INHOUDSOPGAVE
Concept 21 mei 0000
Xxxxxxxxxxxxxxxxx tussen
Gemeente Den Helder en
Havenbedrijf Den Helder N.V.
INHOUDSOPGAVE
2. Onderwerp van de Havenovereenkomst 6
3. Nadere regeling inkomstenbronnen Vennootschap 7
5. Wegen, waterwegen en kaden 11
6. Promotie- en acquisitiebeleid 11
8. Toepasselijkheid gemeentelijke verordeningen 12
9. Privaatrechtelijke heffingsgrondslag 12
10. De Havenmeester, Kantoor Havenmeester en Aanwijzingsbesluit 13
15. Publieke taken Gemeente 15
16. Onvolledigheidsclausule 15
17. Mededelingen en domiciliekeuze 16
19. Rechtskeuze en geschillen 16
Overzicht Bijlagen
1. | Kaart Beheersgebied |
2. | Eigen wegen in het Beheersgebied |
3. | Concept akte van geldlening |
4. | Beschrijving in te brengen Gronden |
5. | Concept erfpachtovereenkomst |
De ondergetekenden:
1. De openbare rechtspersoon Gemeente Den Helder, zetelende te Den Helder aan de Drs F. Bijlweg 20, te dezer zake rechtsgeldig vertegenwoordigd door , verder: de Gemeente;
en
2. De naamloze vennootschap Havenbedrijf Den Helder N.V., gevestigd te Den Hel- der, aan het Nieuwe Diep 33, te dezer zake rechtsgeldig vertegenwoordigd door
, verder: de Vennootschap,
Preambule:
I
Het gemeentelijke havenbedrijf van Den Helder is in 2012 omgebouwd tot een zelfstan- dig functionerende eenheid die adviserende, dienstverlenende en uitvoerende werkzaam- heden ten aanzien van de ontwikkeling, de aanleg, de uitgifte, het beheer en de exploita- tie van de gemeentelijke haven- en bepaalde industrieterreinen verricht.
II
De missie van het havenbedrijf Den Helder luidt: “Het versterken van de positie van het haven- en industriecomplex binnen het Beheers gebied zowel op korte als lange termijn.” Uit de missie vloeit een drietal kerntaken voort, te weten:
a. Effectieve, veilige en efficiënte afhandeling van het scheepvaartverkeer;
b. Ontwikkeling, aanleg, beheer en exploitatie van het haven- en industriegebied;
c. Ontwikkeling van de werkgelegenheid.
Hieronder dient mede te worden begrepen het bevorderen van de bedrijvigheid alsmede het bevorderen van het imago en de maatschappelijk economische ontwikkeling. De rol van het havenbedrijf binnen dat kader dient te zijn die van een onafhankelijke, stimule- rende, faciliterende, regisserende, bemiddelende portmanager, die boven de partijen staat.
III
De volgende redenen hebben de Gemeente genoopt om de juridische positionering van het havenbedrijf te heroverwegen:
o De ontwikkeling in de mondiale logistieke havenwereld is er één van consolidatie en schaalvergroting. Havenbeheerders over de wereld reageren hierop door te zoeken naar meer samenwerking en afstemming tussen havens. De juridische vormgeving van havenbeheerders moet daarop worden toegesneden.
o Bovenlokale overheden als ‘Den Haag’ en ‘Brussel’ zijn en worden in toenemende mate verantwoordelijk voor regelgeving en infrastructuur rond havens. Lokale overheden boeten relatief aan belang in. Kortom: stakeholders bij havens wijzi- gen.
o Koninklijke Marine en havenbedrijfsleven geven aan het noodzakelijk te vinden dat de haven van Den Helder wordt verzelfstandigd en professioneel wordt aange- stuurd.
o De bestuurlijke verantwoordelijkheid voor het havenbedrijf kan leiden tot een sa- menloop van uitvoerders van beleid en controleurs op die uitvoering, waardoor het risico bestaat op een ‘pettenproblematiek’ vanwege meerdere verantwoorde- lijkheden en op onvoldoende ‘checks and balances’.
o Het aansturen van een haven wordt complexer en vereist een steeds professione- ler toezicht.
o Groei van de haven impliceert grotere investeringen en grotere risico’s. Bij het havenbedrijf is de gemeente verantwoordelijk een aansprakelijk voor alle financi- ele risico’s.
o Aansturing van havens is lange termijn beleid. Dat kan conflicteren met de om de 4 jaar wisselende politieke inzichten die electoraal bepaald worden.
IV
Als gevolg van de geschetste situatie zal ook de rol van het havenbedrijf veranderen van een relatief passieve ‘landlord’ tot een proactieve portmanager. Deze rol verhoudt zich niet langer tot de huidige positionering. Dit geldt zeker wanneer de geschetste ontwikke- lingen worden doorgetrokken.
V
Gelet op de genoemde knelpunten en ontwikkelingen acht de Gemeente de verzelfstandi- ging van het havenbedrijf door inbreng van zijn onderneming in een naamloze vennoot- schap (N.V.) een goede keuze. Een vennootschap is het antwoord op een aantal ontwik- kelingen:
• Een N.V. faciliteert commerciële samenwerking met andere havens om zo steviger te staan in de toenemende concurrentieverhoudingen;
• Een N.V. staat toe dat andere stakeholders toetreden tot de kring van aandeelhouders;
• Een N.V. introduceert een professioneel toezicht op de haven en op de bedrijfsvoering en vermijdt pettenproblemen voor bestuurders;
• Een N.V. limiteert de financiële risico’s van de aandeelhouder tot zijn ingelegde kapi- taal;
• Een N.V. biedt de mogelijkheid voor het politiek bestuur om de haven op hoofdlijnen te (be)sturen.
VI
De Gemeente wenst een aantal uitgangspunten ten aanzien van de verzelfstandiging vast te leggen c.q. nader te regelen, te weten:
1. Uitsluiting van privatisering gezien de publieke functie van het havenbedrijf gedu- rende de eerste 3 jaren na oprichting;
2. Borging van publieke belangen;
3. Ruimte voor stedelijke ontwikkeling van de gemeente;
4. Rendementssturing op het havenbedrijf;
5. Eenheid van beleid en beheer in het havengebied;
6. Veiligstelling van de grondpositie van het havenbedrijf in geval van déconfiture.
VII
De Gemeente heeft daarom besloten over te gaan tot de verzelfstandiging van de haven en het daartoe behorende gemeentelijke apparaat in verband waarmee de naamloze vennootschap Havenbedrijf Den Helder N.V. is opgericht die de haven, de haventerreinen en door de raad aangewezen industrieterreinen zal gaan beheren en exploiteren;
VIII
De Gemeente acht het dienstig met de Vennootschap een overeenkomst te sluiten waar- bij een aantal operationele afspraken over de wijze van exploitatie en beheer van de ha- ven, de haventerreinen en de industrieterreinen en meer in het algemeen de bedrijfsvoe- ring wordt vastgelegd;
Verklaren te zijn overeengekomen als volgt:
1. Definities en begrippen
1.1.
In de Overeenkomst wordt verstaan onder:
Aanwijzingsbesluit | Het door burgemeester en wethouders van de Gemeente te nemen besluit tot aanwij- zing van de Havenmeester en tot mandate- ring van bevoegdheden; |
Algemene Vergadering van Aandeelhouders | De algemene vergadering van aandeelhou- ders van de Vennootschap |
Bedrijfsplan | Hetgeen daaronder wordt verstaan in de Statuten; |
Beheersgebied | Het gebied zoals weergegeven op de aan deze overeenkomst gehechte en daarvan deel uitmakende kaart (Bijlage 1); |
College | Het college van burgemeester en wethou- ders van de Gemeente; |
Driejaarstermijn | De termijn als bedoeld in artikel 4 lid 4 van het Uitvoeringsbesluit belastingen van rechtsverkeer; |
Eigen Wegen | De wegen binnen het Beheersgebied waar- op de ISPS code van toepassing is, en die als eigen weg in de zin van de Wegenwet worden aangemerkt, zoals voorkomende op Bijlage 2; |
Gemeente | De openbare rechtspersoon Gemeente Den Helder; |
Gronden | De gronden die door de Gemeente zullen |
worden ingebracht bij de oprichting van de Vennootschap; | |
Havenmeester | De havenmeester zoals bedoeld in de Ha- venverordening van de Gemeente of diens plaatsvervanger; |
Inbrengovereenkomst | De overeenkomst tussen de Gemeente en de Vennootschap waarbij de inbreng van de Onderneming en de Gronden wordt vastge- legd; |
Onderneming | Die onderdelen – vermogensbestanddelen, rechten en verplichtingen – van de Ge- meente, die tezamen het gemeentelijk ha- venbedrijf vormen; |
Overeenkomst of Havenovereenkomst | Deze overeenkomst; |
Partijen | De Gemeente en de Vennootschap; |
Raad van Commissarissen | De raad van commissarissen van de Ven- nootschap |
Statuten | De statuten van de Vennootschap; |
Vennootschap | De naamloze vennootschap Havenbedrijf Den Helder NV; |
Nautisch Maritieme Autoriteit | De door de Gemeente en de Ministeries van Defensie en I&M gezamenlijk in te stellen autoriteit waarin alle taken en bevoegdhe- den op nautisch maritiem gebied van de Gemeente enerzijds en van de Koninklijke Marine anderzijds zullen worden inge- bracht; |
1.2.
Xxxxxxx, niet zijnde eigennamen, geschreven met een hoofdletter hebben de betekenis als in het eerste lid bepaald.
1.3.
Woorden in enkelvoud hebben een overeenkomstige betekenis indien geschreven in het meervoud en omgekeerd.
2. Onderwerp van de Havenovereenkomst
2.1.
De Overeenkomst strekt tot het vastleggen van afspraken over de wijze waarop de Ven- nootschap haar statutaire taken zal (dienen te) verrichten.
2.2.
De Vennootschap verbindt zich jegens de Gemeente de uit haar statutaire doelstellingen voortvloeiende taken deugdelijk te verrichten en de doelstellingen naar letter en geest na te leven, waarbij deze Overeenkomst kader stellend is.
2.3.
De vennootschap zal zorg dragen voor het opstellen van het Bedrijfsplan zoals bedoeld in art 15 lid 9 van de Statuten. Zij committeert zich jegens de Gemeente tot het nauwkeu- rig en te goeder trouw uitvoeren van het Bedrijfsplan.
2.4.
De Vennootschap zal haar onderneming drijven naar de normen van maatschappelijk verantwoord en duurzaam ondernemerschap en met inachtneming van daartoe op te stellen richtsnoeren van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders en de Raad van Commissarissen.
2.5.
De Gemeente zal haar aandelen of een deel daarvan niet vervreemden in de zin van arti- kel 15 Wet belastingen van rechtsverkeer gedurende de Driejaarstermijn.
3. Nadere regeling inkomstenbronnen Vennootschap
3.1.
De Vennootschap zal haar inkomsten verwerven uit, onder meer: erfpachtcanons, haven- en kadegelden, huurinkomsten, onroerende-zaakstransacties en overige transacties.
3.2.
De Gemeente zal aan de Vennootschap bij de inbreng van de Onderneming een lening verstrekken, groot € [-] (zegge: [-] euro), op de condities zoals vastgelegd in de als Bij- lage 3 aan de Overeenkomst gehechte (concept) akte van geldlening.
3.3.
De Vennootschap zal buiten de in het vorige lid bedoelde geldlening geen aanspraak ma- ken op gelden van de Gemeente, op aanvullende stortingen in haar kapitaal of op andere uitkeringen uit de lopende rekening van de Gemeente, behoudens indien in een specifie- ke situatie anders overeengekomen wordt.
3.4.
Indien de Gemeente aan de Vennootschap medewerking verzoekt aan de uitvoering van projecten of door de Gemeente gewenste beleidsvoornemens die passen binnen het sta- tutaire doel van de Vennootschap, dan zal deze, voor zover haar personele bezetting
daartoe geschikt en toereikend is, in beginsel die medewerking verlenen, waarbij het uit- gangspunt is dat de Vennootschap een redelijke compensatie dient te verkrijgen voor de door haar bestede tijd, moeite en gelopen risico.
4. De Gronden
4.1.
Tot de Onderneming behoren de voor exploitatie door de Vennootschap bestemde Gron- den. Deze zullen worden ingebracht in volle eigendom, respectievelijk in erfpacht, of op andere wijze ter beschikking gesteld aan de Vennootschap. De wijze waarop een en an- der zal geschieden, is weergegeven op Bijlage 4. Voor zover de inbreng geschiedt door middel van erfpacht waarbij de gemeente de blote eigendom aan zich houdt, zal dit, ge- let op artikel 15 lid 1 sub e van de Wet op belastingen van rechtsverkeer plaats vinden zonder de verplichting tot betaling van een canon of andere vergoeding. De erfpacht- overeenkomst zal luiden volgens het concept van Bijlage 5. Gronden die reeds in erfpacht zijn uitgegeven door de Gemeente, zullen ten titel van beheer in economische eigendom worden ingebracht in de Vennootschap.
4.2.
De Vennootschap zal gerechtigd zijn de in erfpacht uitgegeven Gronden in ondererfpacht uit te geven aan marktpartijen op haar goeddunkende voorwaarden, zonder voorafgaan- de toestemming of goedkeuring van de Gemeente. Voor zover de Gronden in volle eigen- dom zijn ingebracht, heeft de vennootschap de keuze tot verkoop of uitgifte in erfpacht aan marktpartijen.
4.3.
Teneinde in geval van déconfiture van de Vennootschap de Gemeente een zo sterk mo- gelijk positie te bieden, zal tussen de Gemeente en de Vennootschap steeds overleg plaats hebben over de vraag of gronden die in de toekomst door de Vennootschap kun- nen worden verworven rechtstreeks door haar moeten worden gekocht, dan wel door de Gemeente moeten worden gekocht om deze vervolgens aan de Vennootschap in erfpacht uit te geven, waarbij de Gemeente zich de blote eigendom voorbehoudt.
4.4.
Indien de Gemeente besluit tot het zodanig wijzigen van de bestemming van Gronden binnen het Beheersgebied dat de daar gevestigde bedrijven onder het overgangsrecht komen te vallen, zal de Vennootschap zich inspannen om te komen tot verplaatsing van deze bedrijven elders binnen het Beheersgebied of de Gemeente. Indien de verplaatsing gerealiseerd zal worden binnen het Beheersgebied zal de Vennootschap voor haar in- spanningen geen vergoeding ontvangen. Wordt de verplaatsing daarentegen gerealiseerd
buiten het Beheersgebied elders in de Gemeente, dan kan de Vennootschap voor haar inspanningen aan de Gemeente een marktconforme vergoeding in rekening brengen.
4.5.
De Vennootschap is gerechtigd haar medewerking aan verplaatsing van een bedrijf te weigeren of te beëindigen indien dit leidt tot kosten, niet zijnde de eigen operationele kosten, die niet zijn voorzien in het Bedrijfsplan.
4.6. Reallocatiebeleid zware en middelzware industrie 4.6.1.
De Vennootschap zal een zodanig beleid voeren dat reallocatie wordt bevorderd van zwa- re en middelzware industrie op de huidige haventerreinen naar nieuw te ontwikkelen be- drijfsterreinen (zoals de NO-variant) of nieuwe aanwendingen van bestaande terreinen (zoals civiel mede-gebruik van defensieterreinen).
4.6.2.
De Vennootschap zal vervolgens bevorderen dat op de vrijkomende locaties minder mili- eubelastende bedrijvigheid wordt gesitueerd.
4.7. Kooypunt 4.7.1.
De Vennootschap zal de Gronden in Kooypunt fase 3 nadat deze zijn ingebracht en de Gronden van fase 4 nadat deze zijn ontwikkeld, gereed maken voor, te harer beoorde- ling, verkoop of uitgifte in erfpacht aan marktpartijen en daarmee de grondexploitatie zoals die tot nog toe door de Gemeente werd gedaan, voortzetten. De Vennootschap zal vrij zijn in de bepaling van de verkoop- of uitgifteprijzen.
4.7.2.
De met de grondexploitatie te verwerven inkomsten komen toe aan de Vennootschap. Op de datum van inbreng van Kooypunt in de Vennootschap zal nog een schuld uit de grondexploitatie resteren van € [-] (zegge: [-] euro). Deze schuld wordt eveneens inge- bracht en zal door de Vennootschap aan de Gemeente worden terugbetaald in 10 jaar volgens Bijlage 3.
4.7.3.
Nadat alle terreinen van de fases 3 en 4 zijn verkocht respectievelijk uitgegeven aan marktpartijen, zal de Vennootschap de eigendom van wegen en infrastructuur binnen het
Kooypunt om niet aan de Gemeente overdragen. Vanaf de overdracht berust de onder- houdsverplichting bij de Gemeente.
4.8. Westoever 4.8.1.
In het geval de Gemeente besluit tot herstructurering van Westoever ten gevolge waar- van aldaar gevestigde bedrijven moeten worden verplaatst, zal de Vennootschap op ver- zoek van de Gemeente het voortouw nemen bij en de regie over die verplaatsing.
4.8.2.
De verantwoordelijkheid van de Vennootschap voor de herstructurering begint en eindigt bij verplaatsing van de bedrijven uit Westoever.
4.9. NO-variant en Oostoever 4.9.1.
De Gemeente zal het project NO-variant en haar contractuele positie daarin inbrengen in de Vennootschap.
4.9.2.
De Vennootschap zal de regie voor de ontwikkeling van dit project op zich nemen. Een beslissing over de mogelijke realisatie van het project zal worden genomen op basis van een sluitende business case. Op verzoek van de Vennootschap zal de Gemeente deel nemen in voorkomende lobbyactiviteiten.
4.9.3.
De Gemeente blijft verantwoordelijk voor alle gemeentelijke overheidstaken rond de NO- variant en Oostoever en zal, met inachtneming van haar publiekrechtelijke verantwoor- delijkheid, de totstandkoming faciliteren en daartoe de nodige planologische kaders scheppen.
4.9.4.
Indien de uitvoering van de NO-variant een natuurcompensatieverplichting van (een deel van) Oostoever of elders tot gevolg zal hebben, dan zal de Vennootschap de kosten er- van betrekken bij haar beslissing om de NO-variant al dan niet uit te voeren.
4.9.5.
De Gronden in Oostoever zijn reeds in erfpacht uitgegeven. Gelet op de doelstelling van de verzelfstandiging zal de Gemeente de economische eigendom van deze Gronden in- brengen in de Vennootschap, onder gelijktijdig vestiging van een erfpachtrecht dat zal ingaan op de datum waarop de bestaande erfpacht eindigt. De economische eigendom omvat het recht op de ontvangst van erfpachtcanons en eventuele andere revenuen te- genover de verplichting alle op de Gronden vallen kosten, belastingen, retributies en ove- rige verplichtingen voor haar rekening te nemen.
4.10. RHB
De Gemeente neemt deel in het project Regionaal Havengebonden Bedrijventerrein Kop van Noord-Holland (RHB). De Gemeente zal zich inspannen te bewerkstelligen dat haar positie in het project wordt overgedragen aan de Vennootschap. Voor zover een formele overdracht niet mogelijk is, of door de overige deelnemers in RHB niet wordt geaccor- deerd, zal de Gemeente een vertegenwoordiger van de Vennootschap machtigen namens haar de besprekingen bij te wonen in de bestuurlijke onderhandelingsgremia.
4.11. Civiel medegebruik defensieterreinen
De Gemeente en de Koninklijke Marine hebben de discussie geopend over “civiel mede- gebruik” van defensieterreinen. De Vennootschap zal tot deze discussie toetreden en zo- dra is gebleken dat het project haalbaar is volgens de door de Vennootschap gehanteer- de parameters, in de operationele fase daaraan voor eigen rekening en risico deelnemen.
5. Wegen, waterwegen en kaden
De wegen, waterwegen en kaden zullen worden ingebracht in erfpacht volgens Bijlage 4, waarbij het beheer en onderhoud voor rekening van de Vennootschap komt.
6. Promotie- en acquisitiebeleid
6.1.
De Vennootschap verbindt zich jegens de Gemeente tot het daadwerkelijk promoten van Den Helder als vestigingsplaats voor bedrijven en tot het acquireren van bedrijven die zich willen vestigen binnen het Beheersgebied.
6.2.
Tussen de Gemeente, andere instanties en de Vennootschap zal periodiek afstemming over het promotie- en acquisitiebeleid plaats hebben.
7. Bedrijfsplan
7.1.
Het Bedrijfsplan, zoals bedoeld in de statuten van de Vennootschap, zal tenminste om- vatten:
o Een paragraaf behelzende het strategisch beleid inzake gronduitgifte,
o Een paragraaf behelzende investeringen en liquiditeitsplanning;
o Een paragraaf behelzende een exploitatie- en meerjarenbegroting;
o Een paragraaf inzake het dividendbeleid;
o Een paragraaf inzake het deelnemingenbeleid;
o Een paragraaf inzake promotie en acquisitie;
o Een paragraaf omtrent de personele ontwikkelingen.
7.2.
De Vennootschap zal, ook indien dit niet wettelijk verplicht is, bij haar jaarrekening steeds een jaarverslag voegen, ingericht volgens de laatstelijk gepubliceerde Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving van de Raad voor de Jaarverslaggeving te Amsterdam.
8. Toepasselijkheid gemeentelijke verordeningen
Binnen het Beheersgebied zullen alle verordeningen van de Gemeente, en met name de Algemene Plaatselijke Verordening, gelden. Hoewel de beveiliging binnen het Beheersge- bied onder auspiciën van de Vennootschap zal geschieden, zal de Gemeente zorg dragen voor daadwerkelijke naleving op de openbare orde aspecten binnen het Beheersgebied.
9. Privaatrechtelijke heffingsgrondslag
9.1.
De Vennootschap zal, zo mogelijk per 1 januari 2013, een stelsel van algemene voor- waarden dan wel een andere regeling in het leven roepen, teneinde een privaatrechtelij- ke grondslag te creëren voor het heffen van zeehavengeld, binnenhavengeld, kadegeld, ISPS-vergoeding en eventuele andere vergoedingen, welke grondslag in de plaats zal komen van de thans bestaande publiekrechtelijke grondslag(en).
9.2.
Het te hanteren tariefsysteem zal, bij aanvang, gelijk zijn aan dat zoals laatstelijk door de Gemeente gehanteerd. Vanaf 1 januari 2014 zal de Vennootschap vrij zijn in de tarief- stelling.
9.3
De gemeente zal met ingang van 1 januari 2013 de volgende gemeentelijke verordenin- gen voor het Beheersgebied intrekken:
a. de Verordening Haven- en kadegeld;
b. de Verordening op het beheer en gebruik van de haven
c. de Verordening bedrijfsvaartuigen
10. De Havenmeester, Kantoor Havenmeester en Aanwijzingsbesluit
10.1.
De Vennootschap draagt zorg voor de inrichting en de instandhouding van een afzonder- lijke werkeenheid ‘Kantoor Havenmeester’ binnen haar organisatie voor de uitoefening van de gemeentelijke nautische maritieme bevoegdheden en taken. De met de uitvoering van de Havenverordening en eventuele overige wet- en regelgeving samenhangende be- voegdheden en taken, voor zover die door de Gemeente kunnen worden op- en/of over- gedragen, zullen worden opgenomen in het Aanwijzingsbesluit. Deze publiekrechtelijke bevoegdheden worden gemandateerd aan de aan te wijzen Havenmeester c.q de Ven- nootschap.
10.2.
De directeur van de Vennootschap benoemt en ontslaat de Havenmeester. De Haven- meester is in dienst van de Vennootschap. Het aannemen en ontslaan van de Haven- meester vindt eerst plaats na goedkeuring van de Gemeente. De aldus benoemde Ha- venmeester wordt door de Gemeente aangewezen tot Havenmeester in het in het vorige lid bedoelde Aanwijzingsbesluit.
10.3.
Bij de uitoefening van de in het Aanwijzingsbesluit genoemde taken en bevoegdheden van de Havenmeester bevindt de Havenmeester zich niet in een ondergeschikte positie ten opzichte van de Vennootschap; de Havenmeester is derhalve zelf verantwoordelijk en dient binnen het kader van de wet- en regelgeving rechtstreeks verantwoording af te leggen aan de Gemeente. Hij draagt er zorg voor dat de uitoefening op generlei wijze wordt beïnvloed door eventuele strijdige belangen met de Vennootschap. De Vennoot- schap schept hiervoor waarborgen in de interne organisatie.
10.4.
Personeel van de Vennootschap staat, voor zover het de uitoefening van de ingevolge het Aanwijzingsbesluit opgedragen Nautisch Maritieme taken en bevoegdheden betreft, onder gezag van de Havenmeester.
10.5.
Ter uitoefening van de Nautisch Maritieme taken en bevoegdheden van de Havenmeester zal de Vennootschap, in overleg met de Gemeente, steeds zorg dragen voor toereikende personele en materiële voorzieningen.
10.6.
In geval van belet of ontstentenis van de Havenmeester zal, ingevolge het Aanwijzings- besluit, het plaatsvervangend hoofd van het ‘Kantoor Havenmeester’ als waarnemend Havenmeester de betreffende taken en bevoegdheden uitoefenen. Voorts is het hiervoor in lid 1 tot en met lid 6 bepaalde van overeenkomstige toepassing.
10.7.
Alle inkomsten, subsidies en uitgaven welke gepaard gaan met de uitoefening van de Ma- ritieme Nautische bevoegdheden van de Havenmeester en/of het ‘Kantoor Havenmeester’ komen ten gunste of ten laste van de Vennootschap.
10.8.
Tussen de Gemeente en de Ministeries van Defensie en van Infrastructuur en Milieu wordt onderzoek gedaan naar de mogelijkheden om te komen tot de oprichting van één Nautisch Maritieme Autoriteit in Den Helder. Indien daartoe wordt besloten, zal de Ven- nootschap, op verzoek van de Gemeente, zich daarbij aansluiten en de op te dragen ta- ken uitvoeren. Daarbij geldt als uitgangspunt dat deze taakuitoefening voor de Vennoot- schap niet tot extra kosten mag leiden waar geen navenante inkomsten tegenover staan.
11. Ontvlechting
De tussen de Onderneming en de overige afdelingen van de Gemeente en tussen de On- derneming en andere instanties bestaande verhoudingen zullen in het kader van de ver- zelfstandiging wordt ontvlochten. Daartoe is een Ontvlechtingsdocument opgesteld. De Gemeente en de Vennootschap verbinden zich de in dit document opgenomen regelingen te zullen uitvoeren en naleven.
12. Personeel
12.1.
De inbreng van de Onderneming in de Vennootschap brengt met zich dat de tot de On- derneming behorende personeelsleden in loondienst zullen treden bij de Vennootschap. In verband daarmee is voorzien in een afzonderlijk Sociaal Statuut. De besluitvorming hierover zal separaat plaats vinden.
12.2.
De Vennootschap verbindt zich jegens de Gemeente de verplichtingen die voor haar uit het Sociaal Statuut zullen voortvloeien te aanvaarden en na te komen.
13. Vergunningen
13.1.
De Gemeente zal de publiekrechtelijke vergunningen, ontheffingen en andere juridische instrumenten die nodig zijn voor het deugdelijk uitoefenen van haar Onderneming door de Vennootschap, verlenen, uiteraard binnen het kader van de toepasselijke regelgeving.
13.2.
Mochten er juridische belemmeringen bestaan tegen de verlening van de noodzakelijke medewerking, dan zullen partijen zich met elkaar verstaan teneinde een oplossing te be- werkstelligen die de Vennootschap in staat zal stellen haar statutaire taken naar behoren uit te voeren.
14. Communicatie
De Gemeente en de Vennootschap zullen tijdig en op adequate wijze kennis geven van de verzelfstandiging aan de binnen het Beheersgebied gevestigde bedrijven en andere partijen die daarbij belang hebben.
15. Publieke taken Gemeente
Het bepaalde in deze Overeenkomst kan op geen enkele wijze de publieke taken van de Gemeente beperken. Indien de Gemeenste handelt in strijd met de bepalingen van de Overeenkomst, voortvloeiend uit een niet te harer vrije beleidsbepaling staande beslis- sing, zal dit niet worden beschouwd als een toerekenbare tekortkoming of verzuim.
16. Onvolledigheidsclausule
16.1
Hoewel de Havenovereenkomst beoogt het volledige operationele kader van afspraken te bieden voor de taakuitoefening door de Vennootschap, zijn Partijen zich er van bewust dat de complexiteit van de verzelfstandigingsoperatie er toe kan leiden dat bepaalde on- derwerpen niet, onvoldoende dan wel onjuist zijn geregeld. Partijen spreken de ambitie uit eventuele in de toekomst rijzende knelpunten te zullen oplossen op basis van welwil- lendheid, met respect voor elkaars belangen en met inachtneming van het doel van de verzelfstandiging. Partijen verklaren, voor zover gewenst, medewerking te zullen verle- nen aan wijziging van de inhoud van de Havenovereenkomst teneinde een meer adequa- te regeling te kunnen realiseren.
16.2.
De Havenovereenkomst blijft na afloop van de Driejaarstermijn onverkort van kracht.
17. Mededelingen en domiciliekeuze
Mededelingen die zijn vereist ingevolge de Overeenkomst of daaraan gerelateerde over- eenkomsten zullen alleen schriftelijk, met inbegrip van telefax, worden gedaan als volgt:
Indien aan de Gemeente: | Xxxxxxxxxxxx xx xxxxxxxxxx Xxxxxxxx Xxx Xxxxxx T.a.v. Drs X. Bijlweg 20 Den Helder |
Indien aan de Vennootschap: | Havenbedrijf Den Helder N.V. T.a.v. de Directeur Xxxxxx Xxxx 00 Xxx Xxxxxx |
of aan zodanig ander adres als de ene Partij aan de andere schriftelijk bekend zal maken.
18. Bijlagen
De in de Overeenkomst genoemde Bijlagen maken daarvan een samenstellend onderdeel uit.
19. Rechtskeuze en geschillen
19.1.
Op de Overeenkomst is Nederlands recht van toepassing.
19.2.
Geschillen voortvloeiende uit of naar aanleiding van de Overeenkomst of daarop geba- seerde nadere overeenkomsten of afspraken zullen worden voorgelegd aan de bevoegde rechter te Alkmaar.
19.3.
Een geschil in de zin van deze Overeenkomst doet zich voor indien één van Partijen die aanwezig acht.
Aldus overeengekomen en getekend in tweevoud te Den Helder, de dato
voor Gemeente Den Helder: | Havenbedrijf Den Helder N.V. |