pensioeninstelling om.
11. SPECIFIEKE BEPALINGEN BETREFFENDE DE TAK 23-BELEGGINGSFONDSEN 11.1. Belegging van de winstdeelname
In het tarief Capi 23 wordt de winstdeelname geïnvesteerd in een tak 23-beleggingsfonds. De verzekeringsnemer heeft de keuze tussen verschillende beleggingsfondsen. Zijn keuze wordt opgenomen in de Bijzondere Voorwaarden. De beleggingsstrategie, de kenmerken en de aard van de activa worden beschreven in het Beheersreglement. Dit reglement kan op eenvoudige aanvraag bij de maatschappelijke zetel van de pensioeninstelling verkregen worden.
Het aanbod van beleggingsfondsen kan in de toekomst uitgebreid worden.
Elk fonds beoogt groei door een diversificatie in verschillende financiële instrumenten. Ondanks alle maatregelen genomen om de doelstellingen te bereiken, blijft de investering in deze fondsen onderworpen aan bepaalde risico’s. Geen enkele formele garantie kan dus geboden worden.
De waarde van het fonds kan schommelen in de tijd. Het financiële risico dat daarmee verbonden is, wordt gedragen door de verzekeringsnemer.
11.2. Vaststelling van de eenheidswaarde
De vaststelling van de inventariswaarde (= de eenheidswaarde) wordt uitgevoerd door de fondsbeheerder en is bindend voor alle partijen. De pensioeninstelling behoudt zich het recht voor de waarderingsdag aan te passen indien, door uitzonderlijke omstandigheden, de waardebepaling van de beleggingsfondsen niet mogelijk is.
De inventariswaarde wordt bekomen door de waarde van het fondsvermogen, na aftrek van de beheersvergoeding, kosten welke uit het beheer van het fonds kunnen voortvloeien (zoals vermeld in het Beheersreglement) en eventuele belastingen, rechten en taksen, te delen door het aantal aanwezige eenheden op de dag van waardering.
Indien voor de berekening van de waarde van het fondsvermogen de in vreemde valuta uitgedrukte effecten of andere effecten moeten worden omgerekend, gaat de pensioeninstelling uit van de laatst gekende middenkoers van die valuta, tenzij de pensioeninstelling in het belang van de gezamenlijke partijen, het wenselijk oordeelt een andere koers te hanteren.
De pensioeninstelling deelt minstens wekelijks de inventariswaarde mee aan de pers en vermeldt de inventariswaarde steeds in het overzicht van de verzekeringsovereenkomst.
11.3. Overdracht van de winstdeelname tussen beleggingsfondsen.
De verzekeringsnemer heeft het recht om op elk ogenblik de tegenwaarde in euro van zijn eenheden van een fonds over te dragen naar een ander fonds binnen het aangeboden gamma door middel van een door de verzekeringsnemer gedateerde en ondertekende brief.
Hierbij worden de betreffende eenheden van het beleggingsfonds respectievelijk verkocht en aangekocht tegen de eerste inventariswaarde die bekend gemaakt wordt, vanaf ten vroegste één bankwerkdag na ontvangst bij de pensioeninstelling van het door de verzekeringsnemer ondertekend formulier ‘overdracht’ of een brief, vergezeld van een kopie van de identiteitskaart van de verzekeringsnemer. De verzekeringsnemer kan éénmaal per kalenderjaar de eenheden binnen het aangeboden gamma gratis overdragen, daarna wordt bij elke overdracht, op verzoek van de verzekeringsnemer, een vergoeding aangerekend. De pensioeninstelling kan in het belang van de gezamenlijke verzekeringsnemers en begunstigden de rechten op fondsoverdracht opschorten (zoals vermeld in het Beheersreglement).
11.4. Beheerskosten
De details over de beheersvergoeding alsmede de kosten welke uit het beheer van het fonds kunnen voortvloeien, zoals die van bewaring van effecten, administratie, jaarverslagen, publicaties, en dergelijke worden in het Beheersreglement vermeld. Bovenstaande vergoedingen en kosten, vermeerderd met de eventuele belastingen, rechten en taksen geheven ten laste van het fonds, zijn begrepen in de inventariswaarde van het beleggingsfonds.
De pensioeninstelling behoudt zich het recht voor om de beheersvergoeding te herzien zoals beschreven in het Beheersreglement..
11.5. Valorisatie van het beleggingsfonds
De pensioeninstelling legt op elke waarderingsdag de inventariswaarde vast op basis van de netto- inventariswaarde van de componenten van het beleggingsfonds de bankwerkdag voordien.
De pensioeninstelling mag de berekening van de waarde van de eenheden, en bijgevolg ook de beleggings-, afkoop- en overdrachtverrichtingen, voorlopig opschorten:
- wanneer een beurs of een markt, waar een aanzienlijk deel van de activa van het beleggingsfonds is genoteerd of wordt verhandeld, of een belangrijke wisselmarkt waarop deviezen, waarin de waarde van de netto-activa is uitgedrukt, worden genoteerd of verhandeld, gesloten is om een andere reden dan wettelijke vakantie of wanneer de transacties er opgeschort zijn of aan beperkingen worden onderworpen;
- wanneer de toestand zo ernstig is dat de fondsbeheerder de tegoeden en/of verplichtingen niet correct kan waarderen, er niet normaal kan over beschikken of dit niet kan doen zonder de belangen van de verzekeringsnemers of begunstigden van het fonds ernstig te schaden;
- wanneer de fondsbeheerder niet in staat is fondsen te transfereren of transacties te verwezenlijken tegen een normale prijs of wisselkoers of wanneer beperkingen zijn opgelegd aan de wisselmarkten of financiële markten;
- bij een substantiële opname van het fonds die meer is dan 80% van de waarde van het fonds of hoger is dan 1,25 miljoen EUR.
Als die opschorting voortduurt, licht de pensioeninstelling de verzekeringsnemers via de pers of via enig ander geschikt middel in. De aldus opgeschorte verrichtingen zullen uiterlijk de zevende bankwerkdag na het einde van deze opschorting worden uitgevoerd.
11.6. Vereffening of fusie van een beleggingsfonds
De pensioeninstelling behoudt zich het recht voor om één of meer interne fondsen te vereffenen of te fusioneren, zoals beschreven in het Beheersreglement.
In dat geval zal de verzekeringsnemer de mogelijkheid hebben om, kosteloos, onder de voorwaarden die hem op dat ogenblik zullen worden meegedeeld en mits eventuele fiscale heffingen, de inventariswaarde van dit intern fonds, ofwel over te dragen hetzij naar het tak 21-gedeelte hetzij naar een of meer andere interne fondsen die wij hem voorstellen, ofwel op te nemen.
Hoofdstuk 4. Omvang van de waarborg in geval van overlijden
12. WERELDWIJDE WAARBORG
Het overlijdensrisico is wereldwijd gedekt, wat de oorzaak van overlijden ook is, onder voorbehoud van de bepalingen in artikel 13.
13. UITGESLOTEN RISICO’S
Bij de in deze bepaling uitgesloten risico’s betaalt de pensioeninstelling de opgebouwde reserve, berekend op de dag van het overlijden. De pensioeninstelling zal echter geen enkel bedrag uitkeren aan die begunstigde die opzettelijk het overlijden van de verzekerde heeft veroorzaakt of ertoe aangespoord heeft.
13.1. Zelfmoord van de verzekerde
De zelfmoord van de verzekerde is gedekt indien deze plaatsvindt na het eerste jaar volgend op de ingangsdatum of de datum van weder inwerkingstelling van het contract. Bij iedere verhoging van de verzekerde voordelen in geval van overlijden is zelfmoord gedekt indien deze plaatsvindt na het eerste jaar volgend op de ingangsdatum van de nieuwe Bijzondere Voorwaarden of van het aanhangsel van de verhoging.
Bij de weder inwerkingstelling en de verhoging van de voordelen heeft deze uitsluiting slechts betrekking op het gedeelte van de voordelen die het voorwerp zijn van de weder inwerkingstelling of van de verhoging.
13.2. Opzettelijke daad
Het overlijden van de verzekerde veroorzaakt door een opzettelijke daad of op aansporen van een persoon die belang heeft bij de overlijdensuitkering is niet gewaarborgd.
Een opzettelijke daad is een daad die gesteld wordt met de bedoeling om letselschade toe te brengen aan de verzekerde.
In dat geval verliest/verliezen de begunstigde(n), die opzettelijk het overlijden van de verzekerde heeft/hebben veroorzaakt of die ertoe heeft/hebben aangespoord, alle rechten op de verzekerde voordelen, die in dat geval toekomen aan de medebegunstigde(n), of, bij ontstentenis, aan de subsidiaire begunstigde(n) overeenkomstig de in de Bijzondere Voorwaarden vermelde volgorde en, bij ontstentenis, aan de nalatenschap van de verzekeringsnemer.
13.3. Luchtvaart
Het overlijden van de verzekerde aan de gevolgen van een ongeval met een luchtvaartuig waarop hij inscheepte als passagier is gedekt, uitgezonderd wanneer het een toestel betreft:
- dat geen vliegvergunning heeft voor het vervoer van personen of goederen;
- van een luchtmacht; het overlijden wordt evenwel gedekt wanneer het een toestel betreft dat op het ogenblik van het ongeval bestemd was voor personenvervoer;
- dat producten met strategische kenmerken vervoert in streken waar vijandelijkheden aan de gang zijn of opstand heerst;
- dat zich voorbereidt tot of deelneemt aan een sportwedstrijd;
- dat proefvluchten uitvoert;
- van het type "ultra-licht-gemotoriseerd".
13.4. Oproer
Er wordt geen dekking verleend voor het overlijden als gevolg van oproer, burgerlijke onlusten, alle collectieve gewelddaden van politieke, ideologische of sociale aard, al of niet gepaard gaande met opstand tegen de overheid of tegen welke gevestigde macht ook, indien de verzekerde er op vrijwillige en actieve wijze deel aan heeft genomen.
13.5. Oorlog
Er wordt geen dekking verleend voor het overlijden als gevolg van een oorlogsgebeurtenis, feiten van dezelfde aard of een burgeroorlog. Deze uitsluiting wordt uitgebreid naar ieder overlijden, wat de oorzaak er ook van is, wanneer de verzekerde op actieve wijze aan de vijandelijkheden deelneemt. Het overlijdensrisico kan evenwel gedekt worden door een bijzondere overeenkomst, mits verantwoording door de omstandigheden en instemming van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten.
14. TERRORISME
Een overlijden dat veroorzaakt wordt door terrorisme is verzekerd overeenkomstig de Wet van 1 april 2007. Wij zijn hiervoor toegetreden tot de vzw TRIP (Terrorism Reinsurance and Insurance Pool). In het kader van deze wet werd een Comité opgericht dat bevoegd is voor de erkenning van de schadegevallen en de vaststelling van de uit te keren schadebedragen. Voor het geheel van onze verbintenissen aangegaan ten opzichte van al onze verzekerden dekken wij, overeenkomstig de bepalingen van deze wet, gezamenlijk met alle andere maatschappijen die lid zijn van de vzw TRIP en met de Belgische staat de door het Comité per kalenderjaar erkende schadegevallen tot een bedrag van 1 miljard euro. Dit bedrag wordt jaarlijks op 1 januari aangepast aan het indexcijfer van de consumptieprijzen met als basis het indexcijfer van december 2005.
De schade veroorzaakt door nucleaire wapens is altijd uitgesloten van dekking.
Onder terrorisme wordt verstaan: een clandestien georganiseerde actie of dreiging van actie met ideologische, politieke, etnische of religieuze bedoelingen, individueel of door een groep uitgevoerd, waarbij geweld wordt gepleegd op personen of de economische waarde van een materieel of immaterieel goed geheel of gedeeltelijk wordt vernield, ofwel om indruk te maken op het publiek, een klimaat van onveiligheid te scheppen of de autoriteiten onder druk te zetten, ofwel om het verkeer of de normale werking van een dienst of een onderneming te belemmeren.
Hoofdstuk 5. Speciale clausules
De artikelen van dit hoofdstuk zijn enkel van toepassing indien de erin beschreven verzekerde prestaties uitdrukkelijk vermeld zijn bij de in de Bijzondere Voorwaarden omschreven dekkingen. Bovendien zijn de daar beschreven modaliteiten en clausules van toepassing.
15. AANVULLENDE VERZEKERING ARBEIDSONGESCHIKTHEID I2
15.1. Waarborgen
Wanneer de verzekerde wegens ziekte of ongeval een arbeidsongeschiktheid oploopt waarvan de duur de overeengekomen eigen-risicotermijn overschrijdt, keert de pensioeninstelling de in de Bijzondere Voorwaarden bepaalde jaarrente I2 uit met als doel het door de verzekerde geleden inkomstenverlies te vergoeden.
De verzekerde jaarrente bedraagt maximaal 100 % van het jaarlijks beroepsinkomen, verminderd met de verzekerde bedragen van andere (wettelijke of aanvullende) arbeidsongeschiktheidsdekkingen die voorzien in een uitkering in geval van arbeidsongeschiktheid.
De begunstigde van de jaarlijkse rente I2 is de verzekeringsnemer.
Ziekte
Iedere aantasting van de gezondheid door een andere oorzaak dan een ongeval en vastgesteld door een arts die wettelijk gemachtigd is in België zijn praktijk uit te oefenen.
Ongeval
Plotse en onvoorzienbare gebeurtenis, onafhankelijk van de wil van de verzekerde en/of iedere andere persoon die bij de verzekering belang heeft, waarbij de verzekerde, met onmiddellijke uitwerking, een geneeskundig vast te stellen lichamelijk letsel oploopt te wijten aan een uitwendige oorzaak.
Arbeidsongeschiktheid
De gedeeltelijke of volledige ongeschiktheid om beroepswerkzaamheden te verrichten in gevolge de aantasting van de fysieke of psychische integriteit van de verzekerde. Arbeidsongeschiktheid wordt vastgesteld op medische gronden.
Eigen-risicotermijn
Periode tijdens dewelke geen uitkering plaatsvindt voor een gewaarborgde arbeidsongeschiktheid.
Om recht te verkrijgen op de verzekerde prestaties en om dat recht te behouden, moet de arbeidsongeschiktheid minstens 25% bedragen. De verdere verwijzing naar de fysiologische ongeschiktheid dient enkel om het bedrag van de toe te kennen uitkering te bepalen.
De verzekerde prestatie wordt uitgekeerd in verhouding tot de arbeidsongeschiktheidsgraad. Deze zal niet lager zijn dan de graad van fysiologische ongeschiktheid, tenzij anders vermeld in de Bijzondere Voorwaarden.
Een fysiologische ongeschiktheid of een arbeidsongeschiktheid van 67% of meer, wordt gelijkgesteld met een ongeschiktheid van 100%.
Bij het ingaan van de verzekerde prestaties verkrijgt de verzekeringsnemer eveneens het recht op proportionele terugbetaling van de premie van de aanvullende verzekering arbeidsongeschiktheid.
De graad van de fysiologische ongeschiktheid wordt bepaald bij medische beslissing onder verwijzing naar de Europese Schaal ter bepaling van de graad van lichamelijke en geestelijke invaliditeit.
De arbeidsongeschiktheidsgraad wordt eveneens vastgesteld door de betrokken geneesheren, tijdens het eerste jaar arbeidsongeschiktheid evenredig aan het verlies van de fysieke of psychische geschiktheid van de verzekerde tot het uitoefenen van de beroepsactiviteiten van de verzekerde vermeld in de Bijzondere Voorwaarden van de overeenkomst. Vanaf het tweede jaar wordt de arbeidsongeschiktheidsgraad uitsluitend vastgesteld evenredig aan het verlies van de fysieke of psychische geschiktheid van de verzekerde tot het uitoefenen van om het even welke beroepsactiviteit die overeenstemt met zijn sociale toestand, met zijn kennis en vaardigheden. Andere economische criteria worden niet in aanmerking genomen.
15.2. Eigen-risicotermijn
Voor elke vergoedbare periode van arbeidsongeschiktheid wordt een eigen-risicotermijn vastgesteld waarvan de duur in de Bijzondere Voorwaarden is vastgelegd. Indien deze eigen-risicotermijn korter is dan 365 dagen, wordt deze vanaf de leeftijd van 60 jaar op 365 dagen gebracht voor arbeidsongeschiktheid die door ziekte wordt veroorzaakt.
De eigen-risicotermijn begint op de dag die door de artsen wordt aangeduid als die van de aanvang van de arbeidsongeschiktheid. De arbeidsongeschiktheid ondergaan vóór het verstrijken van de eigen-risicotermijn wordt niet vergoed. Er zal nooit opnieuw een eigen-risicotermijn worden toegepast na het einde van een vorige arbeidsongeschiktheidsperiode waarover vergoeding werd uitgekeerd:
- wanneer bij de verzekerde binnen de 3 maanden een arbeidsongeschiktheid optreedt ten gevolge van een reeds vroeger gewaarborgd ongeval of ziekte;
- bij verwijdering van osteosynthesemateriaal, d.w.z. mechanische hulpmiddelen, zoals schroeven, platen, nagels of metaaldraden waarmee heelkundige breukfragmenten van beenderen aan elkaar worden gezet.
15.3. Uitkering van de verzekerde prestaties
Bij een arbeidsongeschiktheid vanaf 67% wordt aan de begunstigde per dag 1/365ste deel van de verzekerde prestatie toegekend. Bij een arbeidsongeschiktheid van minder dan 67% is de uitgekeerde prestatie evenredig aan de arbeidsongeschiktheidsgraad.
Bij een aanspraak op uitkering wordt vastgesteld of de verzekerde jaarrente de maximale dekking zoals hiervoor bepaald overschrijdt. Bij overschrijding wordt de verzekerde rente verminderd tot deze maximale dekking.
Xxxxxxx van vermindering van de jaarrente bij schade, betaalt de pensioeninstelling aan de verzekeringsnemer het gedeelte van de premie terug dat te veel werd betaald gedurende maximum een jaar voorafgaand aan de maand waarin werd vastgesteld dat de verzekerde rente te hoog is.
Als blijkt dat de verzekerde jaarrente lager is dan de hierboven omschreven maximale dekking, dan wordt de uitkering in ieder geval bepaald op basis van die jaarrente.
De prestatie is betaalbaar per maand voor het eerst dertig dagen na het verstrijken van de eigen- risicotermijn. De uitkering houdt op met een proportionele regeling in functie van het aantal kalenderdagen aan het einde van de arbeidsongeschiktheid die recht geeft op uitkering en op zijn laatst wanneer de verzekeringsperiode is afgesloten of de polis geannuleerd wordt. In ieder geval vervalt het recht op uitkering van zodra de verzekerde een wettelijk pensioen ontvangt, zelfs indien de eigenlijke pensioenrechten om eender welke reden tijdelijk werden geschorst.
15.4. Beperkingen van de waarborgen
1. Zijn niet in de waarborg begrepen, de arbeidsongeschiktheden die ontstaan, bevorderd of verergerd worden door de grove schuld van de verzekerde, de verzekeringsnemer, de begunstigde of ieder ander persoon die belang heeft bij de uitkering.
Als grove schuld wordt in aanmerking genomen:
• elke daad gesteld met opzet of met goedvinden van de verzekerde, de verzekeringsnemer, de begunstigde of een ander persoon die belang heeft bij de uitkering;
• elke deelname aan misdrijven, wantoestanden of vechtpartijen al dan niet het gevolg zijnde van provocerend gedrag of twist, met uitzondering van de gevallen van wettige zelfverdediging;
• kennelijk roekeloze daden, behalve bij redding van personen of goederen; zelfverminking alsook alle behandelingen of bewerkingen die de verzekerde op zichzelf zou toepassen, behalve de daden van normale persoonlijke verzorging;
• het onder invloed zijn van alcoholische drank of verdovende middelen of van geneesmiddelen, behalve indien er geen oorzakelijk verband bestaat tussen deze toestand en het schadegeval.
2. Zijn evenmin in de waarborg begrepen, de arbeidsongeschiktheden die ontstaan, bevorderd of verergerd worden door:
- elke poging tot zelfmoord van de verzekerde;
- subjectieve stoornissen zonder objectieve symptomen of zonder medisch aantoonbare ondergrond;
- psychische stoornissen.
De volgende limitatieve lijst van psychische aandoeningen valt echter binnen de waarborg indien de diagnose gesteld is door een erkend psychiater en voldoet aan de criteria voorzien in de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, Fourth Edition (= DSM-IV) of zijn latere versies:
- majeure depressie,
- bipolaire stoornis,
- psychotische stoornis,
- schizofrenie,
- gegeneraliseerde angststoornis,
- dissociatieve stoornis,
- obsessief-compulsieve stoornis,
- anorexia,
- boulimia nervosa.
Indien de verzekerde, wegens CVS (chronisch vermoeidheidssyndroom) of fibromyalgie, een arbeidsongeschiktheid oploopt, wordt de rente uitgekeerd gedurende maximum 700 dagen, cumulatief geteld over de looptijd van het contract
- esthetische ingrepen, van welke aard ook;
- een ramp te wijten aan de nucleaire radioactiviteit;
- oorlog of een daarmee overeenstemmende toestand;
- oproer of gewelddaden (direct of indirect), behalve wanneer kan aangetoond worden dat de verzekerde hieraan niet actief deelnam of dat hij zich in staat van wettelijke zelfverdediging bevond;
- het hanteren van wapens en springstoffen of deelname aan militaire prestaties;
- misbruik van alcohol, verdovende middelen of geneesmiddelen, eender welke vorm van toxicomanie of alcoholisme.
15.5. Uitbreidingen van de waarborg
a. Zwangerschap en bevalling
Indien de verzekerde ten gevolge van een zwangerschap of bevalling meer dan 3 maanden na de bevalling geheel of gedeeltelijk ongeschikt is op fysieke of psychische gronden om zijn beroepswerkzaamheden te verrichten, verleent de pensioeninstelling de waarborg vanaf de vierde maand na de bevalling.
Een pathologische zwangerschap is, onverminderd de bepalingen in verband met de eigen - risicotermijn, wel onmiddellijk gewaarborgd, voor zover de stopzetting of vermindering van de werkzaamheden niet het gevolg is van ongezonde werkzaamheden.
Pathologische zwangerschap
De zwangerschapsverwikkelingen, zowel uit hoofde van de verzekerde als van haar foetus, tengevolge van een ziekelijke of afwijkende toestand.
Ongezonde werkzaamheden
Werkzaamheden met blootstelling aan een beroepsrisico waardoor een al dan niet potentieel gevaar optreedt voor moeder en/of foetus zoals erkend in de wettelijke regeling op de moederschapsbescherming. Deze werkzaamheden omvatten ondermeer:
- werkzaamheden met scheikundige stoffen;
- werkzaamheden met infectieuze agentia;
- werkzaamheden met ioniserende stralingen;
- werkzaamheden met cytostatica (zoals bv. bij anti-kankermiddelen);
- werkzaamheden met tillen van lasten;
- werkzaamheden in hoge temperaturen;
- werkzaamheden met nachtarbeid;
b. Bijzondere waarborgen
Mits uitdrukkelijk bedongen in de Bijzondere Voorwaarden, waarborgt de verzekering eveneens:
1. kennelijk gevaarlijke beroepsactiviteiten zoals onder meer werken op grote hoogten (meer dan vijftien meter), bouw- of afbraakwerken, afdalen in mijnen of groeven, alle werkzaamheden te water of onder water, het gebruik of behandelen van bijtende producten, het gebruik van X-stralen of radio-isotopen en het snoeien of vellen van hoogstammige bomen.
2. het gebruik van luchtvaartuigen, behalve reizen ondernomen als betalend passagier van een vliegtuig of helikopter ingericht om personen te vervoeren.
3. de bezoldigde beoefening van om het even welke sporttak, met inbegrip van de voorbereidende oefeningen hierop.
4. de beoefening van alle gevechtssporten en van andere gevaarlijke sporten zoals: sport of zweefvliegen, deltaplane, sprongen vanaf grote hoogten, alpinisme, bobslee, skeleton, skispringen, skiën in competitie, hindernisspringen te paard, paardenkoersen, polo, speleologie, onderzeese verkenningstochten, diepzeeduiken, rafting, rugby;
5. het gebruik, als bestuurder, passagier of bemanningslid van elk voertuig van welke aard ook, dat deelneemt aan sportproeven, - competities of - wedstrijden , of aan de voorbereiding ervan.
15.6. Vaststelling van de vergoeding
De omvang van de vergoeding en de periode waarover zij wordt toegekend, worden vastgesteld en meegedeeld aan de verzekerde op basis van de medische en feitelijke gegevens die ter beschikking staan van de pensioeninstelling. De verzekerde levert op verzoek van de pensioeninstelling de nodige bewijsstukken van zijn beroepsinkomsten.
De verzekerde wordt geacht deze grondslagen als juist te aanvaarden, tenzij hij binnen 30 dagen na ontvangst van de mededeling door de pensioeninstelling, aan haar zijn gemotiveerde bezwaren heeft kenbaar gemaakt.
Te allen tijde hebben zowel de verzekerde als de pensioeninstelling het recht de arbeidsongeschiktheidsgraad aan een herziening te onderwerpen.
15.7. Territoriale waarborg
De verzekering geldt over de gehele wereld, voor zover de verzekerde zijn woonplaats en zijn gebruikelijke verblijfplaats in België heeft. De waarborg wordt in het buitenland echter slechts verleend voor zover de pensioeninstelling de nodige controle kan uitoefenen.
15.8. Aangifte
De verzekerde, de verzekeringsnemer of ieder ander persoon die belang heeft bij de uitkering moet iedere ziekte of ongeval waardoor een arbeidsongeschiktheid wordt veroorzaakt of zou kunnen worden veroorzaakt aan de pensioeninstelling aangeven, op het hiertoe door de pensioeninstelling ter beschikking gestelde formulier, dit binnen 30 dagen na het begin van de ziekte of na het ongeval en in ieder geval zo spoedig als redelijkerwijze mogelijk is. Deze aangifte dient zo vlug mogelijk te worden gedaan met opgave van alle nodige gegevens. De verzekerde bezorgt de geneeskundige verklaringen van de behandelende arts aan de adviserende arts van de pensioeninstelling, met vermelding van de oorzaken, aard, graad en vermoedelijke evolutie van de arbeidsongeschiktheid.
De aangifte zal nog worden aanvaard indien zij om een geldige reden later wordt gedaan, maar dit op zijn laatst één jaar na het begin van de ziekte of na het ongeval. Zo de pensioeninstelling het bewijs levert dat zij door de laattijdigheid van de aangifte enig nadeel heeft geleden, zal de eigen-risicotermijn pas ingaan op de dag waarop de pensioeninstelling effectief in kennis werd gesteld van de ziekte of ongeval.
15.9. Stopzetting van het beroep, wijziging beroep, inkomen of sociaal statuut
Meldingsplicht
De verzekeringsnemer of de verzekerde is verplicht de pensioeninstelling vooraf te melden, wanneer:
- de verzekerde ophoudt zijn in de Bijzondere Voorwaarden vermelde beroep daadwerkelijk uit te oefenen;
- de verzekerde een ander beroep gaat uitoefenen;
- de aan het gemelde beroep verbonden werkzaamheden veranderen
- het inkomen van de verzekerde wijzigt
- het sociale zekerheidsstatuut van de verzekerde wijzigt
Gevolgen van de stopzetting van de beroepsactiviteit
Als de verzekerde ophoudt zijn beroep of bedrijf daadwerkelijk uit te oefenen om een andere reden dan omwille van een gewaarborgde economische arbeidsongeschiktheid, eindigt de verzekering.
Zodra de verzekerde een wettelijk pensioen ontvangt, eindigt de verzekering zelfs indien de eigenlijke pensioenrechten om eender welke reden tijdelijk werden geschorst.
Xxxxxxxx xxx xx xxxxxxxxx van beroep of de eraan verbonden werkzaamheden, van sociaal statuut of bij blijvende wijziging van het inkomen
Als de wijzigingen in het beroep, het inkomen of het sociaal statuut een betekenisvolle invloed hebben op het risico en/of de kosten of de omvang van de verleende dekking kan de pensioeninstelling de premie, de eigen-risicotermijn en de dekkingsvoorwaarden op redelijke en proportionele wijze aanpassen.
Indien zich een schadegeval voordoet voordat de verzekerde of de verzekeringsnemer de vermindering van het inkomen heeft gemeld, kan de pensioeninstelling de gewaarborgde rente aanpassen overeenkomstig artikel 15.3.
Indien zich een schadegeval voordoet zonder dat de wijzigingen in het beroep of het sociaal statuut werden gemeld, kan de pensioeninstelling de gewaarborgde rente op redelijke en proportionele wijze aanpassen.
15.10. Duur van de verzekering
Huidige arbeidsongeschiktheidsverzekering wordt afgesloten tot de in de Bijzondere Voorwaarden vermelde eindvervaldag.
1. De verzekering kan op ieder moment onafhankelijk van de hoofdverzekering worden opgezegd.
2. De pensioeninstelling kan de verzekering slechts opzeggen:
- bij wanbetaling van de premie;
- wanneer de verzekerde zijn wettelijke hoofdverblijfplaats definitief in het buitenland heeft gevestigd;
- ingeval van oververzekering, voor zover de verzekerde geen arbeidsongeschiktheidsrente geniet;
- bij veroordeling van de verzekeringsnemer of verzekerde tot een straf van vrijheidsberoving wegens een opzettelijk gepleegd misdrijf;
- ingeval van faillissement, concordaat, gerechtelijke vereffening van de verzekeringsnemer of verzekerde, of ingeval één van hen onder curatele wordt gesteld.
De opzegging heeft pas uitwerking na het verstrijken van een termijn van tenminste 30 dagen te rekenen van de dag volgend op de afgifte ter post van een aangetekende brief zoals vermeld in punt 7.
3. Bovendien eindigt de verzekering van rechtswege:
- wanneer zij haar einddatum heeft bereikt;
- wanneer de verzekerde heeft opgehouden een beroep uit te oefenen, voor zover dit geen gevolg is van een vergoede arbeidsongeschiktheid;
- op het ogenblik dat de hoofdverzekering een einde neemt door afkoop, overlijden, vernietiging of afloop, alsook wanneer de hoofdverzekering gereduceerd wordt.
Zij heeft geen afkoopwaarde.
15.11. Medische opvolging
Onmiddellijk dienen alle maatregelen getroffen te worden om de genezing te bespoedigen. De verzekerde zal de door hem gekozen arts, telkens als dit nodig is, verzoeken de geneeskundige verklaringen aan hem af te leveren die voor het uitvoeren van de overeenkomst nodig zijn.
Bovendien is de pensioeninstelling gemachtigd inlichtingen in te winnen bij de verzekerde en over te gaan tot de controlemaatregelen die zij nodig acht. Er dient gevolg te worden gegeven aan de oproep voor onderzoek bij de medische adviseur van de pensioeninstelling, zelfs indien de verzekerde daartoe in een
door de pensioeninstelling aangewezen medische inrichting dient te worden opgenomen. De kosten van dit onderzoek zijn ten laste van de pensioeninstelling.
De pensioeninstelling dient zo spoedig mogelijk in kennis te worden gesteld van iedere wijziging in de toestand van de verzekerde. De aangifte ervan dient gestaafd te worden door een medisch attest, te bezorgen aan de raadgevende arts van de pensioeninstelling.
15.12. Andere verzekeringen
Indien bij andere pensioeninstellingen gelijkaardige waarborgen worden verzekerd, dient dit onmiddellijk per aangetekend schrijven aan de pensioeninstelling te worden gemeld. In dit geval heeft de pensioeninstelling het recht de bedragen van de door haar verzekerde rente en premie dienovereenkomstig te verminderen. Alle rechten voor een hangende schade blijven behouden.
15.13. Wijziging van het tarief en de voorwaarden
Bij wederzijds akkoord
Op uitsluitend verzoek van de verzekeringsnemer en met wederzijds akkoord van de partijen, kan de pensioeninstelling, nadat de verzekeringsovereenkomst gesloten is, de technische grondslagen van de premie en de dekkingsvoorwaarden wijzigen in het belang van de verzekeringsnemer.
Indexering
De premie en de uitkering mogen door de pensioeninstelling worden aangepast op de jaarlijkse hoofdvervaldag, op grond van het indexcijfer van de consumptieprijzen. De premie en de uitkering mogen eveneens worden aangepast op de jaarlijkse hoofdvervaldag, op grond van een of verschillende specifieke indexcijfers aan de kosten van de diensten die gedekt worden door de private ziekteverzekeringsovereenkomsten, indien en voor zover de evolutie van dat of deze het indexcijfer der consumptieprijzen overschrijdt.
Mededeling van tariefwijziging
Indien de pensioeninstelling haar tarief wijzigt, past zij deze overeenkomst aan op de volgende jaarlijkse vervaldag. Zij stelt de verzekeringsnemer van deze aanpassing in kennis minstens 4 maanden vóór die vervaldag. De verzekeringsnemer mag evenwel de overeenkomst opzeggen binnen 30 dagen na de kennisgeving van de aanpassing. Als de kennisgeving later gebeurt, heeft de verzekeringsnemer de mogelijkheid om de overeenkomst op te zeggen gedurende een periode van 3 maanden te rekenen vanaf de kennisgeving.
15.14. Mededeling van het risico door de verzekeringsnemer en de verzekerde
Verklaringen bij het sluiten van de overeenkomst
De verzekeringsnemer en de verzekerde hebben bij het sluiten van de overeenkomst de verplichting om alle hen bekende omstandigheden nauwkeurig mee te delen die zij redelijkerwijs moeten beschouwen als gegevens die van invloed kunnen zijn op de beoordeling van het risico door de pensioeninstelling. Indien op sommige schriftelijke vragen van de pensioeninstelling niet wordt geantwoord en de pensioeninstelling toch de overeenkomst heeft gesloten, kan zij zich, behalve in geval van bedrog, later niet meer op verzuim beroepen.
Opzettelijk verzwijgen of het opzettelijk onjuist meedelen
Wanneer het opzettelijk verzwijgen of het opzettelijk onjuist meedelen van gegevens over het risico de pensioeninstelling misleidt bij de beoordeling van dat risico, is de overeenkomst nietig. De premies die vervallen zijn tot op het ogenblik waarop de pensioeninstelling kennis heeft gekregen van het opzettelijk verzwijgen of het opzettelijk onjuist meedelen van gegevens, komen haar toe.
Niet opzettelijk verzwijgen of onjuist meedelen
De pensioeninstelling kan zich niet beroepen op een onopzettelijk verzwijgen of onopzettelijk onjuist mededelen van gegevens, wanneer deze gegevens betrekking hebben op een ziekte of aandoening die zich op het ogenblik van het sluiten van de verzekeringsovereenkomst nog op geen enkele wijze had gemanifesteerd.
Wanneer het verzwijgen of het onjuist meedelen van gegevens niet opzettelijk geschiedt, stelt de pensioeninstelling, binnen de termijn van 30 dagen te rekenen van de dag waarop zij van het verzwijgen of het onjuist meedelen van gegevens kennis heeft gekregen, voor de overeenkomst te wijzigen met
uitwerking op de dag waarop zij kennis heeft gekregen van het verzwijgen of van het onjuist meedelen van gegevens.
Indien het voorstel tot wijziging van de overeenkomst door de verzekeringsnemer wordt geweigerd of indien, na het verstrijken van de termijn van 30 dagen te rekenen vanaf de ontvangst van dit voorstel, dit laatste niet aanvaard wordt, kan de pensioeninstelling de overeenkomst opzeggen binnen 15 dagen.
Nochtans kan de pensioeninstelling, indien zij het bewijs levert dat zij het risico nooit zou hebben verzekerd, de overeenkomst opzeggen binnen de termijn van 30 dagen te rekenen van de dag waarop zij van het verzwijgen of het onjuist meedelen van gegevens kennis heeft gekregen.
Zodra een termijn van twee jaar verstreken is te rekenen van de aanvang van de verzekeringsovereenkomst, kan de pensioeninstelling zich niet meer beroepen op het onopzettelijk verzwijgen of het onopzettelijk onjuist meedelen van gegevens door de verzekeringsnemer of de verzekerde, wanneer deze gegevens betrekking hebben op een ziekte of aandoening waarvan de symptomen zich op het ogenblik van het sluiten van de verzekeringsovereenkomst reeds hadden gemanifesteerd en deze ziekte of aandoening niet gediagnosticeerd werd binnen diezelfde termijn van twee jaar.
16. ALGEMENE BEPALINGEN AANVULLENDE VERZEKERINGEN 16.1. Aanvang van de waarborg en betaling van de premie
De aanvullende verzekering vangt aan op hetzelfde tijdstip als de hoofdverzekering. De premie wordt betaald samen met de premie van de hoofdverzekering.
16.2. Verval van rechten
Er wordt verval van rechten opgelopen en de pensioeninstelling is gerechtigd de terugbetaling te eisen van de onrechtmatig uitgekeerde vergoedingen en van de gemaakte kosten:
1. bij verzwaring van de gevolgen van een ziekte of ongeval met opzet of goedvinden van de verzekeringsnemer, verzekerde of enig ander persoon die belang heeft bij de uitkering of indien een voorgeschreven medische behandeling niet werd gevolgd;
2. indien de verzekerde of de verzekeringsnemer de contractuele verplichting, hem opgelegd door artikel
15.8. niet nakomt, en er hierdoor een nadeel ontstaat voor de pensioeninstelling, kan de pensioeninstelling ten belope van het door haar geleden nadeel haar prestaties verminderen
Indien de verzekerde of de verzekeringsnemer deze contractuele verplichting met bedrieglijk opzet niet is nagekomen kan de pensioeninstelling haar dekking weigeren
Indien de verzekerde of de verzekeringsnemer de contractuele verplichting in artikel 15.12. met bedrieglijk opzet niet naleeft, is de overeenkomst nietig en heeft de pensioeninstelling, indien zij ter goeder trouw handelt, het recht de geïnde premies te behouden als schadevergoeding.
16.3. Algemene Voorwaarden hoofdverzekering
Behoudens uitdrukkelijke afbreuk hieraan zijn de aanvullende verzekeringen aan de Algemene en Bijzondere Voorwaarden van de hoofdverzekering onderworpen.
16.4. Betwisting
Betwistingen over medische aangelegenheden kunnen, mits wederzijdse instemming, worden beslecht in een minnelijke medische expertise, waarbij beide partijen elk een eigen geneesheer aanstellen. De door beide geneesheren aangestelde derde geneesheer zal slechts tussenkomen indien er geen akkoord is tussen eerstgenoemden. Iedere partij zal de honoraria en onkostenstaat regelen van de door haar aangestelde geneesheer. Het honorarium en de kosten van de derde geneesheer en van de gespecialiseerde onderzoeken zullen door beide partijen, elk voor de helft, worden gedragen. Op straf van nietigheid van hun beslissing mogen de geneesheren niet afwijken van de bepalingen van de verzekeringsovereenkomst en haar bijvoegsels.
Hoofdstuk 6. Solidariteitsreglement
De solidariteitsprestaties die deel uitmaken van een sociaal vrij aanvullend pensioen zijn opgenomen in het Solidariteitsreglement. Het Solidariteitsreglement vormt samen met deze Algemene voorwaarden, de Bijzondere Voorwaarden en de financiële infofiche de verzekeringsovereenkomst.
Hoofdstuk 7. KENNISGEVINGEN - RECHTSMACHT
17. KENNISGEVINGEN
De pensioeninstelling bezorgt de verzekeringsnemer tenminste jaarlijks een overzicht met de stand van zijn overeenkomst.
De aan de verzekeringsnemer en de aannemende begunstigde te richten kennisgevingen geschieden geldig op hun meest recente aan de pensioeninstelling meegedeelde adres. Elke kennisgeving van een partij aan de andere wordt geacht gedaan te zijn op de datum van afgifte ervan aan de post.
18. RECHTSMACHT
Betwistingen tussen de partijen betreffende de uitvoering van de overeenkomst vallen onder de bevoegdheid van de Belgische rechtbanken.
19. TOEPASSELIJK RECHT EN FISCALE BEPALINGEN
Op deze overeenkomst is het Belgisch recht van toepassing.
Alle huidige en toekomstige belastingen, rechten en taksen zijn ten laste van de verzekeringsnemer of van de begunstigde, naargelang het geval.
19.1. Premies
De wetgeving van de woonstaat van de verzekeringsnemer is toepasselijk op de fiscale en/of sociale lasten die eventueel op de premies worden gelegd. In voorkomend geval is de wetgeving van de woonstaat van de vestiging van de rechtspersoon voor wiens rekening de overeenkomst gesloten is van toepassing.
De fiscale wetgeving van de woonplaats van de verzekeringsnemer bepaalt de eventuele toekenning van de fiscale voordelen van de premies. In bepaalde gevallen kan de wetgeving van het land waar belastbare inkomsten verkregen worden, worden toegepast.
19.2. Prestaties
De op de inkomsten toepasselijke belastingen alsook eventuele lasten worden vastgelegd door de wet van de woonstaat van de begunstigde en/of door de wet van het land waar de belastbare inkomsten worden verkregen.
Wat de successierechten betreft, is de fiscale wetgeving van de woonstaat van de overledene en/of de wet van de woonstaat van de begunstigde van toepassing.