ALGEMENE VOORWAARDEN
OBJECTIEVE BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID BRAND OF ONTPLOFFING
VERZEKERINGSMAATSCHAPPIJ
Met de wil en het karakter om anders te zijn.
ALGEMENE VOORWAARDEN
(Wet van 30.7.1979 en KB van 5.8.1991)
Voor de toepassing van dit contract, wordt verstaan onder:
VERZEKERINGNEMER
Al naargelang het geval:
De natuurlijke of rechtspersoon die dit contract onderschrijft in zijn hoedanigheid van uitbater van de inrichting aangeduid in de bijzondere voorwaarden
of
De publiek- of privaatrechtelijke persoon die het contract onderschrijft als organisator van onderwijs of professionele opleidingen in de inrichting aangeduid in de bijzondere voorwaarden
of
De publiek- of privaatrechtelijke persoon die het contract onderschrijft als gebruiker van het kantoorgebouw aangeduid in de bijzondere voorwaarden
of
De natuurlijke of rechtspersoon die het contract onderschrijft als organisator van erediensten in de inrichting aangeduid in de bijzondere voorwaarden.
MAATSCHAPPIJ:
De verzekeringsonderneming waarmee het contract is afgesloten.
XXXXXXXXXX DERDE:
Iedereen behalve de verzekeringnemer.
Zijn echter uitgesloten van genot van de vergoeding:
Degene die aansprakelijk is voor het schadegeval op grond van de artikelen 1382 tot 1386 bis van het Burgerlijk Wetboek;
Degene die is vrijgesteld van elke aansprakelijkheid op grond van artikel 18 van de wet van 3.7.1978 inzake arbeidsovereenkomsten;
De verzekeringsonderneming die, in uitvoering van een ander verzekeringscontract dan het onderhavige, de geleden schade heeft vergoed.
SCHADEGEVAL:
Elk feit of elke opeenvolging van feiten met dezelfde oorsprong die de schade heeft veroorzaakt die aanleiding gaf tot toepassing van de waarborg.
ARTIKEL 1: VOORWERP VAN DE WAARBORG
De verzekering heeft tot doel de objectieve aansprakelijkheid te dekken waartoe de in de bijzondere voorwaarden aangeduide inrichting uit hoofde van de verzekeringnemer aanleiding kan geven in geval van brand of ontploffing op grond van artikel 8 van de wet van 30.7.1979.
ARTIKEL 2: UITSLUITINGEN
Onverminderd de bepalingen van artikel 7, zijn van de verzekering uitgesloten:
de schade die opzettelijk of door een zware fout is veroorzaakt door de verzekeringnemer.
Wordt meer bepaald als een zware fout beschouwd, het niet naleven van de wetten, reglementen en gebruiken die eigen zijn aan de activiteiten van de in de bijzondere voorwaarden genoemde inrichting, wanneer de gevolgen van die tekortkoming normaal gezien voorspelbaar zijn;
materiële schade die het gevolg is van welke aansprakelijkheid ook van de verzekerde die verzekerbaar is door de dekking “huurdersaansprakelijkheid" of "verhaal van derden" van een brandverzekeringsovereenkomst.
Voor de toepassing van deze uitsluiting verstaat men onder:
• huurdersaansprakelijkheid:
aansprakelijkheid voor de schade, reddings-, opruimings- en sloopkosten en onbruikbaarheid van onroerende goederen waarvoor huurders aansprakelijk zijn krachtens de artikelen 1732, 1733 en 1735 van het Burgerlijk Wetboek;
• gebruikersaansprakelijkheid:
aansprakelijkheid voor de schade, reddings-, opruimings- en sloopkosten en onbruikbaarheid van onroerende goederen waarvoor de gebruikers van een pand of een gedeelte van een pand aansprakelijk zijn krachtens artikel 1302 van het Burgerlijk Wetboek;
• verhaal van derden:
de aansprakelijkheid die op de verzekerde rust op grond van de artikelen 1382 tot 1386 bis van het Burgerlijk Wetboek voor schade, reddings-, opruimings- en sloopkosten en onbruikbaarheid van onroerende goederen veroorzaakt door brand of ontploffing die de in de bijzondere voorwaarden omschreven inrichting beschadigt en overslaat naar goederen die aan derden toebehoren.
ARTIKEL 3: VERZEKERDE BEDRAGEN
§ 1 De verzekerde bedragen zijn, per schadegeval:
voor schade voortvloeiend uit lichamelijk letsel: € 14.873.611,49
voor materiële schade: € 743.680,57
§ 2 Voornoemde bedragen zijn gekoppeld aan de index van de consumptieprijzen, waarbij de basisindex die is van juli 1991, zijnde 110,34 (basis 88). De aanpassing gebeurt jaarlijks op 30 augustus en voor de eerste maal op 30 augustus 1992.
§ 3 De bedragen die verzekerd zijn voor materiële schade zijn zowel van toepassing op de beschadiging van zaken als op de zogenaamde immateriële schade (genotsderving, onderbreking van activiteit, bedrijfsschade, productiestilstanden, winstdervingen en andere gelijkaardige schade die niet uit lichamelijke letsels voorkomt).
ARTIKEL 4: BESCHRIJVING VAN HET RISICO
§ 1 De verzekeringnemer is verplicht bij het sluiten van de overeenkomst alle hem bekende omstandigheden nauwkeurig mee te delen die hij redelijkerwijs moet
beschouwen als gegevens die van invloed kunnen zijn op de beoordeling van het risico door de maatschappij. Tijdens de duur van het contract is hij verplicht om de nieuwe omstandigheden of de wijzigingen van de omstandigheden mee te delen die van die aard zijn dat ze een aanmerkelijke en blijvende verzwaring van het risico bewerkstelligen.
§ 2 Onverminderd de bepalingen van artikel 7:
A. Leiden opzettelijke weglatingen of onjuistheden:
• bij de afsluiting van het contract, tot de nietigheid ervan;
• tijdens de looptijd van het contract, tot de mogelijkheid voor de maatschappij om haar waarborg aan de verzekeringnemer te weigeren, onverminderd zijn recht om het contract op te zeggen met onmiddellijke ingang vanaf de datum van kennisgeving.
De premies die vervallen zijn tot het moment waarop de maatschappij kennis kreeg van de fraude, blijven aan haar verschuldigd bij wijze van schadevergoeding.
B.1 Is er sprake van een niet opzettelijke weglating of onjuistheid of van een risicoverzwaring die volgens de regels werd aangegeven tijdens de looptijd van het contract, dan kan de maatschappij:
• het contract behouden maar de premies aanpassen met ingang op de datum waarop de nalatigheid werd ontdekt of waarop de verzwaring werd aangegeven, op basis van het tarief dat de maatschappij op die datum toepast. De verzekeringnemer is verplicht om de daaruit voortvloeiende premieverhoging te betalen.
• het contract opzeggen binnen de 30 dagen nadat ze kennis kreeg van een nalatigheid of van een risicoverzwaring;
2 Als er zich een schadegeval voordoet voordat de maatschappij op de hoogte was van de niet opzettelijke nalatigheid, dan beperkt de maatschappij haar waarborg ten aanzien van de verzekeringnemer volgens de verhouding tussen de betaalde premie en degene die de verzekeringnemer had moet betalen als hij het risico correct had aangegeven onder voorbehoud van de bepalingen van
B.3 van dit artikel.
3 Doet er zich een schadegeval voor, voordat de onder B.1 van dit artikel bedoelde opzegging of aanpassing zijn ingegaan, dan beperkt de maatschappij haar waarborg ten aanzien van de verzekeringnemer tot de terugbetaling van de betaalde premies als zij aantoont dat ze het risico nooit zou hebben verzekerd.
ARTIKEL 5: LOOPTIJD VAN HET CONTRACT
§ 1 Het contract wordt afgesloten voor de looptijd van een jaar, behoudens tegenstrijdige bepalingen in de bijzondere voorwaarden. Het wordt stilzwijgend verlengd voor dezelfde duur, tenzij één van de partijen zich daar ten laatste drie maanden voor het einde van het contract tegen verzet door middel van een ter post aangetekend schrijven. Contracten van minder dan een jaar worden niet stilzwijgend verlengd.
§ 2 De verzekering gaat pas in na betaling van de eerste premie of, indien er een onderscheid gemaakt wordt tussen voorlopige en definitieve premie, van de eerste voorlopige premie.
§ 3 Indien de verzekeringnemer, om welke reden ook, de bij artikel 1 bedoelde aansprakelijkheid niet meer op zich neemt, dient hij de maatschappij hiervan binnen de 8 dagen op de hoogte te brengen. Als hij deze verplichting niet nakomt en hieruit schade voortvloeit voor de maatschappij, dan kan zij aanspraak maken op een vermindering van haar dekking ten opzichte van de verzekeringnemer ten belope van de door haar geleden schade. In geval van bedrieglijk opzet kan de maatschappij iedere dekking ten opzichte van de verzekeringnemer weigeren.
§ 4 In geval van overlijden van de verzekeringnemer blijft het contract van kracht tussen de maatschappij en de opvolgers voor zover de uitbating wordt voortgezet, tenzij een van de partijen per aangetekend schrijven opzegt waarbij de opzegging ingaat 30 dagen na de betekening ervan.
§ 5 Bij een definitieve stopzetting van de uitbating door de verzekeringnemer of bij faillissement, wordt het contract van rechtswege opgezegd.
§ 6 De maatschappij heeft het recht om het contract per aangetekend schrijven op te zeggen:
• als er sprake is van een weglating of onjuistheid bij de aangifte van het risico of in geval van een verzwaring van het risico;
• na elke schadeaangifte maar uiterlijk een maand na de uitkering van de vergoeding;
• in geval van niet-betaling van de contractuele vrijstelling;
• in geval van niet-betaling van de premie, zo lang als de opschorting van de waarborgen niet is beëindigd;
• in alle gevallen waarin de verzekeringnemer een geheel of gedeeltelijk verval van de dekkingen oploopt;
• in geval van een wijziging van het geheel of een deel van de wetgeving over de burgerlijke aansprakelijkheid of de verzekering ervan, die de omvang van de verplichtingen van de maatschappij kan beïnvloeden;
• in geval van weigering van de verzekeringnemer om schadepreventiemaatregelen te nemen die de maatschappij noodzakelijk acht;
Tenzij er in sommige bepalingen van wordt afgeweken, gaat de opzegging, tussen de partijen, in 30 dagen na de betekening ervan.
§ 7 In geval van een tariefverhoging kan de verzekeringnemer het contract opzeggen onder de voorwaarden vastgelegd in artikel 6, § 7.
§ 8 De beëindiging, nietigverklaring, opzegging, ontbinding, schorsing van het contract of van de waarborg kunnen alleen door de maatschappij worden ingeroepen tegen benadeelde derden voor schadegevallen die zich hebben voorgedaan na het verlopen van een termijn van 30 dagen volgende op de betekening van dit feit door de maatschappij, door middel van een ter post aangetekend schrijven, aan de burgemeester van de gemeente waar de in de bijzondere voorwaarden genoemde inrichting zich bevindt. De termijn begint te lopen
op de dag na de afgifte van het aangetekend schrijven bij de post.
Schadegevallen die zich voordoen terwijl de beëindiging, nietigverklaring, opzegging, ontbinding, schorsing van het contract of van de waarborg reeds is ingegaan tussen de partijen maar voor het verstrijken van de voornoemde termijn van 30 dagen, geven aanleiding tot het instellen van een verhaal tegen de verzekeringnemer overeenkomstig artikel 7,
§ 2.
ARTIKEL 6: PREMIE
§ 1 Volgens wat is overeengekomen in de bijzondere voorwaarden, is de premie vast overeengekomen of wordt ze na het vervallen van de termijn berekend.
§ 2 De premie is ondeelbaar.
§ 3 Premiebetalingen kunnen alleen geldig zijn tegen een door de directie van de maatschappij ondertekende kwitantie.
§ 4 Wordt de premie niet betaald binnen de 15 dagen na afgifte op de post van een aangetekende ingebrekestelling, dan wordt de werking van de verzekering retroactief opgeschort vanaf de dag waarop de premie opeisbaar was. De dekking gaat pas opnieuw in op de dag na de volledige betaling van deze premie, van de premies die eventueel vervallen zijn tijdens de schorsing en van de invorderingskosten, zonder dat hiervoor een nieuwe ingebrekestelling nodig is. De premies blijven verschuldigd tijdens de periode van opschorting.
§ 5 De verzekeringnemer betaalt alle belastingen, taksen en bijdragen die uit hoofde van het contract worden of dienen te worden geheven. Deze bijkomende kosten zijn onderworpen aan dezelfde regels als de premies zelf, meer bepaald wat het tijdstip van de opeisbaarheid ervan betreft en de gevolgen van de niet-uitvoering of laattijdige uitvoering van de betaling ervan.
§ 6 De maatschappij mag in voorkomend geval de verklaringen nagaan van de verzekeringnemer die zich ertoe verbindt de boekhouding of andere nuttige documenten ter beschikking van haar afgevaardigden te stellen.
§ 7 Als de maatschappij haar tarief verhoogt, dan heeft ze het recht om de premie te verhogen vanaf de volgende jaarlijkse vervaldag. De verzekeringnemer kan echter het contract verbreken binnen de 30 dagen na de kennisgeving van de aanpassing. Daardoor verliest het contract haar uitwerking ten aanzien van de verzekerde ten vroegste op de volgende jaarlijkse vervaldag, op voorwaarde dat de premieverhoging minstens drie maanden voor die vervaldag werd meegedeeld. Is dat niet het geval, dan blijft de uitwerking van het contract behouden na de jaarlijkse vervaldag tot de termijn van drie maanden is verlopen.
ARTIKEL 7: BEPALINGEN IN GEVAL VAN SCHADE
§ 1 Recht van de benadeelde derden
Nietigverklaringen, uitsluitingen, uitzonderingen of vervallenverklaringen op grond van de wet of van het
verzekeringscontract kunnen niet door de maatschappij worden ingeroepen tegen benadeelde derden.
§ 2 Verhaal van de maatschappij
De maatschappij behoudt een recht van verhaal tegen de verzekeringnemer voor alle gevallen van nietigverklaring, uitsluiting, uitzondering of vervallenverklaring.
Als er sprake is van een gedeeltelijke vervallenverklaring, dan beperkt dit verhaal zich tot het verschil tussen de bedragen die de maatschappij heeft betaald en het bedrag van de waarborg waartoe ze gehouden is ten aanzien van de verzekeringnemer op grond van het contract.
Het verhaal heeft betrekking op de vergoedingen, interesten en gerechtskosten inbegrepen.
§ 3 Verplichten van de verzekeringnemer
A. De verzekeringnemer moet
• elk schadegeval waarvan hij op de hoogte is zo snel mogelijk en schriftelijk aangeven aan de maatschappij. Die aangifte moet de plaatsen, het uur, de datum, de oorzaak, de omstandigheden en de gevolgen van dit schadegeval vermelden, zowel als de namen en woonplaatsen van de slachtoffers als die er zijn;
• alle gerechtelijke en buitengerechtelijke documenten aan de maatschappij bezorgen binnen 48 uur nadat zij aan de verzekerde werden betekend en haar in de mogelijkheid stellen om alle onderzoeken in verband met het schadegeval uit te voeren;
• op de zittingen verschijnen en alle procedurehandelingen uitvoeren die de maatschappij nuttig acht.
Als de verzekeringnemer deze hierboven beschreven verplichtingen niet nakomt en hieruit schade voortvloeit voor de maatschappij, dan kan zij aanspraak maken op een vermindering van haar dekking ten opzichte van de verzekeringnemer ten belope van de door haar geleden schade. Hoe dan ook kan de maatschappij haar dekking ten aanzien van de verzekeringnemer weigeren als die, met bedrieglijk opzet, nalaat om die verplichtingen te vervullen.
B. Alleen de maatschappij heeft het recht om minnelijke schikkingen te onderhandelen of rechtsgedingen te leiden.
Elke erkenning van aansprakelijkheid, elke bespreking met de benadeelden, elke transactie, elke vaststelling van de schade, alle betalingen door de verzekeringnemer zonder toelating van de maatschappij, ontheffen haar van om het even welke verplichting ten aanzien van de verzekeringnemer voor het betrokken schadegeval.
De loutere erkenning van de omstandigheden van het schadeverwekkende feit zowel als de eerste financiële of medische hulp, worden niet beschouwd als een erkenning van aansprakelijkheid en ontheffen de maatschappij niet van deze verplichtingen.
§ 4 Subrogatie van de maatschappij
De maatschappij treedt in de rechten van de benadeelde derden die zij heeft vergoed zowel als in die van de verzekeringnemer tegenover derden die aansprakelijk zijn voor het schadegeval, voor het bedrag dat ze aan hen heeft uitgekeerd.
ARTIKEL 8: TOEPASSING VAN HET CONTRACT IN DE TIJD
Het contract geldt voor de schadegevallen die zich voordoen tijdens de looptijd ervan, onverminderd de bepalingen van artikel 5 § 8.
ARTIKEL 9: VARIA
§ 1 Mededelingen
Mededelingen en kennisgevingen bestemd voor de maatschappij zijn alleen geldig indien ze gericht zijn aan het adres vermeld in het contract of aan het laatst door de verzekeringnemer aan de maatschappij opgegeven adres.
§ 2 Verzekeringsattest
Bij het sluiten van het contract geeft de maatschappij aan de verzekeringnemer een verzekeringsattest af overeenkomstig artikel 7 van het koninklijk besluit van 5 augustus 1991. Een duplicaat van dit attest wordt bezorgd aan de burgemeester van de gemeente waar de in de bijzondere voorwaarden omschreven inrichting zich bevindt.
L'Ardenne Prévoyante S.A., toegelaten onder het codenr. 0129 (KB 04.07.1979, SB 14.7.1979)
Xxxxxx xxx Xxxxxxxxx 0 – X-0000 XXXXXXXX – Tel. 000 00 00 00 – Fax: 000 00 00 00 – E-mail: xxxxxxxxxx@xxxxxxx-xxxxxxxxxx.xxx Ondernemingsnr. : 0402.313.537 – RPR Verviers ING: 000-0000000-00 – IBAN: BE 07 348-0935276-669 – BIC: XXXXXXXX